vertellen: Kapitein en le-Officier van „Burgerdijk" Ontwerp Staatsleening goedgekeurd Hoe een neutraal schip met lading voor neutrale haven voerd getorpedeerd Hoofdpijn - Kiespijn - Gevatte koude Begrooting van Binnenlandsche Zaken goedgekeurd DD*üE3_EliL 15 FEBRUARI '194Ö p^E bemanning van de door een Duitschen onderzeeër getorpedeerde LBurgerdijk" van de Holland Amerika Lijn is met het s.s. „Boskoop" van de K N s. M., in ons land teruggekeerd. In een onderhoud, dat wij met den kapitein van het verloren gegane schip, den heer L. M. 3. Scriwanek hadden, liet deze uitkomen hoe onrechtmatig deze torpedeering is geweest. Het woord onrechtmatig" gebruikte de gezagvoerder niet, maar uit zijn geheele betoog viel slechts één conclusie te trekkener was hoegenaamd geen enkele reden om dit neutrale schip dat van een neutrale haven op weg was een neutrale haven, met goederen, welke bestemd waren voor de re- van een neutraal land en firma's in dat land gevestigd, te torpe- naar geering deeren. i. Se eerste plaats legde de heer Scriwanek den Jv„l- er op, dat de „Burgerdijk" een volkomen KlMidsch schip was, waarbij geen vreemde be- in het spel waren. Niet alleen behoorde het aan de Holland—Amerika Lijn, maar het nok zijn laatste reis uitsluitend voor rekening Sik deze maatschappij- De „Burgerdijk" was niet anderen verhuurd o£ door derden gecharterd Oe bemanning bestond uitsluitend uit Nederlan- in totaal 40 koppen, en de acht passagiers, 5-fde reis van New-York ai meemaakten, waren eveneens Nederlanders. De passagiers waren de 77- iJrke heer van den Bosch, eigenaar van het kasteel se tTooSe Virarsche, dat onlangs door brand ver- ptt is de heer C. C. Blommers, een Nedex-lan- «J die in New-York woont en in het hotelbedrijf werkzaam is, en zes matrozen van de „Djambi", die uit Amerika naar het vaderland terugkeerden. 0e lad'ng zuiver Nederlandsch. De lading van de „Burgerdijk" bestond uit vier- L Huizend ton tarwe, tweeduizend ton sojaboonen, tweebohderd ton lijnkoeken, vijfhonderd ton meel en voorts nog diverse stukgoederen. De bulkladmg was aan de Nederlandsche regeering geconsig neerd De stukgoederen bestonden hoofdzakelijk uit vierduizend leege houten vaten, bestemd voor een emballagefabriek in Rotterdam, verschillende ■L.»,n met tractors, een partij rubber autobanden, ecu 'hoeveelheid Fordonderdeel en bestemd voor d'e Nederlandsche Fordfabrieken te Amsterdam, en groote hoeveelheid kistjes Flit. Alle goederen, die niet voor de Nederlandsche regeering waren hestemcl, waren uitsluitend en alleen aan Neder landsche firma's geconsigneerd. De kapitein ver klaarde ons uitdrukkelijk, dat alle goederen aan f boord werkelijk uitsluitend bestemd waren voor I Nederland en niet voor hertransport naar andere landen. De geheele lading js in Boston en New- f York ingenomen en was bestemd voor Rotterdam. De connossementen waren op naam gestelden .luid- De connossementen waren op naam gesteld en luid den oorlog is dit trouwens een vaste gewoonte ge worden bij de maatschappij. De goederen, die voor de Nederlandsche regeering bestemd waren, ston den in de connossementen vermeld als bestemd voor The Netherland Government. Op de heenreis had de „Burgerdijk" op 20 Jan. 1 lijn lading in New-York gelost. Het schip vervoer de vijf millioen aan goud, benevens post. Op 22 1 Januari verliet het schip New-York om in Boston waar het den volgenden dag aankwam een ge deelte van de lading voor de terugreis in te ne men, te weten het graan, de sojaboonerfen de vier duizend leege vaten. Op 27 Januari verliet het schip Boston en kwam den volgenden dag in New- I York aan om de rest van de lading in te nemen. Op de terugreis was geen post aan boord, j Wij vroegen kapitein Scriwanek, of zich voor het vertrek uit New-York nog iets voorgedaan had, wat belangrijk is om te vermelden. Hij antwoordde ons, dat hij op den laatsten dag vóór zijn vertrek l uit New-York naar den Britschen consul was ge gaan om d'e laatste gegevens te verkrijgen voor de route in het Kanaal, hetgeen in verband met het I mijnengevaar gebruikelijk is. De Engelsoh'e consuls nl. zijn in het bezit van de laatste laatste gegevens omtrent mijnenvelden en andere gevaarlijke versperringen, die door de Engelschen gelegd zijn, welke gegevens vaak recenter zijn dan die, welke vermeld zijn in de Engelsche me- dedeelingen voor zeevarenden. De consul zeide tot den kapitein, dat hij Falmouth als visitatiehaven moest aanloopen. „Ik heb mij toen vreeselijk kwaad gemaakt, aldus kapitein Scrwanek en gezed, dat als wij door een destroyer werden aangehouden en opgebracht, wij niet zouden tegenstribbelen, maar dat wij uit eigen vrijen wil niet van onze route New-York-Rotterdam afwijken". De heer Henken, inspecteur van den nautischen dienst der H. A. L. vulde deze mededeeling aan met de verklaring, dat de Britsche consulaire ambtenaren in Rotterdam de directie van de Hol land-Amerika lijn indertijd geadviseerd hebben naar gezagvoerders te instrueeren, dat zij steeds Falmouth moeten aandoen. De directie heeft dit nadrukkelijk geweigerd en haar gezagvoerders in dien zin geïnstrueerd. Op onze vraag deelde de kapitein mede, dat er geen enkele verandering in de destinatie van de goederen is gebracht, hetzij voor het vertrek, hetzij tijdens de reis. Ook is er geen sprake geweest van een verandering in de «shaven, Rotterdam De connossementen lui den uitsluitend op uitlevering in Nederland en er waren geen optiehavens in bedongen. De kapitein meende dan ook, dat bij belligeren- «n geen enkelen indruk kon zijn gevestigd, dat de goederen niet werkelijk voor Nederland bestemd Waren. Ook deelde de heer Scriwanek mede, dat geen waarschuwing van wien dan ook had ont- dat zijn schip wel eens op grond van con- ri TjrVervoer zou kuranen worden aangehou den' -n* z'°k dan ook later op de reis voordeed is volkomen verrassing voor hem geweest. De aanhouding. ^fterdag 10 Februari, des namiddags 16.20 hii bevond de „Burgerdijk" zich vlak J !S"°P Rock. Zijn positie was toen 49 graden, 4 mm' Noorderbreedte en 6 graden 27 min. Wes terlengte op een afstand van 7 mijl van Bishop Rock. „Ik stuurde 95 graden recht wijzende, iets zui delijker dan Oost, ruim buiten Britsche territoriale wateren. Het was een beetje heiig en 't zicht was drie a vier mijl. Hoewel het nog niet donker was waren de ken teekenen van het schip verlicht: het .Holland" brandde midscheeps boven de ma chinekamer en d'e houten vlag op de campagne was met twee reflectoren verlicht. Plotseling zag ik iets als een zwarte vlek, iets donkers, omringd door branding. Daar wij in dertig uur geen bestek had den kunnen maken, omdat er geen maan en geen sterren te zien waren wegens de bedekte lucht en den motregen en volgens ons gegist bestek wij om half vijf de Bishop dwars moesten hebben, dacht ik met een klip in zee te doen te hebben. He meen de, dat ik een beetje om den Noord zat, gaf daar om hard stuurboord, liet onmiddellijk den tweeden stuurman looden en bevond 50 vaam grond." Ter verklaring deelde de heer Scriwanek mede, dat het in d'e buurt van de Bishop Rock vol met rotsen en klippen zit en dat hij bang was, dat zijn schip lek zou stooten. Op dit oogenblik bevonden zich ook de eerste stuurman, de heer J. H. C. Dijk, en de tweede stuurman, de heer W. van Beers, op de brug, die beiden verklaarden gedacht te hebben met een groote rots in zee te doen te hebben, die even boven het water uitstak. Om deze rots te vermijden en niet te dicht op de kust te loopen had de kapitein bevel gegeven hard stuur boord te geven. „Ik heb toen een half uur lang om de Zuid ge stuurd en verkreeg bij een tweede looding 60 vaam water. Daarna ging ik streek voor streek den ouden koers volgen. De snelheid van de „Burger dijk" was twaalf mijl". Na de tweede looding kreeg de kapitein nl.^het vermoéden, dat hij niet met een rots dicht bij de kust te doen had en rees bij hem de gedachte of het misschien de toren van een duikboot was ge weest, die de branding veroorzaakt had. Teneinde nu een eventueele duikboot te overtuigen, dat het niet de bedoeling van de „Burgerdijk" was om door z.g. zig-zag varen zijn bewegingen onduidelijk te maken of den indruk te vestigen een duikboot te willen ontloopen, is hij niet plotseling maar juist streek voor streek, dus zeer geleidelijk aan, op zijn ouden koers teruggegaan. Om vijf uur kwam plotseling een duikboot aan bakboord achteruit boven water: toen de kapitein haar zag was zij vijftig meter achter de schroef. De Duitsche oorlogsvlag werd geheschen en het sein „k", d.w.z. stop onmiddellijk, gegeven. Kapi tein Scriwanek heeft onmiddellijk na dit sein ge stopt en de duikboot kwam toen geleidelijk aan bakboord opgeloopen, steeds ongeveer op den zelfden afstand van het schip blijvende, dat zijn vaart uitliep. Het tweede vlaggesein, dat de duik boot gaf, beteekende: „U moet met uw scheeps papieren aan boord konten", de kapitein gaf ook aan dit sein gehoor door een sloep aan bakboord zijde te laten uitzetten met den eersten officier, den heer Dijk, en vier matrozen. Toen de sloep werd uitgezet seinde de duikboot met een morse lamp (de vorige seinen waren vlaggeseinen): „U mag uw radio niet gebruiken". Dit sein was eigen lijk overbodig want onmiddellijk toen de duikboot boven water kwam had de kapitein al tot den marconist gezegd, dat hij d'e radio, die trouwens, in 48 uur niet gebruikt was voor het geven van seinen, niet mocht bedienen. Dit is dan ook niet geschied. Op onze vraag of er kanonnen van de duikboot op de „Burgerdijk" gericht waren, ant woordde kapitein Scriwanek ontkennend. Wel stonden er menschen aan dek. De eerste officier vertelt. De heer Dijk deelde mede, dat hij de scheepspa pieren, te weten de manifesten, de connossementen, de zeebrief, de meetbrief en bijbehoorende stukken, in de sloep had meegenomen. De stukken waren in een enveloppe verpakt. Het journaal was er niet bij, wel het stuwplan. Aan bakboordzij is de heer Dijk de duikboot ge naderd. Dat was heel moeilijk want er was veel deining. Een van de opvarenden van de duikboot heesch hem naar boven. De vier matrozen bleven in de sloep achter. In den commandotoren stond de commandant van de duikboot den heer Dijk af te wachten. „Ik stelde me voor in het Duitsch de geheele conversatie werd trouwens in deze taal ge voerd ik ben Dijk, de eerste officier van de „Burgerdijk". De commandant antwoordde hierop, terwijl hij mij een hand gaf: „Ik zal mijn naam maar niet noemen, dat is beter van niet." De heer Dijk schatte den leeftijd van den com mandant tusschen de 23 en 25 jaar. De duikbootka pitein was in burgerkleeding zooals trouwens alle overige opvarenden van de duikboot, die de heer Dijk gezien heeft. Alleen een hunner, iemand die een blauwe bril droeg, had een zomersche marinepet op, maar de badge op die pet was erg vuil en de heer Dijk kon niet goed zien wat dit teeken voorstelde. De duikboot was donkergrijs, tegen zwart af, maar nogal verveloos. Op den commandotoren stond „X2" Een van de matrozen, die in de sloep gebleven was, zag nog, dat op den commandotoren 'n brieschende zwarte kater met opgezetten rug was afgebeeld, maar de heer Dijk heeft dit zelf niet gezien. De duik boot zou naar zijn meening nog geen 150 voet lang zijn geweest, kapitein Scriwanek schatte 120 voet. Papieren niet ingezien. Nadat de heer Dijk zich aan den duikbootkapitein had voorgesteld, overhandigde hij hem de scheeps papieren. Bij het overhandigen van de scheepspapie ren aan den kapitein zeide de heer Dijk, dat de „Burgerdijk" van New York naar Rotterdam voer. De eerste vraag van den U-boot-kapitein luidde nl. „Waar komt u vandaan en waaiTieen gaat u." De tweede vraag van den duikbootkapitein luidde: „Wat voor lading hebt u aan boord?" Daarop antwoordde de heer Dijk: tarwe, sojaboonen, lijnkoeken, meel, leege vaten en eenig stukgoed, geadresseerd aan de Nederlandsche regeering en Nederlandsche firma's, Toen de heer Dijk op de papieren wees, zeide de duikbootkapitein: „papieren interesseeren mij niet". De heer Dijk antwoordde: kijkt u er maar in-, dan zult u zien dat alles voor de Neder landsche regeering en de Nederlandsche firma's is. Daarop antwoordde de kapitein: papieren in teresseeren mij niet, daar kunt u alles wel inzet ten wat u wenschelijk acht. Op dit moment had de kapitein van de duik boot de enveloppe met de papieren nog in de hand. De heer Dijk haalde er het stuwplan uit, rolde dit uit, hield het den kapitein voor en zeide: „kijkt u dan het stuwplan na." De kapi tein, zoo zeide de heer Dijk, keek er met een half oog in en zeide: „wat beteekent empty bar rels". De heer Dijk vertaalde „Leere Fasse", waarop de kapitein opmerkte: wat doet u met leege vaten in Holland. De heer Dijk antwoord de: dat weet ik niet, ik weet alleen, dat die leege vaten voor Nederlandsche firma's bestemd zijn. De kapitein ging hier toen niet verder op in en hij gaf de papieren over aan een der opvaren den, die het hoofd uit het mangat'stak, dat zich voor den commandotoren bevond en de paple ren gingen door het mangat naar beneden. „Ik heb ze niet meer terug gezien," zeide de, heer Dijk. Even staarde de U-bootkapitein voor zich uit en toen zeide hij letterlijk: „Es tut mir leid, dass ich Sie versenken muss." Nauwelijks had hij deze woorden gesproken of iemand riep van beneden door het openstaande man gat naar boven, dat de meter uitsloeg. Wat voor een meter die man bedoelde, weet de heer Dijk, die wel door het mangat eenige machines beneden kon zien, niet te zeggen. Drie redenen voor de torpedeering. Toen de eerste officier van de „Burgerdijk" den U-bootkapitein vroeg, waarom hij het schip wilde torpedeeren, gaf de Duitscher hiervoor drie re denen op: In de eerste plaats zou de Burgerdijk gezig zagd hebben, in de tweede plaats had de U-boot kapitein de overtuiging dat de „Burgerdijk" op weg was naar een Engelsche haven en in de derde plaats zou de marconist geseind hebben. De eerste reden van de torpedeering weerlegde de heer Dijk door te zeggen, dat de „Burgerdijk" niet gezigzagd had, maar van koers veranderd was, om dat het schip te dicht onder den wal zat. De U-boot kapitein reageerde op deze opmer king niet. „Wat blijft er nu over voor neutrale schepen," al dus de heer Dijk. Een aantal opvarenden van het getorpedeerde s.s. „Burgerdijk" is Woensdag met het s.s. „Boskoop" in ons land teruggekeerd. Eenige geredden aan boord van het schip na aankomst in IJmuiden. ,U gaat toch in ieder geval naar de Downs," repli-' ceerder de Duitscher. Hierop antwoordde de heer Dijk: „Wij gaan niet naar een controleheven, tenzij wij gedwongen worden. Als wij worden aangehouden door een marinevaartuig, dat ons last geeft naar een controlehaven op te stoomen, hebben wij daaraan te voldoen. Wanneer het een Fransch marinevaartuig is, zullen wij opstoomen naar een Fransche haven. Wanneer een Duitsch marinevaartuig ons dat be veelt, zullen wij een Duitsche haven aandoen en wanneer een Engelsch vaartuig ons zulk een bevel geeft, zullen wij opstoomen naar een Engelsche ha ven. „Toen herhaalde de kapitein: „U gaat toch in elk geval naar de Downs". In vertwijfeling, aldus de heer Dijk, riep ik uit: „Wat moeten we dan doen?' waarop de Duitscher letterlijk zeide: „Nu dan gaat u maar om de Noord." Ook het derde argument van den duikbootkapitein, nl. dat de „Bux-gerdijk" door radioseinen zijn posi tie aan Landsend zou hebben opgegeven, bestreed de heer Dijk met la-acht. Hij verklaarde, dat de kapitein van de „Burgerdijk" onmiddellijk na het stopsein van de duikboot den marconist ten strengste had verboden seinen te geven. De heer Dijk zeide ons, dat de toon waarop dit onderhoud gevoerd werd, zeer correct was. Na de weerlegging van het derde argument voor de torpedeering schreeuwde de kapitein van de duikboot door het mangat, dat er een lanceerbuis moest worden klaargemaakt. De heer Dijk wist niet meer of dit aan bakboord of aan stuurboord moest gebeuren. Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) helpen snel en goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct. Adv Inqez. Med.) TWEEDE KAMER Alleen de communisten stemden tegen DEN HAAG Woensdag. De Eerste Kamer heeft heden de begrooting van het dep. van Binnenlandsche Zaken voor 1940 af gehandeld en zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De vergadering werd hedenochtend elf uur geopend; mej. Ribbius Pelletier (soc. dem. opende de besprekingen. Met een keurige, door de overtuiging waarmede ze werd uitgesproken, sug gestieve rede, leverde zij een pleidooi voor de rechten der vrouw. Met name wat betreft haar benoembaarheid tot verschillende ambten. Sterk was haar argumentatie door dat ze verschillende oordeelvellingen ook uit rechtsche kringen citeerde. De heer Kranenburg (v.d.) bepleitte een betere rechtspositie voor de arbeidscontractanten. De vrijz. dem. hoogleeraar was het eens met de opvatting van den minister in zake grenswijziging van gemeenten: historie en traditie behooren zwaar te gelden. Het was te voorzien, dat de heer V o n Bön- ninghausen, nat. socialist, met-den voorzitter t aan den stok zou krijgen, toen hij in steeds feller bewoordingen critiek oefende op de houding van de regeering jegens verschillende burgemeesters Twente, met name die van Tubbergen, Vriezenveen en Ambt-Hardenberg, en daarin ook den commis saris der Koningin in Overijsei en de R.K. Staats partij betrok. Van dezen laatste zeide de nationaal- socialistische spreker dat hij was: roomsch-katho- liek en totaal ongeschikt, doch er was geen ander. Verder kwam deze spreker niet. Minister Van Boeyen heeft de redevoeringen voor zijn doen kort en zakelijk beantwoord. De verwijten over traagheid van werken aan zijn departement wierp de minister verre van zich. Spr. schetste de moeilijkheden van evacuatie-regelingen. In een. persconferentie zullen binnenkort bijzonder heden aangaande evacuatie worden medegedeeld. Spr. hoopt het zoover te krijgen, dat de gewijzigde verhouding op financneel gebied tusschen Rijk gemeenten reeds in 1941 efficient zal zijn. Bij het eerlang te behandelen wetsontwerp zal er nader over gesproken kunnen worden. Op de verwijten van den heer Von Bönninghausen in zake Twentsche burgemeester zeide de minister, dat zoodra een bur gemeester de hoogheid van zijn ambt schaadt, hij er onverbiddelijk uit-'moet. Overigens vertelde de minister, na de Memorie van Antwoord, geen nieuws betreffende de aangeroerde onderwerpen, als ar beidscontractanten, stemgeheim, gemobiliseerden. Wat uitvoeriger was hij over de luchtbescher ming. Doch ook veel daarvan wisten we aL Eerlang zal er meer centrale leiding worden gegeven. Er moet nog veel gedaan worden, doch wat gebeurd is hier te lande voor de luchtbescherming der bur gerij, trekt reeds de aandacht van het buitenland. De bevolking moet nog meer doen voor zelfbescher ming, Er moet en kan door de burgemeesters meer gebruik worden gemaakt van den dwang ingevolge art. 12 der wet. Ten slotte behandelde de minister de volkshuis vesting. Ook hier weinig nieuws. De particuliere woningbouw moet op den voorgrond staan; daarna leemt de Overheidsvoorziening. Speciaal zal spr. overwegen, wat er nog voor het platteland te doen is. Na re- en dupliek werd de begrooting van het dep. van Binnenlandsche Zaken zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Morgenochtend wordt er weer vergaderd; vermoedelijk komt dan ook het leening-ontwerp aan de orde. EERSTE KAMER Hij begreep, zoo zeide hij ons, na dit bevel, dat het besluit van de torpedeering onherroepelijk was, de kapitein van de duikboot gaf den heer Dijk nog de volgende orders: „U krijgt een half uur om het schip te verlaten en als u aan boord van de „Burgerdijk" bent moet u den kapitein mededeelen, dat hij 5 mi nuten voor het verlaten van zijn schip het licht sein „Holland" moet doven. Als dit gebeurd is mag de marconist seinen „Collision ship sinking. Position fifteen miles south of Bishop". Voordat de heer Dijk van boord ging vroeg hij den kapitein of hij de scheepspapieren terug mocht ontvangen. Hierop werd hem geen antwoord gegeven. Na een minuut of vijf was hij terug op de „Burgerdijk" en intus- schen was de duikboot achterom naar stuurboord gegaan. Terwijl eerste stuurman Dijk zich aan boord van de duikboot bevond seinde deze een drievlaggen- sein, nl. het sein van „railing". Kapitein Scriwanek vertelde ons, dat hij van dit sein niets begreep. Hij seinde terug met het vlaggesein: „begrijp u niet". Door schreeuwen werd hem van de duikboot af be duid, dat sein weer neer te halen. Een minuut of tien later gaf de duikboot een nieuw drievlaggensein, nl. de tcekens voor „alarm", waarop kapitein Scriwanek ten tweede male het sein „begijp u niet" terug liet geven. In de sloepen. Toen de sloep met den eersten officier van de „Burgerdijk" en de vier matrozen langszij kwam schreeuwde kapitein Scriwanek: „Is het allright, Dijk?" De heer Dijk riep terug: „Alle hens in de booten". Hij zelf is aan boord gegaan en de vier matrozen zijn in de sloep achtergebleven. De heer Dijk gunde zich alleen den tijd om het journaal, de monster boekjes en de paspoorten van de bemanning uit zijn hut mee te nemen. Twee van de overige sloepen werden gestreken en de passagiers en de beman ning namen in de drie sloepen eei) stuurboord en twee bakboordsloepen plaats. Alles verliep vlug en ordelijk. De passagiers en de bemanning moesten alles achterlaten, alleen hun jassen konden zij meenemen. De 48 menschen, die aan boord waren, verdeelden zich over de drie sloepen volgens de sloepenrol. De kapitein nam plaats in de tweede sloep, de eerste officier kreeg het bevel over de eerste sloep en de vierde stuurman over de derde. De heer Dijk heeft tenslotte het lichtsein aan boord uitgedaan en een ronde door het geheele schip ge maakt om te zien of er nog menschen waren ach tergebleven. Toen allen geteld waren en bleek, dat men compleet was, is afgestoken. Kapitein Scriwanek, die nu weer het woord nam, vertelde, dat in elke sloep minstens twee zaklan taarns waren, die goede diensten bewezen want het was, zooals hij het uitdrukte, aardedonker. Het weer was ruw, koud, regenachtig en mistig, en nu en dan kwam buiswater over. Kapitein Scriwanek is nog naar de duikboot gevaren en heeft de boot aange roepen, maar hij kreeg geen antwoord. De duik boot was toen vlak bij de „Burgerdijk" en had toe gezien op het strijken van de sloepen. Om 18.20 uur voex-en de sloepen weg en een kwartier later om 18.35 uur werd de torpedo afgevuurd. Een doffe knal weerklonk. Plotseling gingen alle lichten aan boord van de Burgerdijk uit en een stoomfluit begon vreeselijk te blazen. Met tranen in de oogen zagen kapitein Scriwanek en zijn mannen 't schip, waar ze zoo trotsch op waren, langzaam zinken. DEN HAAG Woensdag. De Tweede Kamer heeft heden betrekkelijk on verwachts men rekende op e§n wedex'-bijeen- komen op Dinsdag 20 Februari een openbare vergadex-ing gehouden. Het betrof 't wetsontwerp tot het aangaan van een geldleening of -leeningen ten laste van het Rijk het bekende ontwerp- leening-met-een-stok-achter-de-deur. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om in 't voorbijgaan een reeks kleinere wetsontwerpen af te hameren, zonder debat. Daarvan noemen we de wetsontwerpen 1. Wijziging en aanvulling der wet ten van 30 December 1933 tot vereeniging van de gemeenten Borlcel en Schaft, Dommelen en Valkens- waard, en van 26 April 1934 tot vereeniging van de gemeenten Enschedé en Lonneker; 2. Goedkeuring van het op 6 Maart 1939 te Berlijn tusschen Neder land en Duitschland gesloten verdrag nopens de wijziging van vroegere grensverdx-agen. Ze werden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Na een korte schorsing der vergadering kwam om twee uur het wetsontwerp in zake de leening van f 300 millioen tegen 4 pet. aan de ox-de. Er werd nog meer over gesproken dan menigeen wel ver vracht had. De heer Rost van Tonningen (n.s.b.) cxütiseerde vooral het beleid van voorgaande regee ringen. Het grootkapitaal heeft bij de vorige leening zijn plicht verzaakt. Noodig acht spr. hermetische afsluiting van de kapitaalmarkt door middel van drastische deviezen-maatregelen. Spr. verlangde ook een welvaartsplan. De heer Posthuma (chr. dem.) bepleitte een rente van drie procent, nu toch met den stok wordt gezwaaid. De heer Teu lings (r.k.) maakte als gewoonlijk eenige technische opmerkingen en hield inzonderheid de beschermende hand boven de familie-vennootschappen. Minister De Geer kon met een korte verdedi ging van zijn wetsontwerp volstaan. Bij het rente type van 4 pet. denke men aan de mogelijkheid dat de inschrijvingen voor de zooals men weet, mis lukte Decembeiieening thans in de leening wor den ingebracht. Wie in ter-mijnen wil storten, kan dit doen door bemiddeling van de Nederlandsche Bank, welke tot beleening der leeningbewijzen bereid is. De minister zag zijn voorstel aangenomen; alleen de communisten stemden tegen. De Eerste Kamer zal het morgen, althans Vrijdag aangenomen hebben; zoodat het uiterlijk dien dag in werking kan treden. Lang konden de sloepen niet op de plek blijven, daar x-eeds spoedig groote hoeveelheden olie kwa men bovendrijven. Het was te gevaarlijk om langer daar te vertoeven. Bemanning en passagiei's droe gen hun lot gelaten. Van een paniek was in het ge heel geen sprake. De sloepen zijn elkaar toen gena derd en met touwen aan elkaar gebonden. Nadat de torpedo was afgevuurd, zag de kapitein van de „Bux-gerdijk" een zoeklicht. Hij dacht, dat er een schip aankwam, maar het bleek het licht van de duikboot te zijn, die de getroffen „Burgerdijk" bescheen. De redding. De schipbreukelingen hebben het niet gemakkelijk in de booten gehad. De zee was vrij ruw en er kwam nogal wat water over, zoodat er vrij veel zeezieken waren. Zondagochtend om acht uur twin tig echter, nadat men veertien uur op zee had rondgezwallet, werden allen door de „Edam" aan boox-d genomen, die den rook van op het water geworpen uitgebrande einden van Bengaalsche fakkels had opgemerkt en van koers was veranderd. 'Door de hooge zee was het niet zoo gemakkelijk uit de sloepen aan boord van de Edam te komen, doch tenslotte is dit toch gelukt. De marconist van de „Burgerdijk" blijkt bij het uitseinen van de juiste positie, vijftien mijlen ten Z. van Bishop Rock, een fout te hebben gemaakt door te seinen „Six Miles" (zes mijlen) Landsend ving dit weer foutief op en maakte van „Six miles" „Six ty miles" (zestig mijlen). De passagiers vertelden dat alles rustig was ver- loopen. De 77-jarige heer Van den Bosch, voor wiens gedrag allen, naar zij verklaarden, hun petje afnamen, sprak heel rustig over de avonturen, welke hij had beleefd. Boomen barsten door de koude. Zooals ook in den strengen winter van 1929 voor gekomen is, kunnen de bewoners van de Veluwe en andere boschrijke streken de laatste dagen hex-- haaldelijk min of meer harde ontploffingen als van pistoolschoten hooren. Deze worden veroorzaakt'door de bevriezing van boomen, voornamelijk beuken. Na zoo'n ontploffing vertoont de boom barsten van min of meer gx-oote afmeting fn dit leidt vaak tot het doodgaan van den boom. Biet boschwezen in zijn geheel heeft het zoo in dezen winter hard te ver duren*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5