DE WETENSCHAP IN DIENST VAN HET VADERI AND» Echtpaar z.k. Mr. Kea Bossers van is benoemd tot advocaat-generaal Gerechtshof te den Haag. Asch van Wijck was substituut- tüicier van Justitie bij deze rechtbank \JQ TQII U&H i iaiiud\.Mcn i uic uoai /unci mo vertrekt, bezig met haar laatste werk op vaderlandschen bodem, het modelleeren van een beeld Voor de gemotoriseerde afdeelingen van het expeditie-leger. Een Engelsche tank wordt op transport gesteld voor verscheping naar Frankrijk Een uitgebreide en permanente stat van geleerden en technici is door de Engelsche regeering gemobili seerd, om hun weten schap in dienst van het vaderland te stellen. Intensief onderzoekingswerk in een der laboratoria De schuilkelders van Amsterdam zijn in kaart gebracht. Dr. W de Vlugt, de burgemeester bezichtigt een der exemplaren, waarop de plaatsen zijn aangegeven, waar deze kelders voor het publiek zich bevinden Het dorp Bergen (L.) aan de Maas is sedert eemge dagen geheel door het water ingesloten en ge ïsoleerd. Alle communicatie is slechts per roeiboot mogelijk De burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, bracht Maandag een bezoek aan den eeersten schuilkelder onder de bruggen der Amsterdamsche grachten, n.l. die onder de brug Leidschestraat Prinsengracht In het kader der nationale inzameling voor het door H. K. H. Prinses Juliana opgerichte Steuncomité 1939 wordt te Amsterdam op 7 en 9 December as. een groote straatcollecte gehouden. Da voorbereidingen op het Centraal Bureau aan de Heerengracht Oe strijd der Finnen tegen de Russische troepen. Finsche soldaten in de loopgraven onder beschutting der boomen van een der groote wouden in het grensgebied door ,»Wjj moeten morgenvroeg naar Amsterdam" Mgde Lies 's middags bij de koffietafel aan. ■Als je maar weet, dat ik geen tijd heb om jouw te doen" snibde Toos direct. ^Dat vraag ik toch niet" bitste Lies terug. Die 'Ws met haar eeuwig gekanker. Jk zal je wel helpen" zei Annie, de goeierd. jij moest je schamen, leehjk mirakel" kwam Hendrik er ineens tusschen. Hoe dikwijls zijn zul- tó niet voor ons ingesprongen Hebben wij vroe- F ooit zooveel vrij gehad Altijd knappen zullie Mt samen op. Kon jij vroeger ook lederen Zondag Ff dansen Jawel, als madam het eten door de tó=-' heeft, dan gaat madam zich opdoffen en wie er met de vaat Lies en altijd Lies, Zondags en •tordeweeks. Je bent een ondankbaar loeder, dat tóa je." "Stil nou maar" suste Lies. Toos snikte al. „Het r echt aardig van je, hoor Hendrik, maar wjj itv© immers toch niet om uitgaan." "Ik begrijp anders niet, waarom jullie niet eens 'Ponze dansclub komt kijken" ontdekte Hendrik toer. We hebben wat een lollige club, hè Annie?" ^ou en of" zei Annie. „En echt keurig hoor, ^ru Je best meevallen." kkefd. k°eveel zdjH jullie?" informeerde Frank "Met twaalven. Hier Annie met 'r verloofde en ik v 11111 meisje en dan nog een broer van Annie en *-S een stelletje uit Hilversum, allemaal echte "«e lui, hoor." „Nou, misschien gaan we wel eens een avond mee" beloofde Frank vaag en gaf Lies een knip oogje. „Maar dat van morgenochtend, is dat dan in orde?" „Jawel hoor, gaan jullie maar gerust" beloofden ze alle drie. „Ga je nog boodschappen doen?' informeerde Annie. „Ja, misschien wel" zei Lies, „kan ik iets voor je meebrengen?" „Ja, als je zou willenaarzelde Annie. „Graag hoor, zeg maar op." „Zie je," zei Annie, „ik moet een nieuw dopje hebben. En nou wou ik er net zoo eentje hebben als Mariene." „Da's moeilijk, want die ken ik niet" lachte Lies. „As je me ncu! Mariene Dietrich toch zeker. Die heeft in die eene film, hoe heet-ie nou ook weernou ja, daar draagt ze dan een hoedje in, of eigenlijk meer een petje, zie je en dat is nou ineens mode. Mijn vriendin had ze in Amsterdam zien liggen, ze kosten één-negentig." „Ik wil het probeeren" weifelde Lies. Arme Frank wat was hij begonnen. Eerst met haar op een hoedje uit en dan nog op jacht naar een filmsterrenhoofddeksel voor Annie. Eén ding wist ze zeker: als 't met die sollicitatie op niets uitliep, begon ze er niet eens aan. Dan gingen ze linea recta weer naar huis. Het was maar een obscuur grachtje, dacht Lies, die zich 'n weidsch kantoor op de Heeren- of Prin sengracht had gedroomd. Frank keek ook al be denkelijk. „Hier is het" zei hij en keek het huis eens langs. Wel zeven naambordjes naast de smalle voordeur. „Nou kindje, dan ga ik maar. Wacht jij dan in de cafetaria hier rechts om, je weet wel, we zijn er zoojuist langs gekomen." „Goed hoor, dag jongen, veel succes." Lies achter een kopje koffie, telde de minuten. Een half uur ruim was hij al weg. 't Duurde nog al, dat leek hoopvol Daar kwam hij. Ze zag het al aan zijn gezicht 't was mis. Omslachtig hing hij eerst z\jn jas en hoed weg. kwam toen zitten. ,t Was zeker niets?" probeerde Lies. „Niets een zootje was het." Zijn stem schoot driftig uit. „Sst, zachtjes, kalm nou" zei ze. „Haal je nu maar eerst een kopje koffie en vertel dan maar eens." „Nou dan, het was natuurlijk heelemaal geen advocatenkantoor, daar was ik al bang voor. In cassobureau en rechtskundige adviezen, maar on- dertusschen geldleenen en chantage. Wat die op lichters me daar ijskoud voorgesteld hebben, toen ze me uitlegden, wat mijn werk zou z£jnIk dacht maar: als de ouwe heer me nou eens zag zitten. Ajasses, wat een tuig. Nu heb ik ruim een half jaar gezocht en geploeterd om iets te vinden. overal heb ik op geschreven en 't eenige, let terlijk 't eenige resultaat is dit." Hij keek somber voor zich uit, dan ineens, leek hij het van zich af te gooien. „Lies, kind met de juristerij wordt het niets. Punt. Uit Ik geef het op. Weet je wat we doen? We blijven waar we zjjn. En we potten als ouwe vrekken. En als we dan genoeg bij elkaar hebben, dan koop ik me in een flinke, gezonde autozaak in, voor mijn part een taxibedrijf of een goeie garage. Dat vak ken ik nu tenminste ook. En daar is toch nog toekomst in." „Wel ja" zei Lies, „dat vind ik geweldig. Laten we het daar dan maar op houden. En weet je, Frank, dan heb je later tenminste geen advocaat noodig voor je slechte betalers en zoo." „Jij ziet het wel hoopvol in." Hij lachte, echt van harte leek het. Je kon het wel, als je maar wilde. Een streep er onder. Voorgoed dicht was de deur van de zaal met de groene tafel. Waar alleen die anderen hun plaats hadden, die wèl mochten meehelpen aan het Werk van het RechtHij had het vijf jaar geleden al anders moeten aanpakken, Afgeloopen. „En nu jouw boodschappen, zeg." „O Frank, vind je 't niet vervelend?" „Wel nee, waarom? Laten we er dat tenminste van hebben. Het reisgeld zyn we toch kwijt. Eerst winkelen en dan ergens een broodje eten en om een uur of twee terug, goed?" „Best" zei Lies en haakte aan zijn arm. „Dan eerst die hoed maar, hè? Ik ga één winkel mee binnen en als je daar niet slaagt, doe je 't verder maar alleen. En niet meer dan twintig hoeden oppassen." „Geschikt ben je, hoor. Wedden, dat ik onmid dellijk slaag?" „Het was de twaalfde" zei Frank, toen ze den winkel uitkwamen. „Je bent me meegevallen. Wat nu?" „Heb jü nog boodschappen Dan alleen dat dopje voor Annie nogO Frank" ze stond opeens stil „nu weet ik niet meer, wat het moest zijn." „Hoezoo?" vroeg Frank onnoozel. „Toch net zoo'n hoedje als jij zeker? Had dat dan meteen meegenomen." „Heilige onschuld, weet je nu nóg niet, dat twee vrouwen nooit dezelfde hoeden willen dragen?" „Lastig hoor. Maar hoe weet je dan, wat het wèl moet ztjn'?" „Stil nou, dat is het juist. Ze zei, dat het hoedje of mutsje moest zijn, dat een of andere filmjuf frouw gelanceerd heeft. En nu weet ik niet meer wie. Heb jij dan niet gehoord, dat ze het er aan tafel over had?" „Bewaar me, nee, Maar waarom heb je het dan niet even opgeschreven? Je moet altijd alles opschreven" zei Frank degeiyk. Had de Jonker niet gisteren nog gezegd „Robberts, nu heb je wéér geen aanteekening gehouden van de benzine. Hoe kan ik nu weten, of de maandrekening klopt, als je niet de moeite neemt, geregeld te noteeren, hoeveel benzine je inneemt." „Wacht even" zei Lies, „ik heb het Greta Garbo. Een Greta Garbo-hoed." „Vooruit, dan maar weer naar binnen. „Juffrouw, heeft u ook Greta-Garbo-hoeden?" „Nee dame, daar kan ik u niet aan helpen." De chef kwam er by. „Wat wenscht de dame?" „Een Greta Garbo-hoed." De juffrouw zei het, of het iets onfatsoenlijks was. „Nee dame, die voeren wy niet. Nooit van ge hoord ook." ,,'t Zal een jumper moeten wezen" hielp een an dere juffrouw, „met een Greta Garbo-kraag." „Nee dank u wel" stamelde Lies en haastte zich den winkel uit Frank zou wel woest zijn. Maar hij grinnikte. „Niet bepaald een succès, hé? Weet je wat" hg troonde haar mee naar den overkant van da straat „daar is een bioscoop, laten we de af fiches eens lezen, misschien schiet het je dan ta binnen." „Practische schat" zei Lies. Maar het leverdo niets op. Hariy Beur en Hermann Thimig konden hen niet helpen. „Kan het Tom Mix niet zyn?" waagde Frank. „Die vent z'n hoeden herinner ik me wel." „Nee, dat is te oudbakken" zei Lies. „Nog een bioscoop, zeg." Maar het hielp niets. Ze overwogen een Martha Eggerth-mutsje en een Gitta Alpar-petje, maar Lies durfde er geen winkel op binnen te gaan. Zo kreeg op straat al lachstuipjes. „Dat komt omdat we zoo weinig naar de bios coop gaan" troostte Frank. „We zijn achteriyk/* „Ik geef het op" zuchtte Lies. „Dan maar zon der petje." Maar toen ze uit de automatiek kwamen, waar ze hadden koffiegedronken, gilde ze ineens „Frank dèèr Mariene kom gauw!" en rende do straat over, gevolgd door Frank en door zooveel Amsterdammers, als haar raadselachtigen kreet gehoord hadden en op een relletje hoopten. En dat waren er heel wat. Een stevige agent op het linkertrottoir de op tocht stond. „Wat mot dat, juffie?" „Een hoed, alleen maar een hoed koopen" hygde Lies. „O, anders niet. Nou, je zet er nogal haast achter. Sjonge, meneer" deed hg grappig tegen Frank, „U mag de hand wel op de portemenee houwen. De juffrouw zal er zóó wel weg mee weten," XWordt vervolg^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 5