Strijd om Atlantis
Willy Reese
In gezelschap van Lord Gort, den commandant van het Engelsche expeditie-
leger, heeft president Lebrun een bezoek gebracht aan de Britsche troepen
langs het Westelijk front. De president bezichtigt een der verdekt op
gestelde apparaten
Een origineele Nederlandsche zeemijn, welke nu dienst doet als collectebus voor het marine rampenfonds, staat opgesteld
in de hall van een der Amsterdamsche bioscoop-theaters. Matrozen zijn aangewezen, om de voorbijgangers in te
lichten over de werking van mijnen
Te Oosterbeek heeft de teraarde
bestelling plaats gehad van jhr. dr. H.
G. van Holthe tot Echten, bewoner
Yan het bekende landgoed .Hoog
Oorsprong"
Koning George van Engeland brengt het saluut
nadat hij aan de Welsh Guards te Londen
nieuwe vaandels had overhandigd voor een van
haar bataljons
De Fransche ambulance voor Finland, die per trein uit Parijs te A'dam was aan
gekomen, is Vrijdag van Schiphol per vliegtuig naar Scandinavië doorgereisd
Te Gouda wordt
onder de spoor
lijn een tunnel ge
bouwd, waardoor
een einde zal
komen aan de
overweg-misère
op het baanvak
Gouda Utrecht
Weer thuis. Matrozen van den slagkruiser .Repulse", die dezer dagen na
een verblijf van ruim vier maanden op zee in een Engelsche haven arriveerde,
verlaten den oorlogsbodem, om een welverdiend verlof te gaan genieten
„Pool-expeditie" op den St. Pietersberg te Maastricht, die in de
afgeloopen dagen in een Finsch landschap veranderd was
Avondstemming aan het Westelijk
front Engelsch luchtafweergeschut
in stelling paraat tegen iederen aanval
van vijandelijke vliegtuigen
door
28
Hierop maakte hij een draai op zijn linkerhak,
greep onderdehand naar de map met papieren,
raakte daarbij even Li's hand aan en was in drie
stappen bij de deur.
Li keek hem nog even glimlachend aan, en
wierp zich dan op haar werk.
Uit de Duisburger Werken was bericht geko
men, dat de voorbereidende werkzaamheden nu
waren geëindigd. Men had tusochen Hambom en
Duisburg nog proeven gedaan met de stralen van
Wallner. Deze waren uitstekend verloopen. Ook
een geschikt licht metaal voor de stralensleden
was gevonden. Met den bouw van den eersten
glij-treïn zou over enkele weken worden begon-
hen. De trein zou uit vijf wagons bc-staan, een voor
de eerste, een voor de tweede klasse, een salon
wagen, eetwagen en een wagen voor de leiding,
de post en de bagage.
Maar er was ook nog een ander bericht binnen
gekomen: de arbeiders van de Duisburger Wer
ken hadden gedreigd met een sympathiestaking
wanneer niet zoo spoedig mogelijk gevolg werd
gegeven aan de eischen der arbeiders op Atlantis.
Ook van andere zijden kwamen dergelijke mede-
deelingen.
Ook uit de Engelsche en Fransche industrie.
Het was dringend noodzakelijk, da.t de kwestie van
het document volkomen werd opgehelderd, want
slechts daardoor kon men het publiek tot zwij
gen brengen.
u Maar wat was dat? Kooporders op Atlantis-
aandeelen20.000 over Parijs80.000 over
Londen60.000 over Weenen
Li ging met de noteering naar Volkers.
„Hebt U Atlantis-aandeelen gekocht?"
„Ja".
„Voor mijn rekening?"
„Ja".
„Maar ik heb todh heelemaal geen opdracht ge
geven?"
„U kon dat niet doen, omdat U gisteren niet
hier was. Ix heb voor U gekocht. Ik gaf de or
ders op, voordat ik het telegrafisch verzoek om
trent kapitein Craak verzondU zult nooit
weer Atlantis-aandeelen tegen een zoo lagen
koers kunnen koopen. U hebt eens gezegd, dat U
zich gebonden voelt, omdat de driehonderdduizend
Duisburg toch strikt genomen, geleend geld zijn.
Ik heb Duisburg beleend, zoodat U enkele dagen
Duisburg van de Frundsberg-concerns zult kun
nen koopen en Duisburg zal als eenige fabriek
in de wereld stralcnglijders bouwen".
Li begreep, neen, zij begreep het niet, en zij be
greep het toch, ja, zij begreep het. Volkers meen
de dat ze naar den Harz was gegaan om Her-
bert Wahmer terug te halen. Ook Frundsberg dacht
dat. Li kwam volkomen in de war op haar bu
reau terug. Ze zat aan haar schrijftafel en staar
de langen tijd voor zich uit. Neen, neen, ik kan
niet, nooitLi greep naar de telefoon, draaide
de nummerschijf.
„Ik zou graag juffrouw Heringen spreken
goed, dan kom ik vanavond by Je tot ziens!"
Toen Li den hoorn op het toestel legde, kreeg
zij een eigenaardige gedachte. Maar hoe zou zij
die uitvoeren? Nu, cr was nog tijd genoeg, om
erover na te denken, bovendien moest ze eerst de
Duisburg Werke in handen hebben.
Twee uur later verliet Alice Eerno.uer het bu
reau. Ze was samen met Volkers in de lift en
voor de eerste maal zag zij zyn oog^n, want hij
had voor een oogenblik zijn bril afgenomen; het
waren donkere, groote oogen, een beetje verslui
erd, maar waarin het een enkele keer hartstoch-
telyk oplichtte. Dan stonden de glazen weer voor
de oogen.
„Waarom kweekt U alleen maar roode orchi
deeën of heel donkere, bijna zwarte?"
„Een ander kleed staat deze vrouwen onder de
bloemen niet. U rnoest eigenlijk ook slechts klee-
ren van wijnrood fluweel of glanzend zwarte zijde
dragen".
„Maar ik ben toch geen orchidee".
„Neen, en toch eigenlijk weer wel. Orchideeën en
vrouwen zijn familie van elkaar. Ik zou het pret
tig vinden, als ik U mijn orchideeën eens mocht
laten zien".
„Ik wil graag eens met U mee gaan naar Uw
zuster".
„Dat is lief van U. Helaas heb ik me de laatste
maanden slechts weinig aan myn lievelingen kun
nen wijden. U lacht, omdat ik ze myn lievelingen
noem, en toch zijn ze dat. Ze omgeven en bedwel
men ons met hun geur maar er zijn ook gift-
mengsters en moordenaressen onder. "U gelooft me
natuurlijk niet, maar komt U eens gauw, om U
te overtuigen".
Li gaf hem de hand.
„Ik kom gauw eens en nu, tot ziens, ik heb
haast, ik wou nog naar mijn vriendin".
Volkers zag haar na, totdat ze in de bus ver
dween.
„Een prachtvrouw. We moeten trachten te ver
hinderen, dat zij weer in de handen van dien Wall
ner valt. Die twee zijn heelemaal niet voor elkaar
geboren". Een hond jankte erbarmelijk.
„Kijk toch voor U".
„Neemt U me niet kwalijk".
Volkers constateerde, dat het niet gewenscht
was, in een drukke straat de gedachten op een
vrouw te concentreeren, want dan was er altijd
een andere vrouw aanwezig, die een hond aan een
touw hield, waarover je struikelde.
HOOFDSTUK XXXV.
Opnieuw zat Li in de gezellige huisk3mer van
Alma. Ze was er in lang niet geweest en dus was
er allerlei veranderd. Alma had de kamer opnieuw
laten behangen en een paar nieuwe meubels aan
geschaft Het behang was geel, de meubels- even
eenvoudig en ongecompliceerd als AJma zelf. Van
het plafond hing een kroon, drie-armig, uit hout
gesneden. Drie groote witte ballons zonden een
prettig licht uit. De kleine canapé was opnieuw
overtrokken.
„Dat heb je keurig gedaan ik sta er ver
baasd over, wat er hier allemaal in die drie maan
den veranderd is".
„Hebben we elkaar in zoo lang niet gezien?"
„Je bent er zelf verwonderd over, Alma en het
is eigenlijk ongehoord van me, dat ik me den
laatsten tijd zoo weinig om jou heb bekommerd,
maar
Alma viel haar. vriendin in de rede.
„Onzin, we weten, wat we aan elkaar hebben.
Als dan de eene eens een poos niets van zich laat
hooren, dan weet de andere wel, dat het niet mo
gelijk was".
„Je hebt gelijk, Alma. Zoo is het. Maar alleen
menschen als jy kunnen zoo denken".
Een korten tyd was het stil. Li overlegde by
zichzelf, hoe ze haar vriendin het beste zeggen
kon, wat ze te zeggen had. Eindelijk kwam ze tot
een besluit, eenvoudig alles rechtuit te zeggen,
zonder omwegen, want daar had Alma het land
aan.
„Ik ben gisteren bij Herbert geweest".
Alma trok de wenkbrauw van haar linkeroog
een weinig naar boven.
„Hoe gaat het met hem?"
„Heel goed".
„Zoo, heeft hij je verteld, dat ik kort geleden
ook hij hem ben geweest?"
„Neen, Herbert niet, maar ik hoorde het van
den dokter".
„Toen ik bij hem was, leek hij me nog erg ner
veus. Hij haat Frundsberg".
nDat is niet heelemaal juist. Hjj was verward
geraakt in een idee, dat waanzinnig is. Frunds
berg kan dat idee nooit goedkeuren".
„Mogelijk, ik begryp dat niet".
„Heeft hij ook met jou over Frundsbergs zus
ter gesproken?"
Weer trok Alma haar linkerwenkbrauw op.
„Neen, maar het kwam me voor, dat hij nog
slechts één gedachte had: weg te komen uit het
sanatorium. Maar de dokter, en waarschijnlijk
ook jullie wilden dat niet, zei hij".
„Maar wij willen dat wel. Hij moet niet langer
in het sanatorium blijven. Dr. Möller zelf is ef
voor Herbert niet langer vast te houden".
En toen ging Li meteen regelrecht op haar doel af.
In de bergen zou Herbert zich gedurende een paar
weken aan de wintersport wijden, zooals hij zijn
leven lang verlangd had. Maar hij moest niet alleen
zyn, hij moest nooit meer alleen zijn. Hij meest ie
mand naast zich hebben, die hem steunde, die voor
kwam, dat hij weer instortte. Ja, de zuster van
Frundsberg en hij, die waren verliefd op elkaar ge
weest maar toen zy uit haar roes ontwaak te, was ztf
weggevlucht, maakte nu een buitenlandsche reis.
Ook Herbert had ingezien, dat hy door deze wouw
noch zij door hem ooit gelukkig kon worden.
Maar Herbert moest een vrouw naast zich heb
ben, een sterk karakter, dat hem volkomen be-
heerschte. Neen, zijzelf, Li, voelde zich tegen deze
taak niet opgewassen, maar Alma was er de rech
te vrouw voor, haar sterkte zou hem vasthouden,
die anders een stuk speelgoed was in de hand van
het noodlot. En daarby kwam nog, dat Alma van
hem hield. Daardoor alleen reeds zou rij hem
kunnen dwingen, omdat haar liefde groot en on
gecompliceerd was en sterk als zijzelf. En Li sprak
verder zonder omwegen tot haar vriendin. Ze moest
zich vrijmaken, verlof nemen, hem in de her?60
ontmoeten, heel toevallig, moest bij hem blijven,
heelemaal vanzelf moest dat gaan. Haar vooroor-
deelen moest zij maar over boord gooien. Ze was
toch wel eens meer met een sportkameraad op
reis geweest nu dan.
iWordt yorvolfd}.