DE MILITAIRE ETAPPE-DIENST IN WERKING.
Hatson brengt den steen
aan 't rollen
H. Wandt
door
„In vredesnaam! Als my lord zou zien, dat ik al
cohol gebruikte, zou ik meteen naar een andere be
trekking kunnen uitkijken!" en hjj verzocht den
toegeschoten kellner hem een flesch Burry Burry
te brengen.
„Neemt U mij niet kwaljjk, maar wat is dat?"
vroeg de kellrrer verbaasd.
„Weet U niet wat Burry Burry is? Let U
dan goed op. U neemt een flesch spuitwater, schudt
daarvan vier likeurglazen uit en completeert het
met nu waarmee deck je?"
„Met limonade waarschijnlijk
„Man jö hoort thuis in een besjeshuis! Je com
pleteert de flesch met de beste whisky, die in huis
is en brengt mij dien drank dan als Burry Burry in
rekening!"
Toen Moorman zijn patroon door de draaideur
zag komen, sprong hij op en ging hem tegemoet.
Lord Winningham had een klein pakje in de hand
en gaf dat aan zijn secretaris. „Weest U vooral
voorachtig, Mr. Moorman. Het is een offerschaal,
die op de heele wereld haar weerga niet heeft".
Sir Frederic wilde zich al verwijderen, toen hij
zich plotseling scheen te bedenken. Hg bleei staan,
keek in het café rond en glimlachte: „Eigenlek zou
ik nog wel iets willen drinken. Ik heb dorst ge
kregen van het vele praten. Denkt U, Mr. Moor
man, dat men hier alcohot-vrge dranken kan
kragen?"
„Maar natuurlijk, mylord. Ek drink juist een uit
stekende limonade", loog de secretaris gedienstig.
Lord Winningham trad op een tafeltje toe, tegen
over de loge van rechercheur Green. Moorman was
wel verplicht bij hem te gaan zitten. Hg veront
schuldigde zich bij Green en de Asters en liet den
kellner zijn flesch naar het andere tafeltje brengen.
„Brengt U mg ook zoo'n limonade!" beval de
Lord.
„Juist, zoo'n Burry Burry!" knikte de kellner be
grijpend.
„Limonade moet U brengen en geen Burry Bur
ry!" viel Moorman boos uit en wierp daarbij den
kellner een heimelijken blik toe, die ijs had doen
smelten,
„Burry Burry ia een uit meerdere plantaardi
ge bestanddeelen gemaakte zeer verfrisschende al
coholvrije drank, maar in dit café is hg helaas
slecht!" onderrichte Moorman huichelachtig.
„U zat in gezelschap", sprong de lord tot Moor
man's verademing op een ander thema over. „Wie
zgn die drie knappe jongedames?"
Kunstrijdsters van ^et circus Sarrasate, mylord.
rk heb zoo juist met ze kennis gemaakt. Recher
cheur Green van Scotland Yard dat is de me
neer, die bij de dames is is een kennis van mg.
Tij heeft me. toen ik binnenkwam, aan ze voorge
steld en me uitgenoodigd bij hem te komen zitten".
„De drie dames zijn werkelijk zeer bekoorlijk",
prees de lord nogmaals, „Als ik geen afspraak had,
Moorman, zou ik U verzocht hebben mg voor te
stellen. Jammer!"
„Maar niets is eenvoudiger dan dat, mylord. Ik
zal ze morgen voor de thee uitnoodigen en ik ben
er van overtuigd, dat ze zullen komen".
„Voortreffelijk, U bent een genie, Mr Moor
man! U blijft natuurlijk nog even hier om de uit-
noodiging over te brengen en... jahemik
wou zeggen, at het niet noodzakelijk is, dat
iemand anders van een en ander verneemt. U zult
oegrgpen wat ik bedoel Zooiets is pijnlijk en zou
verkeerd iiui.-lf-.-: mrv.m worden"
Nog lang nadat sir Frederic het café verlaten
had, zat Fred Moorman bg de drie Aster en wachtte
op een gelegenheid de drie paardrjjdfiters alleen te
kunnen spreken. Maar rechercheur Green scheen
van geen heengaan te weten.
Om half vier riep de kellner: „Is hier een Mr.
Green aanwezig? Of hg aan de telefoon wil ko
men!"
De rechercheur stond op en haastte zich naar de
telefooncel.
Door het apparaat klonk hoofdinspecteur Hardys
asthmatische stem: „Green? Je kent toch Jack
Bracley, den kastelein van de „Gouden Dolk" Een
half uur geleden is hg doodgeschoten. Ik wacht op
je in Whitechapel. Kom zou gauw mogelijk!"
Toen Green weer naar zijn tafeltje terugging,
floot hij vergenoegd de laatste schlager „Meisje,
met je mooie mondje, moet je met je maatje mee?".
„Gefeliciteerd, Mr. Bracley, U zult tot de on
uitsprekelijke vrede van uw medemenschen een
hoogen leeftijd bereiken!" sprak twee dagen latei-
rechercheur Thomas Green tot den kastelein van
den „Gouden Dolk", toen hij de uitgesleten treden
naar den kelder afkwam.
Jack Bracley vertoonde zijn scheefgetrokken
haaiengebit en bromde een verwonderden groet. Hg
was niet sterk in het oplossen van raadsels.
„Dood gemelde menschen worden altijd oer-oud",
orakelde Green verder.
„Wat is er van uw dienst, rechercheur?"
„Ik zou graag en kleine inlichting van U hebben,
Bracley", zei Greeen, en toen hij zag, dat de kaste
lein een afwerend gebaar maakte, voegde hg er
geruststellend aan toe: „U hoeft niemand te ver
raden namen interesseeren mij niet. Ik waar
schuw U echter niet te probeeren mij om den tuin
te leiden, En nu, luistert U goed. Vandaag is het
Donderdag, dus eergisteren was het Dinsdag. Wel
ke klanten hebt U Dinsdagnacht gehad? Zooals ik
CJ al zei, ik wil geen namen hooren; ik wil alleen
de beroepscategorie van uw klanten weten. Wat
vcor specialisten waren er vertegenwoordigd? Ik
bedoel waren het voor het meerendeel inbrekers,
zakkenrollers of oplichters
„Laat ik e3 even nadenken, Mr. Green! Dinsdag
was het een slappe dag hier. Tegen den morgen
regende het een beetje. Aan het kleine tafeltje za
ten twee vrouwendaar zathmeen
onschuldige kennis van mij en toen zoo tegen vier
uur, juist toen ik al wilde sluiten, kwamen er
een paar „jongens", maar die behoorden tot geen
van de door U genoemde categorieën".
„Waartoe dan wel?"
„Tjadat is moeilijk te zeggen. Ik heb geen
idee waarvan de jongens eigenlijk leven, want van
vechten en steken alleen kun je toch niet eten!!"
Green dankte den kastelein hoffelijk en vertrok.
In Battersea had de taxi van rechercheur Green
een panne en hg ging het laatste stuk naar de
Wandsworth-gevangenis te voet.
„Meneer de directeur, ik wou graag, dat u num
mer 542 liet komen, maar ik moet den man buiten
tegenwoordigheid van derden spreken, verzocht
Green, nadat hij voor den gevangenis-directeur een
van zijn potsierlijke buigingen had gemaakt.
„Een gevangene alleen spreken is tegen de voor
schriften, rechercheur", zette de directeur hem te
recht en zijn brilleglazen fonkelden misprijzend.
„Maar ik heb een bevel van den chef,-meneer
de directeur!" Green haalde uit een van zijn onuit
puttelijke zakken een officieel papier, dat van het
stempel Scotland Yard voorzien was en gaf het den
directeur.
„Ja, beste kerel, met alle respect voor uw chef,
maar hier moeten we ons aan de regels van het
huis houden en die verbieden ten strengste wat u
verlangt".
De directeur zette zich in postuur, als wilde hij
daarmee aantoonen, dat de hoofdinspecteur van
Scotland Yard in een gevangenis een volkomen on
belangrijk persoon was.
„Ik beb ook nog een brief van den Adjunct-
Staatssecretaris" merkte Green kleintjes op en
trok daarbij zijn meest onschuldig gezicht.
„Maar waarom zegt u dat nu pas, rechercheur?"
„Ik wou ziec, welke instantieweet u, ik
heb met rechercheur Smith gewed om een half p®|
pijp-tabak die verkwister rookt namelijk WW
anders moet u weten, omdat......"
„Ja, ja, genoeg. Ik ken uw collega Smith
en uw weddenschappen interesseeren mij a! e«S'
min. Geeft u mij dien brief van het ministerie
„Ja, dat is het juist. Ik geloof dat ik die ergea
vergeten heb".
„Maar man, hoe kunt u in vredesnaam een tets
van zijn lordschap den Adjunct-Staats-secretsrJ
eenvoudigweg vergeten? Weet u wel, dat zoons!*'
digheid u uw carrière, ja, zelfs uw betrekking kd-
ten kan?"
Green keek, alsof hij aanstonds bitter zou ga®
weenen. Maar plotseling verscheen een lachje vu
opluchting op zijn verschrompeld gelaat
de directeur, daar bedenk ik me opeens, wsb;
brief van den Adjunct-Staatssecretaris is!"
„Nu?"
„Ik heb hem u gegeven, meneer de directeur.
„Mg Dat is een ongehoorde brutaliteit
rechercheur! U wilt, omdat wg hier zonder getw
gen zijn aan 't spreken, uw verzuim op mij aW®'
telen, om zelf vrijuit te kunnen gaan!"
Green hief de hand omhoog, als een verk«»
agent, die een rg auto's tot stilstaan dwingt
sprak met een stem, die uit een gramofooDuec*
ter scheen te komen.
„Ik heb wel degelijk een getuige, meneer ao^
recteur. De beambte, die u mgn aanvraag-wr
lier heeft gebracht, heb ik ook den brief
hij heeft u die beslist ter hand gesteld, want
hg terugkwam, had hij niets meer bij zich.
De directeur greep naar het aanvraag-i
lier. Daaronder lag een dunne envelop, d.e n?
middellijk openscheurde.
Aan de directie der Wandsworth Gevflflï
Rechercheur Thomas Green van C.
opdracht den gevangene nummer 542 zona
tuigen te verhooren.
De Adjunct-!
iWordt
Aan de Fransch-Duitsche grens. In de nabijheid van de vijandelijke linies
hebben de Fransche troepen eenige bruggen opgeblazen als uiterste voor
zorgsmaatregel
Op de Amsterdamsche kunstijsbaan hield de Ned. Ver. tot Bevordering van het Hardrijden op de Schaats Vrijdagavond,
voor het eerst in dit seizoen, een training voor hardrijders. Twee deelnemers aan den start
Het millioen bloembollen, waarover to
gemeente Arnhem de beschikking gt
kregen heeft, wordt in samenwerking
met de Ned. Heide Maatschappij uil'
gezet. In het park Sonsbeek zijn vele
handen bezig, om de bollen .onder
te brengen
Geëvacueerde kinderen uit Londen, die jn^
dorpje op het platteland van Engeland 2jj,
ondergebracht, ontvingen deze week bezosi
van niemand minder dan Koningin ElizabitV
zelf, die zich van het dagelijksch leven fa,
tijdelijke bewoners op de hoogte kwam steil;,
.Rats, kuch en boonen zijn het soldatendinw',
De kuch wint het in populariteit. Het baW
wordt gekeurd bij den militairen étappe-died
te Rotterdam
De militaire étappe-dienst, welke te Rotterdam gevestigd is, voorziet in de verzorging van de lands
verdedigers, die onder de wapenen geroepen zijn. De vleeschvoorraad wordt gekeurd, alvorens
voor de consumptie te worden vrijgegeven
Niet minder dan
180 000 paar sol
daten-, kistjes" lig
gen in de loodsen
van den militairen
étappe-dienst te
Rotterdam gereed,
om in de binnen
komende aan
vragen te voorzien
Het transport der gewonden behoort tot de werkzaamheden van den militairen
étappe-dienst, welke handen vol werk heeft. Een oefening in het .laden van
een Roode Kruis trein
Alle regeeringsgebouwen te den Haag zijn met ingang van Vrijdag onder
bewaking van de Rijksveldwacht geplaatst. De wacht voor het ministerie van
Algemeene Zaken, waar de minister-president zetelt