IJmuider Courant
Qmote stcup
Zal de „Graf Spee"uitvaren?
BERICHT
DAGBLAD VOOK VELSEN, IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN
Verschijnt dagelijks, beüalve op Zon- en Feestdagen
Vreclesdebat in
het Hoogerhuis.
aan het naaxdeCifk 5ittscfie luwt.
Britsch eskader ligt voor de
monding van de Rio de la Plata
Schepen.
25ê JAARCANC No. 39
Uitgave Lourens Costei. Maatschappij voor
Courant-Uitgaven en Algem Drukkerij N.V., Gr.
Houtstraai 93, Haarlem, Telefoon 10724 Bureau
Ijmuidèr Courant Kennemerlaan 42, Dmuiden,
Telefoon 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties,
opgegeven voor dit blad, worden kosteloos
opgenomen in de Kennemer Courant.
Directie! P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEHEBOOM
Hoofdredacteur! ROBERT PEEREBOOM
vrijdac 15 december 1939
Abonnementen per week 0.12J4, per maand
ƒ0.5254, per 3 maanden ƒ1.55, franco per post
1.95 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex.
Advertentiën: 1-5 regels 0.60, elke regel meer
ƒ0.12. BIJ abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels
ƒ0.25, elke regel meer ƒ0.10.
ïn het House of Lords is Woensdagavond een
uitvoerig debat gehouden over de mogelijkheden
um tot vrede te komen. Het heeft, als men het
antwoord van de Britsche regeering leest, niet
veel opgeleverd. Maar het feit op zichzelf dat het
gehouden is moet van veel grooter belang geacht
jorden.
Eenige dagen geleden werd uit Genève gemeld,
óat Duitsche journalisten daar in gesprek met
neutrale afgevaardigden en journalisten vredes-
mogeüjkheden geopperd hadden. Ze werden zelfs
In détail opgesomd. Berlijn schoof daarop het ge-
va] per officieele mededeeling opzij en Londen
even officieel dat het van niets wist. Nu
in het Hoogerhuis achtereenvolgens Lord
Darnley en Lord Arnold de mogelijkheden van
vredesonderhandelingen te berde gaan brengen.
£n de bisschop van Chichester, verzekerend „dat
geen pacifist was" maar Christus was dat
wél: pacifist beteekent niets anders dan Vrede-
jtichter! twijfelde er toch aan of het goed zou
2ijn tot het bittere einde te vechten. Inmiddels
Lord Balfour of Burleigh al gezegd dat hij
dit debat betreurde omdat het z.i. alleen zou
kunnen dienen tot aanmoediging van de vijan
den des lands en Lord Halifax, de minister van
Buitenlandsche Zaken, uitte dergelijke droefheid
In een zeer uitvoerig antwoord en hoopte maar
men deze debatten in het buitenland in hun
geheel zou lezen. Want dit waren minderheids
opinies, enzoovoorts.
In de neutrale landen zijn wij er in elk geval
eeds op uit de debatten in hun geheel te bezien,
e verschijnselen ook. Daarom zij dan meteen
vooropgesteld dat evenmin als wij uit het Geneef-
jche bericht afleidden dat Duitschland zich zwak
of verdeeld voelt, wij uit dit Hoogerhuisdebat zou
den kunnen opmaken dat zooiets met Engeland
het geval zou wezen. Beide machtige kemphanen
toonen zich nog steeds in volle kracht. Maar wèl
valt het ons op hoe moeilijk het kennelijk aan
weerszijden valt, bereidheid tot vredesonderhan
delingen te toonen. Als ik mij nu tot het laatste
niéuws bepaal, dat van het Hoogerhuis, dan treft
dit den onzijdigen toeschouwer weer bizonder.
De kracht tot volhouden van oorlog schijnt die
tot het streven naar vrede verre te overtreffen.
Gelukkig is er een groote mate van schijn. An
ders zou men de hoop moeten opgeven en tot de
zonderlinge slotsom moeten komen, dat het in
een openbaar lichaam als het Hoogerhuis eigen
lijk niet meer geoorloofd zou zijn zulk een zaak
van opperst landsbelang als de vraag „vrede of
oorlog?" aan te roeren. Hetgeen niet het geval is.
Het uitgangspunt van het Engelsche debat was
het Belgisch-Nederlandsche vredesinitiatief. Daar
begon Lord Darnley over en hij vroeg de regee-
rlng of zij bereid was van het aanbod vaii Ko
ningin Wilhelmina en Koning Leopold gebruik
te maken, teneinde een op vrije onderhandelingen
gegrondvesten vrede te verzekeren. Hij voegde
daaraan toe dat zijns inziens Engeland in het
verleden niet altijd alles had uitgebuit om
Duitschland te verzoenen en dat de Christelijke
leer van kwaad met goed vergelden in dit geval
behoort te worden toegepast.
Hieruit blijkt al dat deze Lord Darnley een
moedig man is. Hij zei trouwens ook dat Enge
land zijn plicht zou vervullen jegens de kleine
neutralen, die in gevaar verkeeren te worden
meegesleept in den maalstroom, als het er in
slaagde hen te bevrijden van den rampspoed
dien zij niet gezocht hebben. Inderdaad zal men
dit in de kleine neutrale landen voelen als een
argument, dat de veelbesproken „bescherming
der kleine naties" werkelijk beoogt.
Lord Arnold was evenals Lord Darnley van
meening dat het vooruitzicht op het verzekeren
van een spoedigen vrede na vrije onderhande
lingen de beste kans zou hebben als de voorwaar
den niet tevoren waren vastgelegd. En hij viel
over de (ook door vele Engelschen gecritiseerde)
rede van Churchill, gehouden op het oogenblik
van het vredesaanbod, waarin die minister het
woord „Hunnen" gebezigd had en daarmee een
toon aangeslagen dien wij sinds 1918 van Engel
sche zijde nooit meer vernomen hadden, ook niet
in dezen oorlog. Hij vestigde de aandacht op de
moeilijke positie waarin Duitschland thans ver
teert omdat Rusland zijn berekeningen in de war
heeft gestuurd. Hij geloofde niet dat Hitier den
rrede weer zou verbreken als die eenmaal ge
sloten was, nu Rusland zijn grenzen bedreigt.
Hij achtte den geheelen toestand gewijzigd door
de opkomst van Rusland als groote mogendheid
met agressieve plannen.
Van Lord Halifax' antwoord heb ik al iets ge
zegd. De minister erkende dat het „misdadig zou
wezen een werkelijke kans op vrede te missen"
maar uitte verder een reeks pessimismen over de
werkelijkheid van die kans en herinnerde eraan
dat de Engelsche en Fransche antwoorden op het
Nederlandsch-Belgische initiatief de deur had
den opengelaten maar dat het Duitsche ant
woord, zelfs niet schriftelijk gegeven, volkomen
afwijzend was.
Na dit Hoogerhuisdebat zou men nu wellicht
weer mogen hopen op eenig teeken van Duitsche
zijde. Het zijn maar symptomen, maar teeke
henmaar ze tellen.
Indertijd schreef ik op deze plaats dat het
toet dat aanbod van goede diensten volstrekt nog
Biet afgeloopen of uitgepraat was. Welnu. Bin-
Ben een maand alweer
R. P.
petsamo noc
in finsch
bezit Sleutelpositie door de Finnen heroverd?
De conferentie tusschen een Lotharinger en een Columbia Wyandoth
krielhen tijdens de keuring voor de National® Pluimveetentoonstelling
in het Jaarbeursgebouw te Utrecht
Volgens draadlooze berichten uit Montevideo
wordt het Duitsche vestzakslagschip „Admiral
Graf Spee" gereed gemaakt om zoo spoedig
mogelijk te kunnen uitvaren. Het schijnt zoo
zeggen deze berichten, dat de „Graf Spee" van
plan is slag te leveren met de vijf Britsche
kruisers, die thans de havèn blokkeeren. ten
einde haar ontsnappen te verijdelen.
Het Duitsche tankschip „Tacoma" met
600.000 gallons benzine aan boord is uit de
haven vertrokken, vermoedelijk met het oog
merk de „Graf Spee" op zee van brandstof te
voorzien.
Volgens een door minister Huil ontvangen
mededeeling, heeft de „Graf Spee" 48 uur tijd
gekregen om in Montevideo te verblijven.
Reuter meldt uit Montevideo: Of de „Graf Spee"
Zondag of Maandag zal vertrekken, of dat de bodem
geïnterneerd zal worden, is een vraag welke alleen
de Duitschers kunnen beantwoorden. In tegen
stelling met vroegere berichten wordt thans gemeld,
dat vrijwel alle gewonde leden der bemanning
zich nog aan boord bevinden.
62 overlevenden van door de „Graf Spee" tot
zinken gebrachte schepen, zijn Donderdagavond
van het Duitsche slagschip aan land gebracht.
Tot de Britsche schepen, welker overlevenden
de „Graf Spee" aan land zijn gebracht, behoo-
ren „Newton Beach (4651 ton), „Africa Shell" (706
ton), „Travenion" (5350 ton), „Huntsman" (8196
ton), „Clement" (5051 ton), „Dorio Star" (10.093
ton), „Ashlea" (422 ton).
Aan boord van de „Graf Spee" bevonden zich zes
gezagvoerders van Britsche schepen, die gevangen
waren genomen.
Volgens een heden uit Montevideo door Reu
ter ontvangen bericht is het mogelijk dat de
regeering van Uruguay den „Graf Spee" zal
toestaan zoolang in de haven te blijven als
noodzakelijk is voor het verrichten van herstel
lingen. Men voegt hieraan toe dat Britsche
oorlogsschepen, wanneer zij erom vragen,
dezelfde faciliteiten zullen genieten.
De vertegenwoordiger van Reuter heeft den Ka
pitein van het Britsche schip „Africa Shell", die
zich als gevangene aan boord van den Duitschen
bodem bevond, nadat zijn schip tot zinken was ge
bracht, geïnterviewd. De kapitein deelde mede, dat
men aan boord van den „Graf Spee" meende bij
eenige koopvaardijschepen te zijn toen de „Exeter"
verscheen. Onmiddellijk werd het bevel gegeven
het schip strijdvaardig te maken, de gevangenen
werden in de eetzaal opgesloten. De „Graf Spee"
opende het vuur, dat onmiddellijk door de „Exeter"
werd beantwoord. Gedurende het gevecht speelden
de Britsche gevangenen kaart, een granaat is in de
nabijheid van de eetzaal ontploft en de gevangenen
hebben splinters hiervan als souvenir meegenomen.
Toen het Duitsche schip te Montevideo aankwam,
trad een Duitsch officier de eetzaal binnen en zeide:
„Heeren, voor u is de oorlog uit".
De kapitein van de „Africa Shell" beschreef den
commandant van de „Graf Spee" kapitein ter zee
Landsdorf, die ook in den slag bij Jutland heeft
meegestreden, als 'n „volmaakt gentleman". Spre
kende over het gevecht had Landsdorf tegen hem
gezegd: „Jullie Engelschen bent hard".
Alle Engelschen waren het erover eens, dat de
Britsche overwinning is toe te schrijven aan een uit
stekende leiding op de kruisers, een goede vuur
leiding en groote moed. Ook zeiden zij, dat de
Engelschen geen gasgranaten hebben gebruikt. Geen
van de Engelsche gevangenen had een gasmasker,
wel droegen alle Duitschers maskers.
De Britsche Admiraliteit heeft een communiqué
uitgegeven, waarin gezegd wordt:
„Er zijn geen berichten ontvangen over dooden
en gewonden op de Britsche schepen, die deelge
nomen hebben aan den feilen strijd gisteren buiten
Montevideo. (Van Duitsche zijde is gemeld dat de
Engelsche oorlogsschepen een groot aantal slacht
offers tellen. Red.). Berichten daarover zullen
zoo spoedig mogelijk worden gepubliceerd. On
danks de schade, die de „Exeter" dwong zich uit
den strijd terug te trekken, hebben de beide kleine
zesduims kruisers het Duitsche vestzakslagschip
achtervolgd tot De la Plata en liggen thans in de
monding te wachten. Zij hebben krachtige ver
sterkingen gekregen.
Men moet begrijpen, dat zeer groote strijdkrachten
gedurende vele weken gebruikt zijn tot opsporing
ia de uitgestrekte ruimten van het zuiden van den
Atlantischen Oceaan, zoowel ter zee als in de lucht
en dat veel tijd en veel teleurstellingen onvermijde
lijk waren alvorens het schip kon worden gevonden.
Het is opmerkelijk, hoe weinig last de „Graf Spee"
den bewegingen heeft kunnen berokkenen aan de
henderden schepen in deze wateren gedurende de
twee maanden, dat hij rondgevaren heeft. Vergele
ken bij het door de „Emden" gestichte onheil in den
wereldoorlog, zijn de aangerichte verwoestingen
onbeteekenênd geweest.
Zoodra bijzonderheden van den strijd ontvangen
zijn zal de Admiraliteit een nadere mededeeling uit
geven over het optreden van de officieren en man
schappen, die onder commando van commodore
Harwood het schip, dat zoo zeer hun meerdere
moest zijn, opgespoord en van de zeeën verjaagd
hebben."
Wat het bovengenoemde versterkte Britsche
eskader voor de monding van de Rio de la Plata
betreft meldt United Pr. dat thans ook de zware
Engelschen kruiser „Cumberland" (9900 ton, dus
nog 1600 ton meer dan de „Exeter") voor de
Rio de la Plata is verschenen. Een ander U. P.
bericht maakt melding van in breeden kring
de omloop doende, doch niet te bevestigen, ge
ruchten, dat de „Admiral Scheer" eveneens in
de nabijheid zou zijn.
De beschadiging van de „Spee".
In een radiouitzending te New York werd giste
ren een beschrijving gegeven van den toestand van
de „Graf Spee". Het verslag werd uitgezonden uit
een motorboot welke dicht bij het Duitsche oorlogs
schip in de haven van Montevideo lag. De omroeper
verklaarde, dat de „Graf Spee" vol gaten zat aan
bakboordzijde ongeveer zes meter van den boeg en
anderhalve meter boven de waterlijn was een groot
gat van meer dan anderhalve meter doorsnee. De
hoeken van den romp zijn buitenwaarts gebogen en
dit deed den omroeper gelooven, dat er in het schip
een ontplofing was voorgekomen. Hij merkte ook
op dat de voorste waarnemingstoren door midden
was gespleten en dat een der torens voor zes duims
kanonnen vrijwel van zijn basis was losgescheurd.
Overal lagen wrakstukken.
Men deelt te Montevideo mede, dat de teraar
debestelling der om het leven gekomen Duitsche
zeelieden vandaag zal geschieden. 36 lijkkisten
zullen worden overgebracht naar de noordcr
begraafplaats, waar zij zullen worden bijgezet.
Volgens niet bevestigde geruchten zouden hon
derd mariniers van den Britschen kruiser „Achil
les" bij Punta del Este worden ontscheept, om naar
Montevideo gedirigeerd te worden, waar zij de eer
bewijzen zullen brengen aan de gesneuvelde Duit
sche zeelieden van de Admiraal Graaf Spee.
Het schijnt, aldus Havas, dat deze Britsche geste
door den Duitschen diplomatieken vertegenwoordi
ger niet wordt aanvaard.
Overigens wordt vernomen, dat scheeubouwkun-
dige ingenieurs van de werven te Montevideo cate
gorisch een verzoek van de legatie van Duitschland
zouden hebben afgewezen, welk verzoek beoogde
de herstelwerkzaamheden aan de „Admiral Graf
Spee" te verrichten.
Zij hebben maatregelen genomen om te verhinde
ren, dat het materiaal en het staal, waarover alleen
zij de beschikking hebben, door een andere firma
zou kunnen worden gebruikt om te voldoen aan het
verzoek der Duitsche legatie.
Een der correspondenten van United Press te
Montevideo schrijft:
Zoodra dè geruchten gingen van een zeeslag wer
den vernomen reed ik over een afstand van dertig
Duizenden manschappen, zoo verneemt Reu
ter uit Stockholm, van het roode leger zijn ge
vallen in den slag om Salla, de sleutelpositie
op het noordelijke Finsche front, die, naar
verklaard wordt, door de Finnen is her
overd.
De Russen trachtten in dezen sector naar
de zee door te breken en men gelooft, dat zij
van Salla de basis van hun hoofdkwartier had
den willen maken. Sterke Finsche troepen
aanvullingen waren uitgezonden om de stad
te heroveren. Dè slag duurde twee dagen en
wordt beschreven als de grootste, die tqt
dusverre in dezen oorlog is geleverd.
Reuter meldt uit Helsinki:
In de buurt van Salla zijn gisteren de hevige
gevechten voortgezet. Het verluidt, dat de Finnen
bij hu ngrooten tegenaanval Roode troepen tot
binnen vijftig kilometer van de Russische grens
hebben teruggeworpen. Zij bevinden zich dus op
meer dan 300 kilometer van zee. De Russische
druk is r,og steeds zeer sterk, doch de Finnen, die
nieuwe versterkingen hebben gekregen houden
stand en brengen hun vijand naar gemeld wordt,
gr&ote verliezen toe.
In het hooge noorden is volgens Finsche mili
taire kringen Petsamo nog steeds in Finsche han
den In Zuid-Finland, ten noorden van het Lado-
gameer, zetten de Finnen hun opmarsch voort na
de successen, welke zij hebben behaald met hun
tegenoffensief bij Tolvajarvi.
In de landengte van Karelië is weinig wijziging
gekomen in de stellingen der beide strijdkrachten,
doch de strijd duurt voort.
Tolvajarvi staat volgens een bericht van
het Noordsche Telegraafagcntschap uit
Kirkenas geheel in vlammen.
Alles wijst er overigens op, aldus de correspon
dent, dat de Sovjet-troepen tot den aanval zijn
overgegaan. Een Finsche soldaat, die de Noorsche
grens was overgekomen, heeft verteld, dat de
Russische troepen worden voorafgegaan door
tanks en dat zij hun kanonnen op 20 kilometer
van de Noorsche grens in stelling hebben ge
bracht.
Te Hangö was het tusschen half elf en twaalf
uur luchtalarm. Men heeft het geronk van vlieg
tuigmotoren gehoord, doch bommen werden niet
uitgeworpen.
De bijzondere correspondent van Havas te Hel
sinki bericht, dat hij enkele inlichtingen heeft
ontvangen over de Finsche kustbatterijen van
Xoivisto, welke zijn vermeld in het laatste Fin
sche legerbericht. (Men zie hieronder).
Koivisto is een schiereiland ten zuid-oosten
van Wiborg en de genoemde batterijen maken
zoowel deel uit van de kustverdediging als van
(De Stoomvaart Mij. Nederland
en de Java China Japan lijn heb
ben beide een nieuw schip be
steld.)
Het Ls een tijd van veel geruchten,
Van vrees voor wat nog valt te duchten
In toekomstzorgen, last en nood;
Het is een tijd waarin neutralen
Almee een zwaar gelag betalen
En niet het minst hun handelsvloot.
De zeevaart heeft in alle tijden,
Met moed gevaren te bestrijden,
Door zandbank, storm op zee of klip;
't Gevaar schuilt nu niet slechts in stormen,
Maai* in verraderlijker vormen,
Die loeren op het trotsche schip.
Volhardend en met vast vertrouwen.
Blijft men toch nieuwe schepen bouwen
In hoop op wei-vaart en gewin;
Wanneer de baren mijnen baren,
Wordt er gevaren met gevaren,
Maar koers en moed houdt men er in.
De droeve tijd, dien wij beleven,
Mag ons verlies en zórgen geven.
Als Nederlandsch devies ter zee,
Blijven wij ongerept bewaren,
Het reeds door honderdtallen jaren
Gevolgde woord; Je Maintiendrai.
P. GASUS.
ZIJ, die zich met ingang van 1 Januari
per kwartaal abonneeren, ontvangen
de in December nog te verschijnen
nummers gratis.
DE ADMINISTRATIE.
mijl langs de kust, waar het snelle en heftige va-
duidelijk zichtbaar was. De bewoners der verschil
lende kustplatsen werden plotseling uit hun va-
cantie-rust gewekt, toen zij zagen dat Engelsche
oorlogsschepen de „Graf Spee", die blijkbaar het
Fransche schip „Formose" trachtte aan te vallen,
op hun beurt aanvielen. Ik zag hoe de „Graf Spee"
ongeveer vijf mijl ten zuiden van Wolfs-Island,
waar de Rio de la Plata zich in zee stort, de „For
mose" aanhield, toen de „Ajax" zigzagsgewijze na
derbij kwam, blijkbaar tijd winnend totdat de
„Exeter" en de „Achilles" zouden zijn gearriveerd,
hetgeen ongeveer half acht 's avonds geschiedde.
De vier schepen bevonden zich ongeveer twaalf
mijl uit de kust. Toen de duisternis inviel was het
gevecht niet meer hoorbaar en ik keerde terug naar
Montevideo, tewijl de Engelsche schepen de „Graf
Spee" achtervolgden. De „Graf Spee" wist, ondanks
de opge.loopen schade haar achtervolgers te mijden.
Tienduizenden sloegen de aankomst van de „Graf
Spee" zwijgend gade. De geruchten dat de „Scheer"
zich in de nabijheid zou houden zijn tot nu toe niet
bevestigd.
de verdedigingslinie op de landengte van Karelië.
De opmarsch van de Sovjet Russische troepen
heeft hen binnen het bereik van deze zware bat
terijen gebracht, waardoor zij zware verliezen le
den. De Russen hebben herhaaldelijk getracht de
batterijen te bombardeeren, doch tot nu toe zon
der succes
De correspondent bericht verder dat de strijd
bij Tolvajarvi de Russen ongetwijfeld veel ver
lies heeft gebracht. Dit was de eerste keer, dat
de Russen op dit punt zoo hevig zijn aangevallen.
In het legerbericht van Donderdag wordt
gezegd, dat den vorigen dag op de landengte
van Karelië plaatselijk werd gevochten, waar
bij de vijand oa'. elf strijdwagens verloor. Aan
de oostgrens heeft de vijand zijn aanval
voortgezet in de richting van Koirinoja.
Onze tegenaanval bij Tolvajarvi, aldus het
communiqué, werd met succes tgn uitvoer
gelegd. De vijandelijke verliezen zijn groot.
Het gebied rond Tolvajarvi is in Finsche han
den.
En vijandelijke vlootafdeeling heeft de kust
batterijen bij Björkö op Koivisto beschoten. Deze
beantwoordden het vuur en vernietigden een
vijandelijke batterij. De vijandelijke vlootafdee-
lingen werden verdreven.
De activiteit'der wederzijdsche luchtstrijdkrach
ten was, met het oog op de slechte weersomstan
digheden, van weinig beteekenis. In Noord-Fin-
land werd een vijandelijk toestel omlaag ge
schoten.
Het Russische legerbericht.
Het hoofdkwartier van het militaire district
Leningrad deelt in een communiqué mede dat de
Russische troepen op 14 December in het district
Moermansk den opmarsch hebben voortgezet. In
het district Ukhta, zijn de Russische troepen op
gerukt tot 117 kilometer ten westen van de
staatsgrens.
In het district Petrozavodsk, hebben zij Sjusr-
kujarvi, Sulkulampi en Hippola bezet. Met het
oog op den mist en de ongunstige weersgesteld
heid werden alleen verkenningsvluchten ge
maakt
Verkenningen aan het
Westelijk front.
Acht Fransche militairen gevangen genomen.
De Fransche legerberichten luiden:
Donderdagavond:
„Vrij levendig contact tusschen verkennings
elementen in de Vogezen en aan de rivier de
Blies".
Vrijdagmorgen:
„Niets bijzonders te melden".
Het D.N.B. meldt dat op verschillende plaatsen
tussche nMoezel en Rijn zijn acties van verken
ningstroepen ondernomen. Deze verkenningstroe
pen hebben een Franschen officier en zeven
manschappen, waaronder eenige kleurlingen,
krijgsgevangen gemaakt.
De verkenningstroepen hébben met de in dezen
sector van het front aanwezige Engelschen geen
contact gehad Oogenschijnlijk nemen de Engel
schen een voorzichtige reserve in acht.
Bezittingen van Fritz Thyssen
geconfiskeerd.
„Vijand van volk en staat."
BERLIJN, 14 Dec. Officieel wordt gemeld, dat
de bezittingen van Fritz Thyssen zijn geconfis
keerd. De maatregel is genomen op grond van de
wet inzake de inbeslagneming van eigendommen
van personen, die het volk en den staat vijandig
gezind zijn.
Zoowel de roerende als de onroerende goederen
van Thyssen, die te Mülheim aan de Rhur heeft
gewoond en enkele weken geleden naar Zwitserland
is vertrokken, zijn door den Pruisischen staat in be
slag genomen. (United Press).
Exploitatie-uitkomsten der Spoor
wegen worden beter.
In een nota van wijziging in het gewijzigd wets
ontwerp tot vaststelling van de verkeeYsfonds-
begrooting 1940, deelt de minister mede, dat voor
zoover thans ten aanzien van het verloop der
exploitatie-uitkomsten der N.V. Nederlandsche
Spoorwegen over 1939 gegevens beschikbaar zijn
gekomen, deze grond geven voor de verwachtingen
dat met een geringer exploitatietekort, dan aan
vankelijk was geraamd, mag worden rekening ge
houden. De desbetreffende post ware in ver
band hiermede met een bedrag van 2.000.000.
te verminderen en derhalve te verlagen van
19.500.000.— tot 17.500.000.—.
CENTRALE LEVENSMIDDELEN
Dl STRIBU TI ERA AD
De minister van economische zaken heft een
raad in het leven geroepen, welke de regeering
van voorlichting en advies zal dienen omtrent
onderwerpen, welke betrekking hebben op de
distributie van levensmiddelen en omtrent de
uitvoering van te dier zake van regeeringswegé
te treffen maatregelen. Deze raad zal den naam
dragen: Centrale Levensmiddelendistributieraad.
Tot vorzitter van dezen raad is benoemd prof.
mr. C. P. M. Romme, oud minister van Sociale
Zaken, Overveen.
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeien afrekenen.
DE ADMINISTRATIE