IJmuider Courant
„Ameland" verging
bij Schouwenbank
Ernstig incident in de Noorsche
territoriale wateren
„Alkmaar" verloren
DAGBLAD VOOR VELSEIN, IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN
pe Interviewer.
Britsche oorlogsbodem overmeestert Duitsch
schip -en bevrijdt Engelsche gevangenen
Rookhol-land.
Engelsch oorlogs^.hip
getorpedeerd.
Schip door explosie verwoest; opvarenden gered
Ruiltentoonstelling van
moderne kunst.
lAARCANC No. 93
^I-Uitgaven en Algem Drukkerij N.V.. Gr.
oi Haarlem, Telefoon 10724. Bureau
Houts"83'
r.„rant: Kennemerlaan 42, Umuiden,
nmulder Courant
e*m Postqiro 310791. Alle Advertenties,
Telefoon mui, r
voor dit blad, worden kosteloos
opgegeven
Coster, Maatschappij voor
pqenomen
In de Kennemer Courant.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
MAANDAG 19 FEBRUARI 1940
Abonnementen per week f QA2y3, p&< maand
0.52J5, per 3 maanden ƒ1.55, franco per post
1.95 per kwartaal Losse nummers 3 cent per ex.
Advertentiën: 1-5 regels ƒ0.60, elke regel meer
ƒ0,12. Bij abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels
ƒ0.25, elke regel meer ƒ0.10.
lU heeft die meneer Sumner Welles, die
Roosevelt, naar Europa is gezonden om in-
d°°ï' een te vragen bij de oorlogvoerenden en
har ook hij sommige neutrale regeeringen,
*1 zoo'n opdracht meegekregen als journa-
herhaaldelijk van hun hoofdredacteur ont-
-is:en deneer Interviewer, er is zooals u weet
-Sil ontstaan tusschen werkgevers en
""./nemers in <*e kledingindustrieof tus-
t,n de gemeente en het Rijk.,., of tusschen
tïoiaip in vroeser larenU kent
vederland en België, in vroeger jaren
(root li
a feiten nauwkeurig? Goed, gaat u dan eens naar
Amsterdam (of den Haag, of Brussel en Den
Ce) en belicht u de zaak eens voor ons van bei-
Jïden". Waarop de journalist vertrekt, partijen
hoort en eventueele commentaar op zijn rap-
!nrt later zal volgen.
De vergelijking gaat werkelijk treffend op. Al-
in zooverre heeft Sumner Welles, als inter-
wer door zijn hoofdredacteur uitgezonden, het
«makkelijker dan de journalist, dat zijn verslag
ge jjj de jjrant komt. Hij zal het alleen aan hem
D1 aan den chef *der afdeeling Buitenland, Cor-
dell Huil, vertrouwelijk verstrekken. Op die wijze
worden journalistieke interviews ook wel eens ge
houden, maar dan is de taak heel wat eenvoudi
ger want de interviewer is bevrijd van het eeuwi
ge én netelige probleem, wat hij in het algemeen
belang schrijven moet en wat hij in dat algemeen
belang beter verzwijgen kan. Alsook van de be
langrijke overweging der nuance. Het komt er
erg op aan hóe het geschreven wordt. Gaat hij
alleen om zijn hoofdredacteur persoonlijk voor te
lichten, dan heeft-ie met „de reactie van de open
bare meening" niet meer te maken en het dus
beei wat makkelijker.
pit voordeel geniet de interviewer Sumner
Welles thans. Aan den anderen kant ondervindt
hy weer nadeelen waarmee de journalistieke in
terviewer niet te kampen heeft. Het komt er zoo
verschrikkelijk veel meer op aan wat hij waar
neemt, niet alleen in de woorden van zijn zegs
lieden maar ook in hun houding, in de „sfeer" in
het algemeen. En dan is er de golf van wantrou
wen, die hem via den radio-ontvanger al uit de
Europeesche oorlogvoerende landen tegemoet rolt
terwi.1 zijn schip nog tegen de golven van den
Atlantischen Oceaan optornt.
Die golf moet leerrijk en belangwekkend voor
hem zijn. Ik kan mij voorstellen hoe Roosevelt's
verslaggever in zijn „state cabin" aan boord zit,
ln een behagelijken fauteuil met een cigaret
scheef in z'n mond, en met een halven glimlach
de persuittreksels uit Londen, Berlijn en Parijs
leest, ze daarna doorgevend aan Taylor, die met
hem meereist en als persoonlijk ambassadeur bij
den Paus zal optreden. Ik kan mij voorstellen
dat hij zijn wenkbrauwen lichtelijk gefronst heeft
toen hij las „dat sceptici in Berlijn eraan herin
neren, dat een dergelijke reis van Colonel House,
namens president Wilson tijdens den wereldoorlog
ondernomen, een paar maanden later werd ge
volgd door Amerika's deelneming aan den oorlog
aan de zijde der gealliëerden". Er is geen enkel
teeken dat op zulke Amerikaansche plannen
duidt, en toen Colonel House zijn reis maakte was
dat heel anders.
Ik kan mij indenken dat Sumner Welles op
nieuw gefronst moet hebben toen hij las dat men
in Engeland en Frankrijk van meening is, dat
Roosevelt met het oog op de aanstaande presi
dentsverkiezing zijn tegenstanders het argument
uit de hand wil slaan, dat hij een oorlogszuchtige
rol speelt, zoodat de heele zending dus eigenlijk
in hoofdzaak een Amerikaansche verkiezingsma
noeuvre zou zijn.
Maar aangezien zijn eigen landgenooten op het
oogenblik niet schijnen te kunnen gelooven, dat
president Roosevelt op den kruiser Tuscaloosa in
de Golf van Mexico ronddobbert met geen ander
doel dan een beetje vacantie te houden, zal de
Europeesche achterdocht Sumner Welles en
Taylor niet als iets nieuws voorkomen. Er moet
nu eenmaal achter alles altijd wat anders gezocht
worden en zei de Italiaansche staatsman' Cavour
ln de vorige eeuw niet: „Mijn diplomatie is een
voudig, steeds de waarheid te zeggennie
mand gelooft dat ik dat meen"?
Het schijnt belangwekkend en overigens ook
hoffelijk jegens een met ons land inderdaad be
vriend staatshoofd als president Roosevelt aan
te nemen dat hij Sumner Welles inderdaad heeft
uitgezonden met de bedoeling die hij heeft aan
gekondigd: den toestand te peilen met het oog
op toekomstige vredeskansen. Waarom zou dat
nou eigenlijk niet waar wezen? De Vereenigde
Staten toonen geen neiging om aan den oorlog
mee te gaan doen, al is hun sympathie onmis
kenbaar aan Engelsch-Fransche zijde omdat zij
óók een democratisch land zijn. En dat Roose
velt na acht jaar presidium persoonlijk zoo erg
gebrand op een derden termijn zou zijn is nauwe
lijks aan te nemen.
Bovendien: is het doel dat hij voor Sumner
Welles' reis heeft opgegeven niet volkomen be
grijpelijk en aanvaardbaar. Grooter ambitie dan
den vrede na te streven kan een neutraal staats
hoofd in dezen tijd niet koesteren. Als hij dat doel
bereikt zal de heele wereld hem dankbaar zijn.
Millioenen zullen hem benijden dat hij er ten
minste iets aan kan doen, dat hij gewicht in de
schaal kan werpen, dat hij directen invloed kan
uitoefenen.
Maar de achterdocht is een leelijk ding.
Ik wensch Sumner Welles sterkte en hoop dat
hij iets van den geboren journalist, in zich heeft.
Want die eigenschappen zal hij toch zeker van
noode hebben. R. p.
Uitvoering B. G. V. „Turnlust'
Het Duitsche tankschip „Altmark", dat in de Noorsche wateren door een Engelsch oorlogsschip werd
aangevallen ter bevrijding van de zich aan boord van de „Altmark" bevindende Britsche gevangenen
IN de Noorsche territoriale wateren heeft zich aan het einde van de af-
geloopen week een ernstig incident voorgedaan. Een Engelsch oorlogs
schip is de Joesingfjord binnengevaren en zijn bemanning heeft van het
Duitsche schip „Altmark" eenige honderden Britsche onderdanen gehaald, die
afkomstig waren van tot zinken gebrachte Engelsche schepen. Er ontstond een
gevecht met de bemanning van de „Altmark", waarbij verscheidene Duit-
schers om het leven zijn gekomen.
Duitschland heeft te Oslo geprotesteerd tegen het feit, dat geen voldoende
bescherming aan de „Altmark" is verleend. De Noorsche regeering diende op
haar beurt te Londen een protest in tegen het optreden van het Engelsche
oorlogsschip.
De Britsche minister van buitenlandsche zaken heeft bij den Noorschen ge
zant geprotesteerd tegen het feit, dat de aanwezigheid van Engelsche ge
vangenen niet vastgesteld is, toen de „Altmark" te Bergen onderzocht werd.
wH, .---—-o uj Februari geeft Turnlust te Bever-
san et Kennemer Theater een uitvoering, waar-
»i,B^.ngev?er 200 dames, heeren, jongens en meisjes
."medewerken. Het programma vermeldt 15
S De Britsche admiraliteit heeft over het geij1
beurde het volgende communiqué uitgegeven:
„Mlen zal zich herinneren, dat de „Admiral Graf
Spee" in het Zuidelijke deel van den Atlanti
schen Oceaan voor Kerstmis zeven Britsche
koopvaardijschepen tot zinken heeft gebracht.
De officieren werden als gevangenen op het
slagschip gebracht en dragelijk behandeld.
De overige opvarenden der Britsche schepen
werden volgens dit communiqué op de „Alt
mark" gebracht. De .Altmark" was een hulp-
schip der Duitsche vloot, dat volgens verkla
ringen der bevrijde gevangenen met verborgen
opgestelde stukken gewapend was. Op dit schip
werden 300 tot 400 Engelisohen gevangen ge
houden en hard behandeld volgens degenen,
die naar de „Graf Spee" overgebracht en later
bevrijd werden. Men verloor toen het spoor van
de „Altmark", tot op 15 Februari waarschijn
lijk werd dat het schip langs de Noorsche kust
voer en zou trachten zijn gevangenen door de
Noorsche territoriale wateren naar Duitschland
te brengen. Britsche schepen en vliegtuigen
kwamen in actie en bij verkenningsvluchten
kwam men er van op de hoogte dat een schip,
dat „Altmark" heette, Vrijdagmiddag een toe
vlucht zocht in de Noorsche Joesingfjord, nadat
het door vliegtuigen was waargenomen en door
de „Intrepid" een Britsch oorlogsschip, onder
schept was.
Met volledige goedkeuring van de re
geering gaf de Admiraliteit order de neu
trale wateren binnen te varen, de „Altmark"
op te sporen en alle gevangenen, die aan
boord zouden worden gevonden te bevrij
den.
Aan den ingang van de fjord, die dood
loopt, verschenen twee Noorsche kanonneer-
booten. De commandant van een der Britsche
schepen, de „Cossack", kreeg opdracht een
voorstel te doen volgens hetwelk het Duitsche
schip onder gemeenschappelijke Noorsch-
Britsche bewaking zou worden gesteld en door
Noorsche en Britsche schepen naar Bergen zou
worden begeleid, waar een onderzoek zou
kunnen worden ingesteld en de geheele aange
legenheid in overeenstemming met het inter
nationale recht behandeld zou kunnen worden.
Dit voorstel werd niet aanvaard. De comman
dant van een der Noorsche kanonneerbooten
verklaarde dat de .Altmark" niet gewapend was,
dat hij niets van gevangenen aan boord wist,
dat het schip den vorigen dag te Bergen was
onderzocht en verlof had gekregen op zijn tocht
naar Duitschland van de Noorsche territoriale
wateren gebruik te maken.
Na deze verzekering trokken de Engelsche
jagers zich uit de territoriale wateren terug.
Na het vallen van de duisternis echter begaf
de „Cossack" zich in overeenstemming met de
orders der Admiraliteit opnieuw in de fjord. De
Noorsche bodems wilden bij een onderzoek geen
medewerking verleenen, doch zij bleven pas
sief.
De „Alt-mark" manoeuvreerde alsof zij het
voornemen had de „Cossack" tot zinken te bren
gen, indien die haar wilde enteren. Daarbij liep
het Duitsche schip aan den grond. De „Cossack"
kwam langs zij en enterde het schip. Er ont
stond een gevecht waarbij volgens een radio-
mededeeling van de „Altmark" vier Duitschers
werden gedood en vijf ernstig gewond. (Later
werden zeven dooden gemeld. Red.) De
Engelschen zouden één man verloren heb
ben.
De „Altmark" werd overmeesterd: een
deel van de bemanning vluchtte op den wal,
terwijl de rest capituleerde. Tusschen de
300 en 400 Britsche gevangiencn werden be
vrijd en gingen over op de „Cossack", die
met de andere bodems vervolgens naar de
Britsche kust voer.
De bevrijden verklaarden, dat tijdens het
Noorsche onderzoek te Bergen geen acht werd
geslagen op hun pogingen, de aandacht van
de controleerende Noren op hun aanwezigheid
te vestigen.
Het Duitsche petroleumtankschip „Baldur",
dat tijdens deze gebeurtenissen buiten de
territoriale wateren passeerde werd gesom
meerd te stoppen door den jager „Ivenhoe".
De bemanning van de „Baldur" bracht het
schip daarop tot zinken.
(Voor verdere bijzonderheden zie men elders in
dit nummer).
Kringenwedstrijd.
(Het verbruik van rookwaren
toonde in 1939 in 07is land weder
een sterke toeneming.)
Pijp, sigaar en sigaretje,
't Wordt van jaar tot jaar maar meer,
Als een pretje of verzetje,
Als een troost ook menig keer.
Er is veel in deze bange
Tijden van het menschbestaan,
Dat, eens vurig aangevangen,
Weer in rook is opgegaan,
Maar als wij een wolk bemerken
Boven ons klein vaderland,
Moge die zich dan beperken,
Tot tabak, tot rook verbrand.
Sigaret, pijp en sigaren
Zijn (rook) spek voor onzen bek.
En zij komen door de jaren,
Altijd nog maar meer „in trek".
Als wij als een schoorsteen rooken,
Hopen wij er vurig van,
Dat, in andren zin gesproken,
Onze schoorsteen rooken kan.
P. GASUS.
De directie van de K. N. S. M. heeft
bericht ontvangen van de „Alkmaar"
dat de bemanning het schip verlaat.
Aangenomen kan worden, dat het
schip verloren is.
157 opvare.
ermist.
De jaarlijksche driekringen wedstrijd tusschen den
K. T. K., Alkmaar e.o. en N. H. Zuiderkwartier zal
niet kunnen doorgaan, daar laatstgenoemde kring
zich wegens gebrek aan goede gymnasten moest te
rugtrekken. De Kennemer Turnkring heeft evenwel
reeds maatregelen getroffen, dat een kringenwed
strijd in anderen vorm zal kunnen worden gehouden.
LONDEN 19 Februari (Reuter). Officieel
wordt medegedeeld dat de Britsche torpedoja
ger „Daring" getorpedeerd en gezonken is.
Negen officieren en 148 minderen worden ver
mist. Men vreest, dat zij omgekomen zijn. Een
officier en 4 minderen zyn gered.
Het nederlandsche s.s. „ameland- van de stoomvaart mij. „Rot
terdam-, is zondagochtend, ongeveer 9 uur, circa 15 mul w.z.w.
van het lichtschip schouwenbank, door een explosie getroffen. het
schip is na enkele uren gezonken. de opvarenden, van wie er enkele
"assagiers zijn, zijn allen gered.
De „Ameland" welke in 1930 werd gebouwd en 4537 bruto en 2727 netto
registerton groot was, voer betrekkelijk dicht achter de „Montferland" van
den Kon. Holl. Lloyd. Deze heeft de schipbreukelingen, 48 man, die allen In een
reddingboot zaten, aan boord genomen, doch ze later weer aan de Belgische
loodsboot 15 overgegeven, vanwaar 45 niet-gewonde geredden op de „Zwarte
Zee" zijn overgegaan, die de mannen naar Hoek van Holland heeft overge
bracht. De drie gewonde schipbreukelingen zijn door de loodsboot naar Vlis-
singen vervoerd, waar zij in een ziekenhuis zijn opgenomen.
De „Ameland" had een lading stukgoederen aan boord en was op weg van
Rotterdam naar Ned. Oost-lndië. De kapitein vermoedt, dat het schip door
een mijn is getroffen, doch hij heeft daarvan geen zekerheid. Er werd van
paravanes gebruik gemaakt. fZie 00k eliers in dit nummer).
In Amsterdam en Brussel.
Naar wij vernemen zal er op initia
tief van onzen minister van onderwijs
en van zijn Belgischen ambtgenoot,
een ruiltentoonstelling gehouden wor
den in het Rijksmuseum te Amsterdam
en in het Koninklijk Museum van mo
derne kunst te Brussel. Er zal een keuze
van ongeveer 420 schilderijen en
teekeningen uit de tentoonstelling
„Onze Kunst van Heden" naar Brussel
worden gezonden, terwijl door de
zorgen van den hoofdconservator van
het Museum van Schoone Kunsten te
Brussel een collectie Belgische kunst
van levende meesters voor het Rijks
museum te Amsterdam bijeengebracht
zal worden. Deze tentoonstellingen
zullen, wanneer de omstandigheden
medewerken, in het begin van Mei
worden geopend.
Dorpen langs IJselmeerdijk
dreigen weder geïsoleerd
te worden.
Stuifsneeuw maakt verkeer haast
niet mogelijk.
Het verkeer over den weg langs den IJselmeer
dijk van Warder naar Edam is nog steeds niet
mogelijk. Ongeveer veertien dagen geleden is deze
weg geheel ingesneeuwd. Honderd arbeiders zijn
daarop aan het werk getogen om den weg uit te
graven.
Vooral na de laatste dooiperiode en de daarop
volgende vorst welke de natte sneeuw tot een
vaste ijsmassa herschiep, was het voor de arbei
ders zwaar werk en moesten zij, om iets te berei
ken de sneeuw weghakken.
Zaterdagmiddag was men zoover gevorderd dat
nog ongeveer driehonderd meter weg moest wor
den vrijgemaakt. De Oostenwind stak echter op
en dreef wederom groote hoeveelheden stuif
sneeuw uit het bevoren IJselmeer over den dijk,
waardoor de gegraven verkeersgeul opnieuw ge
vuld werd.
De aan den dijk wonende gezinnen, die voor een
deel uit hun isolement waren bevrijd, zijn nu weer
van de buitenwereld afgesneden. Het opruiming»-
werk kan opnieuw beginnen.
Echtpaar door gas vergiftigd.
Bij het intreden van den dooi doen zich op
nieuw gevallen van gasvergiftiging voor. Zoo
werd het ongeveer 60-jarig echtpaar van den
B., te Onderdendam, gemeente Bedum Zaterdag
avond in bewusteloozen toestand in hun woning
aangetroffen. Zij bleken bedwelmd te zijn door
het uitstroomen van gas van een straatlantaarn,
welke bij den gevel van het huis stond. Het
mocht een ontboden geneesheer na veel moeite
gelukken met behulp van een zuurstofapparaat
de levensgeesten bij het echtpaar weer op te
wekken. Het leven van man en vrouw loopt
thans geen gevaar meer.
De heer L. J. van Wijk overleden.
Buitengewoon lid van het Nederlandsch
Bijbelgenootschap.
Zaterdagavond is te zijnen huize in Heem
stede overleden de heer L. J. van Wijk, buiten
gewoon lid van het Nederlandsch Bijbelgenoot
schap en eere-voorzitter van den zendings
studie-raad.
Lambertus Johannes van Wijk werd 17 April
1865 te Amsterdam geboren. Na aldaar de H.
B. S. doorloopen te hebben, studeerde hij aan
de Indische instellingen te Delft. In 1388 werd
de heer van Wijk tweede secretaris van het
Nederlandsch Bijbelgenootschap en van 1924
tot 1935 was hij algemeen sec ris van deze
instelling.
Van zijn handi verschenen artikelen over
armenzorg en zending en over armenzorg-sta
tistiek in tijdschriften van armenzorg. Voorts
zagen het licht „Woord en daad", „Wartburg"
en „Vragen des tijds".
Onze Grensverdediging
Juist in de dagen, dat er in ons land re
cord-temperaturen onder nul te constatee-
ren waren, zijn de vertegenwoordigers van
de buitenlandsche pers in Nederland, voor
zoover zij niet tot de oorlogvoerende landen
behoorden, en die der Nederlandsche pers
drie dagen op excursie geweest langs de ver
sterkte land- en zeegrenzen en door het
inundatiegebied. De leiding berustte bij den
kapitein van den Generalen Staf J. Gips,
die door enkele andere autoriteiten daarbij
op voortreffelijke wijze werd bijgestaan.
Wij publiceeren heden het eerste ar
tikel, aan deze excursie gewijd: indrukken
over de „voorhoede", i.e. de versterkingen
langs „onze" grenzen!