Enthousiaste ontvangst
r 1
Chamberlain over den luchtaanval
op de Firth of Forth.
Staatshoofden
in Stockholm
Minstens 25 peocent
Engelsch Witboek
Huldebetooging voor
het Koninklijk slot.
RADIO,
rpERDAG 19 OCTOBER 1939
iMsdie Premler tevr.eden
;,.r de samenwerking
het Westelijk Front.
dev aanvattende vliegtuigen vernield.
„n Wekelijksche verklaring in het Lager-
heeft minister-president Chamberlain gis-
*ezegd dat, behalve de commentaren in
^nuitsche pers. geen aanduiding uit Berlijn
f, ijvangeh inzake de inzichten van de
li 5ip regeering ten aanzien van de stel-
n welke spreker heeft pogen duidelijk te
m Hij kon derhalve niets toevoegen aan
verklaring van de vorige week. De Duit-
•f L0paganda-organen hebben al hun ver
ft in het werk gesteld om de buitenland-
'fi commentaren zoo te draaien dat zij iets
dpr ongunstig zijn voor hun eigen stand-
t Het is twijfelachtig of dit eenig succes
f^t buiten Duitschland want het is moeilijk
'bergen, dat over het algemeen het com-
Staar in 'de neutrale landen heeft getoond,
L houding van de geallieerde regeerin-
cJ; YOnedig waardeert.
Kei schijnt duidelijk dat de moeilijkheden,
een oorlog onvermijdelijk meebrengt
r alle niet oorlogvoerenden, de fundamen-
ip dingen, welke op het spel staan niet heeft
'waarvan de vaststelling het mo-
verduisterd.
reele en
materieele welzijn van de neutrale
•'.uien niet minder dan van de oorlogvoeren-
ten. goede of ten kwade moet beïnvloe
den.
san het Westelijk front heeft het Brit-
irhe expeditieleger thans de hem toegewe-
«n sector van de Fransche linies bezet en
alle divisies hebben hun stellingen betrok
ken De verstandhouding tusschen de
rnnsche en Britsche bevelvoering is uit
muntend Een bewijs hiervan is dat het
Britsche expeditieleger, onder commando
at van den Franschen opperbevelheb
ber waardoor reeds op een zoo vroeg sta
in van den oorlog eenheid van bevelvoe
ring tot stand is gekomen.
Een ander bewijs is dat een overeen
komst tot stand is gekomen, waarbij Fran-
jche troepen dienen onder den Britschen
bevelhebber in Frankrijk.
Op zee is de actie niet verslapt, noch in den
isnvfil noch in de verdediging.
hulde te hebben gebracht aan de vloot
voor hetgeen zij heeft gedaan, zeide de mi
nister-president. dat in het vervullen van haar
taak de vloot deze week zware verliezen aan
officieren en manschappen heeft geleden. Het
Huis zal eveneens verlangen hulde te bren-
aan de nagedachtenis van allen, die hun
iVen geven voor de verdediging van hun
land zoowel ter zee, te land als in de lucht.
Sedert het begin van den oorlog hebben de
(luikbooten van den vijand een zware tol moe
ten betalen. Het mislukken van dezen vorm van
aanval tegen onzen handel moge blijken uit
hetgeen ik het Huis mededeel over de ge
schatte verliezen wan de Britsche schepen,
ike in de week, welke 17 October is geëin-
,d, de Britsche haven zijn binnengekomen of
Jehebben verlaten. Deze verliezen bedra
gen ongeveer een half procent.
De vijandelijke luchtmacht is begonnen met
aanvallen op onze vlootbases. De teleurstelling
over het mislukken om ernstige schade aan te
richten blijkt uit de fantastische mededee-
liagen welke zij zich gedwongen hebben ge
roeid uit te vinden.
Het is niet waar en ik moet dit nog
maals herhalen, hoewel het nieuws duf
wordt door het herhalen, dat noch de
„Hood", noch de „Repulse" of eenig ander
slagschip in het minst is beschadigd. Het-
*"e is het geval met de „Ark Royal".
De regeering heeft niet geaarzeld eenig ge
leden verlies in vollen omvang bekend te
maken, De denkbeeldige verliezen, welke door
Duitschers in de radio bekend worden
gemaakt, mogen dienen om voor eenigen tijd
den moed er in te houden, doch ten laatste zal
onjuistheid blijken en de teleurstelling zal
.es te meer ter neer drukken. Wij van onzen
kant zijn niet voornemens successen te pu-
bliceeren, waarvan wij niet overtuigd zijn.
Wij weten, dat in de gevechten in de
lucht, welke in de afgeloopen twee dagen
voor het eerst boven onze kust zijn gele
verd, acht vijandelijke toestellen zijn
vernield, zonder dat wij zelf een enkel
vliegtuig hebben verloren. Wij gelooven,
dat verscheidene Duitsche bommenwerpers
er niet in geslaagd zijn hun basis te
bereiken. Het totaal aantal vliegtuigen,
dat aan den aanval deelnam, bedroeg niet
meer dan dertig. De verliezen, welke wij
hebben toegebracht, bedragen dus minstens
25 pet. van het totaal en kunnen nog hoo
ker zijn.
Na hulde te hebben gebracht aan de lucht
macht, zeide de minister-president dat de hulp-
luchtdienst zijn eerste succes heeft behaald
door drie van de vier toestellen omlaag te
schieten bij een aanval op Rosyth. Wij kun
nen inderdaad moed scheppen uit de weten-
schap dat onze verdediging zoo succesvol is
fo'oleken is in deze eerste proef van hun kun-
sep- on dat onze gevechtsvliegtuigen zulk een
uitstekende kwaliteit toonen te bezitten, zoo
wij hadden gehoopt. In deze eerste dagen
moeten wij niet dwaas gaan pochen. De aan
vallen zijn weinig geweest en op kleinen
Khaal uitgevoerd. Het zou onverstandig zijn
te verzekeren dat wij steeds zooveel succes zullen
hebben als deze eerste dagen.
Er kunnen in een oorlog vele verrassingen
komen en deze kunnen niet alle prettig zijn.
hebben evénwel de voldoening te weten,
wij een goed begin hebben gemaakt.
Critïek van Attlee.
de rede van Chamberlain zeide de leider
van de Labourparty. Attlee,, dat zijn partij
wn aansluit bij de hulde, welke de minister
president heeft gebracht aan hen, die geval-
ien Zïjn in de jongste operaties en haar be-
'dering uitspreekt voor de vloot en de
luchtmacht.
Attlee zeide verder te hopen, dat binnen-
l®} verslag zal worden uitgebracht oveT
jet verlies van de Royal Oak" en hij
verklaarde tevens van meening te zijn dat
ttii-f? moet worden gegeven hoe het mo-
wn u was' dat de vijandelijke vliegtui
gen boven de Firth of Forth eerst werden
gevallen, toen ze reeds boven dat
swied waren.
Hij leverde critiek op de regeering dat zij
niet ernstig genoeg de organisatie van het
binnenlandsche front heeft georganiseerd tot
handhaving van het moreel van de bevolking.
Ook is de Labourparty niet tevreden over de
economische organisatie en de hulpbronnen
voor den oorlog. Hij stelde voor, dat een mi
nister zal worden benoemd, die verantwoor
delijk is voor de economische organisatie, de
pensioenen en alles, wat het moreel van de
bevolking moet ondersteunen.
Verscheidene leden van het Huis hebben
den minister-president vragen gesteld over de
verdeeling van Polen.
Butler, de onderstaatssecretaris voor bui-
tenlandsche zaken, gaf hierop antwoord. Hij
zeide, dat het aantal Poolsche bewoners van
het door Rusland bezette- gebied, overeen
komstig de volksstemming van 1931, vier en
drie kwart millioen en van het door Duitschland
bezette gebied zeventien en een kwart millioen
telt.
Hij voegde hieraan toe, dat, voor zoover hem
bekend is, geen enkele regeering de verdeeling
van Polen de jure of de facto heeft erkend.
over Indië sluit op verzet.
Oude politiek van verdeelen
en heerschen blijft bestaan
constateert Gandhi.
Indië strijdt niet mee
tegen Hitier.
Een verklaring over de politiek der Brit
sche regeering ten aanzien van de consti
tutioneels toekomst van Britsch-Indië in
verhand met den oorlog is gepubliceerd in
den vorm van een witboek, dat de meening
van den onderkoning, Lord Linlithgow, over
zijn laatste besprekingen met de Indische
politieke leiders bevat.
In dit witboek wordt o.a. gezegd, dat de re
geering na den oorlog volkomen bereid zal zijn
overleg te plegen met de vertegenwoordigers
van verscheidene gemeenschappen, partijen en
instellingen in Indië, alsmede met de Indische
vorsten, met het doel hun hulp en medewerking
te verkrijgen voor het ontwerpen van wijzigin
gen in het federale schema ,die wenschelijk
zouden blijken. De onderkoning maakt verder
melding van de instelling van eenuit vertegen
woordigers van alle groote Indische partijen
en de Indische vorsten, bestaande consultatief
orgaan, dat beoogt banden te leggen tusschen
de openbare meening en de oorlogvoering. De
onderkoning zal de beraadslagingen van dit or
gaan presideeren.
Een verklaring, welke is gepubliceerd door drie
leden van de subcommissie voor oorlog van de
Indische congrespartij, Nehroe, Abulkalam en
Azad, levert commentaar op de verklaring van
'den onderkoning.
De drie leden van de Congrespartij zeggen
dat de verklaring van den onderkoning in het
geheel geen rekening houdt met de werkelijk
heid.
„Indien dit het definitieve antwoord is van
de Britsche regeering, dan bestaat geen ge
meenschap tusschen beide volken en gaan onze
paden volkomen uiteen. Uit de verklaring van
den onderkoning blijkt duidelijk, dat het doel
van den oorlog is het bewaren en handhaven
van de Britsche imperiale financieele structuur
in Indië en elders".
Ghandi heeft gezegd, dat de verklaring
van den onderkoning diep teleurstellend is.
Hij voegde hieraan toe: „Het zou beter ge
weest zijn, wanneer de Britsche regeering
geweigerd had een verklaring af te leggen.
De uiteenzetting van den onderkoning be
wijst alleen, dat de oude politiek van ver
deelen en heerschen zal blijven bestaan,
Voor zoover ik zie, zal het Congres hieraan
niet deelnemen.
Noch kan Indië, dat de opvattingen van
het Congres huldigt, deelgenoot zijn van
Engeland, in zijn strijd tegen Hitier.
De verklaring van den onderkoning toont
duidelijk, dat voor Indië geen democratie
kan bestaan, zoolang Engeland het kan
verhinderen.
Dominion-status het einddoel, zegt
Lord Zetland.
In het EngeLsche Hoogerhuis heeft Lord Zet
land gisteren een verklaring over den toestand
in Britsch-Indië afgelegd. Br zijn, zoo aeide hij,
twee hoofdfactoren: In de eerste plaats de
wenscch van alle gemeenschappen dat de bedrei
ging, die een schaduw werpt over Euiropa en
een groot deel der wereld, verwijderd wordt. In
de tweede plaats over de wensch zich te uiten die
op politiek terrein vorm heeft gekregen in zelfbe
stuur op democratischen grondslag.
Zet land herinnerde er aan dat naar het
standpunt der Brit-sche regeering het
eindpunt van de Indische ontwikke
ling de doniinionstatus zal zijn. Hij zeide:
„Van dat doel zijn wij nooit afgeweken en
willen wij niet afwijken".
Voor het uitbreken van den oorlog heeft de
congres partij, de grootste politieke partij in In
dië, geprotesteerd tegen het zenden van troe
pen uit Indië naar Aden en Singapore. Een be
dreiging voor de veiligheid van Indië, zoowel uit
het Oosten als uit het Westen kon op dat
oogenblik niet uitgesloten worden geacht en het
was van belang, dat de Oostelijke en de Weste
lijke toegang behoorlijk verdedigd waren.
Zetland zeide dat het consultatieve orgaan,
waarover in de verklaring van den onderkoning
in gesproken, door den onderkoning zal worden
gekozen uit aanbevelingen van verschillende po
litieke partijen en belangen.
Lord Snell zeide, dat alles afhankelijk zou
zijn van de wijze, waarop het orgaan zou wor
den benoemd. De verklaring van Zetland be-
teekent eenigen vooruitgang, doch er blijft
ruimte voor verdere vorderingen.
Het is de tragedie van ons bestuur in Indië
geweest, aldus zeide Lord Sankey, dat wij altijd
vijf minuten te laat zijn geweest. Toen wij de
wet op de regeering van Indië in 1935 aanna
men, geloofde ik, dat do kwestie weer voor twin
tig jaar geregeld zou zijn. In de eerstvolgende
twaalf of achttien maanden zal een volgende
stap gedaan- moeten worden, omdat wij, zoo
dra de oorlog geëindigd zal zijn, gereed moeten
zijn om onze beloften gestand te doen. Ik hoop,
dat aan het einde van den oorlog Indië den
volledigen dominionstatus zal krijgen.
Amerikaansch schip redt opvarenden
van twee Britsche schepen.
De „Yorkshire" gezonken.
De Zeevaartcommissie van de Vereenigde Sta
ten heeft gelijk in een deel van onze vorige
oplaag reeds werd gemeld medegedeeld, dat het
Amerikaaansch schip „Independence Hall" drie
honderd overlevenden van de Britsche schepen
„City of Mandalay" en „Yorkshire" aan boord
heeft genomen. Zij zullen vandaag aan land wor
den gezet.
De „City of Mandalay", die 7029 ton meet, is
eigendom van de Ellerman Line en de „Yorkshire"
(10183 ton) van de Bibby Line.
De Bibby Line heeft later de officieele mededee-
ling gekregen, dat de „Yorkshire" gezonken is.
bijzonderheden zijn echter niet bekend.
Duikbootcommandant houdt vol de
„Repulse" getroffen te hebben.
Kapitein-luitenant Prier over den eersten
aanval op Scapa Flow.
De commandant van den Duitschen onderzeeër,
welke in de bocht van Scapa Flow de Royal Oak"
tot zinken heeft gebracht, kapitein-luitenant Prien,
heeft den vertegenwoordigers van de buitenland-
sche pers zijn verhaal gedaan. Hij werd voorge
steld door rijksperschef dr. Dietrich. Hij zeide o.a..
„Ik heb in Scapa Flow een grooter vloot dan ooit
te voren voor mij gezien. De nacht was helder door
een sterk noorderlicht. De „Repulse" was duidelijk
te herkennen, aangezien het, behalve de „Renown",
welke deel uitmaakt van een ander smaldeel van
de Britsche vloot, het eenige schip van deze soort
is, dat twee schoorsteenen heeft. Aangezien de
.Royal Oak" voor de „Repulse" lag, was van dit
laatste schip slechts de voorsteven te zien. De
ankerlantaarn, de beide voorste geschuttorens en
de voorste gevechtsmast waren duidelijk als sil
houet te zien. De eerste torpedo trof de „Repulse"
ongeveer twee meter voor den eersten toren. De
treffer veroorzaakte een hooge waterzuil. De twee
de 'treffer trof de „Royal Oak". Hetgeen volgde
was moeilijk te beschrijven. Het was een reus
achtige werveling van vuur en rook, waarin alle
kleuren speelden. Toen dit verdwenen was, was
ook de „Royal Oak" verdwenen. Hierna zagen wij
het bewijs, dat ook de „Repulse" getroffen was.
Het voorschip, waar de torpedo doel getroffen had,
lag diep in het water".
Nu begon men onmiddellijk jacht te maken op
aen onderzeeër, doch deze slaagde erin onbemerkt
weg te komen.
De ondergang van de „Royal Oak"
810 opvarenden vonden den dood.
De admiraliteit -maakt bekend, dat volgens
de laatste inlichtingen zich aan boord van
de „Royal Oak" 81 officieren en 1158 min
deren hebben bevonden.
Het aantal overlevenden bedraagt 57 of
ficieren en 367 minderen. Omgekomen zijn
24 officieren en 786 minderen.
Bij de torpedeerinig van de Royal Oak"
is volgens Havas, vice-admiraal Blagrove
omgekomen. Hij was 52 jaar oud.
Geen Italiaansch plan naar
Londen overgebracht?
Het onderhoud HalifaxBastianinï.
Een communiqué van het Italdaansche agent
schap Stefani meldt: Het onderhoud dat Bastia-
nini, de nieuwe Italiaansche ambassadeur te
Londen, Dinsdag gehad heeft met Lord Halifax,
beteeken t een eerste normaal contact tusschen
den ambassadeur en den Britschen minister van
buitenlandsche zaken. Het blijkt, dat Bastianini
geen plan of memorandum van den Duce naar
Londen heeft meegenomen, betrekking hebbende
op de huidige gebeurtenissen.
DE „PRESIDENT HARDING"
DOOR HEVIGEN STORM
OVERVALLEN.
Passagiers en leden der bemanning
gewond.
Dr. VAN ZEELAND ONDER DE GEWONDEN.
United Press verneemt uit New-York dat het
stoomschip „President Harding" per radio om me
dische hulp heeft gevraagd, maar tevens mede
deelde dat het schip niet in onmiddellijk gevaar
verkeerde. Het schip seinde naar New-York: „Door
een hevigen storm hebben wij verscheidene on
gevallen".
De „President Harding" bevond zich op dat
oogenblik ongeveer driehonderd mijl van Halifax
en duizend mijl van New-York, de orkaan, waar
van de „President Harding" te lijden heeft ge
had, vond zijn oorsprong in de Caraibische Zee,
passeerde Bermuda Maandag met een snelheid van
131 mijl per uur en heeft verscheidene schepen,
welke zich naar de kust van New England bega
ven in moeilijkheden gebracht. Later ontving de
kustwacht van een onbekend sdhip bericht dat
medische hulp aan de „President Harding" ver
leend werd. en dat het schip geen verdere hulp
meer noodig had.
De „United States Lines" deelen mede, dat de
vroegere Belgische minister-president van Zee
land tot de gewonde passagiers van de „President
Harding" behoort. Hij kreeg schaafwonden in het
gezicht en verscheiden kneuzingen. Men gelooft
niet, dat zijn toestand ernstig is.
Volgens een nader Reu ter-bericht heeft het
sdhip geseind, dat 45 passagiers en 28 leden van
de bemanning tijdens het zware weer gewond zijn.
Men gelooft, dat een kellner overboord geslagen
is. Een kotter van de Amerikaansche kustwacht
heeft het schip bereikt en medicamenten aan
boord gebracht. Deze kotter, de „Hamilton", ging
daarna het Britsche s.s. „Blairberg", dat geseind
had het roer te hebben verloren, hulp brengen.
van de
Politieke „sensatie" niet verwacht
(Van onzen specialen verslaggever).
STOCKHOLM 19 October.
(Per telefoon).
Feestelijk is de Zweedsche hoofdstad versierd en
zij, die er gisteren in de straten wandelden, kregen
den indruk, dat er in Stockholm een volksfeest
plaats zou vinden. Vlaggen van Denemarken, van
Noorwegen, van Finland en van IJsland de laat
ste vielen door de bijzondere kleurigheid direct op
hingen overal, mengden zich met het Zweed
sche dundoek. De trams en de auto's waren even
eens vroolijk gepavoiseerd: alles ter eere van de
zoo uiterst gewichtige conferentie tusschen de
staatshoofden van Noorwegen, Zweden, Dene
marken en Finland, waarbij de Deensche koning
en de Deensche minister van buitenlandsche zaken
IJsland vertegenwoordigden.
Opvallend is dat onder de wandelaars zich velen
in militair uniform bewegen. De gebeurtenissen
van dezen eersten conferentiedag werden ingezet
met de aankomst van den Finschen Staatspresi
dent, Kallio en diens minister van buitenlandsche
zaken, Erkko, die op het nieuwe groote vliegveld
„Bromma" door den Zweedschen koning en den
kroonprins, benevens door den Zweedschen mi
nister van buitenlandsche zaken, Sandler en diens
collega van binnenlandsche zaken begroet werden.
Ook een vertegenwoordiger van het Finsche ge
zantschap te Stockholm, waar eens Paasiviki, de
man, die thans tot taak heeft de onderhandelingen
met de Sovjet-Unie te leiden, den scepter heeft
gezwaaid, was aanwezig.
Een uur na aankomst van Kallio arriveerden de
koningen van Denemarken en Noorwegen, respec
tievelijk koning Christiaan X en koning Haakon,
die eveneens vergezeld waren van hun ministers
van buitenlandsche zaken. Geschiedde de begroe
ting van het Finsche staatshoofd in kleinen kring,
anders was het bij de aankomst van de beide mo
narchen. Duizenden, misschien wel honderddui
zenden bereidden den Noorschen en Deenschen
staatshoofden een enthousiaste ontvangst, waarin
de ondanks zijn 80-jarigen leeftijd nog zoo vitaal
uitziende koning van Zweden deelde.
Al heerschte er in de straten van Stockholm eer:
feestelijke stemming, toch stonden de gezichten
van de zich op straat bevindende menscheii zeer
ernstig. En diezelfde ernst spiegelde zich af op de
gelaten van de koninklijke gasten en hun gastheer,
die zich straks voor de bespreking van uiterst
moeilijke en misschien voor de geheele wereld
uiterst belangrijke problemen geplaatst zouden
zien.
Om één uur in den middag vereenigde de
Zweedsche koning de drie staatshoofden aan een
familie-lunch, terwijl de ministers van buitenland
sche zaken de gasten waren van minister Sandler,
hun Zweedschen collega.
Reeds om half twaalf had in het ministerie van
buitenlandsche zaken de eerste bespreking plaats.
Deze duurde tot aan het lunchuur, werd om drie
uur hervat, waarop tot vijf uur in den middag
verder geconfereerd werd. „Een officieel commu
niqué", aldus deelde men mij gisteren reeds mede
„viel niet te verwachten. Dit zou niet eerder uit
gegeven worden dan na afloop van de conferentie"
Het valt daarbij op, dat zij, die de besprekingen
voeren een hardnekkig stilzwijgen in acht nemen.
Toch kon men mij in wel ingelichte kringen
zeggen, dat er over het algemeen gesproken
geen politieke sensaties te verwachten zijn.
Er wordt ook niet op gerekend, dat de staats
hoofden het initiatief zullen nemen tot eeniger-
lei bemiddeling in den wereldbrand, welke
thans in Europa begonnen is.
Men herinnerde mij daarbij aan een Zweedsch
spreekwoord, dat overeenkomt met het Holland-
sche gezegde van de aangeboden diensten, die zel
den gewaardeerd worden. En noch bij de drie
Majesteiten, noch bij den President van de Fin
sche Republiek zal de bedoeling voorzitten, dat
dit gezegde op hen van toepassing zal zijn. Men
verzekerde mij wel, dat de conferentie bedoeld is
als een manifestatie van de solidariteit der vijf
Noordsche landen, speciaal ten aanzien van Rusland.
Len der voornaamste punten daarbij is dan na
tuurlijk het vraagstuk der neutraliteit der Oslo-
staten en de handelsbetrekkingen met de oorlog
voerende staten.
Amerikaansche territoriale wateren
voor onderzeeërs van oorlog
voerenden gesloten.
Tenzij „force majeure" in het spel is.
WASHINGTON, 19 October. Roose
velt heeft een proclamatie uitgevaardigd,
volgens welke het aan onderzeeërs van
oorlogvoerenden verboden is, anders dan
door „force majeur", de Amerikaansche
territoriale wateren of de havens binnen te
komen.
In geval van „farce majeure", met name In
dien er een ongeluk heeft plaats gevonden,
moeten de duikbooten aan de oppervlakte ver
der varen, met den toren en bovenbouw boven
water en de vlag voeren, van het land, hetwelk
zij vertegenwoordigen. Verder moeten zij onder
gelijke navigatie-voorwaarden vertrekken. De
proclamatie heeft geen betrekking op bewapen
de vrachtschepen.
Als belligereiiten worden in de proclamatie
genoemd: Frankrijk. Duitschland, het Vereenigd
Koninkrijk, Britsch-Indië, Australië, Canada,
Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Polen.
Het besluit van Roosevelt is genomen volgens
hoofdstuk 8 van de bestaande neutraliteits-
wet, die het voor onderzeeërs van oorlogvoeren
den, zoowel commercieele als militaire onder-
zeeórs wettig verklaart, Amerikaansche wateren
binnen te varen, tenzij zij daartoe gedwongen
zijn door „force majeure".
Roosevelt verklaarde, dat hij dit hoofdstuk
van toepassing had verklaard, omdat hij van
meening was, dat het „er toe zou dienen den
vrede te handhaven tusschen de Vereenigde
Staten en de buitenlandsche mogendhedn
de belangen te beschermen van de Vereenigde
Staten en hun burgers en de veiligheid der Ver
eenigde Staten te bevorderen",
STOCKHOLM: Woensdagavond. In de avond
uren is Stockholm uiterlijk geheel veranderd.
Een onafgebroken, schier onafzienbare stroom
menschen golft in de richting van het konink
lijk slot. Nu gaat een hartewensch van de
Zweedsche bevolking in vervulling. Zij mag
dan eindelijk de vier staatshoofden haar wel
gemeende hulde gaan betuigen. Het is geens
zins overdreven, wanneer wij aannemen, dat
daartoe vele honderdduizenden zich hebben
opgemaakt.
Het auto- en tramverkeer is gestremd, omdat er
in de overvolle straten geen doorkomen aan is.
Allen worden bezield door één gedachte: naar het
koninklijk paleis. Dit trekt direct de aandacht
doordat vele schijnwerpers het hel verlichten.
Hier manifesteert zich de eensgezinde wil van
allen om solidair te zijn met hen op wier schou
ders een groote verantwoordelijkheid rust. Ik ben
getuige van deze manifestatie. Ik ben ook getuige
van de ontroering die door een ieder gaat, wan
neer duizenden „Een vaste burcht is onze God'*
aanheffen. Dit is een van de grootsche oogenblik-
ken van dezen historischen dag.
Ondanks het feit, dat Zweden's minister van
buitenlandsche zaken Sandler 't gisteren zeer druk
heeft gehad ben ik er in geslaagd een zeer kort
onderhoud met hem te hebben. De minister wilde
zich natuurlijk niet uitlaten over de besprekingen,
daar hij op het officieele communiqué niet vooruit
kon loopen. Maar wel verzocht hij mij om er op te
wijzen, dat men in de Oslostaten, en met name in
Zweden, met buitengewoon veel sympathie een
samenwerking met Nederland zou begroeten.
(Nadruk verboden).
PROGRAMMA
VRIJDAG 20 OCTOBER
HILVERSUM I, 1875 en 414,4 M.
de NCRV.
8.— Eventueel berichten ANP, Schriftlezing,
meditatie. 8.15 Gramofoonmuziek (9.309.45
Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst 11.— Gra
mofoonmuziek 11.15 Viool en piano en gramo
foonmuziek 12.Berichten 12.15 Gramofoon
muziek (Om 12.45 Eventueel berichten ANP)
1.Quintolia en gramofoonmuziek. 2.30 Christ,
lectuur 3.00—3.55 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek 4.Gramofoonmuziek 4.39
Amsterdamsch Salonorkest 5.Declamatie en
gramofoonmuziek 5.30 Amsterdamsch Salonor
kest en gramofoonmuziek 6.30 Causerie „De aan
leg van den liefhebbers-fruittuin" 7.Berich
ten. 7.15 Boekbespreking 7.45 Gramofoonmuzietó
8.— Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten
8.15 Gramofoonmuziek 8.30 Orgelconcert 9.15 Re
portage 10,— Berichten ANP. 10.05 Causerie
'„Ons gezin in de crisis: Spreken of zwijgen?"
10.35 Cello en piano en gramofoonmuziek 11.15
Gramofoonmuziek 11.5012.00 Schriftlezing.
HILVERSUM n. 301,5 M.
8.— VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO
9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00
1 ARA.
8.Eventueel berichten ANP. Hierna gr.muz.
10.Morgenwijding 10.20 Declamatie 10.40
Zang, piano en gramofoonmuziek 11.10 Gramo
foonmuziek 11.15 VARA-orkest 12.De Palla-
dians 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek
1.AVRO-Amusementsorkest 1.45 Gramofoon
muziek. 2.Voor de vrouw 2.10 Fluit en piano,
2.40 Declamatie 3.05 Gramofoonmuziek 3.30
4.— AVRO-Dansorkest 4.05 Gramofoonmuziek!
met toelichting 4.35 Pianovoordracht 5.Voor
de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek 7.VARA-
Kalender 7.05 Cyclus „Het beginselprogramma
der S. D. A. P." 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berich
ten. 7.35 Cyclus „De boeken van den Bijbel" (VI)
8.Zang en piano (met toelichting) 8.30 Cyclus
„Het ontwaken van het platteland" (1). 9.—»
Vraag en Antwoord. 9.15 VARA-Maandrevue.
9.45 Orgelspel 10.Puzzle-uitzending. 10.15 Gra
mofoonmuziek. 10.40 Avondwijding. 11.Be
richten ANP. 11.10 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.40
12.Orgelspel.
ENGELAND, 391 en 449 M.
10.0510.20 Concert. 11.Lichte muziek 11,20
Berichten 11.35 Orgelspel 12.05 Causerie 12.20
Gramofoonmuziek 12.501.20 Orkestconcert
2.202.55 Variété. 3.15 Gramofoonmuziek 3.20
Berichten 3.35 Concert 4.05 Dansmuziek 4.35
Kinderhalfuur 5.05 Mededeelingen 5.20 Berich
ten, mededeelingen 5.50 Causerie 6.05 Concert
6.20 Orgelspel 6.50 Mededeelingen. 7.95 Concert
7.20 Variété 8.20 Berichten 8.35 Radiotooneel
9.05 Variété 9.50 Mededeelingen 10.05 Orkest
concert 10.50 Dansmuziek (gr.pl.) 11.2011.35
Berichten.
RADIO PARIS, 1648 M.
Geen opgave ontvgngen.
KEULEN, 456 M.
5.50 Gramofoonmuziek 7.20 Leo Eysoldt'3
kleinorkest 9.30 Gramofoonmuziek 10.Zang en
piano 11.20 Omroeporkest 1.35 Populair con
cert 2.30 Zang 2.40 Vroolijk militair programma:
3.20 Vioolvoordracht 3.50 Folkloristisch program
ma. 4.30 en 5.Gramofoonmuziek 5.20 Omroep-
kleinorkest 7.4012.20 Zie Deutschlandsender*
BRUSSEL, 322 M.
11.20 Gramofoonmuziek 4.20 Zang 4.50 Gra
mofoonmuziek 5.50 Pianoduo I-Iamy-Martin en
graimofoonmuziek 6.45 Gramofoonmuziek 7.29
Ontspanningsprogramma voor soldaten. 8.05 Ra
diotooneel 8.40 Omroeporkest 9.3010.20 Gra
mofoonmuziek.
9RUSSEL 484 M.
11.20 Reportage 11.35 Gramofoonmuziek 11.50
m 12.30 Radio-orkest 12.501.20: 4.20 en 4.55
Gramofoonmuziek 5.35 Het Wigy-Trio 6.05 Gra
mofoonmuziek 7.20 Uitzending voor soldaten
7.50 Radio-orkest en soliste 8.20 Cabaretpro
gramma 9.3010.20 Omroepdansorkest.
9EUTSCHLANDSENDER, 1571 M
7.40 Radiotooneel 8.50 Barnabas von. Géczy en
djn orkest 9.20 Berichten 9.40 Gramofoonmuziek
(Om 10.— Berichten) 10.20 Omroeporkest 11.2QI
Berichten. Hierna tot 12.20 Nachtconcert.