Puitsche propaganda
Moskou keert
maatregelen op
zich tegen dwang-
koopvaardijschepen
Engeland geconcentreerd
Oom Sam's vrees,
zorg en vastberadenheid
düdet km op de confeientie
te J$eciiin cichtUinen hebben aattqeqetxen.
Antwoord op Britsche nota's.
RADIO
__*r—il
JON'
nERDAG 26 OCTOBER 1939
meldt uit Ziirich: Uit over het algemeen
«baren bron worden omtrent hetgeen zich
Itfld' heeft in de door Hitier bijeengeroepen
^•rentie der gouwleiders de volgende bijzonder-
•^fiifmet hetgeen tot dusverre is gepubli-
Vwerden de gouwleiders geenszins geraad-
A over de stemming in Duitschland. Het was
raad" die b'ijeenkwam, maar een nationaal
N^.Micrhe vergadering.
Hitler kondigde allereerst aan dat een
„1 phase van den oorlog ging beginnen,
v de bekende stellingen te hebben herhaald
t den oorsprong van den oorlog en in
-Sere bewoordingen te hebben betreurd dat
S streven naar herstel van den vrede ver-
Wsch was gebleven, kwam de rijkskanselier
'fde conclusie, dat Engeland de voornaam-
1 verantwoordelijkheid droeg voor deze
lukking. De ervaringen, die wij hebben op-
-.a z00 zette hij uiteen, toonen na zoo
andere aan dat de veiligheid van het Rijk
Sit zal kunnen worden verzekerd, zoolang
-beland geen ernstige les heeft gekregen,
nijrom zoo zeide hij met klem, heb ik beslo-
$5 rl agt 'van nu a£ aan het voornaamste streven
J worden gericht tegen den erfvijand van
«is vaderland.
deze actie rekent het Rijk op de algeheele
^werking van de vertrouwensmannen der par-
De taak zal veelvuldig zijn: in het binnenland
':,„j zjj met alle te hunner beschikking staande
;:jfIen een felle beweging der openbare meening
«n Groot Brittannië in het leven moeten roepen
aanwakkeren. Bovendien zullen zij de regeering
r«!en helpen bij het streven om stroomingen van
«ontwaardiging in de wereld te wekken tegen die
ïdheid. Tenslotte zullen zij de noodige maat-
cn moeten nemen, opdat de continentale blok-
jj verzekerd worde van de goedkeuring van het
Veele land.
Vervolgens deed Hitier een beroep op de toewij-
i van zijn gouwleiders. „Ik stel u persoonlijk
antwoordelijk", zoo zeide hij, „voor de wijze
Jnirop mijn bevelen zullen worden uitgeroerd.
N (jfr UWer zal rekenschap moeten afleggen van
fcbijdrage die hij geleverd heeft tot de verdedi-
II vaD ons volk. Goebbels zal u gedetailleerde
(moties geven over de manier, waarop wij wil-
dat gij uw taak leidt".
Goebbels gaf hierop een uitvoerige uiteenzetting
-tegenwoordigheid van Hitier. Allereerst ver
arde hij welke de thema's moesten zijn van .de
ëkomstige propaganda. De voornaamste zijn:
dat Duitschland verwijt de Tsje-
iteche en Poolsche volken tot slavernij te hebben
ióraeht, put zijn kracht slechts uit wilde onder-
ri&ing van andere volken: Palestina, Indië enz.
De Engelsehe leiders onderdrukken hun eigen
dat zij een oorlog hebben opgelegd om zich
eroonlijk te verrijken.
i.'Achter deze winstjagers staat de Jood, de
iwige profijttrekker, de eeuwige vijand van het
litsche volk, die hardnekkig zijn omsingeling
ortzet.
J, De Engelsehe aristocratie is geheel corrupt en
|(t „high society" vormt een nest van schandalen.
Voortgaande gaf Goebbels een uiteenzetting van
practische middelen, die de gouwleiders zullen
[Keten gebruiken om den toorn van het Duitsche
té tegen Engeland op te wekken. Zij zullen ver
moeten organiseeren, niet alleen in het
lenland, maar ook aan het front. Zij zullen ter
Wrgemakkelijking van hun taak fotografische
iieumentaties krijgen, waaraan beweerde schan-
verhaald worden, die zich hebben voorge
in de Engelsehe hooge kringen en waarin een
lechrijving wordt gegeven van het leed, dat de
for Engeland verdrukte volken ondergaan, van
p wreedheid, waarmede Engeland de geheele
tereld zijn hegemonie in den loop der geschiede-
lis heeft opgelegd enz. Uitdrukkelijk verklaarde
Gcebebls dat de persdienst alle berichten van dit
pre moest opsporen en over de geheele wereld
verspreiden zonder zich al te veel zorg te maken
«Kr het vaststellen van de juistheid, aangezien
id belangrijkste was dat zonder ophouden de-
sl'de zaken werden herhaald en dat de wereld er
na wordt overtuigd dat Engeland den oorlog voert
se altijd heeft gevoerd met illegale methoden, met
ia grootste verachting voor het volkenrecht en
voor de internationale conventies.
Toen hij afscheid nam van de gouwleiders, zeide
lij lachend tot een hunner: „Zelfs wanneer wij er
'Jet In slagen htjt Engelsehe volk te overtuigen dat
bedrogen wordt door zijn leiders', zullen wij
to minste het Duitsche volk immuun hebben ge
ruit tegen de geallieerde propaganda. Wanneer
witschers de radio uit Londen op Parijs aanvallen
CMren richten op den Führer of een onzer, zullen
^P«cteerdeVan^S ^n9e'5C^e militaire centra
,fin der »,.i i'1)9 George de manschappen van
'r#lnlngslcampen .ergens op het land"
zij zich herinneren, dat wij hetzelfde doen in
Frankrijk en Engeland."
Havas voegt hieraan nog toe dat, hoewel Frank
rijk in het algemeen en Daladier in het bijzonder
door de Duitsche propaganda zullen worden ge
spaard, Paul Reynaud voor die propaganda in
Frankrijk een gelijke rol zal vervullen als Chur
chill in Engeland.
Lord Camrose treedt uit het
Engelsehe ministerie van
voorlichting.
Zijn taak als geëindigd beschouwd.
Lord Middleton verklaarde te betreuren dat 't
Hoogerh-uis medegedeeld, dat hij met Lord
Macmillan, den minister van voorlichting,
overeen is gekomen, dat hij niet langer een
officieele positie in het ministerie zelf zal
bekleeden. De organisatie is thans in werking
en zonder twijfel zal Lord Macmillan het
op juiste wijze laten functioneeren.
Lord Camrose herinnerde er aan dat hij tot
het ministerie was toegetreden om te helpen bij
de pers-aangelegenheden, welke thans niet
meer onder het ministerie ressorteeren.
Lord Midleton verklaarde te betreuren dat het
ministerie beschikt over een staf van controlee
rend personeel van 61 personen, waarvan 56 een
salaris van 800 pond sterling per jaar en meer
verdienen, terwijl van de vijf overigen het salaris
nog niet is vastgesteld. Verder beschikt het
ministerie over twee honderd ondergeschikte
ambtenaren, afgezien van de klerken en de bood
schappers. Spreker vroeg een drastische bezui
niging.
Poolsche oud-ambassadeur
omgekomen.
Russen overmeesterden zijn kasteel na
dappere verdediging.
Volgens een bericht uit Kaunas zou de vroegere
Poolsche ambassadeur te Londen, Skirmunt, met
zijn broeder en zijn zuster door de Russen omge
bracht zijn op zijn kasteel te Molotof. Een klein
garnizoen van twintig soldaten verdedigde zich
dapper tegen de Russen. De meeste personen, die
op het kasteel een toevlucht hadden gezocht, on
der wie verscheidene menschen van aanzien,
slaagden er in te ontkomen en het op 80 Kilometer
afstand gelegen Wilna te bereiken.
Skirmunt, zijn broeder en zijn zuster waren
echter te oud om lange afstanden te voet te
leggen: zij kwamen om, toen het kasteel over
meesterd werd.
DE REDE VAN KONING LEOPOLD TOT DE
VER. STATEN.
Het persbureau Belga meldt:
Tengevolge van een vergissing in den datum is
medegedeeld dat Koning Leopold in den nacht
op heden, Donderdag, een rede zou richten tot
de Vereenigde Staten.
Deze rede is in de Vereenigde Staten aan
gekondigd voor den avond van 26 October. De
rede zal dus te Brussel worden uitgesproken
Vrijdag 27 October des ochtends omstreeks
kwart over twee.
Zuid-Afrikaansche minister aan
het woord.
De Unie Is zich van haar taak bewust.
Kolonel Reitz, de Zuid-Afrikaansche minister,
die in Londen is aangekomen om deel te nemen
aan de besprekingen met de Dominions over de
vraagstukken samenhangend met den oorlog,
heeft naar Reuter meldt, van Londen uit voor.
de radio o.a. het volgende verklaard:
De Zuid-Afrikanen zullen vechten voor hun
vrijheid tezamen met al degenen, die vrij wen-
schen te zijn.
Reitz zeide het voorbarig te achten aan te dui
den welke bijdrage Zuid-Afrika tot den oorlog
zal leveren, maar zoo voegde hij hieraan toe,
wij hebben op ons genomen de Britsche marine
basis van Simonstown (nabij Kaapstad) met al
onze hulpmiddelen te beschermen. Wij zullen
Zuid-Afrika vasthouden tegenover alle ver
overaars en zullen helpen bij de verdediging van
andere gebieden in Afrika, welke tot het Brit
sche rijk behooren.
Wij zullen Zuid-West-Afrika behouden
omdat het geografisch een integraal deel
vormt van de Zuid-Afrikaansche Unie en
tweederde van zijn bewoners onze eigen
burgers zijn. Reeds hebben wij daar alle
nationaal-socialistische onruststokers ge
ïnterneerd, die onlusten verwekten, even
als wij alle nationaal-socialistische propa
gandisten in Zuid-Afrika geïnterneerd heb
ben. En indien Tanganyika of andere pro
tectoraten bedreigd worden, zullen wij ons
volle gewicht in de schaal werpen.
Zijn gehoor er aan herinnerend dat Zuid-
Afrika in het verleden twee bittere oorlogen te
gen Groot-Brittannië gevoerd heeft, en dat hij
zelf onder de wapenen geweest is tegen 't Brit
sche rijk, zeide kolonel Reitz tenslotte: Na ons
in den oorlog verslagen te hebben, heeft Groot
Brittannië ons behandeld met een edelmoedig
heid, welke in de geschiedenis ongekend is. Het
heeft ons zelfs een grootere mate van vrijheid
toegestaan dan wij onder onze eigen vroegere re
publieken genoten hadden.
Vragen in liet Lagerhuis over
vermijding van den oorlog.
Britsche regeering wil voorstellen over een
„stabiel internationaal systeem" bestudeeren.
In antwoord op een reeks vragen in het Lager
huis heeft de Britsche onderstaats secretaris van
buitenlandsche zaken, Butler, gezegd dat de Brit
sche regeering bereid is ieder voorstel te over
wegen, dat een stabiel internationaal systeem be
oogt, met het doel oorlog te vermijden en inter
nationale geschillen te regelen door vreedzame
middelen. Hij voegde hieraan toe, dat de regeering
op het oogenblik niet bereid is een speciale com
missie in te stellen, welke het vraagstuk van een
Europeeschen statenbond in de toekomst moet be
studeeren.
Leach, de afgevaardigde van de oppositioneele
Labour, vroeg den minister-president, of hij aan
het Duitsche volk zou willen mededeelen, dat
Engeland bereid is de mogelijkheid van een Ver.
Staten van Europa te bestudeeren als deel van de
vredes voorwaarden.
Butler antwoordde, dat dit in gedachte zal wor
den gehouden. Hij verklaarde er niet aan te twij
felen of het Duitsche volk thoorde veel van wa
in het Huis werd besproken.
In antwoord op een vraag van Mander (liberale
oppositie) zeide Butler,' dat het ministerie van bui-
tenlandsche zaken deze zaak ernstig bestudeert en
hij herinnerde aan de ver-klaring van minister
president Chambérlain op 12 October, toen een lid
van de Labour oppositie vroeg of de bevrijding
van het Duitsche volk op den voorgrond zou wor
den geplaatst bij een formuleering van het doel
van den oorlog.
De minister van marine, Churchill, zeide dat
hij hoopt over een week in staat te zijn een ver
klaring af te leggen over het onderzoek naar het
verloren gaan van de „Royal Oak".
Minister-president Chamberlain voegde hieraan
toe, dat hij een aantal verklaringen heeft gezien
van den commandant van de duikboot over het tot
zinken brengen van de ,;Royal Oak". Voor een deel
v/aren dit herhalingen van hetgeen in het Lager
huis is gezegd en voor een deel hadden zij niets
met de zaak te maken.
Recht van compensatie
voor geleden verliezen
voorbehouden.
w.
MOSKOU 26 October (Tass). Op 25 October
heeft de assistent-volkscommissaris voor buiten-
landsche zaken, Potemkin, den Britschen ambassa
deur te Moskou, Seeds, het onderstaande ant
woord overhandigd van de Russische regeering op
de Britsche nota's van 6 en 11 September 1939 be
treffende de oorlogscontrabande:
Het volkcommissariaat voor buitenlandsche za
ken heeft op instructie van de regeering der Sovjet
Unie de eer het volgende te verklaren:
1. De aankondiging bij eenzijdige daad van de
Britsche regeering van een lijst goederen, die ver
klaard worden tot oorlogscontrabande in de nota
van 6 September, vormt een schending van de be
ginselen van het internationale recht, die hun alge-
meene uitdrukking hebben gevonden in de inter
nationale verklaring op de regelingen van den
oorlog ter zee van 26 Februari 1909, benadeelt
ernstig de belangen van de neutrale landen en ver
woest den internationalen handel. Door in deze lijst
van oorlogscontrabande goederen op te nemen en
artikéleh zooals brandstof, papier, katoen, véevoe-
der, schoeisel, kleeding en materialen voor de ver
vaardiging daarvan en zelfs alls levensmiddelen
brood, vleesch, boter, suiker en andere voedings
middelen, proclameert de Britsche regeering in
feite tot contrabande de fundamenteele artikelen
van het massaverbruik en schept zij de mogelijk
heid eener onbeperkte willekeurigheid om alle ar
tikelen van volksverbruik onder te brengen in de
klasse van oorlogscontrabande. Dit leidt onvermij
delijk tot een diepe desorganisatie van de bevoor
rading der vreedzame burgerbevolking met
levensbehoeften, brengt ernstig de gezondheid en
het leven der vreedzame bevolking in gevaar en
voorspelt ontelbare rampen voor de massa's van
het volk.
Het is bekend, dat de algemeen erkende be
ginselen van het internationale recht geen lucht
bombardement toestaan op de vreedzame bevol
king van vrouwen, kinderen en ouden van dagen.
Op dezelfde gronden acht de Sovjetregeering het
ontoelaatbaar, de vreedzame bevolking levensmid
delen, brandstof en kleeding te onthouden en op
die wijze kinderen, vrouwen, ouden van dagen en
invaliden bloot te stellen aan iedere ontbering en
honger door goederen voor volksverbruik tot oor
logscontrabande te verklaren.
Uitgaande van het bovenstaande heeft de Sovjet
regeering verklaard daat zij het niet eens is met
de nota der Britsche regeering van 6 September
en dat zij weigert de geldigheid dezer nota te er
kennen.
2. De regeering der Sovjet-Unie verklaart even
eens, dat zij het niet eens is met de Britsche nota
van 11 September en dat zij niet de geldigheid
dezer nota, welke de eenzijdige instelling door de
Britsche regeering van een stelsel van controle op
de koopvaardijschepen van neutrale landen in spe
ciaal voor dat doel door de Britsche regeering aan
gewezen havens ter kennis brengt. De Sovjetre
geering beschouwt het volkomen ongemotiveerd,
en willekeurig het aandoen van bedoelde havens
door deze schepen: verplichtend te stellen, waarbij
bovendien gedreigd wordt de schepen zoo noodig
naar deze haven, op te brengen.
Dergelijke maatregelen schenden de elementaire
beginselen van de vrijheid der koopvaardij.
Evenmin komen zij overeen met de internatio
nale verklaring van 25 Februari 1909 èn het be
sluit van het Haagsche Hóf van 6 Mei 1913 in het
geval van de Fransche stoomboot „Carthage".
Tegelijkertijd kan de Sovjetregeering niet na
laten te verklaren, dat de koopvaardijschepen der
Sovjet-Unie staatseigendom* zijn en alleen reeds
om dezen reden niet onderworpen kunnen worden
aan eenige dwangmaatregelen, welke zouden wor
den toegepast op particuliere koopvaardijschepen.
3. Op grond van het bovenstaande behoudt
de regeering der Sovjet-Unie zich het recht
voor van de Britsche regeering compensatie
te eischen voor verliezen veroorzaakt aan
organisaties, instellingen, of burgers der
Sovjet-Unie door bovengenoemde maatrege
len der Britsche regeering en daden der Brit
sche autoriteiten.
w.g. De volkscommissaris voor Buiten
landsche Zaken
MOLOTOF.
(Van onzen New-Yorkschen correspondent)
anneer deze brief Nederland bereikt zal
de Volksvertegenwoordiging der Ver
eenigde Staten wellicht reeds een beslis
sing hebben genomen inzake de door de
regeering voorgestelde opheffing van het wapen
embargo. Daarover wordt derhalve nu niets ge
schreven, maar wel is het goed op eenige zijden
van de vele problemen waarvoor de Vereenigde
Staten zich door den oorlog geplaatst zien, het
licht te laten vallen. Dit moet voortdurend ge
schieden want met elke nieuwe phase in het
Europeesehe tafereel krijgt het probleem ook voor
de Vereenigde Staten meer kanten en een andere
belichting en dat de Vereenigde Staten in het
kader van den oorlog een factor van enorm ge
wicht zijn zal niemand ontkennen. Hoe ook de
uitslag van de stemming over de opheffing van
het embargo zal zijn, de vraag of Amerika in den
oorlog betrokken zal worden, zal er niet minder
dringend om zijn. Dit blijkt duidelijk uit het feit,
dat de pro- en de contra-embargo-menschen
elkaar wederkeerig verwijten op deelneming van
Amerika aan den oorlog aan te sturen. En hoe het
Amerikaansche volk in groote lijnen denkt blijkt
uit den uitslag van een der vele door dr. Gallup's
onderzoekingsinstituut gehouden enquêtes. Gal
lup's onderzoekingsmethode wordt "hier als zeer
betrouwbaar beschouwd en er wordt nu dus ook
groote waarde gehecht aan het feit dat op zijn
vraag: „denkt ge dat Duitschland, wanneer het
als overwinnaar uit den oorlog zou treden, Ame
rika aan zou vallen?" niet minder dan 67 pCt.
een overtuigd-bevestigend antwoord heeft gege
ven. Hiermede wil ik geenszins zeggen dat die ge
dachte daarom juist is, noch dat ik in eenig op
zicht eerbied heb voor deze volksovertuiging, die
meer op intuïtie dan op kennis der feiten is ge
baseerd, maar als beeld van wat de bevolking der
V.S. denkt is zulk een vraag en zulk een antwoord
merkwaardig en kenschetsend. Het spreekt van
zelf dat deze 67 pCt. achter Roosevelt staan in
diens buitenlandsche politiek en dat de anderen
in deze en in andere opzichten anti-Rooseveltia-
nen zijn. Hier komt weer duidelijk tot uiting dat
de Amerikaansche binnen- en buitenlandsche
politiek onontwarbaar met en in elkander ver
weven zijn. Dit is zelfs in zulk een mate het
geval dat vele van hen, die voor den „binnen-
landschen" Roosevelt zijn, derhalve ook met zijn
buitenlandsch beleid meegaan en dat ge omge
keerd hetzelfde opmerken kunt. Hier komt een
feit naar voren dat iedereen, die de Amerikaan
sche politiek tracht te begrijpen, altijd voor oogen
moet houden: een groot gedeelte van allen poli-
tieken strijd in de V.S. wordt bepaald door de
sympathieën en de antipathieën jegens de staats
mansfiguur Roosevelt. Er is geen man in Ame
rika vuriger gehaat en intenser geliefd dan
Roosevelt.
Zij die Roosevelts tegenstanders zijn maken er
in het geheel geen geheim van dat een uit
breiding van diens bevoegdheden (zooals bijvoor
beeld de opheffing van het embargo er een is)
den president een macht geven, die volgens hun
meening dictatoriaal genoemd moet worden. Ook
de aanvaarding van een eventueelen derden pre-
sidentieelen termijn door Roosevelt noemt men
in die kringen een verdere schrede naar de dic
tatuur. Oud-generaal Hugh S. Johnson die on
miskenbaar gezag bezit en die dagelijks in een
aantal kranten schrijft, schreef dezer dagen dat
„machtsbevoegdheden-in-noodtoestand (emer
gency-powers) incasu: in oorlogstijd verleend aan
Roosevelt niets minder beteekenen dan Hitler's
bevoegdheden". Vooral het feit dat deze beyoegd-
heden voorzoover zij op het economische leven
betrekking zouden hebben, een uitvloeisel zouden
zijn van- en gebaseerd zouden zijn op het Roose-
veltiaansche economische stelsel dat „New-Deal"
wordt genoemd, maakt de Anti-Roosevelters doo
delijk angstig voor de gevolgen van zulk een pre-
sidentieele „dictatuur". Dezelfde Hugh Johnson
schrijft: „Wij kunnen geen New-Deal-oorlog ris-
keeren! Een economisch stelsel dat heeft geleid
tot het meest dwaze en kostbaarste programma
van proefnemingen in de historie der Vereenigde
Staten en zoo dikwijls zulke ruïneuze resultaten
heeft opgeleverd is zeker niet in staat eenige
waarborg voor een gunstig resultaat in oorlogs
tijd te verschaffen!! Ik vermeld deze zinsnede
uit het betoog van een der vooraanstaande anti-
Roosevelt-menschen om aan te toonen dat de
strijd hier fel gestreden wordt en dat deze strijd
niet alleen gaat om de vraag of de Vereenigde
Staten op deze of gene wijze buiten den oorlog
kunnen blijven, doch ook om het groote vraag
stuk en strijdpunt der binnenlandsche politiek:
de figuur Roosevelt. Natuurlijk: niet als mensch,
doch als staatsman.
Hoe het Congres moge beslissen over de al of
niet intrekking van het embargo en hoezeer de
voor- en tegenstanders van deze intrekking
elkaar mogen verwijten dat zij op oorlog voor de
Vereenigde Staten aansturen, men moet evenzeer
voor oogen houden dat ieder van deze beide par
tijen er voor zich zelf ten stelligste van overtuigd
is den vrede voor Amerika te bevorderen. Zoowel
Roosevelt als zijn tegenstanders willen Amerika
uit den Europeeschen heksenketel houden. Dit
beteekent een merkwaardige „historische" evolu
tie vergeleken bij 1914. Key Pittman, voorzitter
van de commissie voor buitenlandsche zaken van
den senaat (Senate Foreign Relations Commit
tee) heeft onlangs voor den microfoon gezegd
Wanneer een oorlogvoerende natie zijn oorlog
voering uitstrekt tot onze wateren zullen wij hem
daaruit verwijderen; het is niet noodig dat wij
verder gaan". Hoever „onze wateren" zich uit
strekken is nog een open vraag, die dezelfde is als:
hoe ver gaat de aardrijkskundige strekking van
de Monroeleer? Men kan, dunkt mij wel zeggen,
dat bijvoorbeeld zoowel Centraal- en Zuid-Ame-
rika als ons Curacao binnen „onze wateren" lig
gen. Waarmede dan tevens gezegd is dat wat in
den vorigen oorlog is geschied nu niet meer mag
voorkomen: toen is een Duitsch koopvaardijschip
tot zinken gebracht in de West-Indische wateren
en aan den anderen kant hebben Duitsche krui
sers toen Zuid-Amerikaansche havens aange
daan. De Duitsche duikboot U-53 heeft in den
vorigen oorlog verschillende Britsche- en neutrale
handelsvaartuigen tot zinken gebracht in de
buurt van Nieuw Engeland. Dit zal nu, volgens
de in dezen zéér eenstemmige en evenzeer vast
beraden opvatting van alle Amerikanen, niet meer
mogen voorkomen. Dezer dagen schreef een New-
Yorksche Courant „Wanneer wij onze schepen
uit de Europeesehe gevaarlijke zóne terugtrekken,
dan planten wij onze vlag steviger dan ooit in
ons geheele Amerikaansche werelddeel, wat trou
wens een heel wat betere plaats is dan waar ook
in Europa".
Hier zijn vijf feiten die in verband met het
voorgaande moeten worden gezien.
1) Een jaar geleden heeft president Roosevelt
in een toespraak te Kingston (Canada) gezegd,
dat wanneer Canada ooit zou worden aangevallen
de Vereenigde Staten niet werkeloos zouden blij
ven toezien.
2) De regeering der Vereenigde Staten heeft
het terrein voor patrouillediensten van de vloot
vagelijk bepaald op „eenige honderden mijlen"
buiten de Atlantische kust.
3) President Roosevelt heeft op een recente
persconferentie verklaard dat „onze territoriale
wateren zoover strekken als onze nationale be
langen vereischen".
4 In een latere persconferentie heeft de pre
sident gezegd dat, volgens de Monroe-leer („Ame
rika voor de Amerikanen") Britsche- en Fransche
bezittingen in de Amerikaansche sfeer niet door
een andere vreemde mogendheid kunnen worden
overgenomen.
5 Ondersecretaris van Staat Welles heeft op
de laatste Pan-Amerikaansche Conferentie de be
langrijke verklaring afgelegd dat de tijd is ge
komen dat de 21 Amerikaansche republieken
„duidelijk en in geen plaats voor twijfel open
latende termen" moeten verklaren dat zij „oor
logsdaden in de nabijheid van de stranden der
Nieuwe Wereld" niet kunnen dulden.
Ik zie heel duidelijk de mogelijkheid dat volken-
recbtelijk-bekwame lieden bij het lezen van deze
vijf feiten en uitspraken een juridische rilling
soms niet zullen kunnen onderdrukken. Maar dit
staat vast: alle Amerikanen zijn 't ermede eens,
en: zij dragen bij tot het begrip van de opvattin
gen, die de Vereenigde Staten huldigen en van
de daden, die daarvan misschien nog wel eens
het gevolg zullen zijn.
Mr. E. ELIAS.
(Wij teekenen hierbij aan dat, gelijk bekend,
nog geen beslissing inzake de wijziging der Ame
rikaansche neutraliteitswet gevallen is. Red.).
Een Engelsch-Fransch arbeidsfront
gevormd.
Actie valt samen met de gemeenschappelijke
politiek der beide landen.
De Daily Telegraph meldt dat een vereenigd
Engelsch-Fransch arbeidersfront in het leven is
geroepen door het besluit tot instelling van een
gezamenlijk valcvereenigingscomité, dat de C.G.T.
en het Trade Union Congress vertegenwoordigt
en bestaat uit zeven leden uit elk land. Het Comité
zal maandelijks zitting houden, afwisselend in
Londen en Parijs. Een Britsche vakvereenigings-
1 eider, die door de Daily Telegraph geïnterviewd
is, verklaarde, dat het besluit beteekent dat de
Britsche en Fransche organisaties der arbeiders
klasse een vereenigd front vormen tegen het
Hiüerisme, dat de ontkenning is van alles, waar
voor de bevrijde vakbeweging der beide demo
cratieën staat. De arbeidersleiders der beide landen
zullen in voortdurend contact staan met betrek
king tot de methoden om den oorlog voort te zet
ten, practisch op dezelfde wijze als de politieke
en militaire leiders hun doelstellingen, hulpbron-
i, en tactiek saamgevoegd hebben.
PROGRAMMA
VRIJDAG 27 OCTOBER
HILVERSUM I, 1875 en 414.4 M.
Algemeen programma, verzorgd door
de KRO.
Berichten ANP. 8.05—9.15 en 10.— Gramo-
foonmuziek. 11.30 Bijbelsche causerie 12.— Berich
ten 12.15 Paul Wijnappel's strijkensemble (12.45-
I.10 Berichten ANP en gramofoonmuziek. 1.30—1.40
Gramofoonmuziek). 2.— Orgelconcert en gramo
foonmuziek 3.Gramofoonmuziek 3.15 KRO-or-
kest (4.904.15 Gramofoonmuziek) 5.Gramo
i'oonmuziek. 5.15 KRO-Melodisten en solist (6.00
6.15 Gramofoonmuziek) 7.Berichten 7.15 Cau
serie ..De internationale arbeidsmarkt in oorlogs
tijd". 7.35 Gramofoonmuziek. 3.— Berichten ANP.
8.15 KRO-orkest en de KRO-Boys. 9.15 Gramo
foonmuziek 9.35 Radiotooneel 10.05 Het Rococo-oc
tet 10.30 Berichten ANP 10.40 Gramofoonmuziek
10.45 Bertus van Dinteren's orkest. 11.0512.00
Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II. 301,5 M.
8.— VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO
9.— VARA 10.40 VPRO 11.00—12.00
VARA
8.Berichten ANP Gramofoonmuziek. 10 Mor
genwijding 10.20 Piano-voordracht 10.50 Declamatie
II.10 Graimofoorunuziek 11.20 Orgelspel 12.De
Palladians 12.45 Berichten ANP, Gramofoonmuziek
I.15 AVRO-Amusementsorkest (opn.) 2.Voor de
vrouw 2.10 Het Lyra-Trio 2.45 Disco-Variété 3.30—
4.00 AVRO-Dansorkest 4.05 Gramofoonmuziek met
toelichting 4.35 Gramofoonmuziek 5.Voor de
kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek 6.— De Ramblers
6.30 Letterkundig overzicht 6.50 Gramofoonmuziek
7.Orgelspel en zang. 7.18 Berichten ANP. 7.30
Causerie „De Kans". Hierna: Spier-kwintet. 8.30
Cyclus „Het ontwaken van het platteland" (II)
9.Vraag en antwoord 9.15 Fragmenten uit de
operette „Ein Walzertraum". 10.15 Puzzle-uitzending
10.30 Gramofoonmuziek 10.40 Avondwijding 11.
Berichten ANP. 11.10 Jazzmuziek (gr.pL) 11.40—
12.00 Hammond-orgelspel.
ENGELAND, 391 en 449 M.
9.35 Morgenwijding 6.50—10.20 lichte muziek.
II.00 Optreden van een solist(e). 11.20 Berichten
11.35 Dansorkest 12.05 Orkestconcert 12.351.20
Lichte muziek 2.20—2.55 Orgelspel 3.15 Gramo
foonmuziek 3.20 Berichten 3.35 Causerie 3.50 Va
riété 4.20 Kinderhalfuur 4.50 Orkestconcert 5.20
Berichten 5.35 „These days in the West", causerie.
5.50 Uit Turkije: Lichte muziek 6.20 Variété 6.50
Mededeelingen 7.20 Optreden van een solïst(e) 7.35
Variété 8.20 Berichten 8.35 Gevarieerd programma.
9.20 Variété 9.50 Orkestconcert 10.35 Dansorkest
11.2011.35 Berichten.
RADIO-PARIS, 1648 M.
Geen opgave ontvangen.
KEULEN, 456 M.
5.50 Gramofoonmuziek 7.50 Leo Eysoldt's klein-
orkest 9.30 Gramofoonmuziek 9.5010.20 Geva
rieerd programma. 11.20 Fabrieksorkest 12.20 Om
roeporkest 1.35 Populair concert 2.302.40 Zang.
3.20 Hans Bund's orkest. 5.Zang 5.20 Omroep-
kleinorkest 7.3512.20 Zie Deutschlandsender.
BRUSSEL. 322 M.
11.20 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Omroep
orkest 12.501.20 Gramofoonmuziek 4.20 Cellovoor
dracht 4.50 Gramofoonmuziek 6.05 Vervolg zang.
6.45 Gramofoonmuziek 7.20 Ontspanningsprogram
ma voor soldaten 7.50 Omroepsymphonie-orkest en
gemengd Omroepkoor 8.20 „L'Enfant et les Sortilè-
ges", opera. 9.3010.20 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL 484 M.
11.35 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Radio-or
kest 12.501.20, 4.20, 5.38 en 6.35 Gramofoonmuziek
7.20 Uitzending voor soldaten. 7.50 en 8.35 Radio
orkest en Omroepkoor 9.30 Zang en gramofoonmu
ziek 10.0010.20 Gramofoonmuziek
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.35 Radiotooneel 8.35 Omroeporkest 9.20 Berich
ten. 9.50 Otto Dobrindt's orkest. 11.20 Berichten,
Hierna tot 12.20 Nachtconcert,