LASCH-ONDERRICHT
VOOR MILITAIREN.
Strijd om Atlantis
-
Willy Reese
Onder auspiciën van O. en O. ontvangen verschillende militairen les in het lasschen. Tijdens
het practisch onderricht in een Nederlandsche lasch-school, welke daarvoor werd uitgekozen
Voor de Canadeesche troepen in Engeland zijn drie rijdende
cantines ter beschikking gesteld. Even tijd voor een warmen
dronk
Leslie Burgin maakte dezer dagen een inspectietocht langs
verschillende Engelsche fabrieken, welke zijn ingeschakeld in
het productiesysteem van het Britsche oorlogsmateriaal
Een zware brand heeft Woensdag een drogisterij aan de
Sophialaan te A'dam geheel verwoest. Het blusschingswerk
Dr. ir. L. R. Wentholt, die benoemd
is tot directeur generaal van den
Rijkswaterstaat
Wanneer Britsche koopvaarders vijandelijke mijnen en onderzeeers veilig
zijn gepasseerd, kan de in dezen tijd zoo kostbare lading in de Engelsche
havens worden binnengebracht, om gelost te worden
Ook vliegtuigen van de Royal Air Force nemen
deel aan de convooieering van de Britsche koop
vaardijschepen. Een der toestellen cirkelt rond
een vaartuig, dat op weg is naar zijn haven
In Ned. Indië worden regelmatig alle soorten oefeningen gehouden,
teneinde ook daar op alle eventualiteiten te zijn voorbereid.
Hierbij worden ook trouw de Inheemschen ingeschakeld. Opruiming
van barricaden te Meester Cornelis
door
8
De secretaris spreidde verschillende papieren,
schetsen, berekeningen en ook eenige kranten
knipsels voor zijn chef uit.
„Ik heb reeds gisteren een onderhoud met Wall-
ïier gehad en acht het absoluut noodzakelijk, dat
wij ons van dezen man verzekeren, voordat onze
tegenstanders er toe komen, zich met hem in ver
binding te stellen.
Frundsberg keek zijn secretaris verbaasd aan.
„Voor zoover ik weet, heeft men dezen Wall-
ïier van andere zijde tot nu toe weinig belangstel
ling getoond."
„Dat klopt index-daad. Maar er zijn de laatste
dagen dingen gebeurd, die tengevolge kunnen heb
ben, dat de belangstelling in de plannen van dezen
ingenieur plotseling sterk gaan stygen',,
Di*. Volkei-s wees op de voor hem liggende
krantenknipsels.
„Hier, de bank van Vanderlip zal Mc. Kinley's
drijvende stad bouwen. Nu zal de strijd der na
ties om opdrachten beginnen. Amerika moet van
de Europeesche interessenten in de eei-ste
plaats denken aan Duitschland, Engeiana en
Frankrijk. Deze landen zijn het, wier schepen,
luchtschepen en vliegmachines de di-ijvende stad
zullen aandoen. Het welslagen van de stad zal
dus voor een groot deel afhangen van Europa
Er zullen milliarden opdrachten te vergeven zijn.
En een groot stuk daarvan zal ten deel vallen
ian Engeland, Duitschland en Frankiijk. Ik heb nu
fisteren met Wallner gesproken, heb hem een uit-
^fczetting van zjjn plannen laten geven en 2500 een
kijk gekregen op zijn idee. Ik houd de idee van
Wallnei', om den Oceaan met een siralenhoog te
overbruggen, volgens de mij voorgelegde plannen
theoretisch voor absoluut uitvoerbaar. Of de prak
tijk de theorie van dezen man bevestigt, zou in
enkele maanden duidelijk worden, wanneer wij
Wallner de gelegenheid gaven, praktische proe
ven te doen.
Hebben wij echter den man en daarmee zrjn
groote idee, om het even of wij die nu of eerst
over eenige jaren kunnen uitvoeren, dan hebben
we daarmee toch een wapen in handen, waarmee
we een sterken invloed op de opdrachten, die moe
ten worden uitgegeven, kunnen uitoefenen. Het
gaat daarbij in de eerste plaats om het drijvende,
stalen fundament. Natuurlijk zal Vanderlip in de
eerste plaats de desbetreffende opdrachten aan de
groote Noord-Amerikaansche Staaltrust geven,
omdat zijn bank daarbij sterk geïnteresseerd is.
Maar eenige millioenen tonnen zullen toch door
Europa moeten worden geleverd. Wanneer wij het
in handen mochten hebben, met den lichtstraal de
toekomstige wegen over landen en oceanen aan
te wijzen, dan zijn wij ook in staat om óf de drij
vende stad Atlantis tot een gewichtig knooppunt
van deze nieuwe vei-keersmogelijkheden te maken,
öf haar daax*van volkomen uit te schakelen. Van
derlip zal dit feit niet kunnen verloochenen.
En ik ben er van overtuigd, dat de bij <ms
aangesloten staalwerken in de eerstvolgende vijf
jaar overladen zullen zrjn met,werk".
Frundsberg had met groote belangstelling de
uiteenzettingen van zijn secretaris aangehoord, en
had een vluchtigen blik geworpen in de hem vooi--
gelegde schetsteekeningen, berekeningen en ook
in de krantenberichten uit de Amerikaansche
pers.
Nu vei'hief Fi-undsberg zich langzaam van zijn
stoel, liep een paar passen door de kamer, ging
voor het venster staan, keek naar het verkeer be
neden hem, dat zich als een eindelooze slang over
de straat voortbewoog, en deed een paar korte,
stevige trekken aan zyn sigaar,
Dr. Volkers bleef rustig op zijn stoel zitten, dien
hij bij de schrijftafel had getrokken, en rookte
eveneens, maar met grooter genot en aandacht.
Het zou echter verkeerd zijn te meenen, dat
Volkers ach tegenover zijn chef als overwinnaar
beschouwde. Wel voelde hij een zekeren trots, dat
zijn inzichten, zijn opvattingen, zijn oordeel voor
een man als Frundsberg van zooveel gewicht ble
ken te zijn. Maar hij was niet de man, die daaruit
persoonlijke voordeelen trok. Hij had er trouwens
geen behoefte aan, zelf in het openbaar op te tre
den. Neen, hij voelde er de bijzondere bekoiing
van, den strijd op den achtergrond te volgen en
daax-door ovex-al op het juiste oogenblik te kunnen
ingrijpen.
Hij beweerde steeds, dat mannen als Frunds-
bei-g veel te veel in de openbaax-heid stonden en
het veel te druk hadden, om zich te kunnen con-
centreeren op een bepaalden gedachtengang. Deze
mannen hebben menschen om zich heen noodig, die
hun groote gedachten in onderdeelen splitsen, die
onderdeelen uitwerken en sorteeren, dan uit de
zoo gevonden materie besluiten en beslissingen
opbouwen. Dat is yei-antwoordelijk detailwerk.
Maar dat kan een mensch onmogèlijk brengen
tot zelfverheffing of macht. Zou zoo' iemand zich
willen bevrijden, en een poging doen, zelf in het
bezit te komen van publieke macht, dan zou hij
spoedig moeten erkennen, dat hij een dwaas was.
De macht, die men meende te bezitten, bestond
slechts in schijn. Men bezit haar slechts zoo lang
men ze in werkelijkheid niet heeft, maar zij zich
in de handen van den ander bevindt
Volkers blies met toegespitste lippen dunne
rookwolkjes uit en verdiepte zich weer in de
schetsen en teekeningen, die Wallner op zijn ver
zoek had achtei-gelaten. Van tijd tot tijd wierp hij
een korten blik door zyn hoomomrande brillegla-
zen op den chef en streek met de linkerhand over
zijn gepolijsten knikkex-.
Plotseling i*ukte Fxnmdsberg zich van het ven
ster los hij had niets gezien, niet eens, dat be
neden op straat twee bussen met elkaar is bot*
sing waren gekomen, dat glasscherven kletterden,
vrouwen schreeuwden, mannen raasden en een
menschenmenigte zich op de plaats van het on
geluk verzamelde. Hij had slechts nagedacht.
Zijn gedachten waren naar de Vereenigde Staal
werken gegaan, die weer een groot aantal arbei
ders hadden moeten ontslaan; verder waren ze
naar Weenen gesneld, maar reeds halverwege te
ruggekeerd naar Li, de kleine verkoopster
haar naam en ook haax-zelf was hy bijna al weer
vergeten. De drie dagen, dien hij afwezig geweest
was, hadden hem geheel en al in beslag genomen.
Frundsberg kuchte, liet zich in een leeren fau
teuil vallen, deed nog een trek aan zijn sigaar en
wiei-p die dan in een aschbak, op welks rand een
aap zat, die werkelijk een beetje leek op Vander
lipalthans naar de opvatting van den teeke
naar ,,Bow" van de New York Herald.
„Niet alleen, dat wy weer volop werk zullen
krijgen, we zullen ook overal onze belegging kun
nen versterken. En de groeven Laurahütte en
Hatzfeld".
„Laatste noteering van 98y2"
„Laat dan koopen. In ieder geval. Alleen al
wanneer wij bekendheid geven aan de idee van
dezen Wallner kunnen de gevolgen niet uitblijven.
Wy moeten probeeren, nog bijtijds de aandeelen
van de beide groeven in handen te krijgen".
Dr. Volkex's maakte een paar aanteekeningen.
„En Uw reis naar Weenen?"
„Ik ga voorloopig niet. Maar apropos, bent U
ïog iets te weten kunnen komen omti-ent het
particuliere leven van ingenieur Wallner?"
„Ja zeker. Herfaer Wallner is een sportsman en
is verloofd met een jong meisje, Alice Bernauer
geheeten; zij is verkoopster in een Bei-lijnsch mo
de huis. Ze zijn beiden bij eene Mevrouw Orgel
mans in pension".
„Is dat meisje niet zijn stiefzuster?" vroeg
frundsberg terloops.
„Neen, zij is de verloofde van den ingenieur".
Frundsberg zyn secretaris een oogenblik
„Ik geloof, mijn beste, dat U verkeerd bent In*
gelicht".
„Neemt U mij niet kwalijk, dat ik U moet te*
genspreken. Juffrouw Alice Bernauer is niet de
stiefzuster van den ingenieur, zooals U meent"i
Frundsberg lachte even, zijn secretaris had al*
les weer gesnapt. Maar er moest toch iets niet
kloppen.
„Dus, Volkers, ik zie, u weet al enfin, vraagt
U nog eens goed, hoe dat zit u moet u werke
lijk vergissen".
„Het spijt me, mijnheer Frundsberg, maar ik
vergis me heusch niet. De ingenieur zelf heeft me
op mijn vraag, of hij met familie samen woont
en of hy eventueel dadelijk zou kunnen vertrek*
ken, geantwoord, dat hij geen familie heeft en da*
delrjk kan gaan. In het huis werd zy ook door ver
schillende medebewoners als zijn verloofde be
schouwd. Het lijkt me zeer onwaarschijnlijk, dat
men dat zou doen, als ze inderdaad zijn stiefzus*
ter
„In orde, de zaak interesseert mij verder niet. ÏB
ieder geval venvacht ik den ingenieur vanavond
om zes uur. Nog iets?"
Frundsberg stak een sigaret aan. Dr. Volkers
deed de papieren weer in zijn tasch. Hij had ver
der niets voor den chef. Van het vele, dat dage
lijks nog. tot hem, den secretaris, doordrong, wa
ren er slechts weinige gedachten, brieven en men
schen, die tot de hoogste en laatste instantie wer
den toegelaten. Iemand had eens uit ergernis, om
dat hij ook niet door het cordon had weten door
te dringen, gezegd: Dr. Volkers en zijn twintig se
cretarissen en secretaressen hebben altijd zulke
kleverige vingers, dat alles daaraan blijft hangen.
Met een lichte buiging wilde Volkers de kamer
verlaten, toen Frundsberg hem nog iets nariep:
„Ik ga morgen naar Weenen".
Volkex-s maakte nog een tweede lichte buiging
en ti*ok de deur dicht. De gladde trekken van ®3a
gezicht, de oogen, die schuil gingen achter de uiU'
bril, verrieden niets, absoluut niets.
1 XW.ordt yeryojgdg/