EEN FEESTELIJKE TRACTATIE. Strijd om Atlantis Willy Reese De brandweerlieden, die in barre koude den strijd moesten aan binden tegen het vuur, dat een der gebouwen op Coney Island te New York verwoestte, hadden het hard te verantwoorden. Het bluschwater bevroor letterlijk onder hun handen De heer S. W. de Jong is met in gang van 1 Februari a.s. benoemd tot burgemeester van Bolsward Man en paard zijn goede kameraden, vooral in oorlogstijd. Fransche cavaleristen rusten uit in gezelschap van hun trouwe viervoeters, die hun meesters reeds zoovele diensten bewezen Generaal Jouart heeft te Parijs het Spaansche militaire Grootkruis van ver dienste ontvangen uit handen van den gezant Het spoorwegongeluk nabij Weert veroorzaakte ernstige materieele schade, terwijl het treinverkeer belangrijk gestagneerd werd. Hierboven de situatie op de plaats des onheils, waarbij de hoofdleider J. Ots uit Heerlen om het leven kwam Mr. F. van Lanschot, de burgemeester van den Bosch, kwam zijn collega te St. Oedenrode, jhr. H. L. J. M. van Rijckevorsel van Kessel, die» Donderdan ziin zilveren ambtsjubileum vierde, aelukwenschen Ier gelegen heid van het 40-jarig bestaan derVereeniging voor Vrouwe lijke Studenten te Leiden heeft de lustrum commissie Don derdag aan alle hofjes en wees huizen der stad laarten doen bezorgen Een aantal opvarenden van het Noorsche s s. «Biarritz", dat op de Noordzee op een mijn liep, werd Woensdag door een ander Noorsch schip, de „Borgholm" te IJmuiden aan land gebracht. De geredden werden in een hotel onthaald op verkwikkende dranken door 9 HOOFDSTUK VIL Herbert Wallner zweeg. Met zijn zakdoek wisch- te bij zich het voorhoofd af. Hjj haalde diep adem, waardoor een eind kwam aan de spanning, die terwijl hij sprak, in elke spier van zijn gezicht had gelegen. Hij voelde een weldadige verslap ping, nu de spanning voorbij was. Vijf en dertig minuten had hij gesproken. Zeer levendig. Hart stochtelijk opgewonden. Vóór hem lagen groote teekeningen uitgespreid. Een wirwar van lijnen, bogen, cirkels en hoeken. Latijnsche en Arabische Cijfers, groen, rood, blauw en zwart dansten op de kriskras geteekende lijnen als koorddansers. Het geheele A B C en de teekens van het Griek- sche Alphabet van alpha tot omega voerden be wonderenswaardige acrobatische toeren uit aan de lijnen op de teekeningen. Vijf en dertig minuten lang had Herbert Wallner al die teekens en getalllen laten springen en dansen en salto's laten volbrengen. Frundsberg, die zelf een meester in de lamst 'der getallen was, had zich sterk moeten concen- treeren om den ingenieur te kunnen volgen in zijn utopisch ideeënrijk en de daaruit voortkomende for mules en oplossingen aan een zakelijk onderzoek te kunnen onderwerpen. De laatste woorden van Wallner hadden heesch door de kamer geklonken. In de aschbak lagen twee sigaren. Frundsberg stond op en liep eenige minuten lang in de kamer op en neer. Het bleef gedurende dien tijd doodstil. Voor Herbert Wallner had die stilte iets onheilspellends. Uit haar toch zou het woord voortkomen, dat over zijn eigen lot zou be slissen, het woord, dat zou maken dat zijn werk geboren werd of vernietigd. Pijnlijke minuten. Eindelooze minuten. Maar ook zij moesten ten slotte in den tijd verzinken. „Kimt U dadelijk vertrekken morgen vroeg?" Daar was het woord. Als naar een kostbaren edelsteen, zoo greep Wallner ernaar. Hij moest al zijn krachten inspannen om kalm te blijven. „U kunt geheel over mij beschikken, mijnheer de Directeur." „We zullen zien. U hebt zich tot ons werk in Duisburg gewend, om een betrekking als ingeni eur. Intusschen heb ik van de andere zijde toe vallig van Uw plannen gehoord mgn secreta ris heeft U dat reeds verteld. In ieder geval wil ik U de gelegenheid geven, uw idee aan de prak tijk te toetsen. Onze laboratoria in Duisburg zul len daarvoor een geschikte plaats zijn. De verdere bijzonderheden kunt U met mft'rr secretaris bespre ken." Wallner had reeds een paar woorden van dank gereed, maar hij kwam er niet meer toe, ze uit te spreken. Dr. Volkers was reeds binnengetreden, om den chef van den bezoeker te bevrijden, nadat de belangrijke zaken waren besproken. Wat nog restte, was voor hem, Volkers. Waarom heeft zij gelogen? Deze vraag hield Frundsberg bezig, toen Wallner was vertrokken. Waarschijnlijk heeft ze gedacht, dat ik me voor een broer wel, maar voor een verloofde niet zou interresseeren. Misschien had ik het ook niet ge daan, als niet de man een zeer belangrijke factor in een groot rekenprobleem was. Jammer voor liaar nu zal deze ingenieur van haar maken, wat ik juist verhinderen wilde, dat zij werd een humeurig luxe-vrouwtje. Dus morgen gaan we naar Weenen", zei hg hardop en er lag een bit tere ironie in de wijze, waarop hg dit zeide. HOOFDSTUK VHI. Herbert Wallner sprong snel op de bus, die j juist langs het trottoir van de Leipziger Strasse stopte. „Gelukkig, dat tref ik!" Herbert had vlug nog eenige dingen kunnen re gelen. Nu wilde hij naar huis. Intusschen zou ook Li thuis komen. Wat zou ook zij blij zijn, dat hij reeds morgen kon vertrekken. Er zou echter dien avond nog allerlei te doen zjjn. Li moest zijn kof fers pakken, dat kon zij beter dan hij. En zijn klee- ren moesten nog nagezien worden, misschien wilde mevrouw Orgelmans zijn pakken wel oppersen. Van tijd tot tijd greep Wallner naar de plaats, waar zijn portefeuille zat. Het was een splinter nieuwe portefeuille, zoo juist gekocht. En daarin zaten vijfhonderd mark voorschot. Je was toch een heel ander mensch, als je geld in je zak had. Hij zou ook aan Li twintig mark geven, om iets te koopen. Plotseling zag hij Alma voor zich uit loopen. „Hallo, Alma, waar kom jg vandaan?" „Ik heb een paar bondschappen gedaan. En jg?" „Ik kom van den groot-industrieel Frundsberg. Mijn zaak is in orde. Morgen vroeg verlaat ik Ber lijn". „Zoo gauw al?" Wallner hoorde de teleurstelling In Kaar stem niet. Misschien lag de schuld ook wel bg den motor van de bus, die juist langs reed. „Ja, morgen, eindelijk ls het zoo ver". „Weet Li het al?" „Dat ik morgen al vertrek, n&en, dat weet ze nog niet". „Wat zal ze er wel van zeggen?" „Och, wat moet zij er van zeggen? Ze zal toch wel blij zijn, dat ik nu bereikt heb wat ik altijd heb gewild". Alma keek langs Wallner heen. „Natuurlijk zal ze ook big zgn". „Stom ben ik geweest, dat ik me niet veel eer der tot dien Frundsberg gewend heb. Hij heeft me dadelijk laten komen, omdat hij heel toevallig van mgn plannen gehoord had". „Ja, heel toevallig", herhaalde Alma, meer In zichzelf en de motoren in de straat slokten ook deze woorden op. „Nu,Alma, we moeten afscheid nemen". Alma zei slechts „ja" en haar blik gleed weer ergens naar de verte naar een onverschillig ding, waar hij kon blijven rusten aan een venster, een reclamebord, een kiosk. Dan vroeg zij nog: „Zul je nog eens aan me denken?" en trachtte te glim lachen, Herbert Wallner begreep het lachje verkeerd en lachte ook. „Ik denk, dat ik even weinig tgd zal hebben om aan jou, als jg zult hebben, om aan mg te den ken. Maar nu en dan zullen de sportuitslagen me aan je herinneren". Het lachje om Alma's lippen bleef nog een oogen- blik. Ze dwong het. er te blgven. „Het is te hopen, dat je dan tenminste nog tijd zult hebben om de sportuitslagen te lezen". „Je hebt gelgk, Alma, ook daarvoor zal er mis schien niet altijd gelegenheid overblijven". „Dan zal het zeker ook wel onmogelijk zijn dat we elkaar In de eerstvolgende maanden nog eens weerzien". „Dat is nog niet gezegd. Over twee weken heb ben de groote zwemwedstrijden plaats. Die zou ik wel bg willen wonen. Ik moet toch eens zien, of je de 2 ya salto van de tien-meter-toren kunt ma ken en of je met dien sprong het kampioenschap voor dames in het schoon springen wint. Dat zou ik fijn vinden." Alma's gezicht klaarde een beetje op. Haar oogen kregen zelfs een beetje glans en haar har de blik kwam weer naderbij, zocht hem. Toen had hij reeds haar hand gegrepen, hield die met ste vige druk vast. „Dag Alma, het ga je goed. en oefen maar vlijtig, dat je kampioene wordt." Toen was hg verdwenen, haastig, levendig, zoo als Alma hem in lang niet gezien had. Ze bleef nog geruimen tijd staan om hem na te zien. Hij keek echter niet meer om. Ze voelde nog den stevigen druk van zijn hand en ze nam dien mee iraar het stadion, waar ze ging oefenen. Alma was eigenlijk heelemaal niet meer van plan geweest* om dien avond nog te oefenen. Maar. nu had Her- bert gezegd, dat hij het prettig zou vinden, als zij het kampioenschap in het schoonspringen won. En hij zou komen kijken. Veertig minuten later stond Alma op den tien meter-toren. Een sprong. Ze voelde, dat de sprong goed was geweest, trok de knieën tegen haar borst en draaide zich om, terwijl zij viel. Na twee en een halve salto hoorde zij het commando van de trainster: strekken! Dadelijk strekte zg het lichaam, schoot als een pijl in het water, dat nau welijks opspatte en dook nog drie meter. En ter wijl zij met lange slagen weer naar de oppervlak te kwam, werd het haar tot een angstwekkend» zekerheid zij hield van Herbert. Nauwelijks was zij weer opgedoken, of de train ster en een paar sportvrienden rukten haar uit haar gedachten. „Bravo Alme dat was een uitstekende sprong." HOOFDSTUK IX. Herbert had zich niet eens den tijd gegund Li goedendag te zeggen, maar schudde al dadelijk een menigte 'voorden over haar uit als papier snippers uit e it. prullemand „Dag Li, daar ben ik je kunt me felicitee- ren morgen vroeg vertrek ik alles in orde. Geld heb ik ook je moet dadelijk mijn koffers pakken mijn kleeren moeten nog even worden nagezien ja, die Frundsberg is een prachtkerel, die heeft direct ingezien wat er in mijn plannen zit mijn pakken moeten ook opgeperst wor den, misschien wil Mevrouw Orgelmans dat wel doen zeg eens, meisje, ben je dan heelemaal niet blij? maar nu wil ik graag eerst wat eten. ik heb een reuze honger. Gelukkig, nu kunnen we weer eens eten, wat we lekker vinden, en behoe ven we niet altijd iedere cent om te draaien jg bent natuurlijk ook blij, dat je niet meer voor me hoeft te zorgen, niet waar?" IWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 10