Een blik op den oorlog ter zee Nieuwe Russische bombardementen op Finland Porvoo, Viborg en Aabo het mikpunt D I N S D AG 16 JANUARI 1940 Reuter meldt uit Helsinki: De Russische vliegtuigen werpen thans reeds vier dagen een regen van bommen op de steden in Zuid- Finland. Wiborg heeft Maandag het hevig ste bombardement sedert het uitbreken der vijandelijkheden ondergaan. Vele ge bouwen geraakten in brand: In één straat werden de gevels van alle winkels weggerukt. De luchtaanval op deze stad werd door 22 vliegtuigen ondernomen. Maandagmiddag is te Helsinki tweemaal luchtalarm gemaakt, n.l. om 12 uur 50 tot 13 uur 35 en om 13 uur 43 tot 14 uur 10. Sovjet Russische vliegtuigen werden op zeer groote hoogte waargenomen. De United Press correspondent te Helsinki seint: Aabo is Maandagmiddag het-mikpunt ge worden van een der zwaarste luchtbombar dementen sinds het begin van den oorlog. Bij de luchtbombardementen in geheel Finland werden Maandag, in totaal 18 per sonen gedood en 93 gewond. De slachtoffers waren hoofdzakelijk vrouwen, die met hun kinderen niet tijdig genoeg de schuilplaatsen konden bereiken. Kort na het aanbreken van den dag kwamen tal van Russische vliegtuigen boven de zuidkust opdagen om hun ladingen bestaande uit hon derden bommen boven de bevolkingscentra uit te werpen, zoo vervolgt de United Press-corres pondent. Zij kwamen van hun bases in Estland. Het weer was tamelijk gunstig voor luchtbom bardementen en de temperatuur was zeven-en- twintig graden Celsius onder nul. Vele bewoners van Helsinki verlieten reeds om acht uur des ochtends hun huizen om inkoopen te doen. voor dat de Russische vliegtuig verwacht wenden. Sedert het begin van den oorlog hebbcm de Russen vele honderden bommen op meer dan honderd bevolkingscentra laten vallen, waardoor onder de burgerbevolking meer dan duizend on gevallen werden veroorzaakt, waarvan het groot ste deel onder de vrouwen. Sommige van deze plaatsen, waaronder Hangö werden meer dan twintig keer gebombardeerd. Nieuw is het zware gebruik wat thans van brandbommen gemaakt wordt. Naar verhouding tot het aantal Russische vliegtuigen dat gebruikt werd, op sommige da gen vier- tot vijfhonderd, is de aangerichte scha de van militaire waarde opmerkelijk gering en de doelmatige Finsche luchtbeschermingsmaat regelen hebben het aantal ongevallen betrekkelijk laag gehouden. Gevangen genomen Russische vliegers geven toe dat zij order hadden elke stad, welke een station bezat, te bombardeeren. Het schijnt dat de Russen besloten hebben van hun suprematie in de lucht gebruik te maken, voor de Finnen voldoende gevechtsvliegtuigen uit het (buitenland aangevoerd hebben gekregen. Een andere vorm van oorlog in de lucht is de aether- oorlog. De Russische radiostations protoeeren wan neer maar mogelijk de Finsche nieuwsuitzendin gen te hinderen. Een woordvoerder van het Finsche gezant schap te Londen heeft er tegenover Reuter op gewezen, dat Finland, als het den oorlog wil overleven, meer buiter.landsche hulp noodig heeft. Het zou, zeide hij, tragisch zijn, aOsi de wereld zou denken dat Finland's groote suc cessen te land beteekenden, dat Finland bezig was den oorlog zonder veel moeite te win nen. Dit is niet zoo. De Finnen zelf zijn er zich zeer wel van bewust, dat de successen zooals te Suomussalmi plaatselijke successen waren. Groote massa's Russische troepen worden nog steeds in den strijd geworpen en, wat nog belang rijker is, de Russen zijn met hun bommenwerpers meester in het luchtruim. Het is niet teveel ge zegd, dat het lot van Finland afhangt van de mo gelijkheid meer. hulp in de lucht te krijgen en Finland doet een beroep op de geheele wereld, het te helpen, zoodat het zich met de Russische luchtmacht kan meten. In het vervolg zal volgens Havas wekelijks een rapport gepubliceerd worden van den chef der Finsche luchtverdediging. Het zal des Maandags avonds verschijnen in het Zweedsch en het Finsch. Gisteren is het eerste uitgekomen. Het heeft betrekking op de week van 7 tot 13 Januari, en meldt o.m. het volgende: „De laatste dagen zijn door het mooie weer de vijandelijke aanvallen toegenomen. Zoo hebben Vrijdag 12 Januari 400 Sovjet-Russische vliegtui gen boven Finsch gebied gevlogen. Den volgenden dag, 13 Januari vloog een groot aantal vliegtuigen eveneens over het land. De vijand trachtte niet militaire doelen aan te vallen. In den loop van de week wierp de vijand op 42 verschillende plaat sen in Finland in totaal bijna 2000 bommen neer. Enkele van die plaatsen waren het voorwerp van verscheidene aanvallen. De vijand doodde 18 per sonen, voor het meerendeel vrouwen, 93 personen werden ernstig of licht gewond., meestal vrouwen der arbeidersklasse. Drie ziekenhuizen, werden gebombardeerd, zoo werden zeven bommen ge worpen op het ziekenhuis van een kleine stad. De Aalandeilanden zijn voor het eerst gebombar deerd, de schade was echter weinig "belangrijk. Ondanks de op Finland geworpen bommen hebben de Russische vliegers geen groote schade aangericht, wanneer men bedenkt welk aantal projectielen werd neergeworpen. Geen enkele Finsche verbindingslinie is af gesneden en de diensten functioneeren overal zonder onderbreking. Het aantal in deze week neergehaalde vliegtuigen is grooter dan het aantal door de Russen gedoode burgers. De burgers, die gedood of gewond werden, wa ren bijna allen lieden, die geen schuilplaats kon den bereiken. De ervaring toont dat, wanneer men de gegeven bevelen opvolgt het aantal slachtoffers aam zienlijk wordt verminderd. Het bombardement op de woning van den Amerikaanschen gezant. De Amerikaansche gezant te Helsinki heeft aan de pers medegedeeld dat hij het aan hem toebehoorende huis, dat Zondag door Russische vliegtuigen is gebombardeerd, pas een week ge leden heeft verlaten. Zes bommen vielen in de onmiddellijke nabijheid der villa en minstens vijftig in een iets wij deren kring. Een der pro jectielen drong door het dak en veroorzaakte brand in den salon. Volgens den gezant is het onbegrijpelijk dat de vliegtuigen bommen heb ben geworpen op een zoo dunbevolkte plaats, als die waai- de villa is gelegen. De Sovjets kun nen, naar hij zeide, niet spreken van een militair object, want er bevindt er zich geen op verschei dene kilometers in den omtrek. Het Finsche legerbericht. Het Finsche legerbericht van Maandag meldt öat zich niets aieuws heeft voorgedaan op de Karelische landengte. Aan het oostelijk front hebben de Finsche troepen hun verkenningsacti viteit voortgezet. Ter zee niet belangrijks te melden. In de lucht: in den loop van 14 Januari in het binnenland zoowel als aan het front talrijke vij andelijke luchtaanvallen. In het binnenland zijn Turku. Enekaes, Sottunga op de Aaland-eilanden, Salo, Vasa en Helsinki en omgeving gebombar deerd evenals het district Riihimaki, Rajamak en andere plaatsen in het Zuiden en zuidwesten van Finland. Te Vasa vielen de meeste slacht offers en werd de meeste schade aangericht. Tot dusverre heeft men acht dooden geteld, waaronder vrouwen en kinderen en verscheidene gewonden. Overigens is het aantal slachtoffers en de schade gering geweest. Sovjet Russ. vlieg tuigen hebben gevlogen boven Petsamo. Zij kwa men van de IJszee en hebben gevlogen over noor delijk Noorsch gebied. In den loop van den dag werden 300 Russische vliegtuigen in het geheel boven Finland waargenomen. Drie vijandelijke bommenwerpers zijn met zekerheid Neergehaald en het is waarschijnlijk dat nog drie andere neergeschoten zijn. Doch dit is niet bevestigd. Voorts heeft men drie Russische toestellen gevon den, die op 12 Januari waren neergehaald en welker verlies niet was gemeld. Een dezer vlieg tuigen is een groot viermotorig toestel van het zelfde type ais een der bommenwerpers, die ook op 12 Januari werden neergehaald en onmid dellijk werden gevonden. Het Russische legerbericht. Het hoofdkwartier van het militaire district Leningrad deelde Maandag mede: „Op 15 Januari is in de districten Moer mansk. Oekhta en Repola activiteit geweest van verkenners. Op eenige plaatsen, geweer-, ma chinegeweer- en artillerievuur. In het district Petrazavodsk hebben de gevechten tusschen infanterie-exheden voortgeduurd. Orp de landengte van Karelië activiteit van patrouilles en weinig intens artillerievuur. De Russische luchtmacht heeft eenige bom bardementen uitgevoerd op knooppunten van spoorwegen en militaire doelen. Nog steeds strijd in Salla. Havas verneemt uit Haparanda aan de Zweedsch -Finsche grens Terwijl aan bijna alle Finsche fronten de toestand voorloopig gestabiliseerd lijkt, wor den de gevechten in de streek van Salla in Lapland voortgezet. De laatste zware sneeuwval, tezamen met het plotseling zachter worden van de temperatuur in 't Zuid-Oosten des lands, veroordeelt de Rus sische troepen tot het defensief, aangezien de sneeuw 't massale gebruik van tanks onmoge lijk maakt en de Russische infanterie bijna nooit aanvalt zonder den steun van talrijke aanvals- wagens. De bedrijvigheid van de Russische lucht macht, die sedert drie dagen een ware terreur uit de lucht uitoefent in Finland, volgens de Duitsche methodes in Polen, vormt in zekeren zin een bevestiging van de stagnatie -in de krijgs verrichtingen te land. Het eenige punt, waar een vrij levendige strijd woedt, is de streek van Salla, aan den weg van Rovaniema naar de Russische grens. De troepen van generaal Wal- lenius zijn thans, na twee overwinningen te hebben bevochten bij Savukovski en op eenige kilometers ten Westen van Salla, gestuit op zeer levendigen Russischen tegenstand in de onmid dellijke omgeving van Salla. In verband met de weinig belangrijke tree pens te ik te, waarover generaal Wallenïus beschikt, kan hij er niet- aan denken een massalen aanval te ondernemen op de Russische verdediginslinie, die vóór Salla is aangelegd. Tegelijkertijd belet het bergachtige terrein aan de Westzijde, van deze stelling de Finnen omsingelende bewegingen te maken, ge lijk zij met zooveel succes in vroegere veldslagen hebben gedaan. Toch zijn Finsche patrouilles over honderden kilometers en door ijzige streken om twee bergen heengetrokken en matten zij zoowel door het dal van Tuntjasoki als door de streek van het meer Torvanio de spil der Russische verbindings linies met aanvallen af. Deze spil wordt gevormd door één enkelen nauwen weg tusschen Salla en Kannanlanti. Klaarblijkelijk gaat 't hier om vrij los op zichzelf staande acties, die de kern der troepén niet in den strijd brengen. Zij moeten de Russen er echter toe brengen cm of wel terug te trekken, of wel een groote actie te ondernemen om den ondragelijken druk der Finsche deta chementen te breken. In dit geval zouden de Russen op hun beurt, stuiten op de moeilijk heden van het terrein, nog verergerd door het klimaat. Tot dusverre heeft het Roeide Leger niet de noodige kwaliteiten in het manoeu vreeren getoond om over deze moeilijkheden te zegevieren. Aan de Mannerheimlinie. De speciale correspondent van Reuter in de Mannerheim-lmie seint dat, aangezien tijdens het weekeinde weder nieuwe sneeuw gevallen is en de temperatuur zeer gedaald is, de operaties op de Karelische landengte opnieuw practisch tot stilstand zijn gekomen. Tijdens een tocht van vijf uur langs het ingewikkelde stelsel van forten der Mannerheim-linie werd slechts nu en dan het schieten van ver verwijderd geschut gehoord. Overal blijken de Finsche verdedigers verbazend goed gehumeurd te zijn, ondanks het lange ver blijf in de linie. De kolonel, die den tocht leidde, verbelde dat de Finnen schatten, dat zich ongeveer 400.000 Russen op den landengte bevinden, die over de geheele linie in contact met de Finsche troepen zijn. In dit opzicht verschilde de situatie van die die in het oosten en noorden, waar geen vaste linie bestaat. Voorts zeide de kolonel dat de Mannerheim linie het ook zal uithouden, wanneer het voorjaar aanbreekt. Het voornaamste probleem zal zijn aldus ook het oordeel van dezen deskundige de toenemende Russische luchtbombardementen. Op het oogenblik kunnen de Russen niet ten volle van hun luchtmacht gebruik maken, in verband met 't slechte zicht. Wanneer het beter weer wordt, aldus de kolonel, zal veel afhangen van de mate, waarin wij er dan in geslaagd zullen zijn, uit het buitenland nieuwe gevechts vliegtuigen en luchtafweergeschut te verkrijgen. Finsche hulpkruiser getorpedeerd. De Finsche hulpkruiser „Aura" is, volgens het D.N.B.. Zaterdag in de Bothnische Golf door een Sovjet-Russische duikboot getorpedeerd. Het schip zonk binnen vijf minuten. Bijna alle leden der bemanning werden door een Zweedsch stoom schip gered. De gezagvoerder en de eerste stuur man gingen met het schip mee onder. Zweedsche ambulance naar het front. In een toespraak voor de radio heeft Prins Karei, de president van het Zweedsche Roode Kruis, verklaard dat de eerste door het Zweed sche Roode Kruis naar Finland gezonden am bulance bij het front in het zuiden van Finland op volle kracht werkt. Een andere ambulance bestaande uit dertig auto's en 127 personen, zal waarschijnlijk deze week naar het front in Noord Finland vertrekken. De inzamelingen voor de ambulance hebben 11/4 millioen kronen op gebracht. Bedreiging aan stuurboord een schilderachtig stadje werd gebombardeerd Zeventig uur op een schip in konvooi Een landelijk tafereel in de omgeving van Porvoo. PORVOO (Zweedsch Borga) is gebombar deerd! Was het een wraakneming der Russen voor wat gedurende het tsaren- regime geschiedde? Was het om het graf van den Finschen patriot Schaumann, die in 1904 den Russischen gouverneur-generaal Bo- brikof doodde, te vernietigen? Het idyllische stadje, aan een idyllisch riviertje met een even idyllische kathedraal, die volgens ve len van ons op een gezellige dorpskerk lijkt, waar het als museum .ingerichte gebouw staat, waar in 1809 Alexander I van Rusland den eersten Finschen Rijksdag opende, gebombardeerd! Het is niet te ge- looven Het kleine stadje, wij zouden het een dorpje noe men, ligt vreedzaam in de groene en 's winters witte omgeving. De bevolking was niet geëvacueerd, want wie had verwacht, dat het iets te lijden zou hebben van luchtraids? Het ligt weliswaar dicht bij de zee, maar het is toch geen haven, omdat daar voor de kust een van de meest pittoreske eilandengroepen ligt, waarop de bewoners hun kleine zomerhuisjes hebben staan. De nauwe straatjes zijn belegd met kleine ronde steentjes uit den ouden tijd, waarover in den vroegen morgen, melkkarren rijden, die de heele straat wakker maken. De nationale dichter van Finland, J. L. Runeberg, heeft in Porvoo geleefd en gewerkt van 1894 tot 1877. Zijn huisje is voor het publiek opengesteld en men vraagt zich af hoe hij plaats gehad heeft voor jijn pen en papier, zoo klein is het geheel. Ook zoo onvoudig is alles, katoenen gordijntjes zijn bij de rest vergeleken nog luxe. De bevolking leeft zeer sober. Groote of moderne café's zijn er niet, wel een eenvoudige „Biergarten" met den alom bekenden naam „Unter den Linden' waar boeren en burgers hun „Stein" kunnen krijgen. Het is er altijd zeer kalm, hoewel af en toe eens wat rumoerigheid wordt gebracht, als de meisjes van de eenige Finsche School voor jonge dames eens een dagje de bloemetjes buiten zetten. In 1347 verkreeg Porvoo stadsrechten en de ka thedraal werd er in de jaren 1414 tot 1418 gebouwd. Af en toe kan men zich nog in de Middeleeuwen wanen, hoewel tegenwoordig de politiek er geen rol meer speelt zooals dat vroeger wel het geval was. In de kleine, propere houten huisjes wonen hardwer kende, religieuze menschen, die eiken Zondag ge trouw naar hun kerk gaan, uitgedost in hun beste plunje. Aan den oever van het riviertje de Porvoonjoki, waar de waschvrouwen steeds druk in de weer wa ren, waar ook de houthandelaren altijd werk had den, lagen steeds honderden kleine bootjes, waar mee men ging visschen of spelevaren. En al deze on schuldige menschen zijn nu opgeschrikt door vijan delijke vliegtuigen. Hun have en goed staat in brand of is met den grond gelijk gemaakt J. KIRCHNER. Onze Londensche correspondent schrijft ons over een zeereis in een Engelsch convooi: „Zij zullen wel met de rakkers afrekenen''. Met deze woorden verliet in den mi-daag, toen de sche mer over de stille zee kwam, de kapitein van ons schip-in-convooi de brug, om een paar uur' slaap te vinden voordat het diepe duister er zijn tegen woordigheid weer noodzakelijk zou maken. „Zij" waren de Britsche vliegers in vechttoestellen. Rak kers noemde hij de Duitsche vliegers, die uit het Oosten waren gekomen door een van de schoonste luchten van den winter. Door een kijker konden wij hen waarnemen, als zij in de manoeuvres van den luchtstrijd niet weggedoken waren in een wolkbank, die zich over groote lengte uitstrekte van het Noorden naar het Zuiden, in een breeden regelmatigen violeten band, door een speelsche na tuur gespannen tusschen de twee elemnten water en lucht. Hoe bedriegelijk de afscheiding was, hadden wij al een etmaal tevoren leeren beseffen toen een escorte-schip, in een atmosfeer al even hemelsch in haar klaarte en kleuren, driftig en bruut vuur had gespuwd uit al zijn monden om een raider, die net op ons convooi gemunt had, te verdrijven. Er is niets tusschen zee en lucht dat projectielen en bommen kan afleiden van hun bestemming, on danks dien paarsen band, "die deel uitmaakte" van een tafereel, dat nimmer uit onze herinnering kan gaan omdat het in zijn schoonheid onvergetelijk was. En omdat het verbonden was aan „action", aan vinnig en kwaadaardig roffelend vuur van ma chinegeweren, dat zocht te verdelgen. „Action'' is een woord dat vaak gehoord wordt op schepen in convooi. Soms verloopt er een half uur of zelfs een uur van bedrukte stemming of afwachting voor de aankondiging van de actie, vooruit of aan den stuurboordkant. Zoo tenminste was het op ons schip, waar met het oog op de richting van de vaart al die zeventig uur lang geen actie aan den bak boordkant werd aangekondigd. Urenlang leeft men op een schip-in-convooi in het genoegelijk besef van veiligheid en in de prettige stemming, die hoort bij een mooi zeereisje. En dan, om geen enkele tastbare reden, voelt men zijn gewaarwordingen een ander karakter aannemen. Het wordt stiller op de boot. Men meent zeker te weten dat zij lang zamer vaart. Men meent zorgelijker activiteit te zien in de bewegingen der escorte-schepen. De kalmte aan dek en rond de masten krijgt iets on heilspellends. De meeuwen lijken zich ook anders te gedragen. Zij zijn misschien onrustiger gewor den, hebben zich met druk geklap der vleugels en schreeuwerig rumoer dicht bij elkaar neergezet op het zacht deinend water en op goeden afstand van het zachtjes voortdrijvend schip. Zij zijn de stilte van de lucht gaan eerbiedigen. De vlagsignalen op de brug, onbegrijpelijk voor den landrot, zien er niet langer onschuldig uit. Een naar allen schijn telepathische macht heeft haar effect doen voelen in alle deelen van het schip waar de passagiers verkeeren: in de eetzaal, in de bar, in de rookka mer en op het dek. Een dominospeler vergeet aan te zetten. Een ervaren bridge-speler vraagt wie aan slag is. En op het dek begint men elkaar te vragen, „is er wat aan de hand?" En dan is het er plotseling: actie aan stuurboord. De Schotsche kapitein had gelijk toen hij ver trouwde dat „zijn" vliegers wel met de raiders zouden afrekenen. Het geknetter en het motorge- snor in veranderende toonhoogte, daarin en boven dien paarsen band aan de horizon, duren langer dan een half uur; dan hadden de raiders er blijk baar hun bekomst van gekregen. De stemming rijst als de kapitein afdaalt naar zijn kajuit Do mino en bridge krijgen weer gewone aandacht. De meeuwen vliegen en zweven rond en over het schip met even bewonderenswaardige als gerust stellende gratie. En de atmosfeer die bij een ge noeglijk zeereisje behoort is teruggekeerd. zijn partij den weg had gewezen naar ons konvooi als magnetische mijnen had gestrooid in het vaar- kanaal (een van vele langs den kust) dat het had gekozen. „Ruling the waves". Elk vlagsignaal, dat op de brug werd geheschen en waar wij geen sikkepit van begrepen, scheen een bevestiging van al het nieuws, van verre en van nabij, dat ons op raadselachtige wijze ter oore kwam. Wij begonnen levendig te betreuren dat wij die signalen niet begrepen en niet bedankt hadden voor de uitnoodiging van de Admiraliteit om te komen zien en te komen overtuigen hoe volledig zij de zee beheerscht. Maar wij konden niet ont kennen dat Groot Brittannië naar allen schijn de zee beheerscht. Want wjj ontmoetten op onzen tocht niet tientallen maar honderdtallen schepen, zwaar beladen met de goederen van de wereld, die klaar blijkelijk doelbewust door het zilte nat gingen alsof er geen vuiltje aan de lucht was en geen verdeq in de diepte dreef. Het koude heldere winterweer gaf alle dage* van de reis aan de wereld haar teederste tinten. „Wat een schoon gebied om te beheerschen", dach ten wij als wij, aan de kooi ontstegen, van het dek af de zon zagen opgaan aan een lucht van parelmoer, afgezet met goud. Tegen dézen lichten luister van den prillen dag teekenden zich scherp de vormen af van de schepen in het konvooi, don- kei in het gouden ochtendlicht en met sierlijk ge bogen schuimstreepjes voor de boegen. Wij telden er veertig in twee rijen. De dubbele lijn reikte tot aan de horizon. Twee of drie vliegtuigen, hoog in de lucht, draaiden er geregeld omheen. En een pittig escorte-vaartuig, een klein oorlogsschip dat eer, kruising is tusschen een kanonneerboot en een to'-pedojager, ongedurig en waakzaam in al zijn be wegingen en onverbiddelijk in zijn kracht in eiken vierkanten meter van zijn wezen, sloot den sliert af. Vooruit voer een hulpkruiser van rde Rawal- pindi-soort. Zoo trokken het konvooi en zijn escor te, vergezeld van de scharen meeuwen, door een gebied van smaragdgroene, gouden en violette heerlijkheid, dat bereid scheen te zijn voor liefde en luister. De haven is dicht. Toen de nacht kwam zette het konvooi de reis voort in de bescherming van diepe duisternis, door prikt door de zwakke lichten op de achterstevens der schepen en soms door de nerveuze, gebiedende lichtsignalen-in-Morse van het escorte-schip voorop. De achterlichten dienen om de lijn van het kon vooi intact te houden. Maar de kapitein vertelde ons dat het wel eens is voorgekomen dat een schip, dat niet tot het konvooi behoorde, er in andere richting doorheen voer en dat de volgende schepen het licht van den indringer gingen volgen, zoodat er in den ochtend slechts een paar schepen van het konvooi waren overgebleven. Het laatste deel van de reis viel samen met mist en avond. Alleeft geluiden konden richting en plaats aangeven. Onze boot treuzelde aarzelend voor waarts, als een blinde haar weg zoekend naar de veilige haven. Als een Beethoven van onzen tijd zijn symphonie van de zeevaart wil schrijven zal hij inspiratie kunnen vinden in de onthutsende en be angstigende cacophonie die een schip, dat bij nacht er. mist behouden thuis wil komen, vergezelt. De misthorens van den wal in verscheidenheid varv toonhoogten en toonaarden spelen samen met het „Glockenspiel" van schepen, die in de buurt v*or anker liggen en met de klagende stoomfluiten van de booten, die tegen beter weten in willen meren waar zij zich hadden voorgenomen te meren. De kapitein van onze boot was van het slag, dat'zich niet gewonnen geeft. Maar de haven was dicht. En het zwaar gerinkel van een ankerketting, die zich ontrolde, vertelde ons dat wij dien nacht niet in den trein naar huis maar nog eens op de boot zouden slapen. Maar wij waren al op de rivier. En de gevaren die het konvooi bedreigen, waarmee wij van zoo nabij kennis hadden gemaakt, waren voorloopig geleden. In het schepen-kerkhof. Die bedreiging aan stuurboord was het span nendste oogenblik van de zeventig uur op het schip in konvooi. De vraag was of de raiders uit het Oosten door zouden breken en als zij het deden al of niet tegengehouden zouden worden door de twee Britsche vliegtuigen, die dichter bij het kon vooi aan den stuurboordkant op en neer bleven vliegen. Zouden zij, als zij den aanval konden door zetten, ons schip uitkiezen en den jongen matroos, die op het achterdek bij zijn dubbel Lewis-geweer stond, de kans geven die hij zoo graag wilde heb ben? Nu dan, hij kreeg zjjn kans niet. Den vorigen dag waren wij door het schepen kerkhof gevaren, waar masten en schoorsteenen de momenten zijn. De Binnendijk lag er begraven in het gezelschap van enkele Scandinaviërs. De pijpen var. de Simon Bolivar dienden zich aan in de witte banden er omheen. Maar geen scheeps-lijk was zoo triestig en tegelijk zoo indrukwekkend als dat van de Spaarndam in doorsnede, welks gangen en schotten en hutten open waren voor het zonlicht en voor de zee die er doorheen bleef spoelen en bleef vreten aan het hart, alsof ze oordeelde dat die ont ploffing, hoe moorddadig, nog wel wat voor ver woesting had overgelaten. En temidden van deze bewijsstukken van de meedoogenloosheid van den oorlog ter zee voeren rustig en springlevend drie kleine, kordate Groningsche vrachtvaarders, om te blijven getuigen van de onvervaardheid van de Ne- derlandsche zeevaarders. De schok in den nacht. Mijn „slapie" in de hut maakte mij den tweeden nacht wakker met een schreeuw. Het was, zooals hij verklaarde, de schreeuw van 'n bangen droom. Maar het schip schudde en hernam daarop zijn kalme vaart. Het was een droom geweest, gewekt door een rechtstreekschen indruk uit de werkelijke wereld. De droom was een droom geweest van een mijnontploffing, die het schip in elkaar had doen storten. Er was wel een mijnontploffing geweest, of een ontploffing van een diepte-lading, tegen drie uur in den nacht. Maar deze was gebeurd op een afstand van drie of meer kilometers van ons schip en het geweld er van had zich voortgeplant door het water en ons een hevigen opstopper gegeven. Van dat oogenblik af tot het bange einde van de reis bleef het gerucht triomfeeren op onze boot. Toen het geschil mijn-dieptelading ten voordeele van de mijn was opgelost gingen evenveel geruch ten als meeuwen onze vaart vergezellen. Wij waren van de buitenwereld afgezonderd. Wij zagen den zee-oorlog, een greintje ervan, van nabij Maar wij wisten niet wat er gebeurde omdat de radio afgezet bleef, al den tijd dien het schip voer. Het moesten weer telepathische tijdingen zijn ge weest, die ons vertelden welk schip het slachtoffer geworden was van den schok in den nacht. De zelfde tijdingen waren verantwoordelijk voor ont steltenis over de verwoesting die Duitsche vliegers op verschillende punten van de kust, welks vaar water wij doorkliefden (als men met acht knoopen per uur nog van doorklieven kan spreken) hadden aangericht. En ze waren het ook voor de stellige mededeeling dat het Duitsche toestel, dat het braak sel van het giftig geschut van een der escorte vaartuigen ontvlucht was, zoowel een duikboot van A. R. VAN R. ZWEMMEN. STAND DER Z WEMCOMPETITIE. Na de derde ontmoeting begint er teekening te komen in de competitie voor heeren nieuwelin gen. Thans resteeren slechts te verzwemmen de nummers 66 M. borstcrawl en de 100 M. rug- crawl voor deze klasse. Deze zullen op 17 Maart worden verzwommen. Vooraf wordt een begin ge maakt met de Juniorencompetitie der heeren. Deze zal beginnen op Zondag 21 Januari a.s. tijdens wedstrijden, welke door de Velser Zwem- vereeniging in de Overdekte te Velsen zullen, worden georganiseerd. Op het programma staan voor de heeren junioren de 100 M. borst crawl, de 50 M. rugcrawl en de 5 x 50 M. borst- crawlestafette. Voor de dames bestaat het pro gramma uit 100 M. rugcrawl, de 100 M. school slag en de 3 x 50 M. wisselslag-estafette. Aangezien op de juniorennummers ook de nieuwelingen kunnen inschrijven, mag voor deze wedstrijden weer een goede inschrijving worden verwacht. Hierop komen wij nader terug. Voor de standen der heeren nieuwelingen competitie en der dames kan het volgende wor den meegedeeld: Heeren Nieuwelingen: 1. Haarlem 1082 punten, 2. HVGB. 1149.2. 3. V.Z.V. 1155,4. H.P.C. 1171.1, 5. Nereus 1216.7; 6. D.W.R, 1220.9 7. Velserend. Dames: 1. Haarlem 558.9 punten; 2. D.W.R. 574.2; 3. V.Z.V. 576.8; 4. Nereus 588.4; 5. H.P.C. 592.4; 6. H.V.G.B. 599. Bij de heeren Nieuwelingen kan aan de Z. C. Haarlem dc eerste plaats thans niet meer ont gaan. H.V.G.B. echter zal bij de laatste twee nummers op haar tellen moeten passen om niet gepasseerd te worden door de Velsenaren. Waren zij bij de tweede ontmoeting nog 38 punten voor op V.Z.V., doordat echter bij de 100 M. school slag de zwemmer A. Hilarius moest gediskwa lificeerd worden omdat deze naderhand bleek junior te zijn, verloren zij 32.7 punten. Het ver schil is thans slechts 5.8 pnt. Tegen het plaatsen van A. Hilarius in de Junior klasse is inmiddels dor H.V.G.B. bij de K.N.ZJ3. geprotesteerd. Bij de dames valt de snelle stijging op de ranglijst der D.W.R.-dames op. Haar verschil met Haarlem is thans slechts 15.3 punt na de tweede ontmoeting. Van de 5e steeg D.W.R. naar de 2e plaats. Mej. T. Burggraaf van Nereus maakte een seniortijd op de 100 M. borstcrawl t.w. 1 min. 14.9 Verder maakten Juniortijden de dames: H. Bak ker (H. P. C.). 1 min. 21.1 sec., M. Zieren 1 min. 21 sec., M. van Koperen 1 min. 20.4 sec., E. Leunis 1 min. 22.3 sec., allen D.W.R., M. Kwak (V.Z.V.) 1 min. 20.8 sec., en L. Heisterkamp (PU V. G. B.) 1 min. 23.1 sec. Docr de diskwalificatie van A. Hilarius op de 100 M. schoolslag heeren Nieuwelingen wordt de derde plaats op dit nummer ingenomen door A« Spaanderman (Haarlem) in 1 min. 30.6 sec.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 7