IJmuider Courant „Louis Sheid" aan den grond geloopen. Italië blijft afzijdig Zes vermisten. jnbaarheid. SxdïipéteukeÜn^en aan de „Jalandoen" met ceddiftqLS&aat aan tand qekcacht. Geen volkomen zekerheid inzake torpedeering. Geurenfilm. gnomen JAARGANG NO. 33 itfa lourens Coster, Maatschappij voor !(ll,Uitgaven en Algem Drukkerij N.V., Gr. jljaat 93, Haarlem, Telefoon 10724 Bureau Courant: Kennemerlaan 42, Pmuiden, 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties, In de Kennemer Courant DAGBLAD VOOR VELSEN, IJMLIDFN, SANTPOORT EN OMSTREKEN Verschijnt dagelijks, beflalve op Zon- en Feestdagen Directiei P W PEEBEBOOM EN ROBERT PEEREBOOiH Hoofdredacteurs ROBERT PEEREBOOM VRIJDAG 8 DECEMBER 1939 Abonnementen pet week ƒ0.1234. pet maand 0.5234, per 3 maanden 1 55, franco per post 1.95 pet kwartaal Losse nummers 3 cent per ex* Advertentiën: 1-5 regels ƒ0.60 elke regel meer ƒ0.12 BIJ abonnementen belangrijke korting. Ingezonden mededeellngen dubbele prijs. Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels ƒ0.25, elke regel meer ƒ0:10. ie van een onzijdige kleine mogendheid jden van oorlogvoerende groote mogend- als zeer ongemakkelijk. Niet alleen vanwege «vaar dat dreigt, om nog eens, tegen onzen joor anderen in dien strijd te worden betrok- vanwege de groote economische slagen die w,rden toegebracht, de vernietiging van een j! onzer koopvaardijschepen en daarmee ook „jénschenlevens en de grensschendingen die taling door vliegtuigen worden begaan. al een lange en sombere lijst. Maar bij al "ellenden en moeilijkheden komt nog de onze zelfbeheersching volkomen te be- i een zeer rustig en zeer tactvol beleid wen. Wij moeten vermijden dat in het bui- jjA verkeerde indrukken gewekt worden om- anze volkomen onzijdigheid. Wij hebben ,mee rekening te houden ook in het optreden landsche pers. En dat gebeurt. Behou- weinig. uitzonderingen heeft de Neder ige pers sinds het uitbreken van den oorlog gpd, haar verantwoordelijke taak zeer juist •zién, zooals de minister van Buitenlandsche mr. van Kleffens, onlangs in de Kamer 'zooveel woorden heeft erkend. Daarbij zij dan (merkt dat aan de in dit land bestaande pers- üeid nog niet in het minst is getornd, dat die steeds op dezelfde wettelijke waarborgen dat hier een verschil bestaat met andere landen. Want in Zwitserland heeft men strenge perswet ingevoerd, die deels preven- deels directe censuur inhoudt en in België limen onlangs al de verschijning van een .'lal bladen verboden. Nederland toont sterker ©werking, sterker vrijwillige discipline, beter oeheersching. officiëele openbaarheid sluit zich daar even- lang niet altijd bij aan. Men maakt in den leringskring bij herhaling te weinig gebruik e juiste houding der pers, die men zelf er- En dat lijkt mij verkeerd. In ons land, in staatsbestel behoort de openbaarheid van het :erde beleid tot het bewinds-stelsel en als men niet voortdurend toont te erkennen loopt men een indruk van aarzeling of van zwakheid ©ven. Ik zal hier geen opsomming geven van allen, waarin tijdige openbaarheid dit gevaar meden zou hebben. Het zijn er verscheidene, wel wil ik eraan herinneren dat meermalen 'ouitenland voor den dag is gekomen met me ningen over Nederland, die hier nog niet be ul waren gemaakt. Soms waren die juist, soms «lof ten deele onjuist. In die laatste gevallen toefde niet steeds opzettelijke onjuistheid te tdèn aangenomen, maar soms onwetendheid Irent Nederlandsche toestanden en dikwijls soort van lichtvaardigheid omtrent de be ienis van gëbeurtenissen in een ander land, vele typische sensatiebladen, koppen-en- itjes-kranten, in enkele Europeesche hoofd- kenmerkt. Daarbij trokken ze dan soms illusies, die kant noch wal raakten. Zulke be lten werden weer overgeseind naar ons land wekten vaak onrust bij de bevolking. Zij leid- soms tot de malste geruchten. En bovenal so zij een gevoel van onzekerheid aan veel ischen, veroorzaakt door de gedachte dat het ienland dingen scheente weten die bij ons tegen werden gehouden. Verborgen gehou- waarom? Dat is men in ons land niet ge- :d, Dat moest onrust wekken. Heermalen heb ik er op deze plaats de aan- !ht op gevestigd dat een deel van de buiten- iche pers onder zware censuur staat en dien- i alleen bepaalde meeningen plus een paalde propaganda mag soms moet ver- idigen en dat een ander deel een soort journa ls voert, dat wij in ons land gelukkig niet of welijks kennen. Een derde deel verdient ik di het nu over het geheele buitenland wel gelijk vertrouwen. Maar het is moeilijk voor ilmenschen dit in te zien als zij eenmaal ge smeerd raken en bovendien door anderen met iere geruchten worden „'bewerkt". Menigeen trouwens geneigd op iedere sensatie af te vlie- i en met een zeker genoegen de meest pessi- iillsche gevolgtrekkingen, die denkbaar zijn, te fiondigen. Dit is een vreemde eigenschap, maar Sbaat niet te ontkennen, dat zij bestaat. Sens het alarm en de ongerustheid die Haag ss zwijgzaamheid al meermalen veroorzaakt sit komt de indruk, dien die zwijgzaamheid'op ieoogenblikken in het buitenland maakt. Daar niet alleen onjuiste conclusies getrokken 'it ook moet men zich er wel verwonderen en -s soms den indruk krijgen dat wij niet al te '«Hg zijn als wij niet voor de feiten uit willen ®en. Ik beweer niet dat er in Den Haag gebrek "i moed bestaat, maar wel dat openhartigheid '1 beter is omdat die een indruk wekt van rust, 'cht, vastberadenheid en vertrouwen en dat %houden van nieuws juist het tegendeel St, De Duitscher Börne heeft eens een woord beste gegeven, dat men als een soort boutade beschouwen maar dat een groote kern van •atheid bevat: „De waan van alle regeerders, minister tot den portier, is dat het re sten een groot geheim is, dat voor het volk tot eigen bestwil verzwegen moet worden". De invloed van dezen waan doet zich ook gel ui 6 Ween dat het de taak van ons hoofdredac- is grooter openhartigheid aan te bevelen [ztilke gronden als hierboven zijn genoemd. m omdat de publiciteit ons beroep is, lar ook omdat wij er krachtens dat beroep en 5* ervaring hét meeste verstand van hebben, ij weten uit ondervinding wat men publiceeren ®en moet en hoe dat dient te gebeuren. Dat is door minister Van Kleffens wel zeer s'kant toegegeven toen hij uit eigen beweging Nederlandsche pers ging huldigen. Wij voelen 3 door ons vak, de stemming van het publiek in' Dat is logisch en begrijpelijk. En daarom *%i wij het als men van officiëele 'Zijde- te „De „Tajandoen". DE opvarenden van de „Tajandoen" worden door het noodlot achtervolgd. Donderdagavond is n.l. het Belgische stoomschip „Louis Sheid", dat met de opvarenden van de „Tajandoen" op weg was naar Weymouth aan de Zuidkust van Engeland, bij Start Point aan den grond gevaren. Donderdagavond om 20.25 uur zond het schip noodseinen uit en verzocht om assistentie. Onmiddellijk zijn daarop reddingsbooten en sleepbooten uitgevaren. De passagiers van de „Louis Sheid" zijn via een touwladder aan boord van de reddiüg- booten gekomen en veilig aan land gebracht. Toen de explosie de „Tajandoen" trof, bevonden zich alle passagiers, o.w. 5 vrouwen, en een aantal leden der bemanning in de kooien. Volkomen zeker heid, dat het vaartuig door een torpedo is getroffen, heeft men niet. Men houdt nog met de mogelijkheid rekening, dat het schip op een mijn is geloopen. geheimzinnig gaat doen en nieuws achterwege Iaat of vertraagt, dat geopenbaard hoorde te worden. Natuurlijk zijn er dingen die in het landsbe lang geheim moeten blijven. Dat erkent iedereen. Maar daar heb ik het niet over. Tenslotte zij eraan herinnerd dat in ons staats bestel en in dat van de meeste staten de open bare critiek als een heilzame correctie-mogelijk heid op het gevoerde beleid wordt erkend. Ook door leidende staatslieden is die vaak erkend. Evenmin als men die critiek, een bestanddeel van het stelsel, zou kunnen onderdrukken zonder het geheel te verzwakken kan men de openbaarheid, die er evenzeer een bestanddeel van is, beknot ten zonder daarvan de nadeelen te ondervinden. Het lijkt mij gewenscht dat ronduit te zeggen. Ook het buitenland zal ons het meest respectee ren als wij in deze dingen niet minder dan in andere onszelf zijn en blijven. R. P. HET Belgische schip, een vrachtvaarder had op voortreffelijke wijze assistentie verleend bij het redden van de schipbreukelingen van de „Tajandoen". Het Nederlandsche schip bevond zich op 30 a 40 mijl ten Noorden van Ouessant toen zich plotseling een buitengewoon hevige explosie voordeed. De kapitein van de „Tajandoen", de heer J. B, Roeterink, die gisteravond laat nog verteld heeft hoe de opvarenden van zijn schip hebben getracht het yeege lijf te redden, noemde het een „ver schrikkelijke ontploffing, welke zulk een schade aanrichtte, dat het schip binnen een kwartier zonk. Gelukkig waren wij in staat: alle passagiers en leden der bemanning met uitzondering van twee machi nisten en vier zeelieden in de vier reddingbooten te krijgen, voor het schip verging. Toen begon een grimmige strijd om de vei ligheid. De ontploffing had de stookolie aan de oppervlakte van de zee gebracht cn rond het schip bevond zich spoedig een hoog brandend meer, dat zich in de buurt van het zinkende schip verspreidde. De bemanningen der red dingbooten deden wanhopige pogingen om hun booten buiten deze oliemassa te houden en het was gelukkig, dat alle booten daarin zijn ge slaagd." Aan boord van de Tajandoen bevonden zich 68 personen, 14 passagiers en 54 leden der bemanning. Alle passagiers zijn gered. Van de leden der bemanning worden er zes vermist, n.l.: K. P. Bakker, 2e machinist uit Amster dam. P. Vergunst, 4e machinist, uit Leiden. G. Bijlsma Szn., matroos uit Ballum (Ameland). J. Stoker Wzn., lichtmatroos, uit IJmui- den. G. H. Schots, lichtmatroos, uit Amersfoort. W. Visschers, handlanger, uit Diepenveen. „Ik weet niet", aldus de heer Roeterink, „of de „Tajandoen" door een mijn of door een torpedo is tot zinken gebracht. De ontploffing heeft zich voorgedaan om kwart over vijf 's morgens. Het was donker en bitter koud." De heer Roeterink voegde hieraan nog toe, dat de passagiers en die leden van de bemanning, die slie pen, direct hun jassen of andere lcleedingstukken aanschoten voor zij naar het dek renden en zich in de reddingbooten begaven. Tot de passagiers be hoorden vijf vrouwen en twee kinderen vari 5 en 12 jaar. De schipbreukelingen waren zoo gelukkig, te worden opgepikt, nadat ze pas 2y2 uur in de booten hadden rondgezwalkt. Twee uur tijd had de reddingboot noodig. De reddingboot, welke de schipbreukelingen van de „Tajandoen" aan boord had genomen, had, daar de zee nogal woelig was, twee uur noodig om den betrekkelijk korten afstand tusschen de „Louis Sheid" en de haven af te leggen. In verband met die woelige zee vreesde men gisteravond aanvankelijk ook, dat het Belgische schip zou breken, doch later op den avond werd de zee kalmer en toen meende men goede hoop te mogen hebben het schip te kunnen behouden. In verband daarmede bleven ook sleepbooten in de nabijheid. De agent van de „Nederland" in Weymouth had van zijn maatschappij opdracht gekregen alle maat regelen voor de ontvangst van de geredden te tref fen (de Louis Sheid was voornemens naar Wey mouth te gaan). Thans zijn deze echter ten Westen van Weymouth aan land gebracht. De gezagvoerder en een andere officier kregen on derdak in een postkantoor. (In de buurt van Bern is, volgens Havas. voor het eerst gedemon streerd met een geurenfilm. Bij de vertooningen van bloemen, een houtzagerij e.d. werden overeen komstige geuren in de zaal ver spreid volgens een procédé dat 4000 verschillende geuren kan op wekken.) Wij kregen eerst de film die spreekt En daarna ook de film in kleuren. Wij voelden toen, wat ons ontbreekt, Is nu nog maar de film in geuren. En zie, ook dat is nu bereikt. 't Is al in kannen en in kruiken, Wanneer je straks een film bekijkt, Kun je haar zien, maar tevens ruiken. De vinding biedt voor elk geval Uit vier maal duizend geuren keuze, Maar wie kan zulk een groot getal, Met onderscheiding ooit beneuzen? Wij accepteeren elke klank, Maar kunnen dat niet uit gaan strekken, Tot geuren neigende naar stank. Waarvoor wij onze neus optrekken. Een film waar hout in wordt gezaagd, Natuurlijk ook een film met bloemen, Daar wordt door niemand bij geklaagd, Dat zal men zelfs een aanwinst noemen. Maar als men er een vuilnisbelt, Of rotte visch in gaat gebruiken, Dan ga ik werklijk voor geen geld Naar zulk een filmvertooningruiken. Maar 'k denk, dat men dit zelf wel ziet, Men noodt ons toch in bioscopen Voor kunstgenot en vreugd, maar niet Om ons weer hard weg te zien loopen. Er is in de geschiedenis Der film al heel veel ondernomen, Wij wachten dus maar af, al is Er straks een luchtje aan gekomen. P. GASUS. De Groote Fascistische Raad bijeen ROME, 8 December (Reuter). In een communiqué, dat is uitgegeven na de verga dering van den Grooten Fascistischcn Raad, wordt verklaard dat de raad de positie van niet deelnemen aan den oorlog heeft beves tigd. Verder is bevestigd, dat de betrekkingen tusschen Duitschland blijven zooals deze zijn vastgesteld bij het verdrag van vriend schap en de gedachtenwisselingen van Mi laan, Salzburg en Berlijn. 1 Tenslotte is verklaard, dat alles wat eventueel zou kunnen gebeuren in. het Donaubekken en den Balkan niet zal nalaten Italië direc te interesseeren. De vergadering was Donderdagavond om tien uur begonnen en werd Vrijdagochtend om kwart voor twee gesloten. De Duce heeft bij de opening verzocht den overleden Conatanzo Ciani te herdenken. Vervolgens bracht de minister van buiten landsche zaken, graaf Ciano, verslag uit over den internationalen toestand. Dit verslag duur de twee uur en een kwartier. Vervolgens hield de Duce een rede. welke anderhalf uur duurde. Hierna werd een resolutie aangenomen, waar in de drie genoemde punten waren opgenomen. De secretaris van de partij gaf vervolgens een uiteenzetting van een aantal wijzigingen in de statuten van de partij, welke ten doel hebben de verschillende organisaties van de partij doelma tiger te doen werken. Tenslotte werd een dagorder aangenomen, waarin den afgetreden en nieuw benoemden secretaris van de partij, Starace en Muti werden begroet. De kathedraal van Reims, die in den Wereldoorlog door de bombardementen ernstig beschadigd werd,'is nu zoodanig door zandzakbarricajles beschermd, dat «en groot deel van den gevel daarachter schuil gaat VOETBAL. NEDERLAND-BELGIË. Prins Bernhard komt kijken. Laatste training der Nederlandsche en Belgische spelers. De spelers van het Nederlandsch elftal zijn Don derdagavond voor de laatste maal op het V U. C.- veld in Den Haag bij elkaar gekomen. Na het gebruikelijke halfuurtje trainen onder leiding van Bob Glendenning verzamelden de spe lers zich weer in het clubgebouwtje, waar de heer Herberts hen toesprak, daarbij wijzende op het bij zonder karakter van den komenden wedstrijd, die immers gespeeld wordt ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van den K. N. V. B. Na welgemeende raadgevingen of vermaningen tot de spelers had de heer Herberts een groote ver rassing. Hij deelde mede, dat Prins Bernhard het voornemen heeft, Zondag a.s. in het Feijenoord- stndion aanwezig te zijn. Ook eenige ministers zul len den wedstrijd bijwonen; „ik hoop, dat deze hooge belangstelling jullie allen zal stimuleeren, je uiterste best te doen en te trachten de oude reputa tie van het Nederlandsch voetbal te handhaven. De Belgen komen met een sterk elftal. Het zal onver moeid zwoegen worden. Van nu af aan zullen jullie je op den wedstrijd moetenconcentreeren. De wil, ongeslagen het Feijenoord-stadion te verlaten, moet thans reeds aanwezig zijn, alleen dan zal de over winning behaald kunnen worden." De Belgea* Donderdagmiddag heeft het Belgische elftal onder leiding van den heer Goetinck op het veld van Andexiecht te Antwerpen voor de laatste maal ge traind voor den wedstrijd NederlandBelgië, Gom- mers (Beerschot) en Vandekerkhoven (White Star) konden door hun werk niet aanwezig zijn. Er werd geen wedstrijd gespeeld, doch men oefen de naar een doel toe, d. w. z. de voorhoede speeldg tegen de verdediging.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 1