DE RAMP VAN DE „SIMON BOLIVAR". Hatson brengt den steen aan Tt rollen H. Wandt door 29 In de eerste plaats was het noodig, dat ik mijn uiterlijk dusdanig veranderde, dat hy mij nooit zou kunnen herkennen. Een vriend van m\j, een apo theker, gaf mij een groote hoeveelheid van een tinc tuur, die bereid was uit den wortel van een Zuïd- Amerikaansche lianensoort en die de merkwaardi ge eigenschap heeft de daarmee ingesmeerde deelen van de huid te doen inschrompelen. De medicijn mannen en koppensnellers aan de Beneden-Amazo ne gebruiken dat goedje als zy met de zielen van de dooden willen spreken om daarmee hun stamge- nooten te imponeeren. Het behoudt gedurende twaalf uren na het gebruik zyn werking en ik kan U verzekeren, dat het allesbehalve aangenaam is. Ik zou er destijds veel gemak van hebben gehad als ik geweten had op welke plaats ik Jack Lodsy met mijn kogel had geraakt. Nu weet ik het. Ik had zijn neus weggeschoten. Waarheen hij ge vlucht was, wist ik niet. Ik zat hem achterna over het geheele Amerikaansche continent, was dikwijls geen vijf minuten van hem verwijderd om hem da delyk daarop weei een voorsprong van ettelijk- dagen te moeten geven Ln C' lifoinië verloor ik zijl spoor. Eerst veel later kwam ik er achter, dat hy in San Francisco in een sanatorium van een specia list voor moderne gezichtsplastiek was geweest, waar hij zich voor grof geld niet alleen een nieu wer neus had laten aanmeten, maar bovendien oog een aantal van vorm totaal verschillende reeer- ve-neuzen had laten maken, waarbij hij als reden opgaf, dat hy filmster was. zrjn neus by een duel had verloren en nu voor verschillende rollen, diverse neusmodellen noodig had. Dit verblijf in het sanatorium was oorzaak, dat ik zijn spoor bijster werd. Ik veronderstelde destijds, dat hij naar zijn vaderland was gevlucht en scheepte my in naar Engeland. In Londen aangekomen, overlegde ik bij mijzelf, wat me te doen stond. De kat vergeet, gelijk bekend, de muizen niet, en Jack Lodsy had tijdens zijn vlucht tamelijk veel geld opgemaakt, zoodat het voor de hand lag, dat hij binnen niet te langen tijd weer een groo- tere inbraak zou wagen. Ik moest dus gelegen heid hebben alle opengescheurde brandkasten te zien, omdat ik van de inbraak by de Amour Cen trale het „merk Lodsy" onmiddellijk zou herken nen. Dergelijke bezichtigingen zijn echter alleen de politie toegestaan, en dus besloot ik tot Scot land Yard toe te treden. Ik telegrafeerde met de autoriteiten in Chicago, verzocht om aanbevelin gen en andere benoodigde documenten en ging daarmee naar zijn lordschap, dèn adjudant staatssecretaris. Ik ondervond een volledige me dewerking. Reeds derr volgenden dag meldde zich bij Scotland Yard een onnoozel rechercheur, die voorgaf Thomas Green te heeten. U zult kunnen begrijpen, dat de kleine dief stalzaakjes, die ik kreeg toegewezen, weinig naar mijn zin waren en dan ook nogal door mij wer den verwaarloosd. Dat, samen met mijn uiterlijk, mijn slordige kleeding, zorgde er voor, dat precies gebeurde wat ik wilde, ofschoon mijn superieuren natuurlijk weinig over mij tevreden waren. Ik ging door voor een halve gare, dien men, omdat hij er nu eenmaal was. schouderophalend, in vredesnaam maar liet meeloopen. Zoo precies had ik het my ook gedacht. Ik wachtte op mijn tegenstander. Langen tijd tevergeefs. Ik wilde mijn zoeken hier in Londen al bijna opgeven om weer terug te gaan naar Cali- fornië, teneinde daar opnieuw te beginnen, toen plotseling dat merkwaardige geval kwam van het gestolen Boeddhabeeldje uit het British Museum. Ofschoon ik er geen flauw vermoeden van had, dat deze onbeduidende zaak iets te maken kon hebben met Jaek Lodsy, interesseerde mij het vreemde geval; ik vroeg mij af, welk verstandig mensch een Boeddhabeeldje zou stelen, om het meteen weer weg te geven. Dat William Hatson met de heele zaak niets te maken had en de volle waarheid sprak toen hij beweerde het beeld in zijn handen gestopt te hebben gekregen, was mij van het begin af duidelijk, want anders zou hij niet naar de politie gekomen zijn. Het kon niets anders zijn dan dat hier een bende aan het werk was, waarvan een van de leden, namelijk de dief zelf, de fout had begaan het beeld aan den verkeerde te geven. Ik dacht me de zaak ongeveer zoo, dat de eigenlijke dader van zijn opdrachtgever bevel had gekregen het gestolen beeld aan een man te ge%ren, die hem om half vier in den morgen by het British Museum om vuur zou vragen. Voor deze theorie sprak ook hét feit, dat Hatson onmiddellijk nadat hy de Boeddha gekregen had, ook aangesproken werd om vuur. Dat moest dus de man geweest zijn, die oorspronkelijk het beeld in ontvangst had moeten nemen en Hatson's optreden in de zaak was alleen maar aan een toeval toe te schrijven. Verder sprak nog voor deze opvatting, dat de organisator van de bende zoo overtuigd was van het feit, dat hij het beeld door middel van dien tusschenper- soon zou ontvangen, dat hy onmiddellijk het an dere, het nagemaakte, naar de museum-directie ^ond. Maar wat was de reden van dat alles? Voor •demand kon dat Siva Hazuza-beeld een zoo groote waarde hebben, dat een dergelijke samen werking gerechtvaardigd was geweest. Aanvankelijk dacht ik aan een ziekelijken verza melaar, wiens onzalige hartstocht hem in dat avon tuur had gestort. Dat was echter niet zoo. Ik liet in de krant een advertentie zetten, waarin William Hatson werd opgeroepen zich aan te mel den. Ik rekende er op, dat een van de betrokkenen nieuwsgierig zou zijn, wie die advertentie had ge plaatst. Op de afgesproken plaats verschenen twee personen. Plapman en Cleenharp. Eerst ver dacht ik Little Edy en ik meende, dat Plapman alleen een rol speelde als een geïnteresseerde bui tenstaander, omdat hij met den hoofdinspecteur be vriend was. Ik had mij echter vergist. Het was precies omgekeerd. Maar dat zal ik u straks ver klaren. Onderwijl had de brutale juweelenroof plaats ge had. De daders hadden zirh bediend van een onmid dellijk werkend verdoovingsmiddel, dat zy in een koffertje hadden meegebracht. Zij zelf waren im muun voor de werking van het gifgas, omdat zy zich voor het korte oponthoud in den winkel een paar kleine, geniaal uitgedachte zuurstof patronen in de neusopeningen hadden geschoven en hun mond eenvoudig gesloten hielden. Het heele voor val duurde geen twee minuten. By de nasporingen, die op dit opzienbarende ge val volgden, kwam Ik vooi den eersten keer in aan raking mét sir Frederic Winningham. Sir Frederic, zooals ik hem voor het goed be grip van mijn verhaal ook verder wil blijven noe men, was juist in den tijd, dat ik in Scotland Yard in dienst trad, naar Londen gekomen Hij gaf voor, uit Indië te komen, huurde een kasteel, verzamelde een staf bedienden om zich heen en leidde verder een uiterst teruggetrokken leven. Tot zijn regelmatigen kennissenkring behoorden, zooalp bleek, de heer Labory, de directeur van het British Museum, met wien hy op onopvallende maniei kennis gemaakt had, en diens vrienden. Aange zien de Winningham's in Engeland geen familie hebben, ondervond hy geen moeilijkheden. Nu zyn butler, John Claiton. Hij was de eenige die wist, dat de zoogenaamde lord een misdadiger was. Toen het dan ook zoover was, moest de ge vaarlyke getuige sterven. Ik heb de taxi, waarin Na de ramp van de .Simon Bolivar". De 5-jarige Sally Marriott behoorde tot degenen, die van den ondergang van het Nederlandsche schip gered konden worden. De kleine onder de hoede van een liefderijke verzorgster Edgar Levy en Walter Boeninger.twee Duit- sche jongens, die tot de geredden van de ondergegane .Simon Bolivar" behoorden, worden in het St. Bartholomew's Hos pital te Londen van nieuw schoeisel voor zien Duïtsche militaire piloten, die zich onder- Een Duitsch militair toestel werd Maandag bij Roermond gesignaleerd en van den grond at scheiden hadden bij de jongste krijgs- onder vuur genomen. De plaats, waar het Duitsche toestel neerstortte, waarbij de bestuurder verrichtingen, ontvingen uit handen van om het leven kwam generaal Felmy het IJzeren Kruis (Slot volgt]) Ter gelegenheid van de uitreiking van onderscheidingen aan soldaten had .ergens" op Fransch grondgebied een défilé plaats. Een tank passeert langs de ge decoreerden Z. K H. Prins Bernhard bracht Maandag een bezoek aan de Frederik-kazerne te den Haag De Prins slaat het inrijden der paarden in den ring gade. Links de kolonel der Genie, Walaardt Sacré. Rechts majoor v. d. Harst, commandant van het eerste depót der bereden artillerie Aan een wissen dood ont snapt. Leden der be manning van de .Simon Bolivar", die bij de ramp van hun schip er het leven konden afbrengen, na behouden aankomst in Londen destijds het lijk van Claiton is gevonden, systenc tisch onderzocht en vond bij die gelegenheid e klein stukje papie-, dat met een punaise onder a het houten geraamte van de zitting was bevestij Er stond maar één woord op: „Allright!" Toen de punaise met een mes verwijderd had, ontdei ik iets zeer merkwaardigs. Het voorwerp had n alleen de gewone punt, maar in de tegenover? stelde richting, dus op den platten kop, bevond zi nog een punt. En deze punt was bloedig. Een nac onderzoek wees uit, dat zij met een snelwerire Indisch slangengif was geprepareerd. Het gein was een duivelsche uitvinding, zoo geconstruee met het doel om den nietsvermoedenden Claiton' den weg tc ruimen. In normalen toestand vielen twee punten van de punaise samen, zonder dat eene zichtbaar was. Drukte men echter met d vinger op den kop, dan boorde de eene punt zi in het hout, terwijl de andere het vleescb van d vinger vergiftigde. Ik stelde mij den gang ,VI zaken zoo voor, dat Winningham zijn medeplic tige had opgedragen het gelukken van den juwc -—der lenroof door middel van dat briefje aan een of aan hemzelf mede te deelen. In ieder geval n hij hem de zaak zoo verklaarbaar gemaakt hebbe dat de ongelukkige niet de minste achterdocht koesterde toen hij het briefje en de punaise kreeg. Door deze zaak kwam ik voor het eerst in IJ» huis van den pseudo-lord, maar ik bad natuurlijk nog altijd geen vermoeden, dat deze zelf ia geval betrokken was. Mijn latere successen dank ik eigenlijk alechtt aan myn voorgewende manie om potlooden w verzamelen. Plapman's potlood, dat ik na de Ha^ sorrensceneering bij my stak zonder dat hij _hit merkte, wees mij den weg. Er zijn vele menscnea. die de loffelijke gewoonte hebben de einden van hun potlooden met hun tanden te bewerken. Het nieuwe gebouw der Rijksverzekeringsbank }e Amsterdam is Maandag door den minister van Sociale Zaken. dr. J van den Tempel, officieel geopend. - De

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 8