VROUWELIJKE BRANDWEER TE AMSTERDAM.
Echtpaar z.k.
Kea Bossers
Dr. H. Colijrr bezocht Donderdag de
''einbeeld-lentoonstelling te den Haag,
•wr hij zijn eigen beeltenis ontwaarde
H. M. de Konngin woonde Donderdag in de Nieuwe Kerk te Amsterdam
de overdracht bij van de gebrandschilderde ramen, welke namens de
burgerij zijn aangeboden ter herinnering aan het 40-jarig regeerings-
jubileum van de vorstin
Z. K. H. Prins Bernhard bracht een bezoek aan het Oosten des lands,
bij welke gelegenheid hij eenige troepenonderdeelen inspecteerde
In tegenwoordigheid van den Zuid-Afrikaanschen gezant, dr. H D. van Broekhuizen,
is Donderdag te Egmond aan Zee de door dr. H. Muller aan de N.Z.H.R M.
geschonken motor-reddingboot „President Steyn" in dienst gesteld, waarbij tevens
de overdracht van het nieuwe boothuis en den motortractor „Zeeleeuw" plaats
vond
Vrouwelijke brandweer in de hoofdstad. De eerste speciale damescursus van de Vrijwillige Lucht
beschermingsbrandweer te Amsterdam, georganiseerd door de vakbrandweer, werd Donderdagavond
beëindigd met practische oefeningen
Het viel in den smaak. Tijdens een Donderdag te Amsterdam
gehouden ontspanningsavond voor militairen werden aan ieder
van de aanwezigen speculaaspoppen uitgereikt namens de afd.
Amsterdam der Ned Banketbakkersvereeniging
De voetballers, die door de technische commissie van den K.N.V.B. zijn uitge-
noodigd, om te trainen, kwamen Donderdagavond voor het eerst op het V.U.C.-
terrein te den Haag bijeen. De heer Herberts, voorzitter van de T.C. geeft
theorie
Na de overdracht bezichtigde H. M.
de Koningin Donderdag de nieuwe
gebrandschilderde ramen in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam
uit een marine-vliegtuig gemaakte foto van het Ned. s.s.
dat hoog op het Vlielandsche strand zit. Pogingen, om
het schip weer vlot te krijgen zijn tot nu mislukt
door
2
2a kanjer van een huis; stallen, garage, serre,
r® ^ezerikken met champignons hier daag-
r=*°st zijn? Nog fijnere keuken kende ze niet.
naar eens kijken.
F^Msknecht, die opendeed natuurlijk. Zou
- Qe helft van het echtpaar zijn, dat Frank en zij
te verjagen? Of was het personeel
fonob uitgebreider, zooiets als op Engel-
kasteelen
.^spreekkamer, een stoel, die voor haar te-
wscüoven werd. „Mag ik uw kaartje, Me-
JT ,van den correcten huisknecht. Lies trok
waaar hand uit haar taschje terug. Een keu-
.uflmet een visitekaartje, stel je voor!
neb Sesohl-Qiron <1.- vonm/n-iTon Tl
geschreven, dat ik vanmorgen zou ko-
ze. „Zegt u maar, in verband met de
F -
•'crtentie.
eenige graden minder eerbiedig al.
as het begin van de nieuwe taxatie.
(Le,en m'nuut of vijf: „Wilt u mij volgen?"
jT.'oopers, gangen met palmen natuurlijk.
Nop op de deur: de studeerkamer.
F15111 'eder geval oud, dacht lies, èn een
Jaf U- zitten-" Aan den overkant van het
lTk*?Me een hand naar een stoel.
Komt zich dus aanbieden met uw man
k.F .^as langzaam, maar dan rolden de vragen
s.inC,r: h°e oud, hoe lang getrouwd, al eer-
g.jjT 1"'Xtt<ir: noe oud, hoe lang getrouwd,
t .j^kklng geweestLies zei „ja-meneer"
1 deneer" en „wilt u dit even, inzien."
„Dit was een schrijven, waarin hun trouwe
vriend Dick de Raet van Slogten, Slogterswoude bij
Dieren, aan ieder, die hei interesseerde, mede
deelde, dat Frank Peter Robberts een volmaakt
betrouwbaar chauffeur was en zijne echtgenoote
een voortreffelijke kookster en dat beiden eerlijk
en van onbesproken gedrag waren en ten zeerste
voor een betrekking als zoodanig werden aanbe
volen.
„Meer kan ik er niet inzetten, kerel" had Dick
gezegd, „zonder valschheid in geschrifte of een
soortgelijk ijselijk misdrijf te plegen, dat weet
jij als jurist beter dan ik. Maar wat er in staat
is de volle waarheia en ik hoef er toch niet bij te
zeggen, dat ik die ondervinding in jullie eigen wa
gen en aan jullie eigen gastvrije tafel heb opge
daan! Geluk er mee en ik vind het heelemaal
geen gek plan van Lies.
Dat had Dick gezegd, toen ze hem als eenige
vriend in hun vertrouwen genomen hadden en het
product van dit vertrouwen zat de Heer van „de
Waeldonck" nu grondig te bestudeeren.
„Uw man is niet hier?" Hij keek zoekend rond.
Jawel hij zit in de prullemand, wou Lies er uit
flappen, maar ze antwoordde netjes, dat ze na
tuurlijk verscheidene brieven op hun advertentie
hadden gekregen dat klönk en dat ze de be
zoeken voorloopig verdeeld hadden.
„O juist."' Grijze oogen, die haar opnamen.
„Kijkt u eens, uw betrekking hier zou gedeeltelijk
die van huishoudster zijn, in zooverre, dat u, naast
de keuken, ook het werk van twee dienstmeisjes
zoudt moeten regelen. Zoudt u daartoe in staat
zijn?"
„O ja meneer" zei Lies, „ik 'heb zelf altijd
dienstmeisjesonder me gehad" eindigde ze
gauw. Bijna een bok!
„Juist. En wat uw kookkunst betreft, dat schijnt
ook in orde te zijn. Het loon is vyftig gulden per
maand voor u beiden, met verval. De rest kan ik
beter met uw man regelen. Bespreekt u het met
hem; hij kan zich Maandagmorgen komen pre
senteeren. Dag juffrouw,"
Lies was blij, dat ze nu meteen kon gaan. Pre
senteeren en juffrouw, 't was een beetje veel om
ineens te slikken. Maar 't zou wel wennen.
Hij heeft me niet eens dr keuken laten zien,
dacht ze buiten. Hoe je onde .ak kwam, bleef dus,
als je dienst bode werd, een verrassing. Enfin, van
den kant van „meneer" was het toch ook afwach
ten hoe het uitviel. -Zij durfde dit alvast best aan.
Frank was minder voldaan over zijn tocht naar
Wassenaar, 't Eenige, dat hij losliet, was, dat het
niets was, want ze zouden maar drie maanden in
het land blijven en dan gaan reizen. Lies beaamde
dat het dan de moeite niet waard was om eraan te
beginnen. De rest van Franks ervaringen kon ze
wel raden. Ze zouden wel „jij" en „Robberts" ge
zegd hebben. Niet over praten, dacht ze en hing
een glorieus verslag op van hêtir tocht. „Een echt
aardige oude heer, Frank en vijftig gulden per
maand, zeg, met „verval" slikte ze in, dat zou
Frank wel niet kunnen verduwen, „met alles
vrij, hoe vind je 't? En als je er voor voelde, kon
je Maandagmorgen zelf komen."
Frank zei niet veel en zuchtte eens. Maar 's
Maandagmorgens ging hij, Lies achterlatend tus-
schen open koffers en stapels kleeren, want Don
derdags zou Soesah bezit komen nemen van haar
domein.
En toen hij 's avonds terugkwam in de schilderij
en vaasjeslooze kamers, leek hij voor het aller
eerst in al die weken weer moed te hebben.
„In vredesnaam dan maar, Lies, ik heb het aan
genomen."
„O Frankie, wat zalig, zie je wel, ik wist wel
dat je 't doen zou." Ze hing om zjjn hals als een
blij kind.
En Frank zweeg over wat het hem gekost had
om door te bijten, maar dacht angstig, dat, hoe
dapper Lieske ook was, ze het wel niet lang „za
lig" zou blijven vinden.
Toen ze bij de thee zaten, zei Lies: „En vertel
nu eens uitvoerig, hoe je 't vond en wat je te doen
krijgt en van alles."
„O, 't leek me best geschikt en de rest zullen we
maar afwachten. Maar ik wou je wat anders ver
tellen, ik heb een plan gemaakt."
„En dat is?"
„Ik heb even een treintje naar Amsterdam ge
nomen, om bij Til en Gerard aan te gaan en daar
heb ik afgesproken, dat wij van morgen tot Zon
dag bij hen komen logeeren. Dan kunnen we Maan
dag vóór twaalf uur op „de Waeldonck" zijn."
„Wat heerlijk zeg, dan loopen we de intrede van
Soesah mis! Maar zeg, kan dat? Kunnen we de
boel hier zoo maar achterlaten?"
„Natuurlijk, kindje. Ik ben nu direct van den
trein naar Royal" gestapt en heb haar verteld,
dat we een paar dagen eerder gingen enzoovoort
en dat ze morgen de sleutels krijgt. Dus dat is in
orde."
„Dan opschieten met pakken!" Lies rende weg.
„We gaan verhui-uizen" schalde haar stem door
den gang. Even later kwam ze de trap afhollen.
„Zeg, nu hebben we hier van niemand afscheid
genomen."
„Óok erg" vond Frank. „We zullen de tantes en
een stuk of wat andere menschen van Amster
dam uit schrijven, dat we voor een tijd op reis
gaan en ons huis gemeubeld verhuurd hebben. Dat
spaart een boel lastige explicaties uit."
„Practisch ben je" prees Lies. „Dus dan maar
met de stille trom. En belp nu eens mee pakken,
want je hebt wel veertig overhemden."
„Hoever ben je?" vroeg Frank om het hoekje
van de slaapkamerdeur. „Over tien minuten komt
de taxi."
„Bijna klaar" zei Lies schor. „Alleen mijn hoed
nog." Ze draaide zich om. Niet aan Frank laten
merken, dat ze huilde.
Nog even rondkijken. Alles was keurig in orde.
Soesah mocht komen. Krankzinnig idee dat er
nu morgen vreemde menschen op hun stoelen aan
hun tafel zaten. Hun radio aanzetten, in hun kas
ten rommelden.Ze ging de suite binnen. Wel
een beetje onttakkeld, zooiets als op kamerdag.
Maar toch zoo gewoon. Onbegrijpelijk was het.
Verhuizen, dat was: een verhuiswagen, die volge
pakt werd met je bezittingen en een leeg huis, dat
je als een vreemd ding achterliet. Zonder spijt.
Maar dithier wegtiekken, waar alles achter
bleef: haar eigen stoeltje in haar eigen hoekje bij
het raam, de cactussen in de vensterbank, het
divankleed, dat ze elkaar met Sinterklaas gegeven
hadden Lies beet op haar tanden. Ze wou niet
huilen. En toen was daar ineens Frank3 arm om
haar schouders. „Kindje toe," zijn mond trok
even. „Vind je 't zoo erg lieveling? We blijven
toch bij elkaar."
„Welja" zei Lies. „Ik lijk wel mal. Stoelen en
tafels genoeg op de wereld. En cactussen ook. Heb
je de gaskraan afgedraaid, Frar.k? En de schake
laar van het licht?"
„En de waterleiding" zei Frank. „Alles O.K.
Daar hoor ik de taxi. Heb je alles? Vooruit dan
maar
Terwijl de chauffeur de koffers inlaadde, keek
Lies toe, hoe Frank den huissleutel uit zijn zak
haalde en de voordeur afsloot. Tweemaal om
draaien dicht. Afgeloopen. Voorgoed.
Niet meer omkijken, dacht ze, toen ze de itraat
uitreden. Ze kneep Franks arm. „Volgende week
zit jij daar" fluisterde ze en wees op den chauf
feursrug voor haar. Vooruit maar. het nieuwe le
ven in. Het groote avontuur ging beginnen.
HOOFDSTUK IH
„Gerard, geef dat kind nog eens een stuk cake"
zei Tilly Scholten van achter het theeblad. „Lies
je ziet er zoo overmoedig uit, net of je een span
nend geheim met je ronddraagt."
„Ik voel me alleen maar zalig, omdat ik zoo
verwend word" zuchtte Lies uit de diepte van
haar stoel.
„Ja, thuis heeft ze 't hard, de stakker" ba-
klaagde Gerard; „zóó erg, dat ze de heele huishou
ding maar voor een tijdje heeft opgedoekt; hè Lies,
dat plan Is zeker van jou uitgegaan?"
„Mis jongentje, van ons allebei eendrachtelijk
te zamen
„Hoe roerend" vond Tilly.
ÏWordt vervolgd)]