Siüfd in het Westen-
ybt&eid
n den 9taaq
OF STRIJD IN DE NEVENOPERATIE-TOONEELEN?
WEER THUIS
Een beschouwing van het voor en tegen
van het standpunt der strijdenden
Onze militaire medewerker schrijft:
Meer dan vier en een halve maand reeds ligt
Europa gevangen in den greep van een nieuwen
oorlog: vier en een halve maand vraagt iedereen
zich dagelijks met zorg in het hart af wat van dit
alles het einde zal zijn: vier en een halve maand,
zonder dat een redelijke schikking tusschen dc
groote mogendheden binnen de sfeer van de mo
gelijkheden schijnt te zijn geraakt, zonder dat er
een enkele aanduiding is, dat op militair gebied
binnen korten tijd een beslissing kan worden ver
wacht.
Voor wat den landoorlog betreft spreken de
sobere door de generale staven uitgegeven com
muniqués een taal voor zich zelf. Ja, wel trach
ten eiken nacht in de smalle terreinstrook, welke
de fronten scheidt, de patrouilles temidden van
sneeuw en ijs elkaar te benaderen, teneinde el
kaar wederkeerig verliezen toe te orengen, doch
wat beteekenen deze kleine acties tegenover het
groote geheel? Niemand gelooft in werkelijkheid,
dat deze patrouille-oorlog de inleiding vormt van
een op korten termijn te verwachten grootscheep-
schen aanval: niemand gelooft in de mogelijkheid
dat van aanvallen op de starre fronten in het
Saargebied of in de Paltz binnen korten tijd groo
te beslissingen zijn te verwachten.
Kan deze toestand blijven voortduren? Nog
slechts enkele weken scheidén ons van het oogen-
blik dat de lente gaat komen: de lente met lange
re dagen en betere voorwaarden voor groote ope
raties. Zal dan het beeld van twee. onbewegelijke
millioenenlegers tegenover elkaar bestendigd blij
ven?
Het is omtrent dit punt, dat zich een zekere on
rust bij de openbare meening in de oorlogvoeren
de landen heeft meester gemaakt.
Voor Duitschland is de toestand in dit opzicht
iets gunstiger dan voor de geallieerden. Het poli
tieke doel, dat Duitschland zich gesteld had, n.l.
de verbetering aan de grenzen in het Oosten, is
vervuld.
Voor Duitschland geldt dus slechts zorg te dra
gen dat het de veroverde winst kan behouden.
Voortdurend wordt van Duitsche zijde betoogd,
dat het tegenover het Westen geen agressieve be
doelingen heeft. In dezen gedachtengang past
logisch een defensieve houding aldaar. Offensief
optreden kan slechts in aanmerking komen, wan
neer de toestand door andere omstandigheden
zoo précair wordt geacht, dat het beslist noodza
kelijk is op korten termijn den vrede af te
dwingen.
De geallieerden daarentegen wenschen het in
hun oog plaats gehad hebbende onrecht te her
stellen en wel bij voorkeur zoo snel mogelijk.
Zulks zal alleen kunnen geschieden door
Duitschland aan te grijpen. Wil men hierbij niet
alleen vertrouwen op den langen en twijfelachti-
gen weg der blokkade dan zullen de Duitsche
machtsmiddelen geslagen moeten worden.
Het is in deze landen en in het bijzonder in
Engeland, de openbare meening, welke over het
verloop der krijgsverrichtingen teleurgesteld is.
Dat overigens ook bij de generale staven van
de beide partijen voortdurend wordt overwogen,
op welke wijze het beloop van den oorlog kan
worden bekort, spreekt vanzelf.
Voor beiden geldt, dat een optreden in het Wes
ten in front op schier onoverkomelijke moeilijk
heden stuit: voor beiden is aan een optreden op
de vleugels België of Zwitserland door de
daaraan verbonden consequenties schier evenmin
te denken.
Gegeven deze feiten gaat de aandacht vanzelf
uit naar neven-operatietooneelen. Natuurlijk, zui
ver strategisch geredeneerd is dit niet juist. De
strategie toch leert om de krachten op het hoofd-
operatietooneel bijeen te houden, zulks teneinde
aldaar de beslissing te verkrijgen. De strategie
leert voorts zoo min mogelijk krachten over ne-
venoperatietooneelen te versnipperen. Doch als
het terrein op het hoofd-operatietooneel nu het
verkrijgen van een beslissing schier onmogelijk
maakt is het dan niet logisch naar andere zwak
ke plekken in de vijandelijke vesting te gaan zoe
ken? Grau ist alle Theorie: de oorlog blijft een
aaneenschakeling van bijzondere gevallen.
Als nevenoperatietooneelen, welke voor de ge
allieerden in aanmerking kpmen moeten be
schouwd worden dè Balkan, Finland en Syrië.
De Balkan echter levert voor hen bijzondere
moeilijkheden op. Meermalen toch reeds verklaar
de Italië, dat alle aangelegenheden, den Balkan
betreffende, in eerste, instantie voor Italië van
belang geacht moesten worden. Italië nu blijft een
teer punt in den gedachtengang van de geallieer
de staatslieden. Niet licht zal men er van deze
zijde toe overgaan handelingen te verrichten, wel
ke voor Italië onaangenaam zouden zijn, en er
toe zouden kunnen leiden, dat dit land beslis
singen ging nemen, welke wellicht in ongunsti-
gen zin de verhouding tot de Westersche demo
cratieën zouden kunnen beïnvloeden.
Eveneens doen zich moeilijkheden voor ten aan
zien van een eventueele hulpverleening aan Fin
land. Hoe zou deze trouwens kunnen geschieden?
De Baltische zee is een te gevaarlijke weg, terwijl
de weg door de IJszee naar P'etsamo evenmin in
aanmerking komt. Blijven dus alleen de door
Zweden en Noorwegen voerende wegen over. Be
halve de vele aan deze wegen verbonden moei
lijkheden doet 2ich het bezwaar voor, dat van de
ze wegen alleen gebruik gemaakt zal kunnen wor
den met toestemming van de betrokken staten.
Voorloopig nu lijkt het er niet veel op, dat deze
van zins zijn om hun neutraliteit prijs te geven
en tengevolge daarvan in conflict te komen met
Rusland.
Tenslotte Syrië. Hier is onder leiding van den
ouden-jongen generaal Weygand een leger van
enkele honderdduizenden soldaten gevormd. Ook
voor deze krijgsmacht zijn de mogelijkheden ech
ter beperkt. Een weg voert naar de Dardanellen;
een andere naar het gebied van den Kaukasus.
Beide wegen hebben echter het nadeel dat zij
slechts gebruikt kunnen worden met toestemming
van Turkije. Dit land nu is wel georiënteerd naar
het Westen, doch is geenszins van plan om zich
in een conflict met Rusland te laten me.esleepen.
Bovendien leidt de opmarschweg naar den Kau
kasus door zeer onherbergzaam terrein, zoodat
groote operaties hier wel op bijzondere moeilijk
heden zullen stuiten. En het einddoel: een even
tueele vermeestering van het oliegebied in den
Kaukasus zal inderdaad zeer onaangenaam zijn
voor Duitschland en in het bijzonder voor Rus
land. Maar zal van het bereiken van dit doel zoo
veel resultaat mogen worden verwacht, dat het
de eindbeslissing zal beïnvloeden? Zal het den
inzet van enkele honderdduizenden menschen
waard zijn? Mag bovendien verwacht worden, dat
de geallieerden er zich toe zullen laten verleiden,
door het ontketenen van één van deze neven
acties in conflict met Rusland te komen; iets
dat tot dusverre steeds angstvallig werd verme
den?
Voor Duitschland worden als neven-operatie-
tooneelen genoemd Scandinavië en Z.O.-Europa.
Wij gelooven echter niet, dat één van deze opera
tierichtingen voorshands werkelijk voor een
Duitsch optreden in aanmerking komt. Zoolang
Duitschland toch uit deze beide richtingen grond
stoffen kan betrekken, zou het voor dit land
«Leehts nadeelig zijn, het conflict erheen te ver
plaatsen. Mocht echter op eenigerlei wijze stagna
tie in dezen aanvoer komen, dan lijkt een Duitsch
optreden in één van deze richtingen minder on
waarschijnlijk.
Dc betrokken landen, en in het bijzonder Roe
menië, zullen met het voorbeeld van Polen voor
oogen en met de zekerheid dat de geallieerde hulp
zoo deze al voor hen zou komen, toch zeker te
laat zal zijn in dit opzicht vermoedelijk wel een
voorzichtige politiek voeren.
Resumeerende zouden wij dus kunnen zeggen
dat:
een optreden in front tegen Maginotlinie of
Westwall voor beide partijen weinig aanlokkelijk
en dus niet waarschijnlijk is;
b. aan een offensief op de vleugels door Bel
gië of door Zwitserland voor beide partijen
zoodanige consequenties verbonden zijn, dat
daaraan voor de geallieerden niet en voor
Duitschland slechts onder zeer bijzondere om
standigheden kan worden gedacht;
c. een optreden van Duitschland in N.W. of in
Z.O. Europa niet waarschijnlijk is, zoolang dit
land uit de betrokken streken grondstoffen kan
verkrijgen;
d. een offensief van de geallieerden in Finland
of op den Balkan moeilijk kan worden verwacht,
terwijl een optreden van Syrië uit, hoewel minder
onwaarschijnlijk, vermoedelijk slechts bescheiden
resultaten zal kunnen opleveren.
Ik mag dit overzicht niet besluiten zonder stil
te staan bij de heldhaftige verdediging van Fin
land.
Een vorige maal reeds mocht ik vaststellen, dat
de Russische aanval tegen Finland te onderschei
den was in 3 gedeelten, n.l.:
1. een hoofdaanval tusschen het Ladogameer en
de Finsche Golf:
2. een aanval N. van het Ladogameer; 3. een
nevenaanval ter vermeestering van de haven van
Petsamo.
Beschouwen wij thans hoe het verloop van de
krijgsverrichtingen op elk van deze terreinen ge
durende de laatste weken is geweest.
Op het hoofdoperatie-tooneel en op het gedeel
te N. van het Ladogameer hebben de Russen hun
opmarsch in algemeenen zin tot ongeveer 18 De
cember kunnen voortzetten. Sedert dien maken
de Russische communiqués geen melding meer
van terreinwinsten, doch bepalen zij zich ertoe te
vermelden dat verkennende acties plaats vinden,
dan wel dat het weer geen operaties op groote
schaal toeliet. De Finnen daarentegen melden in
hetzelfde tijdvak herhaaldelijk Russische aanval
len, welke overigens alle in het bijzonder met
een noemenswaardig verlies aan vechtwagens
werden afgeslagen. Men zal echter goed doen,
aan deze gevechten geen al te groote waarde te
hechten. De grootte van de opgegeven verliezen,
het gemaakte aantal gevangenen, de inzet van
materieel, alles wijst er op, dat nog geen groot-
scheepsche aanval op de Finsche verdedigings
posities plaats vond, doch dat hier inderdaad
slechts sprake is van inleidende gevechten. Heb-
de Russen den weerstand van de Finnen onder-
schat, of stellen het terrein en het klimaat zoo
danige moeilijkheden, dat de mogelijkheid tot het
inzetten van een aanval zich nog niet voordeed?
Beide gevallen zouden er niet toe strekken, het
gezag van den Russischen generalen staf te ver-
hoogen.
In Midden-Finland behielden de krijgshande
lingen het karakter van operaties op kleine
schaal. De Finnen hadden daar niet alleen het
succes de Russen tegen te houden, doch konden
zelfs tot bescheiden tegenaanvallen overgaan en
op enkele plaatsen de Russische grens overschrij
den.
Ook de operaties in het Noordelijkste gedeelte,
waar de Russen op 18 December reeds op 85 km.
Z. van Petsamo stonden, kwamen niet alleen tot
stilstand, doch werden door een terugtocht ge
volgd.
De Russische luchtmacht trachtte op dagen,
dat de weersomstandigheden zulks toelieten, haar
overmacht tot gelding te brengen door het inzet
ten van verkenningen en het bombardeeren van
Finsche steden en dorpen.
Resumeerende zien wij aldus een stand houden
van de Finnen op alle fronten: in twee maanden
tijd wisten de Russen, ondanks hun overmacht,
nog slechts bescheiden terreinwinst te maken.
Niettemin blijft de toestand van Finland pré
cair.
Ik geloof dat slechts een wonder of de ge
allieerde divisies het land op den duur voor
den ondergang zal kunnen behoeden.
ZEVENTIEN GEWONDEN BIJ TREINBOTSING.
MADRID, 23 Januari (Havas). Bij een
treinbotsing te Barcelona zijn 17 reizigers ge
wond geraakt.
Belgische politie verricht
huiszoekingen.
Documenten te Eupen in beslag genomen.
EUFEN, 23 Januari (Havas). Op bevel van
het parket heeft de politie te Eupen huiszoe
kingen verricht in de bureaux van de bladen
„Eupener Zeitung" en „Eupener Nachrichten",
zoomede in de woningen van den afgezetten
wethouder Gierets en van een vroegeren agent
van politie. Deze huiszoekingen vloeiden voort
uit de arrestatie van een zekeren Vanderbergen.
Verscheidene documenten zijn in beslag geno
men.
Ook in Spanje ongekende
sneeuwval
Autoverkeer In Midden-Spanje ligt stil.
MADRID, 23 Januari. (Havas). De laat
ste dagen heeft het in de hoofdstad zoo overda
dig gesneeuwd, als men sinds het begin van deze
eeuw niet heeft meegemaakt. Het verkeer wordt
ernstig belemmerd. Drieduizend sneeuwruimers
zijn voortdurend bezig. In Bilbao ligt het ha
venbedrijf geheel stil. In Sevilla heerscht tien
graden vorst. In Cadiz heeft het flink ge-
sneeuvtd, hetgeen daar iets heel ongewoons is.
In heel midden-Span je is het autoverkeer stop
gezet, waardoor ook de aanvoer van levensmid
delen moeilijkheden ondervindt. In verscheidene
plaatsen heerscht gebrek aan drinkwater.
Van dfe „Rawalpindi" 27 opvarenden
krijgsgevangen gemaakt.
De Britsche admiraliteit heeft gisteravond de
namen gepubliceerd van twee officieren en 25
manschappen van den koopvaardij kruiser,Rawal
pindi", die zich als krijgsgevangenen in Duitsch
land bevinden. Zij zijn opgepikt door het vest
zakslagschip „Deutschland" nadat dit de „Ra
walpindi" tot zinken had gebracht tijdens den
slag buiten IJsland in November j.l.
"YV
Een waardevolle poging
tot internationalen arbeid
op breeden grondslag
Onze Haagsche correspondent schrijft:
Het bericht, dat op 7 Februari aanstaande het
organisatie-comité dat zich nader zal hebben
bezig te houden met de voorbereiding van wat,
naar te hopen valt, een hoogst waardevolle
organisatie voor internationale samenwerking
op economisch en sociaal gebied kan worden, te
's Gravenhage bijeen zal komen, stemt tot
vreugde.
Dit om meer dan een reden. In de eerste
plaats bestaat er alle reden om het voor heel
de samenleving een geluk te achten, dat men
iets van dien aard wil gaan ondernemen, on
danks den oorlog. En voorts mogen wij Neder
landers het nog als een bijzonder voorrecht be
schouwen, dat dergelijke werkzaamheden plaats
zullen vinden binnen de grenzen van ons land,
waar ongetwijfeld de overgroote meerderheid der
burgerij van ganscher harte kan instemmen met
al wat bevorderlijk zou kunnen zijn voor samen
werking tusschen de volken, juist ook na afloop
van den droeven en wreeden wapenstrijd.
De papieren van den Volkenbond, dit zij
ronduit erkend, staan op de beurs der interna
tionale openbare meening op het oogenblik laat
genoteerd.
Toch zal men moeten toegeven, dat de jongste
Volkenbondsvergadering in elk geval in één
opzicht een besluit heeft genomen, dat metter
tijd van heilzame beteekenis voor heel de samen
leving zou kunnen blijken te zijn.
Ik denk hier aan de op 14 December j.l. ge
vallen beslissing, die tot strekking had den weg
Een van de afdoende middelen, om zoo noodig den vijand op het laatste oogenblik
onverwachts den overtocht over het ijs te beletten, toont bovenstaande foto,
gemaakt tijdens de dezer dagen bij het Nederlandsche Veldleger gehouden
oefeningèn. Een ijsmijn springt.
Aanvankelijk ging alles goedMaar
toen Dinges huizen en menschen in een
dorpsstraat zag, begon hjj zenuwachtig
te worden. De drogist stond juist z'n
ramen te lappen, waarbij ook de gaper
niet werd overgeslagen. Dinges suisde
voorbij, stootte met z'n voorwiel tegen
de trap en daar duikelde de drogist, met
den gaper in z'n arm geklemd, naar
beneden, waar hij keurig netjes achter pp
den motor kwam te zitten.
De gaper kwam echter op het hoofd van
Dinges terecht, zakte naar beneden
enHet leek warempel wel of de
gaper van den drogist er met z'n baas
per motor van door was. Door de oogen
van den gaper zag Dinges een heel klein
beetje licht schemeren. Inwendig vreesde
hij nu 't ergste. Hoe moest h\i den motor
tot stilstand brengen? Zou hij geen on
schuldige menschen overrijden? Hoe zou
deze dolle rit-te 't-duistesetodigaató
Een juffrouw, die naar hondje uit liet
wist niet hoe snel zij haar beestje moest
wegtrekken om het op tijd in veilig
heid te brengen. Zij trok zoo hevig aan
den leeren riem, dat het hondje een eind
door de lucht vloog en hevig begon te
blaffen. Zeer boos keek de juffrouw den
motor na. Zij was een goede klant van
den drogist, maar nu hg zulke malle
fratsen ging uithalen, zou ze nooit meer
feta bü hem ksgseöHg»
Dr. Colijn op hef
internationale pad
te banen, welke kan leiden naar het tot sUr
komen van een organisme, dat zich belast
zien met de leiding van en het toezicht op-
werkzaamheden van de comités, die zich
houden met economische en sociale vraagstol
ken.
De bedoeling is onder meer, aldus het toezie;
op den economisohen en socialen arbeid a»
den Volkenbondsraad te onttrekken. Dit aan;'
zien de Raadszittingen gewoonlijk zoozeer t
dolven gaan onder allerhande politieke vrag
dat er niet voldoende tijd en aandacht ovi
blijft om de hier genoemde aangelegenheé
naar behooren te behandelen.
Maar er zit nog meer aan vast. Men wil;
deze wijze ook niet-leden van den Volkenboi-
zooals bijv. Amerika, nader in dit werk betr;;
ken. De bedoeling is dus, de practische uihr-
king dezer internationale samenwerking
economisch en sociaal gebied belangrijk te v;
grooten. En dit nu zou tevens een stap zijn in-,
richting van de vestiging van die nationale j
internationale orde, welke noodzakelijk is va
den werkelijken vrede.
Zoodoende zou men wat meer het ideaal r,
de universaliteit kunnen benaderen dan tochj
ker van den beginne af ten grondslag heeft -•
legen aan hetgeen men te Genève opbouwde.
is nog verre van zijn verwezenlijking.
Een zeer goed ding kan ook zijn, dat het
scheppen Centrale Comité niet alleen uit vej
tegenwoordigers van staten zal bestaan. Wa:
behalve 24 staten-vertegenwoordigers (let w
ook niet tot den Volkenbond behoorende Sta'.-:
kunnen deel uitmaken van het Comité), zulk;
deze 24 zelf nog ten hoogste 8 leden er
kunnen kiezen, die dan benoemd zullen word-
op grond van hun persoonlijke bijzondere t*
kwaamheid en gezag.
Ter verdere voorbereiding van een en and-:
zal op 7 Februari in Den Haag een Organisafe
Comité, waarin ook Nederland zitting heeft, w
een komen. Dan zullen dus de deuren van b
Vredespaleis opengaan voor hen, die aldus c-;
verderen grondslag zullen leggen voor een we:
dat van zeer groot nut kan zijn met het oog:
een eenmaal toch te bereiken internatioiu
samenwerking op breeden grondslag. Vanda?
dat zij, die straks dezen voorbereidenden arb::
op Nederland's grondgebied zullen gaan om'
nemen, hier van harte welkom zijn, aangf
men hier te lande niets vuriger verlangt
alles te bevorderen, wat aan een voor de wei
zegenrijken wederopbouw van de internatiom
samenleving ten goede zal komen.
Ofschoon er op dit punt nog geen volstrek
zekerheid bestaat, schijnt de kans toch groot;
wezen dat Dr. Colijn, die nog steeds tot
buiten de grenzen groot gezag en aanzien geiir
het verzoek zal ontvangen aan de vergadert
in het Vredespaleis deel te nemen en zulks o-
vermoedelijk zelfs als voorzitter. Nu, dat is te
toevertrouwd, want al eerder heeft men,;
Genève en elders, kunnen vaststellen, dat R
Colijn een voortreffelijk President van intet-:
nationale besprekingen kan zijn.
Het is overigens een feit, dat hij in vele land;:
goede relaties bezit en zoo mag men ook
aannemen, dat toen hij onlangs in Italië mi
zijn invloed van nut geweest kan zijn o.a. in ver
band met een eventueel mettertijd meedoen va:
Italië aan het nieuwe organisme. Als bindend1
figuur heeft hij niet gering te schatten waard
Vandaar, dat heden ten dage meer dan ooit er.
man als Dr. Colijn, op het internationale padE
op uit trekkend, hoogst nuttig werk kan dos
E. v. R
's-GRAVENHAGE, 23 JanuarL Kapi
tein Wijker en zijn Iotgenooten van de
„Arendskerk" zijn vandaag uit Brussel, waar
zij overnacht hebben, in ons land terugge
keerd.
Vanochtend vroeg kwam het gezelschap in
Roozendaal aan. Hier voegde de heer Trapman
de directie van de Vereenigde Nederlandscte
Scheepvaart mij. vertegenwoordigende, zich b(
hen. De meesten hunner stapten in Rotterdam
uit den trein. Ongeveer twintig man en kapitein
Wijker hooren daar thuis. De hoofdmachten
Zeeman reisde door naar Amsterdam en in Den:
Haag verlieten de heeren Oosterhuis, eerstei
stuurman, Roodenrijs, tweede stuurman en Vonk
de kok van de „Arendskerk" den trein. De laat
ste woont in den Haag, de beide anderen stapte
over in den trein naar Haarlem, waar zij wonen
De beide stuurlieden waren wel wat verbaas:
over de belangstelling, die men in ons land voo:
hun avonturen had getoond. Vooral in Pari];
waren zij het voorwerp geworden van journalist
tieke belangstelling. „Zij hebben ons nog ge
fotografeerd bij het graf van den Onbekende:
Soldaat", zeiden zij. „En vannacht om drie ut'
in Brussel kwam er nog een fotograaf ons op
zoeken", vertelden zij nog.
Wij hebben het den heeren daarom maar nietj
moeilijk gemaakt en met een „wel thuis" afscheidi
van hen genomen.
Amerikaansche Senaat eert Borah.
Roosevelt woonde de plechtigheid in het
Senaatsgebouw bij.
WASHINGTON, 22 Jan. Voor de laatste maal
is Borah in den Senaat teruggekeerd toen de een
voudige grijze doodskist daar werd binnen ge
dragen en op het podium van de vergaderzaal
van den Senaat werd geplaatst, waar Borah 31
jaar lang den Amerikaanschen staat heeft ge*
diend.
De Senaatspredikant, Barney Phillips, leidde den
korten episcopalen dienst en leden van het kerk
koor zongen daarna twee gezangen. De president,
de leden van het kabinet, de Senaat, van 't hoc-
ge gerechtshof, leden van de justitie, afgevaai;
digden en diplomaten woonden deze plechtigheid
bij. Mevrouw Borah had den wensch te keimes
gegeven om daarbij niet tegenwoordig te zijn es
wachtte terwijl in een kamer gelegen in de na*
bijheid van de bureaux van Garner.
Een groot aantal kransen en bloemtakken be
dekte de baar.
Een eenvoudige krans van roode anjers van
President en mevrouw Roosevelt was aan he:
voeteneinde geplaatst. Aan iedere zijde van
baar stonden groote kransen, één van lelietje.'
van dalen en witte anjers een laatste hulde ven
den Senaat en een andere van lelietjes en witte
rozen en viooltjes gezonden door Amerikanen
van Duitsche afkomst uit Chicago.
Twee politieagenten van het kapitool vormden
de eerewacht.
Het stoffelijk overschot is later naar
overgebracht. (United Press),