DE BRUG OVER DE NOORD OVERHANDIGING VAN GELOOFSBRIEVEN. Hatson brengt den steen aan t rollen H. Wandt -v; Mumperstreet is de bijnaam voor een eerwaarloosd steegje in Whitechapel. Aan weers kanten staan lage, armoedige huisjes met gebro ken of met krantenpapier dichtgeplakte ruiten, die de zegeningen van water alleen maar van buiten, namelijk door regen, kennen. De muren staan op het punt in te storten en vertoonen overal groote gaten en scheuren Zelfs de zon schijnt daar triestiger en de gezichten van de bewoners zien star-bleek als wassen beelden uit een panop ticum. Het huis nummer 34 onderscheidde zich in niets van de andere krotten. Aan den voorkant zagen vier ramen op de straat uit. Op de eerste verdie ping bevond zich slechts één woning. Daar had destijds de eigenaar van het huis, een kleine win kelier, gewoond. Sinds diens dood was boven de deur een smoezelig stukje papier geplakt: „Wo ning, bestaande uit twee kamers en keuken, te huur. Onmiddellijk te aanvaarden. Te bevra gen op de binnenplaats rechts, bij den concierge" Op een goeden dag had een oudere, vriendelijke meneer de te verhuren woning willen bezichtigen. Hy had den concierge verteld, dat hy beambte was van een of andere liefdadigheidsvereenisrlng. die zich bezig hield met de ondersteuning van ver armde zakkenrollers. De bescheiden vertrekken schenen den man te hebben aangestaan, want hij had dadelijk drie maanden huur betaald en den sleutel gevraagd. Het zou nog wel eenigen tijd duren voor hy erin trok, had hij medegedeeld, want het vorige huur contract was nog niet afgeloopen en het tegen woordige kantoor was meer in het centrum ge legen. Er moest echter bezuinigd worden de tijden waren slecht, weldoeners moest je vandaag den dag met een lantaarntje zoeken en daarom hadden ze naar een bescheidener behuizing moe ten uitzien. Rigoletto vond de deur van het huis Mumper Street 34 open. Toen hij langs de treden van de donkere, smalle trap, naar boven geklommen was, stak hij een lucifer aan, om de in den brief aan gegeven deur te zoeken. De deur rechts was met blik beslagen en hy vermoedde dat die naar de bovenverdieping voerde. De linker deur was bruin geverfd en midden erop was een klein wit kar tonnen kaartje geprikt. Met inkt was er met kleine regelmatige, fijne letters een naam op ge schreven. De Italiaan verbaasde zich erover, dat de bewoner in het geheel, geen geheim van zijn naam scheen te maken. Hij kwam dichterbij en hield de al bijna afgebrande lucifer bij het papier. Hy kon het woord nog juist ontcijferen: „Huitzilo" „Een inbreker, die zichzelf respecteert, heeft altijd een zaklantaarn bij zich dan kan hij zich ook de vingers niet branden", klonk plotseling een welluidende mannenstem. Rigoletto wist niet waar het vandaan kwam, omdat hij in zijn ver bouwereerdheid niet gehoord had dat de deur was opengegaan. „Mijn compliment, Signore", fluisterde h^j terug, en om niet te laten merken hoe overdonderd hy was, voegde hy eraan toe: „Ik ben gekomen, om mijn revolver terug te halen!" „Alles op z'n beurt, m'n beste vriend. Ik ben bang, dat je je revolver niet meer noodig zult heb ben, want in de eeuwigheid schiet men niet met revolvers", merkte de gastheer droogjes op, Rigo- letto's hand grijpend om hem in het donker te recht helpen. Het leek den Italiaan of een doo- de hanc" hem had aangeraakt en zyn boordje be gon merkwaardig nauw te worden. Toen flitste een sterke zaklantaarn op, waarvan de reflector op een oude, omgekeerde whisky-kist was gericht. „Ga daar zitten"! beval de man met de wellui dende stem. Rigoletto gehoorzaamde. Hij zat nu precies in de ronde lichtcirkel van de lamp. Voor geen geld van de wereld had hij willen laten merken hoe doodsbang hij was. Hij klopte op zijn primitieven zetel en zei bedroefd: „Leeg!" Toen hij geen antwoord kreeg, vroeg hij: „Zit U ook op zoo'n ding, Signore? En is dat ook leeg?" „Ben je zoo dorstig, of heeft de angst je lippen drooggemaakt, Rigoletto" „Dorst heb ik gelukkig altijd, maar in mij onbe kende huizen drink ik nooit iets, Signore. En wat die angst betreft, waarom zou ik bang zijn Ziet U, Signore, hier heb ik mijn rechterhand in mijn zak. In die hand heb ik een browning ik heb er namelijk nog zoo een als die U laten we zeg gen geconfiskeerd hebt. Ik hoef mijn hand niet eens uit mijn zak te nemen om af te drukken." De Italiaan deed kennelijk alle mogelijke moeite om indruk te maken maar inwendig sidderde hij. De man tegenover hem glimlachte. „Ik wed met je om een flesch whisky, dat ook je tweede brow ning binnen vijf minuten in mijn bezit is, beste jongen. Ik heb namelijk een onoverwinnelijken af keer van bezoekers, die gewapend bij mij binnen komen. Neem je de weddenschap aan?" „Natuurlijk, Signore. Aangenomen!" „Best Luister dan goed, Rigoletto. Nemen wjj een oogenblik aan dat je zou willen schieten. Denk je werkelijk dat ik zoo'n ezel ben, dat ik op die mogelijkheid niet gerekend heb? Ik zit hier ach ter een stalen kachelscherm, waar zelfs een ge weerkogel niet doorheen komt. Dit schild heeft echter ook een paar gaten, bijvoorbeeld dat, waar door ik op het oogenblik de lamp houd. Ik zou je dus zonder meer overhoop kunnen schieten, zonder daarbij zelf gevaar te loopen. Laten we nu eens denken, dat je het niet aan te nemen geluk zou hebben om precies door een van die kleine schiet gaten te treffen ook daarop heb ik mij voorbe reid. Kijk eens daarheen!" De straal van de lamp zakte ongeveer dertig graden. Rigoletto's oogen, die het licht gevolgd waren, werden groot van ontzetting. Twee passen van hem af stak door een klein gat in den vloer een stevige mannenhand, die een groot-kaliber re volver, van boven van een geluiddemper voorzien, omvat hield. „Wat zeg je daarvan, Rigoletto? Op hetzelfde moment dat ik met de hak van mijn schoen op den grond klop, drukt de man daar beneden af. En nu zal je je revolver uit je zak nemen en hierheen gooien!" „Ik zal wel heilig oppassen, Signore. Ik ben er absoluut niet zeker van, dat de beminnelijke me neer daar beneden bet vallen van mijn revolver niet aanziet voor het kloppen van uw hak." „Goed, leg dan de browning op de kist waarop je zit en loop achteruit naar den hoek." „U verstaat de kunst uw vrienden te overtui gen", zuchte Rigoletto, en hij deed wat hem be volen was. Het lichtschijnsel volgde hem en hij hoorde hoe de man tegenover hem op de kist toe trad. De inbreker grinnikte. „Bent U voorzichtig, Signore. U zou dien braven gentleman beneden op de vingers kunnen trappen. Dat moet uiterst onaangenaam zijn, heb ik wel eens gehoord." Het licht cirkelde weer terug, en Rigoletto moest weer op de kist plaats nemen. Toen vervolgde de man achter het kachel- scherm: „Ziezoo, deze formaliteit is nu in orde. En nu de zaak tusschen ons, mijn beste vriend. Ik geloof, dat ik me totnogtoe een verkeerde voorstelling van je gemaakt heb. Je schijnt geen kwajen kerel te zyn. Maar vertel me es, waarom bedrieg je je kameraden?" „Wat? Wanneer heb ik iemand bedrogen? Dat is een brutale leugen! Wie heeft U dat verteld?" stoof de Italiaan op. „Dat heeft niemand mij verteld. Ik beweer dat. In de brandkast van de Deptford-Maatschappy bevond zich veertig duizend pond. Er is maar vijf-en-dertig-duizend pond afgeleverd. Nou, wat heb je daarop te zeggen?!" „Dat kan alleen de man met het masker, die de brandkast als een lucifersdoosje opengekraaK heeft, gedaan hebben! Hy liet Trompetter-JohnEJ en mij opzfc gaan, toen hy de poen in zijn leerea tasch stopte. Wij mochten er niet eens aan ruiken. Dat kan Tre mpetter-Jolinny U ten alle tjjde ba* vestigen!" „Spreek je de waarheid, Rigoletto?" „Ik lieg niet, Signore. Die gemaskerde knaap heeft gezwendeld, of de maatschappij heeft, om meer van de verzekering uitgekeerd te krjjgö, een valsch bedrag opgegeven. Zulk soort dinges gebeuren meer!" „Goed, ik zal je voor dezen keer nog gelooven. Hier heb je je twee revolvers terug. Je kunt gaan!" De man stond op. Hij streek een lucifer af, en de Italiaan zag, hoe de man tegenover hem een klein petroleumlampje aanstak. Het licht van de zaklantaarns werd gedoofd en by het zwakke schijnsel van de lamp, zag w? letto een vuile, stoffige kamer, waarin het M*. hang irr flarden van de muren hing. De. gebe® inrichting bestond slechts uit twee leege whisky* kisten. Op de eene had waarschijnlijk de man ge* zeten. Tusschen de beide kisten dreigde no? steeds de mannenhand met de groote revolve, maar die kon men bezwaarlijk by de inrichting rekenen. Rigoletto was eveneens opgestaan e had zich, voorzichtigheidshalve, achter de lugu* bere hand teruggetrokken. „De hand van dien gentleman zal stijf wor Signore", merkte hij op. De man lachte en wilde zich buigen naar hand, maar Rigoletto hield hem terug: „Mag misschien even kloppen?" r „Als je daar plezier in hebt", knikte de ano De Italiaan trok voorzichtig de whisky-ki^ waarop hij gezeten had, naar voren en hieia opening voor den loop van den revolver, klopte hij met de hak vair zyn schoen tweern op den vloer. tw. De vinger aan den revolver vertoonde ge611 kenen van leven. „Zyn harrd slaapt!" riep letto verbaasd. (Wordt ve ervplffÜ In een bunker aan de Westwail. Duitsche soldaten, voor wie de dage- lijksche dienst geëindigd is, hebben het zich gemakkelijk gemaakt Koningin Elizabeth van Engeland tijdeni de rede, welke de vorstin per radr- tot de vrouwen van haar Rijk hield Het maken van allerlei soorten bruggen is een der voornaamste onderdeelen van het werk d« genietroepen. Manschappen der Royal Engineers aan den arbeid tijdens een oefening .ergens Engeland" i*256 De brug over de Noord te Alblasserdam is Dinsdag in tegenwoordigheid van vele autoriteiten officieel geopend, bij welke gelegenheid de aanwezigen een wandeling over de nieuwe oeververbinding maakten De buitenlandsche militaire attaché's slaan te Moskou de groote parade gade, welke gehouden werd ter ge legenheid van de Russische nationale feesten Het stoffelijk overschot van den sergeant J. J. Herst, die bij een ontploffing in het Geldersche om het leven kwam, is Dinsdag op de begraafplaats .Nieuw Eik en Duinen" te Den Haag ter aarde besteld. Een laatste saluut aan de De heer H. G. van Os, wien op zijn verzoek eervol ontslag verleend is als burgemeester der gemeente Diever -i inelle motorbooten, uitgerust met twee torpedo- lanceerbuizen worden door de Britsche marine gebruikt bij den strijd tegen vijandelijke onder zeeërs. Een dezer vaartuigen op topsnelheid Z.Exc. S Bentzon, de nieuwe Noorsche gezant bij het Nederlandsche Hof, heeft Dinsdag te Den Haag zijn geloofsbrieven aan H. M. de Koningin overhandigd. De gezant (links) bij het vertrek naar het paleis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8