Heffingen ten bate van bet
leeningfonds.
PUROL
Indië's economische toestand
beter dan in 1914.
Aspirin
1
J&eCichtUtg, mm mini&tec de Qeec.
Pijnlijke
kloven
„Reiger" hartelijk begroet in Johannesburg
u A AND AG 12 F
EBRUARI 1940
Het wetsontwerp houdende heffingen ten be
hoeve van het léeningfonds 1940 is reeds aange
kondigd in de memorie van toelichting op het
aanhangige ontwerp tot instelling van een lee-
nhiefonds. Het strekt, zoo schrijft thans de mi-
nister van Financiën, om door tijdelijke hef fin-
dekking te vinden voor de jaarlij ksche lasten
Ier mobilisatie-uitgaven, voorzoover deze niet
rechtstreeks zullen kunnen worden afgeschreven
uit de bate van de herwaardeering van het goud,
de opbrengst der oorlogswinstbelasting en even
tüèele andere aan den kapitaaldienst van het lee
ring*011^ ten goede komende middelen.
Gelijk uit de onlangs ingediende begroo
ting van het leeningfonds voor 1940 blijkt,
«ai in dit jaar dekking moeten worden
gevonden voor een uitgaafpost van 18,1
millioen. Deze post, voortvloeiende uit de
mobilisatieuitgaven van 1938 en 1939, zal ge
durende 15 jaar" op de begrooting van het
fonds blijven drukken en zal in 1941 en
volgende jaren stijgen tengevolge van wat in
1940 - en onverhoopt ook daarna - de m'obili-
satie zal heibben getost.
Bh het scheppen van de jaarlij ksche middelen
voor het leeningfonds zal er derhalve rekening
mee moeten gehouden worden, dat in 1940
rond 1'8 millioen te dekken zal zijn en in 1941
een hooger bedrag. Daar noch de duur der mobi
lisatie-uitgaven, noch het bedrag dat daarvan
rechtstreeks gedelgd zal kunnen worden, op dit
oogeniblik ook maar bij benadering te schatten
is kunnen de inkomsten, welke op den duur
aan het fonds uit jaarlij ksche heffingen zullen
moeten toevloeien, thans nog niet worden ge-
^Deminister is daarom te rade gegaan, voors
hands te volstaan met een complex van heffin
gen, waaruit voor het reeds ingetreden jaar,
waarin zij slechts over een deel van het jaar
zuilen werken, een opbrengst van rond 18 millioen
kan worden verwacht, terwijl dan in 1941 en
de volgende jaren, wanneer deze heffingen over
het geheele jaar zullen werken, haar opbrengst
kan worden geraamd op 27 millioen. Dit bedrag
zal het leenihgfonds in 1941 en volgende jaren
In ieder geval behoeven.
In de keuze was de minister uiterst beperkt.
Verreweg de meeste belastingen zijn in de ach
terliggende jaren verhoogd. En ook üi het uit
denken van nieuwe objecten van heffing is in
die jaren de uiterste diligentie getoond. Daarbij
komt, dat nog een tekort van 59 millioen op den
normalen dienst dekking zal moeten vinden uit
een met 30 millioen te verhoogen opbrengst van
de inkomstenbelasting (aanvankelijk gevonden
door een tijdelijke heffing van 15 opcenten op
de gemeentefondsbelasting) en een met 20 mil
lioen te verhoogen opbrengst van de belasting
op de naamlooze vennootschappen (door omzet
ting van de dividend- en tantième-belasting in
een winstbelasting)
Onder deze omstandigheden heeft de minister
gemeend, dat door een viertal voorzieningen het
op dit oogenblik voor het leeningfonds benoo-
digde bedrag op de minst schadelijke wijze zal
kunnen worden verkregen. Deze vier voorzienin
gen zijn:
15 opcenten op de successiebelasting.
In de eerste plaats wordt voorgesteld een hef
fing van '15 opcenten op de successiebelasting.
Verhooging der benzinebelasting met
•bijna anderhalve cent per liter.
De tweede voorziening', die voorgesteld wordt,
Is een verhöoging van de benzinebelasting met
een bedrag, hetwelk neerkomt op een kleine V/2
cent per liter. De minister acht dit evenmin als
de heffing van 15 opcenten op de successiebelas
ting, een aantrekkelijke maatregel, maar toch is
dit z.i. een maatregel die, gezien den prijs welke
voor de benzine betaald wordt in omliggende lan
den, niet als buitengewoon vexatoir kan worden
beschouwd. De pompprijs per liter, die in België
23,4 cent bedraagt en in Duitschland (de mark op
75 cent gerekend) 30 cent, zal hierdoor ten on
zent stijgen tot 18 cent
Koffiebelasting
In de derde plaats is het oog gericht op een
object van heffing dat afgezien van eer korte
periode ten bate van het landbouw-crisisfonds
tot dusver onbelast bleef, namelijk de koffie.
Tien opcenten op den suikeraccijns
Als vierde middel wordt voorgesteld een heffing
van 10 opcenten op den suiker accijns. Op dit
oogenblik worden op dien accijns geheven 10 op
centen ten behoeve van de gewone middelen en
30 opcenten ten behoeve van het landbouwcrisis-
fonds; tezamen alzoo 40. Eenige jaren geleden
werden op den suikeraccijns 70 opcenten geheven,
tamelijk 30 ten behoeve van de gewone middelen
en 40 voor het landbouwcrisisfonds. Al zou het
zeker niet raadzaam zijn, tot dit topcijfer terug
te keeren, zoo'is de minister toch van meèning,
flat in de huidige moeilijke omstandigheden tegen
een verhooging met 10 opcenten onoverkomelijk
bezwaar niet behoeft te worden gemaakt.
Opbrengsten
Het voorstel tot wijziging van het bijzonder
benzinerecht in artikel 1 komt neer op een ver
van dit invoerrecht met 1.90 per 100
Bij een soortelijk gewicht van C.72 be
rekent dit een verhooging per liter van 1.368
cent, Verwacht wordt een hoogere jaarlij ksche
bate van 7.600.000.
Ten aanzien van de voorgestelde heffing op kof
fie en de daarmede verband houdende bepalingen
™rkt de minister op, dat hier te lande hoofdza
ak koffie ontdaan van de hoornschil wordt in-
gevoerd. De belasting daarvan zal, gelijk blijkt uit
artikel 2 van het ontwerp, 20.— per 100 kilo-
u"J 'agen onverminderd de heffing van een
"it, indien de invoer „verpakt" ge-
«niedt, Voor de gebrande koffie, die daaruit
wordt verkregen, zal de belasting dan, aangezien
fiwe koffie door het branden aan gewicht ver
iest, gemiddeld ongeveer 24— per 100 kilo-
tram bedragen. Weliswaar is, gelijk blijkt uit ar-
'zei 2, bij invoer van gebrande koffie, welke in-
r®™ in verhouding van den invoer van onge-
rande koffie, zeer gering is, f 26.— per 100 kilo-
tram verschuldigd, doch dit hoogere bedrag vindt
grond in de omstandigheid dat, nu in het ta-
w met in onderscheidingen kan worden getre-
cn voor verschillende soorten en kwaliteiten
Hïmi llet z,g- inbrandpercentage aan den vei-
iiiiif k moest worden genomen. Deed men
to niet, dan zou uiteraard de binnenlandsche
con er tegenover zijn bultenlandschen
«current worden benadeeld,
jaande van eeri uit de statistiek blijkend
(oSt ^durende de laatste jaren van ruim
lihH kilogram, meent de minister de jaar-
2 brengt van het voorgestelde invoer-
°P koffie op ruim 8.000.000 te kunnen
De minister heeft gemeend de cichorei, pee
koffie en andere koffiesurrogaten niet in de spe
cifieke belasting te moeten betrekken.
Ten aanzien van de opcenten op den suikerac
cijns wordt nog opgemerkt dat, uitgaande van de
opbrengst van de hoofdsom van den suikeraccijns
over 1939, welke ruim 55 millioen gulden bedroeg,
de opbrengst van de voorgestelde 10 opcenten kan
worden geraamd op ruim 5.5 millioen gulden per
jaar..
Bij artikel 9 stelt de minister een navordering
voor, welke hij noodig acht om te voorkomen, dat
aanzienlijke partijen suiker, welke in de suikerfa
brieken en entrepots zijn opgeslagen, vóór 1 Mei
1940 tegen betaling van den niet-verhoogden ac
cijns zullen worden uitgeslagen. Met het oog op
de bestaande distributie-regeling behoeft niet te
worden gevreesd dat winkeliers en particulieren
vóór 1 Mei 1940 belangrijke voorraden zullen in
slaan, zoodat de bedoelde voorzorgsmaatregel al
leen ten opzichte van fabrikanten en groothan
delaars behoeft te worden genomen. In verband
hiermede mag de vrijgestelde hoeveelheid wel op
2500 kilogram worden gesteld.
Wat de opcenten op de successierechten betreft,
zegt de minister nog:
Daar de hoofdsom van de rechten van succes
sie, overgang en schenking voor het jaar 1940
geraamd is op een kleine 37 millioen (met de
20 opcenten 44 millioen), mag de jaarlijksche
opbrengst voor de nieuwe voorgestelde 15 opcen
ten geschat worden op ongeveer 5.5 millioen. In-
tusschen zullen, daar de successie-rechten groo-
tendeels eerst ongeveer negen maanden na het
overlijden worden betaald, aan het dienstjaar 1940
nog sledhts geringe baten uit dit middel ten goede
komen.
In verband met de beoogde voorloopige invoe
ring tegen ongeveer medio Februari 1940 van de
verhoogde benzine-, benzol-, koffie- en suiker
rechten op den voet van de tarief machtigingswet
1934 is de opbrengst van die verhooging voor het
jaar 1940 te stellen op 14.000.000.—.
Daa'r de opcenten op den suikeraccijns en de
successierechten met 1 Mei in werking zullen tre
den, zal hun opbrengst in 1940 blijven beneden
het als jaaropbrengst geraamde bedrag.
In verband met de onzekerheid nopens den
duur en de kosten van den tegenwoordigen oorlog
kan vooralsnog geen tijdstip worden genoemd,
waarop de ontworpen wet, welke voorloopig is be
doeld gedurende de vijftien jaar, vermeld in ar
tikel 6 van het ontwerp voor de Leeningsfondswet
1940, te blijven werken, weder zal kunnen ver
vallen.
verzacht en geneest U met
Tube 45 ct. Doos 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drog.
(Adv Inqez. Med i
Om haar employé's te wennen aan het gebruik van gasmaskers, hebben ver
schillende groote Engelsche firma's verordend, dat haar personeel gedurende
één dag per week de werkzaamheden verricht, voorzien van dit in oorlogstijd
onmisbaar uitrustingsonderdeel.
Langdurige formaliteiten bij aankomst
JOHANNESBURG, 19 Januari (A. N. P.-speciale
dienst)
Het was een feestelijke morgen op het Rand-
vliegveld; het weer was zonnig en niet al te warm,
zooals ook in Bulawayo, toen de K. L. M.-machine
daar Vrijdagmorgen 19 Januari kort voor zeven
uur startte.
Onder cns zien we een kronkelende rivierbed
ding, met slechts weinig water erin: het is de
Limpopo, de grens van- de Unie van Zuid-Afrika,
en onder ons zien wij de vlakten en de koppies
van het Transvaalsche landschap. De hoogte
meter in de cabine, die niet gepreciseerd wordt,
maar op zeepeil blijft staan, wijst ongeveer 2000
meter, maar het landschap ligt enkele honderden
meters beneden ons, op een hoogvlakte immers,
die zelf ver boven de 1500 meter boven zeepeil
ligt. Van den grond af moeten de letters „Hol
land" op den onderkant van romp en vleugels
duidelijk te lezen zijn, en op eens weten we allen
.weer, dat we er trotsch op zijn, hier maar zoo
'eenvoudigweg boven Transvaal te vliegen met een
machine, waarop „Holland" staat en die in 4V2
dag zoo maar even uit Europa is gekomen.
En die trots concentreert zich in de eerste
plaats op «ónze bemanning, de vier mannen voor
in de cockpit, die deze voor hen onbekende route
over een geheel werelddeel hebben afgelegd met
dezelfde eenvoudige vanzelfsprekendheid en het
schijnbare gemak, waarmee zij van Schiphol naar
Texel of de welbekende route naar Croydon
vliegen.
Te ruim half tien zijn we boven Pretoria, waar
we eenige malen laag over heen cirkelen. Vooral
het Union Buüding is duidelijk uit de lucht te
zien, maar tevergeefs zoeken we het Voortrekker
monument. Dan naderen we Johannesburg, een
groote stad, die zich uitstrekt over vele vierkante
mijlen, waarvan slechts het centrum dicht be
bouwd is op Amerikaansche wijze, namelijk met
vierkante huizenblokken en een aantal zeer hooge
gebouwen. Aan drie kanten eromheen zien we
hooge, gele zandbergen, de z.g.n. „dumps", be
staande uit het uit de goudmijnen opgegraven
zand, dat voor niets meer bruikbaar is. Deze
dumps zien we ook verder op en zij zijn karakte
ristiek voor het mijngebled van den Witwaters-
rand.
Het is enkele minuten voor tienen, als de
„Reiger" boven het vliegveld Rand Airport ver
schijnt. Dalende zien we, hoe het platte dak van
het stationsgebouw en het terras ervoor zwart
van de menschen is, en te tien uur precies, het
aangekondigde tijdstip, raken de wielen den
grond en rollen we in de richting van het sta-
tinonsgebouw, de oranje-blanje-bleu K. L. M.-
vlag trotsch voorop uit de cockpit.
Zoodra de motoren stilstaan en de cabinedeur
opengaat, hooren we luid gejuich, blijkbaar van
landgenooten, want we hooren: „Hup Holland".
„Leve de K. L. M.". Voordat we echter kunnen
uitstappen, klimt een ambtenaar de machine
binnen die den commandant wil spreken. Het is
de dokter van den quarantaine dienst, die van ge
zagvoerder Blaak een verklaring wil hebben, dat
we allen gezond zijn en dat er aan boord geen
besmettelijke ziekten hebben geheersc.ht. Pas dan
mogen we naar buiten, en er gaat een luid gejuich
op al" onze kranige bemanning verschijnt. „Leve
-k, Leve Hulsebos", roept een stem, die blijkt
„jhooren aan een sedert kort hier gevestigde
Nederlandsche dame, die verleden jaar tot kort
voor haar huwelijk als air-hostess in dienst van
de K. L. M. was.
Voor ons verblijf van veertien dagen moeten
vele en uitvoerige documenten worden ingevuld,
die daarna stuk voor stuk door een immigratie
ambtenaar op andere documenten worden over
geschreven. De ambtenaar is de vriendelijkheid
en coulance zelf, maar kan het ook niet helpen,
dat hij alleen dertien binnenkomende reizigers
moet verwerken* op de uitgebreide manier, welke
de voorschriften eischen, en zoo duurt het lan
ger dan drie kwartier, aleer de laatste „Reiger"-
opvarende in het volgende lokaal belandt, waar
het douane-onderzoek eveneens zeer uitvoerig
geschiedt, wederom met invulling van tal van do
cumenten. Alles bijeen duurt het bijna vijf kwar
tier alvorens wij klaar zijn. De wacntende land
genooten drukken zich de neuzen plat tegen de
ruiten, die het douanelokaal van de wachtkamers
scheiden, en de burgemeester van Johannesburg,
die ter verwelkoming aanwezig was, maar tegen
twaalf uur een belangrijke vergadering in de stad
moest bijwonen, moest zonder de aangekomenen
gesproken te hebben en met achterlating van zijn
verontschuldiging onverrichterzake vertrekken.
Het een en ander heeft in de Zuid-Afrikaansche
bladen van verschillende taal en richting aanlei
ding gegeven tot de critische opmerking, dat een
beetje meer soepelheid in het bijzonder in dit ge
val, wel op zijn plaats zou zijn geweest.
Toen alle opvarenden waren „ingeklaard" en
„vrijgegeven" volgden hartelijke persoonlijke be
groetingen, alsmede een uitnoodiging van de Ne
derlandsche Vereeniging, om bijeen te komen in
het bovenrestaurant van het luchthavengebouw
Daar werden de Nederlanders opnieuw verwei-,
komd door den consul te Johannesburg, den heer
Donker, door den zaakgelastigde van de Neder
landsche legatie te Pretoria, mr. E. Star Bus-
mann, door den burgemeester van Germiston,
binnen wiens gemeente het Rand-vliegveld, dat
gemeenschappelijk eigendom is van de gemeen
ten Johannesburg en 'Germiston, is gelegen, en
door den onder-burgemeester van Johannesburg.
De burgemeester van Germiston, met wien wij
later nog uitvoeriger kennis zouden maken, sprak
zijn vreugde uit over de komst van een Neder-
landsch vliegtuig, juist nu. in oorlogstijd. Hij zag
er een bewijs in van het saamhorigheidsgevoel
tusschen alle democratische landen en heette de
Nederlandsche bezoekers hartelijk welkom, „met
welk doel uw machine hier ook gekomen is".
Nadat gezagvoerder Blaak, man van weinig
woorden, voor de hartelijke ontvangst had be
dankt, beantwoordde de heer Reyers als verte
genwoordiger der K. L. M. deze vraag. „Deze
vlucht moet worden beschouwd als een goodwill-
vlucht". zeide hij, „maar als men ons wil toe
staan, regelmatig een dienst op Zuid-Afrika te
onderhouden, zullen we maar al te blij zijn, indien
we aan een verzoek in dezen geest gevolg zullen
kunnen geven".
Pas in den loop van den namiddag ging het
gezelschap uiteen, niet dan nadat verscheidene
nieuw aangekomenen reeds banden hadden aan
geknoopt met de hier gevestigde Nederlanders,
die hun met hun kennis Van de plaatselijke toe
standen tal van goede wenken gaven om* de
veertien dagen, die zij in het nieuwe land zullen
„.oorbrengen, zooveel mogelijk uit te buiten.
Geen korting op
de pensioenen.
In de Memorie van Antwoord aan de Tweede
Kamer betreffende de begrooting van Ned.-Indié
voor 1940 verklaart de Minister van Koloniën, dat
groot? soberheid in den landsdienst en strenge
toetsing van nieuwe maatregelen aan den eisch
van volstrekte onvermijdelijkheid, het parool
blijft voor de budgetaire politiek der regeering.
Bij deze stand van zaken mag het in tusschen
een reden tot groote voldoening zijn, dat de ge
raamde tekorten over de jaren 1937 en 1938 ten
slotte in de rekeningscijfers voor overschotten
blijken te hebben plaats gemaakt en dat ook
voor 1939 het tekort belangrijk zal meevallen,
terwijl verdere verlaging van het verwacht tekort,
dat momenteel 20 millioen bedraagt, niet uitge
sloten is te achten.
Al is het juist, dat deze -„gunstige uitkom
sten in hoofdzaak te danken zijn aan de sterk
meevallende middelen, daarnaast kan toch voor
een beoordeeling van het financieel beleid
waarde niet worden ontzegd aan hét feit dat de
uitgaven en dit geldt ook voor het jaar 1938 -
binnen de begrootingsraming zijn gebleven.
Een korting op de reeds toegekende pensioe
nen, in welken vorm ook, kan de minister in
deze omstandigheden niet in overweging nemen.
Van de noodzakelijkheid om door een voor
zichtig beheer van de landshuishouding de stij
ging van de vlottende schuld zooveel mogelijk te
beperken is de minister, met de Indische regee
ring, ten volle doordrongen. Op 1 Januari van
dit jaar was het cijfer der totale schuld ad
1.372.545.000 (waarvan 12.617.000 vlottend)
slechts weinig hooger dan een jaar tevoren
1.368.007.000), waarin zich het niet onbe
vredigend verloop van den dienst 1939 af-
teekent.
In de instelling van een defensiefonds voor
Indië ziet de minister geen heil.
In economisch opzicht toestand
beter dan in 1914.
Ook naar de meening van den minister staat
Nederlandsch-Indië er in economisch opzicht
thans over het algemeen beter voor dan in 1914
In één enkel opzicht is de situatie ongunstiger
dan in 1914, nil. ten aanzien van de overheids
schuld. Deze was in genoemd jaar gering en is
thans door den loop der omstandigheden niet
onbelangrijk toegenomen.
Er is alle reden zich over de resultaten van
de actieve handelspolitiek en de samenwerking
tusschen Nederland en Indië te verheugen. In
zonderheid sinds het uitbreken van den oorlog
is de samenwerking tusschen moederland en
Indië zeer intensief tot wederzijdsch voordeel
en in wederzijdsch belang.
Bevordering investeering' van
Nederlandsch kapitaal.
De minister stemt in met het gevoelen van
verscheidene leden, dat het Nederlandsch kapi
taal voor de verdere ontplooiing van het Ne-
derlandsch-Indlsch bedrijfsleven niet kan wor
den ontbeerd.
De regeering zal niet nalaten ten aanzien van
het grootbedrijf diligent te blijven en daartoe
de voortgaande investeering van Nederlandsch
kapitaal te bevorderen.
Staatkundig beleid.
De beschouwingen omtrent het voor het heden
en de naaste toekomst geboden staatkundig beleid
vertoonen, bij alle verschil in strekking, op één
punt een overeenstemming, die belangrijk ge
noeg schijnt om daarop in de eerste plaats de
aandacht te vestigen.
Op dit punt namelijk, dat geen enkele stem is
opgegaan die een terugtred op den in de laatste
decennia afgelegden weg, of zelfs een stilstand
bij het thans bereikte bepleit. Alle leden, hoezeer
overigens hun in het voorloopig' verslag vertolkte
meeningen uiteen mogen loopen hebben de nood
zakelijkheid betoogd van een voortgaan op den
weg der staatkundige hervormingen. Te dien
aanzien bestaat klaarblijkelijk in de Tweede
Kamer een volkomen eenstemmigheid.
Naar de meening van den minister is de
verwachting gewettigd, dat de verblijdende
ontplooiing van nieuw leven op geestelijk
en stoffelijk gebied, welke zich vooral in de
inheemsche maatschappij manifesteert in de
sfeer van het onderwijs, den landbouw, de
industrialisatie, de kolonisatie, niet zal na
laten uitloopers te vormen op staatkundig
terrein, in dien zin, dat geleidelijk meer talent>en
élan naar voren zuilen komen om de taak te ver
vullen, welke door de bestaande instellingen voor
de ingezetenen is weggelegd. Het zoude te betreu
ren zijn, indien al deze energie werd afgeleid in
een richting, waarin vooralsnog de oplossing van
het vraagstuk der zelfstandige bestuursvoering in
Nederlandsch-Indië met intensieve medewerking
van de inwoners, niet in de eerste plaats dient
te worden gezocht.
Deze overtuiging noopt hem tot een krach
tige. niet voor miskenning vatbare stelling-
name tegenover desiderata, welker verwezen
lijking hij in de gegeven omstandigheden
funest zou achten niet slechts uit een alge
meen oogpunt, doch ook en vooral voor de
gezonde staatkundige ontwikkeling van Ne
derlandsch-Indië zelf. Dat bij sommige in
heemsche voormannen te dien opzichte niet
het recht begrip aanwezig is. dat dezen in
hun begrijpelijk ongeduld willen voortsnel
len zonder om te zien, moge verklaarbaar
zijn, doch de regeering moet om de uit
spraak van een ander Volksraadslid te ci-
teeren haar „hart pantseren tegen een toe
geeflijkheid, welke volgens nuchtere bereke
ning aan het eind het gewenschte effect niet
zal vermogen te sorteeren".
Staatkundige bevoegdheden kunnen niet ge
zien worden zonder het complement van staat
kundige verantwoordelijkheid egn staatkundige
verantwoordelijkheid van de leiders de§ volks is
niet denkbaar, zoolang dit volk zelf niet in staat
is, althans in groote trekken het staatkundig be
leid te overzien. De mate, waarin sedert 1922 in
Indië staatkundige bevoegdheden zijn verleend,
stemt nog lang niet overeen met de staatkundige
vermogens van het volk in zijn geheel.
Justitieele aangelegenheden.
Den leden, die niet ontkenden, dat inzake de
bekende zedenmisdrijven een sterk ingrijpen noo
dig was, maar niettemin de vraag stelden, of
daarbij niet met meer beleid te werk had kunnen
zijn gegaan, voert de minister tegemoet, dat de
aan den dag gekomen misstanden nu eenmaa1
vereischen. dat het kwaad in den wortel werd
aangetast, zonder aanzien des persoons.
Den minister zijn geen feitelijke gegevens be
kend. welke aanleiding kunnen geven tot eer
veronderstelling, als zoude de justitie ten aan
zien van Europeesche verdachten in deze zakev
een mildere gedragslijn hebben aangenomen da-
tegenover niet-Eurooeesche "erdachten.
Departement van oorlog.
Hoewel de uitbreiding en moderniseering va-
het leger zich in een vergevorderd stadium be-
v inden, is het, niet in de laatste plaats in ver
band met de moeilijkheden inzake leveranties
als gevolg van den internationaal-politieken toe
stand, niet mogelijk te zeggen, wanneer deze
reorganisatie geheel zal zijn voltooid.
De minister kan tot zijn leedwezen geen vrij
heid vinden, gevolg te geven aan het in het
voorloopig verslag tot uiting komend verlan
gen van overleging aan de Kamer van de als
definitief gedachte legenïnrichting en van het
geen daaraan nog ontbreekt. Voor de hand lig
gende redenen van landsbelang verzetten zich
daartegen.
Het is hem voorshands niet mogelijk op te
geven, welk bedrag ongeveer met de geheele
legerorganisatie zal zijn gemoeid.
De minister handhaaft onverkort zijn reeds
vroeger bekend gestelde meening, dat de op
leiding van de toekomstige officieren van het
Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger uitslui
tend in Nederland dient te geschieden.
Departement van Marine.
Ook de regeering kan geen waardeering heb
ben voor de wijze waarop schrijvers, die terzake
geenerlei verantwoordelijkheid dragen, zich in
couranten en tijdschriften nopens de voorge
nomen vlootversterking hebben uitgelaten. De
regeering gaat echter in deze aangelegenheid
doelbewust haar eigen weg, waarbij de ver
schillende ambtelijke adviezen, voor zoover noo
dig mondeling toegelicht door gezaghebbende
marine-deskundigen, tot richtsnoer worden ge
nomen. Te dezer zake kan thans worden mede
gedeeld, dat de regeering na rijp beraad haar
gedragslijn heeft bepaald.
Hoewel het aanschaffen van luchtkruisers in
de bedoeling ligt, laat de huidige personeelsbe
zetting bij de militaire luchtvaart nog niet toe,
dat reeds daartoe wordt overgegaan.
Nederlandsche ambulance krijgt in
Finland een ziekenhuis.
Naar wij van de zijde der ambulancecommissie
van het Nederlandsche Roode Kruis vernemen, heeft
dr. Ch. Winckel uit Helsinki geseind, dat een zie
kenhuis ter beschikking van de Nederlandsche am
bulance zal worden gesteld. Dit ziekenhuis is
gelegen op een afstand van circa tachtig kilometer
achter het front ten Noordwesten van het Ladoga-
meer
Het telegram van dr. Winckel bevat tevens ver
schillende gegevens omtrent het aantal bedden en
hetgeen aan personeel en materieel benoodigd is
voor het in werking brengen van de ambulance. Er
wordt verzocht, naast een leider, eenige chirurgen
en assistenten, ongeveer twintig verpleegsters uit
te zenden.
Dr. Winckel is voornemens Woensdagmiddag op
Schiphol terug te keeren.
Vrachtaulodienst tu§schen Urk en
Lemmer hersteld.
Het ijs tusschen Lemmer en Urk in het gebied
van den toekomstigen Noord-Oostpolder is zeer goed
berijdbaar. Zaterdagmiddag werd er dan ook druk
gereden.
De autovrachtdienst „Friesland-expresse" tus
schen Urk en Lemmer heeft zijn diensten, welke
door den dooi eenigen tijd onderbroken waren, her
vat. De route, welke de auto's thans volgen is ten
Oosten van den dijk, wélke Urk met het vaste land
verbindt.
Ontploffing aan boord van
Noorsch tankschip.
Vier dooden.
BATAVIA 10 Februari (AnetaA. N. P.) Aan
boord van het Noorsche tankschip „Thordis", lig
gende bij de Droogdok Maatschappij te Tandjong-
Priok, is een ontploffing voorgekomen, tengevolge
waarvan vier inheemsche koelies werden gedood,,
en één ernstig gewond.
De oorzaak van de ontploffing is het feit, dat een
der koelies op den bodem van de tank rookte.
De „Thordis" lag in het droogdok voor het onder
gaan van een periodieke dokbeurt.
/uuS?
(Adv. Ingez. Med.)
Monteur stal isolatiemateriaal.
De politie te Tilburg heeft' te Linne den chef
monteur P. B. uit Brada gearresteerd onder ver
denking, dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan
diefstal van een groote hoeveelheid isolatie mate
riaal. B. voerde in opdracht van een firma te Am
sterdam werken uit in verschillende kazernes in
het Zuiden en Oosten van het land. Hij ontving hier
voor isolatiemateriaal, soms meer dan hij noodig
had. Een gedeelte van het teveel werd door hem
teruggestuurd, een deel echter behield hij. De poli
tie had dit vernomen en heeft, verschillende huis
zoekingen gedaan, o.a. bij een vroegeren employé
van de firma te Amsterdam, Th. M„ waar men een
groote hoeveelheid materiaal vond en bij een café
houder P. D., beiden te Tilburg Ook bij den
caféhouder werd een groote partij materiaal in be
slag genoemn, De totale waarde van het gestolen
materiaal wordt, geschat op 600 gulden. M. en D*
zijn eveneens gearresteerd.