Hatson brengt den steen
aan rt rollen
H. Wandt
door
10
„Verdraaid geraffineerde kerels! Het zal buiten
gewoon moeilijk zijn ze te ontdekken", meende Plap
man, terwijl hij nadenkend een van zijn zware si
garen aanstak.
„Niet zoo somber! We zullen ze wel krygen",
voorspelde Green. „Ik heb trouwens al een aau-
knoopingspunt. Ja, ik heb zelfs al ernstige verden
kingen. Maar, mr, Plapman, u mag niemand iets
zeggen van wat ik u zal vertellen!"
„U weet, rechercheur, ik kan zwijgen als een
Egyptische koningsmummie!" verzekerde Plapman.
„Ja dat weet ik. Daarom vertel ik het dan ook
alleen maar aan u en aan niemand anders. Luis
tert u: Bobby Keston was een van de mannen, die
op dien bewusten middag den winkel op Trafalgar
Spuare plunderde!"
„Wie is Bobby Keston?" vroeg Plapman ver-
„Wat? Kent u Bobby Keston niet? Herinnert
u u dan niet meer die geschiedenis met de bank
van Roeder en Co., twee jaar geleden?"
„Natuurlijk. Op klaarlichten dag werd destijds
de brandkast van Roeder Co., nadat men eerst
de aanwezige bedienden met een revolver bedreigd
had. door drie mannen leeggehaald".
„Precies. En een van die drie mannen heet Bobby
Keston. Hij werd toentertijd tot een langdurige
gevangenisstraf veroordeeld, maar een half jaar
geleden gelukte het hem uit te breken en te ont
vluchten".
^VVeet u waar u hem vinden kunt?."
„Ja lk heb hem laten schaduwen en
ben lk er acnter gekomen. Hij woont in Wapping
by een slecht bekend staande houthandelaar, maar
meestal is hij te vinden in de betere lokalen van de
uitgaande wereld. Hy heeft een voorkeur voor de
Flamingo Bar, waar hy onder den naam Ronald
Smith een bekende figuur is, die het geld met volle
handen uitgeeft".
„En wanneer denkt u tot arrestatie over te gaan,
rechercheur?"
„Over twee of drie dagen. Ik hoop natuurlijk
in dien tyd zijn medeplichtigen op het spoor te ko
men, omdat het wel vaststaat, dat hij met hen con
tact is blijven onderhouden. U interesseert u nogal
voor dit soort zaken, mr. Plapman. Als ik u er een
genoegen mee kan doen, kunt u de arrestatie bij
wonen".
„Graag. Vergeet u vooral* niet mij even te waar
schuwen. Ik houd u aan uw woord rechercheur. Na
het eten ben ik, zooals u weet, altyd in café Nel
son. Telefoon Westminster 4817 Tot ziens, re
chercheur!"
„Tot ziens, mr. Plapman!" groette rechercheur
Green en met zjjn lange beenen haastte hy zich
naar het bureau
De Flamingo Bar was een van die gelegenheden
van vermaak, waar men zich, vooropgesteld, dat
men een dikke portefeuille heeft, niet hoeft te
vervelen. Een voortreffelijke Zigeunerkapel speelde
afwisselend met een moderne Jazzband en uitste
kende, knappe danseressen, vulden verder het pro
gramma aan.
Op den bewusten avond zat in een van de iets
hooger gelegen zijloges, die rond het dansparket
waren gelegen, een elegant heer van middelbaren
leeftyd, in gezelschap van twee opvallend ge
schminkte, weinig decent gekleede dames, met wie
hij zich op tamelyk luidruchtige wijze onderhield.
Juist toen de waterstof-blonde opmerkte: ..Maar
Ronald je hebt mij dien ring toch al veertien da
gen geleden beloofd", kwamen drie heeren de loge
ernaast binnen. Het waren hoofdinspecteur Hardy,
rechercheur Green en mr. Plapman. Green haalde
uit zyn onuitputtelijke zakken een paar dunne,
stalen handboeien te voorschijn.
„Zullen we meteen?"
„Wacht nog even. Misschien krygen we nog iets
interessants te hooren", zei Plapman en hij legde
met een afwerend gebaar zijn hand op de boeien.
„Nog een paar minuten geduld, rechercheur!"
besliste Hardy.
Green ging bij het rood fluweel en gordyn. dat
de loge van de daarachter gelegen gang scheidde,
staan en gluurde naar buiten. Een jongeman slen
terde voorbij, en bleef plotseling bij de loge daar
naast staan.
Eentweedrieschoten overstemden
de zwaarmoedige Zigeuner muziek. Met één sprong
was Green buiten. Een kolosJale stomp tegen den
schouder van den man, die de nog rookende re
volver in de hand hield en het wapen viel op den
grond. Daar kwamen ook inspecteur Hardy en mr.
Plapman al aanstormen. Tusschen de beide van
angst sidderende meisjes leunde in zyn loge Ronald
Smith, alias Bobby Keston, achterover met door
schoten hoofd.
„Wat heeft dat te beteekenen? Bent u gek ge
worden?" brulde de hoofdinspecteur, die de beide
polsen van den revolverheid in ijzeren greep om
klemd hield. De man liet zyn hoofd hangen, leunde
zwaar tegen Hardy aan en zweeg.
„Hij is flauwgevallen!" riep Plapman. „Green
moet hem een geweldigen slag gegeven hebben".
Onderwijl hield Green zich met Bobby Keston
bezig, maar hij zag dadelijk, dat hier geen hulp
meer baten kon. Hij liep naar het groepje in de
gang, waarvan de moordenaar het middelpunt
vormde en hief diens hoofd op. Twee glazige, uit-
drukkingslooze oogen staarden hem aan.
„Ook dood!" zei Green en hij knikte.
„Daar snap ik geen steek van!" schreeuwde
Hardy, wiens gezicht vuurrood zag van opwinding
Wat denkt u. rechercheur
„Ik zou me heel erg verbaasd hebben, als het
anders was geloopen", zei Green zacht, „maar ik
hoop toch, het ergste te kunnen verhinderen".
Thomas Green zat in de lage, muffe kamer, die
hij op St. Johns Road bewoonde en hield een klein
stukje papier in de hand. Met een schrijfmachine
waren er enkele woorden op getypt.
„Bobby Keston is een verrader. U zult hem
morgen om precies elf uur 's avonds in de Fla
mingo Bar vinden en hem daar, zonder een woord
te spreken, neerschieten. Voor uw veilige aftocht
is gezorgd. Uw honorarium zult u overmorgen op
de bekende plaats vinden. Een weigering staat
gelyk aan den dood. Dit briefje moet onmiddellijk
vernietigd worden.
HUITZILO".
Dat stukje papier had rechercheur Green ge
vonden, toen hij de smoking van den moordenaar
doorzocht en het dadelijk bij zich gestoken. Het
gerechtelijke onderzoek van het lijk had uitgewe
zen, dat de man vergiftigd was. En het merkwaar
dige was, dat het zelfde vergift was gebruikt, als
dat waarmee de butler van Lord Winningham was
gedood. Een klein wondje aan de pols gaf aan op
welke manier het doodelijk werkende gif het
lichaam was binnen gekomen.
„Huitzilo", mompelde Green, „een geslepen ke
rel ben je, maar dit keer heb je toch een fout ge
maakt, een grenzenloos domme fout. Het is niet
altyd goed, ais men te slim wil zijn. Iedere ketting
is zoo sterk als haar zwakste schakel. De zwakke
schakel in jouw ketting was de schietende moor
denaar, dien jij daarna koelbloedig hebt gedood.
Huitzilo, jouw strik is al gedraaid. De beul
wacht!"
Er wordt geklopt Op Green's „binnen" werd de
deur op een kier geopend en het onordelijk gekapte
hoofd van zijn hospita stak naar binnen.
„Daar is een meisje, mr. Green. Zij zegt, dat u
haar hebt besteld."
„Laat u haar maar binnen", verzocht Green en
hij stopte het papiertje weg Hoofdschuddend
sloot de oude vrouw de deur achter zich Dat haar
anders zoo solide huurder damesbezoek ontving,
ging boven haar begrip van moraliteit.
Een armelijk, maar netjes gekleed, teer, btaj
meisje trad schuchter en bedeesd binnen. Bloa
zyig haar kransde om het hooge, blanke va*
hoofd en gaf met de groote, bruine oogen, m
aanvallige kind iets Madonna-achtigs.
„Goedenavond, mr. Green!"
„Green was zoo verbaasd, dat hy vergat
vriendelijken groet te beantwoorden. Ong<
staarde hij naar het onschuldige gezichtje en jw
terde toen verlegen: „Bent umaar noe
dat? Bent u Dorothy, het bloemenmeisje, dat J
gisteravond voor de Flamingo Bar een bep83
opdracht heb gegeven?" .t
„Ja, mr. Green U herkent mij niet, omdat ik
tijd, als ik naar mijn werk ga, waarvoor
in den avond in alle mogelijke twijfelachtige p
legenheden moet zijn, heel anders gekapt ^en
tengewoon onvoordeelig geschminkt ben. -
„Ja, maar waarom doet u dat dan, junrp
„Mijn moeder wil dat zoo. Zij zegt, dat
niet zoo door heeren word lastig gevallen.
Green begreep onmiddellijk. „Daar neer
moeder groot gelijk in. Het moet voor ee j
meisje allesbehalve prettig zijn om nacht-m,
uit aan dronken kerels bloemen te vet F™
Maar gaat U toch zitten, juffrouw Dorothy-
U mij niet kwalijk, dat ik U niet dadejl)
stoel heb aangeboden. Bent U tot het
op post voor de Flamingo bar gebleven
man, dien ik U heb aangewezen, teruggen™
„Ik ben tot na sluiting gebleven, zooa~}j
verzocht hebt, maar de meneer, dien U nuj
aangewezen, is niet teruggekomen." u
„Niet?" mompelde Green teleurgesteld®
trok een van zijn meest treurige w
„Spijt U dat zoo, Mr. Green? 111
werkelijk niet helpen. Ik heb heel^ goed
maar als U er niets aan gehad hebt, zal
shilling, die ik van U gekregen heb, w® baa!d<
geven." Zij zocht in haar handtaschje
een klein, gehaakt portemonnaietje te
.(Wordt
verwal
De beroemde groote bibliotheek in het paleis van den hertog van Marlborough
is thans ingericht als leslokaal, tevens slaapzaal voor de leerlingen van Malvern
College. De jongens, gezeten op hun bed, bezig met hun werk in historische
omgeving
Bij de vrij hevige
botsing tusschen
twee goederen
treinen te Blerick
werden eenige
personen gewond,
terwijl materieele
schade aanzienlijk
was. Een kijkje op
de plaats van het
Het museum der afdeeling Volkenkunde van het Koloniaal Instituut te Amsterdam
is weer in zijn ouden vorm te bezichtigen, daar de kostbare voorwerpen, die
in schuilplaatsen waren opgeslagen, op hun oorspronkelijke plaats zijn
opgesteld
Tijdens de golfwedstrijden om den Prins Bernhard-beker op de links te Hilversum
scoort de landskampioen, de heer B. Carp, een ze'dzame «stymie Links de
heer F. van Erven Dorens
Aan het Westelijk front. Een goed gecamou-
Ileerd stuk geschut ergens achter de Fransche
linies
Mr. W. J. G. baron Gevers, gezant
schapsattaché te Warschau, die na het
vertrek van den Nederlandschen gezant
belast werd met de leiding der zaken
aldaar, is in den Haag teruggekeerd,
om rapport uit te brengen. - Baron
Gevers op weg naar het departement
van Buitenlandsche Zaken
ijverig in de weer, om hun vaardigheid op de lange smalle sneeuwschoenen te toonen
Afbeelding van de binnenkort door de
Ned Posterijen uit te geven nieuwe
weldadigheidszegels «Voor het Kind
Het stoffelijk overschot van dr C. J. K. van Aalst, oud-president van de Ned
op de Oosterbegraafplaats te Amsterdam ter aarde besteld. Vele autoriteiten
V.l.n.r.: minister Welter; dr. H. Colijn; dr. E. Heldring; J. ter Haar Jr.; dr
burgemeester dr. W. de Vlugt
Zaterdag
de baar.
Röell en