ÏOie
BREIT -
ERMEE?'"
Niet de eerste de beste
Menu van de week
Nieuwe Uitgaven
VRIJDAG 20 OCTOBER 1939
Twee jongelui van een jaar of vijftien, zestien
en me voorbij; uit de verte kun je al zien
»ie. e opgewonden zijn over iets en voordat ze
bereikt hebben, schallen hun hardè stemmen
1116 al tegemoet. Het gaat over een vechtpartij-
f6 en o, wat zijn ze moedig en flink geweest!
be eene deed zus flink, de andere was zoo
„„.r ze drijven elkaar op in eigenwaan en
SS'ige flinkheid.
Kort daarna gaat een paartje voorbij ook op
Ap fiets. Het is geen toevallige omstandigheid
At inist de gesprekken van fietsers zoo gemak-
vpliik op te vangen zijn; zij zijn verder van
lkaar dan wandelaars, zij vangen meer wind
hpbben dus grooter moeite om zich ver-
ïïwbaar te maken.
Dit paartje nu heeft het natuurlijk niet over
en vechtpartij, zij vertellen elkaar een komi-
che gebeurtenis, waarbij zij zelf toch wel zóó
«vat zóó grappig en zóó sprankelend van geest
7iin geweest, dat zij bij het vertellen ook steeds
harder gaan praten, niets van elkaar hooren,
alleen maar hun eigen bijzondere geestigheid
willen luchten, of er iemand naar luistert doet
er verder niet toe.
Deze menschen zijn nog zoo mis niet in hun
eigen oogen, zij hadden de situatie volkomen in
handen, maar je vraagt je dan onwillekeurig
wel af als ik nu de andere partij eens hoorde,
_oU (}je direct volmondig erkennen dat zij het
er volledig bij heeft afgelegd?
De eigen prestaties aandikken en die van
anderen een beetje verkleinen is een vaak
voorkomende manier van vertellen, en een ge
sprek krijgt een heel andere beteekenis dan
het oorspronkelijk gehad -heeft, omdat beide zij
den ervan verder uit elkaar worden gehaald.
Zoo komen sommige menschen altijd aan de
sterke" verhalen die zij steeds weten te doen,
ën die wel met de waarheid overeen komen,
maar die aan den eenen kant wat ingekrom
pen, aan den anderen kant wat uitgebreid zijn
en 'daardoor toch een andere beteekenis heb
ben gekregen, maar nu ook meer de moeite van
het vertellen waard zijn geworden.
Dit is een eigenschap van sommigen: iemand
die goed vertellen kan, komt vaak met zulke
sterke verhalen, en een ander die dit niet kan,
beleeft schijnbaar haast nooit iets wat de moeite
waard is.
Het is overigens een vrij onschuldig genoe
gen; zoolang men er geen ronde leugens van
maakt of de reputaties van anderen mee in het
geding brengt, is het een manier van vertellen
die amusant is, waar men om lachen kan, en
die als men weet dat de verteller zijn verha
len'weieens meer kleurt, met een korreltje zout
kan worden genomen.
Ook degene die ze vertelt, weet dat er een
sausje overheen gegoten is, om ze smakelijk te
kunnen opdienen, maar regelrecht onuitstaan
baar wordt het, wanneer het verdichtsel van
het verhaal voor waar wordt gehouden, en men
dus willens en wetens de mooie rol gaat spelen.
Weg is het grappige, weg is de aandacht der
toehoorders voor de grap die voor hen van meer
belang is dan de rol die de verteller gespeeld
heeft. Dan gaat het alleen om die rol en om het
superieure ven dengene wien het betreft.
Dan wordt het pochen op eigen deugden, op
eigen initiatief of moed, op eigen humor of
tact, dan is de bedoeling dat het aandachtige
gehoor denken zal: dat is toch niet de eerste
de besté. En wie dat eenmaal van zichzelf is
gaan vinden, is hard op weg om onuitstaanbaar
te worden.
Of misschien is hij dat dan allang.
Hoe we van oud nieuw maken
Aardig jurkje met kanten bovenstuk.
Hierbij weer eens een modelletje dat op een
oude jurk kan worden toegepast.
Kant wordt ook dit jaar weer veel gedra
gen en een bovenstuk van kant verbant abso
luut het idee, dat men met een oude japon te
doen heeft.
Een smal boordje, dat in een strikje uitloopt
vormt de halsafwerking. Van achteren loopt
het jasje in denzelfden vorm en wordt in het
midden met lusjes en knoopen gesloten.
Het mouwtje kan natuurlijk naar verkie
zing lang of kort gemaakt worden.
Zondag:
Gebraden rundvleesch
Bloemkool
Aardappelen
Appelkoekjes
Maandag:
Koud vleesch,
Roode kool.
Aardappelen
Appelmoes
Dinsdag:
Rijst met uien
en kerrysaus
Broodpannekoek
met jam
Woensdag:
Gehakt,
Btoofperen
Aardappelen
Havermoutpap
Donderdag:
hamslapjes,
Uien met tomatensaus
Aardappelen
Griesmeelschoteltj e
Vrijdag:
Winterwortelen
Aardappelen
Groene erwten,
Peterseliesaus
Ketelkoek
Zaterdag:
Stamppot van zuur
kool met spek,
Custardvla met
biscuits
Op verzoek
een gezellig
wintergarnituur
Heerlijk warm maar toch elegant is dit
zellige wintergarnituurtje, dat wij zelf kun
nen breien. Over het algemeen is zuiver wol
len lingerie nogal kostbaar, doch breien we
deze zelf, wat toch een heel prettig en licht
werkje is, dan zullen wij verbaasd staan over
de weinige kosten, welke wij dan hebben te
maken. En wij kunnen eindeloos varieeren,
wat model, kleur en motieven betreft. Saai
behoeft .onze lingerie dus allerminst te wor
den.
Vele soorten camisole-wol zijn er; uit dikke
en dunne wol, met of zonder zijden draad,
kunnen wij onze keus maken. Hoe dunner de
wol, hoe eleganter het effect en hoe minder
zorgen over onze lijn. Waar wij bij het aan-
koopen per se op moeten letten is, dat de wol
absoluut krimpvrij is. Ook een kleine tip bij
het wasschen is zeker gerechtvaardigd, want
hoe langer wij het leven van ons garnituur-
tje maar kunnen rekken, hoe liever ons dat
is. Laten wij bij het wasschen liefst een lauw
sopje gebruiken. Nadat we wel driemaal ge
spoeld hebben om toch maar vooral alle zeep
kwijt te zijn, knijpen wij het water eruit (wol
mag nooit gewrongen worden) en leggen de
stukjes op een stevigen badhanddoek, waar
op alles netjes in het model 'getrokken wordt.
D# handdoek wordt nu stevig opgerold en
daarna wat gewrongen; bijna droog kunnen
we nu de lingerie uit de zon op een winderig
plaatsje hangen.
En thans de eigenlijke kwestie, die van het
breien. Hoeveel wol wij noodig hebben hangt
geheel af van de soort, welke u kiest. Een
klein overleg met de verkoopster ervan en u
hebt uw voldoenden voorraad. Alle soorten
van deze wol breien wij voor dit garnituurtje
op 2 alum. nld. no. ZVz. Onze beschrijving la
ten, wij volgen voor de maten 42 en 44; ieder
kan het echter toch gebruiken, daar het aan
tal steken eenvoudig al naar behoeften klei
ner of grooter genomen kan worden, even
eens het aantal naalden. Ook sommige soor
ten wol kunnen een kleine wijziging hierin
nbodig hebben.
Het hemdje: we beginnen hiermede onder
aan en zetten 144 st. op. Tot op 3 cm. van de
taille breien we deze in de tricotsteek (recht
breien aan de goede- en averecht breien aan
de verkeerde zijde van het werk). Nu volgt er
een mooie aansluitende boord in 2 r. 2 av. wel
ke 46 nld. telt, om daarna weer over te gaan
in de tricotsteek tot op een afstand van 8 cm.
van de oksel. Het bekoorlijke kantmotiefje
komt dan aan de beurt. Gelukkig lijkt het in
gewikkelder dan het is. Hebben wij het werk
met de goede zijde voor ons, dan beginnen
wij de naald met 1 steek gewoon te breien,
nuo de draad om de rechternaald slaan, de
2* volgende steken samen breien en herhalen
vanaf 0*. Zoo nu en dan breien wij bij deze
eerste naald inplaats van 2, 3 st. tezamen,
daar het kantje anders te ruim zou vallen,
wat niet mooi staat. In de daaropvolgende
averechte naald geschiedt in averechts breien
precies hetzelfde (echter nu steeds 2 st. sa
men breien, want minderen is nu verder niet
meer noodig)daar voor het aardige effect de
gaatjes moeten verspringen, schuift het sa-
menbreien van de 2 st. één steek op naar links
(gerekend met de goede zijde voor). Hebben
wij op deze wijze 4 gaatjes hoogte gekregen,
dan moeten de gaatjes bij den 5den keer den
anderen kant op verspringen. Na zoo weer 4
gaatjes hoogte, verspringen zij naar links cn
dan nog voor het laatst gedurende 4 gaatjes
naar rechts. Het kantje is dan klaar, krijgt nu
nog één naald tricotsteek en een laatste naald
om alle steken af te kanten en één pandje
van het hemdje is dan reeds klaar. Na nog
eenzelfde pandje gebreid te hebben, worden
de deelen met de goede zijde op elkaar gelegd
en met dezelfde wol en een niet te breed
naadje stikken wij met fijiie steekjes de zij
kanten dicht. Zoo'n naadje bewerken wij dan
nogeens extra door met overhandsche steken
de beide laagjes netjes op elkaar te naaien.
Onderaan het hemdje vouwen we een zoom
van 2 a 3 c.m. naar binnen en naaien dit met
de flanelsteek en dezelfde wol vast. Een paar
zijden schouderbandjes eraan en klaar is ons
hemdje.
De onderjurk: 184 st. zetten wij hiervoor op
cn breien deze ook weer voorloopig in de tri
cotsteek. Bij de 20e nld. te beginnen worden
aan weerszijden de buitenste twee steken
samengebreid, hetgeen steeds herhaald wordt
bij elke 10e nld., zoolang tot er nog 144 st. over
zijn. Verder kunnen wij nu precies te werk
gaan als bij het hemdje. Op 3 cm. afstand van
de taille begint ook hier de boord enz. enz.
Ook het in elkaar zetten gebeurt op dezelfde
wijze.
De pantalon:.hiervoor beginnen wij niet on
deraan, doch bovenaan. Wij zetten 150 st. op
en breien deze meteen in 2 r. 2 av. In de 5de
nld. moeten we voor het noodzakelijke elas
tiekje gaatjes breien, hetgeen op dezelfde wij
ze gebeurt als voor een nld. van het kantje
staat beschreven. De 6de nld. is dan weer ge
woon in 2 r. 2 av. Is ons boordje 24 nld. hoog,
dan gaan wij voorloopig over in de tricotsteek.
Het beste is nu even een goedpassende direc
toire te raadplegen om nauwkeurig vast te
stellen, wanneer met het kruis begonnen
moet worden. Zijn wij zoover gekomen, dan
meerderen wij in de 75e en 76e steek ieder
één steek. Na telkens de naald overbreien
moet hetzelfde weer gebeuren in steeds de
twee buitenste steken van het kleine stukje
breiwerk, dat nu middenin het groote werk
ontstaat. Oorspronkelijk blijven dat dus
steeds de 75e en 76e steek van het aantal. Telt
het kruis 40 st., dan kanten we dit aantal af
en breien stuk voor stuk de pijpen af. Na 12
nld. hoogte volgt het kantmotiefje op de be
kende wijze. Het voorpandje is nu kiaar; het
achterpandje verschilt slechts heel weinig
hiermede. Na het breien van de boord gaan
wij dus ook hierbij over in de tricotsteek. De
nu eerstvolgende naalden zijn echter even af
wijkend; voor een mooie coupe is het noodig
dat aan de achterzijde een kleine verhooging
komt. Dit bereiken we door de eerste naald
10 st. over het midden te breien en dan om te
keeren, de tweede naald is precies zoo. Bij
de derde en vierde naald breien we 20 st. voor
bij het midden, de 5e en 6e nld. 30 st. enz. enz.
.tot wij eindelijk de zijkanten bereikt hebben
en verder gewoon doorbreien als voor het
voorpandje staat beschreven.
Erg practisch is het om bij het op de reeds
beschreven wijze van in elkaar zetten der dee
len, het kruis meteen te voeren met een lapje
fijne lingeriekatoen of -zijde in de kleur. Dit
vergemakkelijkt zeer het wasschen en voor
komt slijtage.
NORA HANA
Volhouden
Maaltijd voor 4 personen, bestaande uit:
groene erwtjes, winterwortelen, peterseliesaus
en ketelkoek.
Benoodigdheden:
6 ons groene erwten
1 K.G. winterwortelen.
100 gr. boter of vet
Peterselie.
21/2 ons bloem.
1 ons krenten en rozijnen
Gist
1A L. melk.
Suiker, zout.
Bereiding: De erwten uitzoeken, wasschen
1 24 uur weeken in ruim water. Ze opzet
ten met het weekwater en pl.m. 1 uur laten
koken. De Wortelen schillen, en in stukjes
snijden, ze bij de erwten doen met het zout en
pl.m. 15 minuten de geschilde, in stuk
ken gesneden aardappelen eveneens toevoe
gen. Samen nog uur laten koken. Met een
schuimspaan de erwten, wortelen en aard
appelen op een. schaal scheppen. Het vocht
binden met aangemengde bloem of sago, de
boter erdoor roeren, de gehakte peterselie er
door roeren. De saus over de groente schen
ken.
Ketelkoek: De gist aanmengen met wat
lauwe melk, bij de bloem doen en de rest van
de melk toevoegen. Het deeg flink beslaan, tot
alle klontjes er uit zijn en het beslag luchtig
is. De gewasschen, uitgelekte krenten en ro
zijnen en het zout toevoegen. Het beslag moet
tamelijk dik zijn, zoodat de krenten en ro
zijnen niet zakken.
De kom in een teiltje met lauw water zetten
en gedurende 1 uur laten rijzen. Daarna
overdoen in een warmen puddingvorm, die
met boter ingesmeerd is en met beschuit
kruimels bestrooid. De vorm moet hoogstens
voor 2/3 gevuld zijn.
Een pan met lauwwater opzetten, de pud
ding erin zetten en langzaam aan den kook
brengen. Daarna IV2 uur laten doorkoken, op
letten dat het water bijgevuld wordt, zoodat
het even onder de sluiting blijft. De pudding
er uit nemén, zonder deksel laten opdrogen
en keeren. Warm opdienen met bruine suiker
of stroop.
Gevulde eieren.
Kook de eieren hard, snijdt ze overdwars
door en neem een klein puntje van het kapje
af, zoodat ze kunnen staan. Hak een rest van
kalfsvleesch zeer fijn, hak ook de uitgenomen
dooiers en vermeng vleesch en dooiers voor
zichtig met mayonnaise. Vul hiermee de hal
ve eieren en presenteer er toast met boter bij.
Ragout van eend.
Schil vier zure appelen, snijdt ze in blokjes
en fruit ze met een klein gesnipperd uitje in
wat vet van de eenden jus met een laurierblad,
een kruidnagel, peper en zout en wat peter
selie. Neem de kruiden uit het vet, voeg er
hoogstens 1 dL. bouillon bij, zoodat de
ragout geen soep wordt en stoof hierin de
overgebleven stukjes eend,
In tijden van spanning moeten
onze gedachten ruim en groot zijn.
Een Duitsch vrouwenblad verzucht: Ach,
wat voor zorgen hadden we vroeger! Of er
wel geld was voor een nieuw herfsthoedje en
zonneschijn om ermee te gaan wandelen!
Of het nieuwe dienstmeisje wel hard genoeg
aanpakte en of onze echtgenoot ons wel te
allen tijde precies zóó behandelde als met
onze waardigheid overeenkwam!
En wat voor ergernissen! Dat de radio van
de buren zoo hard toeterde en dat „die men
schen boven" nog steeds niet geleerd hadden
zich gerulschloos te bewegen!
En nuach, hadden we nog onze zorgen
en onze ergernissen van vroeger, tweemaal,
driemaal zoo zwaar, we zouden dankbaar
zijn»
Een Parijseh vrouwenblad schrijft: 't Leven
schijnt doelloos, nu je man. je verloofde, je
zoon aan het front is en de kinderen geëva
cueerd. Wat kun je anders doen dan aan
kloppen bij vrouwen die het zelfde moeten
doormaken; 't zelfde leed, de angst, de leegte
en praten, altijd maar weer praten over de
geliefden die weg zijn. En treuren over al je
tekorten van vroeger
Maar 't mag niet. Flinkheid, zelfbeheer-
sching, kalmte, zijn de allereerste eischen.
Praten, zuchten, schreien, verslapt en Frank
rijk heeft sterke vrouwen noodig
Heel, héél in 't klein want mogen wij
ons eigenlijk wel vergelijken met die vrouwen,
wier mannen in onmiddellijk levensgevaar
zijn? hebben wij iets dergelijks doorge
maakt.
Dat was eind Augustus, toen de mobilisatie
inging en in de spannende dagen van begin
September.
Met één slag beseften we, dat het leven bit
tere ernst was geworden en al onze kleine
zorgen en zorgjes, waarover we een week tevo
ren nog volop liepen te tobben, vielen van
ons af. Dit was midden in de zenuwsloo-
pende spanning een soort bevrijding. Want
de eene,groote zorg, die we ervoor in de
plaats kregen, was tenminste een zorg, die
de moeite waard was.
Geen tobberijtje, dat met een beetje meer
ruggegraat, met een ietsje meer geduld, met
wat meer liefde had kunnen worden over
wonnen. Die zorg, die eene, vreeselijke last
van donkerheid, woog zwaar; 't leek wel, of al
onze nietige tobberijen van vroeger hierin,
tezamen met een ontzaglijke deernis om het
groote wereldleed, waren ineen gesmolten.
Dien last moesten we dragen, samen met alle
vrouwen ter wereld. En intusschen moest het
dagelijksche werk onberispelijk worden ge
daan. Ook Nederland heeft sterke vrouwen
noodig, dit hebben we begrepen!
Het ergste leed, dat duizenden vrouwen in
andere landen moeten doormaken, bleef ons
tot nu toe bespaard.
En nu.kunnen we sterk blijven in
liet besef, dat de eene, groote zorg, waarover
we niet spreken, maar die we voelen wegen van
minuut tot minuut, moet worden gedra
gen, maar dat de andere, kleine zorgjes moe
ten wegvallen? Kunnen we ook als deze
toestand lang duurt sterke vrouwen blij
ven? Of zullen de kleine, onnoozele zorgjes
van iederen dag ons weer overmeesteren?
De zorgjes om het eigen ik: krijg ik wel
genoeg zorg, erkenning, eer, liefde? Worden
m ij n kinderen wel rechtvaardig behandeld?
Heeft niemand m ij n goede bedoelingen
miskend? Laat ons oppassen, dat d i t niet
gebeuren kan, dat ons leven, dat een oogen-
blik een groote lijn vertoonde, weer klein
wordt. Gedachten zijn krachten en daden
zijn het ook.
Als onze gedachten nietig en gering blij
ven rondcirkelen om belangetjes, te flauw om
van te praten, dan verzwaren we de ellende
van deze wereld, die aan kleinheid en liefde
loosheid ten onder dreigt te gaan. Als zelf
zucht en hebzucht in onze daden blijven
domineeren 0, dit komt in de béste fa
milies voor! dan verzwaren wij nog de on
vrede, die zich tot oorlog heeft saamgepakt.
Maar als onze gedachten ruim en groot
zijn, als we enkel en alleen nog maar willen:
onszelf vergeten, dragen en dienen en dit ook
werkelijk naar ons vermogen doen, dan be
reiden we ondanks het vreeselijke, dat
misschien nog komen moet, de nieuwe we
reld voor, die stellig eens verrijzen zal!
Ook wij zijn krachten. Ten kwade of ten
goede.
We hebben nu 58 st. over en breien hiervan
25 st., zetten 8 st. op een draad voor het beleg
en maken de pen af. Deze laaitste 25 st. breien
we verder, na 10 pennen beginnen we aan
het jukstuk, dat in die gerstekorrel wordt ge
breid (1 recht, 1 averecht verspringen). In de
eerste pen zetten we 8 steken van het split
af 11 st. op een draad voor het zakje, in de
volgende pen worden deze er weer bij opgezet.
Na 22 toeren kanten we voor den hals eerst
6 st. af en dan nog 3 X 1 st. Het jukstuk is
38 toeren hoog, de 16 st. voor den schouder
zetten we op een draad. De rechterhelft van
het voorpand is spiegelbeeldig gelijk aan de
linkerhelft.
Rugpand:
De rug is gelijk aan het voorpand, alleen
beginnen we het jukstuk 22 toeren boven het
armsgat. De hals hollen we niet uit, maar
als de armsgaten even lang zijn als die van
het voorpand, kanten we 26 steken voor den
hals af 'en breien de schouders samen.
Mouw:
Voor de mouw, die van boven af wordt be
gonnen zetten we 24 st. op en maken er aan
het eind van elke pen 1 st. bij, tot er 44 st.
op de pen zijn. Dan maken we er aan eiken
kant nog 10 st. bij en breien 6 pennen, waarna
we om de 4 toeren voor en achter aan de
peii minderen, tot we nog 44 st. over hebben.
Dan breien we nog 25 pennen en minderen
daarna om de 4 toeren voor en achter aan de
pen tot 40 st. Ten slotte eindigen we met een
boord von koordwol op dunne pennen (50
toeren)
Beleg:
De 10 st., die we voor het beleg op een draad
hebben gezet, nemen we op een dunne pen
en breien van koordwol 26 ribbels, waarna we
afkanten. Het bovenbeleg beginnen we op
dezelfde 10 st., na 6 ribbels maken we een
knoopsgat van 6 st. breed en vervolgens om
de 8 ribbels weer een; boven het derde knoops
gat breien we nog 4 ribbels, dan kanten we
af.
Kraag:
Hiervoor zetten we 136 st. op en breien l
st. recht, 1 st. averecht. Om de pen breien
we voor en achter 2 st. tesamen tot we 106
st. overhebben, waarna we strak afkanten
Klepjes op de zakjes:
Van de 11 st.„ die we voor de zakjes op een
draad hebben gezet maken we 24 st., na 6
ribbels maken we een knoopsgat van 6 st.
breed, 11a 10 ribbels kanten we af.
Opmaak:
Alle losse deelen worden gestreken onder
een natten doek, daarna geregen en op de
machine in elkaar gestikt. De belegj es worden
met de hand aangenaaid. Het afgekante deel
van den kraag wor$t op de trui genaaid. Als
ook de mouwen in de trui zijn gestikt, strijken
we alles nog eens op, zoodat de naden goed
plat zijn. Van katoen naaien we een paar
zakjes, die achter de klepjes worden gemaakt.
Als het beleg en de borstzakjes voorzien
zijn van knoopen en de knoopsgaten zijn ge
festonneerd, is de trui klaar.
Sp. Th.
Jam van rozebladen. Doe een laagje poe
dersuiker in een steenen potje, daarna een laag
je frisscherozebladen, vervolgens weer suiker
enz., tot 't potje vol is. Bovenop komt een laagje
suiker, sluit het af met cellophane en plak het
potje dicht met leukoplast. Zet het daarna weg
in een koele, droge, schaduwrijke plaats.
De rozenolie zal de suiker doen smelten en
na een paar maanden hebt u een heerlijke jam.
Jongenstrui
Hierbij geven wij u een model van een
trui voor een jongen van ongeveer 8 tot 10
jaar, gebreid van gemengde wol met een
effen boord, kraag, manchetten en klepjes op
de zakken.
Benoodigdheden: 250 gr. gemengde wol en
50 gr. effen koordwol en een paar knopjes-
pennen no. 2>/2 voor de koordwol en een paar
no. 4 voor de gemengde wol.
Voorpand:
We zetten voor het voorpand 90 st. op pen
nen 2'/2 op en breien 40 toeren 1 recht 1 ave
recht. Dan beginnen we met de gemengde wol
en de dikke pennen en maken van elke 6
steken 5, door 4 st. gewoon te breien en dan
te minderen, enz. Hebben we 76 steken
op de dan breien we 1 pen recht, 1
pen averecht, 80 toeren en kanten voor het
armsgat aan weerskanten 10 st. af (6-2-2).
Bij de N.V. G. F. Callenbach te Nijkerk is een
boek van Dr. K. H. Miskotte verschenen „Edda
en Thora".
De schrijver heeft zich, meenend dat een
nieuwe bezinning noodig is, tot taak gesteld de
herleving van het heidendom te omschrijven
door een vergelijking van de voornaamste reli
gieuze voorstellingen van de goden- en helden
liederen der oud-Germaansche Edda met die van
het Oude Testament (Thora, Heilige Leer).
Dit boek behandelt een actueel vraagstuk
Edda: het Epos van de oude Germaansche reli
gie. Thora: Israels wet, getuigenis en woord.
Dr. Miskotte wil zijn lezers er van overtuigen
dat thans in de wereld een strijd gevoerd wordt
om heidendom en openbaringsreligie (Chris
tendom), Edda en Thora.
De N.V. Boekhandel en Uitgevers Mij. v.h.
W. P. van Stockum en Zöon te Den Haag ver
scheen het „Aviatisch A. B. C.", een handlei
ding in de moderne talen voor menschen, die
werkzaam zijn op het gebied van de luchtvaart.
Het werk werd samengesteld door mr. H. ter
Horst, R. Kramer en W. Gephart.
Hugh P. Vowles schreeft een boek „De
Oekraïne", geschiedenis van het land en zijn
bevolking. In de Nederlandsche vertaling en
bewerking van J. B. Th. Spaan is dit boek thans
verschenen bij de N.V. Van Holkema en Wa-
rendorf te Amsterdam.
Bij de Uitgevers Mij. W. J. Thieme en Co.
te Zuphen is verschenen „Oog, word wakker",
een bijdrage tot het teekenonderwijs op de
Lagere School door A. en O. Tröndle-Engel,
vertaald door Dr, Marta Halbertsma-Reimann.
Zestien gekleurde platen en 54 afbeeldingen
naar teekeningen van leerlingen verluchten den
tekst
Bij de N.V. A. W, Sijthoff's Uitgevers Maat
schappij te Leiden is verschenen het „N-
systeem", een nieuwe biedmethode voor con-
tactbridge, tweede verbeterde en geheel herziene
druk door H. G. Nieuwenhuis.
Bij de Uitgevers Mij. „Holland" te Am
sterdam verscheen „Wij hebben een Koning"
door Dr. J. Koopmans.
Bij de N.V. Uitgeverij Kosmos te Amster
dam verschenen in de reeks „Weten en kunnen",
Parapsychologie en het spiritisme" door Dra.
F. C. Heyster en „Rondom de telepathie" door
de dezelfde schrijfster.
De „Nieuwe Gids" verspreidt een over
druk „Onzijdig in oorlogstijd" door Dr. Alfred
A. Haighton.
Bij de N.V. Uitgeversmaatschappij „Koss
liefhebbers van bloemen en planten" ver
mos" te Amsterdam is in de reeks „Voor
schenen „Borders, hoe men ze maakt en on
derhoudt", door Mien Buys, tuinarchitecte.
Het werk is verlucht met 65 foto's.
Bij den uitgever J. Philip Kruseman te
Den Haag verschenen de volgende boeken:
„Tom Storm's overwinning" door E. B.
Mann, vertaald door Geert Venema; „Land
van beproeving" door Edison Marshall, ver
taling van M. J. Landré-Tollenaar; „Het
mysterie van de vergiftigde taartjes", door
Phoebe Atwood Taylor, vertaald door Frans
van Overvoorde en „Rose vindt het geluk"
door Smilie Loring,, vertaald door J. A. W.
van Hacht.