1939 was een de schatkist. gunstig jaar voor JCunsf Spaarndanrwamp wordt onderzocht. Totale raming zeer ruim overtroffen. Het is weer glad! WOENSDAG 17 JANUARI 1940 'II Kapitein zegt: misschien door een magnetische mijn getroffen. - Aangegeven route werd nauw- keurig gevolgd. .1 In zijn zitting van Dinsdagmiddag onderzocht de Raad voor de Scheepvaart onder voorzitter schap van prof. mr. B. M. Taverne wederom de oorzaken van een scheepsramp, welke het ge volg was van den oorlog. Op 27 November liep het stoomschip „Spaarndam" van de Holland- Amerika Lijn voor de Theemsmond, twee mijl ten Noordoosten van het Tongue-lichtschip op een mijn. Na de ontploffing, welke de Spaarndam van 'boeg tot bovendek openscheurde, ging het schip van 8857 ton verloren. Van de bemanning van 45 personen kwamen drie hofmeesters en een matroos om. De eenige vrouwelijke passagiere verloor bij de ramp eveneens het leven. De Raad hoorde als getuigen den kapitein, den heer F. H. Dobbenga en den eersten stuur mal! den heer J. van Herk. De kapitein vertelde de voorgeschiedenis van de ramp. Lang heeft het schip in Duins gelegen, totdat het toestemming kreeg naar Londen op te St(^kapitein kreeg de route op langs het Sunk- lichtschip. Het was dien morgen heiig. Slechts een halve mijl zicht. Er waren Engelsche marine officieren aan boord. Plotseling voelde de kapi tein een trilling, welke afkomstig bleek te zijn van dieptebommen. (Adv. ingez. Med.j Den Helder 's nachts in het donker. De burgemeester van den Helder heeft, volgens de Tel. besloten, dat de openbare verlichting in de ge meente om twaalf uur 's nachts geheel gedoofd wordt en dat het verboden is daarna nog uitstralend licht in huizen of gebouwen te hebben. Bezoekers van café's of andere lokalen van gezellig verkeer dienen deze uiterlijk kwart vóór twaalf verlaten te hebben. Het is aan auto- of motorrijders van twaalf uür s nachts af tot 's morgens zeven uur verboden- te rijden anders dan met afgeschermde lichten en met grootere snelheid dan dertig kilometer per uur; ook wielrijders mogen tusschen genoemde tijdstip pen alleen met afgeschermd licht rijden. Beleediging van de rechterlijke macht? Voorwaardelijke straf tegen Kamerlid De Visser geëischt. De heer Louis de Visser, lid van de Tweede Ka mer voor de communistische partij, zou in een on langs te Enschedé gehouden vergadering beleedi- gende woorden hebben gericht aan het adres van de rechterlijke macht, waarbij hij o.m. gezegd zou hebben, dat zij „klasse-justitie" was. Een recher cheur had daarvan proces-verbaal opgemaakt en Dinsdag moest de communistische volksvertegen woordiger zich voor dè rechtbank te Almelo ver antwoorden. Hij voerde aan, dat de rechercheur hem vermoedelijk verkeerd heeft verstaan. Wel had hij over „justitie" en over „klasse" gesproken, maar het woord „klasse-justitie" had hij niet ge- bruikt. Hij zeide de wet te goed te kennen om er mede in conflict te komen. De Officier van Justitie eisch_ te een voorwaardelijke gevangenisstraf voor den tijd van een maand mèt een proeftijd van drie jaar en 50 gulden- boete of 25 dagen hechtenis. Nederlandsche missie naar Italië vertrokken. Orienteererxte besprekingen over den afzet van industriëele producten. Naar aanleiding van een uitnoodiging van de Italiaansche regeering aan den Nederlandschen mi nister van Defensie is, zoo vernemen wij. een Ne- derlandsche missie naar Italië vertrokken om in contact te treden met Italiaansche industrieelen ter bespreking van een mogelijken afzet van Ita liaansche producten in ons land Den laatsten tijd zijn herhaaldelijk vooraan staande Italiaansche zakenlieden in Nederland ge weest om de mogelijkheden van den afzet van in- dustrieele producten in ons land te onderzoeken. Als gevolg van deze bezoeken is nu een Neder- landsche missie naar Italië vertrokken. Zij staat onder leiding van generaal-majoor H. D. S. Has- selman. Haar arbeid zal in hoofdzaak van oriën- teerenden aard zijn. Tegen het einde van deze maand wordt de missie in ons land terug verwacht. Uiteraard zal aan den minister van Defensie rap port worden uitgebracht. Ruiten in Verkeersbureau zouden zijn ingegooid. Er bleek niets van waar te zijn. Buitenlandsche persbureaux hebben te midden tan andere onrustbarende berichtgeving over Ne derland o.m. gemeld, dat bij een Duitsch verkeers bureau in d$ Kalverstraat te Amsterdam ruiten Waren ingegooid. Telegrammen uit Indië, waar 't bericht was door gedrongen en de aandacht had getrokken, maakten ons op deze zaak attent. Bij onderzoek bleek dat ae politie te Amsterdam van niets wist. Het ver keersbureau zelf deelde mede, dat er niets gebeurd was, behalve dan, dat er in huis een man van de nappen was gevallen, waardoor een ruit in een deur was gebroken. Deze trap komt bij de étalage uit en daardoor was 6et van buitenaf zichtbaar. Op 24 November kreeg de heer Dobbenga een route op van de admiraliteit. Op 25 November was er geen loods te krijgen, zoodat het schip eerst op 26 November 's morgen om 10 uur ver trok. Voordien kreeg hij opnieuw een route, welke om de Noord leidde. Het was slecht weer Maandag 27 November om half negen ging de loods van boord. Het bleef stormweer. De opge geven koers werd zoo stipt mo'gelijk gevolgd. Peilingen bewezen, dat de koers precies gevolgd werd volgens de gegevens van de Engelschen. Deze koers leidde naar het Knock Deep. waar de ontploffing plaats had. De huid van het schip werd eruit gedrukt, waaruit zou kunnen worden opgemaakt, dat een ontploffing van binnen uit niet tot de onmogelijk heden behoort. Het ruim, waar de ramp plaats vond was geladen met koper, olie, tabak en katoen. Van een helsche machine wist de kapitein niets. Na de ontploffing brak het schip onmiddellijk in tweeën. Toen de ramp geschiedde, liet de ka pitein zich op zijn knieën vallen, om niet door scherven getroffen te worden. Voorzitter: Was er niets aan te doen, dat de stoomfluit kon worden afgezet. Dit was toch hinderlijk voor het reddingswerk. Kapitein: Ja, hinderlijk was het wel, maar er was niets aan te doen. Een geluk bij de redding is geweest, dat nie mand op het voorschip was. De kapitein had deze opdracht speciaal gegeven. Toen de kapitein van de brug kwam, zag hij de scheur, waarin werking zat. De heer Dobbenga vreesde, mede door de zware zeeën, dat het schip door midden zou breken. Daarom gaf hij opdracht aan de bemanning het schip te verlaten. Er waren sloegen genoeg met een capaciteit van 320 personen. Sloep zes sloeg tegen het schip stuk. De inzittenden vielen in het water, drie van hen kwamen om het leven. Voorzitter: En sloep vijf? Kapitein: Door het losschieten van een voor talie viel deze sloep scheef. Toen vielen de men- schen eruit. Ook de vrouwelijke passagiere van 74 jaar, die niet kon borden gered. De drenkelingen zijn later door een loodskotter gered. Evenwel niet alle inzittenden Voorzitter: Hoe kwam het, dat het met deze sloep zoo mis liep? Kapitein: Het slechte weer was hiervan voor een groot deel de oorzaak. In het begin was nog aan bakboord, noch aan stuurboord een lij-zijde. De bootmansjongen is aan boord omgekomen. Voorzitter: U bent tenslotte op het loodsschip gekomen? Kapitein: Ja. Ik liet daar dadelijk rol lezen Toen bleek dat er 3 vermisten waren. De hof meester stierf op de -ioodskotter. Toen wij aan land kwamen kon de kapitein eerst telegrafeeren. Hij wilde met een sleepboot terug naar het schip om te zien of er iets van de lading was te redden. De Engelschen gaven daartoe echter geen toestemming. Den volgenden morgen gaf men opnieuw geen toestemming. Met een vissehersboot is hij toch gegaan. Toen brandde luik 6 van het schip, dat aan den grond zat. De kapitein is nog op het achterschip geklommen, maai' kon niets meer doen. Voorzitter: hebben de Engelschen naderhand hog iets gezegd? Ik ben wel voor een commissie geweest, maar men stelde meer belang in de soort explosie. Voorzitter: Denkt u aan een drijvende mijn? Kapitein: Neen, het schip liep 12V2 mijl. Mis schien is het getroffen door een magnetische mijn, of door twee mijnen tegelijk. Eenige andere leden van den raad vroegen of de mogelijkheid zou bestaan, dat een of ander individu een tijdbom in het schip zou hebben geplaatst. De kapitein meende van niet. De tweede getuinge, J. van Herk, eerste stuur man, verklaarde, dat hij er zeker van is, dat de ontploffing aan een mijn is te wijten. Een ontploffing van binnen uit is volgens dezen getuige uitgesloten. Hij kon niet zeggen of de waterzuil na de ontploffing van binnen of van buiten af kwam. De Raad zal later uitspraak doen. Voorloopig nog geen benzine distributie. .Naar aanleiding van verschillende publicaties waarin over de benzinedistributie wordt geschre ven alsof deze binnenkort een feit zou worden, vestigt de Bond van Automobielhandelaren en Garagehouders „B.O.V.A.G." er de aandacht op, dat het nog geenszins vaststaat of en wanneer tot distributie van benzine zal worden overgegaan. Vooralsnog bestaat daartoe, naar genoemde Bond van bevoegde zijde vernam, geen aanleiding. Wel is waar worden door de Regeering de noodige maatregelen getroffen, doch deze bepalen zich uit sluitend tot voorbereidende werkzaamheden, ten einde in geval van benzineschaarschte zonder stag natie tot distributie over te kunnen gaan. Automobilisten e.d. behoeven zich dus nog niet bezorgd te maken over het ongemak, dat onge twijfeld met benzinedistributie gepaard zal gaan. Bij redelijken aanvoer kan het nog heel lang. du ren. Griep, Kou, Pijn. hSjLThlSb!! altijd een poeder of cachet van Mijnhard!. Mijnbardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 cï. Cachets,genaamd.,Mijnhardtjes"2st. 10ct.Doos50ct (Adv. Ingez. Med.) Nederlaiulsch Kankerinstituut bestaat 25 jaar. Herdenkingsbijeenkomst in het „Antoni van Leeuwenhoekhuis". In tegenwoordigheid van autoriteiten en genoo- digden is vanmiddag in het Antoni van Leeuwen hoekhuis aan de Sarphatistraat te Amsterdam, het vijfentwintigjarig bestaan van de vereeniging „Het Nederlandsche Kankerinstituut" herdacht. In ver band met de huidige tijdsomstandigheden was de viering van het jubileum van deze voor de volks gezondheid zoo belangrijke instelling tot deze bij eenkomst beperkt gebleven. De voorzitter der vereeniging, prof. dr. H. T. Deelman, heeft een herdenkingsrede uitgesproken. STICHTING EENER NATIONALE ORGANISATIE TOT STEUN AAN KLEINVEE-TENTOONSTEL- LINGEN EN KLEINDIERSPORT. Mede door de huidige tijdsomstandigheden die hun invloed op de beoefening dei' kleindierteelt zullen doen gelden, hebben thans een aantal liefhebbers besloten tot de stichting van een organisatie, welke ten doel heeft, steun te verleenen aan daarvoor in aanmerking komende kleindier-tentoonstellingen, of indien dit plan op eenig tijdstip niet volledig te ver wezenlijken zou zijn, door het zelf organiseeren van een tentoonstelling van het beoogd karakter. Verder zal de nieuwe vereeniging zich onmiddel lijk bezighouden met het vraagstuk hoe de zeld zaam geworden rassen zoo goed mogelijk voor het nageslacht kunnen worden bewaard. Secretaris der Vereeniging, welke „Amicitia" ge doopt is, is de heer H. L. A. v. d. Horst te Jutfaas.. Vermoedelijk door kolendamp vergiftiging omgekomen. HILVERSUM, 16 Januari. Vannacht is alhier een twintigjarige vrouw levenloos aangetroffen in haar woning aan de Bazelstraat. Haar man bevond zich in militairen dienst, haar benedenburen wa ren uitstedig en er werd bij bellen niet openge daan. Vermoedelijk is de vrouw door kolendamp-ver giftiging om het leven gekomen, daar de haard nog geheel gevuld was, terwijl het vuur was uit gedoofd en de haardsleutel naar beneden gedrukt was. Jeugdig wielrijder door auto aangereden en ernstig gewond. Op den Rijksstraatweg te Alphen a. d. Rijn is Dinsdagmiddag tengevolge van de gladheid van den weg de 15-jarige bakkersknecht P. Zuidam met zijn rijwiel door een militaire personenauto aangereden. De jongen werd met zijn fiets op het ijs van de langs den weg gelegen sloot geworpen. Met ernstige ver wondingen aan hoofd en handen en een verbrijzeld linkerbeen is het slachtoffer naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden overgebracht. Invoerrechten boven verwachting. Nu de cijfers van de opbrengsten van de verschillende belastingen over bet jaar 1939 bekend zün geworden door het thans versche nen overzicht van den stand der rijksmiddelen op ultimo December jl. blijkt, dat het afge- loopen Jaar volkomen aan de verwachting, welke omtrent de resultaten steeds werd gekoesterd heeft voldaan. Deze voldoe ning geldt zoowel de opbrengst van de direc te belastingen als die der overige middelen, zooals uit het hiernavolgende zal blijken. De directe belastingen. Wanneer we deze belastingen aan een beschou wing onderwerpen, moeten we allereerst vaststel len, dat de raming voor 1938 heeft bedragen f 116.400.000, terwijl het zuiver bedrag der kohie ren op het eind van dat jaar f 123.274.577.was, hetgeen met het voorafgaande jaar reeds een ver betering van ruim 12.7 millioen beteelcende. Dit gunstige resultaat was aanleiding om de ra ming voor 1939 van het totaal van de middelen der directe belastingen opnieuw te verhoogen en wel tot f 126.703.000. Uit de overzichten van de laatste maanden was reeds gebleken, dat ook deze ver hoogde raming weer met eenige millioenen' zou worden overschreden, en al konden we na het re sultaat van 11 maanden mededeelen, dat de op brengst met ruim 6.2 millioen boven de raming was gekomen, thans heeft de maand December daar aan nog het zijne bijgedragen. Het zuiver bedrag der kohieren op. ultimo December ad f 135.181.879,98 wijst een surplus boven de raming aan van f 8.478.879.98, of ruim 11.9 millioen boven het kohierbedrag op ultimo December van 1938. Ook nu heeft het grootste deel dezer belastin gen meer opgebracht dan de raming, met uitzonde ring van de verdedigingsbelasting, welke ruim 18.000 gulden daaronder is gebleven, waarbij ech ter in het oog moet worden gehouden, dat de ra ming voor dit middel in vergelijking met het vo rig dienstjaar met VA millioen is verhoogd. Verder is de opbrengst van de vermogensbelasting onge veer gelijk gebleven aan die van het vorig jaar, welke toen f 628.250,beneden de raming bleef. Voor het afgeloopen jaar was de raming echter met 1 millioen verhoogd tot 21 millioen, zoodat de opbrengst thans bijna f 1.7 millioen onder deze raining blijft. De grondbelasting (kohierbedrag f 10.703.866,56) kwam met f 866.56 boven de raming, de inkom stenbelasting (f 92.662.397,68) met f 10.162.397,68, terwijl de belasting van de doode hand voor ruim f 31.000 meer ten kohiere was gebracht dan de raming van 2 millioen. De overige middelen. Ook de maand Dec. heeft zich met een op brengst van f 39.262.493,56 uitstekend gehou den en is daarmede ruim f 2.452.000 boven de maandelijksche raming gekomen. Dientenge volge is het uiteindelijke surplus van de jaar opbrengst f 33.757.522,88, boven de raming ge worden, hetgeen onder de tegenwoordige om standigheden toch zeer zeker als bevredigend mag worden beschouwd, te meer, waar de jaar- lijksche raming voor het afgeloopen jaar reeds 12 1/2 millioen hooger was gesteld dan die voor 1938. Bij een beschouwing van de opbrengsten van de voornaamste dezer middelen zien we, dat de di vidend- en tantièmebelasting, hoewel deze f 1.339.000,meer opbracht dan het vorig jaar, toch met een opbrengst van f 26.378.336,40 ruim f 621.500,beneden de raming bleef, waarbij echter niet vergeten mag worden, dat het gunstige verloop van dit middel over 1938 aanleiding is geweest de raming voor het afgeloopen jaar te verhoogen van 21 tot 27 millioen gulden. De opbrengst van de rechten op den invoer heeft in December het record van November opnieuw geslagen. Bedroeg in laatstgenoemde maand de overschrijding van de raming bijna 4 millioen gul- den, thans is deze overschrijding f 4.074.258,10 bij een maandelijksche raming van 8 millioen. Over het geheele jaar hebben deze rechten f 26.755.170 meer opgebracht dan de raming en ruim 23 1/2 mil lioen meer dan in het vorig jaar. Voorts hebben over 1939 o.m. de volgende mid delen de raming overschreden: de omzetbelasting met f 6.784.280, de accijns op tabak met f3.507.684, de accjj'ns op suiker met ruim 5 millioen, de ac cijns op het gedistilleerd mei f 3.452.613, de accijns op bier met f 1.168.256, de accijns op geslacht met f 429.724, en de accijns op wijn met f 121.203. Daarentegen bleven onder de raming de accijns op zout met f 289.183, de couponbelasting met f 817.510, de rechten en boeten van zegel met f 4.982.335, de rechten en boeten van registratie met ruim 3 millioen, de rechten en boeten van suc cessie, van overgang bij overlijden en van schen king met f 3.781.375, en de opbrengst der loods gelden met f 91.574. Het verkeersfonds. De raming van de inkomsten ten bate van het verkeersfonds, welke 32 millioen bedraagt, is over het afgeloopen jaar overschreden met f 224.521.71. De motorrijtuigenbelasting heeft f 65.619.21 meer opgebracht dan de raming en de rijwielbelasting f 158.902.50. Maar niet zoo erg als tijdens de vorige vorstperiode Oppassen blijft geboden Plotseling en fel is de kou weer in ons land ge vallen. We hebben in Haarlem en omgeving weer last van de gladheid, ontstaan door de bevroren sneeuwlaag op de wegen en straten, maar zoo glad als tijdens de vorige vorstperiode, toen het in den beginne tegelijkertijd regende en vroor, is het toch gelukkig niet. Maar juist omdat 't dezen keer niet zóó erg is met de gladheid zullen velen niet zoo oppassen en uitkijken, maar dan moge hier een waarschuwend woord klinken: „Opgepast wandelaars, wielrijders en autobestuurders, het wegdek ziet er oogenschijnlijk onschuldig uit, maar hier en daar, en vooral in de buitenwijken, is het wel degelijk glad". De Gemeente Reinigingsdienst stuurde reeds gistermorgen een zevental strooiwagens de wegen op, en des middags werd dit aantal tot 14 ver groot. Door deze activiteit zijn de hoofdwegen alle reeds goed berijdbaar. De te verwachten moeilijkheden waren lang niet zoo groot als tij dens het begin van de vorige vorstperiode,- maar toch diende met man en macht gewerkt te wor den om de straten en wegen berijdbaar te hou den of te maken. Gunstige resultaten werden ech ter veel vlugger dan vorig maal bereikt, en er was geen gestaag vallende regen, die alle werk steeds weer teniet deed. De trams hadden hedenmorgen op meer ver voer gerekend dan ze te verwerken kregen. Voor al omdat men gedacht had dat het door zou sneeuwen, en op de hoede door de vroegere er varingen, had men het personeel en materieel danig versterkt; de animo van het publiek voor het railverkeer bleek vanmorgen weliswaar groo- ter dan bijvoorbeeld gistermorgen, maar groeide niet uit tot de verwachte afmetingen. Per dag 1000 tramreizigers meer. Naar wij van de N.Z.H.T.M. vernemen heeft de maatschappij op de stadstramlijnen en bustra jecten gedurende de vorstperiode, die achter ons ligt, gemiddeld ongeveer 1000 menschen per dag meer vervoerd dan tijdens de overeenkomstige periode van vorig jaar. Van 1-14 Januari '40 werden vervoerd 290.356 personen en van 1-14 Jan. '39: 276.585. Dat betee- kent dus over een tijdperk van 14 dagen onge veer een verschil van 14000. in Haarlem en daarbuiten. Otto B. de Kat, Haarlemsch schilder. Al woont Otto de Kat nu ook reeds een viertal jaren in de Brusselsche randgemeente Ukkel, en al stond zijn wieg dan ook in de oude Merwede- stad Dordrecht, hij heeft er toch alle recht op tot de Haarlemsche schildersbent gerekend te worden. Want reeds na zijn allereersten ver jaardag werd hij (in 1908) als Haarlemsch bur ger ingeschreven, hij bezocht als jongeling de School voor Kunstnijverheid aan den Dreef, ba kermat van zoo vele kunstenaars der Spaarne- stad en heeft er tusschen vele reizen in, ook tel kens weer of in den omtrek gewoond. Misschien maar dat is alweer zoo lang ge leden ging zijn ambitie aanvankelijk naar de architectuur uit. De Haarlemsche school bood in de laatste jaren van haar bestaan voor den enkel-schilder weinig houvast. Toch werd ook De Kat door zijn neigingen die richting opgedre ven en hij ging daarom in Amsterdam de avond klasse van de Rijksakademie bezoeken, waar hij de schilders Westermann en Rueter als docen ten aantrof. Van den eerste kan ongemerkt eenige invloed op wat De Kat later maken zou, zijn uitgegaan. Het meeste zal hij zich in den loop der jaren zelf verworven hebben. In de jaren '28-'29 werkt De Kat in Parijs, waar hij met den Rotterdammer Laurens van Kuyk een atelier heeft. In '29 keert hij naar Haarlem te rug. Na zijn huwelijk maakt hij met zijn vrouw reizen naar Rome en Zuid Frankrijk. In de eer ste stad exposeert hij zijn werk, tezamen met zijn vriend Escher, eveneens oud leerling der Haarlemsche School, in het Nederlandsch In stituut en vindt er veel waardeering. Uit Zuid- Frankrijk brengt hij een reeks aquarellen, ha vengezichten vooral mede. die in Haarlem met veel instemming bekeken worden en eveneens waardeering oogsten. Het is dan inmiddels 1935. Het jaar daarop vertrekt hij met zijn jonge vrouw naar Ukkel, waar hij thans nog woont, wanneer hij althans zijn vacanties niet in onze goede stad Haarlem doorbrengt. Het voorgaande schetst, in korte zakelijkheid den levensloop van onzen artist. De geaardheid van De Kat's schilderwerk is die van den stillen genieter, wars van rumoer en on verteerbaar betoog, die met zijn rustige lichte oogen de lengte van zijn polsstok terdege gemeten heeft en er niet op gesteld is, verder te springen. Daardoor bereikt hij altijd in wat hij op het ge touw zette, een zekere mate van afgeronde gaaf heid, die het een stil genoegen deed zijn, naar het resultaat te schouwen, omdat zelfs de zwakke plekken er in nog de charme behielden van de op rechtheid van den maker, die foefjes en trucjes, die den schijn soms kunnen redden, uit den weg gaat. In een vrouwenportret (Rijksmuseum-tentoon stelling) als in de landschappen rondom Brussel, in een groot-opgezet stilleven, zoo goed als in de kleinere werken, overal overheerscht een zich niet opdringende, eer afwachtende intimiteit, zoo ge luidloos bijna dat de niet opmerkzame kijker er gemakkelijk aan voorbij zou gaan. Eerst bij na dere kennismaking ontwaart men de fijnzinnig heid van zulk pretentieloos werk. Hoewel Otto de Kat zich met de grafiek tot nu toe slechts bij uitzondering en bij wijze van af leiding heeft bezig gehouden, zou men reeds uit' het hierbij gereproduceerde lithographische vóór blaadje, dat hij voor den gedichtenbundel zijner echtgenoote teekende, kunnen besluiten dat de lithographische steen hem als uitdrukkingsmiddel goed ligt. Juist doordat de technische mogelijk heden van dat procédé nog niet geheel uitgebuit konden worden, behield dat blaadje die zekere schroomvalligheid; de prille fijnheid, die aan ernstige jeugd eigen is. Zooals dat fauntje daar met zijn Pan-fluit aan de Schoonheid hulde brengt, die tegen den achtergrond van een door droomerig maanlicht beschenen bosch in het hoogste licht geplaatst staat, suggereert het prentje even een muzikale frase van Debussy in haar melodieuse verdroomdheid. De aard ook van dit werkje is stil, rustig, in zich zelf gekeerd; het is daardoor meer eigen, meer echt van den kunste naar dan een technisch perfect blad, waaraan die innigheid zou ontbreken. Het staat misschien daardoor juist ook zoo on opvallend in de sfeer van den gedichtenbundel zijner vrouw, de Haarlemsche schrijfster Hans van Zijl, die ook na haar huwelijk onder haar meisjesnaam bleef publiceeren en van wie juist in deze Januarimaand een achttal nieuwe son netten in Dirk Coster's maandblad „De Stem" zijn opgenomen. Een succes dat niet bevreemdt, daar ook reeds in den bovenbedoelden bundel, die onder den titel „Zelfportret" werd uitgegeven, zoo menig gedicht van een meer dan gewone in- spiratieve begaafdheid en beeldingskracht blijk geeft. Er is in haar werk doorgaans een berustend aanvaarden en een streven naar een blijmoedig begrip van het leven merkbaar, dat zich bij de ingetogen kunst die niet zonder voornaamheid is van Otto de Kat aansluit. Een klein gedicht uit den bundel „Stilleven" getiteld en aan haar man opgedragen, illustreert dit inzicht: De gele bloesems dorden aan den tak rillende boog uit donkre mosterdpot: De bruine duizendschoonen grauw vervaald In kleine, grijze pul het daglicht brak. Droef somber golvend als de grond, 't fluweelen ondervak. Alles begrensd, bepaald, als 't levenslot: vergaan eer 't is verhaald. Maar op het domme bord karton door milde verf en stil penseele strijken bloem, ondergrond, licht kleur en leven aan 'n rijke en eeuwige bloei begon. En ook het talent van dit, terzijde van den grooten weg, rustig en ernstig werkend kunste naarspaar, staat thans naar het ons wil voorko men in een bloei, waarvan nog een kostelijke oogst mag worden verwacht. J. H. DE BOIS Het rijtijdenbesluit en voor eigen rekening rijdende vrachtauto- bestuurders. Over de vraag of een voor eigen rekening rij dende vrachtautobestuurder ten aanzien van de werktijden ondierworpen is aan par. 3 van het rijtijdenbesluit, heeft de A.N.W.B. een principi- eele beslissing van den rechter uitgelokt, zulks naar aanleiding van een vervolging door den ambtenaar van het OM. bij het Haagsche kan tongerecht tegen een koopman (lid van den A.N.W.B.), die in den door hem bestuurden per sonenauto monsters (sponsen) meevoert, terwijl het ook af en toe voorkomt, dat een deel van deze monsters door een cliënt wordt be houden, die deswege werd beschouwd als vracht autobestuurder en die meer dan 12 uren per week pleegt te rijden, doch niet in het bezit van een „werkboekje" is, zooals dat voor in dienst betrekking zijnde autobestuurders in art. 46 van het rijtijdenbesluit is voorgeschreven. Dinsdag morgen diende deze principieele zaak voor den Haagschen kantonrechter. De ambtenaar van het O.M. achtte het rij tijdenbesluit wel verbindend en beriep zich op art. 1 sub a van de rij tijden wet. Spr. eisebte 2 boete De kantonrechter zal 30 Januari schriftelijk vonnis wijzen. Nederlandsch schip in de Decnsche wateren vastgeloopen. KOPENHAGEN, 16 Januari. Het Neder landsche s.s. „Virgo", thuisbehoorende ln Rot terdam, 500 ton groot, is bij Sjallands Odde, westkust van Seeland, gedurende een verblin denden sneeuwstorm aan den grond geloopen. Het is voor de Deensche reddingboot onmogelijk de „Virgo" te naderen. De Nederlandsche kapitein heeft een bood schap in een flesch gesloten overboord gewor pen. Daarin wordt den vinder verzocht den eigenaars van het gebeurde in kennis te stelleft Een visscher, die daar woonachtig is, heeft deze boodschap aan de politie overhandigd. De kapitein weigerde tot nu toe elke hulp aan gezien hij de situatie niet als voldoende gevaar lijk beschouwt en hij hoopt in staat te zijn het schip weer vrij te krijgen op eigen kracht. Aan boord van de „Virgo" bevinden zich eenikt vrouwen. (United Press)., -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5