Hatson brengt den steen aan 't rollen H. Wandt door Toen boog hij twee draden opzjj en sprak: ..Dit is een rustst.room-aanleg. Dat wil zeggen, wanneer iemand deze leiding af zou snijden, dan zou door het geheele huis en in het nasstbijzijnde politiebureau een alarmsignaal klinken. De twee andere draden daarentegen worden door gewonen stroom gevoed en behooren bij een heel gewoon apparaatje, dat zich binnen in de kast bevindt en dat in werking treedt, als de deur geopend wordt!" Toen nam hij een stukje blank koperdraad, ver bond dat met het afgeschraapte stukje van den ruststroom-aanleg, zoodat het stroom-circuit in geen geval onderbroken kon worden, en sneed ver volgens een eind daaronder alle vier draden door. Trompetter-Johnny was het liefst meteen heen gegaan, zoo gevaarlijk leken hem a.1 die manipula ties. De gemaskerde was intusschen weer naar be neden geklommen, en op de deur van de brandkast toegetreden. Om elk van de drie sloten trok hij met krijt een cirkel van ongeveer twaalf centimeter middellijn en beval: „Trompetter-Johnny boort boven langs de cirkel, Rigoletto beneden en ik in het midden. Jaten boren op een afstand van vijf milimeter. Na elk derde gat een nieuwe boor. Goed olieën!" Ruim vier uur lang waren de mannen met hun boormachines bezig In de kamer hing een door dringende olie-lucht. Rigoletto was het eerste ge reed. Hij mqest het werk bij het middelste gat over nemen en de gemaskerde nam zijn plaats in. Met een scherpe vijl verbond hij eerst drie gaten met elkaar, toen nam hij een groote zaag. Weinige minuten later was het slot verwijderd. Spoedig daarop was Rigoletto ook met het middelste slot klaar en de gemaskerde behandelde het precies zooals het onderste. Trompetter-Johnny had het zwaarste werk, om dat hij, staande op een stoel, moest werken, maar na een half uur was ook het bovenste slot over wonnen. Met een schroevendraaier en een nijp tang werkte de gemaskerde een oogenblik aan het inwendige mechanische. Plotseling fluisterde Rigoletto: „Daar komt hij!" Langzaam draaide de zware deur open. De onbekende haalde een zakdoek te voorschijn en wilde zich het zweet van het voorhoofd wis- Hij bracht den doek onder zijn masker en ge durende een ondeelbaar oogenblik zagen Trompet ter-John nny en Rigoletto in een weinig-zeggend bleek gezicht met een opvallend groote, roode neus. Het kwam Rigoletto voor, alsof hij dat goed moedige gezicht al eens eerder gez'en had. Veel tijd om daarover na te denken had hij echter niet. De gemaskerde beval de inbrekers opzij te gaan en met een groote lederen tasch, die hij klaarblij kelijk had meegebracht, trad hij op de kast toe. Het duurde geen vyf minuten of de tasch was propvol. „Wij kunnen gaan", zei de man. Een paar uur later renden de krantenjongens door de straten en schreeuwden zich de kelen heesch„Brandkast van Deptford Maatschappij opengebroken! Veertigduizend pond gestolen!" „Toen hedenmorgen vroeg het personeel van de Deptford-Maatschappij zijn dienst wilde aanvangen bemerkte men tot zijn grooten schrik, dat er ge durende den afgeloopen nacht was ingebroken. De daders dat het er eenigen geweest moe ten zpn, stond wel vast waren van het huis St. James Square 4 uit, dat aan een zekere over ste Brady verhuurd was, die echter sinds gisteren spoorloos was verdwenen, het privé-kantoor van de maatschappij binnengedrongen en hadden de groote brandkast opengescheurd. Toevallig de daders schenen daarvan op de hoogte geweest te zijn bevond zich juist dien nacht veertigduizend pond in bankbiljetten van vijftig en honderd pond in de brandkast. Het geld was den vorigen dag door de Industriebank aan de Deptford-Maatschappij overgemaakt voor den nieuwen bruggenbouw in Cubitt Town. Het geld hadden de inbrekers meegenomen de waardepapieren, die bovendien nog aanwezig waren, hadden zij laten liggen. Van de daders, die met hun gummi-handschoenen gewerkt heb ben, ontbreekt tot nog toe ieder spoor. De politie de zaak is in handen van hoofd inspecteur Mac Hardy van Scotland Yard was nog niet in staat nadere bijzonderheden te ge ven". Hoofdinspecteur Mac Hardy was, nadat hij ter plaatse rijn onderzoekingen bad gedaan, weer naar zijn bureau teruggekeerd. De brommerige man was niet te herkennen. Stil en nadenkend zat hij voor zijn schrijftafel en staarde voor zich uit, naar een bepaalde p-aats van hei vest van re chercheur Green waar een knoop ontbrak. „Geen, ik word nog gek", zei hij plotseling toon loos. De rechercheur knikte impertinent en zweeg. Na geruimen tijd vervoigdc Hardy: „Er is maar één knaap op de heele wereld die tot zulk knap vakwerk als dat, wat met die brandkast gedaan is, in staat is!" „Wie is dat dan?" vroeg Green snel. „Mac Lodsy, bijgenaamd IJzeren Mac. Maar die is sinds vier jaar dood!*' Aan den rechteroever van de Theems, aan den kant van Greenwich, ligt de groote gasfabriek van Londen. Achter dat complex, daar waar de reusachtige cylindervormige gashouders het uit richt op de rivier benemen, bevond zich het bouw vallige huisje van Jonas Silverstone. Wie de treurige ruïne, die nog niet ingestort was, omdat rij nog bij zichzelf overlegde, of rij naar links, dan wel naar rechts zou omvallen, naderde, stiet op een groot hondenhok. Dat was het onbetwist baar domein van „Generaal Blamm". „Generaal Blamm" was een bullterrier van ver bazingwekkende vraatzucht en ongehoorde dom heid. Hij was het eigendom van den ouden Silver stone en werd door dezen eiken dag met soep ge voederd. Generaal Blamm echter at die soep. Hij ver slond haar hongerig met uitpuilende oogen, in voortdurenden angst dat het gebarsten bord zou kunnen worden weggenomen, nog voor hij het laatste restje had opgelikt. Maar nu en dan had hij toch ook een feestdag. Dat zat zóó. Tegen dat het donker werd kwamen dikwijls twee mannen, die hij als ordentelijke hond behoorlijk aanblafte. Hij zou er ook niet voor te ruggeschrokken zijn, zijn spitse blanke tanden te gebruiken, wanneer 'n lange, ijzeren ketting, waar van het eind aan zijn woning bevestigd was, hem dat niet verhinderd had. De beide mannen stelden zich aan weerskanten van het hondenhok op en dan haalde die rechts een stuk geurig, rood vleesch uit rijn zak men bedenke wel, vleesch! en hield dat met een lokkend mekkergeluid voor Genei-aal Blamm's neus. Zulk een verleiding kunnen zelfs vele weldoorvoede honden niet weer staan. Wie zou het dan ook den armen uitge- hongerden Generaal Blamm kwalijk hebben kun nen nemen dat rijn staartstomp schuchter slin gerende bewegingen begon te maken en het luide blaffen allengs afzwakte? Generaal Blamm zwaaide dus met zijn staart stomp en rekte zijn vochtig glanzende neus uit in de richting van de goede gave. De man bleef echter niet staan, maar ging, met de steeds uit gestrekte hand, waarin het geurige vleesch lokte, naar het huis toe, waar in de muur een rirrg was ingemetseld met een ijzeren haak eraan. Zoodra de hond in de nabijheid van den haak kwam, gooide de man het vleesch to or hem neer. Op het oogenblik waarop Generaal Blamm toehapte - overigens bleef dat meestal z'n eenige vreugd werd de haak onder zijn halsband geschoven en hij was, behalve aan de ketting, nu ook aan den muur geboeid, zoodat hij niet meer bij zp hok kon komen. Over zooveel sluwheid terecm verbitterd, liet hij het vleesch in den steek, ruKi woedend aan de haak en blafte formidabel. Maar dat was nog niet het ergste. W anneer melijk de hond weerloos aan den muur vasJ~^ kroop de andere man, die links van hem had, zjjn hok binnen. Dadelijk daarop kwam.Y er weer uit en dan hield hij iederen keer een papier in de hand, dat hij ongetwijfeld Gene Blamm's baas ontstolen had, aangezien de Silverstone het er gewoonlijk een kwartier voren in gelegd had. Zonder zich verder om hond te bekommeren, verdwenen de mannen. En nu komen we aan Generaal Blamm 8 looflijke domheid. Inplaats het vleesch dat zoo verlokkend voor hem lag te verslinden, Zoo lang en doordringend blafte hij, tot zijn baas, de oude Silverstone kwam, hem uit zi^(?nf JL name positie verloste, maar tegelijkertijd net e rige vleesch meenamR!-., „In orde. Signore Generaal!", zei dit keer letto tot Generaal Blamm, toen Trompeter' ny en hij den hond verlieten. Trompetter had namelqk een groot couvert in de han het zwakke schijnsel van een straatlantaarn p hij het. Vijftig biljetten van twintig Poü erin. ijg, „Voor onzen bescheiden arbeid niet kwaa taald", meende Trompetter-Johnny ..Het ;r< wat waard zijn als ik wist, hoeveel die ge- „Daar is me vandaag wat te binnen onderbrak Rigoletto hem. „Weet je op knaap leek? Een tijdje geleden heeft ui kogei een foto gestaan van een man, die met in z'n kop uit de Theems is gevischt. Ik m hg zooiets als Plapman heette (Wordt vervfcflU Daladier bracht in de afgeloopen dagen eenbf. zoek aan het Westelijk front, waar hij zjch va(1 den toestand op de hoogte kwam stellen en de verschillende verdedigingswerken schouw nam Een merkwaardige stapelloop had Zaterdag op een der hellingen van de Ned Dok Mij. te Amsterdam plaats. Met goed gevolg werd het nieuwe voorschip van het s s .Jaguar", dat tijdens storm op den Atlantischen Oceaan het zijne verloor, te water gelaten Onder de tonen der muziek van de doedelzakken trekken Engelsche soldaten, gehuld in hun waterdichte capes in stroo menden regen door het stadje ergens in Frankrijk, Onder groote beiangsie ung heeit Zaterdag op oe begraafplaats .Oud tik en Duinen" »e Den Haag de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot van mevr. J. Visser Hooit, echtgenoote van dr. Ph. Visser, Neder- landsch gezant in Ankara, dien zij op de bekende wetenschappelijke expeditie naar Centraal Azië vergezelde Burgemeester dr. W. de Vlugt heelt Zaterdag op het Museumplein te Amsterdam de Vrijwillige Burgerwacht geïnspecteerd Koningin Elizabeth van Engeland bracht een bezoek aan het Queen Charlotte Hospital te Londen. Een gelukkige moeder, voor wie de vorstelijke belangstelling in haar baby een bijzondere en gedenkwaardige verrassing was Koning George van Engeland inspec teerde dezer dagen .ergens op het land" de leden van de luchtvaart-hulp diensten, die patrouille vluchten over de Noordzee organiseeren Duitsche pioniers bouwden over de Warthe in Posen binnen korten tijd een noodbrug, waardoor het verkeer voortgang kan vinden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8