ÏOie BREIT - ERMEE?'" Niet de eerste de beste Menu van de week Nieuwe Uitgaven VRIJDAG 20 OCTOBER 1939 Twee jongelui van een jaar of vijftien, zestien en me voorbij; uit de verte kun je al zien »ie. e opgewonden zijn over iets en voordat ze bereikt hebben, schallen hun hardè stemmen 1116 al tegemoet. Het gaat over een vechtpartij- f6 en o, wat zijn ze moedig en flink geweest! be eene deed zus flink, de andere was zoo „„.r ze drijven elkaar op in eigenwaan en SS'ige flinkheid. Kort daarna gaat een paartje voorbij ook op Ap fiets. Het is geen toevallige omstandigheid At inist de gesprekken van fietsers zoo gemak- vpliik op te vangen zijn; zij zijn verder van lkaar dan wandelaars, zij vangen meer wind hpbben dus grooter moeite om zich ver- ïïwbaar te maken. Dit paartje nu heeft het natuurlijk niet over en vechtpartij, zij vertellen elkaar een komi- che gebeurtenis, waarbij zij zelf toch wel zóó «vat zóó grappig en zóó sprankelend van geest 7iin geweest, dat zij bij het vertellen ook steeds harder gaan praten, niets van elkaar hooren, alleen maar hun eigen bijzondere geestigheid willen luchten, of er iemand naar luistert doet er verder niet toe. Deze menschen zijn nog zoo mis niet in hun eigen oogen, zij hadden de situatie volkomen in handen, maar je vraagt je dan onwillekeurig wel af als ik nu de andere partij eens hoorde, _oU (}je direct volmondig erkennen dat zij het er volledig bij heeft afgelegd? De eigen prestaties aandikken en die van anderen een beetje verkleinen is een vaak voorkomende manier van vertellen, en een ge sprek krijgt een heel andere beteekenis dan het oorspronkelijk gehad -heeft, omdat beide zij den ervan verder uit elkaar worden gehaald. Zoo komen sommige menschen altijd aan de sterke" verhalen die zij steeds weten te doen, ën die wel met de waarheid overeen komen, maar die aan den eenen kant wat ingekrom pen, aan den anderen kant wat uitgebreid zijn en 'daardoor toch een andere beteekenis heb ben gekregen, maar nu ook meer de moeite van het vertellen waard zijn geworden. Dit is een eigenschap van sommigen: iemand die goed vertellen kan, komt vaak met zulke sterke verhalen, en een ander die dit niet kan, beleeft schijnbaar haast nooit iets wat de moeite waard is. Het is overigens een vrij onschuldig genoe gen; zoolang men er geen ronde leugens van maakt of de reputaties van anderen mee in het geding brengt, is het een manier van vertellen die amusant is, waar men om lachen kan, en die als men weet dat de verteller zijn verha len'weieens meer kleurt, met een korreltje zout kan worden genomen. Ook degene die ze vertelt, weet dat er een sausje overheen gegoten is, om ze smakelijk te kunnen opdienen, maar regelrecht onuitstaan baar wordt het, wanneer het verdichtsel van het verhaal voor waar wordt gehouden, en men dus willens en wetens de mooie rol gaat spelen. Weg is het grappige, weg is de aandacht der toehoorders voor de grap die voor hen van meer belang is dan de rol die de verteller gespeeld heeft. Dan gaat het alleen om die rol en om het superieure ven dengene wien het betreft. Dan wordt het pochen op eigen deugden, op eigen initiatief of moed, op eigen humor of tact, dan is de bedoeling dat het aandachtige gehoor denken zal: dat is toch niet de eerste de besté. En wie dat eenmaal van zichzelf is gaan vinden, is hard op weg om onuitstaanbaar te worden. Of misschien is hij dat dan allang. Hoe we van oud nieuw maken Aardig jurkje met kanten bovenstuk. Hierbij weer eens een modelletje dat op een oude jurk kan worden toegepast. Kant wordt ook dit jaar weer veel gedra gen en een bovenstuk van kant verbant abso luut het idee, dat men met een oude japon te doen heeft. Een smal boordje, dat in een strikje uitloopt vormt de halsafwerking. Van achteren loopt het jasje in denzelfden vorm en wordt in het midden met lusjes en knoopen gesloten. Het mouwtje kan natuurlijk naar verkie zing lang of kort gemaakt worden. Zondag: Gebraden rundvleesch Bloemkool Aardappelen Appelkoekjes Maandag: Koud vleesch, Roode kool. Aardappelen Appelmoes Dinsdag: Rijst met uien en kerrysaus Broodpannekoek met jam Woensdag: Gehakt, Btoofperen Aardappelen Havermoutpap Donderdag: hamslapjes, Uien met tomatensaus Aardappelen Griesmeelschoteltj e Vrijdag: Winterwortelen Aardappelen Groene erwten, Peterseliesaus Ketelkoek Zaterdag: Stamppot van zuur kool met spek, Custardvla met biscuits Op verzoek een gezellig wintergarnituur Heerlijk warm maar toch elegant is dit zellige wintergarnituurtje, dat wij zelf kun nen breien. Over het algemeen is zuiver wol len lingerie nogal kostbaar, doch breien we deze zelf, wat toch een heel prettig en licht werkje is, dan zullen wij verbaasd staan over de weinige kosten, welke wij dan hebben te maken. En wij kunnen eindeloos varieeren, wat model, kleur en motieven betreft. Saai behoeft .onze lingerie dus allerminst te wor den. Vele soorten camisole-wol zijn er; uit dikke en dunne wol, met of zonder zijden draad, kunnen wij onze keus maken. Hoe dunner de wol, hoe eleganter het effect en hoe minder zorgen over onze lijn. Waar wij bij het aan- koopen per se op moeten letten is, dat de wol absoluut krimpvrij is. Ook een kleine tip bij het wasschen is zeker gerechtvaardigd, want hoe langer wij het leven van ons garnituur- tje maar kunnen rekken, hoe liever ons dat is. Laten wij bij het wasschen liefst een lauw sopje gebruiken. Nadat we wel driemaal ge spoeld hebben om toch maar vooral alle zeep kwijt te zijn, knijpen wij het water eruit (wol mag nooit gewrongen worden) en leggen de stukjes op een stevigen badhanddoek, waar op alles netjes in het model 'getrokken wordt. D# handdoek wordt nu stevig opgerold en daarna wat gewrongen; bijna droog kunnen we nu de lingerie uit de zon op een winderig plaatsje hangen. En thans de eigenlijke kwestie, die van het breien. Hoeveel wol wij noodig hebben hangt geheel af van de soort, welke u kiest. Een klein overleg met de verkoopster ervan en u hebt uw voldoenden voorraad. Alle soorten van deze wol breien wij voor dit garnituurtje op 2 alum. nld. no. ZVz. Onze beschrijving la ten, wij volgen voor de maten 42 en 44; ieder kan het echter toch gebruiken, daar het aan tal steken eenvoudig al naar behoeften klei ner of grooter genomen kan worden, even eens het aantal naalden. Ook sommige soor ten wol kunnen een kleine wijziging hierin nbodig hebben. Het hemdje: we beginnen hiermede onder aan en zetten 144 st. op. Tot op 3 cm. van de taille breien we deze in de tricotsteek (recht breien aan de goede- en averecht breien aan de verkeerde zijde van het werk). Nu volgt er een mooie aansluitende boord in 2 r. 2 av. wel ke 46 nld. telt, om daarna weer over te gaan in de tricotsteek tot op een afstand van 8 cm. van de oksel. Het bekoorlijke kantmotiefje komt dan aan de beurt. Gelukkig lijkt het in gewikkelder dan het is. Hebben wij het werk met de goede zijde voor ons, dan beginnen wij de naald met 1 steek gewoon te breien, nuo de draad om de rechternaald slaan, de 2* volgende steken samen breien en herhalen vanaf 0*. Zoo nu en dan breien wij bij deze eerste naald inplaats van 2, 3 st. tezamen, daar het kantje anders te ruim zou vallen, wat niet mooi staat. In de daaropvolgende averechte naald geschiedt in averechts breien precies hetzelfde (echter nu steeds 2 st. sa men breien, want minderen is nu verder niet meer noodig)daar voor het aardige effect de gaatjes moeten verspringen, schuift het sa- menbreien van de 2 st. één steek op naar links (gerekend met de goede zijde voor). Hebben wij op deze wijze 4 gaatjes hoogte gekregen, dan moeten de gaatjes bij den 5den keer den anderen kant op verspringen. Na zoo weer 4 gaatjes hoogte, verspringen zij naar links cn dan nog voor het laatst gedurende 4 gaatjes naar rechts. Het kantje is dan klaar, krijgt nu nog één naald tricotsteek en een laatste naald om alle steken af te kanten en één pandje van het hemdje is dan reeds klaar. Na nog eenzelfde pandje gebreid te hebben, worden de deelen met de goede zijde op elkaar gelegd en met dezelfde wol en een niet te breed naadje stikken wij met fijiie steekjes de zij kanten dicht. Zoo'n naadje bewerken wij dan nogeens extra door met overhandsche steken de beide laagjes netjes op elkaar te naaien. Onderaan het hemdje vouwen we een zoom van 2 a 3 c.m. naar binnen en naaien dit met de flanelsteek en dezelfde wol vast. Een paar zijden schouderbandjes eraan en klaar is ons hemdje. De onderjurk: 184 st. zetten wij hiervoor op cn breien deze ook weer voorloopig in de tri cotsteek. Bij de 20e nld. te beginnen worden aan weerszijden de buitenste twee steken samengebreid, hetgeen steeds herhaald wordt bij elke 10e nld., zoolang tot er nog 144 st. over zijn. Verder kunnen wij nu precies te werk gaan als bij het hemdje. Op 3 cm. afstand van de taille begint ook hier de boord enz. enz. Ook het in elkaar zetten gebeurt op dezelfde wijze. De pantalon:.hiervoor beginnen wij niet on deraan, doch bovenaan. Wij zetten 150 st. op en breien deze meteen in 2 r. 2 av. In de 5de nld. moeten we voor het noodzakelijke elas tiekje gaatjes breien, hetgeen op dezelfde wij ze gebeurt als voor een nld. van het kantje staat beschreven. De 6de nld. is dan weer ge woon in 2 r. 2 av. Is ons boordje 24 nld. hoog, dan gaan wij voorloopig over in de tricotsteek. Het beste is nu even een goedpassende direc toire te raadplegen om nauwkeurig vast te stellen, wanneer met het kruis begonnen moet worden. Zijn wij zoover gekomen, dan meerderen wij in de 75e en 76e steek ieder één steek. Na telkens de naald overbreien moet hetzelfde weer gebeuren in steeds de twee buitenste steken van het kleine stukje breiwerk, dat nu middenin het groote werk ontstaat. Oorspronkelijk blijven dat dus steeds de 75e en 76e steek van het aantal. Telt het kruis 40 st., dan kanten we dit aantal af en breien stuk voor stuk de pijpen af. Na 12 nld. hoogte volgt het kantmotiefje op de be kende wijze. Het voorpandje is nu kiaar; het achterpandje verschilt slechts heel weinig hiermede. Na het breien van de boord gaan wij dus ook hierbij over in de tricotsteek. De nu eerstvolgende naalden zijn echter even af wijkend; voor een mooie coupe is het noodig dat aan de achterzijde een kleine verhooging komt. Dit bereiken we door de eerste naald 10 st. over het midden te breien en dan om te keeren, de tweede naald is precies zoo. Bij de derde en vierde naald breien we 20 st. voor bij het midden, de 5e en 6e nld. 30 st. enz. enz. .tot wij eindelijk de zijkanten bereikt hebben en verder gewoon doorbreien als voor het voorpandje staat beschreven. Erg practisch is het om bij het op de reeds beschreven wijze van in elkaar zetten der dee len, het kruis meteen te voeren met een lapje fijne lingeriekatoen of -zijde in de kleur. Dit vergemakkelijkt zeer het wasschen en voor komt slijtage. NORA HANA Volhouden Maaltijd voor 4 personen, bestaande uit: groene erwtjes, winterwortelen, peterseliesaus en ketelkoek. Benoodigdheden: 6 ons groene erwten 1 K.G. winterwortelen. 100 gr. boter of vet Peterselie. 21/2 ons bloem. 1 ons krenten en rozijnen Gist 1A L. melk. Suiker, zout. Bereiding: De erwten uitzoeken, wasschen 1 24 uur weeken in ruim water. Ze opzet ten met het weekwater en pl.m. 1 uur laten koken. De Wortelen schillen, en in stukjes snijden, ze bij de erwten doen met het zout en pl.m. 15 minuten de geschilde, in stuk ken gesneden aardappelen eveneens toevoe gen. Samen nog uur laten koken. Met een schuimspaan de erwten, wortelen en aard appelen op een. schaal scheppen. Het vocht binden met aangemengde bloem of sago, de boter erdoor roeren, de gehakte peterselie er door roeren. De saus over de groente schen ken. Ketelkoek: De gist aanmengen met wat lauwe melk, bij de bloem doen en de rest van de melk toevoegen. Het deeg flink beslaan, tot alle klontjes er uit zijn en het beslag luchtig is. De gewasschen, uitgelekte krenten en ro zijnen en het zout toevoegen. Het beslag moet tamelijk dik zijn, zoodat de krenten en ro zijnen niet zakken. De kom in een teiltje met lauw water zetten en gedurende 1 uur laten rijzen. Daarna overdoen in een warmen puddingvorm, die met boter ingesmeerd is en met beschuit kruimels bestrooid. De vorm moet hoogstens voor 2/3 gevuld zijn. Een pan met lauwwater opzetten, de pud ding erin zetten en langzaam aan den kook brengen. Daarna IV2 uur laten doorkoken, op letten dat het water bijgevuld wordt, zoodat het even onder de sluiting blijft. De pudding er uit nemén, zonder deksel laten opdrogen en keeren. Warm opdienen met bruine suiker of stroop. Gevulde eieren. Kook de eieren hard, snijdt ze overdwars door en neem een klein puntje van het kapje af, zoodat ze kunnen staan. Hak een rest van kalfsvleesch zeer fijn, hak ook de uitgenomen dooiers en vermeng vleesch en dooiers voor zichtig met mayonnaise. Vul hiermee de hal ve eieren en presenteer er toast met boter bij. Ragout van eend. Schil vier zure appelen, snijdt ze in blokjes en fruit ze met een klein gesnipperd uitje in wat vet van de eenden jus met een laurierblad, een kruidnagel, peper en zout en wat peter selie. Neem de kruiden uit het vet, voeg er hoogstens 1 dL. bouillon bij, zoodat de ragout geen soep wordt en stoof hierin de overgebleven stukjes eend, In tijden van spanning moeten onze gedachten ruim en groot zijn. Een Duitsch vrouwenblad verzucht: Ach, wat voor zorgen hadden we vroeger! Of er wel geld was voor een nieuw herfsthoedje en zonneschijn om ermee te gaan wandelen! Of het nieuwe dienstmeisje wel hard genoeg aanpakte en of onze echtgenoot ons wel te allen tijde precies zóó behandelde als met onze waardigheid overeenkwam! En wat voor ergernissen! Dat de radio van de buren zoo hard toeterde en dat „die men schen boven" nog steeds niet geleerd hadden zich gerulschloos te bewegen! En nuach, hadden we nog onze zorgen en onze ergernissen van vroeger, tweemaal, driemaal zoo zwaar, we zouden dankbaar zijn» Een Parijseh vrouwenblad schrijft: 't Leven schijnt doelloos, nu je man. je verloofde, je zoon aan het front is en de kinderen geëva cueerd. Wat kun je anders doen dan aan kloppen bij vrouwen die het zelfde moeten doormaken; 't zelfde leed, de angst, de leegte en praten, altijd maar weer praten over de geliefden die weg zijn. En treuren over al je tekorten van vroeger Maar 't mag niet. Flinkheid, zelfbeheer- sching, kalmte, zijn de allereerste eischen. Praten, zuchten, schreien, verslapt en Frank rijk heeft sterke vrouwen noodig Heel, héél in 't klein want mogen wij ons eigenlijk wel vergelijken met die vrouwen, wier mannen in onmiddellijk levensgevaar zijn? hebben wij iets dergelijks doorge maakt. Dat was eind Augustus, toen de mobilisatie inging en in de spannende dagen van begin September. Met één slag beseften we, dat het leven bit tere ernst was geworden en al onze kleine zorgen en zorgjes, waarover we een week tevo ren nog volop liepen te tobben, vielen van ons af. Dit was midden in de zenuwsloo- pende spanning een soort bevrijding. Want de eene,groote zorg, die we ervoor in de plaats kregen, was tenminste een zorg, die de moeite waard was. Geen tobberijtje, dat met een beetje meer ruggegraat, met een ietsje meer geduld, met wat meer liefde had kunnen worden over wonnen. Die zorg, die eene, vreeselijke last van donkerheid, woog zwaar; 't leek wel, of al onze nietige tobberijen van vroeger hierin, tezamen met een ontzaglijke deernis om het groote wereldleed, waren ineen gesmolten. Dien last moesten we dragen, samen met alle vrouwen ter wereld. En intusschen moest het dagelijksche werk onberispelijk worden ge daan. Ook Nederland heeft sterke vrouwen noodig, dit hebben we begrepen! Het ergste leed, dat duizenden vrouwen in andere landen moeten doormaken, bleef ons tot nu toe bespaard. En nu.kunnen we sterk blijven in liet besef, dat de eene, groote zorg, waarover we niet spreken, maar die we voelen wegen van minuut tot minuut, moet worden gedra gen, maar dat de andere, kleine zorgjes moe ten wegvallen? Kunnen we ook als deze toestand lang duurt sterke vrouwen blij ven? Of zullen de kleine, onnoozele zorgjes van iederen dag ons weer overmeesteren? De zorgjes om het eigen ik: krijg ik wel genoeg zorg, erkenning, eer, liefde? Worden m ij n kinderen wel rechtvaardig behandeld? Heeft niemand m ij n goede bedoelingen miskend? Laat ons oppassen, dat d i t niet gebeuren kan, dat ons leven, dat een oogen- blik een groote lijn vertoonde, weer klein wordt. Gedachten zijn krachten en daden zijn het ook. Als onze gedachten nietig en gering blij ven rondcirkelen om belangetjes, te flauw om van te praten, dan verzwaren we de ellende van deze wereld, die aan kleinheid en liefde loosheid ten onder dreigt te gaan. Als zelf zucht en hebzucht in onze daden blijven domineeren 0, dit komt in de béste fa milies voor! dan verzwaren wij nog de on vrede, die zich tot oorlog heeft saamgepakt. Maar als onze gedachten ruim en groot zijn, als we enkel en alleen nog maar willen: onszelf vergeten, dragen en dienen en dit ook werkelijk naar ons vermogen doen, dan be reiden we ondanks het vreeselijke, dat misschien nog komen moet, de nieuwe we reld voor, die stellig eens verrijzen zal! Ook wij zijn krachten. Ten kwade of ten goede. We hebben nu 58 st. over en breien hiervan 25 st., zetten 8 st. op een draad voor het beleg en maken de pen af. Deze laaitste 25 st. breien we verder, na 10 pennen beginnen we aan het jukstuk, dat in die gerstekorrel wordt ge breid (1 recht, 1 averecht verspringen). In de eerste pen zetten we 8 steken van het split af 11 st. op een draad voor het zakje, in de volgende pen worden deze er weer bij opgezet. Na 22 toeren kanten we voor den hals eerst 6 st. af en dan nog 3 X 1 st. Het jukstuk is 38 toeren hoog, de 16 st. voor den schouder zetten we op een draad. De rechterhelft van het voorpand is spiegelbeeldig gelijk aan de linkerhelft. Rugpand: De rug is gelijk aan het voorpand, alleen beginnen we het jukstuk 22 toeren boven het armsgat. De hals hollen we niet uit, maar als de armsgaten even lang zijn als die van het voorpand, kanten we 26 steken voor den hals af 'en breien de schouders samen. Mouw: Voor de mouw, die van boven af wordt be gonnen zetten we 24 st. op en maken er aan het eind van elke pen 1 st. bij, tot er 44 st. op de pen zijn. Dan maken we er aan eiken kant nog 10 st. bij en breien 6 pennen, waarna we om de 4 toeren voor en achter aan de peii minderen, tot we nog 44 st. over hebben. Dan breien we nog 25 pennen en minderen daarna om de 4 toeren voor en achter aan de pen tot 40 st. Ten slotte eindigen we met een boord von koordwol op dunne pennen (50 toeren) Beleg: De 10 st., die we voor het beleg op een draad hebben gezet, nemen we op een dunne pen en breien van koordwol 26 ribbels, waarna we afkanten. Het bovenbeleg beginnen we op dezelfde 10 st., na 6 ribbels maken we een knoopsgat van 6 st. breed en vervolgens om de 8 ribbels weer een; boven het derde knoops gat breien we nog 4 ribbels, dan kanten we af. Kraag: Hiervoor zetten we 136 st. op en breien l st. recht, 1 st. averecht. Om de pen breien we voor en achter 2 st. tesamen tot we 106 st. overhebben, waarna we strak afkanten Klepjes op de zakjes: Van de 11 st.„ die we voor de zakjes op een draad hebben gezet maken we 24 st., na 6 ribbels maken we een knoopsgat van 6 st. breed, 11a 10 ribbels kanten we af. Opmaak: Alle losse deelen worden gestreken onder een natten doek, daarna geregen en op de machine in elkaar gestikt. De belegj es worden met de hand aangenaaid. Het afgekante deel van den kraag wor$t op de trui genaaid. Als ook de mouwen in de trui zijn gestikt, strijken we alles nog eens op, zoodat de naden goed plat zijn. Van katoen naaien we een paar zakjes, die achter de klepjes worden gemaakt. Als het beleg en de borstzakjes voorzien zijn van knoopen en de knoopsgaten zijn ge festonneerd, is de trui klaar. Sp. Th. Jam van rozebladen. Doe een laagje poe dersuiker in een steenen potje, daarna een laag je frisscherozebladen, vervolgens weer suiker enz., tot 't potje vol is. Bovenop komt een laagje suiker, sluit het af met cellophane en plak het potje dicht met leukoplast. Zet het daarna weg in een koele, droge, schaduwrijke plaats. De rozenolie zal de suiker doen smelten en na een paar maanden hebt u een heerlijke jam. Jongenstrui Hierbij geven wij u een model van een trui voor een jongen van ongeveer 8 tot 10 jaar, gebreid van gemengde wol met een effen boord, kraag, manchetten en klepjes op de zakken. Benoodigdheden: 250 gr. gemengde wol en 50 gr. effen koordwol en een paar knopjes- pennen no. 2>/2 voor de koordwol en een paar no. 4 voor de gemengde wol. Voorpand: We zetten voor het voorpand 90 st. op pen nen 2'/2 op en breien 40 toeren 1 recht 1 ave recht. Dan beginnen we met de gemengde wol en de dikke pennen en maken van elke 6 steken 5, door 4 st. gewoon te breien en dan te minderen, enz. Hebben we 76 steken op de dan breien we 1 pen recht, 1 pen averecht, 80 toeren en kanten voor het armsgat aan weerskanten 10 st. af (6-2-2). Bij de N.V. G. F. Callenbach te Nijkerk is een boek van Dr. K. H. Miskotte verschenen „Edda en Thora". De schrijver heeft zich, meenend dat een nieuwe bezinning noodig is, tot taak gesteld de herleving van het heidendom te omschrijven door een vergelijking van de voornaamste reli gieuze voorstellingen van de goden- en helden liederen der oud-Germaansche Edda met die van het Oude Testament (Thora, Heilige Leer). Dit boek behandelt een actueel vraagstuk Edda: het Epos van de oude Germaansche reli gie. Thora: Israels wet, getuigenis en woord. Dr. Miskotte wil zijn lezers er van overtuigen dat thans in de wereld een strijd gevoerd wordt om heidendom en openbaringsreligie (Chris tendom), Edda en Thora. De N.V. Boekhandel en Uitgevers Mij. v.h. W. P. van Stockum en Zöon te Den Haag ver scheen het „Aviatisch A. B. C.", een handlei ding in de moderne talen voor menschen, die werkzaam zijn op het gebied van de luchtvaart. Het werk werd samengesteld door mr. H. ter Horst, R. Kramer en W. Gephart. Hugh P. Vowles schreeft een boek „De Oekraïne", geschiedenis van het land en zijn bevolking. In de Nederlandsche vertaling en bewerking van J. B. Th. Spaan is dit boek thans verschenen bij de N.V. Van Holkema en Wa- rendorf te Amsterdam. Bij de Uitgevers Mij. W. J. Thieme en Co. te Zuphen is verschenen „Oog, word wakker", een bijdrage tot het teekenonderwijs op de Lagere School door A. en O. Tröndle-Engel, vertaald door Dr, Marta Halbertsma-Reimann. Zestien gekleurde platen en 54 afbeeldingen naar teekeningen van leerlingen verluchten den tekst Bij de N.V. A. W, Sijthoff's Uitgevers Maat schappij te Leiden is verschenen het „N- systeem", een nieuwe biedmethode voor con- tactbridge, tweede verbeterde en geheel herziene druk door H. G. Nieuwenhuis. Bij de Uitgevers Mij. „Holland" te Am sterdam verscheen „Wij hebben een Koning" door Dr. J. Koopmans. Bij de N.V. Uitgeverij Kosmos te Amster dam verschenen in de reeks „Weten en kunnen", Parapsychologie en het spiritisme" door Dra. F. C. Heyster en „Rondom de telepathie" door de dezelfde schrijfster. De „Nieuwe Gids" verspreidt een over druk „Onzijdig in oorlogstijd" door Dr. Alfred A. Haighton. Bij de N.V. Uitgeversmaatschappij „Koss liefhebbers van bloemen en planten" ver mos" te Amsterdam is in de reeks „Voor schenen „Borders, hoe men ze maakt en on derhoudt", door Mien Buys, tuinarchitecte. Het werk is verlucht met 65 foto's. Bij den uitgever J. Philip Kruseman te Den Haag verschenen de volgende boeken: „Tom Storm's overwinning" door E. B. Mann, vertaald door Geert Venema; „Land van beproeving" door Edison Marshall, ver taling van M. J. Landré-Tollenaar; „Het mysterie van de vergiftigde taartjes", door Phoebe Atwood Taylor, vertaald door Frans van Overvoorde en „Rose vindt het geluk" door Smilie Loring,, vertaald door J. A. W. van Hacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 9