„2)e onqeiuksm
Als de steenen spreken konden...
M
2)e £iffeCtoxm aeiteCt
Certificaten van oorsprong.
Balkan-vredesblok schi
kans van slagen te hel
-AAR - ik bèn niet van steen; ik hoor in
deze serie over sprekende steenen heele-
maal niet thuis!
Meneer Eiffeltoren, u heeft een ge
schiedenis (en wat voor een), u is beroemd, u is
zelfs eenig in uw soort, u
Als er dan zóó op aangedrongen wordt, voor
uit dan maar, ik zal vertellen;
Ik ben geboren in 1887; om nauwkeurig te zijn:
op 26 Januari. Mijn vader, Gustave Eiffel, was
een knap man ingenieur moet u weten. En nu
moet u vooral niet denken dat ik zijn eenige kind
ben dat beroemd werd. Drie van mijn zusjes
of broertjes, want ik heb ze nóg nooit gezien
droegen met eere vader's naam: de Spoorbrug
Maria Pia over de Douro (160 meter lang), het
Garabit-viaduct bij St. Flour (óók geen kleintje:
165 meter lang) en het staatsspoorstation in Boe
dapest. En dan: ikzelf! Toen ik volwassen was
geworden kon ik mij erop beroemen, met mijn
300 meters de hoogste toren ter wereld te zijn. En
dat ben ik nog, ondanks de wonderen der moder
ne techniek. M'n mededinger, Woolworth-Buil-
ding in New-York, is maar (let u wel, maar) 229
meter en de obelisk van Washington haalt kwa
lijk de 160 meter, om maar te zwijgen van de py-
ramide van Clieops die nog niet eens tot aan
mijn middel reikt. Ik permitteer me, 7 millioen
kilogram te wegen en werd toch geroemd van
wege m'n slanke lijn.
Men heeft mij verweten, dat ik nuchter ben:
't is mogelijk. Waar is, dat ik met mijn vier bee-
nen, die 100 meter van elkaar verwijderd zijn,
stevig op de aarde sta. Trouwens, verweten heeft
men mij nog veel meer. Als ik u daarvan zou ver
tellenEr is gesmaald dat ik geen hersens zou
hebben. Toegegeven; maar wie draagt, als ik,
20.000 k.g. water in zijn hoofd? Ik zou een cycloop
zijn, een metalen spinneweb, een Parijsche toren
van Babel, een Vulcanus, een fabrieksschoorsteen
in aanbouw. Erger nog: de beroemde schrijver J.
K. Huysmans noemde mij ontstellend leelijk en
bovendien nog een leugenaar. Die Eiffeltoren
liegt in elk opzicht, insinueerde hij; hij is 300 M
hoog en lijkt maar 100 M., hij is voltooid en
schijnt nauwelijks begonnenWaar is het
goed voor, een leegen obelisk te plaatsen op een
hol voetstuk? Dat was het oordeel van meneer
Huysmans, nou vraag ik u! En kent u de geschie
denis van William Morris? Nu, de Engelsche
schrijver dineerde, als hij in Parijs verblijf hield,
altijd in mijn restaurant.„Daar schrijf ik,
daar eet ik en als het mogelijk was zou ik er ook
slapen", zei hij eens tegen een yriend. „Ben je
dan zoo gecharmeerd van dien Eiffeltoren?" werd
hem gevraagd. „Gecharmeerd? Ik? Maar man,'ik
ga hier enkel zitten, omdat het de eenige plaats
is, vanwaar ik dat vreeselijke ding niet kan zien!"
En nog kreeg ik geen minderwaardigheidscom
plex. Ik was in mijn jonge jaren een nietsnut:
ik was zoomin een kathedraal als een paleis, ik
was monument noch obelisk ik was niets dan.
mezelf. Vrienden hebben geprobeerd, me een
kroon op het hoofd te zetten, door me „een
triumphboog van wetenschap en industrie te
noemen". Ik heb me dien eeretitel laten aanleu
nen met een tikje trots en twee tikjes voldoening.
Want er school waarheid in. Ben ik niet gebo
ren op de plaats waar eens een standbeeld voor
de Rede stond? Ben ik niet het product van won
derbaarlijke wiskundige berekening en ingenieuze
constructie, van hoofd- en handarbeid? Geld ik
niet als een symbool van 't technisch kunnen van
mijn eeuw? Het is waar: die eeuw was materia
listisch. Ik ben, al ben ik ook een „apotheose van
ijzer", aan die stofaanbidding ontgroeid. Vergeet
niet, dat ik met mijn hoofd „in de wolken" sta.
Kilometers ver 90 zeggen sommigen, 140 mee-
nen anderen zie ik om mij heen. Soms verbeeld
ik me wel eens, dat ik in de oneindigheid staar.
Werkelijk, als iemand van zich mag zeggen, dat
hij eenig benul heeft van de „ruimte" dan ben ik
het. En met den „tijd" sta ik niet op minder goe
den voet. Als in het holst van den nacht de Stad
sluimert, fluistert het Verleden. Want ik sta op
een historische plaats: op de Champs-de-Mars.
Itainebleau en Compiègne, of ik staar met wee
moed, dat moet ik erkennen naar den rechter
oever van de Seine, waar de witte huisjes me
lonkjes toewerpen vanuit hun liefelijke tuinen
als weleer!
Dat schenkt me heel wat meer vreugde dan de
vele bezoeken, die ik kreeg.
Het Gulden-Gastenboek.
If EKER, er waren er heel wat bij, die me tot
eer strekken. In mijn gulden gastenboek prij
ken de namen van illustere personen: van Ko
ningin Victoria, van den lateren Eduard VII en
z'n zoontje, die als George V den Engelschen
troon zou bestijgenCharles Gounod heeft van
mijn uitzicht genoten en herinner ik me wel, dan
neuriede hij de bloemenaria uit z'n Faust. Paul
Kruger heeft van een van mijn drie „plate-forms'
in de weidsche verte gestaardOmar, zoon
van Abd'el-Kader vergat me al evenmin als de
beroemde clown Tom-Tït. Ik hoorde de stem van
Gandhi en zag Pierre Labric per fiets de 347 tre
den van mijn eerste verdieping afrijden hij
kwam zoowaar nog heelhuis beneden ook! Met
geen bezoek ben ik zoo in de wolken geweest als
met dat van den grooten Thomas Edison, die
mijn vader hulde bracht in de volgende bewoor
dingen: „Aan meneer Eiffel, moedig bouwer van
het zoo gigantische en origineele toonbeeld der
moderne ingenieurswetenschap". O, zoo! Als ik
gekund had, zou ik toen van trots gezwollen zijn.
Maar het is mijn gewoonte uiterlijk onbewogen
te.blijven; m'n gewoonte en ook m'n plicht.
Want denkt u zich eens in: wat zou er gebeurd
zijn, als ik van m'n stuk geraakt zou zijn bij het
aanhooren van alle kreten die tot mij opklonken!
Ik heb „Leve Dreyfus" en „Weg met Zola" hooren
roepen, Boulanger hooren prijzen en verguizen,
den bom hooren ontploffen, die Auguste Vaillant
in de Kamer van Afgevaardigden wierp. En nooit
vergeet ik het tumult dat de dolkstoot, waarmee
Caserio Santo President Sadi Carnot om het leven
bracht, wekte. Stelt u zich voor: Sadi Carnot, die
mij om zoo te zeggen ten doop had gehouden.
Ja,ja, dat was allemaal naar den geest van Vail-
lant's gevleugeld woord, dat ik zoo vaak hoorde
citeeren: „Qu'importent les victimes, si le geste
est beau!" Heusch, gelooft u me, Parijs had
dringend afleiding noodig. En die kwam. Ook voor
mij. Ineens stond ik in volle glorie, van top tot
teen verlicht electrisch verlicht, wel te ver
staan op de scheiding tusschen twee eeuwen.
Het was 1900: 't jaar van de Groote Tentoonstel
ling. Ik weet zelf niet recht of ik toen een gestor
ven eeuw den laatsten eere-groet bracht dan wel
de juistgeboren 20ste met lichtgeflonker verwel
komde. Ik pinkelde, straalde en werd bewonderd
e'est tout.
den bliksem zou aantrekken ze weten niet eens
dat ze het zélf doen.
In dienst.
ip.N zoo kwam het, dat het veronachtzaamde,
JL' miskende wolkengoud in den hemel verstoof
en de donderbui losbarstte. Dat was 1914. Ook ik
werd gemobiliseerd, ook ik stond ruim vier jaren
in dienst van h vaderland. Als voorzorgsmaat
regel werd ik gereedgemaakt, de electriciteitsvoor-
ziening ter hand te nemen; ik werd ontoeganke
lijk voor het publiek, ik werd bewaakt, geïnspec
teerd door Millerand en Gallieni, ik werd geca
moufleerd tenminste m'n voeten. M'n hoofd
was niet te camoufleeren. Ik heb het moeten
hooghouden in de met oorlogsrumoer verstoorde
wolkenstilte en daarbij m'n werk gedaan. M'n
werk gering was het niet. Weet u wel, dat ik in
1912 de geheele wereld al den tijd aanwees, dat
ik den atmosferischen druk, de windrichting en
•kracht nauwkeurig bepaalde? Dat waren m'n
meteorologische verdiensten, die menigeen me
niet had toegedicht. Nu in 1914 vingen m'n
luisterende ooren berichten op uit alle hoeken
yan Europa: uit Rusland en Spanje, uit Boekarest
en SalonikiIn 1915 zond ik m'n eerste be
richten over den Atlantischen Oceaan. En dat
nu die nietsnut van 1889! Ik zeg dat niet,
omdat ik me miskend voel of voelde. De spot is
al evenzeer langs mijn ijzeren kantwerk heen
gegaan als de lof. Ik ben, al zeg ik het zelf, boven
jeide verheven
Vijftig millioen woorden ving ik tijdens den
wereldoorlog op, Och, eigenlijk waren m'n ooren
al die jaren lang gespitst.Ik hoorde merkwaardige
berichten genoeg: over revoluties hier en daar,
waarbij namen genoemd werden, die mij herin
nerden aan bezoekers van weleer: ik hoorde van
den dood der Czarenfamilie, met wie ik, zoo niet
vertrouwd, dan toch bekend was geweest; van
Zeppelin-raids, die me m'n hart deden vasthou
den voor onze Notre Dame, zooals ik meer dan
eens in vreeze leefde voor de wederwaardigheden
van den Are de Triomphe. Maar ik hoorde ook
en dat vergeet ik m'n levensdagen niet alle
Parijsche klokken luiden. Luiden! Er was Vrede,
zei men, Vrede. Meteen was er veel goud in den
hemel. Toen heb ik heel zacht gefluisterd, voor
de eerste maal in m'n leven. Zie je wel! heb ik
gezegd, om aan m'n bewogen gemoed lucht te
geven.
Schimmen uit 't verleden.
"TA, op de Cl;amps de Mars, ééns oefenterrenh
van de Ecole Militaire. Hier is het groote feest
der Verbroedering gevierd in de woelige Revolu
tiejaren; hier werd Bailly ter dood gebracht
hij was als burgemeester van Parijs in ongenade
gevallen, toen hij tegen de petitionnarissen, die
de onttroning van Lodewijk XVI eischten, op
trad. Hier was het ook, dat men het was op 8
Juni 1794 heeft men mij verteld het „Fête de
l'Etre Suprème" vierdeNapoleon deelde er in
1804 zijn ridderorden uit en na de Restauratie
was de Champs-de-Mars het bont tooneel van de
eerste paardenrennen. Ja ja - hier werden Frank-
rjjk's grootsche tentoonstellingen georganiseerd
en - hier ben ik geboren en getogen.
Het was een historisch jaar, toen ik werd ont
huld: 1889, het jaar van het Eeuwfeest der Fran-
sche Revolutie, die herdacht werd met een groote
expositie waar ik, jong van jaren, maar indruk
wekkend van gestalte, den noodigen luister bij
zette. Ik mag wel zeggen dat ik het middelpunt
van alle bewondering was. „Ah, de Eiffeltoren!"
Ik weet niet, hoeveel stemmen die simpele woor
den uitgesprokén hebben, evenmin het getal dér
bezoekers die gedurende de 6 maanden dat het
feest duurde, naar mij opzagen. Het moet groot
geweest zijn en dat is begrijpelijk: ik was opzien
barend! En ik ben het nog; alleen de menschen
zijn aan mij gewend geraakt, 't Minst keken de
dames mij in de oogen; ze konden niet ach,
armen ze waren bang haar hoeden te verliezen.
Herinnert u zich die speelsche bloementuinen
waarmee het vrouwelijk geslacht zich 't weelderig
kapsel sierde? Dat was nog in dien goeien ouwen
tijd, toen de fiacres langs de Champs-Elysées
drentelden, de meisjes lange haren droegen en
zich, mèt de jongens, verstoutten te hoepelen, de
dames gracievol hun helgekleurde parasols draai
den, de nachtwaker in 't Luxembourg fijngevoelig
vermeed de paartjes te storen in hun romantische
maan-aanbldding, de schilders op de Place Pi-
galle naar modellen speurden en er nog rust
was. rust.
Die goeie ouwe tijd! Als de cacophonie van net-
moderne straatleven me al te bont wordt, troost
me met mijn uitzicht op de bosschen van Fon-
Toen m'n lichten gedoofd werden kon ik me
weer aan mijn dagelijksche werk geven. Een
nietsnut was ik toen al lang niet meer: ik stond
in dienst van de „telegraaf" en was voorbestemd
hef mijne bij te dragen tot het welslagen van de
wonderlijke vinding der 20ste eeuw: de radio-tele-
grafie. Dat ik daarbij de belangstelling van het
groote publiek had mag ik niet beweren. Och, dat
was, nadat ik mijn feeëriek gewaad had afgelegd
en als 't ware weer in mijn dagelijksche plunje
stond, alweer geïnteresseerd voor andere nieuw
tjes, voor den „ondergrondsche" bij voorbeeld van
Porte Maillot naar Vincennes.
Een enkel maal werd ik nog met een waardig
bezoek vereerd. De Czaar en Czarina stonden
't was 1896 aan mijn voeten en werden toege
juicht door de saamgestroomde menigte die „Leve
Rusland" juichte. Wat later herkende ik de taal,
die dit vorstenpaar sprak in^ de conversatie van
een jongmensch dat mij, veelal in gezelschap van
z'n moeder en schoonmoeder, veelvuldig beklom.
Ilitsch noemde men hem; later vernam ik, dat z'n
achternaam Lenin luidde. Af en toe was hij in
druk gesprek gewikkeld met een metgezel van
donker uiterlijk; ik herinner me nog, dat hij een
weclderigen haardos had en Trotzki heette
Och, och, wat een voorspellingen heb ik door
mijn gasten hooren doen; en hoe weinige zijn er
van uitgekomen. Vaak, héél vaak heb ik zoo bij
mezelf gedacht: wat zijn die menschen toch
merkwaardige schepselen; ik zie het goud om de
wolken en zij zij hebben alleen maar oog voor
de naderende donderbui. Ze beweerden dat i k
Zoo was ik dan weer „burger". Geen ambteloos
burger, gelukkig. O neen: ik heb telkens m'n
aandeel gehad in nationale plechtigheden. In
1925 werd ik geroepen, de tentoonstelling van De
coratieve Kunst op te luisteren. En'hoe! Ik was
toen bevriend geraakt met Jacopozzi, een inge
nieur, net als m'n vader. Hij had mijn diensten
noodig voor z'n grootsche verlichtingsplannen.
Meneer Citroen zorgde bij gebrek aan anderen
steun voor het noodige geld. Vijf ton Fransche
francs fourneerde hij. M'n ledematen werden
voorzien van 600 K.M. kabel en 60.000 gloeilam
pen; ik moest als door koorddansers beklommen
en bekropen worden, omdat men mijn figuur niet
met stellages wilde ontsieren. Tijden lang droeg
ik in een gloed van kleuren den naam van mijn
begunstiger: Citroen. Wellicht deed ik het nog,
als de crisis, die zooveel verduisterde, ook niet
m ij n licht had gedoofd. Niet voor goed in
1931 moest ik assistentie verleenen aan de Ko
loniale Tentoonstelling, waarmee ik hoogelijk in
genomen en eerlijk gezegd een beetje gecoif
feerd was. Begrijpelijk, niet waar, voor iemand,
die als ik allang dagelijks met alle koloniale
hoofdsteden in verbinding stond. Met de toepas
sing van de modernste vondsten der electrotech-
niek heb ik de Wereldtentoonstelling van 1937
verlicht. Dat deed me goed. Ik werd hoe be
kend ook weer aangezien met de oogen der
bewondering. Wie weet, wat men nog meer met
mij voor heeft. Ik ben gewoon af te wachten.
Met m'n vier beenen sta ik op den grond. Maar
en dat zei ik u al ik houd m'n hoofd opgehe
ven in den wijden hemel. Daarom zie en zag ik
meer dan anderen. Daarom mag ik, rijk aan er
varing, zeggen: de donkere wolken," die me nu
opnieuw om de ooren zwieren, zullen weer afdrij
ven op den wind van den Tijd. Denk aan de gou
den randjes. Dat is symbolisch gezegd allemaal,
zult u denken. Maar ik bèn ook een symbool: van
't menschelijk kunnen. En nog eens: daarom mag
ik zeggen, dat ik geloof in de toekomst der
menschheid. Dat leert men wel, als men verder
ziet dan z'n neus lang is. En nu ik groet u.
's-GRAVENHAGE, 25 Nov. Van Britsche zijde
is thans ontvangen de uitvoerige regeling betref
fende certificaten van oorsprong en belangen
voor exporten naar het vereenigd koninkrijk,
Aan de regeling is het volgende ontleend:
1. Alle goederen (met enkele uitzonderingen)
welke uit een neutraal land worden uitgevoerd
naar het Vereenigd Koninkrijk, moeten vergezeld
gaan van een certificaat van oorsprong en be
langen, in den vorm als goedgekeurd door het
Britsche handelsministerie, en de handteekemng
dragend van een Britseh consulair ambtenaar.
2. Het certificaat moet, indien aanwezig, het
percentage aangeven van den kostprijs der
hetzelve beschreven goederen, welke de waarde
uitdrukt der grondstoffen, die zijn gegroeid of
vervaardigd of bewerkt op vijandelijk gebied;
maar dit mag in geen geval de 25 procent te bo
ven gaan. Uit het certificaat moet tevens blijken
dat geen vijand eenig belang, welk ook, heeft bij
de goederen, die er door worden gedekt.
3. In deze kennisgeving zijn onder „vijand" te
verstaan:
a. Iedere staat, in oorlog met Zijne Britsche
Majesteit, en agenten van de regeering ervan;
b. iedere inwoner individueel en firma, geves
tigd in vijandelijk gebied;
c. ieder filiaal, in welk land ook, waarvan de
hoofdzetel op vijandelijk territoir gevestigd is;
d. iedere vennootschap of andere combinatie
van personen, opgericht of samengevoegd onder
de vigeur van 's vijands wetten;
e. iedere persoon of firma, voorkomende op de
zwarte lijst.
De uitdrukking „vijandelijk gebied" omvat alle
gebied onder vijandelijke souvereiniteit of dat
door den vijand bezet is.
4. Goederen, die grootelijks of voor een deel
van neutrale herkomst zijn en een behandeling
hebben ondergaan enz. op vijandelijk territoir,
worden beschouwd als te zijn van vijandelijken
oorsprong, zoo zij later gezonden worden naar
hetzelfde neutrale land of een ander neutraal
land voor her-export.
5. Het percentage der vijandelijke herkomst
moet worden berekend op de basis van de verhou
ding tusschen:
a). De totale kosten, waarop aan het neutrale
land de vervaardiging, inbegrepen de grondstof
fen, neerkomt, maar onder aftrek van de neu
trale verpakking, en
b) Hetgeen den neutralen fabrikant de vijan
delijke grondstoffen en het in vijandelijk gebied
verrichte werk heeft gekost, het bedrag omge
rekend in de valuta van het neutrale land naar
den koers van den dag van koop of betaling; de
bedragen, door een neutraal fabrikant betaald
aan een vijand wegens fabricage-licentie; en we
gens verpakking in kisten, wanneer deze op 1
ten is geschied van den vijand
De uitdrukking „verpakking" omvat niet alleen
de verpakking, die noodig is voor het vervoer
van de goederen, maar ook materialen als fles-
schen, kartonnen doozen en hulzen, enz., die om
de goederen heenblijven tot in de winkels van
den kleinhandel.
6. Het woord „belangen" in het certificaat voor
komende is meer omvattend dan „eigendom" of
„bezit". Het duidt een zoodanige directe of indi
recte relatie aan van een vijand van Groot-Brit-
tannië met de goederen in kwestie, dat de voor
genomen transactie hem voordeel of winst kan
brengen.
Het omvat bijgevolg alle gevallen, waarin eeni-
gerlei commissie aan den vijand zou kunnen toe
vallen.
Certificaten zijn noodig voor alle zendingen,
hoe klein ook, en zijn zelfs van toepassing op
voorwerpen, per pakketpost verzonden.
Een lijst van goederen, waarvoor geen certifi
caat van oorsprong en belangen vereischt wordt,
is door het Handelsministerie opgesteld en kan op
elk Britseh consulaat worden geraadpleegd. Heb
omvat alle voedingsmiddelen en voer voor dieren
en een zeker aantal grondstoffen.
De tijdsduur, gedurende welken een certificaat
geldig blijft, is de tijdsduur, waarbinnen de goe
deren verscheept moeten worden en bedoelt niet
den tijd te dekken dien de reis duurt.
C. J. E. DINAUX
Moeilijkheden in de seringencultuur
AALSMEER, 27 November. Nu het Britsche
Rijk zijn grenzen voor de Nederlandsche bloe
men heeft gesloten, zijn de moeilijkheden voor de
Aalsmeersche seringencultuur zoodanig vergroot,
dat meer dan de helft van de ter veiling aange
voerde seringen naar de vuilnisbelt gebracht
moeten worden.
De Aalsmeersche tuinbouwbond heeft thans
een deputatie naar 's-Gravenhage gezonden, die
aan de regeering zal voorstellen een tweeledigen
minimumprijs in te voeren en wel één van 50
cent voor tien takken seringen van betere kwali
teit en één van 25 cent voor 10 takken van min
der goede kwaliteit. Bij aanvaarding van dit voor
stel zullen de seringen altijd een dezer minimum
prijzen opbrengen.
Vorig jaar werd op de beide plaatselijke veilin
gen tot een bedrag van 698.938 aan seringen
verhandeld. Alleen op de C.A.V. beloopt de aan
voer reeds tien millioen stuks. Van de totale pro
ductie van ongeveer twaalf millioen stuks werden
vorig jaar zeven millioen uitgevoerd naar Groot-
Brittannië.
Rritscli-Fransche coördinatie-
commissie wordt te Londen
gevestigd.
De Fransche minister-president en de Britsche
premier hebben gezamenlijk Jean Monnet be
noemd tot voorzitter van een Fransch-Britsch
coördinatiecomité. Het presidentschap is van inter-
geallieerden aard. De leden van het comité zullen
gekozen worden volgens de te behandelen proble
men uit het personeel der permanente uitvoerende
comités.
Er zijn reeds regelingen getroffen voor den aan
koop door Frankrijk en Engeland van wapens ei
vliegtuigen in Canada en de Vereenigde Staten.
Het comité, waarvan Monnet voorzitter is ge
worden, zetelt in Londen. Het zal de instructies
geven aan verschillende aankoopcommissies in het
buitenland, waarvan de voornaamste zich in
Canada en de Vereenigde Staten bevinden.
Duitschers houden 38 Zweedsche
schepen vast.
KOPENHAGEN, 27 November. De „Stock
holm Tidlngen" bericht dat 38 Zweedsche schepen
in Duitsche havens vastgehouden worden, 15 in
Engelsche en 1 in Fransche havens. De meeste
schepen hebben cellulose aan boord bestemd voor
Nederland en België. (United Press).
Nog steeds geen spoor vaö
verdwenen meisje.
Dag en nacht wordt er nog gezocht
ar*.
dwenen Johanna Elisabeth de Nigtere. Nie»
omtrent haar bekend geworden.
De politie in alle plaatsen van
radio verzocht controle te doen houden
tels, logementen en pensions, hetgeen geb
Tienlallen menschen hebben zich reeds b
litie gemeld voor het geven van allerlei b*
gen, welke tot heden toe geen resultaten
geleverd.
SS
Treedt Bulgarije e veneer,,
United Press meldt uit Istanboel
Het plan, om een Balkan-vredesblok tot
te brengen teneinde de Duitsche en- of
penetratie tegen te houden, ontwikkelt
in gunstigen zin in de hoofdsteden der Rji
staten.
De Turksche ambassadeur te Moskou vj-t
Sovjet-regeering van dit plan op de hoof J'
ben gebracht. Hiervan konden wij echter
vestiging tot nu toe verkrijgen,
e
T gwnbk
Na ee
üjr an
SiiH
ildfl
rt$«est
rtlke c
ritfl*
Verd(
iljde nj
ichot w
,-orden
Joch
yrdd
Sovjet
refel
Het bericht betreffende een eventueel deeW
van Italië en Hongarije in dit nieuwe Balkan.»^!
werd evenmin bevestigd.
De vier leden van het Balkanpact nl.
Griekenland, Joego-Slavië en Roemenië
echter hun uiterste best doen, om zich van de r
neming van Bulgarije te verzekeren.
De merkbare verbetering in de Bulga^
Turksche relaties, die in den laatsten tijd teT
stateeren valt, wordt als een goed voorteelt
schouwd. Men wijst er met klem op, dat Bul;-,
gaarne aan zulk een voorstel zou deelnemt
voorwaarde, dat men het land de belofte doos
zijn territoriale eischen in de toekomst bevn*]
zullen worden.
Men merkt verder op, dat. Italië in staat is,
als waarnemer deel te nemen, aangezien dit li
het protectoraat van Albanië op zich heeft»»,
men.
De Grieksche ambassadeur is, na een lanjk
sprek met den Turkschen minister van Buitenlij
schen Zaken, vanavond naar Athene gereiji
met zijn regeering overleg te plegen.
Postpakketten naar het buitenlasj,
Nieuwe regeling getroffen.
's-GRAVENHAGE, 27 November 1939,
Voor alle zendingen naar het buitenland,
geschenkzendingen (z.g. Liebesgaben
voor uitvoer verboden goederen bevatten dies
vóór de aanbieding aan de postkantoren, blüi
crisisuitvoerbureau c.q. de. betreffende i
voercentrales dispensatie te worden
In hi
•irmel'
Sitva
Voorshands is echter geen dispensatie nood
voor:
1. Postpakketten, bestemd voor Duitschliai
welke boter en/of kaas bevatten, tot een
mum van 5 K.G. van elke soort.
2. Postpakketten, verzonden door en aar, pu-
ticulieren en bestemd voor de Nederlantt
overzeesche gewesten.
3. Postpakketten, verzonden door parties
ren aan particulieren in het buitenland, India
deze paketten oude gedragen lijfgoederen In
vatten.
4. Postpakketten, verzonden door partial
ren aan particulieren in het buitenland, welke i!
volgende levensmiddelen in de daarachter ver
melde hoeveelheden bevatten, met dien ver
stande dat het totaal gewicht aan levensmidde
len (behalve boter en kaas in voor Duitschlar.i
bestemde zendingen) niet meer dan
per pakket zal mogen bedragen:
gebrande koffie, verpakt en onverpakt pond,
suiker 1 pond, rijst 1 pond, cacaopoeder, choc>
lade, chocoladeproducten te zamen niet
dan Yz pondworst, vleesch in blik, spek, reuzel,
tezamen niet meer dan 1 K.G., gecond
melk, 1 K.G. slaolie, 1 flesch, harde zeep (3 stuki
of het equivalent in vlokken of poedervorm.
De overige, hier niet genoemde levensmidde
len, waarvan uitvoer ver-boden is, kunnen even
eens met deze pakketten worden verzonden nat
dien verstande, dat de totale hoeveelheid leveru-
middelen per pakket (met uitzondering vanto-
ter en kaas voor Duitschland) niet meer dan 3
K.G. mag bedragen.
Alleen thee mag nimmer zonder uitvoerdlsp-
satie worden uitgevoerd.
Voor nadere inlichtingen wende men zich tot
de postkantoren.
Int do
xjdeh
un, d
DM
„Spring maar in m'n armen", noodigde
Spriet den jongen uit, „we zullen je har
telijk ontvangen." Padje kroop nog wat
verder acheruit. „Kom naar beneden",
bulderde de agent nogmaals en meteen
verscheen z'n streng gezicht boven den
rand van het dak.
Padje overzag snel den toestand, waarin
hij was geraakt. Ontsnappen was nog
slechts mogelijk naar den tuin van Dinges'
buurman. Meteen hing de dikke jongen al
aan dien kant aan den rand van de goot,
waarna hy in den tuin van den buurman
yan den heer Dinges sprong.
Agent nummer 18 wilde Padje naspringen.
Maar daarbij vergat hij helaas, dat hy op
een stoel stond. Wel sprong hy, maar hy
bleef haken, duikelde naar beneden en
niemand wist later te vertellen hoe liet
gebeurde één tel later zat hy op de
schouders van Dinges.
Engeland schendt volgens Japan
verplichtingen en internationaal
recht.
TOKIO, 27 November (Domei) De woord
voerder van het ministerie van buitenland^
zaken heeft vanochtend naar aanleiding van
een vraag over de Japansche bewering, dat ds
Britsche maatregel tot inmenging in den export
van Duitsche goederen „niet alleen de grenzen
van repressaille overschrijdt, zooals deze erkend
zijn volgens het internationale recht, doch ooi
de door de Britsche regeering tegenover de Ja
pansche regeering aangegane verplichtln?
schendt dat zij zich geenszins zal mengen in
uitvoer van Duitsche goederen, uiteengezet, dai
de Britsche maatregel in strijd is met het lang
bestaande internationaal rechtsgebruik. Voor»
heeft de woordvoerder onthuld dat de Bntscne
regeering tegenover de Japansche regeering op
22 September de verplichting heeft aangegaan
zich niet te mengen in den uitvoer van Dultscn»
goederen.
;en h:
widoo
wacht
wordi
De
ut da
bet bi
test v
Wa
ver
ten a
bijhei
(it d
■rhde
Hevige koude in Japan en China.
TOKIO. 27 November. (Domei-A.N.P.) -SW
gisteravond woedt een hevige koudegolf bovea
Japan en China. In geheel Japan is de tempo*
ratuur aanzienlijk gedaald. Uit de Provincie
Echigo zijn berichten ontvangen over een
sneeuwstorm, welke een stagnatie In den trei
nenloop heeft teweeggebracht. Tn
Uit Sjanghai wordt groote koude gemeld, m
de Internationale nederzetting en in de Franscne
kolonie zijn in het geheel meer dan 30 personen
doodgevroren. Uit Haikau wordt bericht, aaj
zelfs het subtropische eiland Hainan binnen fl»
gebied van de koudegolf ligt.
DUITSCHE VLIEGERS IN ZWITSERLAND
GEÏNTERNEERD.
BERN 27 November. De generale staf van het
Zwitsersche leger maakt bekend, dat drie Duitscn
vliegers, die in de buurt van Neuchatel over o
grens zijn gekomen en zich by de autonieuw
hebben gemeld, geïnterneerd zijn.