£eecadkicL,
i@> d
Menu van de week
E'
Nieuwe Uitgaven.
VRTJDA'G 26 JANUARI 1940
Kwakk<
elen
Ti weekoverzichten komt het den laatsten tijd
ii eens voor, het woord kwakkelen. Dat be-
r°gkent een dag vorst, een dag dooi, een dag
«■nmber regenweer, 's avonds gladde straten en
wper voor halve week vorst, sneeuw, dan strenge
vorst en opeens weer dooi met een heeleboel nat
tigheid en een harde grond die al het water niet
ve{Skzegt dan: je weet 's avonds bij het naar
hpd gaan niet, hoe de wereld er den volgenden
morgen bij het opstaan zal uitzien, men wordt
^vervallen door bevroren waterleidingen die niet
behoorlijk voorzien waren omdat het immers
P h dooide, en de schaatsen- en sleeliefhebbers
laten hun attributen dag in, dag uit voor de
hand liggen omdat zij lederen dag weer noodig
kUMaar niet alleen de winter kwakkelt, ook onze
gezondheid kan kwakkelend zijn, nu eens een
naar dagen ziek in bed, dan weer op, daarna
schijnbaar gezond, waarop toch weer een instor-
tinkje volgt om te laten zien hóe „schijnbaar"
die gezondheid nog maar was.
Dit is een toestand die eigenlijk veel onaan
genamer is dan eens een keer echt ziek te zijn.
Wie ziek wordt, voelt zich enkele dagen ellendig,
legt dan het bijltje erbij neer en kruipt in bed,
heeft daarna weer een akelige periode om op
nieuw op gang te komen, maar daarmede is de
narigheid dan ook bekeken.
De man of vrouw met de kwakkelende gezond
heid echter leeft iedere keer weer op als het goed
schijnt te gaan, en heeft heel wat geestkracht
noodig om den moed niet te verliezen, wanneer
het daarna wéér mis blijkt te zijn. Zij verdienen
dan ook minstens evenveel van onze aandacht
en dus medeleven als een ander die een acute
ziekte moet verwerken.
Zelfs hebben de „kwakkelaars" heel wat steun
noodig in geestelijk opzicht, om zich niet te gaan
voelen als een halve kracht in het leven die
eigenlijk niet meer meetelt, maar die och oók
recht op zijn plaatsje heeft.
Hiermede zijn natuurlijk niet degenen bedoeld,
die kwakkelen aangrijpen, om de vervelende din
gen door anderen te laten opknappen, en die
weer opleven, zoodra er prettige en plezierige
dingen in het vooruitzicht zijn. Zij kwakkelen
met opzet, misschien weloverwogen om het zich
gemakkelijk te maken, misschien onbewust om
dat zij het leven niet heelemaal aandurven. Nu
wil ik niet beweren, dat zij niet beklagenswaar
dig zouden zijn, maar ons direct medeleven moet
toch sterker gericht zijn op dengene die met zijn
gezondheid sukkelt, die zoo dolgraag als een ge
woon mensch zou willen leven, maar die altijd
tegengehouden wordt door zijn gezondheid die
onbetrouwbaar is en waarmee hij steeds rekening
dient te houden.
Een kwakkelwinter, dat is een vervelend sei
zoen met veel ongemak, veel verkoudheden en
veel teleurgestelde jonge menschën omdat vorst
en sneeuw zoo kinderachtig kiekeboe spelen,
maar iemand met een kwakkelende gezondheid
moet men in zijn binnenste beklagen, en tegen
over hem moet men probeeren hem een steun te
zijn om den moeilijken tijd die vrij zeker weer
ten goede zal keeren, zoo goed mogelijk door te
komen. Want hij heeft onze steun dubbel en
dwars noodig.
E. E. J.—-P.
Zondag:
Verinicellisoep
Kalfslappen
- Snijboonen uit de bus
Rijstpudding met
abrikozensaus.
-. Maandag:
Stamppot van snij
boon en en - witte
boonen
Rookworst
Woensdag:
Spekpannekoeken,
Dinsdag:
Donderdag:
Runderribstuk
Spruitjes,
Aardappelen
Wentelteefjes.
"Vrijdag:
Gebakken bokking
Roode kool,
Aardappelen
Vanillevla met
bitterkoekjes.
Zaterdag:
Jachtschotel van
vleesch van Donderdag
Bieten
Beschuit met jam of
Saucijsjes
Savoyekool,
Aardappelen
Beschuit met bessensap
RECEPTEN.
Jachtschotel (±4 personen).
Benoodigdheden: 400 gr. koud vleesch.
groote ui, 1 K.G. gekookte aardappelen, rest
jus verdund met water, 50 gr. boter of jus vet,
(1 of 2 zure appelen).
Bereiding: Het vleesch klein snijden of malen
de gesnipperde ui in het jusvet of de boter
lichtbruin brakken. Daarna de appel ook even
bakken. In een vuurvaste schotel laag om laag
leggen: aardappelplakjes met wat noot er over
geraspt, een deel van het vleesch en een deel
van de gebakken uien en appelen. Zoo door gaan
tot de schotel gevuld is en de bovenste laag uit
plakjes aardappel bestaat. De verdunde jus
over strooien, hier en daar een stukje boter leg
gen.
De schotel uur in een tamelijk warme
oven zetten.
Hoe
we van
oud
nieuw
maken
Bijgaande teekening laat u zien, hoe u gemak
kelijk van een eenvoudig japonnetje een echt ge-
kleede jurk kunt maken.
Dit idee kan ook met succes op een avondjapon
worden toegepast.
Veel materiaal is er niet voor noodig: een paar
reepjes kant in bijpassende tint, een paar uurtjes
werk, en u zult 't zelfde jurkje nauwelijks her
kennen!
Een of andere leuke corsage zal het geheel vol-
iftoien.
Meisjes IJstrui
Weerbaarheid
Dit keer een mooie reistasch voor gevorderden.
GEZELLIG EN
PRACTISCH
Een stevige tasch met veel bergruimte is altijd
een prettig bezit, zoowel voor boodschappen doen
in de stad als wel voor op reis.
Ons model heeft van binnen een aparte zak, on
derverdeeld in vakken voor beurs, kam, enz.
Stevig varkensleer, rundleer of grof arlo is ge
schikt materiaal er voor Het wordt bovendien nog
erstevigd met artex of linnen, dat tusschen voe-
•ing en bovenleer geplakt wordt. De voering is na
turel sohapenleer. In de hengsels is een dik katoe
nen koord gewerkt en de bodem is voorzien van
een triplex-plaatje om doorzakken te voorkomen
en van kofferpermen, opdat we bij het neerzetten,
den vlechtrand niet beschadigen.
De omranding is gemaakt door omwerking met
steek II of enkelen vlechtsteek. Alle deelen worden
hiermede omgewerkt en later overhands samenge-
riemd. Dit is ook bij het hengsel toegepast.
Van steek II geef ik hierbij een duidelijke schets.
U kunt deze bovendien in elk leerboekje vinden.
Let u vooral op, dat u den steek niet te los maakt,
en oefent eerst terdege op een proeflapje (op hoe
ken maken we twee of drie steken in het hoek-
gaatje). De eerste schuine steek moet strak aan
gehaald worden, de oversteek iets losser, anders
trekt men met den tweeden steek den eersten weg.
Sluitst eek: Beginriempje 1 steek uithalen,
hiervoor in de plaats eindriempje insteken
daarna met beginriempje volgens naald en pijl ein
digen. Achterzijde knoopen.
Benoo digdheden: bovenleer 5 v.v. voe-
ringschapenleer 8 v.v., artex of linnen voor dln,
I en IV, 40 M. leerbies, treksluiting, 38 c.M.
kofferpennen, planje triplex x 31 c.M., 3/4 M.
koord, doorsnede 1 c.M.
Uitsnijden: 2 maal I, 1 maal II, 1 maal. III,
maal IV, 2e maal V, 4 maal VI, 2 maal zak uit
voeringleer.
STEE.K 31
WAR.E GROOTTB
Werkwijze:
Teekening op ware grootte op leer overbrengen
en. uitsnijden. De reepen voor de handvaten moe
ten even gecontroleerd worden, die moeten nl. Al
c.M. smaller zijn dan de omtrek van de koorden.
Deze Vi c.M. wordt ingenomen door het vlechtsel,
zoodat het koord er strak in komt te zitten,
We maken nu eerst de handvaten. Aan de ein
den van den reep V worden nu eerst de oortjes VI
met de randjes vastgeplakt zoodat een soort hoesje
ontstaat, waar we straks de einden van het koord
in bergen. Spleetjes voor omranding maken, gaat
jes in de bocht. N uomwerken met steek II, in de
gaatjes twee steken maken.
Het koord aan de einden schuin afsnijden en in
de hoesjes stoppen als op teekening. Nu overhands
met leerbies dichtrijgen.
Het stuk I wordt gevoerd met artex en de plaats
van de hengsels bepaald. Het vlechtsel wordt naar
buiten gedraaid. We stippen met potlood door de
omwerksteken van het oor en maken op deze
plaatsen de gaatjes, zooals aangegeven op deel I.
Met leergaren bevestigen we nu de ooren. Nu deze
deelen voeren met schapenleer en omwerken.
Op het leer van II wordt aan de achterzijde het
triplex-plankje met gaatjes voor de pennen ge
lijmd. Deze gaatjes even door. en door maken, pen
nen aanbrengen (wijst de weg vanzelf) en met
schapenleer beplakken, goed om de randen van het
plankje, daarna gelijk met bovenleer afsnijden en
omwerken.
m
X HET BEGIN
y DE. HOEK i>X IN
2 3LUITSTEE-K
Deel III alleen met leer voeren, gleuf insnijden
voor rits VA c.M. breed. De omtrek omwerken met
steek II en de gleuf met steek I. Daarna met leer
garen of D.M.C. door de omwerkspleetjes van de
gleuf de rits vastzetten. Deel IV van artex en voe
ring voorzien, eenige gaatjes als op schets aan
brengen en omwerken.
Nu maken we van voeringleer den zak met in
deeling naar behoefte. Men vlecht deze om met
steek I. U ziet nu ook waarvoor de geheimzinnige
gaatjes op IV dienen. Met leergaren zetten we de
zijnaden van den voeringzak er aan vast.
We maken nu eerst de deelen I in den bodem
aan elkaar, daarna zetten we aan dé zijkanten van
den bodem de soufflets met voeringzak er aan
hangend, daarna de soufflets zoo ver mogelijk aan
de zijkanten.
Nu van het midden uit het stuk met de rits er
aan. Vooral 't heele zaakje voorloopig met touw
hier en daar vastzetten zoodat men zeker weet, dat
alles reoht zit.
Een opgerold stukje leer met een lusje er aan
wordt tenslotte aan de rits bevestigd.
MARGOT VAN CAPELLE-VAN BUUREN.
Goedkoop en toch smakelijk
Een praatje over Mosselen.
Mosselen moet men beschouwen als een uit
stekend volksvoedingsmiddel. Ze worden in
Nederland behalve in Zeeland en Brabant weinig
gegeten. 90 pet. van de hoeveelheid mosselen die
gevangen wordt, werd tot voor korten tijd uitge
voerd.
Mosselen moeten in zeer goeden staat in den
handel komen. Tegenwoordig zorgt het Centrale
Verkoopkantoor van Mosselen te Bergen op
Zoom, dat de verkochte mosselen voldoen aan de
eischen van deugdelijkheid. Mosselen worden
„ruw" en „geknipt", d.w.z. schoongemaakt ver
kocht. Bij voorkeur bestelle men de mosselen
geknipt, daar dit dan gedaan wordt door vak
lui. vóór de verzending.
Mosselen zijn voedzaam en goedkoop. 1 K.G.
mosselen kost pl.m. 15 cent, deze bevatten dan
pl.m. 35 gr. eiwit 7 gr. vet en 7 gr. koolhydra
ten, verder verschillende vitaminen, waarvan
vitamine A de voornaamste is. Voor het koken
worden de mosselen goed afgespoeld, de open
staande schelpen worden verwijderd, evenals
de z.g.n. slikmosselen, schelpen, gevuld met slik,
die men kan herkennen doordat ze zwaar zijn
De mosselen worden- met een klein beetje water
een stukje ui en wat peterselie en selderij in
'n groote pan gedaan en opgezet. Zijn de scha
len opengesprongen, dan zijn de mosselen klaar.
Ze worden opgedaan op een groote schaal, zoo
heet mogelijk.
Ieder maakt voor zich een sausje klaar van
azijn, peper en mosterd, waarin de uit de schelp
geprikte mossel gedoopt wordt.
Nadat de mosselen uit de schelp genomen zijn.
kan men ze ook stoven in een saus, die men
maakt van gelijke deelen melk en kookwater,
of enkel melk, boter en bloem. De mosselen wor
den hierin een kwartier zachtjes gestoofd. Naar
smaak wat peper toevoegen.
Ook kan men de mosselen bakken. De gekookte
mosselen worden hiervoor uit de schelp geprikt,
Een kind gehoorzaamt de levenswet en is gelukkig.
EN heel eenvoudig voorvalletje bracht me
tot nadenken: op een bitter kouden middag
belde een jongen bij ons aan. Hij was arme
lijk maar netjes gekleed, droeg heele schoe
nen en kousen en een wollen doek was stevig, me*
zorg om z'n hoofd geknoopt. Toch viel de tocht
hem op dat moment kennelijk zwaar. Z'n paars-
roode handen waarmee hij z'n „koopwaar', een
paar erg smoezelige „niet thuis"-kaartjes, uit een
envelopje haalde, bibberden.
En toch zag ik, hem scherp observeerend, geen
moment het zielige bedelaarsair dat vooral in kin
deren zoo weerzinwekkend is, op z'n gezicht ver
schijnen. Hij glimlachte zelfs heldhaftig toen hij me
de kaartjes aanbood en me naïef verklaarde,dat
die zoo gemakkelijk waren om tegen het ruitje
van de deur te zetten als ik eens uit ging.
„Heb je 't koud?" vroeg ik.
„Ja, wel een klein beetje, maar niet zoo erg.
Alleen m'n handen. Maar straks ga ik weer eens
even hard wrijven, dan gaan ze gloeien".
„Kom maar gauw binnen, een beker warme melk
halen".
„Graag, juf", zei hij en z'n gezicht glom. 't- Was
een frisch, blozend gezicht met 'n grappige, vuur-
rooden wipneus.
Toen- hij den beker heete melk tusschen z'n vin
gers had, zei hij filosofisch: „Dat is fijn, juf. Warm
voor van binnen èn warm voor van buiten".
En dan: „M'n moeder is heel erg ziek. Ze ligt
in 't, ziekenhuis. En als ze weer thuis komt, moet
erg veel biefstuk eten heeft de dokter gezegd. En
daarom moet ik geld voor haar verdienen.
„Dat is fijn", zei ik, „als je voor je moeder mag
werken. Daar heb je zeker wel een beetje voor
over".
„Nou en óf."
„En verkoop je nog al?"
„Ja hoor. De menschen willen allemaal graa^
wat van me koopen omdat ik voor m'n moeder
werk, maar de meeste menschen hebben 't kaartje
niet noodig omdat ze toch haast altijd thuis zijn en
dan geven ze 't kaartje terug. Dan kan ik het nog
eens verkoopen."
„Mooi", zei ik. „Ik zal je ook een stuiver geven
en 't, kaartje mag je houden."
Hij begon nog meer te glimmen en zei: „Dus
dat is-dan dubbel. Eerst al een glas melk en dan
nog een stuiver."
Hij sprong op. „En nu moet ik gauw weer weg!"
En met een bijna-volwassen gebaar, dat hij stellig
van 'n familielid-met-negotie had afgekeken, be
sloot hij, al bij de deur: „Mag ik u vriendelijk be
danken?"
„Werk maar hard voor je moeder, hoor!" Dóag!"
„Daag," zei hij en hij wuifde me nog even toe
voor hij den hoek omsloeg.
in wat bloem gerold en in de koekepan in boter
of in frituurvet bruin gebakken.
Recepten:
Mosselen gestoofd met kaassaus.
Benoodigdheden: 2 uien, 40 gr. boter, 1 1.
koude, gekookte mosselen, 3 lepels geraspte kaas,
li/2 dl. melk, IV2 lepel bloem, 1 lepel boter, pa
neermeel.
Bereiding: De uien fijnsnipperen en in de
boter lichtgeel bakken. Van boter, bloem en
melk een saus maken, de geraspte kaas en de
mosselen er doorroeren en alles overdoen in een
vuurvasten schotel Wat paneermeel er over
strooien en het schoteltje in den oven bruin laten
worden.
Mosselen met rijst en kerry.
Benoodigdheden: 200 gr. rijst V2 1- water, 1
uit, 1 lepel boter, 1 theelepel kerry, 1 1. gekookte
mosselen, V/2 dl. melk, 11/2 lepel bloem, 1 lepel
boter, peper.
Bereiding: De ui fijnsnipperen en in 1 lepel
boter met de kerry lichtgeel bakken. De rijst
toevoegen en het water er bij schenken. De rijst
gaar laten koken. Dan vermengen met de mos
selen en de saus, die men van boter, bloem en
melk gemaakt heeft. Alles overdoen in een vuur
vasten schotel, wat paneermeel er over strooien
en in den oven bruin laten worden.
Mosselen kunnen ook op de volgende manier
•egeten worden:
Met rijst en tomatensaus.
Met madeirasaus.
Met rijst, gebakken uien en tomaten.
Met peterselie- of mosterdsaus.
Met champions in een witte saus. opgedaan
schelpen.
Er is dus keus genoeg. Eet u smakelijk!
„Zielig toch zoo'n joggie en in die kou", zei een
van m'n huisgenooten.
Ik vond het heelemaal niet „zielig", want
joggie was in alle opzichten in uitstekende con
ditie. 'n Bedehdnd? Welnee, hij werkte voor
z'n moeder! Hij deed nuttig werk. Hij gaf z'n
krachten, hij leed kou, hij deed moeite, hij gaf
warme dankbaarheid aan iemand, die hem 'n beetje
tegemoet kwam. Hij gaf trouwhartigheid en ont
moette zooals dit altijd het geval is welwil
lendheid van de menschen. Was dit geen eerlijke
zaak? De flinkheid, de weerbaarheid in het grap
pige vuurroode gezichtje, 't vertrouwen in hem,
dat de menschen natuurlijk wel graag wilden
koopen, waren mij persoonlijk veel meer waard dan
een glas heete melk en een stuiver.
Ik hoop vurig, dat het joggie die weerbaarheid
mag behouden. Wantjuist aan weerbaarheid
ontbreekt 't ons en onze kinderen heel vaak en dat
is een niet te onderschatten gemis.
Weerbaar zijn, dat is: strijden voor je bestaan,
stoffelijk èn geestelijk, ieder en dag opnieuw je
uiterste best doen, onder het motto al of niet
in dien vorm uitgesproken „God helpt, die zich
zelf helpt".
Wel een prachtige lessen heeft het leven voor
den weerbaren mensch! Wat een les is het heele
leven voor den mensch, die geestelijk weerbaar,
dus wakker is!
Het is zoo'n prachtig gezicht: een weerbaa:
mensch! Een mensch, die weet: „als ik m'n uiter
ste best doe, dan komt alles in orde." Hetgeen ook
in den meest letterlijken zin waar is.
Want het leven is nog altijd een persoonlijke
zaak. In de manier waarop wij 't leven beschouwen
en aangrijpen, ligt het begin van onze geestelijke
en stoffelijke carrière.
Al te veel wordt dit in onzen tijd van robots en
gelijkschakeling vergeten. We aanbidden systemei
en stelsels en denken er niet aan. dat 't individueele
leven zich wel tijdelijk, maar nimmer voor altijd
laat weg-reglementeeren. Dat het zich steeds weer
aandient bij ieder mensch strikt persoonlijk er
voor een ieder verschillend en tóch vloeiend volgen-
vaste, goddelijke wetten, zoo regelmatig en zoo be
trouwbaar, zoo koesterend en zoo vernietigend als
de zon. Dat er menschen zijn, die dit leven uit hei
oog verliezen in tijden als de onze is begrijpelijk.
Toch is het eeuwig en onontkoombaar en het zal
zich vreeselijk wreken op de menschen en de ge
slachten, die het negeeren.
Als ik terugdenk aan dat aardige kereltje, dat
voor z'n moeder werkte, zou ik haast wenschen,
dat alle kinderen eens in hun prille jeugd voor hun
moeder moesten werken en zich offers getroosten,
Dat alle kinderen vroeg leerden, paraat en weer
baar te zijn tegenover de harde kanten van het
leven en bovenal: het leven te zien als een onver-
biddelijken strijd, die van niemand het onmogelijke
eischt, maar van ieder vraagt: geef wat je te ge
ven hebt.... en 't komt in orde. En dat er géén
moders waren, die onmiddellijk alles „zielig" en
al te erg vinden en bovenal: géén moeders, die
hun kinderen opvoeden in de meening, dat het mis
lukken van menschenlevens ligt aan dingen buiten
hen zelf inplaats van aan onbekendheid met de
levenswetten.
Nu ons een strenge winter is voorspeld,
geven we nog maar eens een model van een ijs-
trui en wel voor een meisje van 14 tot 16
jaar.
We hebiben noodig 300 gr. donkerblauwe wol
en pennen no. 3.
Rugpand
Voor den rug zetten we op 78 st. en breien,
aan den rechten kant 2 averecht 1 reoht ver
draaid, d.w.z. om den rechten steek te breien
steken we achter in den steek. Aan den verkeer
den kant breien we den averechten steek ver
draaid en de rechte steken gewoon. Is de boord
25 toeren lang, dan beginnen we aan het patroon:
2 recht verdraaid, 2 averecht. (Aan den verkeer
den kant worden dit natuuriijk 2 averecht ver
draaid en 2 reoht gewoon).
In den eersten toer boven den boord meerderen
we door van eiken rechten steek 2 rechten te
maken, we maken er daardoor dus 26 st.
bij.
Hebben we hiervan 50 toeren gebreid, dan
kanten we voer het armsgat 13 st. (4, 3, 2, 2, 2)
af, hebben we verder gebreid tot 90 toeren boven
den boord, dan laten we telkens voor en achter
aan de pen 6 st. staan tot we nog 20 st. over
hebben, die we afkan ten voor den hals. De
steken voor den schouder zetten we op een
draadje.
Voorpand:
Het voorpand wordt in 2 helften gebreid, voor
de helft zetten we op 39 st., we breien eerst weer
den boord, meerderen als gewoon, door van de
eene rechte 2 te maken, breien aan verder in
patroon en meerderen na 15 toeren boven den
boord om de 2 pennen 1 st. tot we 64 st. heb
ben.
Na 50 toeren kanten we voor het armsgat 15
st. af (5, 4, 2, 2, 2). Nu breien we verder tot
van den boord af 80 toeren gebreid zijn, dan
kanten we voor den hals eerst 4 st. en daarna
telkens 2 st. af, tot we evenveel over hebben
als bij den schouder van den rug. Is het arms
gat even hoog als het armsgat vanden rug,
dan breien we de schouders aan elkaar.
Het tweede voorpand is het spiegelbeeld van
het eerste.
Mouw:
De mouw beginnen we bij den kop en zetten
hiervoor 40 st. op. We breien gewoon in patroon
en meerderen om de pen 1 st. tot 70 st. dan
zetten we er voor en achter nog 9 st. bij op en
deze 88 st. breien we 6 pennen. Nu minderen we
om de 6 pennen tot 60 st. en breien de mouw
150 toeren lang. Dan maken we van de 2 rechten
1 rechte steek en breien den boord 1 st. recht
verdraaid. 2 averecht. Na 25 toeren kanten we
af.
Boord
Voor den boord zetten we. op 98 st. en breien
deze als de andere boorden, na 10 toeren kan
ten we af.
Opmaak:
Alle deelen worden op de machine ln elkaar
gestikt en de naden luchtig geperst. De patent-
sluiting wordt aan den rechten kant op de trui
gestikt, de koorden, die we zelf draaien worden
er over heen genaaid. Het boordje naaien we
met de hand op de trui en voorzien dit ook
boven en onder van een koord.
KAPSEL-1940.
Welk kapsel zullen we dragen in de laatste win
termaanden? Als we de voorspellingen van deskun
digen mogen gelooven, dan zal het kapsel-1940 er
als volgt uitzien:
Het vóórhaar licht gekruld met een luchtige
ponny, daarna omhooggekamd, liefst glad. Boven
op 't hoofd overgaande in twee of drie groote krul
len.
Ook 't haar van de slapen en den nek wordt
omhooggekamd en hetzij bij de krullen op 't hoofd
gevoegd of in aparte groote krullen gelegd. Dit in
geval het gezicht te smal is om een zoo hypermo
dern oude-tante-kapsel te verdragen.
Sp. Th.
OVER DEN OORLOG IN POLEN.
Dezer dagen is bij den uitgever W. J. Ort te
's-Gravenhage een boekje verschenen over den
Veldtocht in Polen: getiteld „De waarheid mar
cheert", geschreven door W Picht.
Het boekje vermeldt in volgorde de offlcieele
Duitsche legetberichten, welke gedurende de
eerste weken van September worden bekend ge
maakt en stelt daartegenover de berichten, welke
in deze periode over hetzelfde onderwerp in het
kamp van Duitsehland's tegenstanders zijn ge
publiceerd.
De schrijver wijst op de groote verschillen en.
concludeert „dat een deel der oorlogscorrespon
denten hun fantasie den vrijen loop hebben ge
laten, ja, zich zelfs niet hebben ontzien om de
meest fantastische onwaarheden te verkondigen.
Op 6 October deelde Duitschland mede dat de
Duitsche verliezen in Polen op dat oogenblik be
droegen: gesneuveld 10572, gewond 30.322 en
vermist 3.409. De Engelsche radio deelde daar
entegen mede dat de Duitschers van de eerste
twee weken van September in Polen 150.000 doo-
den en gewonden verloren hadden.
In de serlie „Muziek" zijn bij de uitgeverij
J. Philip Kyuseman te Den Haag verschenen
„Muziek in woorden", gedachten van groote
geesten over het wezen en het wonder der mu
ziek, door Dirk Coster, „Brieven van Ludwig van
Beethoven" een bloemlezing vertaald en samen
gesteld door Wouter Hutschenruyter, „Frédéric
Chopin, zijn leven en werken", door Wouter
Hutschenruyter, en „Jazzmuziek" een inleiding
tot de volksmuziek der Noord-Amerikaansche
negers, door Will G. Gilbert en mr. C. Ponstoch-
knle.
Bij A. J. G. Strengholt's Uitgeversmaatschappij
N.V. te Amsterdam is verschenen het eerste num-
men van „De Hondenwereld", een orgaan voor
hondenvrienden, onder hoofdredactie van den heer
P. M. C. Toepoe) te Laren, die de hondenwereld
kent als geen ander. Ter inleiding schrijft hij een
uitvoerig hoofdartikel. Verder bevat dit eerste
nummer, dat geïllustreerd is, nog talrijke artikelen.
NIEUWE KALENDERS.
We ontvingen nog een paar kalenders voor
1940, o.a. van de Drukkerij Senefelder te Amster
dam. die verlucht is met zes prachtige proeven
van steendruk. Door een vernuftige vinding is
het mogelijk, desgewenscht een plaat, die voor
den bezitter van veel interesse is, een langeren of
korteren tijd voor te laten hangen; het is niet
noodig, elke plaat bij het einde van een maand
te verwijderen. Het is een practische en prachtige
kalender.
De Friesche Coöperatieve Zuivel Exportver-
eenlging „Frico" te Leeuwarden zendt een duide-
lijken maandkalender, die Jsovendien fraai ge
ïllustreerd is.