Het Jloecqe&ied, Qem Buitsch aoxlagsmatieP zeggen de Duitschers. Indische marine in „oorlogsuitrusting" ut het Westen cmstaieect iïiitiec. „Zoo noodig vast besloten te strijden". Duitsch commentaar op Daladier's rede: SDX'G '11 OCTOBER 1939 cMafweer tot in de een onneembare vesting, erfectie voorbereid. West Duitschland, October. van onzen specialen verslaggever). vale schemering daalt over Dultsch- E®11,,. belangrijkste industriegebied. De fabrieken heeft zich met de '!°Lmder hoogovens vermengd tot een --en nevel. De nacht is in aantocht, Sternis, Zooeven heerschte hier nog lïmale drukte, nu haasten zich de ...hen in het grauwe avondlicht naar 5 (di binnen te zijn voor de „Verdun- weer volledig is. hprind mij even buiten een belangrijke Lbiestad en kijk naar het Westen. Tegen one flauw lichtenden hemel stijgt en- "f honderden meters van mij verwijderd «en Silhouet omhoog, snel en bijna ge- o ...l o.v, nolo I- n n01 hQ rulschloos. Het is een der vele kabelballons, in dit gansche uitgestrekte gebied wor- 1 nnselaten als de dag voorbij is. ballons. >n verraderlijke hinderlaag vormen voor vijandelijke vliegers, als die zich hier zouden frtis mij niet mogelijk de ballon te nade- n Zii wordt opgelaten in een stuk land, dat n hinken afstand van den weg ligt. Maar er ii in de duisternis trouwens toch weinig te ïjjn en het voornaamste is de wetenschap E'er honderden van die ballons, wellicht inden, aan lange metalen kabels boven iet Roergebied zweven. 7ii vormen het bewijs, dat men half ver anderd over het feit, dat tot nu toe geen ■rhtaanval op de Duitsche wapensmidse werd .daan - uiterst waakzaam is gebleven en °tiE rekenschap houdt met de mogelijk heid, dat de verwachte aanvallen toch nog rullen komen. Bewijzen hiervoor zijn trouwens talrijk: ,-ie het Roergebied niet zou kennen en r slechts een vluchtig bezoek aan zou bren- l gemakkelijk tot die conclusie kun- mm komen. Want terwijl het opmerkelijk is, dat m|èn nergens in Duitschland militair vertoon ziet, behoeft men waarlijk geen poging tot spion- naw te doen om te zien, dat de luchtafweer hier op groote schaal en zeer grondig is voor bereid. Overal elders is het, alsof de autori teiten'ernaar streven, het publiek, de massa der bevolking, zoo weinig mogelijk van den oorlog te iaten bespeuren. Nergens krijgt men lange colonnes militairen te aanschouwen, ner gens ziet men overdag troepentransporten, nergens rollen pantserwagens of geschut over de wegen. Maar in het Roergebied drin gen de afweermaatregelen tegen iuchtgevaar !*:ch sis het ware aan den bezoeker op. MJen moet ze wel zien, of men wil of niet. Het Rderïand is geen vroolij-k land. De machtige industrieën geven het een soms grauw, steeds ernstig karakter. De luchtaf- weermaatregelen accentueeren die ernst nog in hooge mate. onverhoopt een aahval zou lukken? vraagt een ander. Onze militaire autoriteiten heb ben toch gezorgd voor groote voorraden aan oorlogsmateriaal. Als de productie eens stag neert komt men heüsch niet zonder te zitten. En bovendien: als men bijvoorbeeld een paar hallen van de Kruppfabrieken zou ver woesten, staan die immers over drie weken weer overeind. Wij hebben menschen genoeg om ze weer op te bouwen, we weten heel goed. dat we ook op vernieling voorbereid moeten zijn. Mijn zegsman laat mij een geïllustreerd tijdschrift zien. Er staat een artikeltje in, waarin wordt uiteengezet, dat Duitschland niet zijn geheele oorlogsindustrie in het Roergebied geconcenteerd heeft, maar dat er gedecentraliseerd is: ook elders in Duitschland bevindt zich oorlogsindustrie. Hetzelfde vertrouwen, dat men op ieder ge bied bij bijna iedereen die men spreekt aan treft ,uit zich ook als men het over het Iucht gevaar heeft. Of er innerlijk misschien toch twijfel heerscht? Wie zal het zeggen. Het treedt in ieder geval niet aan den dag Het ls een feit van algëmeene bekendheid, dat het geheele Roergebied zijn drinkwater en zijn èlectriciteit betrekt uit "het achter land, het Bergische Land, het Sauevland. met zijn vele door stuwdammen kunstmatig gevormde meren, Ook hier is üp ruime schaal aan afweer aandacht geschonken, zeker niet minder dan in de steden, wellicht zelfs sterker. Want wel kan men een fabriek in drie weken tijds weer opbouwen, als men maar over voldoende werkkrachten beschikt, maar een stuwdam, neen, dat gaat niet. En het wegeyallen der electriciteitsvodrziening en der drinkwater voorziening zou voor een dichtbevolkt in dustriegebied als dit een verlaqittfende klap zijn. Hoe goed men echter op afweer bedacht is en hoe voortreffelijk de genomen maatregelen ook zijn, toch schijnt de practijk nog lessen te geven. In de aan den oorlog voorafgaande maan den heeft men de gl?z-n daken van alle fa brieken blauw geschilderd om hei licht te beletten naar buiten door te dringen en zoo de plaats der fabrieken aan den vijand te ver raden. Lichtblauw zijn al die daken. Welnu: de ervaring, zoo wist men mij te vertellen, heeft geleerd, dat bij volledige ver duistering in maanlichte nachten juist dat blauw het eenige zichtbare op de aarde is! Het witte licht van de maan maakt het toch al lichte blauw nog lichter. Vandaar dat op vele plaatsen druk gewerkt wordt om het blauw geverfde glas met zwart te overschilderen en dat men elders daarmede al gereed is gekomen. De glazen fabrièksda- ken zijn zwart geworden. Dit heeft natuur- lenijk tot gevolg dat: overdag bij kunstlicht gewerkt moet worden. Maar men kan zich daardoor niet laten weerhouden. De bevolking is gerust en moet gerust blij ven. Adolf Hitler heeft Dinsdag in het Sportpa- last te Berlijn een rede gehouden tot opening van het werk der winterhulp voor het seizoen 1939/1940. Van tevoren gaf minister Goebbels een overzicht van het werk der winterhulp in 1938/'39. Dit heeft in totaal 535,3 millioen mark opgeleverd, tegen 417,1 millioen mark in het jaar daarvoor. In den winter 1933/1934 werden van iedere duizend inwoners van het Rijk 143 geholpen door het werk der winterhulp, in den winter 1938/39 is dit aantal gedaald tot 104 per dui zend. In den afgeloopen winter hebben zich 1.185.145 medewerkers beschikbaar gesteld voor de winterhulp, slechts 0,9 procent van hen ontving een vergoeding. Door den oorlog zal het werk der winter hulp in het komende jaar voor een ongeken de taak worden gesteld. Hitler, die vervolgens het woord voerde, zei- de o.a.: ,,Door den oproep, die wij tot de bevolking richten, willen wij haar een kijk geven op den werkelijken noodtoestand, waarin vele volksgenooten verkeeren. Nood is er altijd ge weest. Nog maar enkele dagen geleden heb ik streken gezien, waar het gemiddelde levens peil ver ligt beneden het niveau, dat wij als den grootsten nood beschouwen. Wanneer wij de resultaten van onze sociale opvoeding van de laatste jaren beschouwen, dan kan nie mand ons betwisten dat de ingeslagen weg tot succes geleid heeft. Nu heeft het noodlot ons gedwongen ter bescherming van ons rijk naar de wapenen te grijpen. In enkele weken is de staat, die meende de Duitsche belangen op de meest brutale wijze te kunnen bedreigen, neergeslagen dank zij een militaire verrich ting, die in de geschiedenis eenig is en dank zij den heldenmoed onzer soldaten. Wat de toekomst brengt weten wij niet. Slechts over één ding hebben wij zekerheid: geen macht ter wereld zal dit Duitschland nogmaals kunnen overwinnen, noch militair overwinnen, noch economisch vernietigen, noch naar den geest murw maken. Men zal onder geen omstandigheden meer een Duit sche capitulatie beleven. Ik heb uiting gegeven aan onze bereid heid tot vrede. Duitschland heeft tegen de Westelijke tegenstanders in het geheel geen oorlogsmotief. Zij hebben voor be lachelijke doeleinden oorlog ontketend. Duitschland is echter vastbesloten, in dien zijn bereidwilligheid wordt afgewe zen, den strijd te aanvaarden en, hoe dan ook, door te strijden. Noch de schrik van het oogenblik, noch de aankondiging van den duur van dezen strijd zal ons vermoeid of zelfs maar bang kunnen ma ken. Vóór ons staat een eeuwig leven van ons volk. Wat de rest van de wereld uitkiest, kan zij krijgen. Ik heb eens een zeer moeilijken weg gekozen om Duitschland te doen verrijzen uit de vernietiging, die het verdrag van Versailles oplegde. Sindsdien zijn twintig jaar verloo- pen. Het Rijk is machtiger dan ooit. De weg vóór ons kan niet. moeilijker zijn, dan het pad, dat achter ons ligt. Als wij niet versaagd heb ben op den weg, dien wij reeds afgelegd heb ben, zullen wij te minder versagen op den weg naar de toekomst. De tijd, die voor ons ligt, zal pas goed mede helpen aan de versterking en de verdieping der nationaal-socialistische volksgemeen schap. De „Winterhilfe" in den oorlog is dit maal tegelijkertijd een hulparbeid voor het Roode Kruis. Elkeen denke slechts aan de grootte van het gemeenschappelijke offer en van het offer van degenen die zich voor hun volk hébben gegeven en zich nog moeten ge ven. Vergeleken met die opofferingen zijn alle offers tehuis niets. Zij kunnen echter er toe bijdragen het bewustzijn van de onverbre kelijke gemeenschap in ons volk te verster ken. In deze periode van arbeid voor de „Win terhilfe' moet alles overtroffen worden, wat tot dusverre op dit gebied tot stand gebracht is. Dat zal wellicht ook een antwoord zijn op de domheid in andere streken der wereld, waar men gelooft het Duitsche volk van bin nenuit tot ontbinding te kunnen brengen. Wij zullen anderen respect voor den binnen- landschen staatsvorm van andere volken bij brengen. Wat wij als gemeenschap moeten dulden daarvan kan de wereld overtuigd zijn dat zullen wij dragen. Het is te hopen, dat de anderen het even zoo kunnen verdragen. De beslissing over den oorlog ligt niet meer bij ons, maar bij de rest der wereld. Wij hebben slechts het besluit elke beslissing te aanvaarden en dan uit te voeren tot de laatste consequentie. Hoe krach tiger wij de offers op ons nemen, die de oor log kan vragen, met des te meer zekerheid zullen wij den vrede bevechten, dien ons volk noodig heeft. Want eens, dat is ook mijn over tuiging, moet aan den tijd van onzekerheid een einde komen. Het moet mogelijk zijn, dat ook het Duitsche volk, zonder voortdurend door anderen lastig gevallen te worden, zijn leven kan leiden binnen zijn levensruimte, naar eigen wensch, en het aandeel aan de rijkdommen der wereld zal hebben, waarop het op grond van zijn getal en zijn waarde aanspraak maken kan, aanspraak maakt en aanspraak zal maken". In hoofdpunten niet in tegenspraak met Hitler's Rijksdagverklaring. BERLIJN 11 October. Van bevoegde zijde wordt medegedeeld: „De radiorede van den Fransehen minister president opgenomen op pag. 5 wordt in de Duitsche pers in een uitvoerige lezing gepu bliceerd, welke alle essentieele punten der ver klaringen van Daladier bevat. Van officieele of semi-officieele zijde heeft men nog geen oordeel omtrent de redevoering tot uiting gebracht. Dat de rede op verschillende punten met het Duit sche standpunt niet overeenstemt, blijkt na tuurlijk reeds op het eerste gezicht na kennis neming van Daladier's uitingen. In politieke kringen alhier hoort men daar naast echter op grond van den tot dusver ter beschikking staanden tekst en op grond van den eersten indruk veelvuldig de meening verkondigen, dat de hoofdpunten der uiteen zettingen van den Fransehen minister president, met name de passage waar hij na druk legt op de veiligheid van Frankrijk en de waarborgen van deze veiligheid, in geen enkel opzicht in tegenspraak zijn met de op vattingen, welkte de Führer in zijn groote rede van 6 October tot uitdrukking heeft ge bracht." Het vermoeden is gerechtvaardigd, dat deze zichtbaarheid van den luchtafweer niet op zettelijk is. Men bevindt zich hier in bedreigd gebied. Het besef, dat alles gedaan is om dit gevaar te verkleinen, moet de bevolking wel rustig stemmen, wel een veilig gevoel geven. Ais men beoogd heeft dit doel te beerikjen heeft men het inderdaad bereikt. In alle steden kunnen de menschen de man schappen en officieren van de luehtafweer- batterijen door de straten zien wandelen. Hun grijze uniformen met roode kraagstukjes val len overal op. De gasmaskers hangen deze militairen om de schouders. Overal ziet men militairen, die tot het luchtwapen behooren, vliegers en waarnemers in soortgelijke unifor men. slechts met andere, gele kraagstukjes. Overal kan men het luchtafweergeschut in stelling zien staan, soms min of meer ver dekt,vaak duidelijk zichtbaar vanuit trein of auto. Overal weet men de kabelballons. Overal rijden denganschen dag de donkergrijze ge schilderde auto's van luchtmacht en luchtaf weer door de steden. Overal ziet men de geel en rood geschilderde borden, die wijzen naar de gemeenschappelijke schuilplaatsen! In de plantsoenen, waar kinderen overdag zouden kunnen spelen, waar moeders met hun kroost wellicht zich in de herfstzon zouden koeste- ren.^zijn loopgraven aangelegd. En wie ook in steden buiten het Roergebied eens een kijkje heeft genomen, die zal gemakkelijk nebben kunnen vaststellen, dat de verduiste ring daar heel wat minder sterk is, dan in net Roergebied zelf. Neem bijvoorbeeld Dïisseldorf. Daar branden nieren daar nog kleine blauwe licht uitstra- -ende lantaarns, daar hebben de hotels en restaurants nog kleine reclamelampjes uit hangen, daar glanst in de halls der bioscopen gedempt blauw licht, daar z-ijn de trams wel "Verduisterd", maar bijna achteloos. In Essen daarentegen is nergens een lantaarn te be kennen, heeft geen enkel hotel of restaurant <*n lichtje uithangen, zijn de trams van vindT*6^11^ n^' waar z*ck een frr°scoolP be- Inderdaad voelt de bevolking zich door dit gerust, veilig. Men weet. dat er gedaan mi f ?r *>edaan kan worden en wie er als beschouwer vertoeft kan slechts be- naenng hebben voor de wijze waarop ook Q't opzicht de organisatie volkomen klopt. Jjf®€er men met de menschen spreekt, °,?taan dit gevoel van veiligheid en ge ven tolkens weer opnieuw uiting gege- vertel een paar Duitschers, met wie ik, JT* *>en geraakt, hoe sterk mij de rust, nfmo ege heerscht, verwondert en vraag, vr !een an£st heeft voor luchtaanvallen. Vsri elij.ke vliegers hebben nauwelijks L.s,°fm kier in grooten getale door den 7ü .^to[eergordel heen te breken, verklaren ti j Misschien dat het een enkel vlieg- diirnnÜ°L tokken, maar dat staat dan voort- hpf L °ot aan het luchtafweergeschut: h» hiVn de smalen van de vele zoeklichten JviZ®Wer weer niet onzichtbaar blijven. En hnrot j v^egtuigen zich op zoo groote weer* v ze onbereikbaar zijn voor het af- fiiw r dan hebben wij hier immers ook ize vliegvelden. Wat meent u? Dat wij hier s«n vliegtuigen gereed hebben staan, klaar ««aanvallers te verdrijven? pmïJ?16^ op' dat ik Seen enkel vliegtuig heb L„ sle°hts lichte bedrijvigheid bij de voor 5J1 .zichtbare vliegvelden, c Duitschers halen hun schouders op. tai! •maar gerust dat ze er zijn! zeggen ui comek. Het Roergebied is voor aanvallen Jjelucht een onneembare vesting! Wat 2°u het nu hinderen, als er toch eens Wij ontvingen heden de eerste foto's van de Indische marine in „oorlogsuitrusting". Boven: Op het mijn-bordes van de „Rigel". Let op de typische hoofdbedekking van den Inheemschen matroos. Rechts: Geschut- oefeningen in oorlogs-uitrusting, inclusief gasmasker. De uittocht uit tie Baltische landen. Tal van schepen liggen voor verscheping der Duitschers gereed. Veertien Duitsche schepen, zoo meldt Reuter uit Riga, zijn aangekomen in Riga, Libau en andere Letlandsche havens voor de evacuatie van de Duitsche minderheid, die in totaal ongeveer 69.000 menschen omvat. Er worden spoedig nog meer schepen ver wacht. De geheele evacuatie zal waarschijn lijk in twee of drie weken voltooid zijn. Het Letlandsche telegraafagentschap meldt, dat de regeering een speciale commissie benoemd heeft, belast met de regeling van alle kwesties betreffende de emigratie der Duitschers uit Let land. De commissie wordt gepresideerd door den minister van justitie. Het 11.453 ton metende Duitsche stoomschip „Der Deutsche" heeft gisteren Tallinn de eerste 1000 Duitschers uit Estland aan boord genomen om ze naar Duitschland te repatrieeren. De andere schepen liggen, behalve te Tallinn te wachten te Parnu en Kuressaare op het eiland Osei. Dui zenden Duitschers zijn bijeengekomen in Tallinn, wachtende op hun vertrek. Velen slapen des nachts op stroo in de gesloten Duitsche scho len. De Duitsche banken en zekere andere za ken blijven open, Na Maart zal geen Estlandsch Duitscher dé Duitsche nationaliteit meer mo gen verwerven. De Berlijnsche correspondent van de „Basler Nationalzeitung" schrijft, dat de door Hitier aangekondigde repatrieering van Duitschers zich over verscheidene ja ren zal uitstrekken. Het uiteindelijke doel der maatregelen is alle in het buitenland wonende Duitsche minderheden in het groot- Duitsche rijk te brengen. De gerepatrieerden uit de Baltische landen zullen zich vooral gaan nederzetten in den vroe- geren Corridor en het door Duitschland gean nexeerde Poolsche gebied. Gauleiter Bürckel is met de organisatie belast. Hetzelfde blad verneemt voorts uit Helsinki, dat de in Estland en Letland wonende Duitschers 48 uur tijd hebben gekregen om hun zaken te re gelen en hun bezittingen te verkoopen. De Let landers en Estlanders van Duitsche afkomst hebben twee weken tijd gekregen. Duitschland heeft den leden der Duitsche minderheden la ten weten dat het geen verantwoording aan vaardt voor hen die den oproep niet beant woorden. De Bei'lijnsche correspondent van genoemd blad schat de waarde van de Duitsche bezittin gen in de Baltische landen op 1V» milliard rijks mark. „De grootste migratie van alle tijden." In aansluiting op het bovenstaande laten wij een United Pressbericht uit Berlijn vol- Starliemberg verliest het Duitsche staatsburgerschap. Drie terechtstellingen in Duitschland. Wegens hoogverraad en spionnage. BERLIJN, li October. —-.Drie personen zijn geëxecuteerd- op beschuldiging van hoog verraad en spionnage ten gunste -van een vreemde mogendheid. De vroegere ambtenaren van den Poolschen spoorweg in Dantzig Franz Rutkiewicz en Johann Rüchalski waren beschuldigd: jan; spionnage. De.vderde, een vroeger beambte van Duitschland, Victor Samerski, werd beschuldigd staatsgeheimen verkocht te hebben. (United Press). Zijn bezittingen verbeurd verklaard. Reuter meldt uit Londen 10 October: De mededeelingen van de Duitsche radio, dat agenten van den Britschen geheimen dienst in Duitschland geruchten verspreid den dat de Britsche regeering zou zijn afge treden en dat een wapenstilstand zou worden afgekondigd, worden in Londen belachelijk genoemd. Men merkt op, dat een dergelijke veronderstelling slechts het voorwendsel kan zijn van 'n verbeelding welke even vruchtbaar is als die van Edgar Wallace of van den kapitein van Köpenick. Rusland trekt troepen aan de Russiscli-Letlandsche grens terug. ZOON VAN GEWEZEN ESTLANDSCHEN PREMIER VERMOORD. TALLINN, 10 October. Hmar Toenis- son, oud 30 jaar, zoon van Jaan Toenis- son, den vroegeren Estlandschen premier, ls met zes revolverkogels gedood (Reuter). Na den „Anschluss" had hij het Duitsche staatsburgerschap automatisch verworven, daar hij op dat oogenblik Oostenrijksch staatsburger was. Starhemberg bezat o.a, dertien groote landgoederen. Hem was tot dusverre toegestaan daar 'n maondelijksch in komen van duizend mark uit te trekken. (United Pr«a& In zoowel officieele als niet-officieele krin gen in Boekarest-, Belgrado en.- Boedapest ver klaart men dat daarover niets bekend is, alhoe wel Hitler's - rijksdagrede groote" bezorgdheid onder de Duitsche minderheden: heeft verwekt. Londen spreekt geruchten tegen. WEENEN, 11 October. Volgens een be richt in het officieele staatsblad heeft Star hemberg j.l. Maandag het Duitsche staats burgerschap verloren, terwijl al zijn bezit tingen verbeurd verklaard, werden. Van de Sovjet-Russische—Letlandsche grens wordt aan Reuter gemeld, dat de Russische troepen, hierbij ingesloten, artillerie, vliegtuigen en tanks, gelei delijk van de grens worden teruggetrok- ken. Voorts wordt gemeld, dat de Letlandsche regeering het verdrag van wederzijdschen bij - stanr met de Sovjet-Unie geratificeerd heeft. Starhemberg. gen, meldende dat-er volgens goedingelïchte bronnen uit Duitsche kringen geheime on derhandelingen gaande zijn over wat ge noemd wordt „de grootste migratie van alle tijden". Het gaat hier om de overbrenging van de Duitsche minderheden uit Roemenië, omvattend 750.000 personen, uit Joego Sla- vië, 600.000 personen, uit-Hongarije, 480.090 personen, welke naar de gebieden in het oosten van Duitschland zouden overge bracht worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 3