BIJ
TREINONTSPORING BIJ BLOEMENDAAL
Strijd om Atlantis
Willy Reese
Nabij' Bloemendaal zijn Dinsdagavond een electrische- en een goederentrein met
elkaar in botsing gekomen en ontspoord. Verschillende personen liepen kwetsuren
op. De materieele schade is aanzienlijk. Op de plaats van het ongeval
Over den grooten weg Maastricht— Luik
Melk is goed voor elk. Van gemeente,
wege is Dinsdag te Amsterdam een
aanvang gemaakt met de melkver-
strekking op de scholen in de Indische
Buurt, de Eilanden en Oud Water»
graafsmeer
Door den snellen dooi kunnen de kleine riviertjes tusschen de Limburgsche heuvels de enorme hoeveel
heden smeltwater niet meer verwerken en hebben groote gebieden blankgezet. Een der zwaarst getroffen
plaatsen is het dorpje Mesch bij Eysden, waar de meeste bewoners met hun vee moesten vluchten
>ver het oog reikt, een kruiende massa
:se ernstig belemmert
Waarschuwingsborden zijn op talrijke plaatsen neer
gezet, nu het ijs op de Waal thans zeer onbetrouw
baar is geworden
In een juwelierszaak aan het Konings
plein te Amsterdam werd Dinsdagnacht
ingebroken. De plaats, waar de étalage-
ruit werd vernield, om de kostbaar-"
heden te rooven
Een detail van het fraaie zusterhuis
in het Gemeentelijk Ziekenhuis te
Purmerend, dat Dinsdag officieel ge
opend is
door
19
Frundsberg begon langzaam in de kamer been
en weer te loopen. Zijn stappen maakten geen ge
luid op het dikke tapijt. De handen had hij gebald
in de zakken van zijn broek. Een paw seconden
stond hij aan het venster. Daar beneden by den in
gang van het station waren drie plakaten op den
muur geplakt, die riepen: Stemt! stemt! stemt!
Frundsberg wendde zich weer tot Li.
„Juffrouw Li, u heeft van den ingenieur Her-
bert Wallner gehouden". Li keek den man, die
voor haar stond, verbaasd aan.
„En U houdt nog van hem".
„Neen, ik houd niet meer van hem, ik wil niet
meer van hem houden", wilde ze luid uitroepen,
maar ze zweeg, zei geen „ja" en geen „neen". Dit
zwpgen werd door Frundsberg verkeerd begrepen.
„Wilt U daarop probeeren zijn liefde terug te
winnen?"
„Zyn liefde heeft hij me dan ooit liefgehad?"
wilde ze op haar beurt vragen maar zij deed het
niet, z\j zweeg ook nu. En Frunsberg ging door,
aandringend, met opwinding in zijn stem:
„U moet hem terugwinnen, u moet hem terug
halen u moet uit de armen van mijn zuster".
Als zware st nen vielen de laatste woorden in
de kamer. Alice Bernauer staarde Frundsberg
ontzet aan. Had zij goed gehoord: uit de armen
yan zy'n zuste"?
„Ik heb U i verteld, dat wij, mijn vrouw en ik
en ook mijn eenige zuster, die bij ons inwoont, van
elkaar vervreemd zyn. Ongetwijfeld heb ik daaraan
ook schuld. Ik heb me te weinig om haar bekom-
mer$, heb geen rekening gehouden met haar klei
ne vrouwelijke zwakheden, ben eigenlijk altijd
slechts een gast in mijn eigen huis geweest. Toch
houd ik van mijn zuster met al haar zwakheden.
En ik kan niet werkeloos toezien, dat Wallner mij
mijn zuster ontneemt. Ik zou ze beiden kunnen
vernietigen. Maar ik heb voor beiden een veront
schuldiging. Deze jonge ingenieur, ik heb hem den
weg naar boven misschien wat al te gemakkelijk
gemaakt heeft zich laten verblinden door de
schoonheid van mijn zuster en de luxe waarmee
zij zich omringt. Daar zij niets om handen heeft,
krijgt zij wel eens van die zonderlinge invallen.
Er. zulk een inval is deze jonge ingenieur, een ty
pe van de tegenwoordige sportlievende wereld. En
hoe sterk Wallner mijn zuster beheerscht blijkt
uit het feit, dat ze met de gedache rondloopt om
met Wallner te trouwen. Ik wijfel er aan dat Wall
ner echt van mijn zuster houdt, hij is alleen on
der haar bekoring gekomen.
En hij zou in een huwelijk met haar een overwinning
op mij zien, een genoegdoening voor de nederlaag,
die hij heeft moeten ondergaan. Hy heeft moeten
inzien, dat de idee nog alleen geen macht betee-
kent. Zooals ik al zei, ik zou hen beide kunnen ver
nietigen. Maar ik wil ze niet laten lijden voor een
dwazen inval van het oogenblik. Ook wil ik geen
publiek schandaal. En voor alles: ik houd van mijn
zuster".
Alice Bernauer was geschokt. Deze groote man,
die anders slechts beval, in korte, scherpe woorden
sprak, die het bestaan, het leven van duizenden in
zyn handen hield, deze man, die dagelijks door vele
elegante vrouwen werd gehuldigd, streed om een
zuster, dien hij zelf met hem in aanraking gebracht
had. Li begreep, dat rij alles moest doen om Her-
bert terug te winnen, onverschillig of hy van haar
hield of niet.
Toen Frundsberg haar weer rijn groote, sterke
hand toereikte en vroeg: „Nu, juffrouw, wilt U me
helpen?" toen nam ze die hand en zei vastbesloten:
„Ja."
Li meende bemerkt te hebben, hoe de harde trek
ken in Frundsbergs scherp gesneden gezicht wee-
ker, milder werden, terwijl hy over zyn zuster
sprak. Nu kwam de scherpte weer terug. Hij wierp
een korten blik op het klokje op de schrijftafel.
„Zcudt U over twee uur reisvaardig kunnen rijn
Ik wilde U vanmiddag te Duisburg aan het bestuur
voorstellen. Het is nu tien uur. Om twaalf uur zal
ons vliegtuig klaar staan om te vertrekken. U
behoeft slechts de noodzakelijke dingen voor een
verblijf van eerr nacht in een hotel mee te nemen".
„Als het noodig is, kan ik over een uur gereed
zijn".
Frundsberg had op een knop gedrukt. Dr. Vol
kers bracht een papier, wisselde met zijn chef en
kele woorden, met Li een vriendelijke blik en ver
dween weer. Frurrdsberg zag het geschrift door
en gaf het daarna aan LI.
„Hier, juffrouw Bernauer, is de redevoering, die
U vanmiddag tot de bestuursvergadering zult
houden".
Li schrok „onmogelijk, mijnheer Frundsberg,
dat kan ik niet."
Frundsberg glimlachte.
„Het zal wel gaan, het is heelmaal met zoo moei
lijk. U hoeft de heele geschiedenis maar van het
blad vcor te lezen. En als U zich daarbij dan nog
voorstelt, dat al die knappe en gebrilde, kaalkop-
pige heeren in schoolbanken voor u zitten, dan zal
het U niet moeilijk vallei?, uw woorden nadruk te
verleenen door een vriendelijk glimlachje. Juist
zoo'n lachje als nu."
Li nam het geschrift en begon te lezen.
„Is het dan absoluut noodzakelyk dat ik een
redevoering houd?"
„Het is alleen daarom al noodzakelijk, om aan
alle praatjes over uw rol als bestuurslid van te
voren den kop in te drukken. Ook wil ik voorko
men, dat Wallner in U de vriendin van Frundsberg
zou zien".
„Maar ik begrijp niet veel van wat daar alle
maal staat".
„Dat is ook absoluut niet noodig. Wy hebben
straks nog tijd genoeg om de redevoering samen
door te loopen. Dan zal het U niet moeilijk vallen
om haar voor te lezen. Hoe u met behulp van hét
Frundsberg- concern de transactie Laurahütte-
Hatzfeld hebt tot stand gebracht, wordt in de re
den uitvoerig uiteengezet, zoodat alle twyfelaars
overtuigd zullen rijrr. Het lijkt me daarom ook ge-
wenscht, dat u mynheer Wallner pas na de rede
voering ontmoet. Maar nu moet u gaan, juffrouw
Bernauer, de tijd dringt".
In het naastgelegen vertrek wierp Alice nog
gauw enkele woorden tegen Dr. Volkers. „Die rede
voering hebt IJ natuurlijk in elkaar gedraaid, dat
heb ik direct gemerkt. Maar gauw nog een vraag:
wat is een fusie, dat moet ik toch weten".
„Natuurlijk moet u dat weten. Dus een fusie is
bij voorbeeld als wij samen naar het stadhuis
gaan".
Li lachte. „Ik begrijp het al, een samengaan".
„Precies".
„En een transactie?"
„Dat is moeilijker te verklaren zoo iets, als
wanneer u niet dadelijk zonder meer bereid zoudt
zijn tot een tocht naar het stadhuis in mijn bij
zijn natuurlijk en er eerst moeilyke onderhan
delingen noodig zouden zyn."
„Genoeg Dr. Volkers, ik ben nu voldoende ge
oriënteerd en rru vaarwel en duimt U voor me,
dat ik mijn eerste optreden in het publiek niet be
derf."
Eerst wilde Li oudergewoonte in den pater
noster stappen, maar ze bedacht zich nog bytijds.
Ze voelde zich al geweldig, toen ze den sleutel van
de lift der chefs ii? de deur omdraaide.
Dr. Volkers dacht nog enkele oogenblikken er
over na, of juffrouw Bernauer werkelijk den zin
van een fusie begrepen zou hebben, maar ook
slechts enkele seconden, dan waren zyn gedach
ten al weer bij heel andere dingen.
HOOFDSTUK XX.
Alice Bernauer had haar redevoering beëindigd.
De eerste zinnen had ze onder den beklemmen-
den druk van een afschuwelijk angstgevoel eruit
geworpen. Al die vast op haar gerichte blikken
hadden haar geïrriteerd. Een oogenblik was rij het
liefst eenvoudig weg geloopen. Ze was overtuigd
datzij de grootste nonsens aan: elkaar praatte ea
meende reeds op de gezichten voor zich een hoo-
nend grijnzen te ontdekken. Toen had haar een
blik van Frundsberg getroffen. Dat was haar red
ding geweest. Deze blik had haar gezegd, dat z«
het heel goed deed. Er? toen was plotseling het
gevoel van onzekerheid geheel van haar afgeval
len. Ze kon vrij spreken, de mannen voor haar
vrij in het gezicht zien, kon zelfs Frundsbergs raad
opvolgen en zich het geheele gezelschap voorstel
len, zittende in de schoolbanken, zonder de draad
van haar betoog te verliezen. Zij jongleerde met
getallen van zes en zeven cijfers, behandelde be
langrijke economische vraagstukken, kritiseerde,
gaf sensationeele uiteenzettingen, werd geheel
beheerscht door de materie, die ze behandelde.
Haar rede was niet het weergeven van woorden
en zinnen, die men voor haar op papier had gezet,
ze wist, wat ze zei. Frundsberg had den tijd in de
vliegmachine gebruikt om haar met de dingen
vertrouwd te maken, die zij hier ter sprake mo«*
brengen. En daarmee had hij niet al te veel moeite
gehad, want Volkers had reeds drie of vier maan
den te voren met haar gewerkt.
Alice had haar redevoering beëindigd. Met
grooten bijval was ze ontvangen. Men maabte
haar complimenten. Men feliciteerde ook Frunds
berg, bestormde hem met vragen, waar hij dit fe
nomeen ontdekt had in een modehuis te Ber*
lyn uit een paar toevallige opmerkingen had
hij zijn gevolgtrekkingen gemaakt geweldig, da»
moest natuurlijk dadelijk in de kranten. Men Kon
van Alice Bernauer nog verrassingen bleven.
Alice Bernauer moest nog een storm van vra
gen over zich heen laten gaan en het was haar
niet altijd even gemakkelijk op al deze vragen te
antwoorden. Maar Frundsberg liet haar niet ju
den steek. Als hij wist, dat een vraag haar in
verlegenheid kon brengen, greep hij handig
zoodat niemand iets van de groote comedie
merkte. Zoodra hij kon, nam hij echter 4'jce C«
en bracht haar naar haar hotel. In de hah dn®*
ken ze samen een kop thee.
.(Wordt vervolg.