Enthousiaste ontvangst r 1 Chamberlain over den luchtaanval op de Firth of Forth. Staatshoofden in Stockholm Minstens 25 peocent Engelsch Witboek Huldebetooging voor het Koninklijk slot. RADIO, rpERDAG 19 OCTOBER 1939 iMsdie Premler tevr.eden ;,.r de samenwerking het Westelijk Front. dev aanvattende vliegtuigen vernield. „n Wekelijksche verklaring in het Lager- heeft minister-president Chamberlain gis- *ezegd dat, behalve de commentaren in ^nuitsche pers. geen aanduiding uit Berlijn f, ijvangeh inzake de inzichten van de li 5ip regeering ten aanzien van de stel- n welke spreker heeft pogen duidelijk te m Hij kon derhalve niets toevoegen aan verklaring van de vorige week. De Duit- •f L0paganda-organen hebben al hun ver ft in het werk gesteld om de buitenland- 'fi commentaren zoo te draaien dat zij iets dpr ongunstig zijn voor hun eigen stand- t Het is twijfelachtig of dit eenig succes f^t buiten Duitschland want het is moeilijk 'bergen, dat over het algemeen het com- Staar in 'de neutrale landen heeft getoond, L houding van de geallieerde regeerin- cJ; YOnedig waardeert. Kei schijnt duidelijk dat de moeilijkheden, een oorlog onvermijdelijk meebrengt r alle niet oorlogvoerenden, de fundamen- ip dingen, welke op het spel staan niet heeft 'waarvan de vaststelling het mo- verduisterd. reele en materieele welzijn van de neutrale •'.uien niet minder dan van de oorlogvoeren- ten. goede of ten kwade moet beïnvloe den. san het Westelijk front heeft het Brit- irhe expeditieleger thans de hem toegewe- «n sector van de Fransche linies bezet en alle divisies hebben hun stellingen betrok ken De verstandhouding tusschen de rnnsche en Britsche bevelvoering is uit muntend Een bewijs hiervan is dat het Britsche expeditieleger, onder commando at van den Franschen opperbevelheb ber waardoor reeds op een zoo vroeg sta in van den oorlog eenheid van bevelvoe ring tot stand is gekomen. Een ander bewijs is dat een overeen komst tot stand is gekomen, waarbij Fran- jche troepen dienen onder den Britschen bevelhebber in Frankrijk. Op zee is de actie niet verslapt, noch in den isnvfil noch in de verdediging. hulde te hebben gebracht aan de vloot voor hetgeen zij heeft gedaan, zeide de mi nister-president. dat in het vervullen van haar taak de vloot deze week zware verliezen aan officieren en manschappen heeft geleden. Het Huis zal eveneens verlangen hulde te bren- aan de nagedachtenis van allen, die hun iVen geven voor de verdediging van hun land zoowel ter zee, te land als in de lucht. Sedert het begin van den oorlog hebben de (luikbooten van den vijand een zware tol moe ten betalen. Het mislukken van dezen vorm van aanval tegen onzen handel moge blijken uit hetgeen ik het Huis mededeel over de ge schatte verliezen wan de Britsche schepen, ike in de week, welke 17 October is geëin- ,d, de Britsche haven zijn binnengekomen of Jehebben verlaten. Deze verliezen bedra gen ongeveer een half procent. De vijandelijke luchtmacht is begonnen met aanvallen op onze vlootbases. De teleurstelling over het mislukken om ernstige schade aan te richten blijkt uit de fantastische mededee- liagen welke zij zich gedwongen hebben ge roeid uit te vinden. Het is niet waar en ik moet dit nog maals herhalen, hoewel het nieuws duf wordt door het herhalen, dat noch de „Hood", noch de „Repulse" of eenig ander slagschip in het minst is beschadigd. Het- *"e is het geval met de „Ark Royal". De regeering heeft niet geaarzeld eenig ge leden verlies in vollen omvang bekend te maken, De denkbeeldige verliezen, welke door Duitschers in de radio bekend worden gemaakt, mogen dienen om voor eenigen tijd den moed er in te houden, doch ten laatste zal onjuistheid blijken en de teleurstelling zal .es te meer ter neer drukken. Wij van onzen kant zijn niet voornemens successen te pu- bliceeren, waarvan wij niet overtuigd zijn. Wij weten, dat in de gevechten in de lucht, welke in de afgeloopen twee dagen voor het eerst boven onze kust zijn gele verd, acht vijandelijke toestellen zijn vernield, zonder dat wij zelf een enkel vliegtuig hebben verloren. Wij gelooven, dat verscheidene Duitsche bommenwerpers er niet in geslaagd zijn hun basis te bereiken. Het totaal aantal vliegtuigen, dat aan den aanval deelnam, bedroeg niet meer dan dertig. De verliezen, welke wij hebben toegebracht, bedragen dus minstens 25 pet. van het totaal en kunnen nog hoo ker zijn. Na hulde te hebben gebracht aan de lucht macht, zeide de minister-president dat de hulp- luchtdienst zijn eerste succes heeft behaald door drie van de vier toestellen omlaag te schieten bij een aanval op Rosyth. Wij kun nen inderdaad moed scheppen uit de weten- schap dat onze verdediging zoo succesvol is fo'oleken is in deze eerste proef van hun kun- sep- on dat onze gevechtsvliegtuigen zulk een uitstekende kwaliteit toonen te bezitten, zoo wij hadden gehoopt. In deze eerste dagen moeten wij niet dwaas gaan pochen. De aan vallen zijn weinig geweest en op kleinen Khaal uitgevoerd. Het zou onverstandig zijn te verzekeren dat wij steeds zooveel succes zullen hebben als deze eerste dagen. Er kunnen in een oorlog vele verrassingen komen en deze kunnen niet alle prettig zijn. hebben evénwel de voldoening te weten, wij een goed begin hebben gemaakt. Critïek van Attlee. de rede van Chamberlain zeide de leider van de Labourparty. Attlee,, dat zijn partij wn aansluit bij de hulde, welke de minister president heeft gebracht aan hen, die geval- ien Zïjn in de jongste operaties en haar be- 'dering uitspreekt voor de vloot en de luchtmacht. Attlee zeide verder te hopen, dat binnen- l®} verslag zal worden uitgebracht oveT jet verlies van de Royal Oak" en hij verklaarde tevens van meening te zijn dat ttii-f? moet worden gegeven hoe het mo- wn u was' dat de vijandelijke vliegtui gen boven de Firth of Forth eerst werden gevallen, toen ze reeds boven dat swied waren. Hij leverde critiek op de regeering dat zij niet ernstig genoeg de organisatie van het binnenlandsche front heeft georganiseerd tot handhaving van het moreel van de bevolking. Ook is de Labourparty niet tevreden over de economische organisatie en de hulpbronnen voor den oorlog. Hij stelde voor, dat een mi nister zal worden benoemd, die verantwoor delijk is voor de economische organisatie, de pensioenen en alles, wat het moreel van de bevolking moet ondersteunen. Verscheidene leden van het Huis hebben den minister-president vragen gesteld over de verdeeling van Polen. Butler, de onderstaatssecretaris voor bui- tenlandsche zaken, gaf hierop antwoord. Hij zeide, dat het aantal Poolsche bewoners van het door Rusland bezette- gebied, overeen komstig de volksstemming van 1931, vier en drie kwart millioen en van het door Duitschland bezette gebied zeventien en een kwart millioen telt. Hij voegde hieraan toe, dat, voor zoover hem bekend is, geen enkele regeering de verdeeling van Polen de jure of de facto heeft erkend. over Indië sluit op verzet. Oude politiek van verdeelen en heerschen blijft bestaan constateert Gandhi. Indië strijdt niet mee tegen Hitier. Een verklaring over de politiek der Brit sche regeering ten aanzien van de consti tutioneels toekomst van Britsch-Indië in verhand met den oorlog is gepubliceerd in den vorm van een witboek, dat de meening van den onderkoning, Lord Linlithgow, over zijn laatste besprekingen met de Indische politieke leiders bevat. In dit witboek wordt o.a. gezegd, dat de re geering na den oorlog volkomen bereid zal zijn overleg te plegen met de vertegenwoordigers van verscheidene gemeenschappen, partijen en instellingen in Indië, alsmede met de Indische vorsten, met het doel hun hulp en medewerking te verkrijgen voor het ontwerpen van wijzigin gen in het federale schema ,die wenschelijk zouden blijken. De onderkoning maakt verder melding van de instelling van eenuit vertegen woordigers van alle groote Indische partijen en de Indische vorsten, bestaande consultatief orgaan, dat beoogt banden te leggen tusschen de openbare meening en de oorlogvoering. De onderkoning zal de beraadslagingen van dit or gaan presideeren. Een verklaring, welke is gepubliceerd door drie leden van de subcommissie voor oorlog van de Indische congrespartij, Nehroe, Abulkalam en Azad, levert commentaar op de verklaring van 'den onderkoning. De drie leden van de Congrespartij zeggen dat de verklaring van den onderkoning in het geheel geen rekening houdt met de werkelijk heid. „Indien dit het definitieve antwoord is van de Britsche regeering, dan bestaat geen ge meenschap tusschen beide volken en gaan onze paden volkomen uiteen. Uit de verklaring van den onderkoning blijkt duidelijk, dat het doel van den oorlog is het bewaren en handhaven van de Britsche imperiale financieele structuur in Indië en elders". Ghandi heeft gezegd, dat de verklaring van den onderkoning diep teleurstellend is. Hij voegde hieraan toe: „Het zou beter ge weest zijn, wanneer de Britsche regeering geweigerd had een verklaring af te leggen. De uiteenzetting van den onderkoning be wijst alleen, dat de oude politiek van ver deelen en heerschen zal blijven bestaan, Voor zoover ik zie, zal het Congres hieraan niet deelnemen. Noch kan Indië, dat de opvattingen van het Congres huldigt, deelgenoot zijn van Engeland, in zijn strijd tegen Hitier. De verklaring van den onderkoning toont duidelijk, dat voor Indië geen democratie kan bestaan, zoolang Engeland het kan verhinderen. Dominion-status het einddoel, zegt Lord Zetland. In het EngeLsche Hoogerhuis heeft Lord Zet land gisteren een verklaring over den toestand in Britsch-Indië afgelegd. Br zijn, zoo aeide hij, twee hoofdfactoren: In de eerste plaats de wenscch van alle gemeenschappen dat de bedrei ging, die een schaduw werpt over Euiropa en een groot deel der wereld, verwijderd wordt. In de tweede plaats over de wensch zich te uiten die op politiek terrein vorm heeft gekregen in zelfbe stuur op democratischen grondslag. Zet land herinnerde er aan dat naar het standpunt der Brit-sche regeering het eindpunt van de Indische ontwikke ling de doniinionstatus zal zijn. Hij zeide: „Van dat doel zijn wij nooit afgeweken en willen wij niet afwijken". Voor het uitbreken van den oorlog heeft de congres partij, de grootste politieke partij in In dië, geprotesteerd tegen het zenden van troe pen uit Indië naar Aden en Singapore. Een be dreiging voor de veiligheid van Indië, zoowel uit het Oosten als uit het Westen kon op dat oogenblik niet uitgesloten worden geacht en het was van belang, dat de Oostelijke en de Weste lijke toegang behoorlijk verdedigd waren. Zetland zeide dat het consultatieve orgaan, waarover in de verklaring van den onderkoning in gesproken, door den onderkoning zal worden gekozen uit aanbevelingen van verschillende po litieke partijen en belangen. Lord Snell zeide, dat alles afhankelijk zou zijn van de wijze, waarop het orgaan zou wor den benoemd. De verklaring van Zetland be- teekent eenigen vooruitgang, doch er blijft ruimte voor verdere vorderingen. Het is de tragedie van ons bestuur in Indië geweest, aldus zeide Lord Sankey, dat wij altijd vijf minuten te laat zijn geweest. Toen wij de wet op de regeering van Indië in 1935 aanna men, geloofde ik, dat do kwestie weer voor twin tig jaar geregeld zou zijn. In de eerstvolgende twaalf of achttien maanden zal een volgende stap gedaan- moeten worden, omdat wij, zoo dra de oorlog geëindigd zal zijn, gereed moeten zijn om onze beloften gestand te doen. Ik hoop, dat aan het einde van den oorlog Indië den volledigen dominionstatus zal krijgen. Amerikaansch schip redt opvarenden van twee Britsche schepen. De „Yorkshire" gezonken. De Zeevaartcommissie van de Vereenigde Sta ten heeft gelijk in een deel van onze vorige oplaag reeds werd gemeld medegedeeld, dat het Amerikaaansch schip „Independence Hall" drie honderd overlevenden van de Britsche schepen „City of Mandalay" en „Yorkshire" aan boord heeft genomen. Zij zullen vandaag aan land wor den gezet. De „City of Mandalay", die 7029 ton meet, is eigendom van de Ellerman Line en de „Yorkshire" (10183 ton) van de Bibby Line. De Bibby Line heeft later de officieele mededee- ling gekregen, dat de „Yorkshire" gezonken is. bijzonderheden zijn echter niet bekend. Duikbootcommandant houdt vol de „Repulse" getroffen te hebben. Kapitein-luitenant Prier over den eersten aanval op Scapa Flow. De commandant van den Duitschen onderzeeër, welke in de bocht van Scapa Flow de Royal Oak" tot zinken heeft gebracht, kapitein-luitenant Prien, heeft den vertegenwoordigers van de buitenland- sche pers zijn verhaal gedaan. Hij werd voorge steld door rijksperschef dr. Dietrich. Hij zeide o.a.. „Ik heb in Scapa Flow een grooter vloot dan ooit te voren voor mij gezien. De nacht was helder door een sterk noorderlicht. De „Repulse" was duidelijk te herkennen, aangezien het, behalve de „Renown", welke deel uitmaakt van een ander smaldeel van de Britsche vloot, het eenige schip van deze soort is, dat twee schoorsteenen heeft. Aangezien de .Royal Oak" voor de „Repulse" lag, was van dit laatste schip slechts de voorsteven te zien. De ankerlantaarn, de beide voorste geschuttorens en de voorste gevechtsmast waren duidelijk als sil houet te zien. De eerste torpedo trof de „Repulse" ongeveer twee meter voor den eersten toren. De treffer veroorzaakte een hooge waterzuil. De twee de 'treffer trof de „Royal Oak". Hetgeen volgde was moeilijk te beschrijven. Het was een reus achtige werveling van vuur en rook, waarin alle kleuren speelden. Toen dit verdwenen was, was ook de „Royal Oak" verdwenen. Hierna zagen wij het bewijs, dat ook de „Repulse" getroffen was. Het voorschip, waar de torpedo doel getroffen had, lag diep in het water". Nu begon men onmiddellijk jacht te maken op aen onderzeeër, doch deze slaagde erin onbemerkt weg te komen. De ondergang van de „Royal Oak" 810 opvarenden vonden den dood. De admiraliteit -maakt bekend, dat volgens de laatste inlichtingen zich aan boord van de „Royal Oak" 81 officieren en 1158 min deren hebben bevonden. Het aantal overlevenden bedraagt 57 of ficieren en 367 minderen. Omgekomen zijn 24 officieren en 786 minderen. Bij de torpedeerinig van de Royal Oak" is volgens Havas, vice-admiraal Blagrove omgekomen. Hij was 52 jaar oud. Geen Italiaansch plan naar Londen overgebracht? Het onderhoud HalifaxBastianinï. Een communiqué van het Italdaansche agent schap Stefani meldt: Het onderhoud dat Bastia- nini, de nieuwe Italiaansche ambassadeur te Londen, Dinsdag gehad heeft met Lord Halifax, beteeken t een eerste normaal contact tusschen den ambassadeur en den Britschen minister van buitenlandsche zaken. Het blijkt, dat Bastianini geen plan of memorandum van den Duce naar Londen heeft meegenomen, betrekking hebbende op de huidige gebeurtenissen. DE „PRESIDENT HARDING" DOOR HEVIGEN STORM OVERVALLEN. Passagiers en leden der bemanning gewond. Dr. VAN ZEELAND ONDER DE GEWONDEN. United Press verneemt uit New-York dat het stoomschip „President Harding" per radio om me dische hulp heeft gevraagd, maar tevens mede deelde dat het schip niet in onmiddellijk gevaar verkeerde. Het schip seinde naar New-York: „Door een hevigen storm hebben wij verscheidene on gevallen". De „President Harding" bevond zich op dat oogenblik ongeveer driehonderd mijl van Halifax en duizend mijl van New-York, de orkaan, waar van de „President Harding" te lijden heeft ge had, vond zijn oorsprong in de Caraibische Zee, passeerde Bermuda Maandag met een snelheid van 131 mijl per uur en heeft verscheidene schepen, welke zich naar de kust van New England bega ven in moeilijkheden gebracht. Later ontving de kustwacht van een onbekend sdhip bericht dat medische hulp aan de „President Harding" ver leend werd. en dat het schip geen verdere hulp meer noodig had. De „United States Lines" deelen mede, dat de vroegere Belgische minister-president van Zee land tot de gewonde passagiers van de „President Harding" behoort. Hij kreeg schaafwonden in het gezicht en verscheiden kneuzingen. Men gelooft niet, dat zijn toestand ernstig is. Volgens een nader Reu ter-bericht heeft het sdhip geseind, dat 45 passagiers en 28 leden van de bemanning tijdens het zware weer gewond zijn. Men gelooft, dat een kellner overboord geslagen is. Een kotter van de Amerikaansche kustwacht heeft het schip bereikt en medicamenten aan boord gebracht. Deze kotter, de „Hamilton", ging daarna het Britsche s.s. „Blairberg", dat geseind had het roer te hebben verloren, hulp brengen. van de Politieke „sensatie" niet verwacht (Van onzen specialen verslaggever). STOCKHOLM 19 October. (Per telefoon). Feestelijk is de Zweedsche hoofdstad versierd en zij, die er gisteren in de straten wandelden, kregen den indruk, dat er in Stockholm een volksfeest plaats zou vinden. Vlaggen van Denemarken, van Noorwegen, van Finland en van IJsland de laat ste vielen door de bijzondere kleurigheid direct op hingen overal, mengden zich met het Zweed sche dundoek. De trams en de auto's waren even eens vroolijk gepavoiseerd: alles ter eere van de zoo uiterst gewichtige conferentie tusschen de staatshoofden van Noorwegen, Zweden, Dene marken en Finland, waarbij de Deensche koning en de Deensche minister van buitenlandsche zaken IJsland vertegenwoordigden. Opvallend is dat onder de wandelaars zich velen in militair uniform bewegen. De gebeurtenissen van dezen eersten conferentiedag werden ingezet met de aankomst van den Finschen Staatspresi dent, Kallio en diens minister van buitenlandsche zaken, Erkko, die op het nieuwe groote vliegveld „Bromma" door den Zweedschen koning en den kroonprins, benevens door den Zweedschen mi nister van buitenlandsche zaken, Sandler en diens collega van binnenlandsche zaken begroet werden. Ook een vertegenwoordiger van het Finsche ge zantschap te Stockholm, waar eens Paasiviki, de man, die thans tot taak heeft de onderhandelingen met de Sovjet-Unie te leiden, den scepter heeft gezwaaid, was aanwezig. Een uur na aankomst van Kallio arriveerden de koningen van Denemarken en Noorwegen, respec tievelijk koning Christiaan X en koning Haakon, die eveneens vergezeld waren van hun ministers van buitenlandsche zaken. Geschiedde de begroe ting van het Finsche staatshoofd in kleinen kring, anders was het bij de aankomst van de beide mo narchen. Duizenden, misschien wel honderddui zenden bereidden den Noorschen en Deenschen staatshoofden een enthousiaste ontvangst, waarin de ondanks zijn 80-jarigen leeftijd nog zoo vitaal uitziende koning van Zweden deelde. Al heerschte er in de straten van Stockholm eer: feestelijke stemming, toch stonden de gezichten van de zich op straat bevindende menscheii zeer ernstig. En diezelfde ernst spiegelde zich af op de gelaten van de koninklijke gasten en hun gastheer, die zich straks voor de bespreking van uiterst moeilijke en misschien voor de geheele wereld uiterst belangrijke problemen geplaatst zouden zien. Om één uur in den middag vereenigde de Zweedsche koning de drie staatshoofden aan een familie-lunch, terwijl de ministers van buitenland sche zaken de gasten waren van minister Sandler, hun Zweedschen collega. Reeds om half twaalf had in het ministerie van buitenlandsche zaken de eerste bespreking plaats. Deze duurde tot aan het lunchuur, werd om drie uur hervat, waarop tot vijf uur in den middag verder geconfereerd werd. „Een officieel commu niqué", aldus deelde men mij gisteren reeds mede „viel niet te verwachten. Dit zou niet eerder uit gegeven worden dan na afloop van de conferentie" Het valt daarbij op, dat zij, die de besprekingen voeren een hardnekkig stilzwijgen in acht nemen. Toch kon men mij in wel ingelichte kringen zeggen, dat er over het algemeen gesproken geen politieke sensaties te verwachten zijn. Er wordt ook niet op gerekend, dat de staats hoofden het initiatief zullen nemen tot eeniger- lei bemiddeling in den wereldbrand, welke thans in Europa begonnen is. Men herinnerde mij daarbij aan een Zweedsch spreekwoord, dat overeenkomt met het Holland- sche gezegde van de aangeboden diensten, die zel den gewaardeerd worden. En noch bij de drie Majesteiten, noch bij den President van de Fin sche Republiek zal de bedoeling voorzitten, dat dit gezegde op hen van toepassing zal zijn. Men verzekerde mij wel, dat de conferentie bedoeld is als een manifestatie van de solidariteit der vijf Noordsche landen, speciaal ten aanzien van Rusland. Len der voornaamste punten daarbij is dan na tuurlijk het vraagstuk der neutraliteit der Oslo- staten en de handelsbetrekkingen met de oorlog voerende staten. Amerikaansche territoriale wateren voor onderzeeërs van oorlog voerenden gesloten. Tenzij „force majeure" in het spel is. WASHINGTON, 19 October. Roose velt heeft een proclamatie uitgevaardigd, volgens welke het aan onderzeeërs van oorlogvoerenden verboden is, anders dan door „force majeur", de Amerikaansche territoriale wateren of de havens binnen te komen. In geval van „farce majeure", met name In dien er een ongeluk heeft plaats gevonden, moeten de duikbooten aan de oppervlakte ver der varen, met den toren en bovenbouw boven water en de vlag voeren, van het land, hetwelk zij vertegenwoordigen. Verder moeten zij onder gelijke navigatie-voorwaarden vertrekken. De proclamatie heeft geen betrekking op bewapen de vrachtschepen. Als belligereiiten worden in de proclamatie genoemd: Frankrijk. Duitschland, het Vereenigd Koninkrijk, Britsch-Indië, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Polen. Het besluit van Roosevelt is genomen volgens hoofdstuk 8 van de bestaande neutraliteits- wet, die het voor onderzeeërs van oorlogvoeren den, zoowel commercieele als militaire onder- zeeórs wettig verklaart, Amerikaansche wateren binnen te varen, tenzij zij daartoe gedwongen zijn door „force majeure". Roosevelt verklaarde, dat hij dit hoofdstuk van toepassing had verklaard, omdat hij van meening was, dat het „er toe zou dienen den vrede te handhaven tusschen de Vereenigde Staten en de buitenlandsche mogendhedn de belangen te beschermen van de Vereenigde Staten en hun burgers en de veiligheid der Ver eenigde Staten te bevorderen", STOCKHOLM: Woensdagavond. In de avond uren is Stockholm uiterlijk geheel veranderd. Een onafgebroken, schier onafzienbare stroom menschen golft in de richting van het konink lijk slot. Nu gaat een hartewensch van de Zweedsche bevolking in vervulling. Zij mag dan eindelijk de vier staatshoofden haar wel gemeende hulde gaan betuigen. Het is geens zins overdreven, wanneer wij aannemen, dat daartoe vele honderdduizenden zich hebben opgemaakt. Het auto- en tramverkeer is gestremd, omdat er in de overvolle straten geen doorkomen aan is. Allen worden bezield door één gedachte: naar het koninklijk paleis. Dit trekt direct de aandacht doordat vele schijnwerpers het hel verlichten. Hier manifesteert zich de eensgezinde wil van allen om solidair te zijn met hen op wier schou ders een groote verantwoordelijkheid rust. Ik ben getuige van deze manifestatie. Ik ben ook getuige van de ontroering die door een ieder gaat, wan neer duizenden „Een vaste burcht is onze God'* aanheffen. Dit is een van de grootsche oogenblik- ken van dezen historischen dag. Ondanks het feit, dat Zweden's minister van buitenlandsche zaken Sandler 't gisteren zeer druk heeft gehad ben ik er in geslaagd een zeer kort onderhoud met hem te hebben. De minister wilde zich natuurlijk niet uitlaten over de besprekingen, daar hij op het officieele communiqué niet vooruit kon loopen. Maar wel verzocht hij mij om er op te wijzen, dat men in de Oslostaten, en met name in Zweden, met buitengewoon veel sympathie een samenwerking met Nederland zou begroeten. (Nadruk verboden). PROGRAMMA VRIJDAG 20 OCTOBER HILVERSUM I, 1875 en 414,4 M. de NCRV. 8.— Eventueel berichten ANP, Schriftlezing, meditatie. 8.15 Gramofoonmuziek (9.309.45 Gelukwenschen) 10.30 Morgendienst 11.— Gra mofoonmuziek 11.15 Viool en piano en gramo foonmuziek 12.Berichten 12.15 Gramofoon muziek (Om 12.45 Eventueel berichten ANP) 1.Quintolia en gramofoonmuziek. 2.30 Christ, lectuur 3.00—3.55 Zang met pianobegeleiding en gramofoonmuziek 4.Gramofoonmuziek 4.39 Amsterdamsch Salonorkest 5.Declamatie en gramofoonmuziek 5.30 Amsterdamsch Salonor kest en gramofoonmuziek 6.30 Causerie „De aan leg van den liefhebbers-fruittuin" 7.Berich ten. 7.15 Boekbespreking 7.45 Gramofoonmuzietó 8.— Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten 8.15 Gramofoonmuziek 8.30 Orgelconcert 9.15 Re portage 10,— Berichten ANP. 10.05 Causerie '„Ons gezin in de crisis: Spreken of zwijgen?" 10.35 Cello en piano en gramofoonmuziek 11.15 Gramofoonmuziek 11.5012.00 Schriftlezing. HILVERSUM n. 301,5 M. 8.— VARA 10.— VPRO 10.20 VARA 12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO 9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00 1 ARA. 8.Eventueel berichten ANP. Hierna gr.muz. 10.Morgenwijding 10.20 Declamatie 10.40 Zang, piano en gramofoonmuziek 11.10 Gramo foonmuziek 11.15 VARA-orkest 12.De Palla- dians 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek 1.AVRO-Amusementsorkest 1.45 Gramofoon muziek. 2.Voor de vrouw 2.10 Fluit en piano, 2.40 Declamatie 3.05 Gramofoonmuziek 3.30 4.— AVRO-Dansorkest 4.05 Gramofoonmuziek! met toelichting 4.35 Pianovoordracht 5.Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek 7.VARA- Kalender 7.05 Cyclus „Het beginselprogramma der S. D. A. P." 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berich ten. 7.35 Cyclus „De boeken van den Bijbel" (VI) 8.Zang en piano (met toelichting) 8.30 Cyclus „Het ontwaken van het platteland" (1). 9.—» Vraag en Antwoord. 9.15 VARA-Maandrevue. 9.45 Orgelspel 10.Puzzle-uitzending. 10.15 Gra mofoonmuziek. 10.40 Avondwijding. 11.Be richten ANP. 11.10 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.40 12.Orgelspel. ENGELAND, 391 en 449 M. 10.0510.20 Concert. 11.Lichte muziek 11,20 Berichten 11.35 Orgelspel 12.05 Causerie 12.20 Gramofoonmuziek 12.501.20 Orkestconcert 2.202.55 Variété. 3.15 Gramofoonmuziek 3.20 Berichten 3.35 Concert 4.05 Dansmuziek 4.35 Kinderhalfuur 5.05 Mededeelingen 5.20 Berich ten, mededeelingen 5.50 Causerie 6.05 Concert 6.20 Orgelspel 6.50 Mededeelingen. 7.95 Concert 7.20 Variété 8.20 Berichten 8.35 Radiotooneel 9.05 Variété 9.50 Mededeelingen 10.05 Orkest concert 10.50 Dansmuziek (gr.pl.) 11.2011.35 Berichten. RADIO PARIS, 1648 M. Geen opgave ontvgngen. KEULEN, 456 M. 5.50 Gramofoonmuziek 7.20 Leo Eysoldt'3 kleinorkest 9.30 Gramofoonmuziek 10.Zang en piano 11.20 Omroeporkest 1.35 Populair con cert 2.30 Zang 2.40 Vroolijk militair programma: 3.20 Vioolvoordracht 3.50 Folkloristisch program ma. 4.30 en 5.Gramofoonmuziek 5.20 Omroep- kleinorkest 7.4012.20 Zie Deutschlandsender* BRUSSEL, 322 M. 11.20 Gramofoonmuziek 4.20 Zang 4.50 Gra mofoonmuziek 5.50 Pianoduo I-Iamy-Martin en graimofoonmuziek 6.45 Gramofoonmuziek 7.29 Ontspanningsprogramma voor soldaten. 8.05 Ra diotooneel 8.40 Omroeporkest 9.3010.20 Gra mofoonmuziek. 9RUSSEL 484 M. 11.20 Reportage 11.35 Gramofoonmuziek 11.50 m 12.30 Radio-orkest 12.501.20: 4.20 en 4.55 Gramofoonmuziek 5.35 Het Wigy-Trio 6.05 Gra mofoonmuziek 7.20 Uitzending voor soldaten 7.50 Radio-orkest en soliste 8.20 Cabaretpro gramma 9.3010.20 Omroepdansorkest. 9EUTSCHLANDSENDER, 1571 M 7.40 Radiotooneel 8.50 Barnabas von. Géczy en djn orkest 9.20 Berichten 9.40 Gramofoonmuziek (Om 10.— Berichten) 10.20 Omroeporkest 11.2QI Berichten. Hierna tot 12.20 Nachtconcert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 7