Echtpaar z.k.
VOORPOSTEN EN VERKENNERS IN ACTIE. DE MAASTUNNELBOUW
Mr. Kea Bossers
door
29
De koele minachting in zijn stem maakte Lies
razend.
„Wat is het jammer" zei ze hard, „dat jouw
carrière is misgeloopen. Je zou een uitstekende
rechter van instructie zijn. Of een Officier van
Justitie. Maar ik geef ...e geen antwoord meer"
hygde ze. „Je kunt vragen wat je wilt, je kunt
denken wat je wilt, je kunt in je stomme abnor
male jalouzie iedereen gelooven, die je wilt, het
kan me allemaal niets meer schelen, niets, hoor je,
nietsZe holde de keuken uit.
Frank reed de Renault naar buiten. Lies, voor
het keukenraam, keek hem na. Zijn verbeten ge
zicht, de eeuwig gefronste wenkbrauwen
„Kindje, ik moet weg, gauw een zoen"„Vin je
't erg, schat, ik heb gezegd, dat we op onze hu
welijksreis zijn"De bloemen op haar verjaar
dag Ouwe koek. Uit was het. Het werd toch
nooit meer goed. Tranen. „Stel je niet aan" zei ze
hardop. „Hij heeft zelf alles kapotgemaakt
Scheiden? Zou Frank dat willen? Ze kon niet
verder denken.
Frank reed den Jonker naar Hilversum. Iemand
ophalen. Dóór naar Bussum voor een conferentie.
Wachten voor het notariskantoor Een klerk met
een briefje: onmiddellijk thuis stukken gaan halen,
een gele enveloppe op het bureau in de studeer
kamer.
De ouwe weg maar nemen, die was minder druk.
Hij waagde zien niet in het verkeer met die rot
slee. Niet harder dan dertig, hij vertikte het.
Moesten ze maar wachten daarginds. Hij was ove
rigens niet bepaald in een stemming voor zoo'n
slakkengangetje. Nu eens even uit te kunnen ra
zen in een wagen, die lièp. Een, die je eens flink
op zijn staart kon trappen: tachtig negentig
honderd, dat zou hem goed doen. De wagen van
Jimmy honderddertig hadden ze daarmee ge
reden op dat rechte stuk bij Ede. JimmyOp
passen met die zijwegen. Als er een wagen uit
schoot en die vervloekte remmen weigerden
wéérJimmy. En Lies Vorige week op 't
kruispunt bij Blaricum was 't ook weer op het
nippertje.
„En nu niet" zei Frank hardop en hoorde zich
zelf lachen, toen hij den wagen onder het kramp
achtig ingetrapte rempedaal voelde dóórschieten.
Minstens tachtig, die ander wist hij nog sloeg
toen de armen voor het gezicht. Een slagtoen
niets meer
Gras? Waarom lag hij in het gras? Plcnicken
natuurlijk „De torens van Gelderland" zei
LiesJa maar, ik moet eerst die stukken ha
len." „Hè, waarom nou, Fraiïkie? We z\jn toch
op onze huwelijksreis"De torens van Gelder
land Lies, die toren heeft een hoed op, zie je
dat De hoed van nicht Amelie Moet ik die
gaan halen Nee, ik moet die stukken halen
Blijf nou wachten. Lies, ga nou niet tennissen ik
kom direct terugEerst die stukken
Waar ben je, Lies Ben je nu toch wegge
gaan En de stukken zijn ook al weg een
gele enveloppe waar is die nou
„Kalm maar jongen" zei een stem. „Het komt
in orde. Rustig blijven liggen, hoor."
Frank sloeg de oögen op. „Ze zjjn wegmom
pelde hij. „Ze zijn allemaal wegik kon toch
niet harder rijdenLieske toch waarom heb
je niet op me gewachtV
Wat deden die vreemde menschen allemaal om
hem heen? En waar hadden ze Lies gelaten? Hij
probeerde zich op te richten, iemand drukte hem
zachtjes neerIneens voelde hij de pijn in zijn
schouder wist hij.
„Waar heb je pijn?" Dat was natuurlijk de dok
ter.
„Alleen mijn schouder, dokter" zei hij, helder
opeens.
„Mooi, mooi" zei de dokter. „Uitstekend. Je
bent er goed afgekomen, vriendje."
Een gebroken sleutelbeen en een paar schaaf-
wondjes verder niets. Een beetje suf natuur
lijk: ze hadden hem nog cognac laten drinken ook.
De dokter hielp hem instappen, zou hem wel even
meenemen. „Even naar het Ziekenhuis kijk
maar niet zoo angstig, we zullen je niet houden.
Met jou speelt moeder de vrouw het wel kjaar."
Gezellige baas, die dokter. Wat nou nog De
politie?Natuurlijk! Tik aan de pet: Of de
dokter het toestond! „Natuurlijk, maar maak het
kort, ik heb meer te doen." „Je papieren?"
„In mijn binnenzak." De dokter hielp ze eruit
halen. Naam, woonplaats, leeftijd, beroep. Een
paar vragen maar. Frank zei „niet harder dan
dertig" en „de remmen werkten niet." Al meer
geweigerd? „Ieder oogenblik den laatsten tijd. Hij
had ze geregeld laten bijstellen." „In orde,
hier zijn je papieren. Je zult er wel meer van hoo-
ren."
Hendrik was al drie keer aan de telefoon ge
weest. Telkens Bussum. De Jonker: waar Robberts
bleef? Hendrik meed de keuken, radeloos.
Tot een vreemde wagen de oprijlaan indraaide.
Een doktersschildje op de voorruit. Toen ging
Hendrik naar de keuken.
„Lies" hakkelde hij „ik je je moet niet
schrikken, maar, zie je de dokterLies
duwde hem opzij, vloog naar de voordeur. De auto
stopte. De grond zakte naar beneden, alles
draaide Toen stapte Frank uit.
Laohen en huilen tegelijk. „Je arm is het
erg Frankie toch
De gezellige dokter: ,,'t Heeft niets te beteeke-
nen, hoor; je krijgt hem een paar weken thuis. Zie
maar, dat je hem gauw opknapt. Ik kom nog wel
eens kijken." Weg was hij.
Stil zat Lies naast Franks bed. Zijn linkerhand
om haar beide handen
„Zoo" zei Frank. „Nu heb ik maar één arm om
je vast te houden. En tóch kom je niet los, nooit
meer
HOOFDSTUK XVI
„Hij is echt berouwvol, de oude baas" zei Lies.
„Ja" zei Frank plechtig, „bij het graf van de
Renault heeft hij gezworen, goed te maken, wat
hij aan mij misdreven heeft. Vandaar ditzijn
linkerarm wuifde.
„Dit" was de balconkamer van „de Waeldonck".
Een luie stoel voor de open deuren. Tijdschriften,
bloemen, fruit. „Lichte dienst voor Lies" zei Hen
drik, die soldaat geweest was. Toos en Annie had
den haar werk moeten overnemen. De Jonker had
zelf alles geregeld. Een chauffeur uit de Hilver-
sumsche garage zou Frank zoolang vervangen.
De Julizon door de open deuren. „Ik heb nooit
geweten, dat de tuin zóó mooi was" zei Lies. In
de verte de hei. „Frank" zei ze, „vind je 't niet net
vacantie?" „Ja" zei Frank moeilijk. Ze sprong op
„wat is er, heb je pijn?"
„Nee maar mijn hoofd 't is zoo gek, zeg, ik
zit den heelen tijd te vechten om me alles weer te
herinneren en ik kan het niet ik weet het
niet meer
„Hindert toch niet" suste Lies „je moet er juist
niet meer aan denken, dat is niet goed voor je."
„Ja maar" Frank spande zich in „er moet
toch iets zijn er was toch een ander heeft
die zou dieik heb niets meer gezien
die dokter nam me immers meteen mee Hij
richtte zich op: „Lies, weet jij iets? Die andér
willen ze het me niet zeggen
„Kalm nou, vent, je vindt je veel te veel op.
Ik weet ook niets verder. Toen ik wist, dat jij"
ze moest even slikken „dat jij zoo goed terechte
gekomen was. toen heb ik verder nergens meer
aan gedacht. Maar ik wil wel beneden gaan vra
gen. De Jonker zal allicht meer weten."
Hij pakte haar hand. „Zul je 't heelemaal zeg
gen Ik wil 't liever ineens weten. Ik zit me voort
durend voor te houden, dat het mijn schuld toch
niet was, maar die angst, zie je, ik ben zoo
bang Lieske toch Hij snikte. „Ik wil het
weten, hoor je" zei hij opeens. „Ga nu direct
vragen."
Lies klopte bevend aan de deur van de studeer
kamer. Voor zijn bureau zat de Jonker.
„En" vroeg hij vriendelijk, „hoe gaat het boven?
Ga even zitten, kind, je ziet zoo bleek."
„Dank u, Jonker. Ziet u" begon Lies, „Frank
is zoo bang, dat die ander, die hem heeft aan
gereden misschien dood is en dat dat voor
hem verborgen wordt gehouden. En hij wint zioh
zoo verschrikkelijk op, dat begrijpt u."
„Ja" zei de Jonker ernstig, „dat begrijp ik. Als
je even wacht, zal ik het ziekenhuis nog eens op
bellen. Ik heb me voortdurende op de hoogte laten
houden."
Een eeuwigheid wachten, toen: „ja ja
o juist buiten gevaar dus dank u dank
u zeer."
„Je hebt het gehoord, hè?" zei de Jonker, „ga
je man maar gauw geruststellen."-
„Goddank" zuchtte Lies Ze zou maar niets na
ders vragen; hoe minder details Frank voorloopig
hoorde, hoe beter. Hij zou er nog genoeg mee te
stellen krijgen.
Ze stormde naar boven. „Goed nieuws, hè?" zei
Frank blij, toen ze binnenstoof. „Ik hoorde het
aan je rennen."
„Buiten gevaar" hijgde ze. „De Jonker heeft
het ziekenhuis opgebeld, waar ik bij was.
„En weet je nog iets naders?"
„Nee" zei Lies. ..Ik heb niets gevraagd en tob
jjj er nu ook niet verder over. Kijk daar eens."
Ze wees naar buiten. „Is dat de wagen van Jimnvfl
niet?"
.(Wordt vervolgd.},
Commando's per megafoon. Een
matroos brengt de bevelen over tijdens
een patroillevaart van Fransche oorlogs
bodems
De Maastunnelbouw te Rotterdam. De onderspoelingsmachine, die gemonteerd was op het eerste tunnelstuk, is Woensdag
verwijderd. De op de beide uiteinden geplaatste richttorens geven de juiste ligging van het gezonken tunneldeel aan
Twee en zestig Engelsche gevangenen, die zich aan
boord van de «Graf Spee" bevonden, zijn thans in
vrijheid. Het gezelschap wordt te Montevideo aan
wal gebracht
Prins Sisowath, broer van den Koning
van Cambodga, is te Parijs aangekomen,
om dienst te nemen in het Fransche
leger
Activiteit der voorposten en verken
ningstroepen. Met welke moeilijkheden
dergelijke operaties aan het Westelijk
front gepaard gaan, toonen boven
staande foto's
Hulptroepen voor de verdediging van
Finland. Een groep Finnen bij hun
vertrek uit Amerika op weg naar hun
land, om zich te scharen aan de zijde
der Finsche strijdkrachten
De Amsterdamsche school voor Veilig Verkeer is Woensdag geopend in tegen
woordigheid van den wethouder van Onderwijs, dr. E. Boekman
Gereed voor den aanval Een Fransche
tank, verborgen in een bosch, wachtend
op het bevel, om naar de vijandelijke
linies op te rukken