Strijd om Atlantis HET JUBILEUM VAN Mr. Dr. A BARON RÖELL. Willy Reese 1 door HOOFDSTUK I Gloeiend heet brandde de Augustuszon over Ber lijn. De menschen sleepten zich moeizaam voort over de straten, ademden hitte, stof, benzinedam pen en zweet in. Het asfalt dampte. Ingenieur Herbert Wallner ademde verlicht op, toen de huisdeur zwaar achter hem in het slot viel. Een weldadige koelte omringde hem hier. Maai' dan kreeg de zonnehitte hem nog eenmaal voor enkele seconden in haar greep. Dat was namelglt, toen hy over het binnenplein liep, langs een paar vuilnisbakken, waaruit een onaange name lucht opsteeg, die zich vermengde met den reuk van een bloeiende jasmynstrulk. Tegen de steile muren van het blok huizen weerklonk het geluid van zijn schreden. Weer viel achter hem een deur dicht. Maar nu werd hij niet door koelte, maar door etensgeuren ontvangen. Die waren op elke verdieping anders en de vierde etage was de plaats waar zrj elkaar ontmoetten. En bovendien was er op de vierde verdieping nog niet gekookt. Herbert Wallner bleef even staan. Hy, de breed geschouderde, blonde reus, zes en twintig jaren oud... wat gaf zoo iemand om een paar zonne stralen en vier trappen? Niets' Absoluut niets' Het waren ook met de zon en de trappen, daai was een man als hij, die twee wereldrecords op den langen afstand op zijn naam had staan, met bang voor. Maar de menschen, die niets van hem wilden weten, die voor zyn groote idee niet anders over hadden dan een nauwelijks merkbaar schou derophalen of in het beste geval een beleefd ge baar, deze menschen hadden hem zijn kracht ontnomen. Vergeefs had hij getracht, hun de oogen te openen, opdat zij konden zien. Maar zij wilden niet hooren en wilden niet zien. Steeds op nieuw had hy het in hun ooren gebruld: „Op stra len over den Atlantischen Oceaan!" Maar zij ble ven voor zulke woorden doof! Herbert Wallner haalde een smallen, langen sleutel uit zijn zak en opende de deur. Daar om gaf hem eindelijk weer koelte en aangename duis ternis. Het was zeer verstandig van Li geweest, dat zij de zon buitengesloten had. Li was trouwens een prachtkameraad. En wat was zij dapper! Haar kreeg men er niet gemak kelijk onder. Herbert Wallner wierp zyn jas op een stoel en maakte het zich gemakkelyk. Nadat hy zich wat verfrischt had, ging hij naar de zitkamer van Li en wierp de dikke rol met papieren en plannen op de schrijftafel. Dat roodgelakte meubel dreig de reeds in elkaar te zakken door den last van papieren en teekeningen. Het was er toch ook eigenlyk niet voor bestemd, volgeladen te worden met fantastische ingenieursplannen en zich de gelakte huid door sigarettenpeukjes te laten ver branden. Het storrd daar, opdat Li er haar brièven aan kon zitten schrijven. Maar Li was den ge- heelen dag weg en schreef dus geen brieven en daarom had zy het goedgevonden, dat Herbert die slechts een klein slaapkamertje bewoonde, aan haar schrijftafel werkte. En juist daarom, omdat Li zoo'n goede kameraad was. zakte het roodgelakte bureau niet in elkaar, al leunde de ingenieur er ook zwaar op. Herbert was even op den divan neergevallen. Zijn oogen richtten zich op een punt van het pla fond en bleven daar star naar kyken De trekken in zijn door zon en lucht gebruinde gezicht kre gen harde, scherpe lynen. zooals noutsnijders ze kerven. Boven den neuswortel tusschen de wenk brauwen, verscheen een klein driehoekje, een be- wys, dat Herbert Wallner erg het land had. Dat ging nu al een jaar lang zoo. Slechts een spottendglimlachje hadden ze over voor hem en zijn groote idee. Feiten verlangden ze te zien. En wanneer hij dan zeide: „Laat me een jaar in Uw laboratoria werken en U zult feiten zien", dan knoopten de heeren hun jassen dicht, en weiger den. De zeer moeilijke omstandigheden, waarin de geheele samenleving verkeerde, veroorloofden niet kostbare proeven te nemen voor een probleem, dat op dit oogenblik slechts als een utopie kon worden beschouwd. Het beleefde glimlachje was het, waarmee deze menschen dan hun spijt betuigden en hem weg stuurden, dat Herbert Wallner nu weer voor zich zag, het zweefde door de kamer als een grijnslach. Wallner sprong op van den divan, trok de don- kere overgordijnen van de balcondeur weg, trad naar buiten, wierp een blik over de zee van daken, die rondom hem golfde, zoover het oog reikte. Wat was hy een jaar geleden met groote ver wachtingen met zijn groote idee te voorschyn ge komen! Met welk een enthousiasme had hy toen voor den eersten keer zyn idee uiteengezet tegen over vijf groote heeren uit het zakenleven. Langs stralen baant het licht zich een weg. Zoo als eerr viaduct zijn stalen armen over breede da len, wilde stroomen en diepe afgronden spant, zoo overbruggen de stralen van het licht het nachte lijk duister. Evenals die stalen viaducten, waar over menschen en vrachten zich voortbewegen, moeten ook de stralen tot rails worden, die lan den en zeeën overbruggen. En daarover zal de stralenglijder met menschen en vrachten voort snellen met dezelfde zekerheid, waarmee een trein voortsnelt over den spoorweg.... Een lichte beweging over zyn dikke, blonde haar ontrukte Herbert Wallner aan zjjn gedachten." Eerst dacht hij, dat het de teere hand van Li was. maar het waren slechts haar zijden kousen, die Mevrouw Orgelmann, de eigenares van het pen sion, gewasschen en te drogen gehangen had. Herbert ging weer terug in de kamer, stak een sigaret op en begon een kort, maar belangryk ge sprek met zichzelf. „Zoo kan het niet verder gaan. Sinds acht maanden ben ik het lieve kind hier tot last. Iedere sigaret, die ik rook, moet zij sparen van haar salaris. En die goede Mevrouw Orgelmann kon het maar niet over haar hart verkrygen, hem de deur uit te gooien, omdat hij huurschuld had. Li is werkelijk dapper, zij is de eenige, die niet om mijn plannen lacht; zij gelooft in me. Daarom wil ik haar niet langer teleurstellen en tot last zijn." Zwaar viel hij op den kleinen stoel voor het bureau neer en begon al de daarop liggende tee keningen op te rollen en in zinken kokers te doen Daarop nam hij een vel postpapier en stelde een heel gewonen sollicitatiebrief om een betrekking als ingenieur op. In den brief kwam geen woord te staan over zijn groote plannen en ideeën. Het was een geweldig besluit, waartoe hy den moed had gevonden, het was een harden stryd, dien hy met zichzelf te voeren had, om de groote ge dachte, dien hem vyf volle jaren dag en nacht had bezig gehouden, op te geven. Herbert Wallner wierp een blik op de klok... over twee minuten sloten de zaken. HOOFDSTUK 2 Negentien uur en enkele minuten had de dag al geduurd. In het centrum der stad stroomden de menschen by menigte uit warenhuizen en za- kenpaleizen, stortten zich temidden van het ver- j keer bestormden de ondergrond-banen, trams en j autobussen, alsof het rijdende forten waren, die veroverd en bezet moesten worden. Grootendeels waren het employé's, die blij waren weer een dag van werken achter zich te hebben en nu zoo snel mogelijk naar huis, in vele gevallen nog voor de rest van den dag naar buiten wilden. Ook de „Salon de Paris" had reeds zyn poor- i ten gesloten. De salon was een van de beroemdste modehuizen van Berlyn. Tot diep in den nacht I waren de acht zeer breede, zeer booge etalage- vensters op den hoek van den Kurfürstendamm en de Joachimthalerstrasse helder verlicht om de laatste Parijsche nieuwtjes op modegebied te ia- ten zien. Madame Launais had kans gezien, de eerste kringen van Berlijn en van het rijk aü klant te winnen. Madame Launais was eigenlyk maar heel gewoon: juffrouw Bürger geboren en getogen tusschen Alexanderplatz en Spittelmarkt, Maar waarschijnlijk zouden de rijke dames nooit de „Salon de Paris" zijn binnengetreden, wanneer daar een juffrouw Bürger had gedemonstreerd wat men te Parijs droeg. Zoo is een Duitsche nu een maal. En Madame Launais was verstandig en za kelijk genoeg, om rekening te houden met deze wenschen van haar gewaardeerde clientèle. Ook zorgde zij er steeds voor, slechts zeer knappe meisjes haar klanten te laten bedienen. Een mooi meisje laat een japon nu eenmaal veel beter tot zijn recht komen. Maar bovendien deed ze dit voor de heeren, die de dames vaak begeleiden. Van hen immers hing het tot stand komen van d« zaken r eestal af Alice Bernauer had in enkele Jaren in bijzon dere mate het vertrouwen van Madame Lainail weten te winnen. Ze was nu de eerste verkoop ster van den salon. Slechts in zeer enxele geval len demonstreerde madame nog zelf een model voor een cliënte Alice was in tweeërlei opzicht beroemd. Twee jaar geleden was zij, gedurende haar zomervacantie te Heringsdorf uitgeroepen tot schoonheidskoningin, en wat voor Madame Launais nog belangrijker was, zij had haar in de zaak nog nooit een strop bezorgd. Een eigenschap die ook zeer werd gewaardeerd door haar werk geefster was ook, dat Alice Bernauer de kunst verstond, steeds met de noodige reserves tegen over de mannelyke, betalende klanten op te tre den, zonder daarbij onaangenaam of grof te won den. Ook haar collega's mochten haar graag lij den. Geen harer was afgunstig op haar, omdat ze met haar nauwelijks twee en twintig jarefl aen bevoorrechte positie ln het huis Launais be kleedde. (Wordt vervolgd). Ir. J. G. Schilthuis is benoemd tot hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat in Groningen Lotta's voorzien de Zweedsche vrijwilligers, die voor Finland komen strijden, van spijs en drank der kampen Les in het redden van drenkelingen in het kader der zwemcursussen, welke door O en O. in de zwem baden van verschillende plaatsen in Nederland voor de militairen worden georganiseerd Namens alle burgemeesters in Noord-Holland werd den jubileerenden commissaris der Koningin in deze provincie, mr. dr. A. baron Röell, een schilderstuk aan geboden door jhr. H. L M. van Nispen tot Sevenaer, burgemeester van Laren Zweedsche vrijwilligers in hun kamp nabij Tornea in Finland luisterend aan de radio naar de laatste berichten van het strijdtooneel De jubileerende commissaris der Koningin in Noord-Holland, mr. dr. A. baron Röell temidden der burge meesters. die hun gelukwenschen kwamen aanbieden Ook aan de kusten waakt de Fransche marine. Een stuk geschut opgesteld in een der observatieposten André Bellessort is benoemd tot per manent secretaris van de Académie Francaise als opvolger van Georges Goyau Het werk van het Finsche Roode Kruis aan het Salla-front stelt aan de leden zware eischen in verband met de koude en de uitzonderlijke weersgesteldheid. Een der posten nabij de voorste linies

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8