UITKOMST NA BANGE UREN.
mollig
Strijd om Atlantis
Willy Reese
Slachtoffer van den oorlog ter zee. Een neutrale koopvaarder, die bij de monding
van de Theems op een mijn liep en een prooi der golven werd. Deze foto werd
genomen uit een der Engelsche patrouille-vliegtuigen
Als de ijsbrekers de scheepvaartroutes
openmaken. Met onstuimig geweld
tornen de schotsen tegen den voor-
steven op, om, door de stuwende kracht
der booten gebroken, weer neer te
ploffen
.Alles veilig". Ergens in het Noorden van Finland; de Russische bommen
werpers hebben hun vernielende last uitgestrooid en de bevolking van het kleine
dorpje kan haar schuilplaatsen weer verlaten
Ijlings wordt het huisraad in veiligheid
gebracht, waar de was der groote
rivieren de omliggende huizen met
overstrooming bedreigt
Z. K. H. Prins Bernhard heeft Maandagavond in den Haag de vertooning van de instructiefilm Een huis aan den Waaldijk te Dreumel is slechts via het dak te betreden. De
over de luchtmacht en den verdedigingsdienst bijgewoond. De Prins wordt begroet door l j j
generaal H. G. Winkelman, den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht ingang beneden IS door water en ijs versperd
Een
van een steenfabriek
te Druten beleefde
angstige uren, daar
defabriekgevaar liep,
door het kruiend ijs
verwoest te worden.
Na een langdurige
onvrijwillige gevan
genschap werd den
werklieden door mili
tairen hulp en uit
komst gebracht
Aan de Rijnkade te Arnhem, nadat het jjs is afgedreven en de onmiddellijke bedreiging daar ter plaatse
is weggenomen. Het grootste gedeelte van de rivier is weer open
Eenige steenfabrieken te
Druten in het overstroomde
gebied van Maas en Waal
loopen ernstig gevaar, door
het kruiend ijs verwoest te
worden. Een overzicht
van de situatie
door
24
Ook tegen deze verklaringen ging den strijd ver-
'der. Men kwam telkens weer met het vermoeden
op de proppen, dat het hier om een geraffineerde
vervalsching ging. Juist het feit, dat er nog brie
ven van den kapitein over waren, liet de mogelijk
heid open, dat de brieven hadden gediend als basis
voor de vervalsching.
Tot in dit stadium was de strijd slechts gevoerd
met drukinkt. Maar toen sprong de bom. De
schriftkundigen hadden het laatste woord gespro
ken.
Het onderzoek bewees, dat het bewuste verslag
door kapitein Craak was geschreven. De vergelij
king met de brieven, waarin men het handschrift
van Craak vond, sloot eiken twijfel buiten.
HOOFDSTUK XXVII.
Op geen enkele wijze had tot nog toe de beurs
op de persberichten gereageerd. Op 287 stonden de
Atlantis-aandeelen dagenlang onveranderlijk vast.
Dit feit was echter in de eerste plaats hieraan te
danken, dat de geïnteresseerde kringen van Ame
rika en Europa dadelijk tegenmaatregelen hadden
genomen, om een sterke koersdaling te voorkomen;
want als de Atlantis-aandeelen daalden, zou dit
niet zonder invloed kunnen blijven op de andere
aan de beurs verhandelde aandeelen, die eveneens
sterk bij Atlantis-aandeelen geïnteresseerd waren.
Maar nu was de catastrofe niet meer te voorko
men.
285—281—275—268—253—246 Met schrik
«n ontzetting volgden de mannen op de beurs de
regelmatig dalende koersen.
Nog één keer sprongen de cijfers weer naar
boven steunkoopen maar het was nutteloos,
de volgende ineenstorting was zooveel te dieper.
In de beurshallen brak een paniek uit. Alles
schreeuwde, brulde, woedde door elkaar. Voor
millioenen aan waarde werd in een oogenblik ver
nietigd. Levens waren geruïneerd, menschen, die
zooeven nog rijk geweest waren, stonden plotse
ling op straat. Na den eersten verschrikkelrjken
slag stonden de aandeelen Atlantis nog slechts
op 67. De pers begon de gruwelijke lange lijst te
publiceeren van al degenen, die door de catastrofe
tot zelfmoord waren gedreven.
Maar het werd nog erger. De paniek greep nu
ook de massa aan. Beambten, handarbeiders, zij
allen hadden het in lange, zware jaren moeizaam
opgespaarde geld van de banken, uit de spaar
banken gebaald, en er Atlantis-aandeelen voor
gekocht. Dagelijks hadden zij verdiend, zonder er
een hand voor uit te steken. De speculatie-koorts
had ze aangegrepen. Sommigen speculeerden op
een nieuw slaapkamer-ameublement, anderen op
een auto, weer anderen op een buitenhuisje. En
nu hadden zij niets meer, hadden alles verloren,
hadden zelfs hun inzet niet weten te redden. Toen
was v het oogenblik voor de radicale kranten ge
komen.
In de fabrieken, op de bureaux, op de straat
hoeken, in de kroegen, overal vormden zich groe
pen, begon men te discussieeren. Eerst was het
slechts een ingehouden gemopper geweest, spoe
dig echter brak het los, werd een wild gevloek
tegen het internationale kapitaal. Wat geschieden
moest, geschiedde; de dertigduizend arbeiders op
Atlantis legden het werk neer, verlangden, dat
ze onmiddellijk van de door gevaar bedreigde
drijvende stad weg werden gehaald.
Het schrikbarende bericht dat door de wereld
ging, droeg tot opschrift: ,:De terreur op Atlantis".
HOOFDSTUK XXVIH.
In de groote zittingzaal van Atlantis-City. op
27 verdiepingen boven Broadway, werd een groote
conferentie gehouden. Vertegenwoordigers van
alle belanghebbende industrieën en zakenkringen
uit de geheele wereld waren verschenen. Er viel
een uiterst zware beslissing te nemen. Twee par
tijen hadden zich onder de arbeiders op Atlantis
gevormd. De eene groep eisehte een nieuw nauw
keurig onderzoek door de wetenschap, of inder
daad geen gevaar voor Atlantis bestond. Wanneer
men hierover bepaalde verzekeringen kon geven,
dan waren zij bereid, den arbeid voort te zetten.
De meerderheid echter had den eisch gesteld,
binnen een week van het bedreigde eiland te wor
den weggehaald.
Eerst werden nogmaals de mannen der weten
schap gehoord. De meesten hunner verklaarden,
dat zij zich niet konden aansluiten bij het bericht
van kapitein Craak. De zeebodem wees op die
plaats in een omtrek van meer dan honderd vier
kante mijlen geen verhooging of verdieping aan,
die van vulcanischen oorsprong zou kunnen zijn;
het was een vlakte op een diepte van honderd
meter. Uit het bericht van kapitein Craak uit het
jaar 1867 kon men geen enkele gevolgtrekking
maken. Er moest öf een grove fout in de meting
en het maken van het verslag ervan zijn inge
slopen. èf het verslag kon in geen enkel opzicht
als authentiek worden beschouwd. Als men het
verslag van den kapitein las, moest men absoluut
tot het inzicht komen, dat de geheele geschiedenis
van de kist te fantastisch aandeed, om als een
ontwijfelbaar deel van een scheepsdagboek te
worden aangezien.
In ieder geval bestond er geen enkele oorzaak,
te twijfelen aan de veiligheid van de in aanbouw
zijnde drijvende stad. Streng wetenschappelijk ge
zien, liep New-York zelf nog veel meer gevaar,
want het was sinds lang bewezen, dat deze stad op
vulcanischen bodem stond. Zoo had de wetenschap
gesproken.
Na haar kwamen de mannen uit het zakenle
ven aan het woord. Het opgeven van het begon
nen werk zou een verlies van miljarden beteeke-
nen. De arbeiders moesten overtuigd worden, dat
ze zich volstrekt niet in gevaar bevonden. De ele
menten, die de massa's in verzet brachten, moes
ten natuurlijk van het eiland worden verwijderd.
De eischen van de groote massa moesten in elk
geval worden afgewezen. Het werk mocht- niet
worden stilgelegd.
Tenslotte kwamen nog de juristen aan net
wooi'd. Zij moesten een antwoord, geven op de
vraag: Was men gerechtigd de arbeiders door
dwang vast te houden, doordat men hen niet in de
gelegenheid stelde, het eiland te verlaten? De
vraag moest door de juristen toestemmend wor
den beantwoord, want met eiken arbeider was een
contract voor drie jaar gesloten. Slechts in gevai
van ziekte of bij het optreden van technische sto
ringen, die het leven van de arbeiders in gevaar
konden brengen, had de werkgever den plicht, den
arbeiders de gelegenheid te geven, het drijvende
eiland direct te verlaten.
De conferentie gaf een kort communiqué aan de
pers.
Nadat het bericht van kapitein Craak nogmaals
aan de wetenschap was voorgelegd en door haar
als onhoudbaar was afgewezen, had de conferentie
besloten, het' werk voort te zetten.
Op de beurs stegen op dit bericht de Atlantis-
aandeelen tot 96. Ook andere effecten gingen en
kele punten de hoogte in. Maar 24 uur later orak
op het drijvende eiland de terreur uit.
HOOFDSTUK XXIX.
Ontploffing op Atlantis electriciteitswerken
vernield water dringt binnen in de caissons.
Dat waren de eerste versehrikkélijke berichten,
Vreeselijke uren volgden. Wat was daar buiten
op den Oceaan gebeurd? Waren de dertig duizend
menschen daar in levensgevaar?
Eindelijk kwamen uitvoeriger berichten binnen.
Te middernacht had in de turbine-cel van het
electrische bedrijf een verschrikkelijke explosie
plaats gehad. De geheele verlichting van het eiland
was dadelijk uitgegaan. De wanden van twee cais
sons waren opengereten, zoodat het water by
groote massa's kon binnen dringen. Een afschu
welijke paniek was uitgebroken. Overal hoorde
men vertwijfeld geschreeuw en hulpgeroep. Gruw
zame tooneelen speelden zich in de donkere gan
gen en onderaardsche straten af, waarin duizenden
door het binnenstroomende water werden be
dreigd. De volledige duisternis bemoeilijkte de po*
gingen, om den omvang van de catastrofe direct
vast te stellen en tegenmaatregelen te nemen.
Daardoor werd het gevaar ook veel grooter ge
acht dan het in werkelijkheid was. Eenige barak
ken en een zes verdiepingen hoog gebouw in de
onmiddellijke nabijheid van het electriciteitsbearyi
zijn ingestort. Toch laat zich nog niet met zeker"
heid zeggen, hoeveel dooden en gewonden onder
de puinhoopen liggen. Met den reddingsarbeld
dadelyk een aanvang gemaakt. ,k
De in de haven liggende schepen zijn oadeifl
weggevaren, om niet door de massa's bestormd w
worden. Een maatregel, die absoluut noodzakeijj
was. Hij werd trouwens pas genomen, toen ge
ken was. dat er geen enkel gevaar bestond voor
zich op het eiland bevindende menschen.
werd de maatregel door hen met groote verbi
ring vernomen.
Met woest gebrul keerden zich enkele groep
arbeiders tegen ingenieurs en opzichters. Oo
meer bezonnen arbeiders, die probeerden de
te handhaven, werden aangegrepen. Het kwam
wilde vechtpartijen en er moest zelfs naar ae
pens worden gegrepen. Tegelijkertijd werd g
tracht, het verder doordringen van het waie„.»
de nog niet vernielde caissons te voorkomen.
geheele eiland was gevuld van vertwijfelde
wilde vloeken en het steunen van gewonden.
een straal van de noodverlichting een oe
treft, is het vertrokken van woede, de oopn
ren wild de mensch is tot beest geworden,
ander gezicht zit vol bloed en vuil. In wee
ander gelaat staat een lach, de lach van
waanzinnige. En over dit alles hangt de d
nis van den nacht en der onzekerheid. Men i?
dat het zal lukken de massa nog tot het
breken van den dag in toom te houden. Velen
ten zich reeds in zinnelooze vertwijfeling m
geworpen hebben.
vwordt vervolgd)-