£eecadkicL, i@> d Menu van de week E' Nieuwe Uitgaven. VRTJDA'G 26 JANUARI 1940 Kwakk< elen Ti weekoverzichten komt het den laatsten tijd ii eens voor, het woord kwakkelen. Dat be- r°gkent een dag vorst, een dag dooi, een dag «■nmber regenweer, 's avonds gladde straten en wper voor halve week vorst, sneeuw, dan strenge vorst en opeens weer dooi met een heeleboel nat tigheid en een harde grond die al het water niet ve{Skzegt dan: je weet 's avonds bij het naar hpd gaan niet, hoe de wereld er den volgenden morgen bij het opstaan zal uitzien, men wordt ^vervallen door bevroren waterleidingen die niet behoorlijk voorzien waren omdat het immers P h dooide, en de schaatsen- en sleeliefhebbers laten hun attributen dag in, dag uit voor de hand liggen omdat zij lederen dag weer noodig kUMaar niet alleen de winter kwakkelt, ook onze gezondheid kan kwakkelend zijn, nu eens een naar dagen ziek in bed, dan weer op, daarna schijnbaar gezond, waarop toch weer een instor- tinkje volgt om te laten zien hóe „schijnbaar" die gezondheid nog maar was. Dit is een toestand die eigenlijk veel onaan genamer is dan eens een keer echt ziek te zijn. Wie ziek wordt, voelt zich enkele dagen ellendig, legt dan het bijltje erbij neer en kruipt in bed, heeft daarna weer een akelige periode om op nieuw op gang te komen, maar daarmede is de narigheid dan ook bekeken. De man of vrouw met de kwakkelende gezond heid echter leeft iedere keer weer op als het goed schijnt te gaan, en heeft heel wat geestkracht noodig om den moed niet te verliezen, wanneer het daarna wéér mis blijkt te zijn. Zij verdienen dan ook minstens evenveel van onze aandacht en dus medeleven als een ander die een acute ziekte moet verwerken. Zelfs hebben de „kwakkelaars" heel wat steun noodig in geestelijk opzicht, om zich niet te gaan voelen als een halve kracht in het leven die eigenlijk niet meer meetelt, maar die och oók recht op zijn plaatsje heeft. Hiermede zijn natuurlijk niet degenen bedoeld, die kwakkelen aangrijpen, om de vervelende din gen door anderen te laten opknappen, en die weer opleven, zoodra er prettige en plezierige dingen in het vooruitzicht zijn. Zij kwakkelen met opzet, misschien weloverwogen om het zich gemakkelijk te maken, misschien onbewust om dat zij het leven niet heelemaal aandurven. Nu wil ik niet beweren, dat zij niet beklagenswaar dig zouden zijn, maar ons direct medeleven moet toch sterker gericht zijn op dengene die met zijn gezondheid sukkelt, die zoo dolgraag als een ge woon mensch zou willen leven, maar die altijd tegengehouden wordt door zijn gezondheid die onbetrouwbaar is en waarmee hij steeds rekening dient te houden. Een kwakkelwinter, dat is een vervelend sei zoen met veel ongemak, veel verkoudheden en veel teleurgestelde jonge menschën omdat vorst en sneeuw zoo kinderachtig kiekeboe spelen, maar iemand met een kwakkelende gezondheid moet men in zijn binnenste beklagen, en tegen over hem moet men probeeren hem een steun te zijn om den moeilijken tijd die vrij zeker weer ten goede zal keeren, zoo goed mogelijk door te komen. Want hij heeft onze steun dubbel en dwars noodig. E. E. J.—-P. Zondag: Verinicellisoep Kalfslappen - Snijboonen uit de bus Rijstpudding met abrikozensaus. -. Maandag: Stamppot van snij boon en en - witte boonen Rookworst Woensdag: Spekpannekoeken, Dinsdag: Donderdag: Runderribstuk Spruitjes, Aardappelen Wentelteefjes. "Vrijdag: Gebakken bokking Roode kool, Aardappelen Vanillevla met bitterkoekjes. Zaterdag: Jachtschotel van vleesch van Donderdag Bieten Beschuit met jam of Saucijsjes Savoyekool, Aardappelen Beschuit met bessensap RECEPTEN. Jachtschotel (±4 personen). Benoodigdheden: 400 gr. koud vleesch. groote ui, 1 K.G. gekookte aardappelen, rest jus verdund met water, 50 gr. boter of jus vet, (1 of 2 zure appelen). Bereiding: Het vleesch klein snijden of malen de gesnipperde ui in het jusvet of de boter lichtbruin brakken. Daarna de appel ook even bakken. In een vuurvaste schotel laag om laag leggen: aardappelplakjes met wat noot er over geraspt, een deel van het vleesch en een deel van de gebakken uien en appelen. Zoo door gaan tot de schotel gevuld is en de bovenste laag uit plakjes aardappel bestaat. De verdunde jus over strooien, hier en daar een stukje boter leg gen. De schotel uur in een tamelijk warme oven zetten. Hoe we van oud nieuw maken Bijgaande teekening laat u zien, hoe u gemak kelijk van een eenvoudig japonnetje een echt ge- kleede jurk kunt maken. Dit idee kan ook met succes op een avondjapon worden toegepast. Veel materiaal is er niet voor noodig: een paar reepjes kant in bijpassende tint, een paar uurtjes werk, en u zult 't zelfde jurkje nauwelijks her kennen! Een of andere leuke corsage zal het geheel vol- iftoien. Meisjes IJstrui Weerbaarheid Dit keer een mooie reistasch voor gevorderden. GEZELLIG EN PRACTISCH Een stevige tasch met veel bergruimte is altijd een prettig bezit, zoowel voor boodschappen doen in de stad als wel voor op reis. Ons model heeft van binnen een aparte zak, on derverdeeld in vakken voor beurs, kam, enz. Stevig varkensleer, rundleer of grof arlo is ge schikt materiaal er voor Het wordt bovendien nog erstevigd met artex of linnen, dat tusschen voe- •ing en bovenleer geplakt wordt. De voering is na turel sohapenleer. In de hengsels is een dik katoe nen koord gewerkt en de bodem is voorzien van een triplex-plaatje om doorzakken te voorkomen en van kofferpermen, opdat we bij het neerzetten, den vlechtrand niet beschadigen. De omranding is gemaakt door omwerking met steek II of enkelen vlechtsteek. Alle deelen worden hiermede omgewerkt en later overhands samenge- riemd. Dit is ook bij het hengsel toegepast. Van steek II geef ik hierbij een duidelijke schets. U kunt deze bovendien in elk leerboekje vinden. Let u vooral op, dat u den steek niet te los maakt, en oefent eerst terdege op een proeflapje (op hoe ken maken we twee of drie steken in het hoek- gaatje). De eerste schuine steek moet strak aan gehaald worden, de oversteek iets losser, anders trekt men met den tweeden steek den eersten weg. Sluitst eek: Beginriempje 1 steek uithalen, hiervoor in de plaats eindriempje insteken daarna met beginriempje volgens naald en pijl ein digen. Achterzijde knoopen. Benoo digdheden: bovenleer 5 v.v. voe- ringschapenleer 8 v.v., artex of linnen voor dln, I en IV, 40 M. leerbies, treksluiting, 38 c.M. kofferpennen, planje triplex x 31 c.M., 3/4 M. koord, doorsnede 1 c.M. Uitsnijden: 2 maal I, 1 maal II, 1 maal. III, maal IV, 2e maal V, 4 maal VI, 2 maal zak uit voeringleer. STEE.K 31 WAR.E GROOTTB Werkwijze: Teekening op ware grootte op leer overbrengen en. uitsnijden. De reepen voor de handvaten moe ten even gecontroleerd worden, die moeten nl. Al c.M. smaller zijn dan de omtrek van de koorden. Deze Vi c.M. wordt ingenomen door het vlechtsel, zoodat het koord er strak in komt te zitten, We maken nu eerst de handvaten. Aan de ein den van den reep V worden nu eerst de oortjes VI met de randjes vastgeplakt zoodat een soort hoesje ontstaat, waar we straks de einden van het koord in bergen. Spleetjes voor omranding maken, gaat jes in de bocht. N uomwerken met steek II, in de gaatjes twee steken maken. Het koord aan de einden schuin afsnijden en in de hoesjes stoppen als op teekening. Nu overhands met leerbies dichtrijgen. Het stuk I wordt gevoerd met artex en de plaats van de hengsels bepaald. Het vlechtsel wordt naar buiten gedraaid. We stippen met potlood door de omwerksteken van het oor en maken op deze plaatsen de gaatjes, zooals aangegeven op deel I. Met leergaren bevestigen we nu de ooren. Nu deze deelen voeren met schapenleer en omwerken. Op het leer van II wordt aan de achterzijde het triplex-plankje met gaatjes voor de pennen ge lijmd. Deze gaatjes even door. en door maken, pen nen aanbrengen (wijst de weg vanzelf) en met schapenleer beplakken, goed om de randen van het plankje, daarna gelijk met bovenleer afsnijden en omwerken. m X HET BEGIN y DE. HOEK i>X IN 2 3LUITSTEE-K Deel III alleen met leer voeren, gleuf insnijden voor rits VA c.M. breed. De omtrek omwerken met steek II en de gleuf met steek I. Daarna met leer garen of D.M.C. door de omwerkspleetjes van de gleuf de rits vastzetten. Deel IV van artex en voe ring voorzien, eenige gaatjes als op schets aan brengen en omwerken. Nu maken we van voeringleer den zak met in deeling naar behoefte. Men vlecht deze om met steek I. U ziet nu ook waarvoor de geheimzinnige gaatjes op IV dienen. Met leergaren zetten we de zijnaden van den voeringzak er aan vast. We maken nu eerst de deelen I in den bodem aan elkaar, daarna zetten we aan dé zijkanten van den bodem de soufflets met voeringzak er aan hangend, daarna de soufflets zoo ver mogelijk aan de zijkanten. Nu van het midden uit het stuk met de rits er aan. Vooral 't heele zaakje voorloopig met touw hier en daar vastzetten zoodat men zeker weet, dat alles reoht zit. Een opgerold stukje leer met een lusje er aan wordt tenslotte aan de rits bevestigd. MARGOT VAN CAPELLE-VAN BUUREN. Goedkoop en toch smakelijk Een praatje over Mosselen. Mosselen moet men beschouwen als een uit stekend volksvoedingsmiddel. Ze worden in Nederland behalve in Zeeland en Brabant weinig gegeten. 90 pet. van de hoeveelheid mosselen die gevangen wordt, werd tot voor korten tijd uitge voerd. Mosselen moeten in zeer goeden staat in den handel komen. Tegenwoordig zorgt het Centrale Verkoopkantoor van Mosselen te Bergen op Zoom, dat de verkochte mosselen voldoen aan de eischen van deugdelijkheid. Mosselen worden „ruw" en „geknipt", d.w.z. schoongemaakt ver kocht. Bij voorkeur bestelle men de mosselen geknipt, daar dit dan gedaan wordt door vak lui. vóór de verzending. Mosselen zijn voedzaam en goedkoop. 1 K.G. mosselen kost pl.m. 15 cent, deze bevatten dan pl.m. 35 gr. eiwit 7 gr. vet en 7 gr. koolhydra ten, verder verschillende vitaminen, waarvan vitamine A de voornaamste is. Voor het koken worden de mosselen goed afgespoeld, de open staande schelpen worden verwijderd, evenals de z.g.n. slikmosselen, schelpen, gevuld met slik, die men kan herkennen doordat ze zwaar zijn De mosselen worden- met een klein beetje water een stukje ui en wat peterselie en selderij in 'n groote pan gedaan en opgezet. Zijn de scha len opengesprongen, dan zijn de mosselen klaar. Ze worden opgedaan op een groote schaal, zoo heet mogelijk. Ieder maakt voor zich een sausje klaar van azijn, peper en mosterd, waarin de uit de schelp geprikte mossel gedoopt wordt. Nadat de mosselen uit de schelp genomen zijn. kan men ze ook stoven in een saus, die men maakt van gelijke deelen melk en kookwater, of enkel melk, boter en bloem. De mosselen wor den hierin een kwartier zachtjes gestoofd. Naar smaak wat peper toevoegen. Ook kan men de mosselen bakken. De gekookte mosselen worden hiervoor uit de schelp geprikt, Een kind gehoorzaamt de levenswet en is gelukkig. EN heel eenvoudig voorvalletje bracht me tot nadenken: op een bitter kouden middag belde een jongen bij ons aan. Hij was arme lijk maar netjes gekleed, droeg heele schoe nen en kousen en een wollen doek was stevig, me* zorg om z'n hoofd geknoopt. Toch viel de tocht hem op dat moment kennelijk zwaar. Z'n paars- roode handen waarmee hij z'n „koopwaar', een paar erg smoezelige „niet thuis"-kaartjes, uit een envelopje haalde, bibberden. En toch zag ik, hem scherp observeerend, geen moment het zielige bedelaarsair dat vooral in kin deren zoo weerzinwekkend is, op z'n gezicht ver schijnen. Hij glimlachte zelfs heldhaftig toen hij me de kaartjes aanbood en me naïef verklaarde,dat die zoo gemakkelijk waren om tegen het ruitje van de deur te zetten als ik eens uit ging. „Heb je 't koud?" vroeg ik. „Ja, wel een klein beetje, maar niet zoo erg. Alleen m'n handen. Maar straks ga ik weer eens even hard wrijven, dan gaan ze gloeien". „Kom maar gauw binnen, een beker warme melk halen". „Graag, juf", zei hij en z'n gezicht glom. 't- Was een frisch, blozend gezicht met 'n grappige, vuur- rooden wipneus. Toen- hij den beker heete melk tusschen z'n vin gers had, zei hij filosofisch: „Dat is fijn, juf. Warm voor van binnen èn warm voor van buiten". En dan: „M'n moeder is heel erg ziek. Ze ligt in 't, ziekenhuis. En als ze weer thuis komt, moet erg veel biefstuk eten heeft de dokter gezegd. En daarom moet ik geld voor haar verdienen. „Dat is fijn", zei ik, „als je voor je moeder mag werken. Daar heb je zeker wel een beetje voor over". „Nou en óf." „En verkoop je nog al?" „Ja hoor. De menschen willen allemaal graa^ wat van me koopen omdat ik voor m'n moeder werk, maar de meeste menschen hebben 't kaartje niet noodig omdat ze toch haast altijd thuis zijn en dan geven ze 't kaartje terug. Dan kan ik het nog eens verkoopen." „Mooi", zei ik. „Ik zal je ook een stuiver geven en 't, kaartje mag je houden." Hij begon nog meer te glimmen en zei: „Dus dat is-dan dubbel. Eerst al een glas melk en dan nog een stuiver." Hij sprong op. „En nu moet ik gauw weer weg!" En met een bijna-volwassen gebaar, dat hij stellig van 'n familielid-met-negotie had afgekeken, be sloot hij, al bij de deur: „Mag ik u vriendelijk be danken?" „Werk maar hard voor je moeder, hoor!" Dóag!" „Daag," zei hij en hij wuifde me nog even toe voor hij den hoek omsloeg. in wat bloem gerold en in de koekepan in boter of in frituurvet bruin gebakken. Recepten: Mosselen gestoofd met kaassaus. Benoodigdheden: 2 uien, 40 gr. boter, 1 1. koude, gekookte mosselen, 3 lepels geraspte kaas, li/2 dl. melk, IV2 lepel bloem, 1 lepel boter, pa neermeel. Bereiding: De uien fijnsnipperen en in de boter lichtgeel bakken. Van boter, bloem en melk een saus maken, de geraspte kaas en de mosselen er doorroeren en alles overdoen in een vuurvasten schotel Wat paneermeel er over strooien en het schoteltje in den oven bruin laten worden. Mosselen met rijst en kerry. Benoodigdheden: 200 gr. rijst V2 1- water, 1 uit, 1 lepel boter, 1 theelepel kerry, 1 1. gekookte mosselen, V/2 dl. melk, 11/2 lepel bloem, 1 lepel boter, peper. Bereiding: De ui fijnsnipperen en in 1 lepel boter met de kerry lichtgeel bakken. De rijst toevoegen en het water er bij schenken. De rijst gaar laten koken. Dan vermengen met de mos selen en de saus, die men van boter, bloem en melk gemaakt heeft. Alles overdoen in een vuur vasten schotel, wat paneermeel er over strooien en in den oven bruin laten worden. Mosselen kunnen ook op de volgende manier •egeten worden: Met rijst en tomatensaus. Met madeirasaus. Met rijst, gebakken uien en tomaten. Met peterselie- of mosterdsaus. Met champions in een witte saus. opgedaan schelpen. Er is dus keus genoeg. Eet u smakelijk! „Zielig toch zoo'n joggie en in die kou", zei een van m'n huisgenooten. Ik vond het heelemaal niet „zielig", want joggie was in alle opzichten in uitstekende con ditie. 'n Bedehdnd? Welnee, hij werkte voor z'n moeder! Hij deed nuttig werk. Hij gaf z'n krachten, hij leed kou, hij deed moeite, hij gaf warme dankbaarheid aan iemand, die hem 'n beetje tegemoet kwam. Hij gaf trouwhartigheid en ont moette zooals dit altijd het geval is welwil lendheid van de menschen. Was dit geen eerlijke zaak? De flinkheid, de weerbaarheid in het grap pige vuurroode gezichtje, 't vertrouwen in hem, dat de menschen natuurlijk wel graag wilden koopen, waren mij persoonlijk veel meer waard dan een glas heete melk en een stuiver. Ik hoop vurig, dat het joggie die weerbaarheid mag behouden. Wantjuist aan weerbaarheid ontbreekt 't ons en onze kinderen heel vaak en dat is een niet te onderschatten gemis. Weerbaar zijn, dat is: strijden voor je bestaan, stoffelijk èn geestelijk, ieder en dag opnieuw je uiterste best doen, onder het motto al of niet in dien vorm uitgesproken „God helpt, die zich zelf helpt". Wel een prachtige lessen heeft het leven voor den weerbaren mensch! Wat een les is het heele leven voor den mensch, die geestelijk weerbaar, dus wakker is! Het is zoo'n prachtig gezicht: een weerbaa: mensch! Een mensch, die weet: „als ik m'n uiter ste best doe, dan komt alles in orde." Hetgeen ook in den meest letterlijken zin waar is. Want het leven is nog altijd een persoonlijke zaak. In de manier waarop wij 't leven beschouwen en aangrijpen, ligt het begin van onze geestelijke en stoffelijke carrière. Al te veel wordt dit in onzen tijd van robots en gelijkschakeling vergeten. We aanbidden systemei en stelsels en denken er niet aan. dat 't individueele leven zich wel tijdelijk, maar nimmer voor altijd laat weg-reglementeeren. Dat het zich steeds weer aandient bij ieder mensch strikt persoonlijk er voor een ieder verschillend en tóch vloeiend volgen- vaste, goddelijke wetten, zoo regelmatig en zoo be trouwbaar, zoo koesterend en zoo vernietigend als de zon. Dat er menschen zijn, die dit leven uit hei oog verliezen in tijden als de onze is begrijpelijk. Toch is het eeuwig en onontkoombaar en het zal zich vreeselijk wreken op de menschen en de ge slachten, die het negeeren. Als ik terugdenk aan dat aardige kereltje, dat voor z'n moeder werkte, zou ik haast wenschen, dat alle kinderen eens in hun prille jeugd voor hun moeder moesten werken en zich offers getroosten, Dat alle kinderen vroeg leerden, paraat en weer baar te zijn tegenover de harde kanten van het leven en bovenal: het leven te zien als een onver- biddelijken strijd, die van niemand het onmogelijke eischt, maar van ieder vraagt: geef wat je te ge ven hebt.... en 't komt in orde. En dat er géén moders waren, die onmiddellijk alles „zielig" en al te erg vinden en bovenal: géén moeders, die hun kinderen opvoeden in de meening, dat het mis lukken van menschenlevens ligt aan dingen buiten hen zelf inplaats van aan onbekendheid met de levenswetten. Nu ons een strenge winter is voorspeld, geven we nog maar eens een model van een ijs- trui en wel voor een meisje van 14 tot 16 jaar. We hebiben noodig 300 gr. donkerblauwe wol en pennen no. 3. Rugpand Voor den rug zetten we op 78 st. en breien, aan den rechten kant 2 averecht 1 reoht ver draaid, d.w.z. om den rechten steek te breien steken we achter in den steek. Aan den verkeer den kant breien we den averechten steek ver draaid en de rechte steken gewoon. Is de boord 25 toeren lang, dan beginnen we aan het patroon: 2 recht verdraaid, 2 averecht. (Aan den verkeer den kant worden dit natuuriijk 2 averecht ver draaid en 2 reoht gewoon). In den eersten toer boven den boord meerderen we door van eiken rechten steek 2 rechten te maken, we maken er daardoor dus 26 st. bij. Hebben we hiervan 50 toeren gebreid, dan kanten we voer het armsgat 13 st. (4, 3, 2, 2, 2) af, hebben we verder gebreid tot 90 toeren boven den boord, dan laten we telkens voor en achter aan de pen 6 st. staan tot we nog 20 st. over hebben, die we afkan ten voor den hals. De steken voor den schouder zetten we op een draadje. Voorpand: Het voorpand wordt in 2 helften gebreid, voor de helft zetten we op 39 st., we breien eerst weer den boord, meerderen als gewoon, door van de eene rechte 2 te maken, breien aan verder in patroon en meerderen na 15 toeren boven den boord om de 2 pennen 1 st. tot we 64 st. heb ben. Na 50 toeren kanten we voor het armsgat 15 st. af (5, 4, 2, 2, 2). Nu breien we verder tot van den boord af 80 toeren gebreid zijn, dan kanten we voor den hals eerst 4 st. en daarna telkens 2 st. af, tot we evenveel over hebben als bij den schouder van den rug. Is het arms gat even hoog als het armsgat vanden rug, dan breien we de schouders aan elkaar. Het tweede voorpand is het spiegelbeeld van het eerste. Mouw: De mouw beginnen we bij den kop en zetten hiervoor 40 st. op. We breien gewoon in patroon en meerderen om de pen 1 st. tot 70 st. dan zetten we er voor en achter nog 9 st. bij op en deze 88 st. breien we 6 pennen. Nu minderen we om de 6 pennen tot 60 st. en breien de mouw 150 toeren lang. Dan maken we van de 2 rechten 1 rechte steek en breien den boord 1 st. recht verdraaid. 2 averecht. Na 25 toeren kanten we af. Boord Voor den boord zetten we. op 98 st. en breien deze als de andere boorden, na 10 toeren kan ten we af. Opmaak: Alle deelen worden op de machine ln elkaar gestikt en de naden luchtig geperst. De patent- sluiting wordt aan den rechten kant op de trui gestikt, de koorden, die we zelf draaien worden er over heen genaaid. Het boordje naaien we met de hand op de trui en voorzien dit ook boven en onder van een koord. KAPSEL-1940. Welk kapsel zullen we dragen in de laatste win termaanden? Als we de voorspellingen van deskun digen mogen gelooven, dan zal het kapsel-1940 er als volgt uitzien: Het vóórhaar licht gekruld met een luchtige ponny, daarna omhooggekamd, liefst glad. Boven op 't hoofd overgaande in twee of drie groote krul len. Ook 't haar van de slapen en den nek wordt omhooggekamd en hetzij bij de krullen op 't hoofd gevoegd of in aparte groote krullen gelegd. Dit in geval het gezicht te smal is om een zoo hypermo dern oude-tante-kapsel te verdragen. Sp. Th. OVER DEN OORLOG IN POLEN. Dezer dagen is bij den uitgever W. J. Ort te 's-Gravenhage een boekje verschenen over den Veldtocht in Polen: getiteld „De waarheid mar cheert", geschreven door W Picht. Het boekje vermeldt in volgorde de offlcieele Duitsche legetberichten, welke gedurende de eerste weken van September worden bekend ge maakt en stelt daartegenover de berichten, welke in deze periode over hetzelfde onderwerp in het kamp van Duitsehland's tegenstanders zijn ge publiceerd. De schrijver wijst op de groote verschillen en. concludeert „dat een deel der oorlogscorrespon denten hun fantasie den vrijen loop hebben ge laten, ja, zich zelfs niet hebben ontzien om de meest fantastische onwaarheden te verkondigen. Op 6 October deelde Duitschland mede dat de Duitsche verliezen in Polen op dat oogenblik be droegen: gesneuveld 10572, gewond 30.322 en vermist 3.409. De Engelsche radio deelde daar entegen mede dat de Duitschers van de eerste twee weken van September in Polen 150.000 doo- den en gewonden verloren hadden. In de serlie „Muziek" zijn bij de uitgeverij J. Philip Kyuseman te Den Haag verschenen „Muziek in woorden", gedachten van groote geesten over het wezen en het wonder der mu ziek, door Dirk Coster, „Brieven van Ludwig van Beethoven" een bloemlezing vertaald en samen gesteld door Wouter Hutschenruyter, „Frédéric Chopin, zijn leven en werken", door Wouter Hutschenruyter, en „Jazzmuziek" een inleiding tot de volksmuziek der Noord-Amerikaansche negers, door Will G. Gilbert en mr. C. Ponstoch- knle. Bij A. J. G. Strengholt's Uitgeversmaatschappij N.V. te Amsterdam is verschenen het eerste num- men van „De Hondenwereld", een orgaan voor hondenvrienden, onder hoofdredactie van den heer P. M. C. Toepoe) te Laren, die de hondenwereld kent als geen ander. Ter inleiding schrijft hij een uitvoerig hoofdartikel. Verder bevat dit eerste nummer, dat geïllustreerd is, nog talrijke artikelen. NIEUWE KALENDERS. We ontvingen nog een paar kalenders voor 1940, o.a. van de Drukkerij Senefelder te Amster dam. die verlucht is met zes prachtige proeven van steendruk. Door een vernuftige vinding is het mogelijk, desgewenscht een plaat, die voor den bezitter van veel interesse is, een langeren of korteren tijd voor te laten hangen; het is niet noodig, elke plaat bij het einde van een maand te verwijderen. Het is een practische en prachtige kalender. De Friesche Coöperatieve Zuivel Exportver- eenlging „Frico" te Leeuwarden zendt een duide- lijken maandkalender, die Jsovendien fraai ge ïllustreerd is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 9