Hatson brengt den steen aan rt rollen H. Wandt door 10 „Verdraaid geraffineerde kerels! Het zal buiten gewoon moeilijk zijn ze te ontdekken", meende Plap man, terwijl hij nadenkend een van zijn zware si garen aanstak. „Niet zoo somber! We zullen ze wel krygen", voorspelde Green. „Ik heb trouwens al een aau- knoopingspunt. Ja, ik heb zelfs al ernstige verden kingen. Maar, mr, Plapman, u mag niemand iets zeggen van wat ik u zal vertellen!" „U weet, rechercheur, ik kan zwijgen als een Egyptische koningsmummie!" verzekerde Plapman. „Ja dat weet ik. Daarom vertel ik het dan ook alleen maar aan u en aan niemand anders. Luis tert u: Bobby Keston was een van de mannen, die op dien bewusten middag den winkel op Trafalgar Spuare plunderde!" „Wie is Bobby Keston?" vroeg Plapman ver- „Wat? Kent u Bobby Keston niet? Herinnert u u dan niet meer die geschiedenis met de bank van Roeder en Co., twee jaar geleden?" „Natuurlijk. Op klaarlichten dag werd destijds de brandkast van Roeder Co., nadat men eerst de aanwezige bedienden met een revolver bedreigd had. door drie mannen leeggehaald". „Precies. En een van die drie mannen heet Bobby Keston. Hij werd toentertijd tot een langdurige gevangenisstraf veroordeeld, maar een half jaar geleden gelukte het hem uit te breken en te ont vluchten". ^VVeet u waar u hem vinden kunt?." „Ja lk heb hem laten schaduwen en ben lk er acnter gekomen. Hij woont in Wapping by een slecht bekend staande houthandelaar, maar meestal is hij te vinden in de betere lokalen van de uitgaande wereld. Hy heeft een voorkeur voor de Flamingo Bar, waar hy onder den naam Ronald Smith een bekende figuur is, die het geld met volle handen uitgeeft". „En wanneer denkt u tot arrestatie over te gaan, rechercheur?" „Over twee of drie dagen. Ik hoop natuurlijk in dien tyd zijn medeplichtigen op het spoor te ko men, omdat het wel vaststaat, dat hij met hen con tact is blijven onderhouden. U interesseert u nogal voor dit soort zaken, mr. Plapman. Als ik u er een genoegen mee kan doen, kunt u de arrestatie bij wonen". „Graag. Vergeet u vooral* niet mij even te waar schuwen. Ik houd u aan uw woord rechercheur. Na het eten ben ik, zooals u weet, altyd in café Nel son. Telefoon Westminster 4817 Tot ziens, re chercheur!" „Tot ziens, mr. Plapman!" groette rechercheur Green en met zjjn lange beenen haastte hy zich naar het bureau De Flamingo Bar was een van die gelegenheden van vermaak, waar men zich, vooropgesteld, dat men een dikke portefeuille heeft, niet hoeft te vervelen. Een voortreffelijke Zigeunerkapel speelde afwisselend met een moderne Jazzband en uitste kende, knappe danseressen, vulden verder het pro gramma aan. Op den bewusten avond zat in een van de iets hooger gelegen zijloges, die rond het dansparket waren gelegen, een elegant heer van middelbaren leeftyd, in gezelschap van twee opvallend ge schminkte, weinig decent gekleede dames, met wie hij zich op tamelyk luidruchtige wijze onderhield. Juist toen de waterstof-blonde opmerkte: ..Maar Ronald je hebt mij dien ring toch al veertien da gen geleden beloofd", kwamen drie heeren de loge ernaast binnen. Het waren hoofdinspecteur Hardy, rechercheur Green en mr. Plapman. Green haalde uit zyn onuitputtelijke zakken een paar dunne, stalen handboeien te voorschijn. „Zullen we meteen?" „Wacht nog even. Misschien krygen we nog iets interessants te hooren", zei Plapman en hij legde met een afwerend gebaar zijn hand op de boeien. „Nog een paar minuten geduld, rechercheur!" besliste Hardy. Green ging bij het rood fluweel en gordyn. dat de loge van de daarachter gelegen gang scheidde, staan en gluurde naar buiten. Een jongeman slen terde voorbij, en bleef plotseling bij de loge daar naast staan. Eentweedrieschoten overstemden de zwaarmoedige Zigeuner muziek. Met één sprong was Green buiten. Een kolosJale stomp tegen den schouder van den man, die de nog rookende re volver in de hand hield en het wapen viel op den grond. Daar kwamen ook inspecteur Hardy en mr. Plapman al aanstormen. Tusschen de beide van angst sidderende meisjes leunde in zyn loge Ronald Smith, alias Bobby Keston, achterover met door schoten hoofd. „Wat heeft dat te beteekenen? Bent u gek ge worden?" brulde de hoofdinspecteur, die de beide polsen van den revolverheid in ijzeren greep om klemd hield. De man liet zyn hoofd hangen, leunde zwaar tegen Hardy aan en zweeg. „Hij is flauwgevallen!" riep Plapman. „Green moet hem een geweldigen slag gegeven hebben". Onderwijl hield Green zich met Bobby Keston bezig, maar hij zag dadelijk, dat hier geen hulp meer baten kon. Hij liep naar het groepje in de gang, waarvan de moordenaar het middelpunt vormde en hief diens hoofd op. Twee glazige, uit- drukkingslooze oogen staarden hem aan. „Ook dood!" zei Green en hij knikte. „Daar snap ik geen steek van!" schreeuwde Hardy, wiens gezicht vuurrood zag van opwinding Wat denkt u. rechercheur „Ik zou me heel erg verbaasd hebben, als het anders was geloopen", zei Green zacht, „maar ik hoop toch, het ergste te kunnen verhinderen". Thomas Green zat in de lage, muffe kamer, die hij op St. Johns Road bewoonde en hield een klein stukje papier in de hand. Met een schrijfmachine waren er enkele woorden op getypt. „Bobby Keston is een verrader. U zult hem morgen om precies elf uur 's avonds in de Fla mingo Bar vinden en hem daar, zonder een woord te spreken, neerschieten. Voor uw veilige aftocht is gezorgd. Uw honorarium zult u overmorgen op de bekende plaats vinden. Een weigering staat gelyk aan den dood. Dit briefje moet onmiddellijk vernietigd worden. HUITZILO". Dat stukje papier had rechercheur Green ge vonden, toen hij de smoking van den moordenaar doorzocht en het dadelijk bij zich gestoken. Het gerechtelijke onderzoek van het lijk had uitgewe zen, dat de man vergiftigd was. En het merkwaar dige was, dat het zelfde vergift was gebruikt, als dat waarmee de butler van Lord Winningham was gedood. Een klein wondje aan de pols gaf aan op welke manier het doodelijk werkende gif het lichaam was binnen gekomen. „Huitzilo", mompelde Green, „een geslepen ke rel ben je, maar dit keer heb je toch een fout ge maakt, een grenzenloos domme fout. Het is niet altyd goed, ais men te slim wil zijn. Iedere ketting is zoo sterk als haar zwakste schakel. De zwakke schakel in jouw ketting was de schietende moor denaar, dien jij daarna koelbloedig hebt gedood. Huitzilo, jouw strik is al gedraaid. De beul wacht!" Er wordt geklopt Op Green's „binnen" werd de deur op een kier geopend en het onordelijk gekapte hoofd van zijn hospita stak naar binnen. „Daar is een meisje, mr. Green. Zij zegt, dat u haar hebt besteld." „Laat u haar maar binnen", verzocht Green en hij stopte het papiertje weg Hoofdschuddend sloot de oude vrouw de deur achter zich Dat haar anders zoo solide huurder damesbezoek ontving, ging boven haar begrip van moraliteit. Een armelijk, maar netjes gekleed, teer, btaj meisje trad schuchter en bedeesd binnen. Bloa zyig haar kransde om het hooge, blanke va* hoofd en gaf met de groote, bruine oogen, m aanvallige kind iets Madonna-achtigs. „Goedenavond, mr. Green!" „Green was zoo verbaasd, dat hy vergat vriendelijken groet te beantwoorden. Ong< staarde hij naar het onschuldige gezichtje en jw terde toen verlegen: „Bent umaar noe dat? Bent u Dorothy, het bloemenmeisje, dat J gisteravond voor de Flamingo Bar een bep83 opdracht heb gegeven?" .t „Ja, mr. Green U herkent mij niet, omdat ik tijd, als ik naar mijn werk ga, waarvoor in den avond in alle mogelijke twijfelachtige p legenheden moet zijn, heel anders gekapt ^en tengewoon onvoordeelig geschminkt ben. - „Ja, maar waarom doet u dat dan, junrp „Mijn moeder wil dat zoo. Zij zegt, dat niet zoo door heeren word lastig gevallen. Green begreep onmiddellijk. „Daar neer moeder groot gelijk in. Het moet voor ee j meisje allesbehalve prettig zijn om nacht-m, uit aan dronken kerels bloemen te vet F™ Maar gaat U toch zitten, juffrouw Dorothy- U mij niet kwalijk, dat ik U niet dadejl) stoel heb aangeboden. Bent U tot het op post voor de Flamingo bar gebleven man, dien ik U heb aangewezen, teruggen™ „Ik ben tot na sluiting gebleven, zooa~}j verzocht hebt, maar de meneer, dien U nuj aangewezen, is niet teruggekomen." u „Niet?" mompelde Green teleurgesteld® trok een van zijn meest treurige w „Spijt U dat zoo, Mr. Green? 111 werkelijk niet helpen. Ik heb heel^ goed maar als U er niets aan gehad hebt, zal shilling, die ik van U gekregen heb, w® baa!d< geven." Zij zocht in haar handtaschje een klein, gehaakt portemonnaietje te .(Wordt verwal De beroemde groote bibliotheek in het paleis van den hertog van Marlborough is thans ingericht als leslokaal, tevens slaapzaal voor de leerlingen van Malvern College. De jongens, gezeten op hun bed, bezig met hun werk in historische omgeving Bij de vrij hevige botsing tusschen twee goederen treinen te Blerick werden eenige personen gewond, terwijl materieele schade aanzienlijk was. Een kijkje op de plaats van het Het museum der afdeeling Volkenkunde van het Koloniaal Instituut te Amsterdam is weer in zijn ouden vorm te bezichtigen, daar de kostbare voorwerpen, die in schuilplaatsen waren opgeslagen, op hun oorspronkelijke plaats zijn opgesteld Tijdens de golfwedstrijden om den Prins Bernhard-beker op de links te Hilversum scoort de landskampioen, de heer B. Carp, een ze'dzame «stymie Links de heer F. van Erven Dorens Aan het Westelijk front. Een goed gecamou- Ileerd stuk geschut ergens achter de Fransche linies Mr. W. J. G. baron Gevers, gezant schapsattaché te Warschau, die na het vertrek van den Nederlandschen gezant belast werd met de leiding der zaken aldaar, is in den Haag teruggekeerd, om rapport uit te brengen. - Baron Gevers op weg naar het departement van Buitenlandsche Zaken ijverig in de weer, om hun vaardigheid op de lange smalle sneeuwschoenen te toonen Afbeelding van de binnenkort door de Ned Posterijen uit te geven nieuwe weldadigheidszegels «Voor het Kind Het stoffelijk overschot van dr C. J. K. van Aalst, oud-president van de Ned op de Oosterbegraafplaats te Amsterdam ter aarde besteld. Vele autoriteiten V.l.n.r.: minister Welter; dr. H. Colijn; dr. E. Heldring; J. ter Haar Jr.; dr burgemeester dr. W. de Vlugt Zaterdag de baar. Röell en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8