1JloêMisatie-uUgaoen^
PUROL er op!
Tevredenheid over buitenlandsch beleid.
woeden uit het £eeninq(auds yefuianciecd.
Met de 3 Dampoproducten bestrijdt U alle verkoudheden
dringt aan op zuinigheid
de weermacht.
Eerste Kamer
bij
Ik ontdek Amerika.
O
nnWPERDAG 25 JANUARI 1940
EERSTE KAMER.
Positie der neutrale mogendheden besproken.
frol. Or. D. van Embden
(VriJjinnifl Dom. Bond) J
DEN HAAG Woensdag.
Hield Mr. Kropman (r.-k.) zich met een spe-
al onderdeel van de huidige buitenlandsche
C1fa gstuldcen bezig, toen hij het had over den
pelal onrechtmatige» overlast aan onze scheep-
aart en handel over zee toegebracht, waartegen
moeten blijven voortgaan te protesteeren, Mr.
n^ièt (a.-r.) raakte verschillende punten aan.
Hiï meende o.a. dat er nog wel wat te doen valt
or versterking van ons diplomatieke corps door
het ook met jonge krachten van buitenaf aan te
vullen die dan niet speciaal voor de „carrière" op
geleid'zouden hoeven te zijn. Vervolgens gaf hij te
kennen, dat een deel der pers in ons neutrale land
rich nog voorzichtiger dient te gedragen, ook wat
den inhoud van sommige, artikelen aangaat. De
anti-revolutionnaire spreker vestigde terloops de
de aandacht op de verwon
dering in 't buitenland,
dat een figuur als Dr.
Colijn, die straks waar
schijnlijk een leidende
plaats bij het in Den Haag
samenkomende organisatie
comité zal innemen, geen
deel van de Regeering uit
maakt. Vervolgens criti-
seerde hij Churchill's
jongste rede om zich ten
slotte volkomen accoord
te verklaren met het door
onze Regeering ingeno
men standpunt inzake het
lid blijven van den Vol
kenbond. Hiermee was
ook Prof. v. E m b de n
(v.d.) het geheel en al
eens. Deze spreker, die insgelijks wat ook an
deren deden Churchill's betoog onder handen
nam, en nog opmerkte, dat onze gedragslijn ten
opzichte van Finland geenszins in strijd is met on
ze neutraliteit, betoogde, dat de neutralen zich
reeds thans gereed moeten maken voor hun taak
om straks actief mee te werken, bij de regeling, die
na den oorlog tot stand zal dienen te komen, ten
einde aldus een betere internationale organisatie
te kunnen helpen opbouwen. Naar mate een oorlog
langer duurt, zullen de leiders van de oorlogvoe
rende landen tengevolge van de daar dan toege
nomen haat-instincten der massa, allicht minder
jn staat zijn een door matiging ingegeven vrede te
sluiten. Daarom zou de medezeggenschap van de
neutralen ten aanzien van den te scheppen inter
nationalen wederopbouw niet alleen een recht,
maar ook een plicht zijn. Spr. meende, dat de on-
zijdigen zich mettertijd ongevraagd zullen moeten
aanmelden om aan de vre-
des-conferentie-tafel mee
aan te zitten, In dit ver
band herinnerde hij er
aan, dat op het oogenblik
tot de onzijdïgen twee zul_
ke machtige figuren be-
hooren, als de Paus en de
President van de Veree-
nigde Staten. Om in ver-
groote mate de verzeke
ring van hun nationale be
langen daardoor te kunnen
verwerven, zullen de le
den van den te reorgani-
seeren Volkenbond meer
van hun nationale souve-
reiniteit moeten prijsge
ven, want alleen zóó kan
men een deugdelijk inter
nationale solidaire organisatie tot stand doen ko
men, meende Prol v. Embden, die o.m. nog van
oordeel bleek, dat beter dan neutrale particuliere
vereenigingen en personen, Re geeringen in
etaat zullen zijn den door hem bedoelden arbeid in
verband met de eenmaal aanbrekende vredeson
derhandelingen te verrichten. Spr. besloot"met zijn
vertrouwen in het beleid van minister v. Kleffens
uit te spreken, wien hij ook gaarne verder steun
toezegde. Ook Prof. de Savornin Lohman
(c.-h.) bracht den bewindsman hulde, vooral mede
wegens diens standpunt omtrent Nederland's eigen
aan de historie te danken recht op neutraliteit.
Zelfstandigheidspolitiek, die je ware is, wil nog
niet zeggen een politiek van volkomen passiviteit.
Sinds we ons in 1936 van de Volkenbondsver-
plichtingen van art. 16 hebben losgemaakt, hebben
we weer de zuivere zelfstandigheidspolitiek, die
in houdt, dat wij geen object willen zijn van ze
kere dynamische theorie omtrent levensruïmte,
maar welke tevens ook in houdt, dat we ons niet
onder bescherming van eenigen anderen staat
wenschen te stellen.
Spr. verheugde zich er over dat tegenwoordig
ide verhouding tusschen Nederland en België zoo
goed is, vooral ook dank zij den wijzen voorzienen-
den geest van den koning der Belgen. Intusschen
spreekt het vanzelf, dat er van een verdrag met
België geen sprake kan zijn, want dat past even
min in 't kader van onze zelfstandigheidspolitiek.
Spr. had zich verwonderd over het gebrek aan
werkelijkheidszin als Prof. v. Embden het moge
lijk achtte, dat de neutralen aan de conferentie
tafel zouden mogen mee aanzitten.
Iets anders is natuurlijk als de onzijdigen als
eerlijke makelaars de oorlogvoerende partijen tot
elkaar zouden trachten te brengen. In dit verband
wees spr. er op, dat het aanbod van goede diensten
van Koning Leopold en Koningin Wilhelmina nog
steeds van kracht is. En uit den aard der zaak zul
len we, wanneer men een internationale organisatie
zou (her)scheppen, dit keer van stonde af de noo-
dige mede-zeggenschap omtrent zulle 'n organisatie
moeten hebben.
Lof heeft de c.h. woordvoerder voor de onpar
tijdigheid en vasthoudendheid waarmee onze Regee
ring opkomt voor onze neutraliteit. Gaarne zou hij
willen weten, hoe Minister v. Kleffens staat ten
opzichte van 't denkbeeld om eventueel samen met
andere neutralen, vragen van schending van wat
ons neutralen volkenrechtelijk toekomt ter berech
ting aan het Internationaal Gerechtshof voor te
leggen.
Voorts vroeg prof. Lohman of de overheid wel
beschikt over voldoende middelen om zich te kee-
ren tegen uitingen van sommige Nederlanders die
twijfel trachten te wekken omtrent den vasten wil
onze neutraliteit hoog te houden en voorts drong hij
or zeer bescheiden op aan om in geval van
bijzondere maatregelen als intrekking van verloven
zooveel mogelijk het publiek voor te lichten. Na
de pauze wijdde prof. Lohman nog hulde aan Fin
land, tevens z'n verheugenis uitsprekende over den
ooor ons land te verleenen humanitairen steun
(hetzelfde geluid liet later o.m. de heer Heldring
hooren) terwijl hij tenslotte verklaarde dat we op
het oogenblik nog in den Volkenbond moeten blij
ven, al is voorzichtigheid geboden als men denkt
aan redevoeringen a la Churchill.
De heer Heldring (lib.) die eerst even de
Waarde van de vrije vaart op den Rijn onder
streepte, betreurde het, dat men tengevolge van
verkeerde bezuiniging, hier en daar kanselierspos-
*en bad opgeheven. Wat onze consulaire vertegen
woordiging betreft, is de qualiteit van grooter
belang dan de quantiteit.
rir v-kanschot (R.K.), die warme hulde aan
Munster v. Kleffens en zijn medewerkers bracht,
vond het van Churchill o.m. niet fraai, dat hij zich
we. tegen de kleine en niet tegen de groote neutra-
«n (zooals de Vereenigde Staten) had gekeerd,
betoogde dat men aan de overzijde van het
Kanaal al te zeer had vergeten dat 't verdrag van
Versailles, waarvoor wel Engeland, niet echter de
onzijdigen aansprakelijk te stellen zijn, de kiemen
bevatte van den thans woedenden ooi-log.
Hoe staat het overigens met onze scheepvaart
verbinding met Indië, hoe met de Algemeene Ne-
derlandsche Invoer Centrale, hoe met het ip. be
slag nemen van onzen post door Engeland?
Bij het tot stand komen van den vrede valt er
zeker voor de onzijdigen een taak te vervullen,
maar dat zal met groote staatsmans-wijsheid die
nen te gebeuren. „Met groote heeren is het slecht
kersen eten". Dat zal men moeten bedenken. Wel
echter zou het op den weg van de onzijdigen kunnen
liggen gezamenlijk zeer beslist te weigeren aan een
(nieuwe) internationale rechtsorganisatie mee te
werken als die vast zou zitten aan een te hard
eenzijdig vredesverdrag. Niet vervallen in de fout
van Versailles, zij het parool.
Het Nederlandsche volk is eensgezind in zijn wil
tot handhaving van zijn zelfstandigheid en zoo mo
gelijk is die wil nog gesterkt sinds we het held
haftig verweer van Finland hebben kunnen aan
schouwen, zoo merkte de heer Vorrink (s.d.) op,
die voorts zeide, dat niemand ons land zijn zedelijk
recht op zijn neutraliteit kan ontzeggen. Krachtig
portesteerde spr. tegen Churchill's insinuatie, dat
we ons te willig tegenover Duitschland zouden ge
dragen alsmede tegen z'n bewering, dat het Vol
kenbondshandvest de onzijdigen eigenlijk ver
plichtte thans met de geallieerden mee te doen.
De s.d. woordvoerder uitte zijn groote voldoening
over het standpunt der Regeering i.z. voortzetting
van ons Volkenbondslidmaatschap. Spr. toonde er
zich van evertuigd, dat straks een hechte intern,
rechtsorde noodig zal zijn, waaraan de neutralen
hun steentje hebben bij te dragen.
Na hulde aan Min. van Kleffens te hebben ge
bracht, behandelde Prof. An erna (a. r.) twee
punten.
Dat een zoo emotioneel staatsman als Churchill
in deze voor zijn land zoo emotioneele tijden had ge
sproken gelijk hij had gedaan achtte spr. begrijpe
lijk, zoodat men er dien bewindsman niet te hard
over moet vallen, ofschoon hij de stellingen van
Churchill meteen wenschte te bestrijden. In de eer
ste plaats kan er op gewezen, dat heel deze oorlog
niets met de Volkenbondsverplichtingen te maken
heeft, aangezien de Bond volkomen buiten dezen
oorlog is gehouden. Vervolgens wees de heer Anema
er op, zulks aan de hand der feiten, dat Engeland
en Frankrijk achtereenvolgens tal van onrecht heb
ben laten #passeeren, zonder de wapenen op te ne
men. Dat is thans wel gebeurd omdat deze landen in
September zulks wel in hun belang achtten en vroe
ger deze meening niet wai-en toegedaan. Intusschen
rest de vraag of er niet objectief een moreele plicht
bestaat om een kleinen staat te helpen als die slacht
offer is van een aanval. In beginsel valt daarover
veel te zeggen, doch dan moet zulk een humanitaire
interventie door een groote mogendheid, of liever
nog door een collectiviteit en het liefst ingevolge
het oordeel van een onpartijdig internationaal or
gaan geschieden. Welnu dit alles ontbreekt thans
en dus bestaat er voor een land als het onze aller
minst 'n verplichting om in z'n eentje in te grijpen.
Als tweede punt roerde spr. nog aan, de toekomst
van de internationale organisatie. Ofschoon we nu
nog niet kunnen zeggen wat we wel zullen kunnen
doen, achtte spr. het toch wel gewenscht reeds thans
vast te stellen, dat niet wederom door de overwin
naars aan de verdere wereld een internationale or
ganisatie zal moeten worden „opgelegd". Verder zal
men er van moeten afzien alle geschillen aan judi-
cieele beslissing te willen onderwerpen. Men zal de
teerden Volkenbond treedt, stemde hartelijk in wat
onze goede verstandhouding met België betreft. Hij
betreurde het, dat de op 3 April 1939 met onze zui
delijke buren gesloten regeling i. z. de haven-tarie
ven, niet ter goedkeuring aan de Staten-Generaal
was voorgelegd.
Buiten den oorlog blijven is voor ons van 't groot
ste belang. Van .een West-Európeesche federatie kun
nen we evenmin heil verwachten als van de Duit-
sche „levensruimte"-theorie. Aldus de nat. soc. se
nator, die verder in dezen tijd zwijgen 't beste vond.
K. L. M. maakte twee vluchten
naar Urk.
P-H.A.C.T. had geringe motorstoring.
Woensdagmorgen landde op Urk het K.L.M.-
vliegtuig PILACT, bestuurd door den heer Bax
met 42 zakken post. Toen het vliegtuig weer wil
de vertrekken, werkte de automatische starter
niet. In verband met de koude en de gladheid
lukte het starten met den hand niet, zoodat ge
wacht werd op een tweede vliegtuig, de PHAEB,
bestuurd door den heer Kooper. Dit nam de be-
noodigde onderdeelen mede, zoodat de starter
weer kon worden gerepareerd, en de PH—ACT om
half drie naar Schiphol kon terugkeeren.
De PH—AEB was reeds eerder met vijf passa
giers en twee zakken post van Urk vertrokken.
Reeds Woensdagmorgen had het in de bedoe
ling gelegen twee vluchten naar Urk te maken,
welke echter aanvankelijk beide door de PHACT
ondernomen zouden worden. Er is dus geen sprake
van een extravlucht.
Verbinding met Vlieland en
Terschelling nog niet verbroken.
De postbooten voor Vlieland en Terschelling, die
Woensdagmiddag om half twee uit Harlingen ver
trokken, hebben na een zeer zware reis de eilanden
bereikt. Door het ijs volgden beide booten zooveel
mogelijk dezelfde vaargeul. Op Vlieland arriveerde
de boot om half negen. De boot voor Terschelling
kwam daar om halftien aan.
Met uitzondering van één dag heeft men tot dus
verre den dienst in stand kunnen houden.
Drogisterij in enkele minuten een
prooi der vlammen.
Woensdagmiddag heeft een felle brand gewoed
in de drogisterij van den heer Huisingh op den
hoek van de Saxen Weimarlaan te Amsterdam.
Toen de brandweer arriveerde, was het winkel
pand in een bulderende vuurzee herschapen. De
twee groote etalageruiten waren gesprongen, en
de vlammen die vrij spel hadden in de bij uitstek
brandbare voorraden, lekten tegen den gevel om
hoog. Ook een viertal ramen van de boven den
winkel gelegen woonverdieping waren door de
hitte gesprongen en zoo had het vuur gemakke
lijk toegang tot de aan de voorzijde gelegen ver
trekken. Dank zij het snelle ingrijpen van de
brandweer konden daar de vlammen spoedig
worden gestuit, zoodat deze verdieping, die be
woond wordt door de familie Roehling betrekke
lijk weinig brandschade opliep. Wel kwamen de
kamers vol dikken rook te staan, welke alles
zwart blakerde. Ook enkele ramen van de tweede
etage waren gebarsten, doch het vuur kon ook
daar worden gekeerd. De winkel is in enkele mi
nuten tijds geheel uitgebrand. Alles werd grondig
door het vuur vernield.
De brand is in een magazijntje achter den
winkel ontstaan. De zoon van den drogist die
op dat moment alleen in de zaak was, bevond zich
achter een trap aan de andere zijde van den
winkel, waar hij bezig was met het aftappen van
levens-kwesties dienen op te lossen met behulp van petroleum. Plotseling hoorde hij een knal. Hij
u„iWl"1' r,"+f"v w rende den winkel in en zag toen hoe de vlammen
DE mobilisatie-uitgaven moeten gefinancierd worden en volgens mi
nister De Geer kan dit niet beter geschieden dan door middel van
een „Leeningfonds", tot welks instelling hij Woensdag een wetsontwerp bij
de Tweede Kamer heeft ingediend. Omtrent de inkomsten van het fonds kan
de minister nog geen volledige inlichtingen verstrekken. Zij zullen ten deele
komen uit uitkeeringen van elke Rijksbegrooting aan het fonds, maar boven
dien uit „speciale heffingen". Welke deze „speciale heffingen" zullen zijn heeft
de minister nog niet bekend gemaakt.
behoorlijk politiek internationaal overleg. En ten
slotte zal men zich na den oorlog waarschijnlijk
moeten tevreden stellen met een zekere tusschen
staatsche ordening en het niet moeten zoeken in een
organisatie, gebouwd op schoone, echter toch niet te
eerbiedigen beginselen.
Mr. v. V es s em (nat. soc.), die opnieuw betreur
de, dat Nederland niet uit den z.i. eenzijdig georien-
reeds uit het magazijntje sloegen en zich aan
den winkelinhoud mededeelden. Volgens zijn ver
klaring had daar een petroleumkachel gebrand
in de nabijheid waarvan een flesch alcohol had
gestaan, welke vermoedelijk door de warmteont
wikkeling gesprongen is, waarna de wegvloeiende
inhoud vlam had gevat.
In de Memorie van Toelichting zegt de minister,
dat hij in de millioenennota voor 1940 van het re-
geeringsvoomemen deed blijken om, evenals in
1914, ook thans met behulp van een leeningfonds
den invloed van de huidige buitengewone omstan
digheden op de rijksfinanciën te regelen.
Ten aanzien van de voorgestelde constructie van
het fonds merkt de minister van Financiën o.m.
het volgende op.
De uitgaven, voor welker dekking de instelling
van dit fonds noodzakelijk is, zijn in hét wetsont
werp aangeduid met den algemeenen term van
uitgaven, welke voortvloeien uit de huidige bui
tengewone omstandigheden, kortheidshalve mobi
lisatie-uitgaven genoemd.
Alle aldus gefinancierde uitgaven worden op de
hoofdstukken der rijksbegrooting, waarop zij be-
hooren, uitgetrokken en ook ten laste van die
hoofdstukken door de algemeene rekenkamer ver
evend.
Daarna worden zij bij Koninklijk besluit, op
voordracht van den minister van Financiën en van
de ministers, welke het beheer over de betreffen
de hoofdstukken der rijksbegrooting voeren, over
gebracht naar den kapitaaldienst van de begroo
ting van het fonds.
Tegenover deze uitgaven staan de inkomsten,
welke rechtstreeks met haar verband houden, b.v.
de opbrengst van niet meer benoodigde en daarom
verkochte uitrustingsstukken. Ook deze woorden
overgebracht van de rijksmiddelen naar den kapi
taal dienst van het fonds.
Een andere dekking van de uitgaven zal ge
vonden worden in de tegoedschrijving aan den
kapitaaldienst van de bate; voortvloeiende uit
de herwaardeering van het goud.
In een der artikelen wordt nog gesproken
van „overige inkomsten" waarmee de kapitaal
dienst van het fonds kan versterkt worden.
Hierbij is in het bijzonder gedacht aan de op
brengst van de in voorbereiding zijnde oor
logswinstbelasting.
Het resteerend bedrag der mobilisatie-uitgaven
zal gefinancierd moeten worden uit de opbrengst
van te sluiten geldleeningen.
De rente en aflossing van deze leeningen zullen
uiteraard dekking behooren te vinden in de in
komsten van den gewonen dienst van het fonds.
Voor de hand zou dus liggen den gewonen dienst
eenvoudig te bezwaren met de jaarlijksche kosten
van de gesloten leeningen.
Toch bestaat hiertegen bezwaar. Het bedrag, dat
aan mobilisatie-uitgaven besteed is, zal immers op
menig moment heel wat grooter kunnen zijn dan
de reeds gesloten geldleeningen, „aangewezen als
te zijn aangegaan ter voorziening" in de mobilisa
tie-uitgaven. Op dit oogenblik, nu nog geen enkele
leening van dien aard gesloten is, is zulks wel het
geval.
In het wetsontwerp is daarom een vorm van be
lasting van den gewonen dienst gekozen, voor welke
dit bezwaar niet aanwezig is. De gewone dienst
wordt namelijk belast met bedragen, welke gelijk
zijn aan de annuïteiten, die verschuldigd zouden
zijn, indien telken jare voor de niet door inkom
sten gedekte mobilisatie-uitgaven een annuïteits-
Dampo-verkoudheids-balsem, Pot 50, Doos 30 ct. Dampo-hoestbonbons, Doos 25 cent. Dampo-neusdruppels, Flacon met
druppelspuitje 60 cent.
(Adv. Ingez. Med.)
Ook betere voorlichting gevraagd.
In het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over
het wetsontwerp tot vaststelling van de Defensiebe-
grooting wordt met groote waardeering gewaagd
van de wijze, waarop leger, vloot en luchtmacht hun
taak vervullen, en den gemobiliseerden dank gewe
ten voor het offer, hetwelk velen hunner ook met
het oog op hun gezinnen hebben moeten brengen
door aan den hun geworden oproep tot verdediging
van onze zelfstandigheid te gehoorzamen.
Algemeen stemde het tot voldoening, dat de geest
in de weermacht goed is.
Verscheidene leden trokken in twijfel, of de or
ganisatie van de aanschaffingen ten behoeve van
de landmacht wel zoo doeltreffend is, dat steeds
wordt bereikt het tempo, hetwelk onder de huidige
omstandigheden meer dan ooit Is vereischt. Men
drong verder aan op verder gaande motorisatie.
Enkele leden verklaarden, met leedwezen kennis
te hebben genomen van de mededeeling, dat de re
geering voornemens is, kanalisatie van den IJsel te
bevorderen in stede van over te gaan tot het gra
ven van een kanaal AlmenPannerden, waarbij
's lands verdediging zeer gebaat zou zijn geweest.
Sommige leden stelden de vraag of inderdaad,
gelijk verluidt, leveranciers van beton zeer minder
waardig materiaal hebben geleverd. Is een strafver
volging aanhangig?
Eenige leden verzochten den minister, er voor te
waken, dat voortaan militaire maatregelen op zoo
danige wijze zouden worden genomen, dat ze niet,
gelijk op 11 en 12 November 1.1. den indruk wekken
van het bestaan van acuut gevaar, hetwelk, blijkens
de mededeeling, door den voorzitter van den Raad
van Ministers den 13den d.a.v. voor de microfoon
gedaan, toen niet heeft bestaan.
Zeemacht
Verscheidene leden verklaarden, zeer misnoegd
te zijn over het feit, dat nog steeds geen beslissing
is genomen omtrent de versterking van de zeemacht.
Eenige leden achtten een betere voorlichting van
;weermacht en volk gewenscht. Men verwachtte, dat
'de minister er toe zou medewerken, door middel van
de pers enz. aan de aangebrachte verbeteringen be
kendheid te geven.
Optreden tegen extremistische
elementen
Verscheidene leden verklaarden, in te stemmen
met 's ministers voornemen, alle extremistische ele
menten uit de weermacht te bannen. Niettemin
waren deze leden van meening, dat enkele feiten
uit het jongste verleden onder weermacht en volle
onrust hebben doen ontstaan en de vraag hebben
doen rijzen, of wel met voldoende kracht tegen de
bovenbedoelde elementen wordt opgetreden. Met
name hadden de hier aan het woord zijnde leden
daarbij het oog op de nationaal-socialistische bewe
ging en haar mantelorganisaties. Zij drongen er op
aan, dat streng zou worden toegezien, of zich onder
de officieren geen N. S. B.-ers bevinden, met name
onder hen, die vroeger wegens hun lidmaatschap
van die organisatie uit de weermacht zijn verwij
derd en thans daarin opnieuw zijn toegelaten.
Eenige leden bepleitten afschaffing van de verbo
den tegen de N.S.B. uitgevaardigd.
Enkele leden stelden de vraag, of de Amsterdam-
sche inspecteur van politie die, naar verluidt, be
trokken is geweest in de zoogenaamde uniformen
kwestie, nog deel uitmaakt van het officierskorps.
Vele leden waren van oordeel, dat bij de defen
sie-uitgaven nog steeds niet in voldoende mate de
zuinigheid in acht wordt genomen. Eenigen dezer
leden gaven in overweging, te dien einde den rijks
accountantsdienst uit te breiden dan wel aan het
departement van Defensie enkele afzonderlijke ac
countants te verbinden, en wel dezulken, die onder
vinding hebben opgedaan bij het beheer van parti
culiere bedrijven. Anderen dezer leden bepleitten
de aanstelling van talrijke bezuinigingsinspecteurs.
Met name werd ten slotte de aandacht gevestigd
op het verschil tusschen het bedrag, waarop per dag
de mobilisatie in België komt te staan, en dat, het-
"dk dezelfde maatregel hier te lande per dag vor-
-t.
Verscheidene leden had het ten zeerste getroffen,
dat bij het bekende incident te Venlo, in November
.1., tegenwoordig was geweest 'een Nederlandsch of-
icier, cj^e aldaar den dood had gevonden. Gaarne
ouden zij omtrent de reden van diens aanwezigheid
ter plaatse worden ingelicht.
ROEKELOOS AUTOMOBILIST VEROORDEELD.
Op 9 April j.l. botste een jeugdige automobilist
die een geïmproviseerden wedstrijd reed met zijn
vriend, tegen een boom. Een der inzittenden werd
ernstig gewond. De Amsterdamsche rechtbank
veroordeelde den jongeman tot een week ge
vangenisstraf en intrekking van het rijbewijs
gedurende zes maanden.
Het Amsterdamsche hof verzwaarde de straf
echter aanmerkelijk en veroordeelde den jonge
man Woensdag tot zes weken en intrekking van
het rijbewijs voor den tijd van een jaar.
Felle brand in stoomwasscherij.
Broer van eigenaar verklaart den brand te
hebben gesticht.
Woensdagavond omstreeks zeven uur bemerkten
soldaten, die gehuisvest zijn in de Schuttersveld-
school te Leiden, dat brand was uitgebroken op de
bovenverdieping van de nabijgelegen stoomwassche
rij van de firma Wed. H. de Keyzer. aan den Sta
tionsweg 35. Daar de brand zich ernstig liet aanzien,
rukte de politie-brandweer met twee motorspuiten
en een ladderwagen uit. De brandweer wierp acht
stralen op de vlammen, die de geheele bovenverdie
ping en den droogzolder aantastten. Toen de brand
weer het blusschingswerk aanving, liep het gerucht,
dat een broer van den firmant, de 49-jarige H. C.
de Keyzer, zich in het brandende gebouw bevond.
Met gevaar voor eigen leven begaven inspecteur
Couzy en de hoofdagenten Hederik en Storm zich
naar binnen. Zij vonden evenwel niemand.
Omstreeks half negen was de brand bedwongen.
De geheele bovenverdieping en de zolder zijn to
taal uitgebrand. Op de benedenverdieping was de
waterschade zeer groot.
De schade wordt door verzekering gedekt.
Omstreeks half acht meldde de vermiste persoon,
die bij zijn broer in dienstbetrekking is, zich aan het
politiebureau en bekende den brand te hebben aan
gestoken. Als reden hiervoor gaf hij op tegenslag te
hebben gehad bij het in werking stellen eener ma
chine, waarna de gedachte bij hem opkwam brand
te stichten. Hoewel de man volkomen kalm was,
maakte hij een zonderlingen indruk, zoodat men
aanneemt, dat zijn geestvermogens gestoord zijn.
Ruim 100.000 M3 gas gestolen.
Pensionhouder tot een jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
De hoofdstedelijke Rechtbank veroordeelde
een Aimsterdaimschen pensionhouder, die ruim
honderdduizend kubieke meter lichtgas van de
gemeente had gestolen tot een jaar gevangenis
straf met aftrek van de voorloopige hechtenis.
Het O. M. had dezelfde straf gerequïreerd.
De man dreef in de hoofdstad een groot pen
sion. In het pand was officieel geen gas. De wer
kelijkheid was anders. De man, die vroeger gas
fitter en electricien was, had op eigen houtje in
zijn heele huis gasleidingen aangelegd en aange
sloten op de hoofdleiding. Iedere pensiongast
mocht naar hartelust koken, bakken braden, heel
het huis werd met gas verwarmd, twee badka
mers waren voorzien van gasgeysers en in de keu
ken waren twee gasfornuizen geplaatst. Ruim
drie jaar duurde het voor hij gesnapt werd. Vol
gens de berekening van de ambtenaren van de
gasfabriek werd er clandestien 110.000 kubieke
meter gebruikt, voor een bedrag van f 4400.
leening voor 15 jaren ware aangegaan. Het effect
van dezé regeling is, dat voor de mobilisatie-uit
gaven, welke in een bepaald jaar zijn gedaan, in
het volgend jaar een annuïteit, welke op een af-
lossingsduur van 15 jaren is berekend, moet wor
den opgebracht uit de gewone middelen van het
fonds. Een gevolg zal o.a. zijn dat voor de mobili
satie-uitgaven. in 1938 en 1939 gedaan, in 1940 de
bedoelde annuïteit zal moeten worden opge
bracht.
De middelen tot dekking van de uitgaven
van den gewonen dienst zijn in het ontwerp
nog slechts in het algemeen aangeduid. Bui
ten de inkomsten, welke meer rechtstreeks
het gevolg zijn van de constructie van het
fonds, zijn opgenomen als eigenlijke dekkings
middelen: de opbrengst van heffingen, welke
daartoe bij de wet worden aangewezen cn
een uitkeering ten laste van het rijk tot zoo
danig bedrag als bij de rijksbegrooting van
elk dienstjaar zal worden bepaald.
Een wetsontwerp tot regeling van de bedoel
de heffingen zal eerlang worden ingediend.
Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen:
en Uw Lippen schraal en pijnlijk maar
vooral ook bij brand- en snij wonden,
ontvellingen en allerlei huidverwondingen.
Het verzacht en geneest
(Adv. ingez. Med.)
Oud en nieuw.
UDEJAARSAVOND in Amerika dat i3
is een soort carnaval.
Dat is een uitbarsting van lawaai.
Dat is confettistrooicn, papieren mut
sen opzetten, rateltjes draaien, toe ter tj es blazen,
vuurwerk laten knallen, hossen, zingen en schreeu
wen op skaat en eten en drinken in restaurants en
bars.
Wanneer de klokken middernacht slaan en de
radio zegt dat het groote, ondeelbare moment in de
eeuwigheid er is, barst Amerika in een orgie van
spektakel los. Auto's toeteren, voetzoekers spatten
uiteen, vuurwerk knettert. Op de stampvolle stra
ten schreeuwen en zingen en hossen de menschen.
In de stampvolle restaurants schreeuwen en zingen
en hossen de dames en de meneeren. In de stamp
volle bars de drieduizend schemerige pijpen
laden van San Francisco schreeuwen en zingen
en hossen dronken mannen. Het is allemaal een
beetje vulgair, omdat het niet zuiver van levens
vreugde is en ook omdat er te veel drank aan te
pas komt. Het is allemaal een beetje grof, een
beetje opzettelijk een beetje ver verwijderd van
onze, Nederlandsche, gedachten, die op zoo'n oogen
blik toeven in een huiselijke huiskamer, één van
de honderden millioenen huiskamers op aarde
maar juist die ééne is voor ons d e huiskamer en
daar was „oud en nieuw" wel een oogenblik van
blijheid, doch ook van bezinning, wel het oogenblik
van een hartigen dronk maar niet van dronken
schap.
Zoo stond ik midden in het lawaai en het gejoel,
tusschen de confetti en het vuurwerk, wel echt als
een vreemde, zonder begrip voor wat er rondom
mij danste, deinde, denderde en dronken was. Ik
geloof dat ik met m'n oud-Brabantsche hart te veel
de echte vreugde miste om mij hals-over-kop in
dezen stroom te kunnen storten. Het carnaval en
de Bossche kermis mijner jonge jaren waren óók
niet zoo teeder en zoo verfijnd, maar daarin was
een oer-drift van volkspret, die hier ontbrak, omdat
het hier te opzettelijk leek.
Maar ja, deze Amerikanen, dit werkzame, aar
dige en goede volk, die missen zooveel van de vreug
den, die wij in vreugdiger dagen dan deze, ken
den.
Ziet die studenten van Amerika, in hun univer
siteiten als moderne scholen, in hun woonhuizen
als kazernes, in hun gereglementeerde, gestandaar
diseerde, werkzame leven en denk oud-Leide-
naar aan uw eigen studentenjaren.
Ziet de klerken en de winkeljuffrouwen, de „so.
cialites" en de millionnairs, de arbeiders, de win
keliers en de ambtenaren hun dagelijksche le
vens gaan alle langs de zelfde paden van een ge
mechaniseerd leven met gemechaniseerde, gemotori
seerde, van knoppen en raadjes en microfoons voor
ziene hoogtepunten. Al die levens, van de million
nairs en van hen, die de illusie-van-het-millioen
dag in dag uit koesteren, zien er precies hetzelfde
uit, hebben dezelfde begeerten-in-blik, hoogtepun-
ten-in-cellophaan, romantiek-in-zilverpapier en
sensatie-op-wieltjes
Het hoogste ideaal voor het oudejaar is een duur
diner in een duur restaurant, een flesch cham
pagne en de eeuwig-aanbeden en eeuwig-begeerd
orchidee.
Alle Amerikaansche vrouwen cn alle Ameri-
kaansche meisjes verlangen, voor Oudejaarsavond,
naar de orchidee, die het symbool van het gesubli
meerde Amerikaansche vrouwenverlangen mag
heeten.
Zoo dwaalde ik door San Francisco op oudejaars
avond En zag de orchidee-dragende massa der be
voorrechten, in de restaurants der groote hotels,
waar- de saxofoon- en tromboneklanken resoneer
den in de champagnekoelers. En zag de kip-en-
whisky-verzadigde menigte, dansende, hossende,
confetti-strooiende op de breed e Marketstreet.
Liep de bars-der-eenzamen binnen: mannen, een
eindelooze rij mannen, hangende over de toonban
ken.
En ik kón deze vreugde niet begrijpen.
Ik kón in dit plezier niet gelooven.
De champagne leek coca-cola en de orchideeën
waren aan den loopenden band gemaakt. De op
getogenheid was een fabrieksproduct en het geluk
kwam versch uit blik.
Ergens, op een gezellige kamer, geurden oliebol
len en warme bisschop. Daar was. bij Hollanders,
iets van Holland. Wij dachten over heel Ame
rika en heel den Atlantischen Oceaan héén aan
een warme huiskamer en zeiden: „zalig uiteinde en
een goed begin"f
Mr, E. ELIAS» J