IJmuider Courant Qmote stcup Zal de „Graf Spee"uitvaren? BERICHT DAGBLAD VOOK VELSEN, IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN Verschijnt dagelijks, beüalve op Zon- en Feestdagen Vreclesdebat in het Hoogerhuis. aan het naaxdeCifk 5ittscfie luwt. Britsch eskader ligt voor de monding van de Rio de la Plata Schepen. 25ê JAARCANC No. 39 Uitgave Lourens Costei. Maatschappij voor Courant-Uitgaven en Algem Drukkerij N.V., Gr. Houtstraai 93, Haarlem, Telefoon 10724 Bureau Ijmuidèr Courant Kennemerlaan 42, Dmuiden, Telefoon 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties, opgegeven voor dit blad, worden kosteloos opgenomen in de Kennemer Courant. Directie! P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEHEBOOM Hoofdredacteur! ROBERT PEEREBOOM vrijdac 15 december 1939 Abonnementen per week 0.12J4, per maand ƒ0.5254, per 3 maanden ƒ1.55, franco per post 1.95 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels 0.60, elke regel meer ƒ0.12. BIJ abonnementen belangrijke korting. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels ƒ0.25, elke regel meer ƒ0.10. ïn het House of Lords is Woensdagavond een uitvoerig debat gehouden over de mogelijkheden um tot vrede te komen. Het heeft, als men het antwoord van de Britsche regeering leest, niet veel opgeleverd. Maar het feit op zichzelf dat het gehouden is moet van veel grooter belang geacht jorden. Eenige dagen geleden werd uit Genève gemeld, óat Duitsche journalisten daar in gesprek met neutrale afgevaardigden en journalisten vredes- mogeüjkheden geopperd hadden. Ze werden zelfs In détail opgesomd. Berlijn schoof daarop het ge- va] per officieele mededeeling opzij en Londen even officieel dat het van niets wist. Nu in het Hoogerhuis achtereenvolgens Lord Darnley en Lord Arnold de mogelijkheden van vredesonderhandelingen te berde gaan brengen. £n de bisschop van Chichester, verzekerend „dat geen pacifist was" maar Christus was dat wél: pacifist beteekent niets anders dan Vrede- jtichter! twijfelde er toch aan of het goed zou 2ijn tot het bittere einde te vechten. Inmiddels Lord Balfour of Burleigh al gezegd dat hij dit debat betreurde omdat het z.i. alleen zou kunnen dienen tot aanmoediging van de vijan den des lands en Lord Halifax, de minister van Buitenlandsche Zaken, uitte dergelijke droefheid In een zeer uitvoerig antwoord en hoopte maar men deze debatten in het buitenland in hun geheel zou lezen. Want dit waren minderheids opinies, enzoovoorts. In de neutrale landen zijn wij er in elk geval eeds op uit de debatten in hun geheel te bezien, e verschijnselen ook. Daarom zij dan meteen vooropgesteld dat evenmin als wij uit het Geneef- jche bericht afleidden dat Duitschland zich zwak of verdeeld voelt, wij uit dit Hoogerhuisdebat zou den kunnen opmaken dat zooiets met Engeland het geval zou wezen. Beide machtige kemphanen toonen zich nog steeds in volle kracht. Maar wèl valt het ons op hoe moeilijk het kennelijk aan weerszijden valt, bereidheid tot vredesonderhan delingen te toonen. Als ik mij nu tot het laatste niéuws bepaal, dat van het Hoogerhuis, dan treft dit den onzijdigen toeschouwer weer bizonder. De kracht tot volhouden van oorlog schijnt die tot het streven naar vrede verre te overtreffen. Gelukkig is er een groote mate van schijn. An ders zou men de hoop moeten opgeven en tot de zonderlinge slotsom moeten komen, dat het in een openbaar lichaam als het Hoogerhuis eigen lijk niet meer geoorloofd zou zijn zulk een zaak van opperst landsbelang als de vraag „vrede of oorlog?" aan te roeren. Hetgeen niet het geval is. Het uitgangspunt van het Engelsche debat was het Belgisch-Nederlandsche vredesinitiatief. Daar begon Lord Darnley over en hij vroeg de regee- rlng of zij bereid was van het aanbod vaii Ko ningin Wilhelmina en Koning Leopold gebruik te maken, teneinde een op vrije onderhandelingen gegrondvesten vrede te verzekeren. Hij voegde daaraan toe dat zijns inziens Engeland in het verleden niet altijd alles had uitgebuit om Duitschland te verzoenen en dat de Christelijke leer van kwaad met goed vergelden in dit geval behoort te worden toegepast. Hieruit blijkt al dat deze Lord Darnley een moedig man is. Hij zei trouwens ook dat Enge land zijn plicht zou vervullen jegens de kleine neutralen, die in gevaar verkeeren te worden meegesleept in den maalstroom, als het er in slaagde hen te bevrijden van den rampspoed dien zij niet gezocht hebben. Inderdaad zal men dit in de kleine neutrale landen voelen als een argument, dat de veelbesproken „bescherming der kleine naties" werkelijk beoogt. Lord Arnold was evenals Lord Darnley van meening dat het vooruitzicht op het verzekeren van een spoedigen vrede na vrije onderhande lingen de beste kans zou hebben als de voorwaar den niet tevoren waren vastgelegd. En hij viel over de (ook door vele Engelschen gecritiseerde) rede van Churchill, gehouden op het oogenblik van het vredesaanbod, waarin die minister het woord „Hunnen" gebezigd had en daarmee een toon aangeslagen dien wij sinds 1918 van Engel sche zijde nooit meer vernomen hadden, ook niet in dezen oorlog. Hij vestigde de aandacht op de moeilijke positie waarin Duitschland thans ver teert omdat Rusland zijn berekeningen in de war heeft gestuurd. Hij geloofde niet dat Hitier den rrede weer zou verbreken als die eenmaal ge sloten was, nu Rusland zijn grenzen bedreigt. Hij achtte den geheelen toestand gewijzigd door de opkomst van Rusland als groote mogendheid met agressieve plannen. Van Lord Halifax' antwoord heb ik al iets ge zegd. De minister erkende dat het „misdadig zou wezen een werkelijke kans op vrede te missen" maar uitte verder een reeks pessimismen over de werkelijkheid van die kans en herinnerde eraan dat de Engelsche en Fransche antwoorden op het Nederlandsch-Belgische initiatief de deur had den opengelaten maar dat het Duitsche ant woord, zelfs niet schriftelijk gegeven, volkomen afwijzend was. Na dit Hoogerhuisdebat zou men nu wellicht weer mogen hopen op eenig teeken van Duitsche zijde. Het zijn maar symptomen, maar teeke henmaar ze tellen. Indertijd schreef ik op deze plaats dat het toet dat aanbod van goede diensten volstrekt nog Biet afgeloopen of uitgepraat was. Welnu. Bin- Ben een maand alweer R. P. petsamo noc in finsch bezit Sleutelpositie door de Finnen heroverd? De conferentie tusschen een Lotharinger en een Columbia Wyandoth krielhen tijdens de keuring voor de National® Pluimveetentoonstelling in het Jaarbeursgebouw te Utrecht Volgens draadlooze berichten uit Montevideo wordt het Duitsche vestzakslagschip „Admiral Graf Spee" gereed gemaakt om zoo spoedig mogelijk te kunnen uitvaren. Het schijnt zoo zeggen deze berichten, dat de „Graf Spee" van plan is slag te leveren met de vijf Britsche kruisers, die thans de havèn blokkeeren. ten einde haar ontsnappen te verijdelen. Het Duitsche tankschip „Tacoma" met 600.000 gallons benzine aan boord is uit de haven vertrokken, vermoedelijk met het oog merk de „Graf Spee" op zee van brandstof te voorzien. Volgens een door minister Huil ontvangen mededeeling, heeft de „Graf Spee" 48 uur tijd gekregen om in Montevideo te verblijven. Reuter meldt uit Montevideo: Of de „Graf Spee" Zondag of Maandag zal vertrekken, of dat de bodem geïnterneerd zal worden, is een vraag welke alleen de Duitschers kunnen beantwoorden. In tegen stelling met vroegere berichten wordt thans gemeld, dat vrijwel alle gewonde leden der bemanning zich nog aan boord bevinden. 62 overlevenden van door de „Graf Spee" tot zinken gebrachte schepen, zijn Donderdagavond van het Duitsche slagschip aan land gebracht. Tot de Britsche schepen, welker overlevenden de „Graf Spee" aan land zijn gebracht, behoo- ren „Newton Beach (4651 ton), „Africa Shell" (706 ton), „Travenion" (5350 ton), „Huntsman" (8196 ton), „Clement" (5051 ton), „Dorio Star" (10.093 ton), „Ashlea" (422 ton). Aan boord van de „Graf Spee" bevonden zich zes gezagvoerders van Britsche schepen, die gevangen waren genomen. Volgens een heden uit Montevideo door Reu ter ontvangen bericht is het mogelijk dat de regeering van Uruguay den „Graf Spee" zal toestaan zoolang in de haven te blijven als noodzakelijk is voor het verrichten van herstel lingen. Men voegt hieraan toe dat Britsche oorlogsschepen, wanneer zij erom vragen, dezelfde faciliteiten zullen genieten. De vertegenwoordiger van Reuter heeft den Ka pitein van het Britsche schip „Africa Shell", die zich als gevangene aan boord van den Duitschen bodem bevond, nadat zijn schip tot zinken was ge bracht, geïnterviewd. De kapitein deelde mede, dat men aan boord van den „Graf Spee" meende bij eenige koopvaardijschepen te zijn toen de „Exeter" verscheen. Onmiddellijk werd het bevel gegeven het schip strijdvaardig te maken, de gevangenen werden in de eetzaal opgesloten. De „Graf Spee" opende het vuur, dat onmiddellijk door de „Exeter" werd beantwoord. Gedurende het gevecht speelden de Britsche gevangenen kaart, een granaat is in de nabijheid van de eetzaal ontploft en de gevangenen hebben splinters hiervan als souvenir meegenomen. Toen het Duitsche schip te Montevideo aankwam, trad een Duitsch officier de eetzaal binnen en zeide: „Heeren, voor u is de oorlog uit". De kapitein van de „Africa Shell" beschreef den commandant van de „Graf Spee" kapitein ter zee Landsdorf, die ook in den slag bij Jutland heeft meegestreden, als 'n „volmaakt gentleman". Spre kende over het gevecht had Landsdorf tegen hem gezegd: „Jullie Engelschen bent hard". Alle Engelschen waren het erover eens, dat de Britsche overwinning is toe te schrijven aan een uit stekende leiding op de kruisers, een goede vuur leiding en groote moed. Ook zeiden zij, dat de Engelschen geen gasgranaten hebben gebruikt. Geen van de Engelsche gevangenen had een gasmasker, wel droegen alle Duitschers maskers. De Britsche Admiraliteit heeft een communiqué uitgegeven, waarin gezegd wordt: „Er zijn geen berichten ontvangen over dooden en gewonden op de Britsche schepen, die deelge nomen hebben aan den feilen strijd gisteren buiten Montevideo. (Van Duitsche zijde is gemeld dat de Engelsche oorlogsschepen een groot aantal slacht offers tellen. Red.). Berichten daarover zullen zoo spoedig mogelijk worden gepubliceerd. On danks de schade, die de „Exeter" dwong zich uit den strijd terug te trekken, hebben de beide kleine zesduims kruisers het Duitsche vestzakslagschip achtervolgd tot De la Plata en liggen thans in de monding te wachten. Zij hebben krachtige ver sterkingen gekregen. Men moet begrijpen, dat zeer groote strijdkrachten gedurende vele weken gebruikt zijn tot opsporing ia de uitgestrekte ruimten van het zuiden van den Atlantischen Oceaan, zoowel ter zee als in de lucht en dat veel tijd en veel teleurstellingen onvermijde lijk waren alvorens het schip kon worden gevonden. Het is opmerkelijk, hoe weinig last de „Graf Spee" den bewegingen heeft kunnen berokkenen aan de henderden schepen in deze wateren gedurende de twee maanden, dat hij rondgevaren heeft. Vergele ken bij het door de „Emden" gestichte onheil in den wereldoorlog, zijn de aangerichte verwoestingen onbeteekenênd geweest. Zoodra bijzonderheden van den strijd ontvangen zijn zal de Admiraliteit een nadere mededeeling uit geven over het optreden van de officieren en man schappen, die onder commando van commodore Harwood het schip, dat zoo zeer hun meerdere moest zijn, opgespoord en van de zeeën verjaagd hebben." Wat het bovengenoemde versterkte Britsche eskader voor de monding van de Rio de la Plata betreft meldt United Pr. dat thans ook de zware Engelschen kruiser „Cumberland" (9900 ton, dus nog 1600 ton meer dan de „Exeter") voor de Rio de la Plata is verschenen. Een ander U. P. bericht maakt melding van in breeden kring de omloop doende, doch niet te bevestigen, ge ruchten, dat de „Admiral Scheer" eveneens in de nabijheid zou zijn. De beschadiging van de „Spee". In een radiouitzending te New York werd giste ren een beschrijving gegeven van den toestand van de „Graf Spee". Het verslag werd uitgezonden uit een motorboot welke dicht bij het Duitsche oorlogs schip in de haven van Montevideo lag. De omroeper verklaarde, dat de „Graf Spee" vol gaten zat aan bakboordzijde ongeveer zes meter van den boeg en anderhalve meter boven de waterlijn was een groot gat van meer dan anderhalve meter doorsnee. De hoeken van den romp zijn buitenwaarts gebogen en dit deed den omroeper gelooven, dat er in het schip een ontplofing was voorgekomen. Hij merkte ook op dat de voorste waarnemingstoren door midden was gespleten en dat een der torens voor zes duims kanonnen vrijwel van zijn basis was losgescheurd. Overal lagen wrakstukken. Men deelt te Montevideo mede, dat de teraar debestelling der om het leven gekomen Duitsche zeelieden vandaag zal geschieden. 36 lijkkisten zullen worden overgebracht naar de noordcr begraafplaats, waar zij zullen worden bijgezet. Volgens niet bevestigde geruchten zouden hon derd mariniers van den Britschen kruiser „Achil les" bij Punta del Este worden ontscheept, om naar Montevideo gedirigeerd te worden, waar zij de eer bewijzen zullen brengen aan de gesneuvelde Duit sche zeelieden van de Admiraal Graaf Spee. Het schijnt, aldus Havas, dat deze Britsche geste door den Duitschen diplomatieken vertegenwoordi ger niet wordt aanvaard. Overigens wordt vernomen, dat scheeubouwkun- dige ingenieurs van de werven te Montevideo cate gorisch een verzoek van de legatie van Duitschland zouden hebben afgewezen, welk verzoek beoogde de herstelwerkzaamheden aan de „Admiral Graf Spee" te verrichten. Zij hebben maatregelen genomen om te verhinde ren, dat het materiaal en het staal, waarover alleen zij de beschikking hebben, door een andere firma zou kunnen worden gebruikt om te voldoen aan het verzoek der Duitsche legatie. Een der correspondenten van United Press te Montevideo schrijft: Zoodra dè geruchten gingen van een zeeslag wer den vernomen reed ik over een afstand van dertig Duizenden manschappen, zoo verneemt Reu ter uit Stockholm, van het roode leger zijn ge vallen in den slag om Salla, de sleutelpositie op het noordelijke Finsche front, die, naar verklaard wordt, door de Finnen is her overd. De Russen trachtten in dezen sector naar de zee door te breken en men gelooft, dat zij van Salla de basis van hun hoofdkwartier had den willen maken. Sterke Finsche troepen aanvullingen waren uitgezonden om de stad te heroveren. Dè slag duurde twee dagen en wordt beschreven als de grootste, die tqt dusverre in dezen oorlog is geleverd. Reuter meldt uit Helsinki: In de buurt van Salla zijn gisteren de hevige gevechten voortgezet. Het verluidt, dat de Finnen bij hu ngrooten tegenaanval Roode troepen tot binnen vijftig kilometer van de Russische grens hebben teruggeworpen. Zij bevinden zich dus op meer dan 300 kilometer van zee. De Russische druk is r,og steeds zeer sterk, doch de Finnen, die nieuwe versterkingen hebben gekregen houden stand en brengen hun vijand naar gemeld wordt, gr&ote verliezen toe. In het hooge noorden is volgens Finsche mili taire kringen Petsamo nog steeds in Finsche han den In Zuid-Finland, ten noorden van het Lado- gameer, zetten de Finnen hun opmarsch voort na de successen, welke zij hebben behaald met hun tegenoffensief bij Tolvajarvi. In de landengte van Karelië is weinig wijziging gekomen in de stellingen der beide strijdkrachten, doch de strijd duurt voort. Tolvajarvi staat volgens een bericht van het Noordsche Telegraafagcntschap uit Kirkenas geheel in vlammen. Alles wijst er overigens op, aldus de correspon dent, dat de Sovjet-troepen tot den aanval zijn overgegaan. Een Finsche soldaat, die de Noorsche grens was overgekomen, heeft verteld, dat de Russische troepen worden voorafgegaan door tanks en dat zij hun kanonnen op 20 kilometer van de Noorsche grens in stelling hebben ge bracht. Te Hangö was het tusschen half elf en twaalf uur luchtalarm. Men heeft het geronk van vlieg tuigmotoren gehoord, doch bommen werden niet uitgeworpen. De bijzondere correspondent van Havas te Hel sinki bericht, dat hij enkele inlichtingen heeft ontvangen over de Finsche kustbatterijen van Xoivisto, welke zijn vermeld in het laatste Fin sche legerbericht. (Men zie hieronder). Koivisto is een schiereiland ten zuid-oosten van Wiborg en de genoemde batterijen maken zoowel deel uit van de kustverdediging als van (De Stoomvaart Mij. Nederland en de Java China Japan lijn heb ben beide een nieuw schip be steld.) Het Ls een tijd van veel geruchten, Van vrees voor wat nog valt te duchten In toekomstzorgen, last en nood; Het is een tijd waarin neutralen Almee een zwaar gelag betalen En niet het minst hun handelsvloot. De zeevaart heeft in alle tijden, Met moed gevaren te bestrijden, Door zandbank, storm op zee of klip; 't Gevaar schuilt nu niet slechts in stormen, Maai* in verraderlijker vormen, Die loeren op het trotsche schip. Volhardend en met vast vertrouwen. Blijft men toch nieuwe schepen bouwen In hoop op wei-vaart en gewin; Wanneer de baren mijnen baren, Wordt er gevaren met gevaren, Maar koers en moed houdt men er in. De droeve tijd, dien wij beleven, Mag ons verlies en zórgen geven. Als Nederlandsch devies ter zee, Blijven wij ongerept bewaren, Het reeds door honderdtallen jaren Gevolgde woord; Je Maintiendrai. P. GASUS. ZIJ, die zich met ingang van 1 Januari per kwartaal abonneeren, ontvangen de in December nog te verschijnen nummers gratis. DE ADMINISTRATIE. mijl langs de kust, waar het snelle en heftige va- duidelijk zichtbaar was. De bewoners der verschil lende kustplatsen werden plotseling uit hun va- cantie-rust gewekt, toen zij zagen dat Engelsche oorlogsschepen de „Graf Spee", die blijkbaar het Fransche schip „Formose" trachtte aan te vallen, op hun beurt aanvielen. Ik zag hoe de „Graf Spee" ongeveer vijf mijl ten zuiden van Wolfs-Island, waar de Rio de la Plata zich in zee stort, de „For mose" aanhield, toen de „Ajax" zigzagsgewijze na derbij kwam, blijkbaar tijd winnend totdat de „Exeter" en de „Achilles" zouden zijn gearriveerd, hetgeen ongeveer half acht 's avonds geschiedde. De vier schepen bevonden zich ongeveer twaalf mijl uit de kust. Toen de duisternis inviel was het gevecht niet meer hoorbaar en ik keerde terug naar Montevideo, tewijl de Engelsche schepen de „Graf Spee" achtervolgden. De „Graf Spee" wist, ondanks de opge.loopen schade haar achtervolgers te mijden. Tienduizenden sloegen de aankomst van de „Graf Spee" zwijgend gade. De geruchten dat de „Scheer" zich in de nabijheid zou houden zijn tot nu toe niet bevestigd. de verdedigingslinie op de landengte van Karelië. De opmarsch van de Sovjet Russische troepen heeft hen binnen het bereik van deze zware bat terijen gebracht, waardoor zij zware verliezen le den. De Russen hebben herhaaldelijk getracht de batterijen te bombardeeren, doch tot nu toe zon der succes De correspondent bericht verder dat de strijd bij Tolvajarvi de Russen ongetwijfeld veel ver lies heeft gebracht. Dit was de eerste keer, dat de Russen op dit punt zoo hevig zijn aangevallen. In het legerbericht van Donderdag wordt gezegd, dat den vorigen dag op de landengte van Karelië plaatselijk werd gevochten, waar bij de vijand oa'. elf strijdwagens verloor. Aan de oostgrens heeft de vijand zijn aanval voortgezet in de richting van Koirinoja. Onze tegenaanval bij Tolvajarvi, aldus het communiqué, werd met succes tgn uitvoer gelegd. De vijandelijke verliezen zijn groot. Het gebied rond Tolvajarvi is in Finsche han den. En vijandelijke vlootafdeeling heeft de kust batterijen bij Björkö op Koivisto beschoten. Deze beantwoordden het vuur en vernietigden een vijandelijke batterij. De vijandelijke vlootafdee- lingen werden verdreven. De activiteit'der wederzijdsche luchtstrijdkrach ten was, met het oog op de slechte weersomstan digheden, van weinig beteekenis. In Noord-Fin- land werd een vijandelijk toestel omlaag ge schoten. Het Russische legerbericht. Het hoofdkwartier van het militaire district Leningrad deelt in een communiqué mede dat de Russische troepen op 14 December in het district Moermansk den opmarsch hebben voortgezet. In het district Ukhta, zijn de Russische troepen op gerukt tot 117 kilometer ten westen van de staatsgrens. In het district Petrozavodsk, hebben zij Sjusr- kujarvi, Sulkulampi en Hippola bezet. Met het oog op den mist en de ongunstige weersgesteld heid werden alleen verkenningsvluchten ge maakt Verkenningen aan het Westelijk front. Acht Fransche militairen gevangen genomen. De Fransche legerberichten luiden: Donderdagavond: „Vrij levendig contact tusschen verkennings elementen in de Vogezen en aan de rivier de Blies". Vrijdagmorgen: „Niets bijzonders te melden". Het D.N.B. meldt dat op verschillende plaatsen tussche nMoezel en Rijn zijn acties van verken ningstroepen ondernomen. Deze verkenningstroe pen hebben een Franschen officier en zeven manschappen, waaronder eenige kleurlingen, krijgsgevangen gemaakt. De verkenningstroepen hébben met de in dezen sector van het front aanwezige Engelschen geen contact gehad Oogenschijnlijk nemen de Engel schen een voorzichtige reserve in acht. Bezittingen van Fritz Thyssen geconfiskeerd. „Vijand van volk en staat." BERLIJN, 14 Dec. Officieel wordt gemeld, dat de bezittingen van Fritz Thyssen zijn geconfis keerd. De maatregel is genomen op grond van de wet inzake de inbeslagneming van eigendommen van personen, die het volk en den staat vijandig gezind zijn. Zoowel de roerende als de onroerende goederen van Thyssen, die te Mülheim aan de Rhur heeft gewoond en enkele weken geleden naar Zwitserland is vertrokken, zijn door den Pruisischen staat in be slag genomen. (United Press). Exploitatie-uitkomsten der Spoor wegen worden beter. In een nota van wijziging in het gewijzigd wets ontwerp tot vaststelling van de verkeeYsfonds- begrooting 1940, deelt de minister mede, dat voor zoover thans ten aanzien van het verloop der exploitatie-uitkomsten der N.V. Nederlandsche Spoorwegen over 1939 gegevens beschikbaar zijn gekomen, deze grond geven voor de verwachtingen dat met een geringer exploitatietekort, dan aan vankelijk was geraamd, mag worden rekening ge houden. De desbetreffende post ware in ver band hiermede met een bedrag van 2.000.000. te verminderen en derhalve te verlagen van 19.500.000.— tot 17.500.000.—. CENTRALE LEVENSMIDDELEN Dl STRIBU TI ERA AD De minister van economische zaken heft een raad in het leven geroepen, welke de regeering van voorlichting en advies zal dienen omtrent onderwerpen, welke betrekking hebben op de distributie van levensmiddelen en omtrent de uitvoering van te dier zake van regeeringswegé te treffen maatregelen. Deze raad zal den naam dragen: Centrale Levensmiddelendistributieraad. Tot vorzitter van dezen raad is benoemd prof. mr. C. P. M. Romme, oud minister van Sociale Zaken, Overveen. WEEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeien afrekenen. DE ADMINISTRATIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 1