Na drie jaar weer
naar Canada
KORT VERHAAL
Z:
Verantwoordeli jkheic
Helleborus Niger.
Door
Dr. W. C. N. VAN DER SLEEN
Tienduizenden levens
vernietigd in de
jacht naar rijkdom
GLETSCHERS VAN ALASKA. Opneming uit een vliegtuig boven Skagway.
Wij waren in de Inside Passage, Binnendoor,
zouden wij in het Hollandsch zeggen en dat be-
teekent-, dat er voor de kust van Alaska zoovele
eilanden liggen, dat groote stoomschepen door
beschutte baaien en zeearmen kunnen varen in
rustig kalm water, tusschen met zwaar dennen
bosch begroeide berghellingen, waar bovenuit
bergen hun massieve rotstoppen verheffen. Ik
kan mij haast niets heerlijkers denken dan zoo'n
tochtje op een luxueus ingericht zeekasteel met
het voortdurend wisselende uitzicht op visschers-
plaatsjes aan stille baaien, groene berghellingen,
helder door de zon beschenen aan den eenen
kant, imposant donker, wanner zij in de schaduw
oprijzen, want boven licht en schaduw beide
torenen steile rotswanden, soms sneeuwbeplekt,
maar meestal bezet met breede groote gletschers.
die hun oorsprong vinden in uitgestrekte blanke
rondingen van hagelwitte sneeuw, die .alle scherpe
contouren verzachten en dan in breeden stroom
omlaag glijden door dalen, die eerst begrensd
worden door loodrechte rotswanden, later door
zachter glooiende hellingen, waarop teer berken
bosch verder omlaag plaats maakt voor het don
kerder groen van dennen en sparren. En de glet
scher zelf doet mee aan deze kleursveranderipg.
Het hagelwit krijgt een groenige tint; waar de
breede gletscher saamgeperst wordt in een nauwe
dalopening ontstaan lengtespleten, die het licht
smaragdgroen weerkaatsen en wanneer nog
dichter bij den zeespiegel de gletsohertcmg zich
waaiervormig uitspreidt en schijnt te botsen tegen
het zware dennenbosch, ontstaan overal barsten,
spleten en scheuren, die honderden meters diep
doordringen in het ijslichaam en de stralende
blauwe kleur van het gletscherijs duidelijk doen
uitkomen, zoodat wij uit onze fauteuil in de
ruime salon van ons schip haast kunnen den
ken, dat wij na uren van zwaar, vermoeiend
klimmen eindelijk een der beroemde uitzicht
punten in onze Alpen hebben bereikt. Een dag
op de Scheidegg leert u minder van gletschers
en bergwereld, dan een uur op een schip tus
schen Petersburg en Skagway. En dat laatste
uur zal in uw herinnering blijven als een tijd
van ongelooflijke schoonheid. Het wordt slechts
door één ding overtroffen en dat is door een uur
vliegen boven de onmetelijke ijsvelden rond
Skagway. Daar ligt een gletscher, die ongeveer
viermaal zoo groot is als de oppervlakte van heel
Zwitserland. Elke week varen twee of drie toe
ristenschepen af en aan door deze prachtige
wateren. Veertig jaar geleden voeren er vaak
vijf per dag, andere schepen echter met heel
andere passagiers. Bijeengekomen van alle hoe
ken der aarde evenals onze verzameling genot
zoekers, maar toen waren het gelukzoekers, aan-
getrpkken door de verhalen van fabelachtigen
rijkdom, die daar in het dal van de Klondike
zoo maar voor het oprapen moesten liggen. Deze
menschen, jong en oud, mannen en vrouwen,
moeten dat landschap heel anders hebben aan
gezien. Zij wisten, dat het beloofde land achter
deze bergruggen lag. Zij moeten met angst en
vreeze hebben opgezien naar de steile rotswan
den en de witte onmetelijkheid, die ons aan
spoort tot juichen en zingen, De donkere dennen-
bosschen, die ons aanlokken als prachtige
kampeerterreinen en ideale streken voor de
jacht met de camera moeten hen vervuld heb
ben met schrik en ontzetting, terwijl ze dachten
aan beeren en wolven en voor de meesten van
hen onbekende gevaren van de wildernis. Wij
reizen in den nazomer. In 1898 kwamen de mees
ten in het vroege voorjaar.
De tocht naar de goudvelden.
Vorst en sneeuw maakten het verblijf aan dek
haast onmogelijk, beneden was alles overvol,
lagen slapenden en zieken op het tusschendek
en in de gangen, maar dit alles was slechts een
kleinigheid, vergeleken bij de ontberingen, die
straks zouden komen. Aan de noordpunt van
het Lynchannel werden de passagiers aan land
gezet, misschien in 20 graden vorst en een flink
sneeuwbuitje. Daarin een tent op slaan en het
je zelf gemakkelijk maken, is niet ieders werk
en velen van hen hadden nog nooit in een tent
geslapen. Achter Skagway en Dyea, de twee
havenplaatsen, strekten zich White-pass en Chil-
kcot-pass uit, als witte hellingen, beplekt met
zwarte punten, menschen opweg omhoog. Er zijn
dagen geweest, dat er twintig- en dertigduizend
menschen in de tentenkampen in Skagway leef
den, zich klaarmakende voor de reis omhoog. De
tocht naar de goudvelden zou zeker een of twee
maanden duren; onderweg zou niets te krijgen
zijn, geen voedsel en geen hulp. Even over de
pashoogte moesten booten worden gebouwd om
daarmee de rivier af te zakken. Wie werkelijk
goed uitgerust wilde zijn had voor zich alleen
een 500 kilo bagage noodig. Pakpaarden, ossen,
honden om de slede te trekken waren alleen voor
ongehoorde sommen te koop. Duizend gulden
Voor een paard of os, driehonderd gulden voor
een goeden trekhond waren gewone prijzen. Een
hoefnagel kostte een dollar, in die tijden f 2.50.
Daar werd geld verdiendmaar hoeveel werd
er niet uitgegeven en ging verloren. Men zegt-, dat
er nog altijd meer geld in Alaska is ingebracht,
dan er tot nu toe aan goudswaarde is uitgekomen
Honderdduizenden hebben den tocht aanvaard,
tienduizenden zijn omgekomen, bezweken onder
den last, die zij niet gewoon waren te dragen,
doodgevroren door de vreeselijke koude stormen
op dc pashoogte, verdronken in poelen halfge-
smolten sneeuw, waarin niemand hen had zien
wegglijden. Niemand zal ooit weten hoeveel men
schen opdeze beide bergpassen in één winter
het leven hebben gelaten en hoevelen er na het
doorstaan van al deze ellende zijn omgekomen
in de stroomversnellingen van den bovenloop
van den Yukon. Want de bergpas was eerst het
begin- der moeilijkheden. De gelukkigen, die na
drie a vier weken zwoegen al hun hebben en
houden, (alleen het onmisbare hoor) op de pas
hoogte hadden weten te krijgen (slechts 1200
meter boven zee), sloegen hun tent op aan Lake
Bannett en begonnen met het bouwen van een
boot. Dat had ook geen van hen eerder gedaan
en het resultaat was dan ook niet altijd schit
terend. Wat maar genoeg drijfkracht had en
niet lekte, was een boot. Ondertusschen begon
de sneeuw te smelten, maar het ijs lag nog dik
in het meer en het wachten was geen genot ln
de overbevolkte en verpeste omgeving. Een der
goudzoekers, Robbert Service, een schrijver en
dichter, die een mooi boek schreef over The
trail of '98. vermeldt zoo eens ter loops; om een
plekje vcor onze tent vrij te maken, moesten we
zes doode paarden opzij sleepen. Zoo'n enkele
mectedeeling spreekt boekdeelen.
Den 17en Juni brak het ijs in het meer en kon
de wilde a-ace beginnen. Met riemen en zeilen 1
werd zooveel mogelijk vaart gezet, maai- niet
lang. Toen nam de rivier het over. In snellen
stroom joeg ze voort tusschen met rozen bezette
oevers, sneller en sneller, tot plotseling de oevers
steenig werden, hooger en hooger oprezen en het
water omlaag gutste door een rotskloof van hier
en daar nauwelijks tien meter breedte. Toen
gold bet niet meer elkaar vóór te komen, maar
het veege lijf te redden. Afstand houden van
elkaar en van den rotswand. Een botsing deed
onverbiddelijk beide booten met hun inhoud in
de diepte verdwijnen. Dan verbreedde zich de kloof
tot een groote ronde kom, waar middenin een
groote rots den schuimenden stroom splitste.
Draaikolken vormden zich aan weerskanten. Vele
booten maakten hier een halven slag rond en
dreven achterste voor het tweede stuk van de
kloof in, wat niet veel uitmaakte, want de meeste
booten waren voor en achter gelijk, ais een
schouw bij ons en hadden voor en achter een
groote roeiriem om in het snelle water gemak
kelijker te sturen. Weer verbreedde zich de rivier
tot een lachende, bloeiende stroom, met zacht
glooiende oevers, maar niemand dacht nog aan
rust. Miles Canyon was 'gelukkig gepasseerd, maar
het ergste, de Whitehorse Rappids moest nog ko
men. Ik heb ze gezien; we hebben het water
omlaag zien stuiven en donderen en rustig aan
den kant gezeten, overleggende, wat ik hier en
wat ik daar zou doen. En we zijn tot de conclusie
gekomen, dat ik voor honderd dollar er door wilde
varen, maar er was gelukkig niemand in de
buurt, die er dat geld voor over had! De arme
goudzoekers van '98 echter hadden de rivier niet
eerst kunnen bestudeeren .Zij hadden geen ideaal
schip, zooals wij, maar iets tusschen een zeepkist
en een zolderschuit. Maandenlang heeft de politie
een groot net uitgespannen gehad beneden deze
stroomversnellingen om de lichamen en bezittin
gen van verongelukten op te vangen en het is
gebeurd, dat zestig lichamen in één graf werden
vereenigd. Ondertusschen werd met koortsach
tige haast gebouwd aan een balken weg, waar
langs de booten over land zouden kunnen worden
getrokken om de stroomvei'snellingen te ver
mijden. Zoo dra deze portage road klaar was, werd
het varen door de vernellingen verboden. In
Whitehorse was steeds een groote drukte. Bijna
allés werd kletsnat op den tocht door het kokende
water en een zak meel droogt langzaam. De tocht
verder omlaag leverde geen moeilijkheden, maar
duurde weken en weken in zonnehitte en muggen
plaag. De grootste teleurstelling kwam in Dawson
zelf aan den mond der Klondike rivier, waar
bleek, dat de heele vallei al bezet was en den
goudzoekers werd aangeraden maar gauw weer
huis toe te gaan. Menigeen vond echter toch nog
in meer afgelegen streken goudhoudende grond,
wroette en ploeterde er maanden lang om bij
terugkeer in Dawson een makkelijke prooi te
blijken voor de eigenaars van drankgelegenheden
en danshuizen. Het zoo gewonnen, zoo geronnen
gold wel nergens sterker dan hier en ondertus
schen kochten sluwe handelaars voor een paar
groote maatschappijen de beste claims op, we
tende, dat waar de goudwasscher met zijn een
voudige ijzeren pan niets meer kon bereiken
daar de moderne machine nog rijke winst zou
kunnen maken. Het Klondikedal, Bearcreek, Bo
nanza en Eldorado worden thans ondersteboven
gehaald door reusachtige baggermachines.
Gouden roggebroodjes.
Consolidated mining verzendt elke drie dagen
per vliegmachine een paar gouden roggebroodjes
ter waarde van vijftig a zeventigduizend gulden
en buitendien komen nog een paar Keer in de
week gouddelvers binnen van ver over de bergen
en brengen een zakje stofgoud naar de bank.
Altijd slingeren er wel een paar zoo door de stra
ten van de verlaten stad, waar vroeger veertig
duizend menschen woonden en nu misschien
vierhonderd. Bijna alle huizen staan leeg, alles
ziet er vervallen uit, maar waar nog iemand
woont prijkt de tuin in een weelde van bloemen,
groeien aardappels, sla en worteltjes, ond^r glas
rijpen tomaten en meloenen; de grond is vrucht
baar, de zon schijnt lekker; het lijkt een goed land
om in te leven! Dat blijkt ook, wanneer wij de
goedzoekers en vallenzetters zien vertrekken naar
het terrein vair hun werkzaamheden. Er zijn er,
die elk jaar een paar duizend pond levensmid
delen komen inslaan, meest spul in blik natuur
lijk, behalve een paar zakken meel en suiker.
Maar er zijn er ook, die slechts kort in stad
komen met- een buidel stofgoud, wat nuggets of
een bundel kostbare huiden en die vertrekken in
een klein oud wrak bootje met een aanhang-
motor, die met touwtjes aan elkaar hangt en
al hun winterprovisie in een oude sinaasappel-
kist. Dat zijn de menschen, die den tijd neanen
om een klein tuintje te bewerken, wat bessen
te verzamelen, wat visch te drogen en die veel
gezonder, gemoedelijker, minder in zenuwachtige
haast leven dan zij, die elke minuut dat ze wak
ker zijn al hun kracht besteden aan het najagen
van dat groote fortuin, dat toch maar door wei
nigen zal worden gevonden.
Ge kunt nog gaan goudwasschen aan de oevers
van de Yukon. Ik trof er een paar baardige jonge
kerels op een grintbank aan den oever der rivier.
Ze maakten geregeld in den zomer 6 a 8 dollar
per dag met goudwasschen en gingen 's winters
vallen zetten. Goudwasschen langs de rivier is vrij,
maar als ge een ander wilt beletten vlak naast
u te gaan, moet ge een speciale vergunning
voor een bepaald stuk land koopen. Er zit overal
goud in den grond in Alaska, maar het merk
waardige is, dat bijna alles gevonden wordt in 't
zand en grint der rivieren, dus in verweerde
rots, terwijl de plek,, waar het in het vaste ge
steente uit het binnenste der aarde omhoog
moet zijn gekomen nog steeds niet is ontdekt.
Er zijn een paar plekjes, waar goudhoudende
kwartsaderen in kwartsporfier worden verwerkt,
maar dat is niet de moeite waard.
Er is echter ander werk in Alaska. Een flinke
kerel kan daar altijd nog zijn geld verdienen,
want het is een land, dat eerst bezig is zich te
ontplooien. Ik ontmoette er een Frieschen boe
renzoon, natuurlijk arm er heen gegaan, thans
eigenaar van een flink taxibedrijf met drie
groote Buickwagens. Een andere flinke Holland-
sclie jongen is mede-eigenaar van een houthak-
kersbediijf in Whitehorse en is twee jaar geleden
even overgekomen om vader en moeder nog eens
de hand te drukken. Dat is toch altijd een teeken,
dat de zaken goed gaan. Dat reisje heeft hem
toch zeker een dikke duizend, gulden gekost. En
hij heeft, niet eens een flinke Hollandsche huis
vrouw meegenomen terug en moest ons dus
zelf een paar pannekoeken bakken voor het ont
bijt. Maar ze waren lekker; huis, keuken en moes
tuin waren Hollandsch netjes. Die jongen heeft
het goed, heel wat beter dan zeer velen, die thuis
bij moederspappot, zijn gebleven.
(Nadruk verboden).
Sovjetvertegenwoordigers, die
verdwenen.
Functionarissen in het voormalige
repubiikeinsche Spanje.
NEW YORK, 12 Jan. Een artikel in het tijd
schrift „The Nation" onthult dat alle Sovjet-auto
riteiten, die in Spanje de republikleinen geholpen
hebben, o.a. generaal Gorieve, die eenmaal Ma
drid voor den ondergang wist te bewaren, thans
uit het militaire of officieele leven verdwenen zijn.
De volgende personen, omtrent wier lot niets
bekend is, werden gearresteerd: Generaal Grishin,
generaal Maximof, die het succesvolle Ebro-offen-
sief leidde, Marcel Rosenberg, Sovjet ambassadeur
in Spanje, Gaikis zijn opvolger, Stashevisky, ver
tegenwoordiger van den Sovjet-handel, Antono
Vavseyenko, consul generaal van Rusland in Ca-
talonië, Michail Koltsof, Pravda-correspondent,
generaal Uritzky van het defensie bureau te Mos
kou, die de wapentransporten naar het „roode"
Spanje leidde. De eenige uitzondering zou gene
raal Grigorovich zijn, die Spanje in de eerste helft
van 1938 verliet om een post in het Verre Oosten
te aanvaarden. Hij zou thans, zoo wordt gemeld,
aan het Finsehe front staan onder zijn waren
naam Stern. (United Press).
LAKE BENNETT, waar de goudzoekers van 1898 hun booten moesten bouwen.
De Filmster en het hart
door COR BANDT Szn.
E had flink wat rouge aangebracht. En er
bungelde een cigaret in haar mondhoek.
En haar hoed zoo een met veel veeren
en breede randen stond precies recht
op haar bewonderd hoofd. Want ze speelde vamp
hoofdrollen. En Straks Zouden Er Journalisten
Komen' Niet om haar zoomaar te interviewen
natuurlijk.dat was iets voor gewone filmster
ren. Niet echter voor een Madge Cuscuscus! Zij
liet zich niet zoomaar interviewen. Daar was ze
vamp voor. De heeren zouden straks worden ver
gast op eenglimp. U weet wel, zoo'n speciale,
héél snelle filmsterren-glimp. In Amerika vullen
ze er een front-pagina mee. Maar dat moest alle
maal zoo. Vanwege de reclame.
Madge Cuscuscus was zoo'n filmster, die alles
heeft verzekerd. Ze kon, zoo zei men, zich gemak
kelijk kleeden in haar polissen. Ze had een zoo
veel duizend dollars oogopslag en een dertigdui
zend dollars wiegel-tred! In elk gevalze zal
wel veel premies hebben moeten betalen.
Maar om kort te blijven. Het gerucht was ver
spreid, dat Zij er was en dat Zij in het Grand
Hotel logeerde. Madge Cuscuscus? In Holland?
Het was voor de actieve redacties genoeg. De zes
telefoonlijnen van het Grand Hotel waren van
dat moment af voortdurend in gesprek. Men in
formeerde. En de directie wist van niets. Want
Madge Cuscuscus was in-cog-ni-to! Althans voor
de reporters. „Maar" had de directie gezegd, „als
de heeren misschien een dame met platina-kleu-
rige haren en een heupwïegeltred en heel veel en
heel dure toiletten bedoelen
Toen waren de zes telefoonlijnen weer voor
normaal gebruik vrij gekomen. De journalisten
waren op komst. Men zou samendrommen in de
hall en zij zou zeer snel, maar vooral heupwiege
lend en elegant, van een vergeten èrgens in de
lift „zweven". Dat was voorloopig genoeg voor een
vette kop over twee kolommen.
(HF ET was zoo gegaan. Ze h ad geflitst. Ze had
geheupwiegeld en er was een verrast ge
mompel door de journalisten-rijen gegaan, daar
in de hall. En nu glimlachte Madge Cuscuscus
haar honderd-duizend-dollars-glimlach. Van
baar reclame-manager had ze gehoord, dat de
reporters zeer gedeprimeerd en onder protest uit
de hall waren verdreven. „Want ze hadden haar
toch zélf gezien!" En de filmster staarde voor zich
uit met dien blik, die zoo- en zooveel waard was.
Ze staarde zelfs, zonder er bij -te denken, dat die
blik zooveel waard was. Want ze dacht aan Jan.
Niet dat die jongen haar iets kon schelenZe
vroeg zich alleen maar af, of hij nu zou komen
en of hij zijn excuses zou komen aanbieden. Men
wist hier in Holland, dat zij een Hollandsche was.
Dat ze zes jaar geleden heelemaal alleen, als een
arm maar reeds schoon meisje naar Amerika was
vertrokken. Dat ze daar aan die Gouden Poorten
van Hollywood had aangeklopt, dat een beroemd
maar snauwerig regisseur haar had bijgebracht,
uit een flauwte, die gespééld was. Dat ze toen had
mogen „proefdraaien" en dat ze daarna een rolle
tje had gekregen. En daarna een grootere en nóg
een grootere en zelfs een hoofdrol en toen dat ze
beroemd was. Holland wist ook, dat ze aanzoe
ken van prinsen en zoo had ontvangen en afge
wezen. Dat alle huwelijks-geruchten op niets wa
ren uitgeloopen. En dat ze zeer bevriend was met
Garbo en dat ze die heel familiair Gr eet je noem
de. En haar secretaris had haar verzekerd, dat
het allemaal indruk had gemaakt. Ieder in Hol
land, vertelden ze haar, dwéépte met Madge Cus
cuscus. Ze dacht, dat ze dat wei prettig vond.
Daarom, zei ze altijd, lees ik zélf mijn Hollandsche
„fan-mail". Maar nooit was er een brief van Hem
bij geweest. Ze had er ook niet naar uitgekeken.
Want dat was al lang voorbij. Misschien was hij
wel getrouwd en had hij een paar kinderen.
Of was hij den verkeerden weg opgegaan. Of
was hij nog steeds chauffeur op zoo'n leelijke
vrachtauto. Het hinderde ook allemaal niks. Hij
had haar toen gezegd, dat hij haar geen dure flat
kon geven en dat hij ook niet tooveren kon en
dat hij heusch wel zijn best deed en dat de tij
den nu eenmaal slecht waren. Zij had toen ge
antwoord dat hij een nietsnut was en dat hij zich
moest ontwikkelen en nog meer leelijke dingen.
Zoomaar op straat. „Z ij zou dan wel toonen, dat
er voor vooruitstrevende menschen geen slechte
tijden bestonden. Maar als ze dan eenmaal rijk
zou zijn, behoefde hij ook niet meer bij haar aan
te kloppen". Toen was ze weggewandeld, koel en
zelfbewust, en zonder om te kijken. Vooral dat
laatste, dacht ze, herinnerde zij zich nog goed.
Hij had haar achterna geschreeuwd „Tot van
avond, Truus!" Want in werkelijkheid heette ze
gewoon Truus Jansen, 's Avonds was ze al ver
trokken en h o e. Dat kon ze vanavond weer in de
kranten lezen.
Zes jaren van roem lagen nu achter haar, dacht
Madge, zes lange jaren ook van eenzaamheid,
vond ze. Maar dat hinderde niks. Zij, Madge Cus
cuscus, zou hém en velen van haar vroegere ken
nissen uitnoodigen een voorstelling in het mooiste
en meest luxueuse theater van Nederland bij te
wonen. Ze zou hem toonen dat hij toen ongelijk
had. In dat theater, daar op het tooneel, zou zij
hem eerst bekoren door haar spel, meende ze, en
dan hem bedanken voor de gelegenheid, die hij
haar had geboden beroemd en rijk te worden.
Hij zou dan zijn tegenwoordige armoede voelen
en hij zou weten wat vernedering was. Tenzij
hij hier naar het hotel kwam en haar zijn excu
ses aanbood. Maar ze had reeds geïnformeerd welk
theater het mooiste, het beste en het duurste was.
Ze wist het al „Light Palace" heette het. Daar
zou ze dien aap van een jongen vernederen. Ze
zou wraak op hem nemen, omdat hij haar toen
zoomaar had laten gaan, hoewel hij ook niet ge
weten had dat zij het toen werkelijk meende.
De telefoon stoorde haar in de wreede gedach
ten gang. Het was haar reclame-manager. „Miss
Cuscuscus. ik heb een klein plannetje voor U
opgezet. Overal in het land hangen we groote
borden en plakkaten op. En daarop zetten we:
„Zij komtMéér niet. Dat doen we veertien
dagen lang. Bovendien reserveeren we eiken
avond in alle Nederlandsche kranten een heele
pagina met „Zij Komten in de bioscopen
draaien we reclame-films en lantaarn-plaatjes
met niets anders dan „Zij komtWe zullen
ze stapel nieuwsgierig maken. Intusschen zal ik
Light Palace goedkoop zien te krijgen. Misschien
betaalt men mij een half mlllioen voor twee
avondenO.K.?"
„Swell!" zei de vamp en het leek net of haar
oogen een beetje mat waren.
Ze vertelden haar, dat men geen flauw idee
had wie „Zij" was. Men giste, men vermoedde,
maar altijd verkeerdhet was een doorslaand
succes geworden. Alleen zei men, wilde men
Light Palace zelfs niet voor één avond geven. En
ook niet als men er geld bij legde. Onder geen
voorwaarde. Ook het op één na het beste theater
kon men niet krijgen. Zelfs niet toen Light Palace
hoorde, dat „Zij" Miss Madge Cuscuscus was.
„Dan nooit" had men ten antwoord gekregen.
„Dan ga ik er zélf heen!" zei Madge Cuscuscus
woedend.
En ze ging er heen. Met heel haar schoonheid,
met al haar verzekerde ledematen en oogopsla
gen en zoo. Ze bleef lang weg. Héél lang. En toen
haar reclame-manager eindelijk maar eens op
belde, kreeg hij meteen zijn congé. Het geld voor
den terugtocht lag klaar. Want dat Jan nog eens
theater-directeur en eigenaar zou (worden....
(Havas bericht uit Moskou
het in Rusland steeds fa
wordtwaardoor de moeilijkk
toenemen en meldt nog „in
band hiermede", dat Stalin
chef van den. weerkuru
dienst heeft afgezet.)
Wanneer ik mijn gedachten wijd
Aan Rusland, moet ik altijd rillen,
Zonder het nu bepaald te willen.
En dan vooral in.dezen tijd.
De kou in Mos-kou is een kou
Waaraan de Rus vanouds gewend is,
Maar die in ons land onbekend is
En die ik niet graag voelen zou.
Maar het schijnt nu zelfs in die stad
De spuigaten toch uit te vriezen,
Men gaat er het geduld verliezen,
Dat men met dezen vorst nog had.
Die toestand zit ook-Stalin hoog,
Hij maakt als altijd korte metten,
Door den weerkund'ge af te zetten,
Is 't dat die meteoro loog?
Neen, het is daar klaarblijklijk zoo,
Dat deze man het weer moest dwingen,
En kan hij 't niet? geen beuzelingen.
Eruit ontslagen nitsjewo!
Ook hier kan 't vriezen dat je rilt,
Maar desondanks, wil ik wel wedden,
Zal warmer hart de functie redden.
Van de directie van de Bilt.
P. GAS;
daarop had Zij nooit gerekend en dat hij
was geworden door Mar filmstja, dat
nu eenmaal zoo'n samenloop. En dat haar
niet aan den buitenkant zat, maar op de g
plaats en dus ook niet verzekerd was
was nóg zoo'n gelukkige omstandigheid.
En dat Madge Cuscuscus' aanstaande mar
nog eigenaar van een tandpastafabriek waj
en daarom kon profiteeren van de gema
reclame van „Zij Komt het is het laf
feit, dat deze geschiedenis zoo gelukkig mj
Want hij ging voort met reclame maken.
Komtde nieuwe Tandpasta Glimsnel!"
COR BANDT St
(Nadruk verboden.
Auteursrechten voorbehoudei
AANBESTEDINGEN.
HAARLEM Vrijd'c
Door den Rijkswaterstaat werd hedenmo;
te Haarlem aanbesteed het onderhouden
werken van het Noordzeekanaal gedurende
(in twee perceelen en in massa). Laagste
schrijver voor beide perceelen en. voor de m
was J. van der Vlies te Sliedrecht, nam<
perceel 1 voor 74.700, perceel 2 voor 2!
en de massa voor 98.400.
Verder werd aanbesteed het onderhoud
de buitenduinen op Terschelling. De laagste
schrijving was van M. Kooijman te Midsi
op Terschelling voor 5240.
Kerstroos.
Helleborus niger grandiflorus.
Dit jaar, evenals het vorige brengt begin
nuari' ons vorst. Daarom is het misschien i
zonderling om over bloeiende planten in c
tuin te praten. Want gedurende de vorst stal
de meeste planten hun bloei. Ook de kerstro
die in December haar eerste bloemen al had;
opend.
Maar nauwelijks is de vorst voorbij of nie?
bloemen bloeien open, zonder dat de plant f
schade schijnt te hebben gehad van de gri
mige kou.
Wel is het raadzaam om de planten wat
schut te zetten, dat heeft een dubbel nut, w
beschut staan zal vaak met zich meebrengen t
daar ter plaatse zoo nu en dan wat schac
valt. En dat zijn twee voorwaarden voor het g:
gedijen van Helleborus.
Wat den grond betreft, deze moet liefst gi
diep zijn losgewerkt, verder voedzaam, kalk
en, vooral 's zomers, niet te droog.
Wanneer aan al deze voorwaarden is volda
kan men jaren achtereen van deze pracht
winterbloeiende planten genieten.
Helleborus niger grandiflorus bloeit met g:
te witte bloemen van December tot Ms:
Het heeft ieder jaar opnieuw een gr
te bekoring om deze teeruitziende smette!
witte bloemen in zulke barre wintermaanden
den tuin te zien ontluiken.
Het is misschien aardig om te weten, dat
gave witte blaadjes die tezamen den mooien vi
van een enkelbloemige roos nabootsen, niet
bloem- maar de kelkblaadjes zijn. De bloe
blaadjes zelf zijn onaanzienlijk klein en hebt
den vorm van honingbakjes.
Behalve deze Helleborus niger grandiflorus
er nog een nieuwere variëteit, die eveneens r
December tot Maart bloeit. Het is de H. uil
hyibr. Keessen, die ook groote witte tó
men heeft, maar zoo mogelijk, nog uitbundige!
in zijn bloei, vooral wat het aantal der bloeffl
betreft.
Het kan geen kwaad om gedurende felle vc
de planten met wat dennetakjes te overdekl
tegen de drogende kou.
Nog vroeger, al in October-November bloeit
Helleborus niger var. praecox. Alle andere vat
teiten bloeien buiten pas in Maart-April-të
daarbij zijn er ook vele met gekleurde bloem:
b.v. H. colchicus met roode, H. hybr. atrop:
pureus met wijnroode en H. Kochi met brui
geel-groene bloemen.
De bloemen van H. guttanus zijn van buit
purperkleurig, van binnen, van uit het midc-
naar den rand: groen-wit-purper.
Maar het mooiste van alle blijven toch wel t
witte groot-bloemige variëteiten, die in de
termaanden onzen tuin al iets lieflijks gevem
&.A 8