PAUL KERES IN DE BLOEMETJES. Echtpaar z.k. Mr, Kea Bossers De eerste Fokker-cursus voor opleiding tot vaklieden in de vliegtuigindustrie is beëindigd. De heer Vattier Kraane reikt aan een der gelukkigen in de Fokkerfabrieken te Amsterdam het diploma uit Oliver Stanley, de nieuwe Engelsche pe aardbevingen in Turkije werden door zware sneeuwstormen en felle koude gevolgd. Het minister van Oorlog, verlaat zijn departement, om zich naar de ver- spoorwegverkeer werd geheel lamgelegd. - Een bij Erzinjan ingesneeuwde trein gadering van het kabinet te begeven Luchtmaarschaik A. S. Barrat, de nieuwe bevelhebber der Engelsche luchtstrijd krachten in Frankrijk, op inspectietocht in de voorste linies op Franschen bodem Kussische voedseltransporten voor Duitschland. Aan het grensstation Przemysl heeft de overlading van de zendingen plaats Een Russische trein met graan bij aankomst op Duitsch grondgebied Een nieuwe vinding voor het inladen van gewonden in treinen is voor de militaire autoriteiten „ergens in Ne derland" gedemonstreerd. Het betreft hier een bran card op rails, waardoor de gewonde zonder gevaar en zonder moeite in den wagon gebracht kan worden fen rWelhe«je »k|aart alf aan9enar"e afleiding voor de herstellende patiënten in een der hospitalen, welke voor de gewonden van het Engelsche expeditieleger zijn ingericht in Finland, die reeds aanstonds goede kameraden werden met de Finsche landsverdedigers Paul Keres, die de schaakmatch tegen dr. Max Euwe won, werd Maandag middag na afloop van de laatste partij te Amsterdam door zijn tegenstander (links) en mr. M. Levenbach spontaan gehuldigd door 44 „Wat een nonsens", viel Lies in. „Trouwens, uw heele partij valt morgen in het water, als ik er «iet ben, om alles te regelen, 't Klinkt wel erg ver waand", voegde ze er verlegen bij, „maar het is toch heusch zoo." „Ja", zei de Jonker teleurgesteld. „Jullie zult wel gelijk hebben. Ik had het me anders zoo aardig voorgesteld. Een dubbele feestelijkheid. Maar dat houden we dan maar in petto, dan vieren we en petit comité nog eens de heugelijke gebeurtenissen van vandaag over. Dat genoegen moet jullie me gunnen. Want de zaak heeft tenslotte hier in mijn huis zijn beslag gekregen. En ik weet zeker, dat de referenties, die ik aan meneer Westhove gegeven heb, meer gewicht in de schaal gelegd hebben, dan heel je prachtige getuigschrift van de Oliefabrie- ken." „Daar twijfel ik niet aan", zei Frank. „Ik weet niet, hoe ik u bedanken moet voor alles." „Pas de quoi, dat weet je. Ik heb er overigens mezelf een slechten dienst mee bewezen. Nu kan ik weer nieuw personeel gaan zoeken." „Maar. we willen u niet vastzetten", riep Liep verschrikt, „uai zoi .e. ;i.i njk vinden." „Wees maai niet uezorgu, Kind zei de Jonkei. >,ïk denkt, dat ik na Nieuwjaar nu maar een paar maanden naar het Zuiden ga, dat is de beste op lossing. Maar één ding wilde ik jullie nog vragen: |k denk wel, dat morgenavond iedereen nogal bij tijds zal vertrekken. Alleen Jimmy zou bleven logeeren, omdat hij overmorgen in Amsterdam moet zijn. Mag ik jullie na afloop dan hier ver wachten, dan kun je Jimmy hier het nieuws ver tellen, Frank. Als je het tenminste zoolang voor je kunt houden." „Ik zal 't probeeren", zei Frank schor. „Frank", zei hg de ouwe baas. Hoe kon het leven je zoo veel geluk tegeljjk geven HOOFDSTUK XXV. Hg kon niet in slaap komen, Frank. Telkens weer beleefde hg het allemaal opnieuw; eerst, die schrik en toen het ongelooflijke, het nooit meer verwachte. Een jaar geleden zat hij in Friesland... Toen had hij zichzelf voor 't eerst onder handen ge nomen. Het was niet de laatste keer geweest. En nu nu was het tóch gekomen, de toekomst zijn eigen toekomst. O, het was voorloopig niet schitterend: Twee-en- twintighonderd aanvangssalaris, mèt wat hg van eigen betalende cliënten zou verdienen. En dat zou de eerste jaren wel een schijntje zijn. En heele- maal van voren af beginnen. Want van eigenlijk advocatenwerk had hij bij de Oliefabrieken niet veel geleerd. Maar als alles goedging over een Jaar misschien zgn eigen naambordje onder het groote bord. En dan later, heel veel later: „Mrs. van Westhove Abbing Robberts, advocaten en procureurs". Het kon nog wel een jaar of tien duren, eer de associé zich terugtrok, had meneer van Westhove gezegd. Wat gaf het. Hij hèd nu zijn kans. De deur was opengegaan. „Vader" zei Frank zacht voor zich heen en sliep in. Om zes uur moest Lies nem wakker schudden „Opstaan zeg, we moeten om half zeven begin nen". „Beginnen? Waarmee?" vroeg Frank slaperig. „Ik droomde juist, dat ik een geweldig pleidooi hield. Zeg ik heb het toch niet allemaal ge droomd, dat van gisteren? Lieske het is toch wel waér?" „Ja hoor, het is allemaal waar. Maar vandaag ben je nog chauffeur, hoor. Voor het ]a~,tst". De laatste dagwat gek, dacht Lies, toen ze in de donkere keuken begon te redderen. Morgen gingen ze weg, dat was gisteravond nog afgespro ken. Ze moesten Til en Gerard nog opbellen; die zouden ook staan te k^'ken. De bel aan de ach terdeur: Hendrik en Annie, even later Willempje. Niets zeggen, hadden ze afgesproken. De Jonker zou het hun vertellen, als ze weg waren en zelf konden ze van Amsterdam uit schrgven. 't Gaf an ders toch maar scheeve gezichten. De laatste worsteling met het fornuis. Den laat- sten keer, dat ze voor het ontbijt zorgde. Aard appelen schillen deed ze zeker niet voor 't laatst: Tweeëntwintighonderd in Amsterdam een dienst meisje zou er voorloopig niet op overschieten. Over een paar weken zaten ze samen in een gezellig flatje, het was niet om te gelooven. Meubels koo- pen alles inrichten net als drie jaar geleden. Een zaligheid was het. Ze greep er zich aan vast, telkens als ze 't te kwaad kreeg bg de gedachte: dit allemaal hier voor 't laatst vandaag. De Jonker zoo weinig menschelgk hadden ze hem gevonden en een vaderlgke vriend was hij ge bleken. En die twee anderen wildvreemde hee- ren waren het gisteren nog. En nu de menschen, die Frank hielpen, die hem erin brachten. Frank op een holletje uit de garage. „Heb je .varm water, ik krijg dat lamme ding nooit aan den gang". „Mopper d'r maar niet op" zei Lies zachtjes. „Volgende week hang je weer aan de lus van lijn zooveel". Jachten jachten. De familie van Reeuwijck kwam vóór de lunch. Frank haalde hen van den trein. Jimmy en zgn meisje kwamen samen per auto. Om drie uur kwam de kok, zenuwachtig en bazig. Lies raakte de kluts kwijt, liet zich maar comman- deeren. Natuurlijk deugde er niets: de kachel niet, de pannen niet23e hielpen mee de bestelauto uitladen; de keuken raakte stampvol. De dienknechts deden brutaal, lawaaiden met de meisjes. Hendrik werd nijdig, vloekte, riep telkens om Frank. Frank, gedwee, liet zich alles opdra gen. Ja, hij zou de flesschen tellen, ja, hij zou de sigaren in de gaten houden. „Hou je handen thuis," viel hg uit, toen een van de knechts te dicht in de buurt van Lies kwam. Goddank, morgen was het afgeloopen. Eindelijk werd aan tafel gegaan, liep alles ver der op rolletjes. Af en toe kwam Hendrik oponthoud melden van wege de speeches. „De Jonker was er heelemaal beroerd van," ver telde hij. „Hij zei, dat de freule en meneer van Elden nou maar gauw moesten trouwen. En dat ze 't dan moesten zien vol te houden samen, zei-ie. Want dat advocaat een erg mooi vak was, maar de echtscheidingen moesten ze afschaffen, zei-ie. Ik had nooit gedacht, dat die ouwe zoo mooi spiet sen kon. Je kon zoo echt merken, dat het hem aan zijn hart gaat van mevrouw Lanconius, want die was toch altijd zijn lieveling." „Wét van mevrouw Lanconius?" vroeg Lies ver baasd. „Nou, die is toch gescheeën verleden maand," zei Hendrik. Wist je dat niet? Ze snapten het alle maal binnen, dat-ie dat bedoelde. Allemenschen, ze waren zoo aangedaan." „Geef mij maar rijst," zei Annie. „Wat een lol zeg, om de heele boel aan 't janken te maken. Hij kon beter een lollig moppie voordragen. Noemen ze dét nou fuiven? Zullie liever als Ik, hoor!" Annie was pas tevreden, toen de stemming bin nen hoorbaar verbeterde en de lachsalvo's tot de keuken doordrongen. ..Maar 't was toch maar een stgve beweging." zei ze. „En wat gaan die men schen vroeg weg!" „Wees big," zei Hendrik. „Nou hoeven wg ooit niet den halven nacht te blijven." Om half twaalf waren de laatste gasten vertrok* ken, bleef de Jonker met zijn beide vrienden en Jimmy over. „Whisky in de studeerkamer," zei Hendrik. „Help je nog even, Frank? En dan konden wg wel naar huis gaan, zei de Jonker." Eindelgk zaten ze tegenover elkaar aan de keu kentafel, Frank en Lies. „Voor 't laatst," zei Lies. Ze zwegen. „Nu moeten we naar binnen," zei Frank, „Vrouwke nu stappen we over terug Wat is er? Ga je nu huilen?" „Nee," zei Lies en lachte door haar tranen heen. „Ik moet nog afscheid nemen van alles hier." „Je hebt toch geen spijt, dat het afgeloopen is?" vroeg Frank een beetje ongeduldig. „Gisteren was je toch ook net zoo big' als ik." „Maar natuurlgk, schat. Ik bén ook blij, ver schrikkelijk blij. Maar 't is toch een echte goeie tijd geweest hier ik heb het hier altgd zalig ge vonden, dat weet je weL Maar toch is het beter zóó." „Allicht," zei Frank. „Kom, ga je mee?" „Ja," zei Lies. „Het is beter zóó. In de eerste plaats voor jou natuurlgk." „Voor jou soms niet?" „Voor mg ook," zei Lies. „Maar vooral voor nóg iemand." „Voor wie dan?" vroeg Frank verbijsterd. „Voor de allerjongste medewerker," zei Lies. „Wéét?" zei Frank suf. „Voor Frank Peter Robberts junior. Ezel, snap je 't nu nog niet? Dét was het, wat ik je gister middag vertellen wou Toen nam Frank den kortsten weg en sprong over de keukentafel. BSNDB.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8