Heffingen ten bate van bet leeningfonds. PUROL Indië's economische toestand beter dan in 1914. Aspirin 1 J&eCichtUtg, mm mini&tec de Qeec. Pijnlijke kloven „Reiger" hartelijk begroet in Johannesburg u A AND AG 12 F EBRUARI 1940 Het wetsontwerp houdende heffingen ten be hoeve van het léeningfonds 1940 is reeds aange kondigd in de memorie van toelichting op het aanhangige ontwerp tot instelling van een lee- nhiefonds. Het strekt, zoo schrijft thans de mi- nister van Financiën, om door tijdelijke hef fin- dekking te vinden voor de jaarlij ksche lasten Ier mobilisatie-uitgaven, voorzoover deze niet rechtstreeks zullen kunnen worden afgeschreven uit de bate van de herwaardeering van het goud, de opbrengst der oorlogswinstbelasting en even tüèele andere aan den kapitaaldienst van het lee ring*011^ ten goede komende middelen. Gelijk uit de onlangs ingediende begroo ting van het leeningfonds voor 1940 blijkt, «ai in dit jaar dekking moeten worden gevonden voor een uitgaafpost van 18,1 millioen. Deze post, voortvloeiende uit de mobilisatieuitgaven van 1938 en 1939, zal ge durende 15 jaar" op de begrooting van het fonds blijven drukken en zal in 1941 en volgende jaren stijgen tengevolge van wat in 1940 - en onverhoopt ook daarna - de m'obili- satie zal heibben getost. Bh het scheppen van de jaarlij ksche middelen voor het leeningfonds zal er derhalve rekening mee moeten gehouden worden, dat in 1940 rond 1'8 millioen te dekken zal zijn en in 1941 een hooger bedrag. Daar noch de duur der mobi lisatie-uitgaven, noch het bedrag dat daarvan rechtstreeks gedelgd zal kunnen worden, op dit oogeniblik ook maar bij benadering te schatten is kunnen de inkomsten, welke op den duur aan het fonds uit jaarlij ksche heffingen zullen moeten toevloeien, thans nog niet worden ge- ^Deminister is daarom te rade gegaan, voors hands te volstaan met een complex van heffin gen, waaruit voor het reeds ingetreden jaar, waarin zij slechts over een deel van het jaar zuilen werken, een opbrengst van rond 18 millioen kan worden verwacht, terwijl dan in 1941 en de volgende jaren, wanneer deze heffingen over het geheele jaar zullen werken, haar opbrengst kan worden geraamd op 27 millioen. Dit bedrag zal het leenihgfonds in 1941 en volgende jaren In ieder geval behoeven. In de keuze was de minister uiterst beperkt. Verreweg de meeste belastingen zijn in de ach terliggende jaren verhoogd. En ook üi het uit denken van nieuwe objecten van heffing is in die jaren de uiterste diligentie getoond. Daarbij komt, dat nog een tekort van 59 millioen op den normalen dienst dekking zal moeten vinden uit een met 30 millioen te verhoogen opbrengst van de inkomstenbelasting (aanvankelijk gevonden door een tijdelijke heffing van 15 opcenten op de gemeentefondsbelasting) en een met 20 mil lioen te verhoogen opbrengst van de belasting op de naamlooze vennootschappen (door omzet ting van de dividend- en tantième-belasting in een winstbelasting) Onder deze omstandigheden heeft de minister gemeend, dat door een viertal voorzieningen het op dit oogenblik voor het leeningfonds benoo- digde bedrag op de minst schadelijke wijze zal kunnen worden verkregen. Deze vier voorzienin gen zijn: 15 opcenten op de successiebelasting. In de eerste plaats wordt voorgesteld een hef fing van '15 opcenten op de successiebelasting. Verhooging der benzinebelasting met •bijna anderhalve cent per liter. De tweede voorziening', die voorgesteld wordt, Is een verhöoging van de benzinebelasting met een bedrag, hetwelk neerkomt op een kleine V/2 cent per liter. De minister acht dit evenmin als de heffing van 15 opcenten op de successiebelas ting, een aantrekkelijke maatregel, maar toch is dit z.i. een maatregel die, gezien den prijs welke voor de benzine betaald wordt in omliggende lan den, niet als buitengewoon vexatoir kan worden beschouwd. De pompprijs per liter, die in België 23,4 cent bedraagt en in Duitschland (de mark op 75 cent gerekend) 30 cent, zal hierdoor ten on zent stijgen tot 18 cent Koffiebelasting In de derde plaats is het oog gericht op een object van heffing dat afgezien van eer korte periode ten bate van het landbouw-crisisfonds tot dusver onbelast bleef, namelijk de koffie. Tien opcenten op den suikeraccijns Als vierde middel wordt voorgesteld een heffing van 10 opcenten op den suiker accijns. Op dit oogenblik worden op dien accijns geheven 10 op centen ten behoeve van de gewone middelen en 30 opcenten ten behoeve van het landbouwcrisis- fonds; tezamen alzoo 40. Eenige jaren geleden werden op den suikeraccijns 70 opcenten geheven, tamelijk 30 ten behoeve van de gewone middelen en 40 voor het landbouwcrisisfonds. Al zou het zeker niet raadzaam zijn, tot dit topcijfer terug te keeren, zoo'is de minister toch van meèning, flat in de huidige moeilijke omstandigheden tegen een verhooging met 10 opcenten onoverkomelijk bezwaar niet behoeft te worden gemaakt. Opbrengsten Het voorstel tot wijziging van het bijzonder benzinerecht in artikel 1 komt neer op een ver van dit invoerrecht met 1.90 per 100 Bij een soortelijk gewicht van C.72 be rekent dit een verhooging per liter van 1.368 cent, Verwacht wordt een hoogere jaarlij ksche bate van 7.600.000. Ten aanzien van de voorgestelde heffing op kof fie en de daarmede verband houdende bepalingen ™rkt de minister op, dat hier te lande hoofdza ak koffie ontdaan van de hoornschil wordt in- gevoerd. De belasting daarvan zal, gelijk blijkt uit artikel 2 van het ontwerp, 20.— per 100 kilo- u"J 'agen onverminderd de heffing van een "it, indien de invoer „verpakt" ge- «niedt, Voor de gebrande koffie, die daaruit wordt verkregen, zal de belasting dan, aangezien fiwe koffie door het branden aan gewicht ver iest, gemiddeld ongeveer 24— per 100 kilo- tram bedragen. Weliswaar is, gelijk blijkt uit ar- 'zei 2, bij invoer van gebrande koffie, welke in- r®™ in verhouding van den invoer van onge- rande koffie, zeer gering is, f 26.— per 100 kilo- tram verschuldigd, doch dit hoogere bedrag vindt grond in de omstandigheid dat, nu in het ta- w met in onderscheidingen kan worden getre- cn voor verschillende soorten en kwaliteiten Hïmi llet z,g- inbrandpercentage aan den vei- iiiiif k moest worden genomen. Deed men to niet, dan zou uiteraard de binnenlandsche con er tegenover zijn bultenlandschen «current worden benadeeld, jaande van eeri uit de statistiek blijkend (oSt ^durende de laatste jaren van ruim lihH kilogram, meent de minister de jaar- 2 brengt van het voorgestelde invoer- °P koffie op ruim 8.000.000 te kunnen De minister heeft gemeend de cichorei, pee koffie en andere koffiesurrogaten niet in de spe cifieke belasting te moeten betrekken. Ten aanzien van de opcenten op den suikerac cijns wordt nog opgemerkt dat, uitgaande van de opbrengst van de hoofdsom van den suikeraccijns over 1939, welke ruim 55 millioen gulden bedroeg, de opbrengst van de voorgestelde 10 opcenten kan worden geraamd op ruim 5.5 millioen gulden per jaar.. Bij artikel 9 stelt de minister een navordering voor, welke hij noodig acht om te voorkomen, dat aanzienlijke partijen suiker, welke in de suikerfa brieken en entrepots zijn opgeslagen, vóór 1 Mei 1940 tegen betaling van den niet-verhoogden ac cijns zullen worden uitgeslagen. Met het oog op de bestaande distributie-regeling behoeft niet te worden gevreesd dat winkeliers en particulieren vóór 1 Mei 1940 belangrijke voorraden zullen in slaan, zoodat de bedoelde voorzorgsmaatregel al leen ten opzichte van fabrikanten en groothan delaars behoeft te worden genomen. In verband hiermede mag de vrijgestelde hoeveelheid wel op 2500 kilogram worden gesteld. Wat de opcenten op de successierechten betreft, zegt de minister nog: Daar de hoofdsom van de rechten van succes sie, overgang en schenking voor het jaar 1940 geraamd is op een kleine 37 millioen (met de 20 opcenten 44 millioen), mag de jaarlijksche opbrengst voor de nieuwe voorgestelde 15 opcen ten geschat worden op ongeveer 5.5 millioen. In- tusschen zullen, daar de successie-rechten groo- tendeels eerst ongeveer negen maanden na het overlijden worden betaald, aan het dienstjaar 1940 nog sledhts geringe baten uit dit middel ten goede komen. In verband met de beoogde voorloopige invoe ring tegen ongeveer medio Februari 1940 van de verhoogde benzine-, benzol-, koffie- en suiker rechten op den voet van de tarief machtigingswet 1934 is de opbrengst van die verhooging voor het jaar 1940 te stellen op 14.000.000.—. Daa'r de opcenten op den suikeraccijns en de successierechten met 1 Mei in werking zullen tre den, zal hun opbrengst in 1940 blijven beneden het als jaaropbrengst geraamde bedrag. In verband met de onzekerheid nopens den duur en de kosten van den tegenwoordigen oorlog kan vooralsnog geen tijdstip worden genoemd, waarop de ontworpen wet, welke voorloopig is be doeld gedurende de vijftien jaar, vermeld in ar tikel 6 van het ontwerp voor de Leeningsfondswet 1940, te blijven werken, weder zal kunnen ver vallen. verzacht en geneest U met Tube 45 ct. Doos 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drog. (Adv Inqez. Med i Om haar employé's te wennen aan het gebruik van gasmaskers, hebben ver schillende groote Engelsche firma's verordend, dat haar personeel gedurende één dag per week de werkzaamheden verricht, voorzien van dit in oorlogstijd onmisbaar uitrustingsonderdeel. Langdurige formaliteiten bij aankomst JOHANNESBURG, 19 Januari (A. N. P.-speciale dienst) Het was een feestelijke morgen op het Rand- vliegveld; het weer was zonnig en niet al te warm, zooals ook in Bulawayo, toen de K. L. M.-machine daar Vrijdagmorgen 19 Januari kort voor zeven uur startte. Onder cns zien we een kronkelende rivierbed ding, met slechts weinig water erin: het is de Limpopo, de grens van- de Unie van Zuid-Afrika, en onder ons zien wij de vlakten en de koppies van het Transvaalsche landschap. De hoogte meter in de cabine, die niet gepreciseerd wordt, maar op zeepeil blijft staan, wijst ongeveer 2000 meter, maar het landschap ligt enkele honderden meters beneden ons, op een hoogvlakte immers, die zelf ver boven de 1500 meter boven zeepeil ligt. Van den grond af moeten de letters „Hol land" op den onderkant van romp en vleugels duidelijk te lezen zijn, en op eens weten we allen .weer, dat we er trotsch op zijn, hier maar zoo 'eenvoudigweg boven Transvaal te vliegen met een machine, waarop „Holland" staat en die in 4V2 dag zoo maar even uit Europa is gekomen. En die trots concentreert zich in de eerste plaats op «ónze bemanning, de vier mannen voor in de cockpit, die deze voor hen onbekende route over een geheel werelddeel hebben afgelegd met dezelfde eenvoudige vanzelfsprekendheid en het schijnbare gemak, waarmee zij van Schiphol naar Texel of de welbekende route naar Croydon vliegen. Te ruim half tien zijn we boven Pretoria, waar we eenige malen laag over heen cirkelen. Vooral het Union Buüding is duidelijk uit de lucht te zien, maar tevergeefs zoeken we het Voortrekker monument. Dan naderen we Johannesburg, een groote stad, die zich uitstrekt over vele vierkante mijlen, waarvan slechts het centrum dicht be bouwd is op Amerikaansche wijze, namelijk met vierkante huizenblokken en een aantal zeer hooge gebouwen. Aan drie kanten eromheen zien we hooge, gele zandbergen, de z.g.n. „dumps", be staande uit het uit de goudmijnen opgegraven zand, dat voor niets meer bruikbaar is. Deze dumps zien we ook verder op en zij zijn karakte ristiek voor het mijngebled van den Witwaters- rand. Het is enkele minuten voor tienen, als de „Reiger" boven het vliegveld Rand Airport ver schijnt. Dalende zien we, hoe het platte dak van het stationsgebouw en het terras ervoor zwart van de menschen is, en te tien uur precies, het aangekondigde tijdstip, raken de wielen den grond en rollen we in de richting van het sta- tinonsgebouw, de oranje-blanje-bleu K. L. M.- vlag trotsch voorop uit de cockpit. Zoodra de motoren stilstaan en de cabinedeur opengaat, hooren we luid gejuich, blijkbaar van landgenooten, want we hooren: „Hup Holland". „Leve de K. L. M.". Voordat we echter kunnen uitstappen, klimt een ambtenaar de machine binnen die den commandant wil spreken. Het is de dokter van den quarantaine dienst, die van ge zagvoerder Blaak een verklaring wil hebben, dat we allen gezond zijn en dat er aan boord geen besmettelijke ziekten hebben geheersc.ht. Pas dan mogen we naar buiten, en er gaat een luid gejuich op al" onze kranige bemanning verschijnt. „Leve -k, Leve Hulsebos", roept een stem, die blijkt „jhooren aan een sedert kort hier gevestigde Nederlandsche dame, die verleden jaar tot kort voor haar huwelijk als air-hostess in dienst van de K. L. M. was. Voor ons verblijf van veertien dagen moeten vele en uitvoerige documenten worden ingevuld, die daarna stuk voor stuk door een immigratie ambtenaar op andere documenten worden over geschreven. De ambtenaar is de vriendelijkheid en coulance zelf, maar kan het ook niet helpen, dat hij alleen dertien binnenkomende reizigers moet verwerken* op de uitgebreide manier, welke de voorschriften eischen, en zoo duurt het lan ger dan drie kwartier, aleer de laatste „Reiger"- opvarende in het volgende lokaal belandt, waar het douane-onderzoek eveneens zeer uitvoerig geschiedt, wederom met invulling van tal van do cumenten. Alles bijeen duurt het bijna vijf kwar tier alvorens wij klaar zijn. De wacntende land genooten drukken zich de neuzen plat tegen de ruiten, die het douanelokaal van de wachtkamers scheiden, en de burgemeester van Johannesburg, die ter verwelkoming aanwezig was, maar tegen twaalf uur een belangrijke vergadering in de stad moest bijwonen, moest zonder de aangekomenen gesproken te hebben en met achterlating van zijn verontschuldiging onverrichterzake vertrekken. Het een en ander heeft in de Zuid-Afrikaansche bladen van verschillende taal en richting aanlei ding gegeven tot de critische opmerking, dat een beetje meer soepelheid in het bijzonder in dit ge val, wel op zijn plaats zou zijn geweest. Toen alle opvarenden waren „ingeklaard" en „vrijgegeven" volgden hartelijke persoonlijke be groetingen, alsmede een uitnoodiging van de Ne derlandsche Vereeniging, om bijeen te komen in het bovenrestaurant van het luchthavengebouw Daar werden de Nederlanders opnieuw verwei-, komd door den consul te Johannesburg, den heer Donker, door den zaakgelastigde van de Neder landsche legatie te Pretoria, mr. E. Star Bus- mann, door den burgemeester van Germiston, binnen wiens gemeente het Rand-vliegveld, dat gemeenschappelijk eigendom is van de gemeen ten Johannesburg en 'Germiston, is gelegen, en door den onder-burgemeester van Johannesburg. De burgemeester van Germiston, met wien wij later nog uitvoeriger kennis zouden maken, sprak zijn vreugde uit over de komst van een Neder- landsch vliegtuig, juist nu. in oorlogstijd. Hij zag er een bewijs in van het saamhorigheidsgevoel tusschen alle democratische landen en heette de Nederlandsche bezoekers hartelijk welkom, „met welk doel uw machine hier ook gekomen is". Nadat gezagvoerder Blaak, man van weinig woorden, voor de hartelijke ontvangst had be dankt, beantwoordde de heer Reyers als verte genwoordiger der K. L. M. deze vraag. „Deze vlucht moet worden beschouwd als een goodwill- vlucht". zeide hij, „maar als men ons wil toe staan, regelmatig een dienst op Zuid-Afrika te onderhouden, zullen we maar al te blij zijn, indien we aan een verzoek in dezen geest gevolg zullen kunnen geven". Pas in den loop van den namiddag ging het gezelschap uiteen, niet dan nadat verscheidene nieuw aangekomenen reeds banden hadden aan geknoopt met de hier gevestigde Nederlanders, die hun met hun kennis Van de plaatselijke toe standen tal van goede wenken gaven om* de veertien dagen, die zij in het nieuwe land zullen „.oorbrengen, zooveel mogelijk uit te buiten. Geen korting op de pensioenen. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende de begrooting van Ned.-Indié voor 1940 verklaart de Minister van Koloniën, dat groot? soberheid in den landsdienst en strenge toetsing van nieuwe maatregelen aan den eisch van volstrekte onvermijdelijkheid, het parool blijft voor de budgetaire politiek der regeering. Bij deze stand van zaken mag het in tusschen een reden tot groote voldoening zijn, dat de ge raamde tekorten over de jaren 1937 en 1938 ten slotte in de rekeningscijfers voor overschotten blijken te hebben plaats gemaakt en dat ook voor 1939 het tekort belangrijk zal meevallen, terwijl verdere verlaging van het verwacht tekort, dat momenteel 20 millioen bedraagt, niet uitge sloten is te achten. Al is het juist, dat deze -„gunstige uitkom sten in hoofdzaak te danken zijn aan de sterk meevallende middelen, daarnaast kan toch voor een beoordeeling van het financieel beleid waarde niet worden ontzegd aan hét feit dat de uitgaven en dit geldt ook voor het jaar 1938 - binnen de begrootingsraming zijn gebleven. Een korting op de reeds toegekende pensioe nen, in welken vorm ook, kan de minister in deze omstandigheden niet in overweging nemen. Van de noodzakelijkheid om door een voor zichtig beheer van de landshuishouding de stij ging van de vlottende schuld zooveel mogelijk te beperken is de minister, met de Indische regee ring, ten volle doordrongen. Op 1 Januari van dit jaar was het cijfer der totale schuld ad 1.372.545.000 (waarvan 12.617.000 vlottend) slechts weinig hooger dan een jaar tevoren 1.368.007.000), waarin zich het niet onbe vredigend verloop van den dienst 1939 af- teekent. In de instelling van een defensiefonds voor Indië ziet de minister geen heil. In economisch opzicht toestand beter dan in 1914. Ook naar de meening van den minister staat Nederlandsch-Indië er in economisch opzicht thans over het algemeen beter voor dan in 1914 In één enkel opzicht is de situatie ongunstiger dan in 1914, nil. ten aanzien van de overheids schuld. Deze was in genoemd jaar gering en is thans door den loop der omstandigheden niet onbelangrijk toegenomen. Er is alle reden zich over de resultaten van de actieve handelspolitiek en de samenwerking tusschen Nederland en Indië te verheugen. In zonderheid sinds het uitbreken van den oorlog is de samenwerking tusschen moederland en Indië zeer intensief tot wederzijdsch voordeel en in wederzijdsch belang. Bevordering investeering' van Nederlandsch kapitaal. De minister stemt in met het gevoelen van verscheidene leden, dat het Nederlandsch kapi taal voor de verdere ontplooiing van het Ne- derlandsch-Indlsch bedrijfsleven niet kan wor den ontbeerd. De regeering zal niet nalaten ten aanzien van het grootbedrijf diligent te blijven en daartoe de voortgaande investeering van Nederlandsch kapitaal te bevorderen. Staatkundig beleid. De beschouwingen omtrent het voor het heden en de naaste toekomst geboden staatkundig beleid vertoonen, bij alle verschil in strekking, op één punt een overeenstemming, die belangrijk ge noeg schijnt om daarop in de eerste plaats de aandacht te vestigen. Op dit punt namelijk, dat geen enkele stem is opgegaan die een terugtred op den in de laatste decennia afgelegden weg, of zelfs een stilstand bij het thans bereikte bepleit. Alle leden, hoezeer overigens hun in het voorloopig' verslag vertolkte meeningen uiteen mogen loopen hebben de nood zakelijkheid betoogd van een voortgaan op den weg der staatkundige hervormingen. Te dien aanzien bestaat klaarblijkelijk in de Tweede Kamer een volkomen eenstemmigheid. Naar de meening van den minister is de verwachting gewettigd, dat de verblijdende ontplooiing van nieuw leven op geestelijk en stoffelijk gebied, welke zich vooral in de inheemsche maatschappij manifesteert in de sfeer van het onderwijs, den landbouw, de industrialisatie, de kolonisatie, niet zal na laten uitloopers te vormen op staatkundig terrein, in dien zin, dat geleidelijk meer talent>en élan naar voren zuilen komen om de taak te ver vullen, welke door de bestaande instellingen voor de ingezetenen is weggelegd. Het zoude te betreu ren zijn, indien al deze energie werd afgeleid in een richting, waarin vooralsnog de oplossing van het vraagstuk der zelfstandige bestuursvoering in Nederlandsch-Indië met intensieve medewerking van de inwoners, niet in de eerste plaats dient te worden gezocht. Deze overtuiging noopt hem tot een krach tige. niet voor miskenning vatbare stelling- name tegenover desiderata, welker verwezen lijking hij in de gegeven omstandigheden funest zou achten niet slechts uit een alge meen oogpunt, doch ook en vooral voor de gezonde staatkundige ontwikkeling van Ne derlandsch-Indië zelf. Dat bij sommige in heemsche voormannen te dien opzichte niet het recht begrip aanwezig is. dat dezen in hun begrijpelijk ongeduld willen voortsnel len zonder om te zien, moge verklaarbaar zijn, doch de regeering moet om de uit spraak van een ander Volksraadslid te ci- teeren haar „hart pantseren tegen een toe geeflijkheid, welke volgens nuchtere bereke ning aan het eind het gewenschte effect niet zal vermogen te sorteeren". Staatkundige bevoegdheden kunnen niet ge zien worden zonder het complement van staat kundige verantwoordelijkheid egn staatkundige verantwoordelijkheid van de leiders de§ volks is niet denkbaar, zoolang dit volk zelf niet in staat is, althans in groote trekken het staatkundig be leid te overzien. De mate, waarin sedert 1922 in Indië staatkundige bevoegdheden zijn verleend, stemt nog lang niet overeen met de staatkundige vermogens van het volk in zijn geheel. Justitieele aangelegenheden. Den leden, die niet ontkenden, dat inzake de bekende zedenmisdrijven een sterk ingrijpen noo dig was, maar niettemin de vraag stelden, of daarbij niet met meer beleid te werk had kunnen zijn gegaan, voert de minister tegemoet, dat de aan den dag gekomen misstanden nu eenmaa1 vereischen. dat het kwaad in den wortel werd aangetast, zonder aanzien des persoons. Den minister zijn geen feitelijke gegevens be kend. welke aanleiding kunnen geven tot eer veronderstelling, als zoude de justitie ten aan zien van Europeesche verdachten in deze zakev een mildere gedragslijn hebben aangenomen da- tegenover niet-Eurooeesche "erdachten. Departement van oorlog. Hoewel de uitbreiding en moderniseering va- het leger zich in een vergevorderd stadium be- v inden, is het, niet in de laatste plaats in ver band met de moeilijkheden inzake leveranties als gevolg van den internationaal-politieken toe stand, niet mogelijk te zeggen, wanneer deze reorganisatie geheel zal zijn voltooid. De minister kan tot zijn leedwezen geen vrij heid vinden, gevolg te geven aan het in het voorloopig verslag tot uiting komend verlan gen van overleging aan de Kamer van de als definitief gedachte legenïnrichting en van het geen daaraan nog ontbreekt. Voor de hand lig gende redenen van landsbelang verzetten zich daartegen. Het is hem voorshands niet mogelijk op te geven, welk bedrag ongeveer met de geheele legerorganisatie zal zijn gemoeid. De minister handhaaft onverkort zijn reeds vroeger bekend gestelde meening, dat de op leiding van de toekomstige officieren van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger uitslui tend in Nederland dient te geschieden. Departement van Marine. Ook de regeering kan geen waardeering heb ben voor de wijze waarop schrijvers, die terzake geenerlei verantwoordelijkheid dragen, zich in couranten en tijdschriften nopens de voorge nomen vlootversterking hebben uitgelaten. De regeering gaat echter in deze aangelegenheid doelbewust haar eigen weg, waarbij de ver schillende ambtelijke adviezen, voor zoover noo dig mondeling toegelicht door gezaghebbende marine-deskundigen, tot richtsnoer worden ge nomen. Te dezer zake kan thans worden mede gedeeld, dat de regeering na rijp beraad haar gedragslijn heeft bepaald. Hoewel het aanschaffen van luchtkruisers in de bedoeling ligt, laat de huidige personeelsbe zetting bij de militaire luchtvaart nog niet toe, dat reeds daartoe wordt overgegaan. Nederlandsche ambulance krijgt in Finland een ziekenhuis. Naar wij van de zijde der ambulancecommissie van het Nederlandsche Roode Kruis vernemen, heeft dr. Ch. Winckel uit Helsinki geseind, dat een zie kenhuis ter beschikking van de Nederlandsche am bulance zal worden gesteld. Dit ziekenhuis is gelegen op een afstand van circa tachtig kilometer achter het front ten Noordwesten van het Ladoga- meer Het telegram van dr. Winckel bevat tevens ver schillende gegevens omtrent het aantal bedden en hetgeen aan personeel en materieel benoodigd is voor het in werking brengen van de ambulance. Er wordt verzocht, naast een leider, eenige chirurgen en assistenten, ongeveer twintig verpleegsters uit te zenden. Dr. Winckel is voornemens Woensdagmiddag op Schiphol terug te keeren. Vrachtaulodienst tu§schen Urk en Lemmer hersteld. Het ijs tusschen Lemmer en Urk in het gebied van den toekomstigen Noord-Oostpolder is zeer goed berijdbaar. Zaterdagmiddag werd er dan ook druk gereden. De autovrachtdienst „Friesland-expresse" tus schen Urk en Lemmer heeft zijn diensten, welke door den dooi eenigen tijd onderbroken waren, her vat. De route, welke de auto's thans volgen is ten Oosten van den dijk, wélke Urk met het vaste land verbindt. Ontploffing aan boord van Noorsch tankschip. Vier dooden. BATAVIA 10 Februari (AnetaA. N. P.) Aan boord van het Noorsche tankschip „Thordis", lig gende bij de Droogdok Maatschappij te Tandjong- Priok, is een ontploffing voorgekomen, tengevolge waarvan vier inheemsche koelies werden gedood,, en één ernstig gewond. De oorzaak van de ontploffing is het feit, dat een der koelies op den bodem van de tank rookte. De „Thordis" lag in het droogdok voor het onder gaan van een periodieke dokbeurt. /uuS? (Adv. Ingez. Med.) Monteur stal isolatiemateriaal. De politie te Tilburg heeft' te Linne den chef monteur P. B. uit Brada gearresteerd onder ver denking, dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een groote hoeveelheid isolatie mate riaal. B. voerde in opdracht van een firma te Am sterdam werken uit in verschillende kazernes in het Zuiden en Oosten van het land. Hij ontving hier voor isolatiemateriaal, soms meer dan hij noodig had. Een gedeelte van het teveel werd door hem teruggestuurd, een deel echter behield hij. De poli tie had dit vernomen en heeft, verschillende huis zoekingen gedaan, o.a. bij een vroegeren employé van de firma te Amsterdam, Th. M„ waar men een groote hoeveelheid materiaal vond en bij een café houder P. D., beiden te Tilburg Ook bij den caféhouder werd een groote partij materiaal in be slag genoemn, De totale waarde van het gestolen materiaal wordt, geschat op 600 gulden. M. en D* zijn eveneens gearresteerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 3