„De ongetuksuogel" Feest bij de Haarlemsche Brandweer 1 Miltvuur in Haarlem en omgevincj MAXIMUM AANTAL VERGUNNINGEN. Gemeenteraden kunnen voorstellen doen tot verlaging. Ook van verloven A. (Van een medewerker) Volgens de Drankwet 1931 kan in 1940 op voor stel van den gemeenteraad, Gedeputeerde Staten gehoord, door de Kroon voor een gemeente een verlaging van het maximum der vergunningen en verloven A worden vastgesteld. Ook kan thans op voorstel van den gemeente raad worden bepaald, dat in een gemeente ver gunningen niet meer mogen worden verleend en tevens, dat, hetzij in een geheele gemeente, hetzij in een deel van een gemeente alle na 1 Mei 1904 verleende vergunningen vervallen en nieuwe vergunningen niet meer mogen worden verleend. Eén der hoofdbeginselen waarop de Drankwet steunt is, dat het wettelijk geoorloofd aantal ver gunningen en verloven A in een gemeente ver band houdt met het getal inwoners. Daarnaast schept de wet de mogelijkheid het maximum der vergunningen en verloven A van tijd tot tijd n.l. om de vijf jaren te verlagen. De gemeenteraden zullen daartoe het voorstel moeten doen. Het spreekt vanzelf, dat aan den Raad verzoeken kunnen worden gedaan om ver laging voor te stellen. We denken hierbij in de eerste plaats aan de drankbestrijdersvereeni- gingen. De Raad zal allereerst de vraag moeten beant woorden of het aanbeveling verdient al dan niet van de bevoegdheid hier toegekend gebruik te maken. Dit is nog niet zoo heel eenvoudig. Nauwlettend moet worden onderzocht of ei zoo ja hoe sterk het maximum kan worden terug gebracht, zonder dat het te verwachten is, dat sterke drank, die tot heden mèt vergunning ge tapt werd en waarbij dan die verkoop aan ver schillende beperkende bepalingen is onderworpen voortaan clandestien wordt verkocht. In gemeenten, waar weinig clandestiene ver koop is of sommige vergunningsinrichtingen een kwijnend bestaan lijden of de drankbestrijding meer en meer veld wint, kan zonder bezwaar tot verlaging van het maximum worden overgegaan. Voor gemeenten met een vrij omvangrijken clandestienen verkoop is verlaging van het maxi mum niet vrij van bedenking. Een Drankwetinspecteur heeft het idee geop perd het vast te stellen maximum te doen aan sluiten aan hetgeen hij betitelt als het „behoef- te"-maximum. Niet uitsluitend het zielental eener gemeente moet, volgens dezen deskundige, be slissend zijn bij de beantwoording van de vraag: „wat is het gewenschte aantal vergunningen waar een bepaalde gemeente mede volstaan kan?" Hij noemt b.v. als eenige der factoren: het al of niet vooruitgaan van het bevolkingscijfer: het al of niet zijn van marktplaats voor een wijden om trek; de nabijheid van een grootere plaats met vele vergunningen en gemakkelijke verbindingen t met die plaats enz. Per slot van rekening is aan de prudentie van den gemeenteraad overgelaten de beslissing of tot verlaging van het maximum kan worden overgegaan, en welke maatstaf daar bij moet gelden. De Regeering is geheel vrij een raadsvoorstel al of niet te aanvaarden, maar zij kan geen ander maximum-cijfer vaststellen. De heer G. Spaan, die gister door de Haarleinsche Brandweer is gehuldigd in verband met zijn gouden jubileum in zijn werkkamer. Verbod tot het verleenen van nieuwe vergunningen. In enkele gemeenten heeft men getracht het maximum op nul te krijgen. Dergelijke voorstel len heeft de Regeering niet geaccepteerd. Er moet altijd een maximum zijn, al is dat ook nog zoo laag. Toch Is algeheele uitsterving wel mogelijk. In dien een gemeente zulks wenscht, kan zij voor stellen te bepalen, dat in een gemeente vergun ningen niet meer mogen worden verleend. De candidaat-vergunninghouders, wier namen zijn geplaatst op de lijst voor candidaat-vergun ninghouders (de lijst art. 17) hebben altijd nadeel van een verlaging van het maximum. Zij komen daardoor later aan de beurt voor een vergun ning of verlof A. Sinds het bestaan van de Drank wet 1931 vallen ook de societeits- en hotelvergun ningen onder het verbod tot het verleenen van nieuwe vergunningen. Een Koninklijk Besluit tot verlaging van het maximum kan niet raken aan bestaande rechten. Vergunningen voor lokaliteiten, waarin op 1 Mei 1881 sterke drank verkocht werd, kunnen niet ge weigerd worden op grond van verlaging van het maximum. Op dien grond kan evenmin geweigerd worden een overschrijving van den overleden houder op naam van een weduwe of kind. Ook niet een overschrijving op een inrichting voor maatschappelijk verkeer. Overschrijving eener vergunning is niet het verleenen van een nieuwe vergunning, omdat er reeds een vergunning be stond. De wet bepaalt voorts nog uitdrukkelijk, dat het verbod om in een gemeente nieuwe vergun ningen te verleenen niet geldt voor de toepassing van art. 8, 2e lid: één nieuwe vergunning tegen intrekking van twee vergunningen, zoolang het maximum is overschreden. Vervallen van alle na 1 Mei 1904 verleen de vergunningen, gecombineerd met een verbod tot het verleenen van nieuwe ver gunningen. Onder de oude wet gold deze bepaling alleen voor door Burgemeester en Wethouders verleen de vergunningen. Volgens de Drankwet 1931 geldt zij ook voor vergunningen verleend door Ged. Staten, t.w.: sociëteits- en hotelvergun ningen. De gemeenteraad kan voorstellen dezen maat regel toe te passen voor de geheele gemeente of voor een deel daarvan. In zulk een droog gelegd deel mogen ook geen vergunningen meer worden overgeplaatst door middel van overschrijving dei- lokaliteit in een ander gebouw. De vergunningen, verleend vóór 1 Mei 1904, kunnen door het Kon. Besluit niet getroffen wor den. Maximum verlaging van verloven A. In de Drankwet 1931 is voor de eerste maal ook voor de verloven voor <^en verkoop van zwak-alco- holischen drank (verloven A) het maximumstelsel Ingevoerd. Het wettelijk maximum voor de ver loven A is gelijk aan het wettelijk maximum van de vergunningen, zooals dat door de wet naar verhouding van het aantal inwoners der gemeen te is vastgesteld. Op dezelfde wijze als voor de vergunningen is bepaald kan een verlaging van het maximum der verloven A worden vastgesteld. Dus ook hier: de Raad stelt voor; Ged. Staten worden gehoord; de Kroon beslist. In afwijking van de regeling voor de vergun ningen is voor de verloven A niet voorgeschreven een verbod nieuwe verloven A te verleenen of ver loven A vervallen te verklaren. Gedurende de eerste 10 jaar na de inwerkingtre ding der wet (1 April 1932) is de verlaging van het maximum voor verloven A nog aan grenzen gebonden. Was in een gemeente op 1 Mei 1931 het aantal verloven A kleiner dan het maximum, dan mag gedurende deze 10 jaar het maximum in geen geval lager worden gesteld dan het aantal verloven, dat er op 1 Mei 1931 was. Was het aan tal verloven A op dien datum gelijk aan het maxi mum of daarboven, dan mag de verlaging in deze Ï0 Jaren niet meer bedragen dan 10 pCt. van het maximum. Het is zaak een voorstel tot verlaging van het maximum der vergunningen en verloven A tijdig bij den Raad in behandeling te brengen, daar nog verschillende hoogere instanties hierover hun tordeel moeten uitspreken, alvorens de Kroon een Iftsli&sing kan nemen. Gouden jubileum G. Spaan Groen- en vlaggenversiering in de kazerne Koninklijke onderschei ding voor den jubilaris. HAARLEM. Dinsdag. Vandaag vieren de mannen van de Haarlem sche Brandweer een mooi feest: het gouden jubileum van hun secretaris, den heer G. Spaan, voor wien deze nuttige instelling een groot stuk van zijn leven is geworden. De Brandweer zonder den heer Spaan (u kunt het ook andersom nemen) is in Haarlem fschier ondenk baar geworden, maar nu gaat hij dan toch rusten. Het is dan ook niet te verwonderen, dat alle leden dit zeldzame jubileum meevieren. Van morgen vroeg reeds was een commissie ijverig bezig, in de groote garage aan de Ged. Oude Gracht een keurige groen- en tapijtversiering aan te brengen en uit de gevels van administra tiegebouw en garage vlaggen uit te steken. Vanmorgen half elf is het voltallige college naar de woning van den heer Spaan aan het Zuider Buitenspaarne 142 gegaan, om hem daar te complimenteeren. Dit ging gepaard met een prachtig bloemstuk. Ook van particuliere zijden ontving hij een groot aantal bloemstukken. Ver der een groot aantal brieven, telegrammen en kaartjes. Vanmiddag één uur werden de jubilaris en zijn familie per auto van hun woning naar de Brandweerkazerne gebracht, waar de heer Spaan door het voltallige college en alle leden ontvangen werd, waar hij op een hartelijke wijze gehuldigd werd. Hierbij waren ook tegenwoordig de Burge meester van Haarlem, Dr. J. E. baron De Vos van Steenwijkde gemeente-secretaris, Mr. Th. A. Wesstra; de wethouders W. J. B. van Liemt, D. J. A. Westerveld en Mr. Dr. F. A. Bijvoet (wethou der Reinalda was verhinderd). Toen de jubilaris en zijn familieleden op hun zetels hadden plaats genomen, nam de Burge meester het woord. „Ik heb geen oogenblik geaarzelt om namens het gemeentebestuur en uit mijn eigen naam tot u een woord te spreken", aldus de burgemeester. „Ik heb er echter de voorwaarde aan verbonden dat ik alleen zou spreken voor het heele front van de brandweer. Want dit mooie jubileum moest immers worden ingezet op de plaats van uw werk zaamheid. Vijftig jaren hebt gij uw beste diensten aan de brandweer en daardoor aan de gemeente Haarlem bewezen. Vijftig jaren van vrij willigen dienst. Want dit blijft het kenmerkende en ty- peerende van deze groote stedelijke organisatie, zoo gansch anders dan die wij kennen in de dor pen, waar men elkaar burendiensten bewijst. Het spreekwoord zegt: „Vrienden in den nood, duizend in een lood". Maar bij de brandweer is dat precies andersom. Daar staat men dag en nacht klaar om te helpen. Bij uw brandweer is veel traditie; daar is een geleidelijke opklim ming in rang. Men begint met een bescheiden plaatsje, maar kan tenslotte een positie van be- teekenis bij de brandweer krijgen. Ik heb de vroegere huisvesting van uw corps niet gekend, maar het zal U tot voldoening strekken dat gij dit Jubileum moogt vieren in zulk een moderne omgeving. Namens het gemeentebestuur huldig ik u voor uw trouw en voor het vuur. waarmede gij de brandweer hebt bijgestaan. Het gemeentebestuur is u daarvoor dankbaar, evenals de burgemeester als hoofd der politie, welk corps ook zoo vaak bij brandblussching behulpzaam moet zijn." -Tenslotte deelde de heer de Vos van Steenwijk mede dat de regeering op zijn voordracht heeft willen besluiten de groote verdiensten van den heer Spaan te erkennen en hem te benoemen tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Onder langdurig applaus spelde de burgemees ter den jubilaris het eereteeken op de borst. Vervolgens nam de commandant van de Brand weer. de heer C. J. van den Broek, namens het college het woord. In een van groote waar deering en vriendschap getuigende rede wenschte hij den heer Spaan geluk met zijn gouden feest. Spreker herinnerde aan de vele groote dingen, die tijdens zijn commandantschap zijn tot stand ge komen, zooals bijvoorbeeld het afschaffen van de 275 betaalde manschappen bij de stadsspuiten; het afschaffen van de politiehulp aan de Brand weer; de belangrijke werkzaamheden van den heer Spaan bij de volautomatiseéring, waardoor de Haarlemsche Brandweer de beste sein-inrich- ting in Nederland heeft gekregen. Tenslotte her innerde spreker aan den bouw van het moderne gebouw aan de Gedempte Oude Graeht. Namens het college overhandigde de comman dant aan den heer Spaan een fraai gouden hor loge met inscriptie. Namens de brandmeesters bood de heer P. B. Kerkhof den jubilaris met eenige toepasselijke woorden een fraaie klok aan. Dr. C. Spoelder sprak vervolgens namens de vrijwilligers en als voorzitter van de „Tien". „Als ambtenaar in dienst der Overheid ben ik beter dan iemand anders in staat te beoordeelen wat bet is 50 jaar in semi-overheidsdienst te zijn. Gij hebt de brandweer zien evolueeren van een bijna middeleeuwsche instelling tot een mo derne organisatie. Ge zijt voor ons altijd een voorbeeld geweest. Ik durf zeggen dat wij tot u opzien als naar iemand, tot wien wij ons moe ten richten, maar wiens voorbeeld wij niet zul len kunnen bereiken. Als geschenk bood Dr. Spoelder den heer Spaan een radiotoestel aan. De brandmeester F. J. Lourenburg sprak na mens de ladderbrigade. Hij herinnerde aan de vele groote branden, die in de halve eeuw hebben plaats geha. Als de brand afgeloopen was moest de ladderbrigade alles nog even nazoeken om te kijken of er geen vuur meer aanwezig was. Maar meestal was dit overbodig want de heer Spaan had in den regel alles al nagespeurd om te kun nen zeggen: „Het vuur is er uit!" Deze hartelijke toespraak ging vergezeld van een fraai geschenk van Delftsch aardewerk, be staande uit een vaas en een kandelaar. Namens het vaste personeel der brandweer overhandigde de heer A. C. J. Grootenboer een fraai^gekleurde ets; hij sprak eveneens zeer wa^rdeerende woorden. De heer Spaan dankte tenslotte voor de Ko ninklijke onderscheiding en voor de hem door alle sprekers gebrachte hulde. Een prins als vrijwilliger in Finland. HELSINKI, 9 Januari. Prins Ferdinand von und zu Liechtenstein is alhier aangekomen om als vrijwilliger bij de Finsche troepen dienst te ne men. (United Press) Italiaanse!) wapentransport door de Duitschers vastgehouden. Russische «legatie te Stockholm stelde zich met Berlijn in verbinding. KOPENHAGEN, 9 Januari. Goedinge- lichte kringen vernemen uit Trelleborg dat verscheidene wagenladingen wapens, uit Italië afkomstig en bestemd voor Finland, in de Baltische haven Sassnitz worden vastgehou den. In de Zweedsche bladen was van dit transport melding gemaakt, waarop de Russi sche legatie te Stockholm zich met Berlijn in verbinding stelde. Als gevolg hiervan werd het transport vastgehouden (United Press). Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur beslaat 1 Juli 80 jaar. Op 1 Juli a.s. zal de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur 80 jaar bestaan. In verband met de tijdsomstandigheden zal er ech ter van een feestelijke viering naar alle waar schijnlijkheid niets komen. Een Rembrandt? MOSKOU, 8 Januari (I-lavas). In kisten, die achtergelaten waren in het „Ossolineum Iwow" een stichting, die in het begin van de Negen tiende eeuw opgericht was, is het origineel ge vonden van een schilderij van Rembrandt, „Por tret van een onbekende vrouw". Ook in het origineele manuscript van den roman van Adam Mickiewitsj, „Pan Tadeuz" gevonden. aan het woord. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet ge plaatst, wordt de kopij den inzender niet terug- Qer" "71. Slotwoord inzake Don Quichote. Het is niet mijn bedoeling op te komen tegen het naschrift van Dr. Schroder bij mijn opstel over de vraag: „Wte wordt door Don Quichote in beeld gebracht?" Tot recht verstand moge dienen, dat Dr. Schroder nu gewaagt van: „een (ik spatieer) Don Quichote en niet meer van: „De groote Don Quichote, die de wereld genezen zou". Had hij dit dadelijk gedaan, dan zou ik de schouders hebben opgehaald en 't mijne hebben gedacht. Maar: „de groote D. Q." is geheel iets anders. Wie hiermede en nog wel in een artikel vlak na Kerstmis bedoeld werd, behoef ik niet te zeggen. Hiertegen ging mijn protest, want dit noemde ik en noem ik nog een profanatie. A. VAN DER FLIER. In mijn artikel sprak ik over „den eenen" (en niet: den grooten) Don Quichote; in mijn naschrift over „een Don Quichote". Is dit ver schil groot genoeg een discussie te wettigen? Met het slot van mijn beschouwing heb ik niets anders bedoeld dan: het idealisme blijft bestaan, ondanks alles. Laten we toch genoeg idealist zijn om te vertrouwen dat eens het idealisme over de wereld zal zegevieren. Met den mensch die naar het ideaal streeft behoeft geenszins Jezus bedoeld te zijn en dat is ook in het gehel niet mijn bedoeling geweest. SOHjRaDER. (Discussie gesloten. Red. H.D.) HAARLEM. Dinsdag. EEN SLACHTOFFER VAN DE GLADHEID. Maandagmiddag kwam een autobus op den hoek van de Leidsclieslraat en Gasthuislaan in botsing met een vrachtauto, die door de gladheid niet vlug genoeg kon stoppen. De autobus werd in een bloemenzaak gedrukt. De vernielde pui. Per soonlijke ongelukken kwamen gelukkig niet voor. Toen net echtpaar in een prachtige DoscünjKe streek was oeiana. zei mijn heer Dinges: „Vrouw, nu wordt het zoet- jes-aan tyd, dat we een plaatsje zoeken waar wij de tent kunnen opslaan." Et) dus zette het echtpaar de twee-persoons fiets tegen een boom en ging den heuvel op, onderband bun oogon goed den kost Op den top van den neuvel, waar ze een prachtig uitzicht hadden, besloot het echt paar de tent op te slaan. Mijnheer Dinges trok zyn jasje uit, sloeg de haringen in den grond en zette de tent. „Eenig", zei mevrouw, „hé. wat is 't hier mooi!" En opgetogen begon zij een reismandje uit te pakken, daarby allerlei heerlijke dingen te voorschijn iooxerend. Terwijl mijnbeer Dinges buiten de tent nog bet een en arsier nakeek, was z(jn vrouw binnen aan den slag gegaan: zy zou pannekoekjes bakkenOp een ge geven oogenblik snoof Dinges een heerlij ken geur op cn nieuwsgierig stak hy z'n hoofd naar binnen om te kijken wat er gebakken werd. Daardoor zag hy niet, dat er iemand den heuvel opkwam* Verontrustende berichten over de uitbreiding dei ziekte HAARLEM. Dinsdag. Een bericht elders in dit nummer meldt, dat men de oorzaak van de verspreiding van hei miltvuur onder het vee ,die de laatste weken ab normale afmetingen is gaan aannemen, op hel spoor meent te zijn gekomen. Het is gebleker dat veevoeder afkomstig uit een veevoederfabriei te De Bildt van ondeugdelijke kwaliteit is en var regeeringswege is dan ook, nadat verleden weeï reeds maatregelen waren getroffen, de bestrijding met kracht ter hand gevat, waartoe natuurlijk in de eerste plaats bedoelde fabriek onder toe zicht werd gesteld. Al Is hiermede naar men vertrouwt de broc van het kwaad opgespoord het zal niettemin alle inspanning vergen, de ziekte naar dec eisch te beteugelen. Immers het miltvuur is eer der allergevaarlijkste infectieziekten onder het vee, omdat de bacil zich zeer gemakkelijk ver spreidt en alleen door onmiddellijke verbranding der cadavers kan worden bestreden. Zooals men weet heeft de bacteriologie in het laatst van de vorige eeuw een serum tegen het miltvuur ont dekt. Tot dien tijd waren miltvuur-epidemieën, die vaak duizenden stuks vee, runderen, varken* en schapen eischten, allerminst zeldzaam. Miltvuur komt ook bij den mensch voor. Hei is echter onnoodig, zich overdreven bezorgd te maken daar men aanneemt, dat de melk de miltvuur-bacil practisch niet verspreid. Dat vooi het overige een verstandig mensch de melk kookt onder alle omstandigheden is bekend genoeg. Hedenmorgen hebben we een onderhoud ge had met den heer H. J. Odé, Inspecteur van den Veerartsenijkundigen Dienst voor Noord-Hol land en hem gevraagd naar den omvang van het miltvuur in de laatste weken. „In de laatste vier weken" aldus de heer Odé, zullen er in mijn inspectie een zestig gevallen zijn voorgekomen. Normaal is, dat in een jaar een 15 a 20 gevallen voorkomen. Ofschoon men nu nog niet dadelijk van een epidemie behoeft te spreken blijkt hier wel uit, dat we hier met een sterk verontrustende toeneming te doen hebben. Vooral, omdat deze over geheel Neder land voorkomt, in Zuid-Holland en Friesland zelfs nog erger dan hier, terwijl ook in het Zui den de uitbreiding van belang is. Inderdaad schijnt het wel. dat het ondeugde lijke beendermeel de oorzaak van de ziekte is. Geheel positief kan men dit weliswaar niet zeg gen, omdat voor zoover mij bekend, in het ver dachte veevoeder de bacil nog niet is aangetrof fen. Toch is de waarschijnlijkheid groot, dat de oorzaak daarin gezocht moet worden. De ver klaring zou dan d«ze kunnen zijn: het heender- meel komt van alle hoeken der wereld, ook wel uit gebieden, waar men het miltvuur allerminst nog onder de knie heeft. Is in zulk een besmet gebied nu een partijbotten verbrand, dan is dit beendermeel besmet een kan alleen door sterke verhitting bacterievrij worden gemaakt. En dat schijnt men nu juist in die Utrechtsche fabriek te hebben nagelaten. „Welke maatregelen zijn er nu vanwege uw dienst genomen?" „In diverse meetbedrijven is dit meel terecht gekomen om te worden gemengd tot veevoeder. Wij hebben dus deze fabrieken bezocht en de nog aanwezige voorraden, belangrijke par tijen zijn geblokkeerd. Het verdachte voedsel wordt dus niet verder afgeleverd. Maar waar zit het veevoeder, dat de laatste maanden door deze fabrieken aan haar afnemers is geleverd? Waarschijnlijk voor het grootste deel bij de boe- ren, die er van gevoerd hebben of er nog va.u voeren. En nu is het aan de hand van de fa- brieksadministratie wel mogelijk, na te gaan, waarheen het is verzonden, maar het is te be grijpen, dat het heel wat werk en moeite kost, al die kleine hoeveelheden nog te achterhalen. En in dien tijd wordt het opgevoerd". .Zijn het alleen runderen, die door de ziekte zijn aangetast?" „Practisch wel. Er was onder de sterfgevallen één paard en één hond. Wat den laatste betreft, verondersteld wordt dat deze in een stal-is ge weest, waar een besmet stuk vee geslacht is. En hier dient op een groot gevaar gewezen. Wanneer een boer een ziek rund heeft, is hij al spoedig geneigd tot een z.g. noodslachting, d.w.z. hij laat het dier in den stal slachten en het vleesch daar na aan het abattoir keuren. Is nu miltvuur de oorzaak van de ziekte, dan is zulk een stal hevig besmet en levert het grootste gevaar op voor mensch en dier, zoodat stal en omgeving aller zorgvuldigst ontsmet moeten worden. Maar in dien tijd kan de rest van het vee besmet zijn niet alleen, maar, als in bovenstaand geval, een hond kan er rondgesnuffeld hebben en de ziekte heb ben opgeloopen, om er niet van te spreken dat ook een mensch die een klein wondje heeft, het grootste gevaar loopt. Daarom kan den boeren niet genoeg op het hart worden gedrukt, zoodra ze een rund op stal hebben, dat ziekteverschijnselen vertoont, in het bijzonder dat verhoogde temperatuur heeft, voor al niet tot slachting over te gaan, maar den vee arts te raadplegen". „Acht U de reeds aangerichte schade groot?" „Ja, vooral in deze buurt. Vooreerst zijn de slachtoffers vooral melkkoeien, omdat die in de eerste plaats voor krachtvoer in aanmerking komen het jongvee kan het met wat slapper voedsel stellen en voorts omdat er in Noord- Holland van veeverzekering over het algemeen weinig terecht komt. althans veel minder dan elders, waar men bijvoorbeeld verzekering tegen miltvuur-schade op coöperatieven grondslag organiseert. Een tegenvaller is ook, dat men .gezien het be trekkelijk gering aantal gevallen in normale tijden, aan de Rijksseruminrichting slechts een beperkte hoeveelheid serum aanhoudt, die thans natuurlijk verbruikt is. En het maken van een belpjigrijke hoeveelheid nieuw Serum eischt tijd. Hoewel dus door het stopzetten van de levering van het verdachte veevoeder de oorzaak van het miltvuur waarschijnlijk is weggenomen, blijft de bestrijding der ziekte nog alle aandacht vragen. En tot deze bestrijding kan in de eerste plaats de boer zelf het best medewerken, door het voor radige voer zoo mogelijk niet aan de beesten te geven, vooral geen noodslachtingen te laten ver richten en zoodra een rund ziekteverschijnselen vertoont, den veearts te raadplegen. SNELTREIN NIJMEGEN-DEN BOSCH ONTSPOORD. Locomotief uit de rails. GEEN PERSOONLIJKE ONGELUKKEN. 's HERTOGENBOSCH 9 Januari De snel. trein, die om 9.02 uit Nijmegen naar 's Herto genbosch vertrekt, is vanochtend tusschen Oss en Berghem ontspoord. De trein had nog niet veel snelheid, zoodat slechts de locomotief uit de rails liep. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. De reizigers zijn per extra- trein van Oss naar hun bestemming yervoiji v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6