„De ongeiuksuogei" Ërkko gezien en gehoord, maar spreken? neen, daarvoor heeft de gezant het te druk! Installatie De wisseling in het opperbevel hebbersch Axel Gallén-Kallela finnska legasjonen Onze bijzonder medewerker schrijft ons uit Stock holm: Ik zit in de wat rommelige hall van de Finsehe legatie in Stockholm op een stoel bij een kast vol kranten: stapels Aalandsche, Helsinkische, Viborg- sche, Vasasche en Aabosche dagbladen: ik wacht op Erkko. Aan den wand hangt links een affiche, een hardlooper, met op den achtergrond een we reldbol, en er onder: „Olympische Spelen 20 VII 4 VIII 1940 Helsmgfors"; rechts een bree- de Finsehe „ruja", een staal van handweefkunst, voorstellend een van Axel Gallén-Kallela's schil derijen over de motieven van de Kalevgla. Een telefoon op een schrijftafel rinkelt zonder ophou den: „hallo, Finnska legasjonen!" roept de juf frouw, die het apparaat bedient, en vervolgens ra- ERKKO. telt zij Finsdh of Zweedsbh, al naar 't noodig is. Ik daarentegen doe niets. Ik wacht op Erkko. De deur, die toegang geeft tot de hall, is van buiten niet open te krijgen. Ge moet, op de derde étage gekomen, op een knop drukken, en daardoor ont staat een nijdig-brommend alarmsignaal in de hall, waarop dé juffrouw, met een gezicht dat wanhoop uitdrukt, naar de deur ijlt en die opent. Soms gaat het nijdig signaal drie of vier keer: de juffrouw telefoneert of steekt een cigaret aan, en twee din gen tegelijk doen kan ook zij niet. Ik voel mij dan geneigd om een „aanbod van goede diensten" te doen, maar onderdruk ijlings mijn edelmoedige aan driften: ik kan hier toch geen uitkomst geven. Mijn taak is eenvoudig. Ik wacht op Erkko. En het is een zonderling wachten. Terwijl ik mij in het Finsch probeer te verdiepen, door een exemplaar van „Helsingin Sanomat" ter hand te nemen, ren nen er allerlei lieden langs mij heen. Zeer drukke juffrouwen, die toch nog tijd vinden om in den tegenover mij hangenden spiegel te kijken en een onevenwichtige coiffure te verschikken, heeren, die brieven halen of brengen, loopjongens met om vangrijke pakken, op een waarvan ik met koeien van letters „vitaminen" zie staan. Zij hebben alle maal vreeselyke haast. Ik niet. Ik wacht op Erkko. „Hallo, finnska legasjonen" rrrrrrtt het nijdige alarmsignaal gaat weer. De juffrouw doet despe raat. Zij grijpt een pakje brieven, legt het weer neer, pakt het nog eens op en legt het nog eens neer. Dat dit tijdverlies is, deert haar blijkbaar niet. Een andere juffrouw rent voorbij, hijgend en blazen. Ze roept iets met het woord „catastrofaal" er in, doet de deur open, pakt een telegram aan, komt terug en richt zich tot mij. „Wat wou u ook weer?" „O ja, de gezant". „O ja". Ze holt weg en komt niet terug. Ik zink weer in mijn stoel. Ik wacht op Erkko. Als het erg lang duurt loopt er voor mij iets mis: bij de Zweedsche vliegtuigmaat schappij heb ik gehoord, dat het toestel richting Aabo tot en met Vrijdag vol bezet is! Mijn eenige kans is: vliegen naar Vasa. En dan? De Finsehe treinen loopen „zoo af en toe", vrijwel uitsluitend 's nachts. „Als u een plaats voor Vasa bespreken wilt moet u er gauw bij zijn". Jawel: gauw. Hier op de legatie gaat alles gauw, behalve een ontmoe ting met den gezant. Ik zit hier nu ruim een uur. Er is niets veranderd. Ik wacht op Erkko. De des perate juffrouw heeft een cigaret aangestoken. Ik doe het ook. Maar er is slechts één aschbakje en dat heeft zij. Een heer rent langs ons heen. „Wacht U op den gezant?" „O ja, hij zal wel da delijk vrij zijn.' De heer ziet dat ik geen aschbak heb, grist het exemplaar van de juffrouw weg en plant het vóór mij. Als hij weg is staat de juffrouw op en komt bij mij haar asch aftikken. Daar ik deze rege ling strijdig acht met mijn ridderlijke gevoelens breng ik haar den aschbak terug. Zulks breekt 't ijs. Met een enormen glimlach zegt ze: „U wacht hier allang. Wat was Uw bedoeling? De Minister? Ik zal even vragen". Ze snelt heen, en smakt een deur achter zich dicht, die vermoedelijk Erkko voor mij verborgen houdt. Nu ben ik alleen. Daar gaat het alarmsignaal. Kom aan, laat ik open doen! Een heer, Hij neemt diep zijn pelsmuts af. Dan laat hij een salvo van Finsehe woorden op mij los. Ik zegt in 't Noorsch: wacht u maar even, er zal wel iemand komen. De heer houdt mij voor krankzinnig. Hij loopt mij voorbij met nóg wat Finsehe woorden Vermoedelijk mag ik van geluk spreken, dat ik ze niet versta en beent door de hall de gang in, recht tegen de juffrouw op. Ik zink weer in mijn stoel en wacht op Erkko. Als mijn tweede uur voor bij is komt er op groote schaal beweging in de gele deren: „druk diplomatiek verkeer". Minstens vijf tien employés gaan weg, minstens vijftien andere komen aan: aflossing van de wacht. Mij lost nie mand af.Maar ik heb er toch óók wat van: de nieuwe ploeg weet niet waarop ik wacht, ergo begint het vraag- en antwoordspelletje, afgewisseld door het rennen, van voren af aan. Eén juffrouw krijgt met mij te doen: ze zal „even" naar den gezant gaan. Als ze terugkomt zie ik iemand die haar volgt. Ik spring op: Erkko! Jawel, hij is het. Ik herken van de" foto's zijn kogelrond gezicht. Hij rookt een pijp. Hij na dert. slaat links-af en verdwijnt. De juffrouw komt met excuses: „et Ögenblikk", zegt ze. Finsehe oogenblikken duren soms lang. Ik ga weer zitten. Ik Wacht maar weer op Erkko. Nu heb ik hem althans gezien! Hij is er dus, en de juffrouw verzekert, dat hij mij ontvangen zal. Best. Ik kan wachten. Dat doe ik pas 2l/s uur. Mijn maag rammelt. Tijd om te eten heb ik sedert vanmorgen half negen niet gevonden. Het is nu half acht. Een employé komt binnen en legt twee broodjes plus een sinaasappel op de schrijftafel van de juffrouw. Ofschoon die juffrouw even later verdwijnt en de gelegenheid den dief maakt, blijft mijn maag ram melen: en de juffrouw houdt haar broodjes en haar sinaasappel. „Mit Geduld und Spucke, fangt man eine Mucke, mit Geduld und Spei, fangt man deren zwei", zeggen de Duitschers. Maar Erkko is geen mug. Hij, tot begin 1939 dagbladdirecteur eigenaar van de „Helsingin Sonamat" (ik dank aan de juffrouw van de legatie de wetenschap, dat „Sanomat" „tijding" of „nieuws" beteekent) en van begin tot eind 1939 Minister van Buitenland- iche Zaken, is veeleer een zware, ronde, stoere terel: hem „vang" ik niet maar zoo, dat weet ik nu al wel. Maar zie: daar komt een jonkman in plus fours, met een sigaar in 't hoofd, op hij af. „Presse- Atlaché". Aha! Of ik maar mee wil gaan. Ik ga mee. De jonkman legt mij uit, dat ik den gezant, niet kan spreken. Hij heeft onverwacht haastwerk. Ik leg hem uit, dat ik dezen gang van zaken bepaal delijk niet bewonder. Terwijl wij elkaar staan uit te leggen, springt de deur open: Erkko! Hij snelt op den attaché af, geeft hem een brief, ratelt een en ander in het Finsch, keert zich om, en verdwijnt. Nu heb ik er schoon genoeg van. Ik wissel drie be- leefdheïdszinnen met den attaché, en doe als de ge zant: ik draai mij om, en ben weg. Ik heb op Erkko gewacht. Ik heb Erkko gezien. Ik heb Erkko hooren spreken. Maar ik heb Erkko niet gesproken. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden). Mr. W. M. Paardekooper Overman als Officier van Justitie HAARLEM. Dinsdag. Hedenmorgen is mr. W. M. Paardekooper Over man geïnstalleerd als Officier van Justitie bij de Haarlemsche Rechtbank. Behalve leden van de Rechtbank en van het Kantongerecht waren vele advocaten, politie-autoriteiten en deurwaarders aanwezig. Ook de onlangs afgetreden Officier, mr. L. H. Roeters van Lennep, woonde in gezelschap van mevrouw Paardekooper Overman en mevrouw Sikkel deze zitting bij. De subsituut-Officier van Justitie mr. N. J. G. Sikkel, las allereerst het Koninklijk besluit van de benoeming voor waarna de griffier mr. A. W. Ba ron Sloet overging tot de voorlezing van de acte van beëediging. Hierna verklaarde de president mr. G. Sluis mr. Paardekooper Overman als Officier geïnstalleerd. De president wenschte den Officier namens de ge- 'neele Rechtbank van harte geluk met zijn benoe ming. Het heeft de Rechtbank verheugd, zoo zeide mr. Sluis, dat u tot dit gewichtige ambt zijt ge roepen niet alleen omdat de samenwerking tus- schen de Rechtbank en u steeds zeer aangenaam is geweest, maar ook omdat wij van meening zijn, dat deze benoeming in het belang is van de Justitie. Ge zijt nu reeds zoo lang als substituut-Officier bij deze Rechtbank werkzaam geweest en steeds hebt ge in de prettigste ver-standhouding met iedereen samengewerkt. Ik hoop, dat dit ook in de toekomst zoo mag zijn. Namens de bali sprak hierna de de ken der advocaten mr. dr. W. P. Vis, die naar vo ren bracht, dat mr. Paardekooper Overman steeds begrip heeft gehad voor het werk van zijn tegen standers van de groene tafel. Daarom vertrouwen wij, dat wij bij u ook in uw nieuwe functie steeds een open gehoor zullen vinden voor de belangen der burgers voor wie wij optreden. De Officier beantwoordde hierna de sprekers en bracht eerst eerbiedigen dank aan H. M. de Ko ningin, die hem had benoemd en san den minister van Justitie, die hem voor deze benoeming had voorgedragen. Ook allen, die zich op eenige wijze voor deze benoeming hebben geïnteresseerd bracht spreker dank. Ik ben zeer verheugd met deze benoeming, zei spr., ook al omdat ik wist dat het de Rechtbank niet onaangenaam zou zijn als ik in deze functie benoemd zou worden. In de 13^4 jaar dat ik thans bij deze Rechtbank bent u, meneer de president en de griffier de eeni- gen, die hier reeds waren toen ik kwam. De ande ren heb ik allen zien komen. Het zal mijn streven zijn ook in het vervolg zooveel mogelijk het con tact met ieder lid te bewaren. Tenslotte bedankte mr. Overman ook den deken der advocaten voor zijn waardeerende woorden. De houding van België. De voorzitter van de Belgische Kamer, Van Cauwelaert," heeft als spreker op een politieke bijeenkomst gewezen op de nauwe banden tus- schen België en Nederland, ondanks het ontbre ken van een bondgenootschap. Hij ontkende dat de Belgische neutraliteiteen beletsel zou vor men voor een verandering van standpunt, in dien Nederland door een vreemde mogendheid zou worden overvallen. België heeft in het huidige conflict zijn neutra liteit verkondigd, doch het is niet gebonden als het conflict zich uitbreidt. Dit bewijst echter dat België vastbesloten is te vermijden dat het in den oorlog wordt betrokken, indien dit niet beslist noodzakelijk is voor zijn eigen veiligheid. Een onderhoud niet generaal Winkelman. De Tel. heeft een onderhoud met den nieuwen opperbevelhebber, generaal H. G. Winkelman, gehad. Hierbij werd ook de vraag gesteld of de generaal in zijn nieuwe functie veel met O. en O. te doen zou krijgen. Inderdaad, aldus generaal Winkelman. Daar zal Ik speciaal mee te maken hebben. O. en O. is voor onze militairen beslist noodzakelijk, vooral voor de mensehen in de kleine kantonne- menten. Met vreugde liet de opperbevelhebber zich uit over alles, dat te dien aanzien reeds bereikt is. De moeite, die velen zich getroosten om den mili tairen ontspanningsavonden te geven, verdient allen lof. In dit verband noemde generaal Win keiman de benoeming van kapitein Lotsy een zeer gelukkige keuze, omdat vooral in de rich ting van de lichamelijke ontwikkeling onzer mi litairen nog veel bereikt kan worden. Ten op zichte van de lichamelijke oefening, aldus de op perbevelhebber, staan wij in ons land nog wel ten achter bij andere landen. Het is dus van veel belang, dat naast de ontspanningsavonden ook in dien zin veel gedaan wordt. Ook de reli gieuze opvoeding der militairen is een belang rijke factor. In dat opzicht wordt in ons land gedaan wat mogelijk is, en dat is verheugend. Over de militaire positie van ons land kon de opperbevelhebber zich uit den aard der zaak niet uitlaten. Wij zullen ons best doen, aldus ge neraal Winkelman. De opdracht, die mij gege ven is, is moeilijk, maar wij zijn soldaat en dan doe je je plicht. Brug door dooiwater vastgeklemd, AMSTERDAM, 6 Februari. De dooi berok kent evenals de vorst, het verkeer, en daarmede de verschillende gemeentelijke diensten, die de verkeerswegen moeten onderhouden, veel over last. Vanmorgen omstreeks elf uur bleek de brug, welke de Piet Hein-kade met de Oostelijke Han delskade verbindt, door het dooiwater uitgezet te zijn, waardoor zij niet meer kan worden ge opend en gesloten. Zoowel het rijverkeer als de scheepvaart, moest hierdoor, gedurende ongeveer twee uur deze brug mijden en dat gaf in ver band met het feit, dat deze brug voor het vracht- autovervoer naar de verschillende kaden aan het IJ van groot belang is nog al een hinderlijke stagnatie. Om ongeveer één uur vanmiddag waren de moeilijkheden opgeheven, doordat het wegdek afgehakt was en de klemming werd opgeheven Groote wegen 0111 Amsterdam goed berijdbaar. 's GRAVENHAGE, 6 Februari. De groote wégen rondom Amsterdam zijn weer goed be rijdbaar, zoo meldt de A.N.W.B. De binnenwegen zijn glad. De A.T.O.-bus over den afsluitdijk rijdt nog steeds niet, De dienst van de N.Z.H.T.M. hersteld. De dienst van de N.ZJH.T.M. naar Edam en Volendam is heden weer normaal. ZWEEDSCHE HULP VOOR FINLAND. Oproeping van Prins Willem ACTIE TOT VERSTERKING DER NATIONALE VERDEDIGING. STOCKHOLM. 6 Februari (Zweedsch Tel. Ag.) Prins Willem, een zoon van den Koning, heeft in een radiorede de Zweden opgewekt Finland financieel met een maandelijksch bedrag te hel pen en de uitgewekenen op te nemen. Reeds de blik alleen van een uitgeweken kind, aldus de Prins, moet het wereldgeweten wakker schud den. Gisteren zijn in Stockholm groote betoogingen gehouden ter nagedachtenis van den grootsten Finschen dichter in de Zweedsche taal, Rune- berg, wiens meesterwerk gewijd is aan den oor log tegen Rusland van 1808—1809. Li tal van steden worden inschrijvingen open gesteld voor het aanschaffen van luchtdoelge schut. Zoo heeft de bevolking van Malmö de vorige week een bedrag van een millioen kronen bijeengebracht. In alle lagen der bevolking. 3s sinds eenigen tijd een beweging ontstaan om de nationale verdediging te versterken. Er worden schietvereenigingen opgericht en talrijke studenten hebben zich opgegeven voor het houden van oefeningen met geweren en lichte mitrailleurs. Ook uit de arbeidersrangen meldt men zich bij de vrijwillige schietvereenigingen aan. Sedert de Zweedsche vakorganisatie op 17 December een anti-communistische oproeping heeft uitgevaardigd, wordt de anti-communis tische actie voortgezet. De communisten worden verwijderd van leidende posten in organisaties van arbeiders e.a. u* Yr\Q.O-meh£ op JUvoA, ee*i wcathJbtïKj. vwA JUooÈiirit (Adv. Ingez, Roosevelt liceft genoeg van gissingen. President zal te gelegener tijd zijn standpunt inzake een derden regeeringstermijn bekend maken. HYDE PARK, 5 Februari. President Roosevelt heeft op zijn buitengoed in Hyde Park tegenover de pers verklaard, dat hij genoeg had van de gis singen, of hij zich al dan niet candidaat voor een derden regeeringstermijn zou stellen. Hij voegde er aan toe dat hij zijn plannen bekend zou maken, wanneer hij dat zelf verkoos. Voorts daagde hij de critici uit te bewijzen dat het land, zooals zij beweerden, „naar den kelder" ging en bood aan, aan de hand van statistieken te bewijzen, dat de economische positie van de Ver- eenigde Staten onder den „New Deal" aanzienlijk vooruitgegaan was. (United Press)._ Contrabande via Wladiwostok naar Duitschland. Engelsche contrölebasis in den Stillen Oceaan? LONDEN, 6 Februari. De Engelsche regee ring houdt een waakzaam oog op de contraban de, die door den Stillen Oceaan via Wladiwo- stook naar Duitschland wordt vervoerd. Goed ingelichte kringen zijn van meening dat En geland gereed is om energiek op te treden indien het vervoer langs dezen weg te groote afmetin gen mocht gaan aannemen. Men wijst er echter op dat de verscheping langs dezen weg tamelijk kostbaar Voor Duitscsland is en dat de hooge kosten slechts gerechtvaardigd worden in geval van uiterste noodzaak. Behalve de verscheping van Amerikaansch koper via Mexico en Rusland naar Duitschland wijst men op de berichten, die veertien dagen geleden uit Winnipeg kwamen en waarin werd gemeld dat de Russen trachtten 1000 schepel graan voor verscheping naar Wladiwostok te koopen, hoewel men toen van meening was dat die lading niet voor Duitschland bestemd was. Ofschoon Engeland tot nu toe geen geregelde contróleibasis aan den Stillen Oceaan onder houdt is midden-Januari het Russische stoom schip „Selenga", dat van Manilla naar Wladi- wostock onderweg was, door de Britten naar Hon kong voor onderzoek meegenomen. Ook het geval van de 21 Duitsche zeelieden, die van de „Asama Maroe" werden gehaald, wijst er op dat Engeland het oog houdt op de routes in den Stillen Oceaan. Het onderzoek op con trabande mag volgens het internationale recht op volle zee geschieden. De bases dienen slechts om het onderzoek te vergemakkelijken. Bovengenoemde kringen zijn van meening dat Engeland een geregelde contrölebasis aan den Stillen Oceaan zal instellen, indien men van meening is dat er langs dien weg veel contra bande naar Duitschland vervoerd zullen wor den. Men veronderstelt dat Honkong waar schijnlijk indien men daartoe zou overgaan —voor een dergelijke basis het meest in, aanmer king komt. (United Press). Negen Duitschers van de „Asama Maroe" vrijgelaten. TOKIO 6 Februari (Reuter). De minister van buitenlandsche zaken, Arita, heeft in den senaat medegedeeld dat de Britsche regeering „gedreven door het verlangen tot een minnelijke regeling te komen" er in had toegestemd, negen van de 21 Duitschers die van de „Asama Maroe" zijn verwij derd, vrij te laten. Arita zeide dat Londen dit aan bod in een gisteren te Tokio ontvangen nota heeft gedaan. De beide regeeringen zouden dan tot over eenstemming moeten komen omtrent plaats en datum van vrijlating. De minister verklaarde dat de Japansciie regee ring door dit aanbod niet voldaan-is en zal blijven aandringen op vrijlating van alle 21 Duitschers. Weer een slachtoffer van kolendamp vergif tiging. ZAANDAM, 6 Februari. De 77-jarige N. F. aan het Ameland alhier, is het slachtoffer ge worden van kolendamp. Vanochtend vervoegde zich een metselaar aan haar woning om een reparatie aan den schoor steen, welk niet goed trek, te verrichten. Men vond de weduwe op den vloer liggen. Zij was door kolendamp om het leven gekomen. De ge neeskundige dienst heeft nog geruimen tijd ge tracht de levensgeesten op te wekken. De vage voorlichting van het puft. De vermoedelijke oo^ Onze Haagsche correspondent schrijft- Er hing Maandagmorgen een dichu dikke mist in het Haagje, toen tegen', koffie-uur het wel uiterst schamel toege bericht loskwam, dat Generaal Reynders*"".; eervol-ontslag had gevraagd en verkrejf. dat de gepensionneerde Luitenant-Ge^ Winkelman hem, ook al weer met den ran-i Generaal, als Opperbevelhebber zou opvqw' De belanghebbenden doolden aanvanketo een dikken mist, toen zij zich op zoek bet- naar een redelijke verklaring van dit j» waardig gebeuren. De officieele of offfc toelichting, waarvan het heette dat zjf zeer duidelijk de oorzaak van Generaal Keyjv aftreden vermeldde, was eerlijk gezeg^'^ helder als koffiedik. Tusschen hem eri de Regeering De koK was bezig vanille-ijs te maken en proefde juist hoe dit uitviel, toen Dinges door het dak heen zakte. De ongeluksvogel viel juist op een horentje, gevuld met ijs, waarvan de kok aan 't proeven was. Met het ijshorentje op zijn neus gedrukt keek de kok Dinges hoogst ontsteld aan. Wit van schrik hief hij de handen in de hoogte hij dacht dat er {lieven aan 't werk waren en riep luidkeels: „In breker^ dieven, Moord. Help, helpl" Dinges maakte dat hfl weg kwam. Als een haas schoot hij den gang op, waar hij precies één der kellners torpedeerde, die op het hulpgeroep van den kok af kwam, teneinde zoo mogelijk hulp te bieden. hoofdzaak verschil van inzicht van technj militairen aard. Daarom had de Generaal i slotte zijn ontslag aangevraagd. Met deze lichting" moesten we tevreden wezen. Zij zoo kregen we te hooren hield alle* Deze wijze van voorlichting" van de landsche burgerij valt niet onverdeeld wonderep. Het aftreden van een Opperb? hebber is nu eenmaal geen alledaagsche beurtenis, is geen zaak van betrekkelijk ?f- belang. Dat voelt en begrijpt reeds een en vandaar dat het plicht van de Regeering; weest ware, om in dit geval nu eens wat mir; bureaucratisch te werk te gaan bij het verscÜ fen van voorlichting aan het publiek. In dit verband rijst de vraag, of men waar men onder meer tot -taak heeft een voorlichting van het land te bevorderen' met voldoende klem aan den Premier kenh heeft gemaakt, dat men zich niet achter eer, vage uitdrukking als „in hoofdzaak verschil n inzicht ten aanzien van vraagstukken van ie; nisch-militairen aard" moest verschuilen, chef van den Persdienst, die in de moeilijke: standigheden. waarin we leven ten volle u zijn taak berekend is, dient den moed te heb) met kracht te pleiten voor behoorlijke inform! van den burgerij en tegen de gemeenlijk: Overheid aangeboren neiging, zich zooveel: gelijk tot algemeenheden en dooddoener; bepalen. Enfin, van Regeeringswege mocht er* weinig licht verschaft worden aangaande het£ treden van den Opperbevelhebber, langs ander-' weg viel er toch wel iets meer te vernemen, In de eerste plaats schijnt de wisseling inbr Opperbevelhebberschap voor ingewijden see: zins zoo onverwachts gekomen te zijn, als de buitenwereld. Geruimen tijd reeds moest ik namelijk vaststellen en ervaren, dat het schen den Generaal Reynders en andere, zi burgerlijke als militaire gezagsdargers botst Wrijvingen schenen er zich al vrij lang, vei vuldig te hebben voorgedaan. Tof de punten waarover de Opperbevelhefr en de Regeering het geenszins eens waren, br hoorde o.m. de kwestie van den staat van beb Generaal Reynders toch zou er voor gévo?. hebben den staat van beleg over het gehe-- land te doen afkondigen, waardoor zeer si: zonderlijke bevoegdheden in handen van militaire overheden, en dan wel in de ees plaats in die van den Opperbevelhebber zijn overgegaan. De Ministerraad hing echter de gedachtes: dat voorzichtigheid met zulk een machte breid-ing geboden was. Dit zou o.a. ook tot uite zijn gekomen in een plan om de wet op cé staat van oorlog en den staat van beleg te r;- zigen. En wel zoo, dat verschillende bijzond;' maatregelen, die onder de wet van 1899 te alleen mogelijk zijn bij den staat van bete! straks ook mogelijk zouden zijn in geval van stasi van oorlog, waarbij dan echter die groote machte bevoegdheden zooals b.v. opheffing of bei» king van de vrijheid van drukpers niet i: handen van de militaire, maar van de burs* lijke autoriteiter gelegd zouden worden. I« dergelijks nu, dat op Justitie al in den maai zou zijn, moet Generaal Reynders niet' hebbe; toegelachen. Intusschen, ook in verschillende andere co- zichten boterde het niet tusschen hem en ou| de Regeering. Alles te zamen genomen zou lengs meer en meer het gevoelen gerijpt zijn, fö het op deze manier niet langer ging, dat een goede harmonische samenwerking tenslotte ntei meer bereikbaar was. En dit heeft er dan te geleid, dat Generaal Reynders het bijltje er K neerlegde. Nu Generaal Winkelman het OpperbeveM- berschap aanvaardt en dus zoo mag ine: aannemen met kennis van zaken omtrent di diverse wrijvingen, is wellicht de verwachtlc? gerechtvaardigd, dat de nieuwe functionaris het ten aanzien van de punten van geschil eet! is met de regeering. Het is nu maar te hope: dat een herhaling van wat we thans beleefd, hebben zal uitblijven, met andere woordemdf) het tusschen den nieuwen beo: en de Regeering alsmede andere gers wèl zal boteren. Hier en daar is het misschien opgevallen,^ men nu iemand tot Opperbevelhebber heeft noemd, die al gepensionneerd was. Dit is eente bepaald minder vreemd dan het op het eerte gezicht schijnt. In dit verband zij nog het volgende ver» Toen indertijd de functie van chef van generalen staf vacant was, nam men algen*3-3 aan, dat luitenant-generaal Winkelman hier® benoemd zou worden. Een verrassende gang zaken wilde echter, dat zulks niet geschiedden dat luitenant-generaal Reynders tot chef we™ aangesteld. Daarop kreeg luitenant-generaal Winkelman een divisie-commando om zich ve.^ volgens als vrij spoedig daarna te laten pension* neeren. Thans komt hij dus tenslotte terecn* op de plaats, waarvoor hij in de oogen van va - deskundige beoordeelaars destijds reeds de aanga* wezen man scheen te zijn. Tenslotte mag er nog wel even op geww dat uit den aard der zaak de regeering in geheel en niet alleen de minister van DeieiM de verantwoordelijkheid draagt en heeft te gen voor de wisseling in het Opperbevelhebber schap. Men mag daarom aannemen, dat- regeering, welke het geheel der landsbelang heeft te overzien èn te behartigen, van ooröw was, dat wat nu gebeurd is, uiteindelijk ne meest in het belang van land en volk te acn*3 viel, ook dus van de juiste verhoudingen tussen3 de militaire en de burgerlijke elementen. DR. E. VAN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6