„2)e onqeiuksm Als de steenen spreken konden... M 2)e £iffeCtoxm aeiteCt Certificaten van oorsprong. Balkan-vredesblok schi kans van slagen te hel -AAR - ik bèn niet van steen; ik hoor in deze serie over sprekende steenen heele- maal niet thuis! Meneer Eiffeltoren, u heeft een ge schiedenis (en wat voor een), u is beroemd, u is zelfs eenig in uw soort, u Als er dan zóó op aangedrongen wordt, voor uit dan maar, ik zal vertellen; Ik ben geboren in 1887; om nauwkeurig te zijn: op 26 Januari. Mijn vader, Gustave Eiffel, was een knap man ingenieur moet u weten. En nu moet u vooral niet denken dat ik zijn eenige kind ben dat beroemd werd. Drie van mijn zusjes of broertjes, want ik heb ze nóg nooit gezien droegen met eere vader's naam: de Spoorbrug Maria Pia over de Douro (160 meter lang), het Garabit-viaduct bij St. Flour (óók geen kleintje: 165 meter lang) en het staatsspoorstation in Boe dapest. En dan: ikzelf! Toen ik volwassen was geworden kon ik mij erop beroemen, met mijn 300 meters de hoogste toren ter wereld te zijn. En dat ben ik nog, ondanks de wonderen der moder ne techniek. M'n mededinger, Woolworth-Buil- ding in New-York, is maar (let u wel, maar) 229 meter en de obelisk van Washington haalt kwa lijk de 160 meter, om maar te zwijgen van de py- ramide van Clieops die nog niet eens tot aan mijn middel reikt. Ik permitteer me, 7 millioen kilogram te wegen en werd toch geroemd van wege m'n slanke lijn. Men heeft mij verweten, dat ik nuchter ben: 't is mogelijk. Waar is, dat ik met mijn vier bee- nen, die 100 meter van elkaar verwijderd zijn, stevig op de aarde sta. Trouwens, verweten heeft men mij nog veel meer. Als ik u daarvan zou ver tellenEr is gesmaald dat ik geen hersens zou hebben. Toegegeven; maar wie draagt, als ik, 20.000 k.g. water in zijn hoofd? Ik zou een cycloop zijn, een metalen spinneweb, een Parijsche toren van Babel, een Vulcanus, een fabrieksschoorsteen in aanbouw. Erger nog: de beroemde schrijver J. K. Huysmans noemde mij ontstellend leelijk en bovendien nog een leugenaar. Die Eiffeltoren liegt in elk opzicht, insinueerde hij; hij is 300 M hoog en lijkt maar 100 M., hij is voltooid en schijnt nauwelijks begonnenWaar is het goed voor, een leegen obelisk te plaatsen op een hol voetstuk? Dat was het oordeel van meneer Huysmans, nou vraag ik u! En kent u de geschie denis van William Morris? Nu, de Engelsche schrijver dineerde, als hij in Parijs verblijf hield, altijd in mijn restaurant.„Daar schrijf ik, daar eet ik en als het mogelijk was zou ik er ook slapen", zei hij eens tegen een yriend. „Ben je dan zoo gecharmeerd van dien Eiffeltoren?" werd hem gevraagd. „Gecharmeerd? Ik? Maar man,'ik ga hier enkel zitten, omdat het de eenige plaats is, vanwaar ik dat vreeselijke ding niet kan zien!" En nog kreeg ik geen minderwaardigheidscom plex. Ik was in mijn jonge jaren een nietsnut: ik was zoomin een kathedraal als een paleis, ik was monument noch obelisk ik was niets dan. mezelf. Vrienden hebben geprobeerd, me een kroon op het hoofd te zetten, door me „een triumphboog van wetenschap en industrie te noemen". Ik heb me dien eeretitel laten aanleu nen met een tikje trots en twee tikjes voldoening. Want er school waarheid in. Ben ik niet gebo ren op de plaats waar eens een standbeeld voor de Rede stond? Ben ik niet het product van won derbaarlijke wiskundige berekening en ingenieuze constructie, van hoofd- en handarbeid? Geld ik niet als een symbool van 't technisch kunnen van mijn eeuw? Het is waar: die eeuw was materia listisch. Ik ben, al ben ik ook een „apotheose van ijzer", aan die stofaanbidding ontgroeid. Vergeet niet, dat ik met mijn hoofd „in de wolken" sta. Kilometers ver 90 zeggen sommigen, 140 mee- nen anderen zie ik om mij heen. Soms verbeeld ik me wel eens, dat ik in de oneindigheid staar. Werkelijk, als iemand van zich mag zeggen, dat hij eenig benul heeft van de „ruimte" dan ben ik het. En met den „tijd" sta ik niet op minder goe den voet. Als in het holst van den nacht de Stad sluimert, fluistert het Verleden. Want ik sta op een historische plaats: op de Champs-de-Mars. Itainebleau en Compiègne, of ik staar met wee moed, dat moet ik erkennen naar den rechter oever van de Seine, waar de witte huisjes me lonkjes toewerpen vanuit hun liefelijke tuinen als weleer! Dat schenkt me heel wat meer vreugde dan de vele bezoeken, die ik kreeg. Het Gulden-Gastenboek. If EKER, er waren er heel wat bij, die me tot eer strekken. In mijn gulden gastenboek prij ken de namen van illustere personen: van Ko ningin Victoria, van den lateren Eduard VII en z'n zoontje, die als George V den Engelschen troon zou bestijgenCharles Gounod heeft van mijn uitzicht genoten en herinner ik me wel, dan neuriede hij de bloemenaria uit z'n Faust. Paul Kruger heeft van een van mijn drie „plate-forms' in de weidsche verte gestaardOmar, zoon van Abd'el-Kader vergat me al evenmin als de beroemde clown Tom-Tït. Ik hoorde de stem van Gandhi en zag Pierre Labric per fiets de 347 tre den van mijn eerste verdieping afrijden hij kwam zoowaar nog heelhuis beneden ook! Met geen bezoek ben ik zoo in de wolken geweest als met dat van den grooten Thomas Edison, die mijn vader hulde bracht in de volgende bewoor dingen: „Aan meneer Eiffel, moedig bouwer van het zoo gigantische en origineele toonbeeld der moderne ingenieurswetenschap". O, zoo! Als ik gekund had, zou ik toen van trots gezwollen zijn. Maar het is mijn gewoonte uiterlijk onbewogen te.blijven; m'n gewoonte en ook m'n plicht. Want denkt u zich eens in: wat zou er gebeurd zijn, als ik van m'n stuk geraakt zou zijn bij het aanhooren van alle kreten die tot mij opklonken! Ik heb „Leve Dreyfus" en „Weg met Zola" hooren roepen, Boulanger hooren prijzen en verguizen, den bom hooren ontploffen, die Auguste Vaillant in de Kamer van Afgevaardigden wierp. En nooit vergeet ik het tumult dat de dolkstoot, waarmee Caserio Santo President Sadi Carnot om het leven bracht, wekte. Stelt u zich voor: Sadi Carnot, die mij om zoo te zeggen ten doop had gehouden. Ja,ja, dat was allemaal naar den geest van Vail- lant's gevleugeld woord, dat ik zoo vaak hoorde citeeren: „Qu'importent les victimes, si le geste est beau!" Heusch, gelooft u me, Parijs had dringend afleiding noodig. En die kwam. Ook voor mij. Ineens stond ik in volle glorie, van top tot teen verlicht electrisch verlicht, wel te ver staan op de scheiding tusschen twee eeuwen. Het was 1900: 't jaar van de Groote Tentoonstel ling. Ik weet zelf niet recht of ik toen een gestor ven eeuw den laatsten eere-groet bracht dan wel de juistgeboren 20ste met lichtgeflonker verwel komde. Ik pinkelde, straalde en werd bewonderd e'est tout. den bliksem zou aantrekken ze weten niet eens dat ze het zélf doen. In dienst. ip.N zoo kwam het, dat het veronachtzaamde, JL' miskende wolkengoud in den hemel verstoof en de donderbui losbarstte. Dat was 1914. Ook ik werd gemobiliseerd, ook ik stond ruim vier jaren in dienst van h vaderland. Als voorzorgsmaat regel werd ik gereedgemaakt, de electriciteitsvoor- ziening ter hand te nemen; ik werd ontoeganke lijk voor het publiek, ik werd bewaakt, geïnspec teerd door Millerand en Gallieni, ik werd geca moufleerd tenminste m'n voeten. M'n hoofd was niet te camoufleeren. Ik heb het moeten hooghouden in de met oorlogsrumoer verstoorde wolkenstilte en daarbij m'n werk gedaan. M'n werk gering was het niet. Weet u wel, dat ik in 1912 de geheele wereld al den tijd aanwees, dat ik den atmosferischen druk, de windrichting en •kracht nauwkeurig bepaalde? Dat waren m'n meteorologische verdiensten, die menigeen me niet had toegedicht. Nu in 1914 vingen m'n luisterende ooren berichten op uit alle hoeken yan Europa: uit Rusland en Spanje, uit Boekarest en SalonikiIn 1915 zond ik m'n eerste be richten over den Atlantischen Oceaan. En dat nu die nietsnut van 1889! Ik zeg dat niet, omdat ik me miskend voel of voelde. De spot is al evenzeer langs mijn ijzeren kantwerk heen gegaan als de lof. Ik ben, al zeg ik het zelf, boven jeide verheven Vijftig millioen woorden ving ik tijdens den wereldoorlog op, Och, eigenlijk waren m'n ooren al die jaren lang gespitst.Ik hoorde merkwaardige berichten genoeg: over revoluties hier en daar, waarbij namen genoemd werden, die mij herin nerden aan bezoekers van weleer: ik hoorde van den dood der Czarenfamilie, met wie ik, zoo niet vertrouwd, dan toch bekend was geweest; van Zeppelin-raids, die me m'n hart deden vasthou den voor onze Notre Dame, zooals ik meer dan eens in vreeze leefde voor de wederwaardigheden van den Are de Triomphe. Maar ik hoorde ook en dat vergeet ik m'n levensdagen niet alle Parijsche klokken luiden. Luiden! Er was Vrede, zei men, Vrede. Meteen was er veel goud in den hemel. Toen heb ik heel zacht gefluisterd, voor de eerste maal in m'n leven. Zie je wel! heb ik gezegd, om aan m'n bewogen gemoed lucht te geven. Schimmen uit 't verleden. "TA, op de Cl;amps de Mars, ééns oefenterrenh van de Ecole Militaire. Hier is het groote feest der Verbroedering gevierd in de woelige Revolu tiejaren; hier werd Bailly ter dood gebracht hij was als burgemeester van Parijs in ongenade gevallen, toen hij tegen de petitionnarissen, die de onttroning van Lodewijk XVI eischten, op trad. Hier was het ook, dat men het was op 8 Juni 1794 heeft men mij verteld het „Fête de l'Etre Suprème" vierdeNapoleon deelde er in 1804 zijn ridderorden uit en na de Restauratie was de Champs-de-Mars het bont tooneel van de eerste paardenrennen. Ja ja - hier werden Frank- rjjk's grootsche tentoonstellingen georganiseerd en - hier ben ik geboren en getogen. Het was een historisch jaar, toen ik werd ont huld: 1889, het jaar van het Eeuwfeest der Fran- sche Revolutie, die herdacht werd met een groote expositie waar ik, jong van jaren, maar indruk wekkend van gestalte, den noodigen luister bij zette. Ik mag wel zeggen dat ik het middelpunt van alle bewondering was. „Ah, de Eiffeltoren!" Ik weet niet, hoeveel stemmen die simpele woor den uitgesprokén hebben, evenmin het getal dér bezoekers die gedurende de 6 maanden dat het feest duurde, naar mij opzagen. Het moet groot geweest zijn en dat is begrijpelijk: ik was opzien barend! En ik ben het nog; alleen de menschen zijn aan mij gewend geraakt, 't Minst keken de dames mij in de oogen; ze konden niet ach, armen ze waren bang haar hoeden te verliezen. Herinnert u zich die speelsche bloementuinen waarmee het vrouwelijk geslacht zich 't weelderig kapsel sierde? Dat was nog in dien goeien ouwen tijd, toen de fiacres langs de Champs-Elysées drentelden, de meisjes lange haren droegen en zich, mèt de jongens, verstoutten te hoepelen, de dames gracievol hun helgekleurde parasols draai den, de nachtwaker in 't Luxembourg fijngevoelig vermeed de paartjes te storen in hun romantische maan-aanbldding, de schilders op de Place Pi- galle naar modellen speurden en er nog rust was. rust. Die goeie ouwe tijd! Als de cacophonie van net- moderne straatleven me al te bont wordt, troost me met mijn uitzicht op de bosschen van Fon- Toen m'n lichten gedoofd werden kon ik me weer aan mijn dagelijksche werk geven. Een nietsnut was ik toen al lang niet meer: ik stond in dienst van de „telegraaf" en was voorbestemd hef mijne bij te dragen tot het welslagen van de wonderlijke vinding der 20ste eeuw: de radio-tele- grafie. Dat ik daarbij de belangstelling van het groote publiek had mag ik niet beweren. Och, dat was, nadat ik mijn feeëriek gewaad had afgelegd en als 't ware weer in mijn dagelijksche plunje stond, alweer geïnteresseerd voor andere nieuw tjes, voor den „ondergrondsche" bij voorbeeld van Porte Maillot naar Vincennes. Een enkel maal werd ik nog met een waardig bezoek vereerd. De Czaar en Czarina stonden 't was 1896 aan mijn voeten en werden toege juicht door de saamgestroomde menigte die „Leve Rusland" juichte. Wat later herkende ik de taal, die dit vorstenpaar sprak in^ de conversatie van een jongmensch dat mij, veelal in gezelschap van z'n moeder en schoonmoeder, veelvuldig beklom. Ilitsch noemde men hem; later vernam ik, dat z'n achternaam Lenin luidde. Af en toe was hij in druk gesprek gewikkeld met een metgezel van donker uiterlijk; ik herinner me nog, dat hij een weclderigen haardos had en Trotzki heette Och, och, wat een voorspellingen heb ik door mijn gasten hooren doen; en hoe weinige zijn er van uitgekomen. Vaak, héél vaak heb ik zoo bij mezelf gedacht: wat zijn die menschen toch merkwaardige schepselen; ik zie het goud om de wolken en zij zij hebben alleen maar oog voor de naderende donderbui. Ze beweerden dat i k Zoo was ik dan weer „burger". Geen ambteloos burger, gelukkig. O neen: ik heb telkens m'n aandeel gehad in nationale plechtigheden. In 1925 werd ik geroepen, de tentoonstelling van De coratieve Kunst op te luisteren. En'hoe! Ik was toen bevriend geraakt met Jacopozzi, een inge nieur, net als m'n vader. Hij had mijn diensten noodig voor z'n grootsche verlichtingsplannen. Meneer Citroen zorgde bij gebrek aan anderen steun voor het noodige geld. Vijf ton Fransche francs fourneerde hij. M'n ledematen werden voorzien van 600 K.M. kabel en 60.000 gloeilam pen; ik moest als door koorddansers beklommen en bekropen worden, omdat men mijn figuur niet met stellages wilde ontsieren. Tijden lang droeg ik in een gloed van kleuren den naam van mijn begunstiger: Citroen. Wellicht deed ik het nog, als de crisis, die zooveel verduisterde, ook niet m ij n licht had gedoofd. Niet voor goed in 1931 moest ik assistentie verleenen aan de Ko loniale Tentoonstelling, waarmee ik hoogelijk in genomen en eerlijk gezegd een beetje gecoif feerd was. Begrijpelijk, niet waar, voor iemand, die als ik allang dagelijks met alle koloniale hoofdsteden in verbinding stond. Met de toepas sing van de modernste vondsten der electrotech- niek heb ik de Wereldtentoonstelling van 1937 verlicht. Dat deed me goed. Ik werd hoe be kend ook weer aangezien met de oogen der bewondering. Wie weet, wat men nog meer met mij voor heeft. Ik ben gewoon af te wachten. Met m'n vier beenen sta ik op den grond. Maar en dat zei ik u al ik houd m'n hoofd opgehe ven in den wijden hemel. Daarom zie en zag ik meer dan anderen. Daarom mag ik, rijk aan er varing, zeggen: de donkere wolken," die me nu opnieuw om de ooren zwieren, zullen weer afdrij ven op den wind van den Tijd. Denk aan de gou den randjes. Dat is symbolisch gezegd allemaal, zult u denken. Maar ik bèn ook een symbool: van 't menschelijk kunnen. En nog eens: daarom mag ik zeggen, dat ik geloof in de toekomst der menschheid. Dat leert men wel, als men verder ziet dan z'n neus lang is. En nu ik groet u. 's-GRAVENHAGE, 25 Nov. Van Britsche zijde is thans ontvangen de uitvoerige regeling betref fende certificaten van oorsprong en belangen voor exporten naar het vereenigd koninkrijk, Aan de regeling is het volgende ontleend: 1. Alle goederen (met enkele uitzonderingen) welke uit een neutraal land worden uitgevoerd naar het Vereenigd Koninkrijk, moeten vergezeld gaan van een certificaat van oorsprong en be langen, in den vorm als goedgekeurd door het Britsche handelsministerie, en de handteekemng dragend van een Britseh consulair ambtenaar. 2. Het certificaat moet, indien aanwezig, het percentage aangeven van den kostprijs der hetzelve beschreven goederen, welke de waarde uitdrukt der grondstoffen, die zijn gegroeid of vervaardigd of bewerkt op vijandelijk gebied; maar dit mag in geen geval de 25 procent te bo ven gaan. Uit het certificaat moet tevens blijken dat geen vijand eenig belang, welk ook, heeft bij de goederen, die er door worden gedekt. 3. In deze kennisgeving zijn onder „vijand" te verstaan: a. Iedere staat, in oorlog met Zijne Britsche Majesteit, en agenten van de regeering ervan; b. iedere inwoner individueel en firma, geves tigd in vijandelijk gebied; c. ieder filiaal, in welk land ook, waarvan de hoofdzetel op vijandelijk territoir gevestigd is; d. iedere vennootschap of andere combinatie van personen, opgericht of samengevoegd onder de vigeur van 's vijands wetten; e. iedere persoon of firma, voorkomende op de zwarte lijst. De uitdrukking „vijandelijk gebied" omvat alle gebied onder vijandelijke souvereiniteit of dat door den vijand bezet is. 4. Goederen, die grootelijks of voor een deel van neutrale herkomst zijn en een behandeling hebben ondergaan enz. op vijandelijk territoir, worden beschouwd als te zijn van vijandelijken oorsprong, zoo zij later gezonden worden naar hetzelfde neutrale land of een ander neutraal land voor her-export. 5. Het percentage der vijandelijke herkomst moet worden berekend op de basis van de verhou ding tusschen: a). De totale kosten, waarop aan het neutrale land de vervaardiging, inbegrepen de grondstof fen, neerkomt, maar onder aftrek van de neu trale verpakking, en b) Hetgeen den neutralen fabrikant de vijan delijke grondstoffen en het in vijandelijk gebied verrichte werk heeft gekost, het bedrag omge rekend in de valuta van het neutrale land naar den koers van den dag van koop of betaling; de bedragen, door een neutraal fabrikant betaald aan een vijand wegens fabricage-licentie; en we gens verpakking in kisten, wanneer deze op 1 ten is geschied van den vijand De uitdrukking „verpakking" omvat niet alleen de verpakking, die noodig is voor het vervoer van de goederen, maar ook materialen als fles- schen, kartonnen doozen en hulzen, enz., die om de goederen heenblijven tot in de winkels van den kleinhandel. 6. Het woord „belangen" in het certificaat voor komende is meer omvattend dan „eigendom" of „bezit". Het duidt een zoodanige directe of indi recte relatie aan van een vijand van Groot-Brit- tannië met de goederen in kwestie, dat de voor genomen transactie hem voordeel of winst kan brengen. Het omvat bijgevolg alle gevallen, waarin eeni- gerlei commissie aan den vijand zou kunnen toe vallen. Certificaten zijn noodig voor alle zendingen, hoe klein ook, en zijn zelfs van toepassing op voorwerpen, per pakketpost verzonden. Een lijst van goederen, waarvoor geen certifi caat van oorsprong en belangen vereischt wordt, is door het Handelsministerie opgesteld en kan op elk Britseh consulaat worden geraadpleegd. Heb omvat alle voedingsmiddelen en voer voor dieren en een zeker aantal grondstoffen. De tijdsduur, gedurende welken een certificaat geldig blijft, is de tijdsduur, waarbinnen de goe deren verscheept moeten worden en bedoelt niet den tijd te dekken dien de reis duurt. C. J. E. DINAUX Moeilijkheden in de seringencultuur AALSMEER, 27 November. Nu het Britsche Rijk zijn grenzen voor de Nederlandsche bloe men heeft gesloten, zijn de moeilijkheden voor de Aalsmeersche seringencultuur zoodanig vergroot, dat meer dan de helft van de ter veiling aange voerde seringen naar de vuilnisbelt gebracht moeten worden. De Aalsmeersche tuinbouwbond heeft thans een deputatie naar 's-Gravenhage gezonden, die aan de regeering zal voorstellen een tweeledigen minimumprijs in te voeren en wel één van 50 cent voor tien takken seringen van betere kwali teit en één van 25 cent voor 10 takken van min der goede kwaliteit. Bij aanvaarding van dit voor stel zullen de seringen altijd een dezer minimum prijzen opbrengen. Vorig jaar werd op de beide plaatselijke veilin gen tot een bedrag van 698.938 aan seringen verhandeld. Alleen op de C.A.V. beloopt de aan voer reeds tien millioen stuks. Van de totale pro ductie van ongeveer twaalf millioen stuks werden vorig jaar zeven millioen uitgevoerd naar Groot- Brittannië. Rritscli-Fransche coördinatie- commissie wordt te Londen gevestigd. De Fransche minister-president en de Britsche premier hebben gezamenlijk Jean Monnet be noemd tot voorzitter van een Fransch-Britsch coördinatiecomité. Het presidentschap is van inter- geallieerden aard. De leden van het comité zullen gekozen worden volgens de te behandelen proble men uit het personeel der permanente uitvoerende comités. Er zijn reeds regelingen getroffen voor den aan koop door Frankrijk en Engeland van wapens ei vliegtuigen in Canada en de Vereenigde Staten. Het comité, waarvan Monnet voorzitter is ge worden, zetelt in Londen. Het zal de instructies geven aan verschillende aankoopcommissies in het buitenland, waarvan de voornaamste zich in Canada en de Vereenigde Staten bevinden. Duitschers houden 38 Zweedsche schepen vast. KOPENHAGEN, 27 November. De „Stock holm Tidlngen" bericht dat 38 Zweedsche schepen in Duitsche havens vastgehouden worden, 15 in Engelsche en 1 in Fransche havens. De meeste schepen hebben cellulose aan boord bestemd voor Nederland en België. (United Press). Nog steeds geen spoor vaö verdwenen meisje. Dag en nacht wordt er nog gezocht ar*. dwenen Johanna Elisabeth de Nigtere. Nie» omtrent haar bekend geworden. De politie in alle plaatsen van radio verzocht controle te doen houden tels, logementen en pensions, hetgeen geb Tienlallen menschen hebben zich reeds b litie gemeld voor het geven van allerlei b* gen, welke tot heden toe geen resultaten geleverd. SS Treedt Bulgarije e veneer,, United Press meldt uit Istanboel Het plan, om een Balkan-vredesblok tot te brengen teneinde de Duitsche en- of penetratie tegen te houden, ontwikkelt in gunstigen zin in de hoofdsteden der Rji staten. De Turksche ambassadeur te Moskou vj-t Sovjet-regeering van dit plan op de hoof J' ben gebracht. Hiervan konden wij echter vestiging tot nu toe verkrijgen, e T gwnbk Na ee üjr an SiiH ildfl rt$«est rtlke c ritfl* Verd( iljde nj ichot w ,-orden Joch yrdd Sovjet refel Het bericht betreffende een eventueel deeW van Italië en Hongarije in dit nieuwe Balkan.»^! werd evenmin bevestigd. De vier leden van het Balkanpact nl. Griekenland, Joego-Slavië en Roemenië echter hun uiterste best doen, om zich van de r neming van Bulgarije te verzekeren. De merkbare verbetering in de Bulga^ Turksche relaties, die in den laatsten tijd teT stateeren valt, wordt als een goed voorteelt schouwd. Men wijst er met klem op, dat Bul;-, gaarne aan zulk een voorstel zou deelnemt voorwaarde, dat men het land de belofte doos zijn territoriale eischen in de toekomst bevn*] zullen worden. Men merkt verder op, dat. Italië in staat is, als waarnemer deel te nemen, aangezien dit li het protectoraat van Albanië op zich heeft»», men. De Grieksche ambassadeur is, na een lanjk sprek met den Turkschen minister van Buitenlij schen Zaken, vanavond naar Athene gereiji met zijn regeering overleg te plegen. Postpakketten naar het buitenlasj, Nieuwe regeling getroffen. 's-GRAVENHAGE, 27 November 1939, Voor alle zendingen naar het buitenland, geschenkzendingen (z.g. Liebesgaben voor uitvoer verboden goederen bevatten dies vóór de aanbieding aan de postkantoren, blüi crisisuitvoerbureau c.q. de. betreffende i voercentrales dispensatie te worden In hi •irmel' Sitva Voorshands is echter geen dispensatie nood voor: 1. Postpakketten, bestemd voor Duitschliai welke boter en/of kaas bevatten, tot een mum van 5 K.G. van elke soort. 2. Postpakketten, verzonden door en aar, pu- ticulieren en bestemd voor de Nederlantt overzeesche gewesten. 3. Postpakketten, verzonden door parties ren aan particulieren in het buitenland, India deze paketten oude gedragen lijfgoederen In vatten. 4. Postpakketten, verzonden door partial ren aan particulieren in het buitenland, welke i! volgende levensmiddelen in de daarachter ver melde hoeveelheden bevatten, met dien ver stande dat het totaal gewicht aan levensmidde len (behalve boter en kaas in voor Duitschlar.i bestemde zendingen) niet meer dan per pakket zal mogen bedragen: gebrande koffie, verpakt en onverpakt pond, suiker 1 pond, rijst 1 pond, cacaopoeder, choc> lade, chocoladeproducten te zamen niet dan Yz pondworst, vleesch in blik, spek, reuzel, tezamen niet meer dan 1 K.G., gecond melk, 1 K.G. slaolie, 1 flesch, harde zeep (3 stuki of het equivalent in vlokken of poedervorm. De overige, hier niet genoemde levensmidde len, waarvan uitvoer ver-boden is, kunnen even eens met deze pakketten worden verzonden nat dien verstande, dat de totale hoeveelheid leveru- middelen per pakket (met uitzondering vanto- ter en kaas voor Duitschland) niet meer dan 3 K.G. mag bedragen. Alleen thee mag nimmer zonder uitvoerdlsp- satie worden uitgevoerd. Voor nadere inlichtingen wende men zich tot de postkantoren. Int do xjdeh un, d DM „Spring maar in m'n armen", noodigde Spriet den jongen uit, „we zullen je har telijk ontvangen." Padje kroop nog wat verder acheruit. „Kom naar beneden", bulderde de agent nogmaals en meteen verscheen z'n streng gezicht boven den rand van het dak. Padje overzag snel den toestand, waarin hij was geraakt. Ontsnappen was nog slechts mogelijk naar den tuin van Dinges' buurman. Meteen hing de dikke jongen al aan dien kant aan den rand van de goot, waarna hy in den tuin van den buurman yan den heer Dinges sprong. Agent nummer 18 wilde Padje naspringen. Maar daarbij vergat hij helaas, dat hy op een stoel stond. Wel sprong hy, maar hy bleef haken, duikelde naar beneden en niemand wist later te vertellen hoe liet gebeurde één tel later zat hy op de schouders van Dinges. Engeland schendt volgens Japan verplichtingen en internationaal recht. TOKIO, 27 November (Domei) De woord voerder van het ministerie van buitenland^ zaken heeft vanochtend naar aanleiding van een vraag over de Japansche bewering, dat ds Britsche maatregel tot inmenging in den export van Duitsche goederen „niet alleen de grenzen van repressaille overschrijdt, zooals deze erkend zijn volgens het internationale recht, doch ooi de door de Britsche regeering tegenover de Ja pansche regeering aangegane verplichtln? schendt dat zij zich geenszins zal mengen in uitvoer van Duitsche goederen, uiteengezet, dai de Britsche maatregel in strijd is met het lang bestaande internationaal rechtsgebruik. Voor» heeft de woordvoerder onthuld dat de Bntscne regeering tegenover de Japansche regeering op 22 September de verplichting heeft aangegaan zich niet te mengen in den uitvoer van Dultscn» goederen. ;en h: widoo wacht wordi De ut da bet bi test v Wa ver ten a bijhei (it d ■rhde Hevige koude in Japan en China. TOKIO. 27 November. (Domei-A.N.P.) -SW gisteravond woedt een hevige koudegolf bovea Japan en China. In geheel Japan is de tempo* ratuur aanzienlijk gedaald. Uit de Provincie Echigo zijn berichten ontvangen over een sneeuwstorm, welke een stagnatie In den trei nenloop heeft teweeggebracht. Tn Uit Sjanghai wordt groote koude gemeld, m de Internationale nederzetting en in de Franscne kolonie zijn in het geheel meer dan 30 personen doodgevroren. Uit Haikau wordt bericht, aaj zelfs het subtropische eiland Hainan binnen fl» gebied van de koudegolf ligt. DUITSCHE VLIEGERS IN ZWITSERLAND GEÏNTERNEERD. BERN 27 November. De generale staf van het Zwitsersche leger maakt bekend, dat drie Duitscn vliegers, die in de buurt van Neuchatel over o grens zijn gekomen en zich by de autonieuw hebben gemeld, geïnterneerd zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6