„De wgeêuksvogel" ■liMiiiiiiiROFK'FN DIE BLEVEN *iiii De Negerhut van Oom Tom. Engeland gaat de magnetische mijnen bestrijden. Houten mijnenvegers met „lokvogels" H. Beecher—Stowe Zoo vlug mogelijk krabbelde de kwajongen op de been om er tusschen uit te knijpen. Dat ging echter zoo heel gemakkelijk niet. Ha, daar zag hij watEr stond een ladder tegen een schuur aan. In een wip was hij op 't dak van het schuurtje, waar na hij haastig de ladder optrok, zoodat de heer Dinges een vergeef ache sprong omhoog deed. Ontduiking van dientsplicht op groote schaal. Te Antwerpen twee doktoren gearresteerd. De justitie te Charleroi heeft een uitgebreide ontduiking van den dienstplicht ontdekt. Een twintigtal dienstplichtigen heeft zich, door middel van vervalschte medische attesten, aan den mili tairen dienst onttrokken. Twee geneesheeren en een hoofdverpleger van het militair hospitaal te Antwerpen zijn gearresteerd, alsmede een oor logsinvalide en een kastelein, die de verbinding tot stand brachten tusschen de soldaten en de boven genoemde medici. Hiervoor kregen zij een com missie van 1.000 tot 10.000 francs Men verwacht nog meer arrestaties. ONTSNAPTE DUITSCHERS AANGEHOUDEN. De Duitsche krijgsgevangenen, die uit een in- terneeringskamp in Schotland ontsnapt waren, zijn gevat Ook Fran sell e represailles tegen Duitschen handel. 'Gelijke maatregel als de Britsche regeering. De Fransche regeering heeft volgens Ha- vas hetzelfde besluit genomen als de Britsche regeering voor wat aangaat het uitoefenen van represailles tegen den Duit schen buitenlandschen handel „als ant woord op de wijze, waarop de Duitschers sinds eenige weken en vooral sinds de laatste dagen den oorlog ter zee voeren". Op dit oogenblik passeerde agent num mer 18 den achtertuin van de familie Dinges. Nummer 18 hoorde vreemde ge luiden en verwarde uitroepen, welke, naar zijn meening, een ingrijpen van de gewapende macht dringend noodzakelijk maakte. Plotseling zag hij een dik jongensbeen boven zijn hoofd..... Wie kon dat zjjn?, De zware verliezen, die de neutrale en dl Britsche scheepvaart getroffen hebben wor den in sommige kringen toegeschreven aan Duitsche magnetische mijnen", aldus een United Pressbericht uit Londen. De marine gaat deze nu mogelijkerwijze bestrijden door niet-magnetische mijnenvegers, die bijni geheel uit stevig hout vervaardigd zijn en die op een aanzienlijken afstand ultra-mag netische „lokvogels" achter zich aanslepen. De mijnen liggen diep onder het oppervlak der zee verborgen en worden door de houlö schepen, die er boven varen niet beïnvloed, doel zij reageeren onmiddellijk wanneer de „lok vogels" in de nabijheid komen om dan, veiligen afstand van de houten mijnenvegers ontploffen. De kostbare constructie van deze mijnenvegers is gebaseerd op die van het roemde observatieschip „Research", dat van teakhout, brons, koper en ander niet-mag*' tisch materiaal is gebouwd en dat het kaansche observatieschip „Carnegie" vervangt Dit schip is uitgerust om de afwijkingen van te' compas op de Oceanen te meten. De „Research", die met bestemming Trlstsa da Cunha is vertrokken, is het eenige schip tó wereld, dat veilig is voor aanvallen van onder zeeërs, omdat de kapitein voorzien is van vrijge* leidebrieven onderteekend door alle zeevarend! mogendheden. Sir John Simon heeft Woensdag in een red! „Gij hebt gelezen over deze laatste afschuwe lijkheid der Duitschers, de magnetische mijn,® heimelijk gelegd is in vaargeulen om zonder waarschuwing neutrale en Britsche schepen ia de lucht te doen vliegen in overtreding van dl oorlogsregels. die Duitschland eerst twee maan; den geleden uitdrukkelijk beloofd heeft in acn te nemen. De vijand hoopt daarmede de kracni van onze eilandsterkte te ondermijnen en onzi leveranties af te snijden. Intusschen riskeeren onze mijnenvegers het gevaar, staat pnze vlooi op wacht en zet onze koopvaardij zijn eeu^=® dienst voort, terwijl alles wat bekwaamheid wetenschap kunnen uitdenken in het wens steld wordt om het nieuwe gevaar het hoofd k bieden. Wij vertrouwen, dat hun streven succa zal hebben". Nederlandsch memorandum te Londen overhandigd. Gezant licht de bezwaren tegen de verscherpiöl der contrabandecontröle toe. LONDEN, 23 November. Hedenmorgen heelt Nederlandsche gezant te Londen, jhr, jij van Verduynen, een bezoek gebracht aan Foreign Office, waar hij een memorandum ov handigde. Hij werd ontvangen door Cadogan. gezant lichtte het memorandum mondeling"we wees op de ernstige gevolgen, die de verscherpm der contrabandecontrole voor Nederland zal ben. Cadogan antwoordde dat de Britsche au teiten de uiterste consideratie tegenover trale landen in aeht zullen nemen. (United Fress). WEEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk W o e n s d a g s8V°n 0 betaald te zijn, daar de bezorgers R Donderdag moeten afrekenen. DB ADMINISTRATIE George Shelby aan het sterfbed van Oom Tom. (Illustratie van Cruikshank.) Weer een slachtoffer aan de Engelsche kust. Het Grieksche stoomschip „Elena" gezonken. LONDEN, 23 November (Reuter). Het Grieksche stoomschip „Elena", metende 4576 ton, is Woensdagavond aan de zuid oostkust van Engeland gezonken. Men gelooft, dat de ondergang van het schip door een mijn is veroorzaakt. De bemanning, bestaande uit 23 koppen (niet uit 24 zooals eerst gemeld) begaf zich in de booten. Zij wer den later in een reddingboot opgenomen. Het schip was van Rio de la Plata met een lading graan op weg naar Antwerpen. Overdracht van gedenkramen. H. M. de Koningin bij de plechtigheid in de Nieuwe Kerk aanwezig. AMSTERDAM, 23 November. In tegen woordigheid van H. M. de Koningin zijn vandaag tijdens een plechtige bijeenkomst in de Nieuwe Kerk de gebrandschilderde ra men ter herinnering aan het veertigjarig re- geeringsjubileum van H. M. de Koningin overgedragen aan het kerkbestuur. H. M. de Koningin vertrok hedenmorgen half elf per auto uit Den Haag en arriveerde om ongeveer kwart over elf bij het Paleis op den Dam. Te voet begaf Hare Majesteit zich met haar gevolg naar de Nieuwe Kerk, waar zich inmid dels de burgemeester van Amsterdam en de le den van het comité hadden verzameld. Aan den ingang van de kerk werd de Koningin ontvan gen door mr. L. J. A. Trip, die Hare Majesteit naar de voor haar bestemde plaats begeleidde. Nadat allen hun plaatsen hadden ingenomen werd het woord gevoerd door mr. Trip. Spreker verzocht den heer De Bruyn van Me lis- en Mariekerke als voorzitter van de com missie over de kerkgebouwen, goederen, fondsen en inkomsten der Nederlandsche Hervormde Gemeente, de gedenkramen, het geschenk van de burgerij van Amsterdam, ten behoeve van de Nieuwe Kerk wel te willen aanvaarden en over nemen. Mr. de Bruyn van Melis- en Mariekerke aan vaardde daarop het geschenk. Hare Majesteit liet den schilder Willem van Konijnenburg en den glazenier Joep Nicolas bij zich ontbieden en betuigde haar tevreden heid over hun fraaie werk. Roemeensche regeering afgetreden. BOEKAREST 23 November (Havas/A. N. P.) De Roemeensche regeering is afgetreden. Vanmiddag om 4 uur zal de Roemeensche Kroonraad bijeenkomen. Woensdagavond organiseerden de „Kabouters" van het Nederlandsch Padvindstersgilde Haarlem in het Clubhuis aan de Middenlaan een Cafetaria „In den Rooden Paddestoel", foto's geven kijkjes bij de „generale repetitie", vóór het publiek kwam. Des avonds was het i! spoedig stampvol en na enkele uren waren alle. meest door de kabouters zelf gemaakte nijen uitverkocht. De opbrengst is o.a. bestemd voor een Sint Nicolaasfeest, dat de zullen geven aan dertig kinderen, uitgenoodigd in overleg met het Comité Gooi wat in schoentje. recht schreef dan ook de criticus Lowell: „Zede- lessen zijn zeker goed dingen on kunnen veel nut stichten, maar in kunstwerken hooren ze niet thuis". Nu kan men daar dadelijk tegen aan voeren dat boeken als De Negerhut niet bedoelen literair werk te zijn. dat de schrijfster niet een door schoonheid ontroerde, maar een door el lende getroffene was. die móést pleiten voor het recht der verdrukten. En wie zal ontkennen dat zij gepleit heeft? Met gloed, met kracht, met edele verontwaardiging en toch met beheer- sching. De Negerhut moge geen grootsch werk zijn, het is een goed werk, een nobel werk. Volkomen ten onrechte is Harriet Beecher Stowe verweten, dat zij „al haar zwarten blank en al haar blanken zwart gemaakt heeft". Welk een groot verschil ls er niet tusschen blanken als St. Clare, Ophelia, Shelby eenerzijds en Haley. Tom Loker, Leg ree anderzijds. Hoe afwisselend zijn de negers getypeerd: de goede brave Tom, de dwaze Sam en Andy, het kleine duiveltje Topsy. de ijdele Alfred. Zoo zijn er meer te noemen, maar deze korte opsomming is vol doende. Juist door de schakeering, door de af wisseling in de karakters voorkwam de schrijfster dat men haar boek als eenzijdig zou brandmer ken. Wat „men" natuurlijk toch heeft gedaan. Toen De Negerhut de gansche beschaafde we reld in twee kampen verdeelde, betraden natuur lijk ook andere schijvers het strijdperk. Van de velen die de zijde van Harriet Stowe kozen, is een zekere Edwards wel de merkwaardigste. In zijn boek, dat reeds blijkens den titel: „Uncle Tom's Companions", onmiddellijk aansluit op De Negerhut, geeft hij de levensgeschiedenis van een aantal gevluchte slaven, zooals zij hem die vertelden. Het boek is een lange reeks van gru welijke wreedheden, verfijnde martelingen en brute gewelddaden, duizendmaal erger dan die welke in Uncle Tom's Cabin voorkomen. Wij mogen de schrijfster er dankbaar voor zijn, dat zij zich in de beschrijving der wantoestan den zoo sterke beperking heeft opgelegd. Want de opsomming der misdaden door den eenen mensch jegens den anderen gepleegd, spreekt lang niet zoo sterk tot het hart, als het sober relaas van wat dagelijks voorkomt. Juist door haar eenvoud, door de aanschouwelijkheid waar mee zij schrijft en die het stempel der waarheid zoo duidelijk draagt, heeft Harriet Beecher Stowe, de eenvoudige, dappere vrouw en moe der, het hart der menschen, neen: der mensch- heid getroffen. P. H. SCHRÖDER. Negerhonden. De on- dergeteekende heeft eenen geheelen koppel negerhonden aangekocht: hij biedt zich aan om weggeloopen negers te vangen. Kosten der jagt: 3 dollars p. d. en 15 voor het vangen van den vlugte ling. (Advertentie van 16 November 1845.) Tien dollars be looning: Van den onder- geteekende vlugtte de neger Karei. 45 jaar oud. Bovenlid van het oog gespleten, lifc- teeken op het voorhoofd, ge brand op de linkerwang. Hij had een ijzeren halsband om. Bovengemelde beloo- ning voor zijn gevangen neming. (Advertentie New- Orleans 30 Sept. 1846.) EEN menschenleeftijd geleden waren adver tenties als de bovenstaande in Amerikaan- sche bladen doodgewoon: een menschen leeftijd geleden schreef een predikant in Noord- Carolina een brochure, getiteld: Het regt van den slavenhouder wordt door de Heilige Schrift zoowel door grondstelling als door voorbeelden aangeduid; een collega van hem verzekerde: ,Deze menschen hebben zulk een natuur, wan neer zij lieftallig gekoesterd worden, zoo willen zij niet deugen, maar indien men gedurig met rottingen in haar lenden woont en ze zonder genade bastonneert (afranselt), zoo heeft men goede diensten van dezelve te verwachten". Maar het is eveneens een menschenleeftijd ge leden dat een dappere vrouw, bewogen door zoo oneindig veel leed, haar protest wereldkundig maakte en duizenden opschrikte uit hun trage rust Harriet Beecher was de dochter van een Cal- vinistischen dominee te Litchfield In Connecticut. Ook haar man, professor Stowe was geestelijke en te allen tijde is zij zelf een vrome vrouw ge weest, die later zal verklaren: „Ik de schrijf ster van Uncle Tom's Cabin? Neen, waarlijk niet. Het werd mij ingegeven door den Heere zelf en ik was niets dan een zeer nederig Instrument In Zijne handen. Aan Hem alle lof en eer!" Harriet BeecherStowe. Gemakkelijk is het leven der professorsvrouw niet geweest. Het inkomen van haar man was klein en al spoedig greep zij naar de pen om een extraatje te verdienen. Aan hoeveel bezwaren zij bij het schrijven harer verhaaltjes het hoofd moest bieden, vertelde in later jaren een vrien din- uit dien tijd. Harriet zal aan de keuken tafel, hield het oog op Mina die met het eten bezig was en schreef: Zij begon zacht te weenenMina, doe je wat kolen op het fornuis? Wat is het leven voor iemand die geleden heeft als ik?.... Moet ik eerst het witte of eerst het bruine brood uit de oven halen, me vrouw? vroeg Mina. Eerst het bruine.... Haar minnaar durfde het besprokene niet meer aanroerenMe vrouw, waar moet ik met de eierschalen blijven? Natuurlijk in de vuilnisbakHij trachtte een zachter toon aan te slaan. Mevrouw, moet er gember bij de pompoen? En zoo ging het voort: schrijven, koken; schrij ven, op Mina letten; schrijven, toezicht houden op de kinderen. Maar de verhalen kwamen af en Harriet hield het hoofd op, ook toen zware sla gen het gezin troffen. Haar man moest een rustkuur doen die langer dan een jaar duurde, een der zes kinderen stierf aan de cholera. Ge lukkig kwam er een wending in het bestaan van het dappere gezin, dat zoolang had moeten kampen tegen zorgen en gebrek. Stowe kreeg een benoeming in Brunswick in Maine die behoorlijk werd gesalarieerd. Dat was in 1849. Omstreeks dien tijd trok het probleem der slavernij in Amerika weer aller aandacht. Lovejoy, een journalist die een anti-slavernijkrant had opgericht, werd vermoord. De straffen die ont vluchte slaven ondergingen als men ze greep, werden verzwaard. Overal hoorde men van de gruwelijkste martelingen, van het schrijnendste leed. Negergezinnen werden uit elkaar gerukt, kin deren uit de armen der moeders gescheurd, han den of voeten der mannen afgehakt; de leeren zweepen scheurden lappen vleesch van de ge kromde ruggen. En dat alles werd verdedigd met «en beroep op den Bijbelen op de economi sche noodzaak. Wie zou het zware, moordende werk verrichten op de katoenplantages van het Zuiden, als het niet de neger was, dien men goedkoop kocht en gebruikte tot zijn dood? En katoen moest er zijn. Steeds meer katoen. De Engelsche fabrieken slokten de grootste voor raden op en vroegen altijd meer. En er kon meer I komen, als die vervloekte luie zwarten maar harder wilden werkenen dan suisden de zweepen weer neer en er was gekerm en ge kreun. En na een poosje was er stilte. De familie Stowe was diep onder den Indruk van al die vreeselijke gebeurtenissen. Eens het was in Januari 1851 scheen het Harriet Stowe tijdens een kerkdienst, alsof zij een der verhalen die zij gehoord had, in een visioen voor zich zag: een schuur, een paar bossen stroo, een arme oude neger, bloedend, kreunend, stervend. Als in een droom ging zij naar huis en schreef. Zoo ontstond het sterfbed van Oom Tom, een der laatste hoofdstukken uit de Negerhut. Zij zat nachten op aan het bed van haar jongste dochtertje, zij stelde zich voor dat ze een slavin was. aan wie men haar kind wilde ontnemen en schreef, schreef voort. Eenige maanden later zond zij het eerste hoofdstuk naar de National Era te Washington; 5 Juni 1851 werd het ge plaatst. En onmiddellijk reageerden de lezers. Van alle kanten kwamen brieven, aanmoedigin gen, zegewenschenmaar ook beleedigingen en laster werden haar niet gespaard. Dit alles ver sterkte haar in de overtuiging dat zij een heilige roeping had te vervullen en haar arbeid groeide tot één groote. overweldigende aanklacht. Driehonderd dollar was de opbrengst van deze publicatie. Veel was het niet. maar de Stowes stelden geen hooge eischen. Toen bood een uit gever aan, het feuilleton in boekvorm te pu- bliceeren. De schrijfster zou 10 pCt. van de prijs der verkochte exemplaren krijgen. Veel ver wachting had Harriet niet van deze overeen komst. maar de kinderen werden grooter, het huishouden duurderzij stemde toe. Den eersten dag werden 3000 exemplaren ver kocht. De tweede druk verscheen na een week, de derde vier dagen later. Binnen het jaar was het aantal drukken gestegen tot 120, het aantal verkochte exemplaren tot 300.000. Na vier maan den betaalde de uitgever haar met stralende oogen 10.000 dollar aan tantièmes. Het Zuiden met zijn katoenplantages, met zijn Haleys en Legrees, schrok op. Dat boek was een schande, was onzedelijk, was anti-Christelijk. Het moest verboden worden, het werd ook hier en daar verboden. God had het zwarte ras tot sla vernij gedoemd. Harriet BeecherStowe klaagde God aan. Een vrouw die zulk een lasterlijk boek schreef, moest óf gek óf slecht zijn. Men kon wel alles scheef voorstellen; het zou geen kunst zijn de toestanden in het huis der schrijfster te misvormen tot een „Mrs. Stowe's Cabin". Het antwoord was even fier als meedoogenloos. Har riet BeecherStowe publiceerde een „Key to Uncle Tom's Cabin", een sleutel tot de Neger hut. Die bevatte al de origineele feiten en authentieke documenten die haar ten dienste hadden gestaan bij het schrijven van haar ro man, extracten uit het slavenwetboek, berichten en advertenties uit de bladen, de beschrijvingen van straffen en martelingen, die de ongelukkige zwarten hadden te doorstaan. En de invloed ook van dit boek is enorm groot geweest. In 1861 brak de strijd om de slavernij werkelijk uit. De Zuidelijke staten scheidden zich af en tot 1865 woedde de burgeroorlog in de Vereenigde Staten. Nog voor de vrede gesloten was, werden alle slaven vrij verklaard en de man die deze grootsche daad verrichtte, President Lincoln, viel onmiddellijk na het beëindigen van den oorlog door sluipmoord. Harriet BeecherStowe werkte veel in die jaren; zij schreef verscheidene romans en novellen, hield lezingen, maakte eenige rei zen naar Europa. Maar van alles wat zij publi ceerde is de herinnering verloren gegaan; alleen haar eersteling is onvergankelijk gebleken. Onvergankelijk als document humain, meer dan als letterkundig werk. Aan de strekking van het werk is al het overige opgeofferd. Het schijnt wel of de personen uit het boek nergens anders over kunnen spreken en denken dan over sla vernij en godsdienst, godsdienst en slavernij. Te De rekel kreeg het echter al benauwd. In zijn angst liet hij zich lager en lager zakken. Toen hij naar beneden keek, stond Dinges juist tegen den tuinman te roepen. Dat was een kans om te ontsnappen. Vlug sprong de jongen naar beneden, waarbij hij vlak achter Dinges neerkwam. Deze schrok zóó van den plof achter zijn rug, dat hij languit op den grond vieL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 10