STALIN's POLITIEK Ex Sovjet-diplomaat over KI De Amerikaansche politie. E' Alexander Barmine antwoordt op de vraag: Waarom al die executies?" Merkwaardig gebrek aan eenhei{ Meer Marxistische lectuur ver nietigd dan in Duitschland (Van een bijzonderen medewerker) ORT voor den oorlog verscheen ln Parijs een merkwaardig werk, dat in leidende kringen zeer koel werd ontvangen.Wij be- doelen het boek van den Russischen vluchteling Alexander Barmine, getiteld: „Twin tig jaren in dienst van de U. S. S. R.". De hooge rang, dien Barmine in het Russische ambtenarencorps heeft bekleed, was op zichzelf al een reden om dit boek met meer dan gewone aandacht te bezien. Na in Moskou te zijn opge klommen werd hij consul in Perzië en daarop ge zantschapssecretaris in Athene. Toen de gezant overleed werd hij hoofd van de legatie aldaar met den titel van tijdelijk zaakgelastigde. Maar reeds naderde het onweer; zijn lauwe houding en te critische geest hadden de aandacht van Moskou getrokken. Barmine begon voor zijn leven te vreezen: had hij onder zijn collega's al niet veel gevallen van plotselinge verdwijning ge zien? Toen hij eens op een geheel onverwacht oogenblik ter kanselarij kwam, vond hij een on dergeschikte bezig het slot van zijn schrijftafel te forceeren. Een te hartelijke en te dringende uitnoodiging van den gezagvoerder van een Rus sisch handelsschip om den maaltijd aan boord te komen gebruiken, opende hem geheel de oogen. Hij is gevlucht en wel naar het land, waar reeds zoo vele duizenden van zijn volksgenooten wonen, zij mogen dan wit-Russen of uitgewekenen om andere redenen zijn: Frankrijk. Het was toen zomer 1937. Twee jaren later ver scheen zijn boek. Men kan zich voorstellen dat deze publicatie de hooge Fransche instanties verre van aangenaam was: er bestond Immers nog groote vriendschap voor Rusland. Zoowel radio als pers wezen vrijwel dagelijks op „de sterke militaire macht van Rus land te land, ter zee en in de lucht". Had op dat oogenblik van verschijnen reeds censuur bestaan, het boek zou zich zeker gekendmerkt hebben door een onnoemelijk aantal witte plekken. Het werk werd natuurlijk doodgezwegen. Dit kon echter niet verhinderen dat in een paar we ken tijds al 2000 exemplaren hun weg vonden. Doch sedert dat alles, welk een omwenteling op het Europeesche schaakbord! Na een gloeiende vriendschap, die met uitzondering van de Brest- Litovsk periode en de Russische opmarsch in Po len in 1920, drie en veertig jaren heeft geduurd, kunnen verscheidene Parijsche persorganen thans reeds openlijk schrijven dat het verdere verblijf van den Russischen ambassadeur in Frankrijk door hen ongewenscht wordt geacht. Bezien wij dan het profetische boek van Bar mine eens nader. Men zal in dit werk vergeefs zoeken naar de gewone sensatiedetails van de gruweldaden van de Tsjeka. De schrijver, zcon van een onderwijzer en een veldwachtersdochter, vertelt sober van zijn politieke ervaringen. Hij somt dikwijls vrij droog op, zooals een Engelsche rechter zou doen aan het slot van een groot proces, maar zijn boek is er te aangrijpender door. Hij laat door- scheimlerien dat zijn communistische en mis schien zelfs zijn socialistische denkbeelden een flinken schok hebben gekregen, maar wat hij geheel openlijk ten toon spreidt, dat is een groote en door de omstandigheden melancho lieke liefde voor zijn vaderland. De verklaring „dit of dat kan ik niet zeggen, het zcu mijn geboorteland schade doen", komt herhaaldelijk voor en dit doet sympathiek aan. Het boek wijdt natuurlijk veel aandacht aan Stalin. Reeds in den aanvang wordt gerept van „een weinig bekend lid van het Centrale Comité, Stalin geheeten, die zeggingschap over een ca valeriedivisie had en oorzaak werd van twee gevoelige nederlagen tijdens den veldtocht tegen Polen in 1920". Barmine geeft ock voorbeelden om het „Aziatisch-rancuneuze" karakter van den despoot aan te toonen. Generaal Dimitri Schmidt, die hem in 1927 in zijn ijdelheid had gekwetst en ook de Don Juan-diplomaat Leon Karakhane, die hem in amoureus vaarwater had dwars gezeten, zij hebben lang genoeg geleefd om te merken dat Stalin niets en nooit vergaf Over de twee gebeurtenissen, die Europa in rep en roer brachten, het verdwijnen van generaal Koetjepof uit Parijs en de moord op Ignace Reiss in de omstreken van Lausanne, spreekt Barmine natuurlijk ook. Hij zegt dat Reiss zijn doodvonnis teekende toen hij zijn bekende bittere verklaringen in een Nederlandsch persorgaan had gepubliceerd. Wat Koetjepof be treft verklaart hij ten stelligste dai de offi- cieele Russische diplomaten in Parijs (waartoe Barmine op dat oogenblik behoorde) niets ervan hebben geweten, maarnaast den ambassa deur en zijn personeel, bestond in Parijs een uitstekend georganiseerde afdeeling van de Gepoe Men moet een' Russisch ambassadeur dus ge- looven als hij met de hand op zijn hart ver klaart „niets, maar ook werkelijk niets te weten van een of andere pijnlijke en tegen rechts gevoel indruischende gebeurtenis". Behalve veel tragisch komt ook humor om den hoek kijken. Als bijv. de bevelen uit Moskou om bepaalde Marxistische boeken uit de bibliotheken der communistische cellen in het land van ves tiging te doen schrappen, omdat zij niet meer „orthodox" waren, steeds talrijker worden, merkt Barmine droog op: „Wij verbranden waarlijk meer boeken dan de nazi's en zeer zeker meer Marxistische schrijvers dan zij". Het boek bevat talrijke foto's, de onderschrif ten zijn meestal vrij luguber: geëxecuteerd, ver dwenen, vermoord. Men is bepaald verrast eens een levenden bekende als Litvinof of Molotof aan te treffen. Er is ook een afdruk van de bekende ver?a- melfoto van een dertiental Russische generaals en politici. De Sovjetpropaganda had dit docu- ment gemonteerd lang voordat er sprake was van de geruchtmakende processen wegens hoog verraad. Weer valt in deze wrange afbeelding de fijne kop op van den generaal Alskinis, chef van de luchtvloot, „aan wien Rusland de buitengewone kracht van dit wapen dankt, indien tenminste niet zijn executie en de executie van zijn beste medewerkers en ingenieurs, den uitvinder Tou- polef aan het hoofd, onherstelbare schade heb ben veroorzaakt". De aanklacht tegen maarschalk Toechatsjefski berustte op niets, zegt Barmine. Het is te onzin nig om een seconde te gelooven dat bij de strenge controle, die bestaat op alle gangen "an wien ook, de maarschalk ook maar één enkele poging had kunnen doen om met Duitschland te heu- In het licht van wat er sedert Augustus is be kend geworden over de Duitsch-Russische be trekkingen, wint de meening van Barmine „dat de aanklacht op niets berustte" nog meer aan kracht, zij het dan op een wijze die de schrijver niet vermoed heeft! Maar waarom gelastte Stalin al die execu ties? Het boek antwoordt hierop en stelt Sta lin's uiteindelijk doel in het licht: niemand meer tegenover zich te hebben, die hem het verlaten van het socialistische en commu nistische ideaal van 1918 verwijten kan. „En grootendeels is dat doel thans be reikt" Ofschoon het minder bekendheid geniet plaat sen wij dit boek zeker naast het te New-York niet lang geleden verschenen standaardwerk van Boris Souvarin over Stalin. KANTONGERECHT Keesje de Ruyter biljartte te Aalsmeer. Overtreding van de Arbeidswet? Voor de Aalsmeersche biljartliefhebbers was 22 December een groote dag. Op dien datum gaf het biljart-wonder Keesje de Ruiter namelijk 's avonds een séance in een café. Natuurlijk was de belang- telling zeer groot en de faam van Keesje werd eens te meer bevestigd. Alleen de arbeidsinspectie was niet zoo erg met deze heuglijke gebeurtenis ingenomen en zij maakte proces-verbaal op tegen den café-houder omdat er des avonds na 8 uur in het café werd gearbeid door iemand die iemand was Keesje die nog niet den bij de wet vastge- stelden leeftijd had bereikt. Een inspecteur van de arbeidsinspectie verklaarde voor den Haarlemschen Kantom-echter dat er volgens zijn meening wel de gelijk een overtreding van de Arbeidswet was be gaan. De Kantonrechter merkte op, dat men toch van biljartsport spreekt. Het gaat er nu maar om of men in dit geval van arbeid mag spreken. De Ambtenaar vond van wek Ook de biljart- sport kent professionals; menschen, die van biljar ten hun beroep maken en daarvan leven. Keesje de Ruyter, zoo ging de Ambtenaar verder, is in de rechtszaal een bekende verschijning geworden. De bezigheden, die dit kleine jongetje in rookerige ge legenheden moet verrichten is een vorm van kin derexploitatie, die stuitend is. Waar het geld dat hij verdient, blijft, weet niemand. Zijn vader geeft hierover geen inlichting en zegt alleen, dat hij voor zijn zoon een goed vader is. Nadat de Rechtbank in Den Bosch den vader en den impresario tot f 10 boete heeft veroordeeld worden deze biljartvoorstellingen in het arrondis sement Den Bosch niet meer gehouden. Thans pro beert men het in de andere deelen van ons land. De Kantonrechter van Alphen heeft indertijd een vrijsprekend vonnis gegeven. De Ambtenaar meende echter, dat het biljarten van Keesje de Ruyter wel degelijk arbeid is. Er wordt een contract tusschen den caféhouder en den vader of impresario van Keesje afgesloten en de caféhouder heeft recht op schadevergoeding als Keesje niet zou komen. De Kantonrechter te Al phen heeft in zijn vonnis bepaald, dat het biljèrt- spel niet zou vallen onder de werkzaamheden, die worden verricht in een koffiehuis. Het biljarten als biljart-séance zoo meende de Ambtenaar is echter wel arbeid in een café. Hij eischte daarom een geldboete van f 20. De inspecteur van de arbeidsinspectie vertelde nog, dat er reeds eenigen tijd voor de biljart-séance werd gehouden aanplakbiljetten in het dorp had den gehangen. De Kantonrechter besloot over veer tien dagen schriftelijk vonnis te wijzen. Bouwer van de Siegfriedlinie in Rusland. CERNAUTI, 24 Januari (Havas). In genieur Todt, de bouwer van de Siegfried linie is te Lwow aangekomen en heden ochtend, vergezeld van een aantal Dultsche deskundigen en ingenieurs naar Moskou vertrokken. STOOMSCHIP „OOSTPLEIN" IN AANVARING. ROTTERDAM 24 Janauri. Het 5059 ton groote stoomschip „Oostplein" van de N.V. Scheepvaart Maatschappij Millingen te Rotterdam is gisteravond op een mijl ten zuiden van Dover in aanvaring ge weest met een schip, waarvan naam en land nog niet beleend zijn. De „Oostplein", die op weg was van New Orleans naar Rotterdam, geladen met maïs, kon op eigen kracht naar Dover opstoomen. Hier zal de schade onderzocht worden. o Erica Carnea, winterheide. Wel een ieder zal de dophei kennen, die be hoort tot het geslacht Erica, die meestal op de vochtigste plekjes vam een heideveld staat en iets eerder bloeit dan de gewone struikheide, de Calluna vulgaris. Maar niet iedereen zal weten, dat- er van Erica een soort bestaat, de Erica carnea, die veel vroe ger bloeit, al in het voorjaar, wanneer de sneeuw nog in onze tuinen ligt en die ondanks die sneeuw rustig door blijft bloeien. EXAMENS. Academische opleiding. Bevorderd aan de Gem. Universiteit van Am sterdam tot doctor in de geneeskunde op proef schrift getiteld: „Over de regeneratie van de ute- rusmucosa post partum": de heer E. C. Grave- meyer geb. te Schipluiden, en op proefschrift geti teld: „Een onderzoek naar de voeding ten platte- lande van Nederland": mevr. C. Janse-Stuart, geb. te Amsterdam. Machinisten-examen. Geslaagd voor het voorloopig diploma de heeren E. R. Th. Les, te Haarlem; G. K. E. Hollmann, te Driehuis-Wester veld en K. Bosscher, te Santpoort. Erica carnea. Erica carnea stamt oorspronkelijk uit het Alpengebied, waar ze al vóór den winter haar knopjes klaar heeft.- Ze begint daar in de Alpen te bloeien zoodra de sneeuw smelt. Deze winter hei of „Schneeheide", zooals ze in Zwitser land wordt genoemd, bleek nu ook zeer geschikt in onze Hollandsche tuinen te kunnen worden aangeplant. Vooral in den rotstuin doet ze het zeer goed. Ze heeft behoefte aan veen- of boschgrond, moet matig vochtig worden ge houden en verlangt zeer zeker ook zon. Aan dit laatste moeten we wel degelijk den ken. Zoo vaak wordt gedacht, dat heide niet veel noodig heeft en op den armsten grond wel kan groeien, maar ook voor de gewone heide geldt die behoefte aan zon en licht. Let u maar eens op wanneer u over een heivlakte loopt. Daar waar een sparreboom staat, is rondom den stam, op heel het gebied, waar de schaduw van den spar valt, geen hei te bespeuren. Van deze Erica carnea zijn in den loop der jaren vele variteiten gekweekt, waarvan er enkele reeds zeer vroeg bloeien. Erica carnea hybr. Mrs. Sam. Doncaster bloeit van December tot Maart met vleeschkleurig rose bloemen. Erica carnea Queen of Spain bloeit van Januari tot Maart met lichtrcse bloemen met paarse meeldraden. Buitengewoon mooi is ook Erica carnea hybr. Winter Beauty, die groote, zacht karmijnrose bloemen heeft en bloeit van Janu ari tot Maart. Al deze soorten kunnen ook goed in bakken langs een balkonrand worden gekweekt. Doordat de bloemen meer op ooghoogte staan, zullen we er vanuit de kamer al veel van kunnen genieten. Vooral met strenge kou zullen we er niet zoo vaak toe komen om in onzen tuin rond te loopen om verder weg staande bloemen te gaan bekijken. En de Erica-bloempjes zijn snoezig en in verhouding tot den wilden stamvorm ook vrij groot, maar zij zijn van dichtbij toch nog oneindig veel mooier. Er zijn nog vele andere variëteiten van de Erica carnea, die meest allemaal in Februari beginnen te bloeien. Er zijn er met roode, kar- mijnroode, lichtrcse en witte bloemen. Ook in de grootte der bloemen is vrij veel verscheiden heid. Een der allermooiste is de Erica carnea hybr. King George. Deze heeft zeer groote bloemen van een eigenaardige karmijnroode tint met een purperen schaduw. De bloei hiervan begint ech ter pas in Februari. Maar zooals boven al is gemeld kunnen we ook al in Januari bloeiende hei in den tuin hebben. A. J. D. (Van onzen Amerikaanschen correspondent.) R zijn in Amerika vele typisch-Ameri- kaansche verschijnselen, Eén van de meest typische en meest boeiende is de Amerikaansche politie. Een cor respondent is gast inde Vereenigde Staten en gasten moeten beleefd zijn. Een gast zou bijvoorbeeld niet beleefd zijn, wanneer hij zei wat de Amerikaansche schrijver Henry Morton Robinson gezegd heeft: „het gekste en minst ge coördineerde ding in de Vereenigde Staten is ons politiesysteem". Ik ben te beleefd om dezen bekenden schrijver over Amerikaansche misdaad en politie tegen te spreken. Integendeel: ik ben het met hem eens: iedere Amerikaansche ge meenschap: staat, stad, dorp en -gehucht heeft zijn geheel aparte poditie, verdraagt geen in menging of hulp van andere politiecorpsen en werkt maar hoogst zelden met anderen samen. Het resultaat Is dat er in de Vereenigde Staten niet minder dan39000 geheel op zichzelf staande politie-ïnstanties bestaan, hetgeen niet alleen heel onpractisch is voor de politie, doch te vens heel practisch voor hen die de wet overtre den. En zulke wetsovertreders zijn er in groote hoe veelheid, al is de misdadigheid sinds de afschaf fing van het drankverbod en de hoogtijdagen van Al Capone en zijn grimmige vriendjes heel wat afgenomen. Hebt u er eenig denkbeeld van hoe groot het verlies door diefstal jaarlijks in de Vereenig de Staten is? Niet minder dan 150.000.000 dol lar. En diefstal plegen schijnt hier aanlokkelijk omdat de dief op z'n hoogst de gevangenis in gaat. Dat het gestolene naar den bestolene terug zou keeren daar heeft men hier nog nooit van gehoord. En in één groote stad. zoo vertelt bovengenoemde Henry Morton Robin son, wordt er per week op ondeugdelijke chèques 300.000 uitbetaald. Wanneer een meneer in Connecticut iets stouts heeft uitgehaald en die meneer vertrekt daarna met pak en zak naar New-York, dan vergezelt hem niets anders dan een oprechte zucht van verlichting. Er gaat geen waarschuwing van de politie van Connecticut naar de politie in New-York: „die 'en die me neer, die hier als een deugniet bekend staat, woont nu bij jullie", laat staan dat er gezegd wordt welke methoden die deugniet pleegt toe te passen. Neen, de politie van Connecticut denkt: „laten ze het in New-York maar zelf uit vinden". En zoo gaat dat hier altijd. Maar dit is nog niet het ergste gevolg van dit gebrek aan eenheid bij de Amerikaansche poli tie. Er zijn wel de politiecorpsen in de groo te steden, die uitstekend zijn uitgerust met de nieuwste politieele wetenschappelijke hulp middelen en die derhalve doorkneed zijn in de nieuwste politieele methoden. Dat zijn de corpsen in de -groote steden. Maar die bewaren hun ge heimen voor zichzelf en andere corpsen krijgen daar geen deel van. Zoodat van 39.000 Ameri kaansche politie-instanties er op zijn minst 38.000 zijn, die allen nog maar werken niet knots, gummistok en handboeien. In het ééne jaar 1933 zijn er in de Vereenigde Staten niet minder dan 1.300.000 vrij ernstige misdaden be gaan, waarvan 12.000 moorden en 90.000 over vallen. Driekwart van deze zijn niet eens voor den rechter gekomen. U herinnert zich natuurlijk nog het geval- Lindbergh. Hier kwam de Amerikaansche knuppel- en gummistokpolitie op haar slechtst te voorschijn. Om maar weer eens Robinson aan het woord te laten: het was een volkomen zinlooze uit storting van politiemannen over het huis van de Lindbergh's en de omgeving daarvan, zij spek takelden in hun auto's en met hun motors de wegen op en af en drukten alle sporen zoo diep mogelijk weg in de Maartsche modder, systema tisch ieder voetspoor, iederen vingerafdruk uit- wisschende." Misstanden. E gewone gemiddelde Amerikaansche poli tieman is een eerlijke plichtsgetrouwe ke rel, wat wij zouden noemen „een gezelllige aardige vent", maar volgens de mannen die het kunnen weten heeft hij voor zijn verant woordelijke baantje een slechte opleiding gehad. Het is alleen weer in de groote steden dat dit anders is en dat candidaten een politieschool moeten bezoeken, maar dan nog duurt zoo'n cursus nauwelijks drie maanden. Zoodra de po litietaak ook maar eenigszins naar de weten schappelijke gaat neigen is de gemiddelde New- Yorksche politieman een volslagen leek. Er zijn van die echt Amerikaansche" cijfers, die u in Nederland een rilling over -den on-crimineelen rug zullen doen loopen: negentig procent van de lijfmisdaden in de Vereenigde Staten geschie den met een schietwapen, en: ieder uur van iederen werkdag wordt gemiddeld één Ameri kaan door een verraderlijken kogel gewond of ge dood. En toch zijn er maar 70 politiebureaux in dit heele land, die een wapendeskundige tot hun directe beschikking hebben. Het „Bureau of Investigation" te Washington beroemt er zich op dat het meer dan 4.00.000 vingerafdrukken bezit en dat er van alle kanten van de wereld nog ongeveer 2200 per dag komen. Maar een van de inspecteurs vasl bureau, die op een inspectiereis was, rappor, de dat er op honderden commissariaten yk afdruk-kaarten rondslingerden, die nooit Washington waren gezonden. De vingerai is één van de nuttigste politie-,.wapenen" jM strijd tegen de misdaad, maar op vele 4 kaansche politiebureaux wordt er niet de ringste aandacht aan besteed. Wanneer de- tie een verdachte heeft opgepikt is het haar zijn crimineelen staat van ondienst vast tej len en alle .feiten, die tegen hem zijn. in zamelen. Dezelfde Henry Morton RqJ schrijft letterlijk:,,maar daarvoor sens noodig, wilskracht, vasthoudendheid, ri ning en geduld en daar de meeste van' eigenschappen op vele Amerikaansche po* bureaux ten eenenmale ontbreken is er schandelijk „derde-graad-verhoor" voor in plaats gekomen. Rubber knuppels, halve hongering en wreede kunstmatige slapt; heid" worden gebruikt om bekentenissen te- duceeren. In dit verband mogen ook wel d- of liever: sommige gevangenissen worden noemd. Op het oogenblik dat ik dit schrijf alle Californische kranten vol van een oi- zoek, dat staats-gouverneur Olsen in de ge: genis Saint Quentin heeft ingesteld. Dat zijn feiten tegen gevangenbewaarders aan licht gekomen, die de haren ten berge j rijzen. Af ranselpartijen zijn daar nog de 5. erge van. Hoopvolle geluiden. MAAR op de beter voor hun taak beisk- bureaux vervangt de wetenschap voor belangrijk deel de derde-graadsche wreed: Het belangrijkste onder deze wetenschap^ hulpmiddelen is de „Keeler Polygraph", fcf; volksmond genoemd de „leugen-ontdekt die reeds in ongeveer 5000 gevallen met si: is gebruikt door den uitvinder dr. Leoa; Keeler van de Northwestern Universiteit. 4' niet alle politiemannen zijn van zulke nik zaken overtuigd. Ik vroeg 'een politieman I hij dacht van den „leugen-ontdekker", j haalde zijn schouders op en hield zijn get vuist voor mijn gezicht. „Dat is de beste leug» ontdekker" zei hij. Maar wij moeten niet al te critisch tegen- sommige Amerikaansche politie-toestan staan: Er is in de Vereenigde Staten zon goeds en moois en verheffends te zien en t wanneer er iets is, dat critiek rechtvaardig1, er een verontschuldiging bij de hand, die on op past: „Dit land is nog zoo jong". Inderdaadhet is eigenlijk nauwelijks menschenleeftijd geleden, dat dit groote li pas met iets wat op een politiemacht geleö begonnen En de misdadigers die men hier voor slechts eenige tientallen jaren moest pa> en straffen waren uit zulk soort hout gesrg dat „lijfstraffelijke" methoden de eenige w die een klein beetje indruk op hen konden: ken. Bij alles wat ge in Amerika ziet bedenkt; dit land heeft in decenniën bereikt, waar En- eeuwen voor heeft noodig gehad. In heel; opzichten is het de oude wereld met vlag wimpel voorbij gestreefd; mag het dan in en» andere opzichten niet te. achter zijn? Het: dien achterstand trouwens spoedig genoeg; halen. Ook op het gebied dat het onderwerp; dezen brief is, want er zijn vele teekenen verandering. Dnsr is bijvoorbeeld de recente: richting van een politie-academie op het mien van een militaire cadettenschool Washington, die onder leiding en toezicht si; van het departement van justitie. De studert- daar zijn speciaal uitgekozen uit de veelbèlovd elementen der politiecorpsen; de cursus duren vier jaar en bevatten natuurlijk ook? litieele, technische en chemische leervakken,! het klein bestaat zoo'n academie reeds te ft keley (Californië) waar August Vollmer, prof® in de politiewetenschappen aan de Universa van Chicago, de leiding heeft. Op de credit-zijde van de Amerikaanse politie vindt ge ook de zoogenaamde „G-me de onoverwinnelijke mannen van de beroes „Division of Investigation" (de onderzoekt' divisie), die even wetenschappelijk een bail rekening kunnen ontleden en een microsco" hanteeren, als zij met revolver en geweer kunne omspringen. De „G" van „G-men" is dezelfde als dier; „gun" geweer of revolver. Er is in de Vereenigde Staten gemakk£i emplooi te vinden voor 50.000 van die veelzijq kranige G-men, in plaats van500, die: in werkelijkheid zijn. Goed geoefende oogen zien de wetenschap m naar boven komen in de Amerikaansche p> litiewereld in anwoord op de welig tiereas Amerikaansche misdadigheid. Voor den belas tingbetaler is dit een hoopvol geluid, wanti' is geen nuttiger economische handeling dan t uitroeiing van de misdaad. Voor den gangsK' is het vooralsnog zwakke geluid niet prettig: t' beduidt het naderende einde van zijn rijk e luiheid en wetteloosheid. De eenigen, dit dit ge luid nog niet hooren, zijnsommige polite autoriteiten. Het is welhaast een gemeenplaats te ze?£ dat Amerika het land van .de uiterste tegel stellingen is. En toch moet uw correspondent telkens weer constateeren. Nergens vindt gee: grooter idealisme, beschaving, tucht, netheid, eerbied voor den mensch en het mensch# leven dan hier nergens vindt ge ook tegenovergestelde in zoo groote en hevige n Midden in dit boeiende tafereel staan ee rechterlijke macht en een politie, waarvan i eerste nog meer dan de tweede dezelfde teg£ stelling te zien geeft: volstrekte onkreukbaar^ naast totale corruptie. De oorzaak van deze cor- ruptiviteit is het feit dat zoowel de rechtsprekend! als de controleerende macht invloeden ondft'- gaat van de wetgevende macht, die soms vo« geen middelen terugschrikt om haar politiek! doeleinden te bereiken en hen die haar helpen op haar beurt niet onbeloond laat. Maar ook hier worden met kracht en voort- varendheid misstanden opgeruimd. De kracht P de voortvarendheid van de jeugd Mr. E. ELIAS. Dinges reed intusschen verder. Hij nader de den lantaarnopsteker, die juist op rijn laddei stond. Met zijn stuur tikte bij de ladder opzij. De lantaarnopsteker greep het boveneinde vast, viel enkwam boven op de schouders van den drogist te zitten. Dinges voelde dat hg ergens tegen aen gereden was. „Wat een pech, wat e6B De dorpsjeugd had schik in de acrobati sche toeren van den motorrijder. „Dat is er vast een uit het circus", werd er ge zegd. De kinderen juichten den armen Dinges, die daar geheel gratis een prach tige voorstelling gaf, luid toe. Dat was nog eens werk. Zoo iets had men nog pjjumer gezien. De menschen liepen frnn De vrouw van den drogist was dien mid dag juist op visite. Zij leunde uit het raam van haar gastvrouw, zag haar man, dacht dat deze het heele dorp op stelten zette en greep van woede de ladder beet, toen deze onder het raam door schoof. Maar o wee, door de vaart van den motor het raam gesleurtf. J De luchtverbindingen in de Molukken. MAKASSAR, 24 Januari (Aneta-A. N. P.) Nadat de piloot van de K. N. I. L. M., de heer D! Graaf, de plannen voor een lijn van Makasa! naar Ambon en van Makassar naar Ternatetf Menado had bestudeerd, vertrok hij naar Jak nadat hij verschillende gegevens had verzam& speciaal betreffende het gebruik van ampW®* of landtoestellen. Met dit vraagstuk hangt waai' schijnlijk ook de vraag samen of Ambon dan fit- Makassar zal worden aangewezen ais uitgangs punt. Sinds het vertrek van den heer De 0^ is echter in Makassar niets meer vernomen. Aneta teekent bij het bovenstaande telegraB nog het volgende aan: Ambon wordt het central! punt voor de Groote Oost. Over de opening «f de nieuwe luchtlijn is nog niets vastgesteld. Dit# o.a. afhankelijk van de aflevering der bestel# amphibie-toestellen, waaromtrent evenmin B* inenteel iets kan worden gezegd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6