Chamberlain
over den toestand
Graaf Csaky's reis naar Italië.
M"
Xaezeqxjiny aan steun-
Een vrouwenhand,
Vliegeraanvallen op de
Engelsche oostkust.
De geest in Duitschland.
Militaire hulp van Italië en Joego
Slavië, ingeval Hongarije door
de Russen wordt aangevallen?
RADIO
WOENSDAG 10 JANUARI 1940
1940 EEN
BELANGRIJK JAAR.
aan Finland, geen Cautece ocmatiteit
In een Dinsdagmiddag in het Mansion House
te Londen gehouden rede heeft minister-presi
dent Chamberlain o.a. het volgende gezegd:
Sedert de oorlog verklaard werd, zijn mijn ge
dachten en handelingen slechts op één doel ge
richt geweest alles te doen wat den oorlog tot
een goed einde zou kunnen brengen. Aan dit doel
maak ik al het andere ondergeschikt.
Dit nieuwe jaar, dat waarschijnlijk rijk
aan historische gebeurtenissen zal zijn, is
rustig begonnen, doch het is de rust van de
kalmte voor den storm. Tot dusver is er geen
algemeen treffen geweest. Wij weten niet
hoe lang dit zal duren.
Op zee zien wij het duidelijkst het verloop
der vijandelijkheden in de eerste vier maanden
van den oorlog. Ik geloof dat wij kunnen
zeggen, dat het resultaat niet onbevredigend is.
Sprekend over den strijd in Finland zeide
Chamberlain: De Finnen kunnen er zeker
van zijn dat ons antwoord op de te Genève
aangenomen resolutie niet slechts een for
maliteit zal zijn.
Voortgaande zeide de ministerpresident: Wij
moeten wel opmerken hoe snel de kwade dingen,
waarover ik gesproken heb, zich zouden versprei
den, tenzij er paal en perk aan wordt gesteld.
Thans is het de beurt van Finland, te worden
aangevallen door een mogendheid, waarmede
Duitschland een onzalig pact heeft gesloten. Fin
land vecht thans tegen de macht van on
nadenkend geweld, zooals wij zelf vechten.
Finland's schitterende successen vervullen ons
met bewondering voor zijn heldhaftigheid.
Na woorden van medegevoel te hebben ge
wijd aan de aardbevings- en overstromings
rampen in Turkije, vervolgde Chamberlain:
Niets zou meer de taak van een vreed-
zamen wederopbouw vergemakkelijken dan
uitbreiding van de Britsch-Fransche finan-
cïeele en economische samenwerking tot
andere naties in Europa en misschien de
de geheele wereld.
Chamberlain vervolgde: De mobilisatie van
het menschenmateriaal voor militaire doeleinden
in dit land geschiedt reeds op uitgebreide schaal.
Ik ben er zeker van dat ons volk één is in den
vasten wii den oorlog te winnen, doch niet zoo
zeker dat het begrijpt, waarvoor het gesteld is.
Wij moeten het stellen zonder vele dingen, die
wij zeer zullen missen. Steeds meer menschen
schakelen wij in in de productie van oorlogs
materiaal.
Ik zeg niet, zoo vervolgde de premier, dat wij
het toppunt bereikt hebben van onze eischen
aan de rijkere klassen, doch haar levensstandaard
is reeds merkbaar lager geworden. Ik wil niet
zeggen dat er geen loonsverhoogingen moeten
zijn, doch 't zou een fout zijn de loonen te verbin
den met de kosten van levensonderhoud.
Wij moeten sparen, wij moeten den invoer
Controleeren, wij moeten het stellen zonder on-
noodige artikelen. Wij aarzelen niet-, iets aan de
rantsoenlijst toe te voegen, wanneer de nood
zakelijkheid hiervan zich opdringt.
Het Duitsche volk moet. naar Chamberlain
verder zeide, beseffen dat de verantwoordelijk
heid voor het voortduren van dezen oorlog en
al het lijden, dat het komende jaar nog met zich
mee zou kunnen brengen, bij hen ligt, evenals bij
de tyrannen, die boven hen staan.
die ls avonds even met Purol wordt inge
wreven, is, hoe ruw en rood zij ook van het
huishoudelijk werk moge zijn, weer spoedig
wit als sneeuw en zacht als zij. Doos 30-60 ct.
(Adv. Ingez. Med.)
De Duitsche luchtaanvallen op
Britsche oorlogsschepen.
Slechts driemaal werd een oorlogsschip
geraakt, aldus een mededeeling van
Engelsche zijde.
Van gezeghebbende Engelsche zijde wordt
medegedeeld dat vijandelijke vliegtuigen se
dert het uitbreken van den oorlog slechts drie
maal een Britsch oorlogsschip met bommen heb
ben kunnen treffen. Deze drie door Duitsche
bommen getroffen oorlogsbodems zijn de
„Iron Duke", die als oefenschip dienst doet, de
torpedojager „Mohawk" en de kruiser
„Southampton". In het geval van de „Iron
Duke" en dat van de „Mohawk" troffen de bom
men niet rechtstreeks doel, doch vielen zij wel
zoo dichtbij dat de bomsplinters schade konden
aanrichten. Er wordt op gewezen, dat het vlieg
kampschip „Ark Royal" zelfs niet beschadigd
is. in talrijke duels met Duitsche vliegtuigen,
zoo besluit men, hebben de Britsche oorlogs
schepen steeds gezegevierd.
ENGELSCH TANKSCHIP OP DE
NOORDZEE VERGAAN.
Vermoedelijk op een mijn
geloopen.
TWINTIG DOODEN?
Het Britsche tankschip „Liberty" (8.485 ton)
is naar Reuter meldt, tijdens het weekeinde in
de Noordzee gezonken, naar men ge
looft ten gevolge van het stooten op
een mijn. Men vreest dat twintig man,
waaronder de kapitein, om het leven gekomen
zijn. Achttien overlevenden zijn uit Frankrijk
in een Kanaalhaven aangekomen. Een der red
dingbooten was omgeslagen.
Nader wordt vernomen dat de bemanning, na
dat een ontploffing een gat in het vaartuig had ge
slagen, zich in de reddingsbooten had begeven, uit
vrees, dat -bramd aan boord zou uitbreken. Daar
van een dergelijken brand niets bleek, keerden de
kapitein en verscheidene anderen weer aan boord
terug. Enkele minuien later deden zich twee he
vige ontuloffingen voor en vrijwel onmiddellijk ver
dween het schip in de diepte.
De premier besloot met de woorden: Wij wor
den gesteund door de volken van het Imperium,
door de macht en de vastberadenheid van onzen
grooten en moedigen bondgenoot Frankrijk en
door de moreele goedkeuring van allen, die be
seffen, dat het lot der beschaving verbonden is
met ons succes. Tegen zulk een combinatie zullen
de machten van het kwade vergeefs vechten.
HET FRANSCHE PARLEMENT
BIJEEN.
Herriot herkozen tot voorzitter
der Kamer.
Dinsdagmiddag is het Fransche parlement
voor het eerst in 1940 bijeengekomen. De zitting
van den senaat werd om 19.40 uur geopend
onder voorzitterschap van het oudste lid Dame
cour, die de gebruikelijke openingsrede uit
sprak. Hij herinnerde eraan dat het parlement
een functie moet vervullen van controle en
samenwerking met de regeering, waarna hij
zeide, dat Frankrijk en Engeland hun hulpbron
nen en oorlogslasten regelen en zoo zeer vereend
zijn, dat mén zou kunnen zeggen, dat zij slechts
één natie vormen. Zij zijn vastbesloten den „to
talen oorlog" te voeren en zullen tot de over
winning stand houden.
Damecoux eindigde met hulde te brengen
aan de geallieerde legers en regeeringshoofden.
De Kamer werd eveneens om 15.40 uur ge
opend onder voorzitterschap van het oudste
lid, Lévy Alphandéry.
Onmiddellijk in den aanvang deed zich een
incident voor, veroorzaakt door de aanwezig
heid van zeven gemobiliseerde communistische
afgevaardigden. Na een korte schorsing werd
besloten, dat hun geval bestudeerd zou worden
door het voorloopige bureau. Dit bureau be
sliste, dat de kwestiezal worden voorgelegd
aan de Kamer, onmiddellijk na de installatie
van het definitieve bureau.
Bij de hervatting der zitting sprak .Lévy
Alphandéry zijn openingsrede uit, waarin hij, na
hulde gebracht te hebben aan de Britsche -
Fransche troepen, o.a. zeide, dat het geen enkel
Franschman, op straffe van verraad te plegen,
meer veroorloofd is onwetend te zijn omtrent
den zin en den verschrikkenj ken inzet van den
strijd, die het land is opgelegd. Het gaat om
slavernij c.f herstel van den eerbied voor de
menschelijke vrijheid en veiligheid.
Tijdens de rede van Alphandéry deed zich
wederom een incident voor door de communisten
Na de passage, waarin Alphandéry hulde bracht
aan het leger stonden alle afgevaardigden op
met uitzondering van de communisten. De ver
gadering gaf krachtig uitdrukking aan haar
verontwaardiging en op voorstel van Alphandéry
werd een motie van afkeuring aangenomen en
besloten deze leden te verwijderen. De commu
nistische afgevaardigden werden daarop naar
buiten geleid.
De achtergebleven Kamerleden zongen eens
gezind de Marseillaise en Alphandéry zette zijn
rede voort. Na zijn rede las hij een schrijven
voor van Daladier, die zich verontschuldigde
in verband met het hem overkomen ongeval
niet aanwezig te kunnen zijn.
De Kamer ging vervolgens over tot de verkie
zing van een president en van de andere leden
van het bureau.
Herriot werd met 350 van de 434 stemmen
herkozen tot voorzitter.
Nader meldt Havas: Vier communistische af
gevaardigden, Mercier, Michels, Guyo, en
Grenier zijn door de Kamer tijdelijk uitgeslo
ten. Deze maatregel brengt met zich mede, dat
hun verboden wordt deel te nemen aan de werk
zaamheden van de Kamer, waar zij niet meer
zullen mogen verschijnen dan na het verstrij
ken van den vijftienden dag der zitting, die
volgt op de zitting, waarin tot de maatregel
besloten werd. Bovendien brengt deze straf
met zich mede, dat de afgevaardigden de helft
Drie schepen tot
zinken gebracht.
De Engelsche admiraliteit deelt mede dat
gemeld wordt, dat vijandelijke vliegtuigen
Dinsdag aanvallen hebben gedaan op kleine,
niet geëscorteerde koopvaardijschepen op de
Noordzee.
Volgens ontvangen berichten werden drie
schepen tot zinken gebracht: le: het Brit
sche stoomschip „Gowrie" (689 ton); alle
leden der bemanning werden door een
Deensch schip gered.
2e: het Deensche schip „Ivan Kondrup"
(239 ton); elf leden der bemanning werden
gered en door een Britsch schip aan land ge
zet, doch tien man worden nog vermist.
3e: Het Deensche schip „Feddy" (955 ton)
Omtrent het lot der bemanning zijn nog geen
berichten ontvangen.
Bij hun aanvallen op de scheepvaart voor de
Engelsche oostkust hebben de Duitsche vlieg
tuigen volgens Reuter ook vijf Finsche visschers-
vaartuigen voor de Schotsche oostkust met ma
chinegeweren beschoten. Niemand der opvaren
den werd echter gewond en de bootjes konden
veilig thuiskomen.
Het schijnt dat een stoomschip de aandacht
van de visschers heeft afgeleid en dat de vlieg
tuigen daarop koers zetten in de richting van dit
schip. Later werd dien kant uit het geluid van
ontploffende bommen gehoord.
Men heeft o.a. twee Heinkel-machines waar
genomen.
Twee niet geïdentificeerde vliegtuigen héb
ben Dinsdag op groote hoogte gecirkeld boven
een stad in het gebied van de Firtlh of Tay in
Schotland. Zij zetten daarop koers naar zee. waar
later vier zware ontploffingen werden gehoord.
Britsche gevechtsvliegtuigen stegen op en keer
den later terug. Tengevolge van den mist kon
geen contact met de vijandelijke toestellen ver
kregen worden.
Een mededeeling van het Duitsche Nieuwsbu
reau zegt-
„Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben Dinsdag
een verkenningsvlucht naar de oostkust van En
geland en Schotland ondernomen. Daarbij zijn
verscheidene gewapende patrouillevaartuigen en
koopvaardijschepen, die door deze vaartuigen ge-
convoyeerd werden, aangevallen en vernield.
Alle vliegtuigen zijn onbeschadigd terugge
keerd.
Een doode en vele gewonden op
lichtschip.
Naar wij Dinsdag reeds in een groot deel der
oplaag meldden is ook een Engelsch lichtschip
door vliegtuigen getroffen. Hierbij werden min
stens 32 schepelingen gewond. Een officier kwam
om het leven.
De Duitsche vliegmachines beschoten volgens
United Press, het dek met machinegeweervuur
gedurende een half uur, met korte tussclhen-
poozen.
De ambulance, die de slachtoffers afhaalde in
een haven aan de oostkust, vervoerde zestien ge
wonden van het lichtschip; acht hadden wonden
aan hoofd en gelaat en werden verbonden, doch
behoefden niet opgenomen, acht anderen werden
in een ziekenhuis opgenomen. De reddingboot
van de kust bracht de overige gewonden aan
boord, eveneens acht in getal.
De reddingboot van de kustwacht, die de an
dere gewonden alsmede acht ongedeerden
aan land zal brengen is totdusverre nog niet in
de haven aangekomen. Het lichtschip was juist
buitengewoon vol daar het manschappen aan
boord had ter aflossing van de bemanning van
andere lichtschepen.
Velen der manschappen kregen hoofdwonden
door granaatscherven, die naar men aanneemt
afkomstig waren van het afweergeschut van het
schip, dat het vliegtuig aanviel. De bemanning
van het schip zag rook uit het Duitsche vlieg
tuig komen toen het vluchtte. Men gelooft dat
minstens vier bommen op het lichtschip zijn ge
worpen.
Hoerastemming is aan het verdwijnen.
Onrust over omsingelingspolitiek
van de tegenpartij. Meer
voorlichting van het publiek.
Onze Berlijnsohe correspondent schrijft ons
d.d. 5 Januari:
Degenen, die er vast op rekenden, dat nog
vóór Kerstmis „die onzinnige oorlog" afgeloopen
zou zijn en dat waren er in Duitschland heel
wat meer dan men in het buitenland schijnt te
weten zijn bedrogen uitgekomen. .Sommigen
van hen hopen nu, dat Paschen een bevredi
gende oplossing zal brengen. En de meerderheid
der bevolking schijnt de overtuiging te koeste
ren, dat althans op het eerstvolgende Kerst
feest deze oorlog geen schaduiw meer zal wer
pen. Die zienswijze vat men als het ware samen
met de veelzeggende woorden: „1940 is het jaar
der beslissing!"
Ihtusschen beginnen de weerbare mannen, die
nog niet opgeroepen zijn of die aan het einde
van den Poolschen veldtocht weer huiswaarts
mochten keeren, zich al meer en meer vertrouwd
te maken met de gedachte, dat ook zij van de
partij zullen zijn, wanneer de oorlog dit voorjaar
nu werkelijk losbreekt. Dat de huidige staat van
beleg eeuwig zal kunnen voortduren wordt min
der waarschijnlijk geacht, ofschoon men er van
overtuigd is, dat een bestorming van de Magi-
not-linie een even dolle onderneming zou zijn
als een offensief tegen den Westwal.
van hun parlementaire vergoeding gedurende
twee maanden niet ontvangen, terwijl voorts
in hun kieskring een uittreksel uit het proces
verbaal over de motie van afkeuring aange
plakt zal worden. Na hun uitsluiting vertrokken
de vier afgevaardigden uit het parlementsge
bouw, na hun militaire uniformen te hebben
aangetrokken De twee andere communistische
afgevaardigden, Dewez en Parsal, die zich aan
gesloten hadden bij de hulde aan de gemobili-
seerden en een derde, Benenson, die op dat oogen-
blik niet in de zaal aanwezig was, waren niet
betrokken bij het incident.
Onze correspondent te Boedapest schrijft:
'EN heeft in Hongarije van officieele zijde
lang getracht vol te houden dat de reis
van graaf Csaky alleen maar van parti-
ticulier karakter was en in het geheel
geen politieken achtergrond had. Doch in diploma
tieke en journalistieke kringen wist men natuurlijk
maar al te goed dat hij daarginds zijn Italiaanschen
collega graaf Ciano zou ontmoeten en dat er be
langrijke kwesties ter sprake zouden worden ge
bracht.
Er is kort geleden een Italiaansche militaire
commissie in Hongarije geweest. Het heette, dat
deze alleen maar kwam spreken over het leveren
var. wapenen en van oorlogstuig van Italië aan
Hongarije, maar het schijnt, dat er door de Italia
nen en de Hongaren nog over heel wat andere
dingen onderhandeld is.
Namelijk over wat er zal gebeuren, wanneer
Rusland toch zal trachten Karpato Rusland
(Roethenië) binnen te dringen, de streek, die in
de maaand Maart van het vorige jaar, na het
uiteenspatten van Tsjecho Slowakije, bij Hon
garije werd gevoegd. Het schijnt, dat Italië in
zulk een geval geen oogenblik zal aarzelen
Italiaansche troepen naar Hongarije te zenden.
Deze zouden dan over Joego Slavisch gebied
naar Hongarije moeten komen. Men acht het
niet uitgesloten, dat dan Joego Slavië tegelij
kertijd een troepenmacht zou meesturen.
In Italië werd in de laatste weken opmerkelijk
veel over het Hongarije in het noordoosten be
dreigende gevaar van de Russen geschreven. En de
vriendschappelijke betrekkingen tusschen Hongarije
en Joego Slavië zijn ook in den laatsten tijd steeds
hechter geworden. Over de kwestie van de in den
Joego-Slavischen staat wonende Hongaarsche na
tionale minderheid wordt thans in het geheel niet
meer gesproken. En men verwacht binnen korten
tijd het bezoek van een Joego-Slavischen minister
te Boedapest.
Men heeft thans in Hongarije twee vleeschlooze
dagen ingevoerd. Maandag en Vrijdag. Geheel
vleeschloos zijn zij echter niet, want men zal op die
dagen weliswaar nergens gewone vleeschsoorten
kunnen koopen en deze ook in geen restaurant of
eethuis voorgezet krijgen, maar toch wel alle moge
lijke soorten wild en gevogelte en visch, alsmede
vetten, ossetong en varkenstong en rundertong en
lever en dergelijke. Valt een Maandag of een Vrij
dag met een feestdag tezamen, dan kan men weer
alles krijgen waarnaar het hart, of liever gezegd
het verhemelte, verlangt.
Men heeft deze nieuwe bepaling ten deele inge
voerd, omdat er nog steeds in het naburige Duitsch
land zooveel stemmen opgaan, die er verontwaar
digd over zijn dat de Hongaren in zulk een over
vloed leven en ten deele ook omdat er weliswaar
geen gebrek aan vee is, maar men ervoor moet
oppassen dat het voer voor het vee, speciaal voor de
varkens niet te schaarsch wordt. Veel varkensvoer
werd steeds uit Roemenië ingevoerd en met dat
land zijn moeilijkheden ontstaan.
De Russen zijn nog steeds druk bezig communis
tische propaganda in Karpato Rusland of Roethe
nië te maken. Zij smokkelen nog voortdurend groote
hoeveelheden pamfletten over de grens, maar hun
anti-Hongaarsche radio-campagne is iets minder fel
geworden. Want zij was hoofdzakelijk bestemd om
door de bewoners van Roethenië opgevangen te
worden, "doch de bevolking is er over het algemeen
zóó arm, dat zij er geen radiotoestel op na kan hou
den. Veel menschen huizen er met hun varkens er
hun geiten in één vertrek
BEKAAR.
De massa leert den
werkelijken toestand kennen.
Na een langdurige aarzeling schijnen zoowel
de Duitsche pers als de anders toch zoo actieve
radio het oogenblik gekomen te achten om de
groote massa eens wat uitvoeriger op de hoogte
te brengen omtrent den werkelijken stand van
zaken.
In de eerste oorlogsmaanden heeft men de
openbare meening in het Derde Rijk als het ware
in slaap gewiegd door onafgebroken de publieke
aandacht op te eischen voor de successen van
de Duitsche weermacht in het Oosten. Daarnaast
stelde men dan de werkloosheid der geallieerden
in het Westen, waaraan men de verklaring gaf
van een soort radeloosheid tegenover den on-
rieembaren Westwal.
Daarna verviel men in een directe hoerastem
ming, die gebaseerd was op de vele schepen.,
welke dag-in, dag-uit door Duitsche torpedo's
en mijnen ten onder gingen. Eigenlijk bestaat
deze hoerastemming nóg, ook al heeft de tra
gische ondergang van de Admiral Graf
Spee" en zijn kapitein een eigenaardig licht ge
worpen op de uitvoerige beschrijving, welke
men even tevoren van zijn heldhaftige daden
gegeven had. De breede massa moge dan voor
dezen nieuwen oorlog al heel weinig geest
driftig gestemd zijn, ze twijfelt er niet aan, of
de moeilijkheden op het gebied der levensmid-
d^lenvoorziening moeten in Frankrijk en Enge
land minstens even groot zijn als in Duitsch
land. Men gaat zelfs nog een stapje verder.
Dat merkte ik, toen ik kort geleden weer naar
Berlijn terugkeerde. Mien bestormde mij van
allen kant met de vraag, hoe het er nu werke
lijk bij ons uitziet, of we nog van alles vol
doende hebben om te leven, of er ook bij ons
al zoo 'n tekort heerscht aan specerijen, of we
heusch nog echte koffie en thee en cacao drin
ken, of we kleeren en ondergoed zonder distri
butiekaarten kunnen koopenen nog veel
meer. Ik heb deze vragen met de vereischte
voorzichtigheid beantwoord, want het ligt nu
eenmaal in de menschelijke natuur, dat men
jaloersch wordt op menschen, wien het beter
gaat en in een tijd van tegenstellingen doet
men verstandiger, die niet onnoodig te ver
scherpen.
Geleidelijk is men er de laatste weken toe
overgegaan het Duitsche volk duidelijk te maken
dat deze oorlog op den duur met anderé wape
nen uitgevochten zal moeten worden dan met
mijnen en onderzeeërs langs de Engelsche kust
en met schermutselingen tusschen patrouilles
in het zoogenaamde Niemandsland tusschen de
Duitsche en de Franschen fortificaties.
De Duitsche tactiek om, globaal gesproken,
alleen rsaar overwinningen en geen nederlagen
te publiceeren, stemt de massa in 't algemeen
echter niet wantrouwend.
De vrees voor omsingeling.
De diplomatieke activiteit in de Scandinavi
sche landen, op den Balkan en in het naburige
Oosten treedt thans al meer en meer op den
voorgrond en langzaam aan begint de eenvou
dige krantenlezer overtuigd te raken, dat de om
singelingspolitiek door het Duitsch-Russische
verdrag geenszins zooals men eenige maan
den geleden met een zucht van verlichting ver
wachtte onmogelijk geworden is maar dat de
Engelschen en de Franschen er hardnekkig aan
blijven vasthouden en zulks niet heelemaal zon
der succes.
Dat de geallieerden voortaan niet alleen
Duitschland maar ook Rusland met een cordon
van bondgenooten trachten in te sluiten, heeft
in Duitschland een onmiskenbaar gevoel van
onbehaaglijkheid teweeggebracht, hetwelk als
het ware nog versterkt wordt doordat de pers de
vorderingen, welke de omsingelingspolitiek
maakt, eerder aandikt dan verzwakt. Temeer om
dat men het Duitsche volk jarenlang gesugge
reerd heeft, dat het geheel en al op zichzelf aan
gewezen is en moederziel alleen staat te midden
van een wereld vol vijanden, vinden beweringen
dat dozijnen landen gereed staan om met de
geallieerden tegen Duitschland op te treden,
grif geloof.
Met behulp van de groote landkaarten, welke
overal hangen, tracht de man van de straat zich
een duidelijk beeld te vormen van hetgeen hem
en zijn land nog te wachten staat. Noorwegen
en Zweden zouden zich met de geallieerden en
Finland kunnen verbinden om een wal op te
werpen tegen den Russischen bondgenoot en
tevens de contróle in handen te nemen van de
Oostzee. Met den Duitschen overzeeschen han
del ware het dan voorgoed gedaan. De Balkan-
staten zouden onder het patronaat van Turkije
een gevaarlijke wig kunnen drijven tusschen de
Duitsche Zuid-Oost-grens en de belangrijkste
Russische ertsgroeven en olievelden. Voorts lig
gen Iran en Irak, in den rug gesteund door Sy
rië en Afghanistan, uiterst gevaarlijk ten op
zichte van Rusland, wanneer generaal Weygand
er in zou slagen Engeland's toestemming te
krijgen voor een opmarsch van Fransche kolo
niale troepen naar de petroleumvelden van Ba
koe. De Duitsche pers zegt meestal op gezag
van de Italiaansche bladen dat de Engelschen
een bescherming van de Mosoel-Hjn voldoende
achten en van generaal Weygand's opmarsch
naar Bakoe niets willen weten, omdat Frankrijk
op die manier ook een soort oliemagnaat zou
worden, wat zij tot eiken prijs willen vermijden
Zoo gezien is het natuurlijk van weinig be
lang, dat er bij tijd en wijle een paar Engelsche
bomvliegtuigen boven de Duitsche Bocht wor
den neerzrhaald èn dat er zoo nu en dan een
paar leden van een Fransche patrouille gevan
gen genomen worden. Zelfs het feit, dat de En
gelschen reeds een vrij groote hoewel naar ver
houding geringe tonnage aan handelsschepen
verloren hebben verliest veel van zijn beteeke-
nis, wanneer Duitschland hier tegenover van
zijn handelsbetrekkingen en van al zijn
grondstofleveranciers afgesneden zou kunnen
worden. Ongetwijfeld zijn we zoover nog lang
niet, maar dat zijdie in het Derde Rijk de open
bare meening leiden, het voor juist achten, de
bevolking op de mogelijkheid eener zoodanige
ontwikkeling te wijzen, verdient ongetwijfeld ook
onze aandacht.
Steeds meer synthetische producten.
Na zooveel ernstige problemen willen wij deze
beschouwing over de stemming in de Rijks
hoofdstad met een op zichzelf heugelijk feit be
sluiten. Op 2 Januari noteerde onze kalender het
laatste kwartier van dë maan. Dat wil zeggen,
dat we minstens tot 9 Januari des avonds in ab
solute duisternis gehuld zijn, wat bij den ster
ken sneeuwval der laatste dagen verre van aan
genaam is. Maar „als de nood het hoogst is, dan
I. G. Farben het dichtst nabij!" Dit wereld
vermaarde consortium Duitschland heeft er
zijn synthetische benzine en rubber reeds aan
te danken zal naar verluidt het Duitsche volk
weldra ook aan synthetische peper en andere
specerijen en naar ons plechtig verzekerd werd,
ook aan synthetischekoffie helpen. Thans
staat-men op het punt om de absolute duister
nis van Berlijn radicaal uit den weg te ruimen.
In de laboratoria van de I. G. Farben heeft men
een procédé ontwikkeld, waardoor het mogelijk
wordt om met geringe kosten in groote hoe
veelheden uit teer een phosforiseerende verfstof
af te scheiden, waarmee men thans reeds doen
de is trappen en stoepen, trottoirs en verkeers
punten, ingangen van theaters, bioscopen, café's
en winkels duidelijk zichtbaar te maken! Als de
voorteekenen niet bedriegen, zullen we dus bin
nen kort in een helsche duisternis van maan-
looze avonden en nachten weer met iets minder
gevaar voor ons lichamelijk welzijn boodschap
pen kunnen doen en den riskanten tocht naar de
dichtstbijliggende tramhalte kunnen onderne
men.
Griep, Kou, Pijn. hïpm°ti$biS
altijd een poeder of cachet van Mljnhardt*
Mijnbardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 er.
Cachets, genaamd, ,Mijnhardtjes"2st. 10ct.Doos50cB
(Adv. ingez. Med.)
PROGRAMMA
DONDERDAG 11 JANUARI.
HILVERSUM I 1875 en 414.4 M.
AVRO-Uitzeiuling.
.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00
Morgenwijding. 10.15 Gewijde muziek (gr. pl.).
10.30 Voor de vrouw. 10.35 Omroeporkest.
11.00 Weekoverzicht. 11.15 Omroeporkest en so
list. 12.15 AVRO-Dansorkest. 12.45 Berichten ANP
gramofoonmuziek1.00 Gramofoonmuziek. 1.15
AVRO-Aeoliah-orkest, 2.00 Voor de Vrouw. 2.30
Viool en orgel. 3.00 Brei- en borduurcursus. 3.45
Gramofoonmuziek. 4.00 Voor zieken en thuiszit-
tenden. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.00 AVRO-week-
kaleidoscoop. 5.30 AVRO-Amusementsorkest en
solist. 6.30 Sporthalfuur. 7.00 Voor de kinderen.
7.05 Voor de militairen. 7.30 Engelsche les. 8.00
berichten ANP, mededeelingen. 8.20 Concertge
bouworkest en solist (ca. 9.10 Cyclus: Bouwers
van Nederland overzee). 10.30 Gramofoonmuziek.
11.00 Berichten ANP. Hierna tot 12.00 AVRO-
Dansorkest.
HILVERSUM II 301.5 M.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12.00 NCRV.
8.00 Berichten ANP. 8.05—9.15 en 10.00 Gra
mofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gra
mofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00
Berichten. 12.15 KRO-orkest. (12.45—1.10 Be
richten ANP, gramofoonmuziek). 2.00 Handwerk-
uurtje. 2.55 Gramofoonmuziek. 3.00 Vrouwen
halfuurtje. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbel
lezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Handen
arbeid voor de jeugd. 5.306.25 Orgelconcert.
6.30 Gramofoonmuziek. 6.45 C.N.V.-kwartiertje.
7.00 Berichten. 7.15 Internationaal overzicht. 7.45
Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. herhaling
SOS-berichten. 8.15 Christ. Oratorium Vereeni-
ging te Haarlem, de Haarlemsche Orkestver-
eeniging en solisten. 9.10 Gramofoonmuziek. 9.30
Causerie: De Kamers van Koophandel in dezen
tijd. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30
Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 11.00 Gra
mofoonmuziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
ENGELAND 391 en 449 M.
(Na 6.20 n.m. ook 342 M.)
12.20 BBC-Harmonie-orkest. 12.20 Radiotooneel
1.20 Berichten. 1.30 De Karl Caylus Players.
2.00—2.20 Orgelspel. 3.20 Concert. 4.05 Variété.
4.20 Berichten. 4.35 Causerie: Talking it over. 4.50
Revue-uitzending. 5.20 Kinderhalfuur. 5.50 Va
riété 6.20 Berichten. 6.35 Causerie. 6.50 Populair
concert. 7.05 Radiotooneel met muziek. 7.50 Va
riété. 8.20 Symphonie-concert. 9.20 Berichten.
9.35 Causerie: War Commentary. 9.50 Variété.
10.35 Avondwijding. 10.55 Ambrose en zijn or
kest. 11.50 Viool en piano. 12.2012.35 Berichten.
RADIO-PARIS 1648 M.
12.05 Zang. 12.15 Altviool-voordracht. 1.05
Zang. 1.35 Pianovoordracht. 2.00 Gramofoonmu
ziek. 2.05 en 2.30 Klarinet-kwartet. 3.20 Sympho
nie-concert. 5.20 Radiotooneel. 6.20 Operette
uitzending. 9.50 en 10.20 Pianovoordracht. 11.05
Radiotooneel. 11.35 Variété. 12.0512.20 Lichte
muziek.
KEULEN 456 M.
5.50 Omroeporkest en solist. 7.40 Gramofoon
muziek. 9.30 Pianovoordracht. 9.50 Gramofoon
muziek. 11.20 Leo Eysoldt's orkest en soliste.
I.15 Muzikaal tusschenspel. 1.35 Populair con
cert. 2.45 Gevarieerd programma. 3.35 Omroep
orkest en soliste. 4.30 Zang en piano. 4.50 Fol
kloristisch programma. 5.20 Gramofoonmuziek.
6.20 Otte Dobrindt's orkest. 7.35 tot sluiting: Zie
Deutschlandsender.
BRUSSEL 322 M.
12.20 en 1,302.20 Gramofoonmuziek. 5.20
Radiotooneel, 6.50 en 7.20 Gramofoonmuziek. 8.20
Voor soldaten. 8.50 en 9.35 Bont programma.
10.3011.20 Omroepdansorkest.
BRUSSEL 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 en 1.30 Radio
orkest. 1.502.20 Gramofoonmuziek. 5.20 Radio
orkest. 6.35 Pianovoordracht. 6.55 en 7.35 Gra
mofoonmuziek. 8.20 Voor soldaten. 8.50'en 9.35
Omroepsymphonieorkest, Omroepkoor en solist.
10.30 Viool en piano. Hierna tot 11.20 Gramofoon
muziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.35 Folkloristisch programma. 8.05 Programma
om de figuur van Mozart. 9.20 Berichten. 9.50
Omroepkleinorkest. 10.20 Politiek overzicht.- Hier
na: Concert. 11.20 Berichten. Hierna: Concert.
II.20 Berichten. Hierna tot. 12.20 Nachtconcert,