1JloêMisatie-uUgaoen^ PUROL er op! Tevredenheid over buitenlandsch beleid. woeden uit het £eeninq(auds yefuianciecd. Met de 3 Dampoproducten bestrijdt U alle verkoudheden dringt aan op zuinigheid de weermacht. Eerste Kamer bij Ik ontdek Amerika. O nnWPERDAG 25 JANUARI 1940 EERSTE KAMER. Positie der neutrale mogendheden besproken. frol. Or. D. van Embden (VriJjinnifl Dom. Bond) J DEN HAAG Woensdag. Hield Mr. Kropman (r.-k.) zich met een spe- al onderdeel van de huidige buitenlandsche C1fa gstuldcen bezig, toen hij het had over den pelal onrechtmatige» overlast aan onze scheep- aart en handel over zee toegebracht, waartegen moeten blijven voortgaan te protesteeren, Mr. n^ièt (a.-r.) raakte verschillende punten aan. Hiï meende o.a. dat er nog wel wat te doen valt or versterking van ons diplomatieke corps door het ook met jonge krachten van buitenaf aan te vullen die dan niet speciaal voor de „carrière" op geleid'zouden hoeven te zijn. Vervolgens gaf hij te kennen, dat een deel der pers in ons neutrale land rich nog voorzichtiger dient te gedragen, ook wat den inhoud van sommige, artikelen aangaat. De anti-revolutionnaire spreker vestigde terloops de de aandacht op de verwon dering in 't buitenland, dat een figuur als Dr. Colijn, die straks waar schijnlijk een leidende plaats bij het in Den Haag samenkomende organisatie comité zal innemen, geen deel van de Regeering uit maakt. Vervolgens criti- seerde hij Churchill's jongste rede om zich ten slotte volkomen accoord te verklaren met het door onze Regeering ingeno men standpunt inzake het lid blijven van den Vol kenbond. Hiermee was ook Prof. v. E m b de n (v.d.) het geheel en al eens. Deze spreker, die insgelijks wat ook an deren deden Churchill's betoog onder handen nam, en nog opmerkte, dat onze gedragslijn ten opzichte van Finland geenszins in strijd is met on ze neutraliteit, betoogde, dat de neutralen zich reeds thans gereed moeten maken voor hun taak om straks actief mee te werken, bij de regeling, die na den oorlog tot stand zal dienen te komen, ten einde aldus een betere internationale organisatie te kunnen helpen opbouwen. Naar mate een oorlog langer duurt, zullen de leiders van de oorlogvoe rende landen tengevolge van de daar dan toege nomen haat-instincten der massa, allicht minder jn staat zijn een door matiging ingegeven vrede te sluiten. Daarom zou de medezeggenschap van de neutralen ten aanzien van den te scheppen inter nationalen wederopbouw niet alleen een recht, maar ook een plicht zijn. Spr. meende, dat de on- zijdigen zich mettertijd ongevraagd zullen moeten aanmelden om aan de vre- des-conferentie-tafel mee aan te zitten, In dit ver band herinnerde hij er aan, dat op het oogenblik tot de onzijdïgen twee zul_ ke machtige figuren be- hooren, als de Paus en de President van de Veree- nigde Staten. Om in ver- groote mate de verzeke ring van hun nationale be langen daardoor te kunnen verwerven, zullen de le den van den te reorgani- seeren Volkenbond meer van hun nationale souve- reiniteit moeten prijsge ven, want alleen zóó kan men een deugdelijk inter nationale solidaire organisatie tot stand doen ko men, meende Prol v. Embden, die o.m. nog van oordeel bleek, dat beter dan neutrale particuliere vereenigingen en personen, Re geeringen in etaat zullen zijn den door hem bedoelden arbeid in verband met de eenmaal aanbrekende vredeson derhandelingen te verrichten. Spr. besloot"met zijn vertrouwen in het beleid van minister v. Kleffens uit te spreken, wien hij ook gaarne verder steun toezegde. Ook Prof. de Savornin Lohman (c.-h.) bracht den bewindsman hulde, vooral mede wegens diens standpunt omtrent Nederland's eigen aan de historie te danken recht op neutraliteit. Zelfstandigheidspolitiek, die je ware is, wil nog niet zeggen een politiek van volkomen passiviteit. Sinds we ons in 1936 van de Volkenbondsver- plichtingen van art. 16 hebben losgemaakt, hebben we weer de zuivere zelfstandigheidspolitiek, die in houdt, dat wij geen object willen zijn van ze kere dynamische theorie omtrent levensruïmte, maar welke tevens ook in houdt, dat we ons niet onder bescherming van eenigen anderen staat wenschen te stellen. Spr. verheugde zich er over dat tegenwoordig ide verhouding tusschen Nederland en België zoo goed is, vooral ook dank zij den wijzen voorzienen- den geest van den koning der Belgen. Intusschen spreekt het vanzelf, dat er van een verdrag met België geen sprake kan zijn, want dat past even min in 't kader van onze zelfstandigheidspolitiek. Spr. had zich verwonderd over het gebrek aan werkelijkheidszin als Prof. v. Embden het moge lijk achtte, dat de neutralen aan de conferentie tafel zouden mogen mee aanzitten. Iets anders is natuurlijk als de onzijdigen als eerlijke makelaars de oorlogvoerende partijen tot elkaar zouden trachten te brengen. In dit verband wees spr. er op, dat het aanbod van goede diensten van Koning Leopold en Koningin Wilhelmina nog steeds van kracht is. En uit den aard der zaak zul len we, wanneer men een internationale organisatie zou (her)scheppen, dit keer van stonde af de noo- dige mede-zeggenschap omtrent zulle 'n organisatie moeten hebben. Lof heeft de c.h. woordvoerder voor de onpar tijdigheid en vasthoudendheid waarmee onze Regee ring opkomt voor onze neutraliteit. Gaarne zou hij willen weten, hoe Minister v. Kleffens staat ten opzichte van 't denkbeeld om eventueel samen met andere neutralen, vragen van schending van wat ons neutralen volkenrechtelijk toekomt ter berech ting aan het Internationaal Gerechtshof voor te leggen. Voorts vroeg prof. Lohman of de overheid wel beschikt over voldoende middelen om zich te kee- ren tegen uitingen van sommige Nederlanders die twijfel trachten te wekken omtrent den vasten wil onze neutraliteit hoog te houden en voorts drong hij or zeer bescheiden op aan om in geval van bijzondere maatregelen als intrekking van verloven zooveel mogelijk het publiek voor te lichten. Na de pauze wijdde prof. Lohman nog hulde aan Fin land, tevens z'n verheugenis uitsprekende over den ooor ons land te verleenen humanitairen steun (hetzelfde geluid liet later o.m. de heer Heldring hooren) terwijl hij tenslotte verklaarde dat we op het oogenblik nog in den Volkenbond moeten blij ven, al is voorzichtigheid geboden als men denkt aan redevoeringen a la Churchill. De heer Heldring (lib.) die eerst even de Waarde van de vrije vaart op den Rijn onder streepte, betreurde het, dat men tengevolge van verkeerde bezuiniging, hier en daar kanselierspos- *en bad opgeheven. Wat onze consulaire vertegen woordiging betreft, is de qualiteit van grooter belang dan de quantiteit. rir v-kanschot (R.K.), die warme hulde aan Munster v. Kleffens en zijn medewerkers bracht, vond het van Churchill o.m. niet fraai, dat hij zich we. tegen de kleine en niet tegen de groote neutra- «n (zooals de Vereenigde Staten) had gekeerd, betoogde dat men aan de overzijde van het Kanaal al te zeer had vergeten dat 't verdrag van Versailles, waarvoor wel Engeland, niet echter de onzijdigen aansprakelijk te stellen zijn, de kiemen bevatte van den thans woedenden ooi-log. Hoe staat het overigens met onze scheepvaart verbinding met Indië, hoe met de Algemeene Ne- derlandsche Invoer Centrale, hoe met het ip. be slag nemen van onzen post door Engeland? Bij het tot stand komen van den vrede valt er zeker voor de onzijdigen een taak te vervullen, maar dat zal met groote staatsmans-wijsheid die nen te gebeuren. „Met groote heeren is het slecht kersen eten". Dat zal men moeten bedenken. Wel echter zou het op den weg van de onzijdigen kunnen liggen gezamenlijk zeer beslist te weigeren aan een (nieuwe) internationale rechtsorganisatie mee te werken als die vast zou zitten aan een te hard eenzijdig vredesverdrag. Niet vervallen in de fout van Versailles, zij het parool. Het Nederlandsche volk is eensgezind in zijn wil tot handhaving van zijn zelfstandigheid en zoo mo gelijk is die wil nog gesterkt sinds we het held haftig verweer van Finland hebben kunnen aan schouwen, zoo merkte de heer Vorrink (s.d.) op, die voorts zeide, dat niemand ons land zijn zedelijk recht op zijn neutraliteit kan ontzeggen. Krachtig portesteerde spr. tegen Churchill's insinuatie, dat we ons te willig tegenover Duitschland zouden ge dragen alsmede tegen z'n bewering, dat het Vol kenbondshandvest de onzijdigen eigenlijk ver plichtte thans met de geallieerden mee te doen. De s.d. woordvoerder uitte zijn groote voldoening over het standpunt der Regeering i.z. voortzetting van ons Volkenbondslidmaatschap. Spr. toonde er zich van evertuigd, dat straks een hechte intern, rechtsorde noodig zal zijn, waaraan de neutralen hun steentje hebben bij te dragen. Na hulde aan Min. van Kleffens te hebben ge bracht, behandelde Prof. An erna (a. r.) twee punten. Dat een zoo emotioneel staatsman als Churchill in deze voor zijn land zoo emotioneele tijden had ge sproken gelijk hij had gedaan achtte spr. begrijpe lijk, zoodat men er dien bewindsman niet te hard over moet vallen, ofschoon hij de stellingen van Churchill meteen wenschte te bestrijden. In de eer ste plaats kan er op gewezen, dat heel deze oorlog niets met de Volkenbondsverplichtingen te maken heeft, aangezien de Bond volkomen buiten dezen oorlog is gehouden. Vervolgens wees de heer Anema er op, zulks aan de hand der feiten, dat Engeland en Frankrijk achtereenvolgens tal van onrecht heb ben laten #passeeren, zonder de wapenen op te ne men. Dat is thans wel gebeurd omdat deze landen in September zulks wel in hun belang achtten en vroe ger deze meening niet wai-en toegedaan. Intusschen rest de vraag of er niet objectief een moreele plicht bestaat om een kleinen staat te helpen als die slacht offer is van een aanval. In beginsel valt daarover veel te zeggen, doch dan moet zulk een humanitaire interventie door een groote mogendheid, of liever nog door een collectiviteit en het liefst ingevolge het oordeel van een onpartijdig internationaal or gaan geschieden. Welnu dit alles ontbreekt thans en dus bestaat er voor een land als het onze aller minst 'n verplichting om in z'n eentje in te grijpen. Als tweede punt roerde spr. nog aan, de toekomst van de internationale organisatie. Ofschoon we nu nog niet kunnen zeggen wat we wel zullen kunnen doen, achtte spr. het toch wel gewenscht reeds thans vast te stellen, dat niet wederom door de overwin naars aan de verdere wereld een internationale or ganisatie zal moeten worden „opgelegd". Verder zal men er van moeten afzien alle geschillen aan judi- cieele beslissing te willen onderwerpen. Men zal de teerden Volkenbond treedt, stemde hartelijk in wat onze goede verstandhouding met België betreft. Hij betreurde het, dat de op 3 April 1939 met onze zui delijke buren gesloten regeling i. z. de haven-tarie ven, niet ter goedkeuring aan de Staten-Generaal was voorgelegd. Buiten den oorlog blijven is voor ons van 't groot ste belang. Van .een West-Európeesche federatie kun nen we evenmin heil verwachten als van de Duit- sche „levensruimte"-theorie. Aldus de nat. soc. se nator, die verder in dezen tijd zwijgen 't beste vond. K. L. M. maakte twee vluchten naar Urk. P-H.A.C.T. had geringe motorstoring. Woensdagmorgen landde op Urk het K.L.M.- vliegtuig PILACT, bestuurd door den heer Bax met 42 zakken post. Toen het vliegtuig weer wil de vertrekken, werkte de automatische starter niet. In verband met de koude en de gladheid lukte het starten met den hand niet, zoodat ge wacht werd op een tweede vliegtuig, de PHAEB, bestuurd door den heer Kooper. Dit nam de be- noodigde onderdeelen mede, zoodat de starter weer kon worden gerepareerd, en de PH—ACT om half drie naar Schiphol kon terugkeeren. De PH—AEB was reeds eerder met vijf passa giers en twee zakken post van Urk vertrokken. Reeds Woensdagmorgen had het in de bedoe ling gelegen twee vluchten naar Urk te maken, welke echter aanvankelijk beide door de PHACT ondernomen zouden worden. Er is dus geen sprake van een extravlucht. Verbinding met Vlieland en Terschelling nog niet verbroken. De postbooten voor Vlieland en Terschelling, die Woensdagmiddag om half twee uit Harlingen ver trokken, hebben na een zeer zware reis de eilanden bereikt. Door het ijs volgden beide booten zooveel mogelijk dezelfde vaargeul. Op Vlieland arriveerde de boot om half negen. De boot voor Terschelling kwam daar om halftien aan. Met uitzondering van één dag heeft men tot dus verre den dienst in stand kunnen houden. Drogisterij in enkele minuten een prooi der vlammen. Woensdagmiddag heeft een felle brand gewoed in de drogisterij van den heer Huisingh op den hoek van de Saxen Weimarlaan te Amsterdam. Toen de brandweer arriveerde, was het winkel pand in een bulderende vuurzee herschapen. De twee groote etalageruiten waren gesprongen, en de vlammen die vrij spel hadden in de bij uitstek brandbare voorraden, lekten tegen den gevel om hoog. Ook een viertal ramen van de boven den winkel gelegen woonverdieping waren door de hitte gesprongen en zoo had het vuur gemakke lijk toegang tot de aan de voorzijde gelegen ver trekken. Dank zij het snelle ingrijpen van de brandweer konden daar de vlammen spoedig worden gestuit, zoodat deze verdieping, die be woond wordt door de familie Roehling betrekke lijk weinig brandschade opliep. Wel kwamen de kamers vol dikken rook te staan, welke alles zwart blakerde. Ook enkele ramen van de tweede etage waren gebarsten, doch het vuur kon ook daar worden gekeerd. De winkel is in enkele mi nuten tijds geheel uitgebrand. Alles werd grondig door het vuur vernield. De brand is in een magazijntje achter den winkel ontstaan. De zoon van den drogist die op dat moment alleen in de zaak was, bevond zich achter een trap aan de andere zijde van den winkel, waar hij bezig was met het aftappen van levens-kwesties dienen op te lossen met behulp van petroleum. Plotseling hoorde hij een knal. Hij u„iWl"1' r,"+f"v w rende den winkel in en zag toen hoe de vlammen DE mobilisatie-uitgaven moeten gefinancierd worden en volgens mi nister De Geer kan dit niet beter geschieden dan door middel van een „Leeningfonds", tot welks instelling hij Woensdag een wetsontwerp bij de Tweede Kamer heeft ingediend. Omtrent de inkomsten van het fonds kan de minister nog geen volledige inlichtingen verstrekken. Zij zullen ten deele komen uit uitkeeringen van elke Rijksbegrooting aan het fonds, maar boven dien uit „speciale heffingen". Welke deze „speciale heffingen" zullen zijn heeft de minister nog niet bekend gemaakt. behoorlijk politiek internationaal overleg. En ten slotte zal men zich na den oorlog waarschijnlijk moeten tevreden stellen met een zekere tusschen staatsche ordening en het niet moeten zoeken in een organisatie, gebouwd op schoone, echter toch niet te eerbiedigen beginselen. Mr. v. V es s em (nat. soc.), die opnieuw betreur de, dat Nederland niet uit den z.i. eenzijdig georien- reeds uit het magazijntje sloegen en zich aan den winkelinhoud mededeelden. Volgens zijn ver klaring had daar een petroleumkachel gebrand in de nabijheid waarvan een flesch alcohol had gestaan, welke vermoedelijk door de warmteont wikkeling gesprongen is, waarna de wegvloeiende inhoud vlam had gevat. In de Memorie van Toelichting zegt de minister, dat hij in de millioenennota voor 1940 van het re- geeringsvoomemen deed blijken om, evenals in 1914, ook thans met behulp van een leeningfonds den invloed van de huidige buitengewone omstan digheden op de rijksfinanciën te regelen. Ten aanzien van de voorgestelde constructie van het fonds merkt de minister van Financiën o.m. het volgende op. De uitgaven, voor welker dekking de instelling van dit fonds noodzakelijk is, zijn in hét wetsont werp aangeduid met den algemeenen term van uitgaven, welke voortvloeien uit de huidige bui tengewone omstandigheden, kortheidshalve mobi lisatie-uitgaven genoemd. Alle aldus gefinancierde uitgaven worden op de hoofdstukken der rijksbegrooting, waarop zij be- hooren, uitgetrokken en ook ten laste van die hoofdstukken door de algemeene rekenkamer ver evend. Daarna worden zij bij Koninklijk besluit, op voordracht van den minister van Financiën en van de ministers, welke het beheer over de betreffen de hoofdstukken der rijksbegrooting voeren, over gebracht naar den kapitaaldienst van de begroo ting van het fonds. Tegenover deze uitgaven staan de inkomsten, welke rechtstreeks met haar verband houden, b.v. de opbrengst van niet meer benoodigde en daarom verkochte uitrustingsstukken. Ook deze woorden overgebracht van de rijksmiddelen naar den kapi taal dienst van het fonds. Een andere dekking van de uitgaven zal ge vonden worden in de tegoedschrijving aan den kapitaaldienst van de bate; voortvloeiende uit de herwaardeering van het goud. In een der artikelen wordt nog gesproken van „overige inkomsten" waarmee de kapitaal dienst van het fonds kan versterkt worden. Hierbij is in het bijzonder gedacht aan de op brengst van de in voorbereiding zijnde oor logswinstbelasting. Het resteerend bedrag der mobilisatie-uitgaven zal gefinancierd moeten worden uit de opbrengst van te sluiten geldleeningen. De rente en aflossing van deze leeningen zullen uiteraard dekking behooren te vinden in de in komsten van den gewonen dienst van het fonds. Voor de hand zou dus liggen den gewonen dienst eenvoudig te bezwaren met de jaarlijksche kosten van de gesloten leeningen. Toch bestaat hiertegen bezwaar. Het bedrag, dat aan mobilisatie-uitgaven besteed is, zal immers op menig moment heel wat grooter kunnen zijn dan de reeds gesloten geldleeningen, „aangewezen als te zijn aangegaan ter voorziening" in de mobilisa tie-uitgaven. Op dit oogenblik, nu nog geen enkele leening van dien aard gesloten is, is zulks wel het geval. In het wetsontwerp is daarom een vorm van be lasting van den gewonen dienst gekozen, voor welke dit bezwaar niet aanwezig is. De gewone dienst wordt namelijk belast met bedragen, welke gelijk zijn aan de annuïteiten, die verschuldigd zouden zijn, indien telken jare voor de niet door inkom sten gedekte mobilisatie-uitgaven een annuïteits- Dampo-verkoudheids-balsem, Pot 50, Doos 30 ct. Dampo-hoestbonbons, Doos 25 cent. Dampo-neusdruppels, Flacon met druppelspuitje 60 cent. (Adv. Ingez. Med.) Ook betere voorlichting gevraagd. In het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot vaststelling van de Defensiebe- grooting wordt met groote waardeering gewaagd van de wijze, waarop leger, vloot en luchtmacht hun taak vervullen, en den gemobiliseerden dank gewe ten voor het offer, hetwelk velen hunner ook met het oog op hun gezinnen hebben moeten brengen door aan den hun geworden oproep tot verdediging van onze zelfstandigheid te gehoorzamen. Algemeen stemde het tot voldoening, dat de geest in de weermacht goed is. Verscheidene leden trokken in twijfel, of de or ganisatie van de aanschaffingen ten behoeve van de landmacht wel zoo doeltreffend is, dat steeds wordt bereikt het tempo, hetwelk onder de huidige omstandigheden meer dan ooit Is vereischt. Men drong verder aan op verder gaande motorisatie. Enkele leden verklaarden, met leedwezen kennis te hebben genomen van de mededeeling, dat de re geering voornemens is, kanalisatie van den IJsel te bevorderen in stede van over te gaan tot het gra ven van een kanaal AlmenPannerden, waarbij 's lands verdediging zeer gebaat zou zijn geweest. Sommige leden stelden de vraag of inderdaad, gelijk verluidt, leveranciers van beton zeer minder waardig materiaal hebben geleverd. Is een strafver volging aanhangig? Eenige leden verzochten den minister, er voor te waken, dat voortaan militaire maatregelen op zoo danige wijze zouden worden genomen, dat ze niet, gelijk op 11 en 12 November 1.1. den indruk wekken van het bestaan van acuut gevaar, hetwelk, blijkens de mededeeling, door den voorzitter van den Raad van Ministers den 13den d.a.v. voor de microfoon gedaan, toen niet heeft bestaan. Zeemacht Verscheidene leden verklaarden, zeer misnoegd te zijn over het feit, dat nog steeds geen beslissing is genomen omtrent de versterking van de zeemacht. Eenige leden achtten een betere voorlichting van ;weermacht en volk gewenscht. Men verwachtte, dat 'de minister er toe zou medewerken, door middel van de pers enz. aan de aangebrachte verbeteringen be kendheid te geven. Optreden tegen extremistische elementen Verscheidene leden verklaarden, in te stemmen met 's ministers voornemen, alle extremistische ele menten uit de weermacht te bannen. Niettemin waren deze leden van meening, dat enkele feiten uit het jongste verleden onder weermacht en volle onrust hebben doen ontstaan en de vraag hebben doen rijzen, of wel met voldoende kracht tegen de bovenbedoelde elementen wordt opgetreden. Met name hadden de hier aan het woord zijnde leden daarbij het oog op de nationaal-socialistische bewe ging en haar mantelorganisaties. Zij drongen er op aan, dat streng zou worden toegezien, of zich onder de officieren geen N. S. B.-ers bevinden, met name onder hen, die vroeger wegens hun lidmaatschap van die organisatie uit de weermacht zijn verwij derd en thans daarin opnieuw zijn toegelaten. Eenige leden bepleitten afschaffing van de verbo den tegen de N.S.B. uitgevaardigd. Enkele leden stelden de vraag, of de Amsterdam- sche inspecteur van politie die, naar verluidt, be trokken is geweest in de zoogenaamde uniformen kwestie, nog deel uitmaakt van het officierskorps. Vele leden waren van oordeel, dat bij de defen sie-uitgaven nog steeds niet in voldoende mate de zuinigheid in acht wordt genomen. Eenigen dezer leden gaven in overweging, te dien einde den rijks accountantsdienst uit te breiden dan wel aan het departement van Defensie enkele afzonderlijke ac countants te verbinden, en wel dezulken, die onder vinding hebben opgedaan bij het beheer van parti culiere bedrijven. Anderen dezer leden bepleitten de aanstelling van talrijke bezuinigingsinspecteurs. Met name werd ten slotte de aandacht gevestigd op het verschil tusschen het bedrag, waarop per dag de mobilisatie in België komt te staan, en dat, het- "dk dezelfde maatregel hier te lande per dag vor- -t. Verscheidene leden had het ten zeerste getroffen, dat bij het bekende incident te Venlo, in November .1., tegenwoordig was geweest 'een Nederlandsch of- icier, cj^e aldaar den dood had gevonden. Gaarne ouden zij omtrent de reden van diens aanwezigheid ter plaatse worden ingelicht. ROEKELOOS AUTOMOBILIST VEROORDEELD. Op 9 April j.l. botste een jeugdige automobilist die een geïmproviseerden wedstrijd reed met zijn vriend, tegen een boom. Een der inzittenden werd ernstig gewond. De Amsterdamsche rechtbank veroordeelde den jongeman tot een week ge vangenisstraf en intrekking van het rijbewijs gedurende zes maanden. Het Amsterdamsche hof verzwaarde de straf echter aanmerkelijk en veroordeelde den jonge man Woensdag tot zes weken en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. Felle brand in stoomwasscherij. Broer van eigenaar verklaart den brand te hebben gesticht. Woensdagavond omstreeks zeven uur bemerkten soldaten, die gehuisvest zijn in de Schuttersveld- school te Leiden, dat brand was uitgebroken op de bovenverdieping van de nabijgelegen stoomwassche rij van de firma Wed. H. de Keyzer. aan den Sta tionsweg 35. Daar de brand zich ernstig liet aanzien, rukte de politie-brandweer met twee motorspuiten en een ladderwagen uit. De brandweer wierp acht stralen op de vlammen, die de geheele bovenverdie ping en den droogzolder aantastten. Toen de brand weer het blusschingswerk aanving, liep het gerucht, dat een broer van den firmant, de 49-jarige H. C. de Keyzer, zich in het brandende gebouw bevond. Met gevaar voor eigen leven begaven inspecteur Couzy en de hoofdagenten Hederik en Storm zich naar binnen. Zij vonden evenwel niemand. Omstreeks half negen was de brand bedwongen. De geheele bovenverdieping en de zolder zijn to taal uitgebrand. Op de benedenverdieping was de waterschade zeer groot. De schade wordt door verzekering gedekt. Omstreeks half acht meldde de vermiste persoon, die bij zijn broer in dienstbetrekking is, zich aan het politiebureau en bekende den brand te hebben aan gestoken. Als reden hiervoor gaf hij op tegenslag te hebben gehad bij het in werking stellen eener ma chine, waarna de gedachte bij hem opkwam brand te stichten. Hoewel de man volkomen kalm was, maakte hij een zonderlingen indruk, zoodat men aanneemt, dat zijn geestvermogens gestoord zijn. Ruim 100.000 M3 gas gestolen. Pensionhouder tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld. De hoofdstedelijke Rechtbank veroordeelde een Aimsterdaimschen pensionhouder, die ruim honderdduizend kubieke meter lichtgas van de gemeente had gestolen tot een jaar gevangenis straf met aftrek van de voorloopige hechtenis. Het O. M. had dezelfde straf gerequïreerd. De man dreef in de hoofdstad een groot pen sion. In het pand was officieel geen gas. De wer kelijkheid was anders. De man, die vroeger gas fitter en electricien was, had op eigen houtje in zijn heele huis gasleidingen aangelegd en aange sloten op de hoofdleiding. Iedere pensiongast mocht naar hartelust koken, bakken braden, heel het huis werd met gas verwarmd, twee badka mers waren voorzien van gasgeysers en in de keu ken waren twee gasfornuizen geplaatst. Ruim drie jaar duurde het voor hij gesnapt werd. Vol gens de berekening van de ambtenaren van de gasfabriek werd er clandestien 110.000 kubieke meter gebruikt, voor een bedrag van f 4400. leening voor 15 jaren ware aangegaan. Het effect van dezé regeling is, dat voor de mobilisatie-uit gaven, welke in een bepaald jaar zijn gedaan, in het volgend jaar een annuïteit, welke op een af- lossingsduur van 15 jaren is berekend, moet wor den opgebracht uit de gewone middelen van het fonds. Een gevolg zal o.a. zijn dat voor de mobili satie-uitgaven. in 1938 en 1939 gedaan, in 1940 de bedoelde annuïteit zal moeten worden opge bracht. De middelen tot dekking van de uitgaven van den gewonen dienst zijn in het ontwerp nog slechts in het algemeen aangeduid. Bui ten de inkomsten, welke meer rechtstreeks het gevolg zijn van de constructie van het fonds, zijn opgenomen als eigenlijke dekkings middelen: de opbrengst van heffingen, welke daartoe bij de wet worden aangewezen cn een uitkeering ten laste van het rijk tot zoo danig bedrag als bij de rijksbegrooting van elk dienstjaar zal worden bepaald. Een wetsontwerp tot regeling van de bedoel de heffingen zal eerlang worden ingediend. Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen: en Uw Lippen schraal en pijnlijk maar vooral ook bij brand- en snij wonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen. Het verzacht en geneest (Adv. ingez. Med.) Oud en nieuw. UDEJAARSAVOND in Amerika dat i3 is een soort carnaval. Dat is een uitbarsting van lawaai. Dat is confettistrooicn, papieren mut sen opzetten, rateltjes draaien, toe ter tj es blazen, vuurwerk laten knallen, hossen, zingen en schreeu wen op skaat en eten en drinken in restaurants en bars. Wanneer de klokken middernacht slaan en de radio zegt dat het groote, ondeelbare moment in de eeuwigheid er is, barst Amerika in een orgie van spektakel los. Auto's toeteren, voetzoekers spatten uiteen, vuurwerk knettert. Op de stampvolle stra ten schreeuwen en zingen en hossen de menschen. In de stampvolle restaurants schreeuwen en zingen en hossen de dames en de meneeren. In de stamp volle bars de drieduizend schemerige pijpen laden van San Francisco schreeuwen en zingen en hossen dronken mannen. Het is allemaal een beetje vulgair, omdat het niet zuiver van levens vreugde is en ook omdat er te veel drank aan te pas komt. Het is allemaal een beetje grof, een beetje opzettelijk een beetje ver verwijderd van onze, Nederlandsche, gedachten, die op zoo'n oogen blik toeven in een huiselijke huiskamer, één van de honderden millioenen huiskamers op aarde maar juist die ééne is voor ons d e huiskamer en daar was „oud en nieuw" wel een oogenblik van blijheid, doch ook van bezinning, wel het oogenblik van een hartigen dronk maar niet van dronken schap. Zoo stond ik midden in het lawaai en het gejoel, tusschen de confetti en het vuurwerk, wel echt als een vreemde, zonder begrip voor wat er rondom mij danste, deinde, denderde en dronken was. Ik geloof dat ik met m'n oud-Brabantsche hart te veel de echte vreugde miste om mij hals-over-kop in dezen stroom te kunnen storten. Het carnaval en de Bossche kermis mijner jonge jaren waren óók niet zoo teeder en zoo verfijnd, maar daarin was een oer-drift van volkspret, die hier ontbrak, omdat het hier te opzettelijk leek. Maar ja, deze Amerikanen, dit werkzame, aar dige en goede volk, die missen zooveel van de vreug den, die wij in vreugdiger dagen dan deze, ken den. Ziet die studenten van Amerika, in hun univer siteiten als moderne scholen, in hun woonhuizen als kazernes, in hun gereglementeerde, gestandaar diseerde, werkzame leven en denk oud-Leide- naar aan uw eigen studentenjaren. Ziet de klerken en de winkeljuffrouwen, de „so. cialites" en de millionnairs, de arbeiders, de win keliers en de ambtenaren hun dagelijksche le vens gaan alle langs de zelfde paden van een ge mechaniseerd leven met gemechaniseerde, gemotori seerde, van knoppen en raadjes en microfoons voor ziene hoogtepunten. Al die levens, van de million nairs en van hen, die de illusie-van-het-millioen dag in dag uit koesteren, zien er precies hetzelfde uit, hebben dezelfde begeerten-in-blik, hoogtepun- ten-in-cellophaan, romantiek-in-zilverpapier en sensatie-op-wieltjes Het hoogste ideaal voor het oudejaar is een duur diner in een duur restaurant, een flesch cham pagne en de eeuwig-aanbeden en eeuwig-begeerd orchidee. Alle Amerikaansche vrouwen cn alle Ameri- kaansche meisjes verlangen, voor Oudejaarsavond, naar de orchidee, die het symbool van het gesubli meerde Amerikaansche vrouwenverlangen mag heeten. Zoo dwaalde ik door San Francisco op oudejaars avond En zag de orchidee-dragende massa der be voorrechten, in de restaurants der groote hotels, waar- de saxofoon- en tromboneklanken resoneer den in de champagnekoelers. En zag de kip-en- whisky-verzadigde menigte, dansende, hossende, confetti-strooiende op de breed e Marketstreet. Liep de bars-der-eenzamen binnen: mannen, een eindelooze rij mannen, hangende over de toonban ken. En ik kón deze vreugde niet begrijpen. Ik kón in dit plezier niet gelooven. De champagne leek coca-cola en de orchideeën waren aan den loopenden band gemaakt. De op getogenheid was een fabrieksproduct en het geluk kwam versch uit blik. Ergens, op een gezellige kamer, geurden oliebol len en warme bisschop. Daar was. bij Hollanders, iets van Holland. Wij dachten over heel Ame rika en heel den Atlantischen Oceaan héén aan een warme huiskamer en zeiden: „zalig uiteinde en een goed begin"f Mr, E. ELIAS» J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5