FIDELIO. KORT VERHAAL hcckst Litteraire ICantteekeningen. TAFELTENNIS BILJARTEN ATHLETIEK IJs- er Sneeuwvermaak I" 'ÖINSDAG 2 JANUARI 1940 Jaarswisseling van een hockeyer. Loom gestrekt zit hij bij den haard, de hockeyer op non-actief. Nu al weken achtereen spannen de elementen samen om hem het hockey-genoegen onmogelijk te maken; het is afwisselend regen, verst, sneeuw. En dat, terwijl de gewone competitie niet gespeeld kon worden, doch een z.g. nood- competitie, wegens de onvolledigheid der teams door de mobilisatie, die juist ook vele hockeyers heeft weggehaald. Neemt u nu eens een club als B. M. H. C., een der grootste Haarlemsche clubs met niet minder dan 7 elftallen in de competitie en nog eenige jeugdelftallen. Vooral het eerste team komt meestal onvolledig uit, omdat zoo ongeveer de helft van het elftal gemobiliseerd is. Daardoor zijn de resultaten in de nood-competitie, vooral in het begin, vaak onberekenbaar geweest. Langza- nierhand herstelt de toestand zich wel; het- verlof wordt zoo geregeld, dat de hockeyclub er niet slecht bij vaart. Zoo is het bij B. M. H. C., niet alleen, maar ook bij de andere vereenigingen in Haarlem, Beverwijk en Zandvoort en overal in den lande. De nood-competitie van gemobiliseerden is nu bij de jaarswisseling zoo ongeveer op de helft; som mige teams hebben wat minder, andere wat meer gespeeld. B..M. H. C. heeft de eerste helft eigenlijk wat onder pari gespeeld. Als A. de Roos niet meespeelt is de kracht tot scoren uit den aanval verdwenen en aangezien De Roos meestal niet aanwezig was, heeft B. M. H. C. van de zes gespeelde wedstrijden er nog slechts twee kunnen winnen! Als De Roos wat meer aanwezig kan zijn, zal B. M. H. C. nog best eenige plaatsen stijgen. De Haarlemsche elftallen, vorig seizoen spelend in promotie- en tweede klasse, zijn ondergebracht, in de afdeeling Haarlem/Amsterdam A. Daarvan voeren H. B. S., Strawberries en B. M. H. C. 2 een nek-aan-nek-race om de eerste plaats, een eind resultaat is hier niet te voorzien. Het geluk van het aanwezig zijn van bepaalde cracks, zal zeker van invloed zijn. Zandvoort is in deze afdeeling een goede middelmaat, maar Alliance zit leelijk in de knel. Vooral deze vereeniging schijnt erg van de mobilisatie te lijden. Alliance is een der weinige Haarlemsche elftallen, die de tweede helft en het nieuwe jaar weinig rooskleurig ingaan, temeer daar er geen redelijke kans op verbetering is. En zoo heeft de Kon. Ned. Hockey Bond van den nood een deugd gemaakt en een nood-competitie ingesteld. De hockeyer-pur-sang speelt er even plezierig om, omdat hij speelt niet uitsluitend om de knikkers, maar in hoofdzaak om het spel. Het jaar 1940 zal ons ongetwijfeld maatschappe lijke zorgen brengen; zorgen die veel belangrijker ziji'. dan een balspelletje. Maar moge het nieuwe jaar ons toch heerlijke sportmiddagen brengen. Vaarwel 1939! Welkom 1940! DAMES-HOCKEY Beschouwingen over de eerste helft van het seizoen. Nu de eerste drie maanden van het hockeyseizoen achter den rug zijn en ongeveer de helft van het competitie-programma afgewerkt is, lijkt het ons goed om alles wat afgewerkt is en wat nog ge beuren gaat, eens nader onder de loep te nemen. In de Hoofdklasse HaarlemAmsterdam prijkt B. D. H. C. bovenaan. Deze voorsprong is niet ge heel en al werkelijkheid, immers de Bloemendaal- sche dames hebben een wedstrijd meer gespeeld: gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t. B. D. H- C. 9 8 0 1 16 31— 9 Amsterdam 8 7 0 1 14 39—14 Rood Wit 7 5 0 2 10 45— 6 B. D. H. C. II 7 3 0 4 6 12—20 Rood Wit II 7 2 1 4 5 16—36 Amsterdam II 7 2 0 5 4 13—25 Hurley 8 2 0 6 4 10—23 Strawberries 7 0 1 6 1 7—35 Eigenlijk hebben B. D. H. C. en Amsterdam gelijke kansen voor de eerste plaats, doch de hoofdstedelijke dames moeten Rood Wit op eigen veld bestrijden, terwijl Bloemendaal het Heem- steedsche elftal thuis ontvangt. Het programma van B. D. H. C. is hierdoor iets gunstiger en daardoor de kans om het behoud van de eereplaats grooter. Rood Wit is het eerste deel van het hockey seizoen beneden haar kunnen gebleven. Zij beschikt nog steeds over het zelfde goede materiaal en toch wil het niet zooals het vorig seizoen. Mist dit team het bezielend voorbeeld van mevrouw Kessler Leeuwenberg? De reserve ploegen van B. D. H. C., Amsterdam en Rood Wit geven elkaar weinig toe: zij slaan een goed figuur in deze voor haar nieuwe omgeving. Vooral Rood Wit II zal in haar gewijzigden vorm nog wel een en ander van zich laten hooren, want vooral in den laatsten tijd waren de resultaten zeer goed te noemen. Als hekkesluiter fungeert hier Strawberries, dat zich in deze hoofdafdeeling blijkbaar niet op haar plaats voelt. Toch doet het frissche open spel, dat zij speelt, het beste voor de toekomst hopen. In de Afdeeling B District Haarlem staat H. B. S. aan het hoofd. H. B. S. 8 7 0 1 14 62—13 B. D. H. C. 3 8 5 1 2 11 33—10 Zandvoort 7 5 0 2 10 27—14 B. D. H. C. 4 7 3 1 3 7 21-27- Rood Wit 3 5 2 0 3 4 17—28 B. D. H. C. 5 7 2 0 5 4 21—30 Alkmaar 6 1 0 5 2 9—25 Zandvoort 2 6 1 0 5 2 5—43 In het midden zien we weer een elftal van Rood Wit in gezelschap van twee Bloemendaal-elftallen, voorspellen is hier zeer moeilijk, want wel heeft B. D. H. C. 7 een zwaarder programma achter den rug. dan B. D. H. C. 6 en Rood Wit 4, die de wed strijden tegen H. B. S. 2 en Kraaien nog voor de boeg hebben, maar de resultaten van de lagere elftallen zijn in sterke mate afhankelijk van het aantal invalsters in de hoogere teams, zoodat op de uitslagen andere factoren dan de sterkte alleen van invloed zijn. Jammer genoeg voor Strawberries is ook haar tweede elftal hekkesluitster, doch met zoo weinig gespeelde wedstrijden is alles nog mogelijk. Voor de jeugdcompetitie, waarin twee elftallen van Rood Wit en H. B. S. en drie elftallen van B. D. H. C. uitkomen, zijn slechts enkele wedstrij den gespeeld, zoodat hierover weinig te melden valt. Voor de Bekerwedstrijden (Jannette Walen en Amsterdam-beker) hebben R. W. I, II en III, B. D. H. C. I, II, III, en IV, Zandvooi't, H. B. S. en Straw berries uit de omgeving van Haarlem ingeschreven. Hiervan zijn Rood Wit 3 en B. D. H. C. 4 ge ëlimineerd door resp. De Staart en TOGO II, ter wijl B. D. H. C. 3 en Strawberries door overwin ningen resp. op Kieviten 2 en Kameleon II zich in de tweede ronde plaatsten, waar de andere elftallen door een walk-over inkwamen. Deze tweede ronde is vastgesteld voor 7 Januari, Indien de weersgesteldheid eerstdaags beter mee werkt, dan in de afgeloopen weken, dan verwach ten wij èn in de competitie èn in de Bekerwedstrij den nog eenige belangrijke wedstrijden. Moge in 1940, naast al het andere, deze wensch in vervulling gaan. Leo van Brcen. Vaarwel, Budapest. Uitgaaf Bigot en Van Rossum N-V., Amsterdam. H. B. S., dat in zeer goeden vorm speelt, staat hier vrijwel onbedreigd bovenaan, immers haar grootste concurrent B. D. H. C. 3 versloeg zij reeds in de return-match. De strijd, om de tweede plaats belooft interessant te worden, daar Zandvoort, dat aan H. B. S. de eenige nederlaag wist toe te brengen, niet onderschat mag worden. B. D. H. C. 4, Rood Wit 3 en B. D. H. C. 5 vormen een goede middelmoot. Rood Wit 3 heeft wel pas vijf wedstrijden gespeeld, doch heeft nog de drie ontmoetingen tegen II. B. S,, Zandvoort en Alk maar, die waarschijnlijk slechts twee winstpunten opleveren; B. D. H. C. 4 maakt in den wedstrijd tegen Zandvoort 2 een zeer goede kans op vermeer dering van het aantal punten. Verwacht zou dus mogen worden, dat als alle drie elftallen 8 wed strijden gespeeld hebben, het aantal punten wordt: B. D. H. C. 4 9, Rood Wit 6 en B. D. H. C. 5 4. Doch wat is wisselvalliger, dan uitslagen van dames- hockey? Zandvoort 2 draagt in deze afdeeling de roode lantaarn; gebrek aan goede speelsters schijnt hiel de oorzaak van te zijn. Laten wij hopen, dat deze club in 1940 steeds volledige elftallen op de been weet te brengen. In Afdeeling C district Haarlem zien we H. B. S. 2 als no. 1, voorwaar een mooie prestatie van deze vereeniging, die we met beide elftallen bovenaan in haar afdeeling staat. Toch is de positie van H. B. S. 2 niet zoo onbedreigd als van het eerste; Kraaien n.l., dat twee maal een gelijk spel wist te bewerkstelligen, loert op den eersten den besten misstap van H. B. S. 2 om gelijk te komen H. B. S. 2 Kraaien Rood Wit 4 B. D. H. C. 6 B. D. H. C. 7 Kraaien 2 Strawberries 2 NED. TAFELTENNISBOND. Afdeeling Haarlem. Secretariaat: Spaarnwouderstraat 108 te Haar lem. Uitslagen 18 Dec.28 Dec. 1939: Eerste klasse: Barna 1—LUTO 1 4—6 H.T.T.C. 1—T.O.G. 1 0—10 T.O.G. 2Heemstede 1 010 Shot 1Barna 1 64 Tweede klasse A: Barna 3Shot 2 19 LUTO 2—T.O.G. 5 9—1 T.O.G. 5Barna 1 d 73 Rozenprieel 1—Barna 1 d 100 Tweede klasse B: H.T.T.C. 3—Heemstede 2 7—3 Heemstede 2Shot 5 91 Shot 4—T.O.G. 4 3—7 Derde klasse A: Barna 3 dRabenhaupt 1 uitgest. Meerlebosch 1Rozenmfeel 2 19 Rabenhaupt 1Oosterkwartier 2 uitgest. Shot 6Oosterkwartier 1 19 Allards Oog 1Oosterkwartier 1 37 Derde klasse B: Meerlebosch 3—Rozenprieel 4 46 Derde klasse B: Meerlebosch 3.Rozenprieel 4 46 Rozenprieel 3Rabenhaupt 2 uitgest, Allards Oog 2Meerlebosch 3 91 Oosterkwartier 3Rozenprieel 4 100 Derde klasse C: H.T.T.C. 3—Heemstede 1 0—10 T.O.G. 1—Barna 2 uitgest. Heemstede 2—H.T.T.C. 2 4—6 Oosterkwartier 1H.T.T.C. 3 91 Heemstede 1—Barna 2 91 Programma tweede helft. De wedstrijden van de tweede helft der.compe- tilie zullen in de week van 13 Januari 1940 begin nen met uitzondering van eenige, hieronder ver melde, inhaalwedstrijden. Het programma van alle nog te spelen wedstrij den zal, wederom in boekvorm, aan de wedstrijd secretarissen toegezonden worden. Belangstellen den kunnen deze programma's bij den competitie leider. Spaarnwouderstraat 108, tegen lagen prijs bekomen. D a tu m i nh a al wed s tr ij den 10 Jan. 1940: Meerlebosch 1Allards Oog 1 7.30 uur. 10 Jan. 1940: Rabenhaupt 1—Shot 6 8 uur. De overige wedstrijden worden wekelijks in dit blad vermeld. Sliot. Speellokaal: Hotel Vreeburg. Bloemendaal. Secretaris: G. J. Waanders, Boschlaan 29, Bloe mendaal. Daar de bondscompetitie eenige weken stilstaat is er Vrijdag een tournooitje gehouden voor Shot leden. G. van Frankenhuysen drong tot de finale door. Het was een goede training voor den op Zondag 7 Januari te spelen wedstrijd voor het kampioenschap van Haarlem. Winaar daarvan is tevens een jaar houder van den mooien Haarlem's Dagblad-beker. Ook hier zal Shot met vele leden vertegenwoordigd zijn. HAARL. KORFBALBOND. H. K. Een eerste roman van een schrijver die reeds een paar dichtbundels en twee novellen gepleegd heeft, doch wiens arbeid ons tot nu toe volslagen onbekend bleef, althans niet in het geheugen is blijven hangen. Nu bezit dit Vaarwel Budapest zóó opmerkelijke verdiensten aan schrijf kundig heid eerstens, doch vooral aan ongezochte leuk- Hollandsche geestigheid, dat men gaarne over den schrijver iets zal willen weten. Wij bezigen daarom, tegen onze gewoonte, den omslag van het boek, waarop de uitgevers eenige zakelijkhe den over hem mededeelen, hetgeen ons meer in teresseert dan de meestal oncritische aanprij zingen, waarop uitgevers soms de koopers van hun boeken tracteeren. Welnu dan: „Leo van Breen werd in 1906 in Goes geboren en studeerde na de H.B.S.-jaren Nederlandsche letteren. Hij werd reeds vroeg journalist. Op 24-jarigen leeftijd vestigde hij plotseling een bouwgrond-onderne ming op het eiland Schouwen, waarbij hij meer malen als ontwerper optrad. Merkwaardig is, dat ook één zijner voorouders, de zeventiende eeuw- sche dichter Jacob Cats, zich in dezelfde streek met grondexploitatie bezig hield. Na eenige jaren kreeg de schrijver genoeg van de Schouwsche dreven. In zijn verzencyclus „Een reis per leunstoel" gaf hij uiting aan hevige ver langens om weg te trekken. Dit verlangen werd hem te machtig, want hij vertrok even plotseling uit Schouwen als hij er gekomen was, en vestigde zich in Den Haag als luchtvaartjournalist. Om zich in te werken doorkruiste hij het luchtruim in vele richtingen en vertoefde een lange periode in het buitenland, vooral ih Italië en Hongarije". In het eerste land zal Van Breen de stof voor ;ijn Vaarwel Boedapest vinden. Want daar, in het kleine San Remo, laat hij het echtpaar Weiss, uit gewekenen uit de Hongaarsche hoofdstad en daar vroeger een aanzienlijke juwelierszaak drijvend, een klein pension voor lieden met kleine of geheel ledige beurzen beginnen, dat met moeite in stand wordt gehouden en waarin de zonderlingste van huis en haard verdrevenen of vervreemden een onderdak vinden, totdat papa Weiss ze, als hun rekening al te bekrompen voldaan wordt, er uit zet. Een leelijke, maar hartgrondig-goede meid, Ilonka, eveneens uit Budapest afkomstig, werkt en kookt en doet daar voor de Weissen van alles en nog wat tegen genot van kost en inwoning die bei de van niet grooten omvang zijn. Zelfs de schrale fooitjes, die Ilonka bij hooge uitzondering van een gast, die een paar lire heeft weten te bemach tigen krijgt, troggelt Weiss haar onder een grapje af en steekt ze in eigen zak. Het is daar een, wat men in het onparlementair Hollandsch, een zoodje zou noemen, doch waar Van Breen de amu sante kanten van heeft waargenomen en buiten gewoon aardig, zonder eenig opzettelijk grappig- heidsvertoon, weergegeven. De toestanden in Europa hebben de laatste ja ren een eigenaardig nomadenvolk doen ontstaan, gevluchtten en verjaagden van allerlei stand menschen die het vroeger Veel beter gehad heb ben en anderen die er misschien veel beter op geworden zijn, doordat hun toch al thuis de-grond onder de voeten begon warm te worden. Beschei den stakkers onder de eersten, die zich moeilijk aan d ennieuwen toestand aanpassen, klaploo- pers van professie onder de anderen, voor wie de verandering van lucht niet zonder aantrekkelijk heid is. En het is vooral het zoet Italië waar die nobele en minder nobele zwervers heen getrok ken zijn. Het was dicht bij; het leven is er goed koop en in het Zuiden is de zon warm. In de klei nere plaatsen, waar nog een zekere mate van mondain vertier gevonden wordt, krioelt van alles, door elkaar, de handigen die nog wat van huil bezit hebben kunnen meenemen, en de anderen aan wie dit niet gelukt is, of die eenvoudig niets meer bezaten om mee te nemen. En het leventje dat daar in kleine hotels en pensions geleefd wordt geraakt onvermijdelijk in een sfeer van comédie, leugen, flesschentrekkerij of nog erger. Voor een romancier ligt er de stof voor het opra pen. Hij kan den triesten kant van het geval zien, maar ook de vroolijke zijde ervan naar voren orengen. Van Breen behoort tot de laatste cate gorie, maar hij doet het toch zóó, dat den lezer de feitelijke tragiek van de situatie niet geheel verborgen blijft. Zijn boek deed mij eenigszins denken aan een roman van Eduard Veterman, dat een paar jaar geleden hier besproken is en meen ik De Azuren Kust heette. De gevallen spelen zich in soortgelijke milieux af. In mijn her innering is Veterman's boek litterair beter ver antwoord: de slavenhandel dien Van Breen den ouden Weiss met de zachtmoedig-leelijke Ilonka laat bedrijven en later de figuur van den heer Mürmelplatz gaan net langs het kantje der waar schijnlijkheid. Maar daartegenover is Van Breen': humor zoo leuk langs den neus weg en zoo zon der verdere litteraire pretentie dat de lezer e: ongetwijfeld een prettige herinnering aan be houdt. 1 Een staal van zijn verteltrant zij hier tenslotte ter kennismaking aangehaald. Er is sprake van een paar nieuwe gasten aan den disch in den hui- Weiss: (pag. 164) „Tegenover haar zat een reusachtige Zweed, die met zijn verschoten oogen en bleeke haren uit zag. als men hem bij vergissing in de wasch had gedaan en eigenlijk alleen maar vergeten had hem door de mangel te halen en op te strijken. Klaarblijkelijk was deze Zweed uit een der boe ken van Selma Lageriöf weggeloopen en wist hij nu niet goed wat hij met zijn leven moest aan vangen. Een paar weken geleden was hij in San Remo aangekomen, maar het Casino had zoozeer zijn afkeer opgewekt, dat hij spoedig daarna naar Rome was afgereisd. Maar Rome was hem heele- maal niet bevallen. Hij vond, dat de reclamepa pieren der reisbureaux eenstemmig logen, want de stad was niet goud maar bruin van kleur, nu de zon niet schijnen wilde. Het Colosseum herin nerde hem aan een afgebrand warenhuis dat hij als kind in Stockholm had gezien en de Tiber zag grauw en vuil. Er dreven visschersbooten in, met Kruisnetten, precies als bij hem thuis. Twee lange dagen liep hij om de St. Pieter heen, want daar waren duiven die men kon voeren, hoewel men daaraan zijn geheele kostbare vacantie toch niet kon verknoeien. Dat hij bij het Capitool geen ganzen zag rondloopen vervulde hem met een wa re verbittering, want hij ervoer nu, dat ook de geschiedenisboeken het met de waarheid zoo nauw niet namen, etc. „Nu zat Musiklehrerin Gutz tegenover hem aan tafel en staarde hem met roodomrande oogen aan alsof eindelijk de droom harer jeugd binnen het bereik harer handen was gekomen en zij vast be sloten was, zich deze niet te laten ontglippen. Maar de Zweed gaf haar geen enkel houvast. Hij verlangde zoo sterk terug naar zijn geliefd Stock holm, dat er in zijn hart geen plaats was voor an dere gedachten. Kon men maar met goed fatsoen vroeger thuiskomen!" C. „Haarlem" Arends, Nic. d. Laan- 7 4 3 0 11 29— 8 7 3 3 1 9 28—10 4 3 1 0. 7 30— 8 4 2 0 2 4 15—16 7 1 1 5 3 22—40 5 1 0 4 2 16—35 4 1 0 3 0 .7—30 Secretariaat: H. R. straat 36. Gespeeld op Zondag 31 December: Alles afge keurd. Te spelen op Zondag 7 Januari. Hiervoor is het programma nog niet bekend. Eventueele aanschrij vingen volgen. Aangenomen als adspirantlid: Gerardus v. d. K Woensdag 3 Januari: Bijeenkomst der adspiran- ten in gebouw Flora, Pretoriaplein om 7 uur. Oefenen: bekende tijden. Meerlebosch. Secretariaat: Roemer Vi'sserstraat 187. Wedstrijden voor Zondag 7 Januari: T. II. B. IMeerlebosch I Aurora 3Meerlebosch II Meerlebosch 4—Zwaluwen 2 Aan leden en vrienden van Meerlebosch voorspoedig en sportief 1940 toegewenscht. 2 uur 10 uur 2 uur een Derde klas kampioenschap groot biljart. Het bestuur van den Ned. Biljartbond heeft be sloten het kampioenschap van Nederland derde klasse groot-biljart op 2, 3 en 4 Februari a.s. te houden onder leiding van de afdeeling „Caland" te Rotterdam. Wereldrecordhouder Tamila gesneuveld. Uit Helsinki: Erkki Tamila, de bekende lange af- standlooper, is gesneuveld. Hij was wereldrecord houder op den afstand 15 mijl met een tijd van 1 uur 19 min. 43.6 sec., gemaakt op 30 Augustus 1937 te Joensuu Verder bezat hij het wereldrecord over 25.000 Meter met een tijd van 1 uur 21 min. 7 sec., gemaakt op 6 September 1.1. te Joensuu. GROOTE VOORZICHTIGHEID GEBODEN! Weliswaar ligt er door de vrij strenge vorst in den afgeloopen nacht een ijskorstje op de singels slooten, vaarten en grachten en zelfs op een groot gedeelte van het Spaarne, maar dit ijs is in hooge mate onbetrouwbaar. Men zij dus gewaarschuwd. Te Haarlem, De banen van de IJsclub voor Haarlem en Om streken aan de Kleverlaan zijn hedenmorgen weer opengesteld. Het ijs is in een ♦««*- stand. St. Moritz, De IJsbaan St. Moritz aan de Amsterdamsche Vaart was Maandag den geheelen dag open. Dit zal ook vandaag het geval zijn. Het ijs is uitstekend. Maandag werd er druk gereden. Te Heemstede. Hedenmiddag twaalf uur zijn ook de banen van de ijsclub „De Volharding" te Heemstede voor het publiek opengesteld. Ook in de avonduren kan men er terecht. Het ijs is uitstekend. Te Zandvoort. De ZandvooÈtsche jeugd heeft haar zin gekregen, want omdat er zeer weinig gelegenheid is om gratis schaatsen te rijden, kunnen de kinderen er nu met sleden op uit. Van alle kanten klonken Maandagmorgen het ge lach en het gejoel door de frissche morgenlucht. Eerst werden de hellende straten tot slede-banen gepromoveerd, doch de dienst der Publieke Werken bedierf noodgedwongen de pret, door overal zand te strooien. De meesten gaven er toen de voor keur aan. naar de duinen te trékken. De Waarheid over Multatuli en zijn gezin. Een antwoord aan Julius Pée, Menno ter Braak e.a. van De Schoondochter. Den Haag, Van Stockum en Zoon. Een jaar geleden verscheen in de Wereldbiblio theek een werk van Dr. Julius Pée, een Vlaamsch Multatulikenner, dat getiteld was .Multatuli en de Zijnen". Wij hebben dat werk in deze aanteekeningen besproken en vrij scherp veroordeeld omdat de schrijver daarin op vrij onverkwikkelijke, en met Multatuli's kunstenaarsschap niets van doen heb bende wijze diens overleden zoon Edu te lijf ging, allerhand andere dingen, die voor het publiek van niet het minste belang zijn, uit brieven en mede- deelingen oprakelde en daardoor blijk gaf den goeden smaak te missen, die per slot van reke ning beslissen moet waar, wanneer en hoe het privé-leven van een kunstenaar met zijn werk kan en mag geconfronteerd worden in een voor het groote publiek bestemd geschrift. Edu's weduwe en vele anderen met haar hebben het voor hem opgenomen en de eerste dient thans Dr. Pée en zijn Hollandschen verde diger Menno ter Braak van repliek in het boek, waarvan hierboven de titel staat. Wij kunnen er ons over verheugen dat Multatuli's schoondochter er in slaagt Pee's gemis aan goeden smaak met documenten te bewijzen en zijn onvoorzichtighe den aan de kaak te stellen, kunnen ook de vrou welijke vinnigheden in haar betoog tot Pee en zijn medestanders begrijpen, al bewonderen wij die niet, kunnen ten slotte betreuren dat een W.-B. uitgaafje oorzaak moest zijn van een pen- nestrijd als erover gevoerd is, daar die uitgeverij als regel tot de kieskeurigste behoort, en moeten besluiten met de meening dat dit verweerschrift van mevr. E. Döuwes Dekker Jr. in hoofdzaak be stemd is voor hen, die van Dr. Pee's boek hebben kennis genomen, zich er aan geërgerd hebben of het oppervlakkig doorgebladerd, en verder voor allen die in de materie belangstellen, hoe de ver houding van den zoon van Multatuli tot zijn va der en omgekeerd geweest is; en hoe de zoon in geenen deele beantwoordde aan het portret dat Dr. Pee van hem getracht heeft te ontwerpen. Een algemeen belang is door deze quaestie weer naar voren gekomen: de noodzakelijkheid om op het gebruik maken van particuliere correspon denties in openbare archieven of verzamelingen toezicht en controle uit te oefenen, opdat tegen onkieschheden gewaakt kan worden. Toegegeven moet echter worden dat geen voorschrift tegen een gemis aan goeden smaak bij den gebruiker bestand is. J. H. DE BOIS handeling wat opgehouden zijn: als geheel b*» schouwd bevat de opera „Fidelio" toch zulk een schat van heerlijke, hetzij lyrische, hetzij drama tische muziek, dat een goede uitvoering steeds een superieur kunstgenot waarborgt. De uitvoering door het Ned. Op. Ens. was in, vele opzichten goed en zelfs zeer goed te noemen, vooral wat betreft de prestaties der vocale solis ten en van den dirigent. Albert Kramer (,.Don Ferdinando"), Chris van Dam („Pizarro"), Jac. Turner („Florestan"), Albert Bode („Rocco"), Francine Bijloos („Marcelline"), Chris Taverne („Jaquino")dat waren tot dusver onbekende namen voor ons. Thans weten we welk een uit stekende krachten die allen zijn. In de kleinere partijen der twee gevangenen voldeden Constant v. d. Elshout en Anton v. Eek eveneens goed. Maar boven alles uit stak de vocale en dramatische be- teekenis van de veterane Liesbeth Poolman— Meissner, de eminente zangeres, die ook destijds bij de Co-Operatie de partij van „Fidelio" („Leo- nore") vertolkte. De kracht van haar stem en haar uitbeelding waren ook nu nog opmerkelijk. Het orkest der H. O. V. verklankte liet instru mentale deel der partituur verdienstelijk, al wa ren soms (b.v. in de eerste ,,Fidelio"-aria) on effenheden te bemerken. De uitvoering der groote „Leonore"-Ouverture tusschen het derde en het vierde tafereel der 2e acte verwierf een langdurig applaus. Een nieuwe verschijning voor Haarlem was dë dirigent Karei Mengelberg. Zijn prestaties heb ik hierboven reeds onder de zeer goede genoemd; ik wil nog in 't bijzonder vermelden', hoe goed en zeker hij alles wat op het tooneel gezongen werd leidde en in de hand had. Dat ons orkest zijn In tenties niet altijd even stipt volgde zal wel aan onwennigheid toe te schrijven zijn. Immers ons orkest fungeert slechts bij enkele gelegenheden als opera-orkest en is dus vanzelf op de klankver houdingen in een orkestbak en op de aanwij zingen van een vreemden dirigent niet geheel in gesteld. Het operakoor zong eenigszins droog, maar zui ver. De regie van Chris van Dam gaf een bevre digend verloop aan de handeling; de grimee ringen waren zeer geslaagd. Aan het einde dezer opvoering klonk langdurige bijval en werden de hoofdpersonen, w.o. ook de dirigent, op het tooneel met bloemen gehuldigd. Ik sluit me bij deze hulde van ganscher harte aan. Ik wensch het Ned, Op. Ens. geluk met het wel slagen van zijn nobele onderneming en hoop dat die tot bloei kome. Daarvoor is het echter, wat onze stad betreft, noodig, dat ook de élite onzer muziekminnaars haar belangstelling toont en bij een volgende uitvoering de plaatsen inneemt, die nu nog onbezet bleven Zij zal er. denk ik, geen spijt van hebben, al biedt de orkestbak van onzen Stadsschouwburg niet voldoende ruimte om het Concertgebouworkest er in te doen plaats nemen. K. DE JONG MUZIEK. Nederlands Opera Ensemble. Een opera-opvoering te Haarlem! En nog wel door een Nederlandsch ensemble!! Sinds de Italiaansche Opera, teleurgesteld door het gestadig verminderd bezoek harer te Haar lem gegeven voorstellingen, deze enkele jaren ge leden staakte, was onze stad behoudens een sporadische leerlingenopvoering op kleine schaal operaloos. Om ons een opvoering alhier door een Nederlandsch ensemble van beteekenis te herinneren moeten we tot de tijden der Co-Ope ratie teruggaan. Eindelijk, eindelijk hebben we Zaterdagavond in den Stadsschouwburg dan weer eens een opera opvoering gehad. Het reeds vier a vijf jaren be staande Ned. Opera Ensemble heeft het aange durfd om hier te komen en zelfs om zich nu eens niet met Gounod's „Faust" te introduceerep. Waarmee dan? Met „De witte Raaf"? De keuze zou toepasselijk geweest zijn, indien een opera met dien titel bestond. Haar leiding heeft toe passelijkheden, heeft gemakkelijk succes ver smaad en Beethoven's eenige opera gekozen. „Fidelio" is Beethoven's smartekind geweest. Nadat de première op 20 Nov. 1805 het niet eens tot een „succes d'estime" had kunnen brengen, heeft hij zijn opera tweemaal omgewerkt, het laatst in 1814, toen zij haar definitieve gedaante kreeg. En ook in deze kan ze nog niet als een volmaakt kunstwerk gelden. De oorzaken harer onvolkomenheden zijn deels in de leemten van den tekst, deels in Beethoven's eigen kunste naarsnatuur te zoeken. De tekst brengt de han deling in 't begin naar een kleinburgerlijk, pro zaïsch milieu, waar pas bij het optreden van Leonore (Fidelio) een andere sfeer komt. Van Pl- zarro's eerste optreden is de gemotiveerdheid niet gemakkelijk in te zien. Het koor der gevangenen vormt een ongetwijfeld treffend intermezzo, maar het houdt de handeling op. Beethoven, minder all round dramatisch com ponist dan Mozart, kon alleen voor groote men- schelijke karakters en groote conflicten in geest drift geraken. En dus interesseert zijn muziek bij de eerste scènes in „Fidelio" door zuiver-muzikale eigenschappen, maar we voelen er de ziel van den toondichter niet in. Het is, alsof Beethoven daar het oude „zangspel" als voorbeeld genomen heeft. Pas met de hoofdpersoon komt de muziek op een hooger plan. Reeds het beroemde Kwartet (no. 3) Is een meesterstuk èn van factuur èn van karak teristiek en de groote Aria van Fidelio (no. 9) heeft zulk een dramatische kracht en heroieke vlucht, dat ze reeds gevaarlijk vooruitloopt op de spanning van het conflict in de tweede acte. Deze tweede acte ls meer homogeen dan de eerste en hier verheft Beethoven's muziek dan ook het hoogst en zonder noemenswaardige inzinkingen. Er zijn in de muziek van dit bedrijf stukken, die de komst der Missa Solemnis schil Een opwelling van eerlijkheid. Door Ablova. N de straat slenterde een man. Een vrij have loos uitziend individu met een verschoten regenjas aan en een groezelige pet over het hoofd getrokken. Hij had nog één uur tijd voor de boot vertrok naar zijn geboorteland. Zijn laatste centen had hij voor zijn passage-biljet uit gegeven, en om die paar centen te verdienen moest hij twaalf lange jaren in de gevangenis matten vlechten. Nee, dacht hij grimmig, dit vervloekte Balkan landje had hem ook niet veel geluk gebracht;! beter om het thuis nog maar eens te probeeren. Wie van de gladde jongens zou nog in het vak zijn? Gladde Toontje? De Kromme? Zoo zoetjes aan werd het tijd om naar de haven te gaan. In één van de straten kwam hij langs een groot gebouw. Ministerie van Buitenlandsche Zaken, stond er met groote letters boven de deur. Een paar passen verder lag iets op straat: een bruin, plat voorwerp. Onverschillig slenterde de man naderbij, zette er zijn voet bovenop en be gon toen aan een schoenveter te peuteren. In derdaad, het was een portefeuille, een dikke lee- ren portefeuille. Onder zijn arm door keek hij de straat af; er was niemand in de buurt. De rest was een koud kunstje; vliegensvlug verdween het bruine ding in zijn zak. Verderop in een portiek keek hij schichtig wat er in zat en moest werkelijk even naar adem. happen. Ongelooflijk, propvol bankpapier. Een oogenblik verloor hij alle voorzichtigheid uit het oog; hij zette zijn pet schuin op het hoofd en maakte een huppelpasje van vreugde. Daar wierp hem For tuna op het allerlaatste oogenblik een fortuin in den schoot. Onder de beschutting van zijn jas begon hij haastig te tellen, vingerlikkend en grinnikend: hij was rijk, rijkEr zaten ook nog papieren in de portefeuille en een paar visite kaartjes van den Minister-President. Haha, niet slecht, te begrijpen dat die knaap een goed ge- vulden buidel had. Maar toen hij het bankpapier weer in de por tefeuille propte, aarzelde hij even en keek naar het geld, alsof hij een geestverschijning zag. Zoo bleef hij eenige minuten staan, keerde zich om en liep terug naar het gebouw waar hij zoo-even voorbij gekomen was. De Minister-President viel hem om den hals, toen hij hem zag binnenkomen, met de porte feuille in de hand. Eindelijk, riep hij verheugd uit. Eindelijk eens een eerlijk mensch. Eindelijk kan ik eens een fatsoenlijk mensch de hand drukken. Gaat u zit ten, geachte heer. De havelooze man wilde iets zeggen, maar dë ander ging alweer verder: U weet niet hoe moeilijk het is een eerlijk mensch te vinden. Drie Ministers van Financiën heb ik achter elkaar den bons moeten geven. Ten einde raad heb ik nu al zeventien dagen lang een portefeuille voor mijn raam gelegd, in de hoop een rechtschapen mensch te mogen ontdekken. Zestien keer verdween de portefeuille en werd mijn vertrouwen beschaamd. En ziedaar, den ze ventienden keer heb ik eindelijk succes. Van he den af, geachte heer, bent U Minister van Finan ciën. Op dat historische oogenblik klonk van uit dë verte de diepe bastoon van een vertrekkende stoomboot. De havelooze man, de portefeuille in de hand, scheen nog een opmerking te willen maken, maar slikte deze bijtijds weg. Toen druk ten de beide Excellenties elkaar geroerd de hand. Den volgenden dag werd de nieuwe Minister van Financiën plechtig geïnstalleerd en hem dë sleutel van de schatkist overgedragen. De tijd gaat sneL Acht-en-veertig uur later landde een vliegtuig op ,Le Bourget". Een deftig gekleed heer stapte uit. Hij had twee zware kof fers bij zich, nam een taxi en liet zich naar ééh van de luxe-hotels rijden. Dienzelfden middag nog bracht hij een bezoek aan „Gladde Toontje'* en verhaalde deze zijn wedervaren. Toen hij uitgesproken was, viel een korte stilte, Daarop vroeg Gladde Toontje aarzelend: Maarweet je wat ik wel erg vreemd vind in je verhaal? Nou? Die bevlieging van eerlijkheid om de portefeuil le werkelijk terug te brengen. Snap je dat dan niet, ezel? Ik ging terug om mijn beklag te doen. Wat zeg je? Je beklag Natuurlijk, toen ik de bankbiljetten in dié portiek nog eens goed bekeek, zag ik direct, dat» ze valsch waren. tenLn piLnëïïT vISM" I nen te voorspellen.Hler heeft detoondlchter zich moeizatun weer naar boven klauteren, [geheel laten gaan. En nu moge daardoor soms de (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 3