IJmuider Courant RUIMT OP!! Hore Belisha treedt af als Engelsch minister van oorlog DAGBLAD VOOK VELSEN, IJMUIDFN, SANTPOORT EN OMSTREKEN Na den Oorlog. NEDERLAND Zeeweg 80-84 IJmuiden-Oost-Santpoort - Velsen-Noord i zie de etalagësI Voorzorg. JtaadseCen^ ijsbaan brederode dooiioopend yeopend artistiek dancing hUi&Uetmua uitgeest Stille tijd ia de kCeecma&ecij. Twee fraters slachtoffer van het ijs. Dr. N. M. Josephus Jitta afgetreden. 25e JAARGANG No Sé Uitgave Lourens Coster. Maatschappij voor Courant-Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V., Gr. Houtstraat 93, Haarlem, Telefoon 10724 Bureau IJmuider Courant: Kennemerlaan 42, llmuiden. Telefoon 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties, opgegeven voor dit blad, worden kosteloos opgenomen in de Kennemer Courant Verschijnt dagelijks, beflalve op Zon- en Feestdagen Directie: P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM ZATERDAG 6 JANUARI 1940 Abonnementen per week 0.12J4, pet maand 0.52J4, per 3 maanden ƒ1.55, franco per post 1.95 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.12- BIJ abonnementen belangrijke korting. Ingezonden mededeelingen dubbele prijfc Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regelf ƒ0.25, elke regel meer ƒ0.10. Op deze plaats is al meermalen geschreven over het streven diergenen, die zich warm maken voor de organisatie van een beter en dus ook veiliger Europa in de toekomst. Wat den oorlogvoeren den landen aangaat vindt men vooral in Enge land menschen die zich openlijk uitlaten over de noodzaak van een nauwer statenverbond dan ooit bestaan heeft. En die daarbij dan erkennen, dat ieder een deel van zijn staatssouvereiniteit zou moeten prijsgeven. Zij beoogen de Vereenigde Staten van Europa of de Europeesche Federatie of hoe men het noemen wil. De naam is van veel minder belang dan het wezen der zaak, dat zeer ingrijpende beteekenis zou hebben voor alle be trokken stoten. Ook voor diegene, die thans „de neutralen" genoemd worden. Dus ook voor ons. Indien het tot een dergelijke structuur zou ko men zou die in haar opzet en ontwikkeling zeker ook in de kleine landen hevige tegenstanders ont- moeten. Want ook daar leeft de gedachte aan onbeperkte staatssouvereiniteit bij de groote meerderheid nog steeds als eenige mogelijkheid. Zij rust op een eeuwenlange traditie. Wel zeer diep zou de overtuiging, dat men de bakens totaal verzetten moest en dat de oude evenwichtsver- houdingen verouderd en onbruikbaar waren ge worden, moeten doordringen om ook maar het kleinste deel van de staatssouvereiniteit prijs te geven. En wel zeer afdoende zouden de waarbor gen moeten zijn dat men daarmee inderdaad zijn veiligheid kocht en zijn kansen op welvaart niet prijsgaf. Dat zulke ver-gaande plannen te berde worden gebracht en dan nog wel in oorlogstijd, nu het nationalisme en de gedachte „ieder land voor zich" weer tot het uiterste toegespitst zijn, be wijst evenwel op zichzelf dat wij in een tijd van ontzaglijke veranderingen leven. Een tijd waarin in ieder geval reeds door velen beseft wordt, dat men na de enorme uitputting en ontwrichting die deze oorlog veroorzaakt, niet meer zal kunnen terugkeeren tot een eenvoudig herstel van de oude verhoudingen. En dat men ook niet den mislukten Volkenbond zal kunnen gaan voortzet ten op dezelfde basis, of het zonder Volkenbond zal kunnen doen maar dat men een beteren zal moeten maken. Tenzij men de chaos liever heeft. Er zijn menschen die in dezen trant „vooruit denken", niet alleen in Engeland, maar ook in vele andere landen. Maar er zijn natuurlijk ook anderen. En de regeeringen houden zich „op de Vlakte", voorzoover zij niet oorlogvoerend zijn en profeteeren dat zij de overwinning zullen be halen. iDonderdag schreef een bijzondere correspondent In dit blad over de wekelijksche noenmalen, die de Amerikaansche Club te Parijs pleegt te hou den. Bekende sprekers voeren daaraan het woord. En onze correspondent citeerde o.a. den onder het pseudoniem „Pertinax" zeer bekenden Franschen journalist André Géraud. Hij zei dat hij bang was voor hetgeen hij noemde „den professoralen geest" in de buitenlandsche politiek. Daarbij be doelde hij de methode, voor alle tijden en voor alle volken vaste algemeene regelen te ontwerpen. Die methode schakelt staatsmanskunst uit. Er bestaat geen recept waardoor men op voortduren- den vrede rekenen kan. Om vrede te behouden moet men voortdurend arbeiden en scheppen". Dit klinkt zeer logisch en men kan Pertinax in dit opzicht gelijk geven, daarbij zelf denkend dat het „scheppen" zich dan ook niet tot bestaande oude verhoudingen behoeft te beperken. Maar daarmee is men niet met hem klaar. Want hij heeft op deze beschouwingen de volgende con clusie aangesloten: „Na den oorlog zal er natuurlijk weer een internationale organisatie zijn en dat is goed. Maar laten naast die organisatie Frank rijk en Engeland hun vaste bondgenootschap bewaren, laten zij nooit weer de fout begaan om zooals na 1918 dit bondgenootschap, dat tot de overwinning had geleid, te ver wateren en op te lossen in die internationale organisatie. Samenwerken daarmede, ja, maar erin wegsmelten, zoodat men de allian tie niet terugvindt als gehandeld moet wor den, neen!" Dit is weer de oude opvatting van een machts evenwicht, waarin bepaalde landen zich zouden kunnen doen gelden. Op een basis als Pertinax aangeeft zal niemand bereid zijn tot het prijsge ven van eenig souvereiniteitspunt. Onze correspondent heeft het ook gehad over beschouwingen in de Fransche pers, die zich ba seerden opden vrede van Munster! Hij schreef: „Er is nog nooit zooveel te doen geweest over dén vrede van Munster in 1648 als thans! Dacht gij dat men daarmede het einde her denkt van den strijd tusschen onze Provin ciën en Spanje? Weineen, men bespreekt de bepalingen, die bij datzelfde verdrag aan de Duitsche vorsten werden opgelegd, bepalin gen, die volgens oude, gezaghebbende ge schiedschrijvers „voor de Duitschers een groot nationaal ongeluk beteekenden; een lang tijdvak van onderlinge verdeeldheid en twist was daarmede ingeluid." De Fransche journalisten laten dan hier onmiddellijk op volgen dat het aan dit ver drag te danken is dat Frankrijk gedurende 150 jaren geen invasie heeft gekend, en dat, zoodra men van die politiek is afgeweken, (Napoleon 1, Napoleon III, President Wilson), het ongeluk voor Frankrijk begonnen is. Men moet dus terugkeeren tot de politiek van 1648, alleen een Duitschland in den vorm van een agglomeratie der voormalige autonome staten, kan Frankrijk rust geven." Beschouwingen als deze stemmen wel zeer triest, al erkent onze correspondent dan dat er ook andere zijn, die „veel zelfinkeer toonen". Toch waarschuwen zij sterk. Als deze oorlog in het Westen op een overwinning van hetzij de eene, hetzij de andere partij zou moeten uitloopen _-vrees ik het ergste. Ik vrees een nieuwe machts- oplegging, door, de overwinnaars aan de over wonnenen en voorzie heelemaal niets dat op „een O O O O O Onze BALANSOPRUIMING is vanochtend begonnen. Ech, Suède ceintuurs van ƒ1.25 voor 58 c«. Prachtige interlock camisoles en directoires 48 Qamesiap<m(teft WOt Spotpiii<Ua Een groote partij KOUSEN met kleine foutjes met 25 korting. Stanley, tot nu toe minister van handel, volgt hem op Sir John Reith wordt in de plaats van Lord MacMillan minister van voorlichting Vrijdagavond is, naar Reuter meldt, op Downingstreet 10 een officieele verklaring van den volgenden inhoud afgegeven: „Hore Belisha, de minister van oorlog, en Lord MacMillan, de minister van voorlich ting hebben ontslag aangevraagd, dat hun door den Koning is verleend. De Koning heeft de volgende benoemingen goedgekeurd Minister van oorlog wordt Oliver Stanley, minister van handel wordt Sir Andrew Duncan en minister van voorlichting Sir John Reith. De nieuiwe minister van oorlog Oliver Stanley moet thaps het bed houden daar hij griep heeft. Hore Belisha, die sinds 1937 minister van oor log is geweest, was tevoren minister van ver keer. V Hore Belisha. beteren Volkenbond" lijkt. Het beste dat voor de kleine neutralen te hopen is blijft kennelijk dat de oorlog wordt beëindigd door overleg zonder dat een van beide partijen verslagen is. Dat zou niet slechts het beste voor ons zijn maar het eenige goede. Dat biedt het eenige uitzicht op een werkelijke reconstructie van de verhoudin gen in Europa. De Hemel geve dat degenen, die naar zulk een vrede streven, voldoende invloed en kracht zullen verwerven om hem te verwezen lijken. R. P. Voor het geval het in de toe komst noodig mocht zijn, de dis tributiemaatregelen uit te brei den, is ervoor gezorgd dat de daarvoor benoodigde bonboekjes reeds in den Haag gereed liggen) Het is wijsheid in regeeren, Dat men zich in dezen tijd Reeds op al dat kan verkeeren Degelijk heeft voorbereid. Daarvoor doet men vele dingen Die thans overbodig zijn, Maar wanneer de nood zou dwingen, Naar al 't woord zegt „noodig" zijn. Als we distributie krijgen In de toekomst bijgeval Mag er geen stagnatie dreigen, Dus bonboekjes zijn er al. Men zit niet maar af te wachten Tot men in de zorgen raakt, A mauvais jeu wordt bij machte, Tijdig bonne mine gemaakt. Of, om 't anders uit te drukken, In 't benarde menschbestoan, Worde nooit iets dat moet lukken Op de bonnefooi gedaan. Als men ons de bons gaat geven Op meer uitgebreid terrein, Helpt dat ons om goed te leven, Zónder bon-vivant te zijn P. GASUS Stanley was sedert 1937 minister van handel. Zijn vader, Lord Derby, heeft in de oorlogsjaren de portefeuille van oorlog bezet. Duncan is de bekende industrieel en directeur van de Bank van Engeland. Onlangs was hij voorzitter geworden van de commissie tot con trole op de munitieleveringen. Reith is bekend als gewezen directeur-generaal van de B.B.C. Het laatst was hij voorzitter van de nationale groep voor burgerluchtvaart. Noch Duncan, noch Reith is lid van het parlement, doch men verwacht dat spoedig in het Lagerhuis voor hen beiden zetels gevonden zullen kunnen worden. Het verluidt, dat aan Belisha de portefeuille van handel was aangeboden, doch dat hij deze niet heeft kunnen aanvaarden. Deze wijzigingen voltooien een herbezetting van voorname posten in de regeering. Hier mede is evenwel niet uitgesloten, dat later nog enkele kleine wijzigingen zullen worden aangebracht. Stanley zal de plaats van Hore Belisha in het oorlogskabinet innemen. De andere functiona rissen behooren niet tot het oorlogskabinet. In een brief aan den minister-president zégt Hore Belisha, dat hij ook voortaan al wat in zijn vermogen ligt zal bijdragen, tot een zeer krachtige oorlogsvoering totdat deze succesrijk zal zijn teneinde gebracht. Het verheugt hem, dat er geen verschil van opvatting over de poli tiek bestaat tusschen hem en Chamberlain. In een brief aan Hore Belisha betreurt de mi nister-president, dat Hore Belisha geen post kon aanvaarden bij de reconstructie der regee ring door Chamberlain. De premier brengt hulde voor de belangrijke hervormingen door Hore Belisha op het ministerie van Oorlog aange bracht en voegt hieraan toe: „Het is voor mij een groote voldoening dat er nimmer moeilijkheden zijn geweest tusschen ons over politiek en over de noodzakelijkheid den oorlog met de uiterste vastberadenheid voort te zetten tot een succesrijk einde". In een brief aan Chamberlain zet Lord Mac Millan uiteen dat hij werd uitgenoodigd af te treden wegens de „moeilijkheid veroorzaakt door het feit, dat ik een zetel in het Lagerhuis heb", mede ten einde aldus wijzigingen in het kabinet te vergemakkelijken. Reuter verklaart, dat er groote verwondering bij het publiek zal zijn over het vertrek van Hore Belisha van het ministerie van oorlog. Dit kwam onverwacht. Een kwestie over het luchtleger. Naar aanleiding van het aftreden van Hore Belisha herinnert men er te Londen aan aldus Havas, dat in de laatste we ken het gerucht heeft geloopen over de vraag of het luchtleger van het Britsche expeditiecorps onafhankelijk moest blij ven of dat het onder de tegenstrijdige con trole van ministerie van oorlog en ministerie van luchtvaart zou moeten worden ge plaatst. Deze vraag was een jaar geleden in het Lager huis ter sprake gekomen en toen werd het be sluit genomen dat de vloot de controle over haar eigen luchtwapen zou krijgen. Hore Belisha had toen verklaard dat niets van dien aard over wogen werd ten aanzien van leger en lucht macht, tusschen welke een zeer innige samen werking bestond. Het schijnt dat onlangs de controverse weer naar voren is gekomen onder een scherper vorm als gevolg van de ondervin ding, welke men in de eerste maanden van den oorlog heeft opgedaan. Het luchtleger, aldus deed men opmerken, moet zich van zuiver militaire taken kwijten welke essentieel zijn voor de oorlogvoering en zou daarom volledig deel moeten uitmaken van het leger zooals het luchtwapen van de marine deel uitmaakt van de marine. Hore Belisha had tijdens een vergadering welke hij gisteravond kort voor de bekendmaking van het besluit heeft bijgewoond, geen enkele toe speling gemaakt .op zijn aftreden. Hij was tot even laait in zijn werkkamer op het ministerie gebleven als anders en heeft tot het laatst tele foongesprekken gevoerd. Tegenover een verslag gever heeft Hore Belisha bij zijn vertrek van het ministerie gezegd, dat hij niets had toe te voegen aan het door hem aan den minister-pre sident gezonden schrijven. Belisha's werkwijze. United Press meldt: Belisha's methoden en hervormingen op het departement van oorlog brachten hem reeds lang voor het uitbreken van den oorlog in con flict met de conservatieve legerleiders, die hem nooit Vergaven dat het zijn gewoonte was de ouderen er uit te zetten en door jongeren te ver vangen. Belisha maakte dat Lord Gort vele oudere officieren passeerde en benoemde ook- jongere officieren in den legerraad. Hij pro beerde bovendien het leger te democratiseeren. Belisha had om zijn agressieve methodes ook vele politieke vijanden. Eind 1938 voerden de jongere ministers onder leiding van Hudson een cam pagne om hem te verdringen. Deze campagne had geen succes. Belisha's positie werd echter algemeen als stevig beschouwd, in het bijzonder na het succesvolle transport van het Britsche expeditieleger naar Frankrijk. Het vertrek van MacMillan werd verwacht daar het „ministry of information" onder constante critiek heeft gestaan. De benoeming van Reith komt echter als een verrassing, daar over 't al gemeen verwacht werd dat Monckton MacMil lan op zou volgen. De benoeming van Stanley als minister van oorlog komt ook als een verrassing, daar het waarschijnlijk beteekent dat de ge nerale staf de vrije hand zal hebben. Jlestanten-OpcuitniHQ) mm m HE ER EN MODEHUIS E| 7F|r7C ZEEWE.G 78 9 IJMUÏDEN - OOS1 (Adv Ingez. Med.) (Adv. Ingez. Med.) Zondag 11 uur CULTUURFILM ttan het Oetwoud 3 uur en 8.15 uur BOEF1E (Adv. Ingez. Med.) „Het Huis Assumburg", Assendelft DANSEN Zondag Nergens zoo fijn als in de Z ODUrCTCIü dancing van Cor Kleyn 4 I fc. M 's Middags en 's avonds vrij dansen Toegangsprijs 20 ct. OOK ZONDAG. Fietsenstalling gratis. fAdv. Ingez. Med.) Otiqüieele Schildecstukken- KALVERSTRAAT 8 TELEF. 5705 - IJMUIDEN-O. (Adv. Ingez. Med.) ZONDAG A.S. van 3—6 uur MUZIEK van „THE REVELLIS'. Vanaf 7 uur en volgende ZONDAGEN MICK WHITE'S Show-, Dans- en Stemmingsband. (Adv. Ingez. Med.) Oliver Stanley. Gij verricht een sociale daad, door NU Uw kleeding te koopen en te laten ver- vaardigen. Wij zijn geheel tot Uw dienst. B. a. KLEERMAKERIJ IJ. DEDEN, Kennemerlaan 71, IJmuiden, Telef. 5401. Leverancier van kled Lng op elk gebied. Ook Uniform. (Aav ingez. Med., Johanna de Nigtere in Den Bosch gesignaleerd? De commissaris van politie te 's-Hertogen- bosch heeft aan het publiek het volgende mede gedeeld: Het is niet onwaarschijnlijk dat het verdwe nen Amsterdamsche meisje Johanna de Nigtere omstreeks Kerstmis 1939 te dezer stede heeft ge vent met prentbriefkaarten. Het publiek wordt verzocht, het meisje te vol gen, wanneer het in den Bosch wordt aangetrof fen en de politie hiervan direct in kennis te stel len. (Adv. Ingez. Medj Op het IJselmeer verdronken. Vrijdagmiddag zijn op het IJselmeer bij Medemblik twee fraters, die zich op de schaats van de haven uit ver op het IJsel meer hadden gewaagd, door het ijs gezakt en verdronken. Het ongeluk geschiedde op een eenzame plaats ter hoogte van den vuur toren van Oude Zeug. De omgekomenen zijn de 27-jarige frater H. L. Pijnappels en de 25-jarige frater A. W. van Arkel, beiden onderwijzer aan het pen sionaat „Sint Radboud" te Medemblik. De beide slachtoffers waren met verschillende andere fraters gaan schaatsenrijden. Op onge veer tien kilometer van Medemblik, bij de Oude Zeug, zag een der fraters plotseling een eind vooruit twee zijner medebroeders door het ijs zakken en geheel verdwijnen. Aan red den viel niet te denken, want toen de andere fraters nabij de plek des onheils kwamen, be vonden zij het ijs daar zeer slecht, zoodat zij wegens het gevaar van zelf te verongelukken, naar Medemblik huiswaarts keerden. De ontsteltenis in huize „St.-Radboud'' evenals in het stadje is zeer groot. Een reddingsploeg is terstond ter hulpverlee ning vertrokken, doch 's avonds onverrichterzake teruggekeerd. Hedenochtend is opnieuw een reddingsploeg met vletter naar de plaats des onheils gegaan Als Voorzitter van den Gezondheidsraad. Bij K.B. is aan dr. N. M. Josephus Jitta met ingang van 1 Januari 1940 op zijn verzoek eervol ontslag verleend als voorzitter van den gezond heidsraad, met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem aan den lande bewezen. Het eervol ontslag aan dr. Josephus Jitta als voorzitter van den gezondheidsraad maakt een einde aan een uitzonderlijk lang ambtelijk leven van een hoogst verdienstelijk Nederlan der, die niet alleen in ons land maar ook in het buitenland zeer gewaardeerd wordt wegens zijn wetenschappelijke verdiensten en zijn aange boren beminnelijkheid. Dr. Jitta is 16 Mei 1858 te Amsterdam geboren, waar hij in 1884 tot doctor in de medicijnen promoveerde op een proefschrift over haemag- lobinusie en heamaglobinaemie. Hij vestigde zich te Amsterdam als oogarts en kreeg al spoedig naam vooral door zijn werk ter bestrijding van het zoogenaamde trachoom. Ook in het openbare leven van de hoofdstad trad hij zeer op den voorgrond, hij werd lid van den raad en daarna wethouder. Als zoodanig trad hij in 1917 af en toen de centrale gezond heidsraad, later vervangen door den adviseeren- den gezondheidsraad, werd ingesteld, benoemde de regeering hem tot voorzitter van dat college. Naast zijn voorzitterschap van den gezond heidsraad heeft dr. Jitta vele bestuursfuncties vervuld ten bate van de wetenschap en de volksgezondheid. Als Nederlandsch vertegen woordiger in het „comité permanent de l'Office International d' Hygiëne Publique", nam dr. Jitta dele aan het Volkenbondswerk. Herhaal delijk leidde hij vergaderingen van dit comité te Parijs en te Genève. Zijn groote tact en ken nis van de Fransche taal maakten hem bij uit stek geschikt aan dergelijke bijeenkomsten leiding te geven. Zeer vele onderscheidingen vielen dr. Jitta ten deel. Hij is ridder in den Nederlandschen Leeuw, commandeur en grootofficier van de orde van Oranje Nassau en heeft ook verscheidene buitenlandsche orden. De vorige week heeft minister van den Tempel met eenige hoofdambtenaren van het departe ment van sociale zaken ten huize van dr. Jitta afscheid van hem genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 1