Geen juridische verplichting aan den oorlog deel te nemen Jiiaistec aan JCCeffens: der neutralen om 7ledeiCcuid luenscfit vieutwat te frCifoen^ WKUB Minister Van Kleffens heeft vandaag bij de behandeling van de begrooting van buitenland- sche zaken in de Eerste Kamer een rede ge houden over het buitenlandsch beleid der re geering. Over de betrekkingen met België zeide hij, dat een wederkeerige gezindheid van werkelijke goede nabuurschap niet anders dan een heilzame uit werking kan hebben op de gaandeweg zoozeer verbeterde, en heden ten dage uitstekende be trekkingen met België. Dat deze verheugende verhouding allengs op geheel natuurlijke wijze is gegrond, komt de positie van elk der beide Koninkrijken ten goede. De beide landen kun nen elkaar op velerlei gebied behulpzaam zijn., niet het minst op economisch gebied. Het is meer dan ooit de wensch van beide regeeringen het onderling handelsverkeer zoo hoog mogelijk op te voeren. Als is het waar, dat de belang hebbenden geneigd zijn een eenzijdig standpunt in te nemen, mag toch met vreugde worden ge constateerd, dat b.v. de geest waarin de bespre kingen worden gevoerd van de Nederlandsch- Belgische havencommissie, van breeder ge zichtskring een verheugend getuigenis aflegt. Die commissie zet haar arbeid voort. Sprekende over de Novembercrisis zeide de minister dat de Kamer geen terugblik van hem zal verwachten. De minister hoopt, dat men één les uit hetgeen toen voorviel zal hebben getrok ken en dat is deze, dat de regeering op een ge geven oogenblik aanleiding kan vinden tot een intensiveering van militaire maatregelen, welke naderhand weer ongedaan kunnen worden ge maakt, doch van welke het niettemin tevoren niet verantwoord zou zijn, die maatregelen na te laten. Zoo is het ook de vorige week gegaan, hl zoo'n geval kunnen de motieven niet altijd worden blootgelegd, doch het Nederlandsche volk mag eenerzijds vertrouwen hebben, dat-bui tengewone maatregelen in verband met 's lands defensie noch lichtvaardig, noch zonder reden werden genomen, en is anderzijds kloekmoedig genoeg om daardoor niet in een paniekstemming te geraken. De handhaving van de neutraliteit. Aangaande de handhaving van onze neutrali teit is het mij, aldus de minister, een buitenge woon groot voorrecht, te mogen vaststellen dat het Nederlandsche volk in overgroote meerder heid achter de regeering staat. Sedert het begin van November is nog niet over gegaan tot publicatie van een tweede Oranje- boek. Zoodra daarvoor voldoende stof aanwezig is. zal zulk een nieuwe uitgave van officieele be scheiden het licht zien. Ik vertrouw, aldus de minister, dat daaruit opnieuw de indruk zal worden verkregen dat de regeering actief is gebleven bij de verdediging van 's lands belangen, en ik kan reeds thans verklaren dat zij daarbij zelfstandig haar ge dragslijn heeft bepaald, uitgaande van die een voudige en klare beginselen, welke de ervaring ons heeft doen kennen als in elk opzicht de beste voor een land met de unieke ligging -an het onze. Deze laatste woorden uitsprekende heb ik het oog zoowel op Nederland als op ons overzeesche gebied. Tegenover elke schending van onze onzij digheid wordt opgetreden in strikte overeen stemming met de eischen van het volkenrecht. Door hen die ons, door eigenbelang gedreven, van het tegendeel betichten zullen wij ons niet in de war en van den rechten weg af laten brengen. Zelfs gaat de regeering zoover dat zij, zoodra zij- kennis krijgt van voornemens van oorlogvoerende regeeringen welke haar strijdig voorkomen met 's lands rechten of wettige be langen, niet nalaat terstond een waarschuwend geluid te doen hooren, opdat haar naderhand niet kan worden verweten, niet tijdig bezwaren te hebben voorgedragen. Zoo is met name ge schied toen de Britsche en Fransche regeeringen nadat de Duitsche oorlogsmethoden ter zee helaas ook reeds vele Nederlandsche levens had den gekost overgingen tot représailles die, be halve him tegenstander, in ernstige mate Neder landsche belangen moesten deren, en die de Nederlandsche regeering voorkwamen volken rechtelijk ontoelaatbaar te zijn. Naar beide zij den wordt getracht zoo zuiver mogelijk den koers te zeilen die onze huidige volkenrechtelijke po sitie voorschrijft. Nederland vervult, naar het de regeering voorkomt, in de tegenwoordige omstandig heden en voorzoover het ons gegeven is vooruit te zien (want wij verheffen de on zijdigheid niet tot een voor alle omstandig heden geldend volstrekt postulaat) door on zijdig te zijn de taak die het tegenover zich zelf heeft te vervullen, wat mede een Euro- peesch belang van de allereerste orde is. Dat België een overeenkomstige houding aan neemt, kan tot groote voldoening strekken. Een uitbreiding van den oorlog tot onze landen zou tien oorlog slechts compliceeren, want nooit zal eenige groote Europeesche mogendheid in deze streken kunnen dulden dat Nederland of Bel gië in de handen van den tegenstander geraakt. Daarom is het aan ons om, als het kan, buiten den strijd te blijven. Eén ding is echter wel te verstaan: wie de wapenen tegen ons opneemt, stuit op onze wapenen. Het verheugt mij, deze gelegenheid te hebben om dat nog eens duidelijk te zeggen met het oog op die sirenen van weerszijden die, nu eens grof en maar al te doorzichtig, dan weer met behulp van schoonschijnende of van even ingewikkelde als onlogische redeneeringen, ons langs rechtstreeksche haan of langs een omweg willen drijven in den oorlog, niet omdat het heil van Neder land of van België hun zoozeer ter harte gaat, maar omdat zij denken dat hun eigen ware- of vermeende belangen gediend zou den zijn met het betrekken aan hun zijde natuurlijk van de lage landen in den krijg. Aan Britsche zijde is dezer dagen zelfs een en kele stem. opgegaan die een juridische verplich ting van de neutralen poneert tot deelneming aan den oorlog: als lid van den Volkenbond zou den wij daartoe gehouden zijn. Ik acht het niet noodig, gelet ook op een van hooggeachte zijde ingezonden stuk in het „Va derland" van gisterenochtend, hier meer te doen dan het bestaan voor Nederland van een rechts plicht of een moreele plicht tot deelneming aan den oorlog scherp te ontkennen. Wij hebben ervoor gezorgd, vrij te staan en, van die vrijheid gebi'uik makend, hou den wij vol dat, zooals nog onlangs profes sor Telders, en voor hem mannen als Struy- ctoen en Van Karnebeek hebben uiteengezet, en zooals het in rustiger tijden met name ook in het buitenland door bevoegde staats lieden steeds is begrepen, onze weloverwo gen taak is; eigen erf in eigen hand; geen aansluiting bij anderen, Dat is een positieve houding, en positieve politiek en het voeren van die politiek is bovendien nog ons goed recht. Ik wil mij niet overgeven aan het leveren van vele citaten van gezaghebbende schrijvers in binnen- en buitenland om die te adstrueeren, wat overigens een eenvoudige zaak is, en ik vol sta er daarom mede, in herinnering te brengen wat Struycken in kernachtige woorden schreef: Hét maxime der geschiedkundige ontwikke ling: Nederland zelfstandig, niet dienstbaar aan welke vreemde politiek ook, de grondidee van de actieve politiek der vaderen, is zoo ook in zijn huidigen vorm: die der politieke afzijdigheid, het juiste richtsnoer gebleken". Dat is „een maxi me die geen staat" en dus ook Nederland zelf niet „straffeloos kan voorbijzien of overtre den". Laten wij, wanneer anderer verleiding of eigen sentiment ons mocht willen verlokken anders te handelen, dien wijzen raad nooit ver geten. In tijden als deze moeten wij allen ons welbewust er toe zetten, politiek te denken. Dat eischt de toekomst van ons land als onafhanke lijke staat, en wij hebben noch tegenover ons zelf noch tegenover onze nazaten noch te genover Europa, het recht anders te doen. Bevoorrading van Nederland De moeilijke onderhandelingen betreffende de bevoorrading van Nederland hebben nog niet tot overeenstemming geleid. De rechten en wen- schen dei* oorlogvoerenden en de aanspraken en verlangens der onzijdigen staan op dit gebied tegenover elkaar. Ik geloof niet, dat het in het belang der zaak zou zijn indien ik op dit oogen blik dieper op deze voor ons land niet alleen in economisch- doch uiteindelijk ook in sociaal op zicht zoo uiterst belangrijke aangelegenheid die per inging. Slechts wil ik opmerken dat de re geering niet den indruk heeft dat wij, ondanks onze moeilijke ligging en het feit, dat wij een betrekkelijk groote koopvaardijvloot bezitten, t. a. v. deze onderhandelingen in een slechtere po sitie verkeeren dan andere landen. Indien de ontwikkeling van zaken mij de over tuiging mocht geven, dat instelling van een or gaan overeenstemmend met het in 1919 opge richte bureau voor zeeoorlogsschade wenschelijk en verantwoord zou zijn, zal ik gaarne het mijne doen om tot die oprichting te geraken. Voorals nog is de omvang der zaken echter niet van dien aard dat de stichting van zulk een instantie mij gerechtvaardigd of wenschelijk zou voorkomen. Volkenbond. De minister behandelde daarna het lidmaat schap van Nederland van den Volkenbond. Hij achtte het onjuist den volkenbond voor te stel len als een organisatie, waarin Frankrijk en Engeland het voor het zeggen zouden hebben, maar hij wenschte vast te stellen, dat op den duur bestendiging van het lidmaatschap van een volkenbond met polit-ieken inslag dien zeker het Geneefsche instituut, ondanks alles nog steeds heeft gehouden onmogelijk zal wor den, indien het eenzijdig karakter van den bond. waarop ik zooeven doelde, zou blijven gehand haafd. Een andere vraag is echter; is waarschijnlijk het oogenblik wel aangebroken, waarop de klei nere staten, die in het conflict tusschen Frank rijk en Groot-Brittannië eenerzijds en Duitschland anderzijds neutraal wenschen te blijven, den Volkenbond moeten verlaten? Deze vraag hebben de kleinere Europeesche staten, waaronder Nederland, ontkennend be antwoord. Een land als Nederland, dat in den Volkenbond heeft begroet een grootsche poging om te geraken tot die organiseering van de sta tengemeenschap, die naar onze vaste overtuiging de eenige weg kan zijn waarlangs de menschheid tenslotte tot een vreedzame internationale sa menleving kan komen, werkt niet lichtvaardig to: den val van den Bond mede. door, indien de re sultaten voorshands teleurstellend zijn, den bond te verlaten. Zoolang er nog hoop bestaat, dat tenslotte na een periode van ontwrichting en van storm, de organisatie zij het in gewijzig- den vorm toch nog tot krachtig leven zal kun nen uitgroeien, zullen de kleine staten dezen Volkenbond trouw blijven. Eerst dan, wanneer zij alle hoop op deze ontwikkeling zouden moeten opgeven, zou voor hen het oogenblik zijn om zich uit dezen Volkenbond terug te trekken. Die positie achten zij thans echter niet aan wezig en het verloop van de jongste Volken bondsvergadering heeft hen zeker niet van de onjuistheid dezer zinswijze overtuigd. Daar toch is wel duidelijk de eerbiediging van de zelfstan digheid der kleine naties gebleken. Daar is wel duidelijk aan den dag gekomen de onjuistheid van de bewering dat de Volkenbond door twee oorlogvoerende mogendheden wordt beheerscht Het was zeker niet de wensch dezer beide mo gendheden, die tot het bijeenroepen van deze vergadering heeft geleid. Het is wel ten eenenmale onbegrijpelijk hoe men zou kunnen volhouden, dat de staten, die lid van den Volkenbond blijven, in den strijd tus schen Duitschland eenerzijds, en Engeland en Frankrijk anderzijds, hun neutraliteit zouden hebben prijsgegeven. De loop van zaken op de jongste Volkenbondsvergadering heeft, naar mijn overtuiging, ten duidelijkste aangetoond, dat voorspellingen omtrent gevaren, welke voor de neutraliteit der kleine staten uit de bestendi ging van hun Volkenbondslidmaatschap zouden voortvloeien, mede door de voorzorgen, door deze staten gedurende de laatste jaren ten aanzien van hun Volkenbondspolitiek genomen, niet in vervulling zijn gegaan, en dat er met name geen gevaar bestaat dat de oorlog in Finland en de oorlog in West-Europa door middel van den Vol kenbond aan elkaar zullen worden gekoppeld. De Volkenbond kan de neutraliteit in het conflict tusschen Duitschland en Engeland en Frankrijk niet, gelijk beweerd is „ondermijnen", omdat de Volkenbond zich buiten dit conflict houdt. De resolutie van de Volkenbondsvergadering wekt de staten, die daartoe in de gelegenheid zijn, op tot materieelen en humanitairen steun aan Finland, als slachtoffer eener agressie van de zijde van Sovjet-Rusland. Wie beweert dat zij een verdere strekking heeft, spreekt onwaar heid. De kleine staten zullen aan de resolutie geen toepassing geven, die de grenzen harer strekking overschrijdt. Nederland althans zeker niet. Voor het niet-politieke Volkenbondswerk, waarover speciaal de heer Vorrink sprak, heeft de regeering de meest mogelijke belangstelling. Herstel der internationale samenwerking De naaste toekomst, onzeker als zij is, zal mede aan ons volk menige beproeving brengen, ook dan indien de oorlog in militairen zin buiten onze grenzen blijft. Het is goed daarop te zijn voorbe reid, en te trachten den samenhang der dingen te begrijpen, opdat Nederland met oud-vaderland- sche kloekheid maatregelen neme waar het kan, en voor het overige datgene wat het zich bewust is, alleen niet te kunnen veranderen, manmoedig aanvaarde en drage. Juist in een periode van ma terieelen tegenspoed kunnen en moeten wij too- nen dat wij het levenskrachtig volk zijn, waarop ons uitzonderlijk hoog geboortecijfer en ons uit zonderlijk laag sterftecijfer wijzen, cijfers waar van het verschil zóó groot is dat wij daarin alle Europeesche groote mogendheden en de V. S. ach ter ons laten. Die vitaliteit is vóór den oorlog van 1914 wel eens in twijfel getrokken. Ook in den laatsten tijd is op onze levenskracht in het oorlogvoerend buitenland wel eens een verkeerd licht geworpen, doch en dit moge ons tot ge ruststelling strekken veelal in den vorm van begripsverwarring. Men stelde als gebrek aan rug- gegraat voor, wat niets anders was dan een open baring van het feit, dat onze kracht ter zee ge ringer is dan die van de groote mogendheden, zoo dat wij ter zee geweld slechts in bijzondere geval len met geweld kunnen keer en. Wanneer buitenlanders willen zien hoe het met de levenskracht van Nederland gesteld is, laten zij dan eens bij onze weermacht gaan kij ken, of in Indië, of laat hen bij onze padvinders te gaai gaan, of een Kaagweek maken, of een vierdaagschen afstandmarsch, of laat hen de Zuiderzeewerken bezoeken. Zoolang Nederland, dat. mits het zelfstandig is, evenals trouwens België een element van rust vormt in Europa, het vrijheidlievende, arbeidzame land is dat het altijd is geweest, sterk ook door den religieusen inslag zijner bewoners, de verscheidenheid hunner gaven, hun ondernemingszin, voc-ruitstrevenheid en ver richtingen op het gebied van wetenschap en kunst zoolang verdient het de onaantast baarheid van zijn gebied en zijn zelfstandigheid, voor welker bescherming het, zoo het moet, alles over heeft. Vertrouwen wij echter op welgefun- deerde gegeven beloften, en op het inzicht in het buitenland dat Nederland's ligging nu een maal zoodanig is, in Europa zoowel als in Azië. dat geen groote mogendheid zich kan veroor loven, ons gebied in anderer handen te zien vallen. Dat gebied is uit politiek oogipunt nu eenmaal even gewichtig als het, wat het moederland be treft, gering is van oppervlakte. In onze dagen heeft de eisch van bestaansruimte in meer dan een land de aandacht. Naar Nederland's in- ticht kan en behoort dat probleem, dat voor ons- i relf in uitzonderlijk sterke mate bestaat, met vreedzame middelen te worden opgelost vergeleken met andere staten hebben wij een buitengewoon groot bevolkingsoverschot Op ons Europeesch gebied moeten wij het buiten- and moge zich goed voorstellen wat dat be rekent per vierkante Mijl 618 menschen De overzeesche rijksdeelen beschouwen wij niettemin niet als een voor anderen gesloten gebied, integendeel zijn anderen daar welkom onder onze milde wetgeving en ons bestuur dat door bevoegde beoordeelaars in den vreem de aan anderen tot voorbeeld wordt gesteld. Hopen wij, dat tegenover die open deur de poor ten bij anderen zich weldra opnieuw zullen ope nen. Wij moeten varen, wij moeten handeldrij ven, wij moeten anderen diensten bewijzen, anders kan ons volk niet bestaan. De landen die thans, om den tegenstander te treffen on zen handel beperkingen opieggen. mogen dat niet voorbijzien. In de ultraprotectionistische en verarmende wereld die wij thans kennen, moe ten wij in de naaste toekomst, dat feit hebben wij eenvoudig te aanvaarden, of wij willen of niet, op een vermindering van onzen levensstan daard zijn voorbereid. Hopen wij echter dat ge zond inzicht en verstandig beleid, wellicht door nood gedreven, weldra een reactie in die wereld zullen teweeg brengen, opdat de barrières worden afgebroken, die ook ons volk zoozeer benauwen. Daartoe is echter in de eerste plaats noodig begrip voor elkanders moeilijkheden. Hoe het niet moet, al ware het slechts omdat het op den duur zoo niet kan, heeft de liquidatie van den vorigen oorlog getoond. In den trant van het „Weener Congres". Sprekende over de jaren na 1918 zeide de minister: Het gebrek aan begrip voor hetgeen in het belang van Europa ten aanzien van Duitschland had moeten en kunnen geschieden, moest bij elke natie en zeker bij een volk van die grootte, een krachtdadige reactie wekken. Overwegingen der overwinnaars hoe begrijpelijk op zichzelf, van hun standpunt gezien omtrent de schuld aan den oorlog van 1914 hebben het gewonnen van wijsheid in den trant van het „Weener Con gres", tot aller ongeluk. En zoo is het dan ook dat, wat in 1919 geschied is, reeds twintig jaren later was uitgedelgd, helaas mede (althans op dit oogenblik) ten koste van natiën, die zich ver heugden in nauwelijks herwonnen vrijheid, van door den uitgebroken oorlog benarde staten, die aan de regeling van Versailles en wat daarop volgde part nog deel hadden en van tallooze on schuldige particulieren, in de eerste plaats in de overweldigde landen. Mag men zich niet afvragen, of het nu eindelijk geen tijd is geworden voor een juiste en verstandige regeling der zaken van Euro pa? Men zegt ons dat de tijd voor vrede nog niet is gekomen. Maar wat baat doorvechten indien het, te eener- zoo goed als ter andere zijde, tegenstanders betreft die men, wegens hun grootte, op den duur niet vernietigen kan, ook al wilde men het en achtte men dat niet ontoelaatbaar? Zulke woorden mogen, dunkt mij, in dezen tijd wel eens gezegd worden op een plaats als deze, in een neutraal land dat geen eigen gewin be oogt, en noch West- noch Midden-Europa zou willen zien ondergaan in verarming en Bolsje wisme. Ik zou de vraag willen stellen: hoe ver krijgt men betere waarborgen dan door zich om de tafel te scharen en, op grondslagen van wer kelijkheid en rechtvaardigheid, met wederkee rige inachtneming van den eerbied die men aan andere volken verschuldigd is, een regeling tot stand te brengen die wegens haar intrinsieke waarde de belofte in zich houdt dat zij den vrede voor zeer geruimen tijd verzekert? Er is dat zeg ik met grooten nadruk niet gebleken dat zulk een resultaat onbereikbaar is. Het zijn dergelijke vragen, waarop 1940 ons wellicht het antwoord zal brengen. Moge dat ant woord overeenkomen met datgene wat in mil- lioenen harten leeft, ook, ja wellicht in de eerste plaats, bij de oorlogvoerenden. Dat Europa kan vechten heeft het in den loop der eeuwen meer dan genoeg getoond. Dat het echter het eigen continent kan ordenen op een zoodanige wijze dat het zijn bijdragen tot de beschaving zal kun nen blijven, leveren, dat moet het nog bewijzen. Kan Nederland ertoe bijdragen dat men ttft over leg komt, dan gaarne. Gevaren van lichtvaardig gepraat. Een punt van groot belang, waaraan ik gaarne nog enkele oogenblikken zou willen wijden schijnt mij de hoogst lichtvaardige wijze, waarop men hier en daa,r en in niet mindere mate elders gaandeweg welhaast gewoon dreigt te worden te spreken over Invallen van buiten- landsche legers in onzijdige landen. Men spreekt daarover, niet slechts in oorlogvoerende-, maar evengoed in neutrale landen, alsof een dergelijke inval min of meer ware een zaak van opportu niteit, van toevallig inzicht aangaande oogen- blikkelijk krijgsbelang; alsof over neutraal ge bied, vooral indien het kleinere staten geldt, elk oogenblik zou kunnen worden beschikt om met betere kans den tegenstander te lijf te gaan. Het komt mij voor, dat het tijd is, daartegen eens krachtig te waarschuwen. Want al dat onver schillig gepraat van „morgen kan dit of dat onzijdig land worden binnengevallen", als ware dat de natuurlijkste zaak ter wereld, stompt op den duur de openbare meening af voor het ver achtelijke, het monsterlijke, dat in zulk een handelwijze, had zij inderdaad plaats, zou zijn gelegen. En wat in het bijzonder de bevolking der oorlogvoerende landen betreft, stompt dat gepraat bovendien haar gevoel af voor l. bedenkelijke, het gevaarlijke dat zulk befljC voor haarzelve ople/ert. Indien de bij allen, volken zoowel als duen, aanwezige moraal geweld wordt aange^ dan is dat geen zaak van ondergeschikt bely. waarover wie ook zjch kan veroorloven metjjj verschilligheid gelatenheid of lichtvaardigheid spreken of te schrijven, maar dan komt allerlei? beweging, dat een beslissenden invloèd kan ben op den loop van zaken. En daar komt nog u bij. In alle oorlogvoerende landen wordt de wa* beid belicht door het prisma der propaganda. nog nooit is zelfs de meest geraffineerde pro£ ganda er in geslaagd in hoofdzaken, zooals waarop ik thans doel, de waarheid door een campagne of anderszins zóó te verteekenen, dat- onherkenbaar wordt. Bovendien, wat geeft ons of anderen het re* met een even bedenkelijke als onverantwoord lijke oppervlakkigheid den belligerenten bedoek gen aan'te wrijven, die zoo zeer in strijd zijn. elementaire eischen en behoeften van de inter»- tïonale gemeenschap, waartoe zij zelf van nafct behooren? Spreker besloot: Voor eerbied voor élkande erf, ook in de samenleving der staten, zal Ned?, land altijd bereid zijn op te komen op alle wij^ die met onze positie strooken. Zelf handelt Ned^ land naar den regel dat het op de juiste wijze t leven, anderen niet wil deren en ieder het zijne y; geven. Blijven wij ook in dit opzicht paraat en i ten wij ons niet op sleeptouw nemen door dj. waan van den dag. De vrouw van den lantaarnopsteker vond het al evenmin goed, dat haar man voor acrobaat speelde. Toen de motor haar voorbij stoof, greep zjj naar het onderste gedeelte van de ladder. Ook zij werd mee getrokken en't was net of zij op de schouders van haar man met de vrouw r_ yan den drogist aan het wippen was. Het angstzweet brak Dinges uitIn de verte stond een groep met stokken ge wapende mannen. Die wilde den dollen rit stuiten. Eén lïunner haakte met z'n stok in de ladder, toen de motor voorbij reed en nog vóór de anderen konden helpen, zat hun collega al boven op 't hoofd van den lantaarnopsteker. Dinges wist niet waar hjj heen ging. Hij gooide het stuur links- en rechtsom. Reed dan weer een stukje recht uit. Zóó nader de hij het marktplein, waar alles in vollen gang was. Twee paardenkooners waren druk bezig op handslag te koop en. Dinges reed recht op hen aan en in een wip zaten ze boven op 't voorwiel. 482ste STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 5de klasse, 8ste lijst Trekking van Donderd g Januari 1940 Hooge Prijzen 1000.— 1306 4871 6028 7617 10745 17446 400.— 15886 20022 200.— 9411 12088 12482 13105 13521 100.— 2745 8263 10661 17817 18925 20124 Prijzen van f 70. 1041 1224 1225 1252 1313 1326 1448 1481 1539 1565 1704 1802 1829 1876 1883 2035 2062 2119 2121 2241 2244 2447 2646 2712 2782 2825 2938 2997 3015 3028 3052 3063 3071 3112 3278 3418 3449 3497 3614 3653 3769 4092 4390 4491 4613 4625 4794 4821 4892 5106 5140 5640 5643 5758 5877 5915 5942 6072 6167 6275 6295 6303 6376 6426 6454 6550 6666 6693 6719 6765 6872 6911 7086 7171 7463 7700 7T79 7783 7810 7896 8170 8190 8198 8418 8511 8614 8619 8682 8796 8802 9053 9267 9376 9419 9509 9566 9590 9673 9804 9810 9943 9992 1000} 10147 10183 10278 10304 10362 10418 10427 10466 10551 10645 10713 10815 10833 10860 10898 11045 11158 11182 11201 11205 11307 11320 11398 11558 11913 12057 12101 12259 12262 12310 12338 12510 12655 12799 12930 13063 13109 13211 13214 13322 13459 13470 13491 13513 13573 13737 13849 13861 14147 14189 14333 14342 14391 14402 14563 14572 14612 14615 14897 15087 15136 15219 15249 15267 15281 15400 15605 15639 15750 15810 15980 15983 16028 16079 16100 16124 16254 16359 16431 16517 16594 16750 16758 16843 17057 17141 17223 17252 17297 17393 17440 17596 17713 17825 17863 17996 18105 18289 18344 18453 18507 18518 18561 18637 18646 18648 18658 19127 19223 19257 18287 19298 19487 19655 19712 19753 19866 19912 20237 20359 20407 20494 20690 20715 20923 20955 21014 21213 21363 21451 21454 21505 21769 21780 21979 Nieten 1013 1023 1097 1100 1110 1149 1164 1193 1213 1217 1224 1243 1347 1269 1277 1283 1318 1347 1364 1385 1397 1399 1406 1416 1444 1484 1485 1529 1552 1572 1592 1597 1794 1796 1826 1852 1896 1905 1955 2024 2044 2091 2188 2239 2271 2328 2343 2443 2530 2633 2634 2647 2663 2682 2692 2695 2701 2776 2785 2832 2833 2847 2869 2884 2963 2987 3012 3022 3024 3037 3048 3111 3131 3136 3178 3186 3228 3259 3284 3286 3354 3424 3432 3460 3477 3514 3552 3554 3593 3637 3648 3649 3716 3731 3770 3778 3793 3904 3971 3997 4009 4051 4077 4097 4115 4128 4140 4180 4192 4197 4228 4259 4277 4364 4462 4473 4508 4528 4543 4551 4560 4580 4637 4646 464S 4652 4702 4853 4899 4929 4939 4956 4967 4981 4983 5002 5007 5050 5053 5072 5111 5211 5226 5341 5450 5462 5481 5562 5572 5578 5584 5603 5610 5625 5682 5686 5693 5696 5698 5733 5796 5820 5859 5908 5914 6025 6046 6053 6063 6070 6086 6092 6131 6240 6245 6270 6338 6361 6371 6379 6534 6561 6596 6368 6712 6718 6746 6814 6823 6839 6864 6868 6880 6915 6942 6953 7054 7058 7102 7114 7150 7230 7276 7290 7311 7361 7413 7484 7549 7570 7589 7604 7655 7725 7747 7768 7777 7788 7804 7807 7828 7831 7849 7854 7929 7935 7964 7987 8069 8107 8143 8150 8167 8187 8217 8222 8247 8335 8354 8374 8515 8524 8541 8566 8586 8610 8659 8671 8689 8701 8760 8773 8776 8831 8851 8878 8931 8971 8983 9009 9010 9038 9114 9129 9205 9249 9317 9324 9334 9359 9385 9390 9484 9547 9577 9579 9584 9597 9600 9751 9806 9864 9915 0974 10012 10044 10057 10105 10119 10144 10145 10179 10188 10189 10192 10193 10203 10226 10227 10241 10260 10316 10327 10355 10491 10513 10524 10556 10567 10615 10684 10694 10758 10769 10778 10795 10800 10830 10851 10857 10965 11022 11025 11064 11080 11124 11175 11176 11231 11235 11267 11280 11344 11351 11356 11367 11368 11403 11471 11543 11570 11618 11623 11626 11702 11741 11744 11748 11763 11777 11800 11864 11888 11953 11978 11992 11999 12008 12035 12077 12081 12109 12146 12172 12219 12309 12321 12364 12391 12394 12405 12447 12472 124Ö4 12516 12529 12541 12561 12565 12620 12652 12673 12687 12708 12794 12857 12893 12897 12910 12957 13039 13049 13179 13191 13201 13276 13304 13318 13333 13351 13361 13404 13413 13424 13448 13451 13494 13528 13561 13568 13588 13611 13661 13678 13777 13789 13875 13897 13989 14029 14036 14057 14098 14110 14171 14260 14307 14324 14325 14326 14350 14449 14460 14492 14537 14640 14671 14673 14678 14686 14701 14727 14731 14880 14881 14889 14932 14940 14941 14944 14947 14956 14960 15046 15255 15277 15324 15346 15415 15469 15481 15536 15585 15618 15637 15672 15696 15703 15707 15729 15763 15769 15789 15828 15834 15839 15849 15857 15890 15930 15954 15973 16005 16046 16051 16098 16157 16181 16203 16222 16312 16442 16449 16455 16464 16487 16506 16538 16549 16562 16572 16613 16620 16680 16689 16712 16738 16844 16877 16934 16942 16966 16973 17000 17074 17078 17102 17125 17131 17213 17253 17263 17271 17275 17286 17293 17324 17349 17363 17365 17372 17427 17439 17443 17457 17546 17548 17556 17561 17646 17671 17687 17693 17711 17749 17790 17827 17836 17903 17944 17969 17979 18026 18040 18072 18077 18080 18116 18126 18164 18170 18255 18260 18309 18399 18428 18467 18491 18497 18504 18511 18552 18598 18632 18650 18656 18677 18697 18710 18712 18784 18791 18845 18849 18906 18920 18931 18945 19000 19013 19025 19031 19047 19116 19143 19197 19258 19278 19315 19324 19335 19377 19394 19413 19463 19474 19477 19513 19587 19591 19596 19602 19660 19665 19767 19829 19874 19901 19915 19969 19971 19984 20002 20027 20043 20059 20096 20142 20160 20188 20212 20241 20266 20296 20301 20311 20373 20397 20425 20440 20474 20498 20556 20618 20638 20643 20645 20706 20710 20731 20749 20751 20783 20790 20807 20819 20824 20835 20970 20976 21013 21077 21085 21114 21116 21167 21179 21218 21220 21279 21351 21391, 21400 21457 21585 21598 21616 21698 21736 21799, 21797 21799 21810 21844 21869 21893 21911 21914 21921 21939 21960 21982 21990 22000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8