Jxet JOient m Jan QCieM. Bezoek aan geëvacueerde kinderen Ontspanning voor de Fn^elsclu soldaten in Frankrijk IN FINLAND KORT VERHAAL In Finland alleen onderwijs per radio Onze bijzondere medewerker schrijft: Op reis naar Hangö ERGENS IN HET HOOGE NOORDEN, 12 Febr. Nee, dit ergens is geen gewichtigdoenerij. Ik ben gaan kijken naar geëvacueerde kinderen, omdat ik weten wilde, hoe die het hebben, en het was minder eenvoudig daarvoor de mogelijkheid open te krijgen, en de adressen aan de weet te komen, dan de lezer wellicht gelooven wil. Maar goed: ik ben dan ergens in een dorpsschool. Laat ik u eerst mijn gezelschap mogen voorstellen voorop onze chauffeur, prof. dr. Georg von Wendt, hoogleeraar in de physiologie aan de universiteit van Helsinki, vervolgens prof. dr. Serge Kar- cevski, in 1920 voor de tweede maal uit Rusland gevlucht den eersten keer deed hij het in 1910, toen hij van revolutionnaire plannen werd ver dacht en thans hoogleeraar in het Russisch en het Tsjechisch aan de universiteit van Genève, en tenslotte de Zweedsche schrijver Albert Vikstén van wien enkele boeken ook in het Nederlandsch zijn vertaald. Ons gezelschap bestaat dus uit vier man, die vijf nationaliteiten hebben (Karcevski is Rus, maar ook Zwitser) en vijf moedertalen erop na houden (Zweedsch, Finsch, Fransch, Rus- sisch en Nederlandsch)Gij zult het vermaak van onze conversatie te gretiger begrijpen, indien gij verneemt dat Vikstén geen vreemde talen spreekt, Karcevskf alleen Fransch, prof. von Wendt beter Duitsch, en dat wij meerendeels in Finsch-spre- kend gebied reizen. Maar geen nood: wij redden ons best! En al zoeken wij af en toe naar een woord stof voor gesprek is er meer dan ge noeg. Karcevski heeft Russische gevangenen be zocht. Ik verneem van hem, dat alleen de eerste troepen slecht uitgerust en op de koude niet be rekend waren, en voor dat zonderlinge verschijn sel geeft hij de volgende verklaring. „De Russen", zoo zegt hij, „hebben op hun Poolschen veldtocht vijfhonderd man verloren, en rond zeshonderd werden gewond. Oost-Polen bood immers geen of nauwelijks tegenstand. De Oekraïners, die woonden, voelden zich door Warschau onder drukt en de Joden, die men er in grooten getale vond, waren doodsbang, dat de Duitschers zouden komen. Gevolg: een militaire wandeling. Nu schijnt de Russische informatiedienst bijzonder slecht te zijn. Men heeft in Moskou geloofd, dat een soortgelijk verloop van zaken zich in Finland zou voordoen. Er werd gerekend op een Finschen volksopstand bij het binnenrukken van de Rus sen in het land. Daarom was er geen sprake van een goed uitgerust leger. Eerst toen bleek, hoe hardnekkig de Finnen tegenstand boden is Mos kou tot het zenden van beter geëquipeerde solda ten overgegaan. De 44ste divisie, die bij Suonius- salmi door de Finnen vernie.tigd werd, was vol ledig uitgerust, odk wat de kleeding van de sol daten betreft. Maar aan de organisatie en de lei ding schijnt letterlijk alles te ontbreken". Terwijl prof. Karcevski vertelt, glijdt de auto over dik besneeuwde wegen en door prachtig dennebosch. Prof. von Wendt, de stuurman, draagt een uniformpet en een overjas van mili taire kleur. Hij heeft, buiten zijn wetenschappe lijk vak, waarin hij, naar ik verneem, een groote reputatie geniet, maar één hobby: het verkeer in al zijn vormen. Hij was het, die in Finland de luchtvaart startte, hij ook, die, op grond van een veeljarige ervaring op den weg, verschillende be langrijke verbeteringen in de Finsche verkeers- wetgeving voorstelde. Ik hoor bijvoorbeeld, dat het onbeantwoord laten van een signaal straf baar wordt gesteld. Maar wijzelf loopen geen kwade kansen: prof. von Wendt houdt zich nauw lettend aan wat gedeeltelijk zijn eigen voorschrif ten zijn! Hij is van staatswege verkeersinspecteur en daaraan dankt hij het ook dat hij, in tegen stelling tot de meesten, Vrij rijden kan: de ben- zine-hoeveelheden voor particulieren zijn krap gemeten hier en een tocht, zooals wij er nu een maken kan er bij zoowat niemand af. Wij volgen een sterk golvenden weg, die telkens tot over schakelen dwingt, en na een honderd kilometer moeten de sneeuwkettingen om de achterwielen gemonteerd worden: wij komen er anders niet door. Volgden wij eerst een breeden betonweg, nu slaan wij af, een smalleren op, die later door een nog onaanzienlijker wegje gevolgd wordt. Wij zijn nog in hoofdzakelijk Zweedsch sprekend gebied. Niemand behoeft mij dat te vertellen, dat doen de plaatsnaambordjes. Zij zeggen in twee talen met Zweedsch als bovenste: gij bevindt u in twee talig gebied met een Zweedsche meerderheid. An ders staat Finsch bovenaan. Geeft het bordje den plaatsnaam in het Finsch, dan wonen er hoog stens 10 pCt. Zweden, en staat de naam er alleen in het Zweedsch. dan zult gij er niet meer dan één Fin op tien Zweden aantreffen. Het systeem is practisch en voldoet uitstekend. Overigens is door den oorlog alle scherpte van het talenvraag stuk afgeslepen. Finnen, wier kinderen naar Zwe den geëvacueerd worden, beschouwen het als een voordeel dat ze zoodoende meteen Zweedsch lee- ren, en Hufvudstadsbladet, de grootste Zweedsche courant van Finland, geeft tegenwoordig een ru briekje voor zelfonderricht in het Finsch. De auto stopt. Wij staan voor een eenvoudig steenen gebouw: een school. Hier wonen nu een kleine veertig kinderen uit Helsinki en in de naas te omgeving bij particulieren zijn er nog meer ondergebracht, 's Middags komen ze allemaal bij elkaar, want het eten geschiedt gezamenlijk in de school. De stemming onder de jeugd ik hoor, dat de leeftijden varieeren van één tot tien jaar blijkt gelukkig voortreffelijk. Ons bezoek is hartelijk welkom en wij moeten alles bekijken: de boekjes, waaruit ze het alfabet leeren, een bloem, die ze zelf kweeken of speelgoed, waarmee ze den tijd dooden. Maar ook den schuilkelder, waarin ze een heenkomen zoeken zoodra in het dal, waar in de school ligt, de sirene begint te loeien. Tot nu toe krijgen de kinderen geen onderwijs. Minis ter Hannula ik liet het u al weten heeft er overwegende bezwaren tegen, dat er veel kinde ren in één gebouw ondergebracht zijn gedurende een groot gedeelte van den dag: een bombarde ment kan dan een verschrikking worden. Verre weg de meeste kinderen zijn dan ook óf in Zwe den en Noorwegen óf bij particulieren in Finland. Maar de oorlog is van onbekenden duur, en men heeft nu, teneinde de kinderen niet heel dien oorlogstijd zonder onderwijs te laten, een beroep gedaan op die uitkomstbrengende uitvinding: de radio! Morgen houdt minister Hannula de ope ningsrede voor het microfonisch onderwijs. Op vaste uren zullen de pleegouders op het platte land de radio aanzetten en onderwijzers zullen dan door den aether vles geven. Het is natuurlijk behelpen, maar beter wat dan niets. Op den duur kan men de kinderen ook niet ongestraft laten lanterfanten. Dat gaat een poosje goed, maar de werklust raakt eruit en de achterstand groei' met den dag. In de school, waar wij ons nu bevinden, heeft particuliere hulpvaardigheid raad geschaft. De kinderen worden op plezierige manier bezig ge houden. Ik maak kennis met een zevental broer tjes en zusjes, die mij een kwatier later examinee- ren om er achter te komen of ik al hun namen goed heb kunnen onthouden. Groote hilariteit als ik, na een goeden start, Erik en Torsten met el kaar verwar! De oudste schrijft zijn naam en evacuatie-adres op een papiertje: ik heb hem een briefkaart uit Nederland beloofd. Ge begrijpt overigens, dat de evacuatie ook in dit ruime land een ernstig probleem is. Vergeet het niet: veilig is men hier nergens! Onderweg viel het mij op, dat alle voorbij gangers gestoken waren in „sneeuwjassen", die men hier voor wei nig geld kan koopen. Het zijn capes met een wijde capuchon, die in no-time aangeschoten kunnen worden en die dienen om den mensch het voor deel van den cameleon te verschaffen. Finland is tegenwoordig wit op wit. Ook wijzelf hebben in de auto onze sneeuwjassen klaar liggen. Gaat het alarm loeien, dan duiken wij er ijlings in, schie ten in het bosch en zoeken dekking. Dat is aller minst een aangename bezigheid! De Russische vliegers gooien veel bommen op Aabo een dui zend of drie tot nu toe, op Hangö een twaalfhon derd (dat is op een paar honderd na evenveel als er op het oogenblik inwoners zijn!) en krijgen zij de kans, dan begint 't ergste. Dat is het ma chinegeweervuur! Dat geeft de man, die het verst achterin het toestel zit. De loop van zijn mitrail leur steekt schuin naar achter. Voor den mensch is er maar één ding te doen, zoo hij gelijk met ons het geval is geen schuilkelder kan bereiken: plat op den grond vallen en er het beste van hopen. Als wij na ons schoolbezoek even een kopje kof fie drinken bij prof. Rein, die hier zijn buitenhuis heeft, vertelt hij, hoe ook in deze contreien, waar in geen verre v&ten eenig militair doel te be kennen valt, de Russen heftig te keer gaan. Ver leden week verspeelden zij een stel bommen aan een rij ijsblokken, gehakt uit een bevroren meer en liggende op den kant. Blijkbaar zagen ze die voor iets hoogst gewichtigs aan. Geen wonder dus dat men het hier als twijfelachtig beschouwt of men de kinderen wel in het land moet houden. Met groote dankbaarheid wordt- dan ook gecon stateerd, dat Zweden en Noorwegen bereid zijn veel kinderen onder te brengen. Ware de reis niet zoo bezwaarlijk, ook Nederland zou zeker deel willen hebben aan dezen vorm van voortreffelijke humanitaire hulp. Overigens hebben wij Neder landers ruimschoots gelegenheid om ons op an dere wijze nuttig te maken. De evacuatie en wat ermee samenhangt kost ook veel geld en men be hoeft hier niet lang te zijn om te hebben verno men, hoe erkentelijk Finland is voor de vrijge vigheid die zich in ons land manifesteert. Ik zal niet treden in een beschouwing over alle narigheid, die er ook bij de best georganiseerde evacuatie overschiet. Wie denkt aan de uit elkaar gerukte gezinnen, aan zieke kinderen, wier moe ders hen niet bereiken kunnen, aan de zorg en de verantwoordelijkheid die op de pleegouders komt te rusten, kan zich van die narigheid gemakkelijk zelf een voorstelling maken. Gelukkig leggen de Finnen jegens elkander een werkelijk treffende hulpvaardigheid aan den dag. Alles kan! Overal is nog wel plaats voor iemand of iets; iedereen is Inschikkelijk en dat geldt voor alle geledingen van de samenleving. In Helsinki besteedde ik een middag aan het bezoeken van willekeurige ar beidersgezinnen. Ik liep. zoomaar eens hier en daar aan, en werd vrijwel overal vriendelijk ont vangen. Een vrouw, die voor zichzelf, haar man en een dochtertje over één kamer én een keuken beschikt, bleek nog twee andere door bombarde ment dakloos geworden buren hartelijk te hebben opgenomen. De keuken was nu ook slaapkamer! Elders had men weer andere noodoplossingen be dacht. Maar ook de villa van prof. Rein was in een soort hotel herschapen en prof. von Wendt vertelde, hoe hij op den eersten bombardements dag zichzelf met auto ter beschikking stelde om menschen de stad uit te brengen. Hij vertelt ook, hoe hij dien dag toevallig geen reserveband had. De straten van Helsinki waren hier en daar met glasscherven als bezaaid. Ergo reed prof. von Wendt even langs zijn dealer om een reservewiel te halen. Alles was gesloten en niemand bleek aanwezig. Maar de ruiten lagen aan diggelen, en Von Wendt kon dus door een étalageraam binnen stappen, een wiel van een showroom-auto de- monteeren en was toen gered. Maar dat behoort bij de kléine problemen van de evacuatie. Tegen het vallen van den avond hebben wij, na een langen rit in een temperatuur, die later 34 graden onder nul bleek te liggen, een van de meest getroffen stadjes van Finland bereikt. Het was Ekenas, een kilometer of dertig van Hangö. Ons doel was, den volgenden morgen naar Hangö •te trekken, waar. de Russen verschrikkelijk huis houden. Zooals gij weet: Hangö wilden ze hebben als basis voor hun luchtmacht. Nu hebben ze Baltischport, aan de overzijde van de Golf, op Estlandsch gebied. Twintig minuten maar en ze zijn boven Hangö. Tien tot twintig keer per dag gaat daar het alarmsignaal! Maar ik vertel er later meer van. Dezen nacht bleven wij in Eke nas, waar een dorpsche sfeer in een klein, maar als altijd in Finland uiterst zindelijk hotel letje ons omringde. Om even vóór half tien liet de portier het electrisch licht éénmaal knipperen, enkele minuten later twéémaal, en op slag van half tien driemaal. „Hoogste tijd", bleek dat te beteekenen. Wij stapten dus op. Om half zeven den volgenden morgen zouden wij naar Hangö gaan. De Russen komen doorgaans tegen half negen en vóór dien tijd wilden wij er óók graag zijn. „Molotof laat ons niet eens uitslapen", zegt Vikstén ironisch als wij met onze zware laarzen de trap opklossen. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden) Dierenvertelling door F. van Amstel. Verkoop van Amerikaansclie schepen aan België. WASHINGTON. De maritieme commissie heeft goedgekeurd, dat acht Amerikaansche sche pen onder Belgische vlag worden gebracht. De belangrijkste dezer schepen is de President Harding. De andere zijn vrachtschepen en vracht en passagiersschepen. Roosevelt in de Panameesche wa teren. Inspectie van de verdedigingswerken aan de Centraal Amerikaansche kust. United Press meldt dat president Roosevelt zich thans met de „Tuscaloosa" naar de Westelijke Pa nameesche wateren begeeft. De president heeft zich persoonlijk belast met de inspectie van de Centrale Amerikaansche kust aan de Pacificzijde. In een onderhoud zeide hij dat de effectieve ver dediging van de Kanaalzóne sinds 1934, toen hij het presidentschap aanvaardde verdubbeld is. Roose velt hoopt bij den arbeid tot versterking der ver dedigingswerken op de hartelijke samenwerking der overige Amerikaansche republieken, die hierbij zeer veel belang hebben. (United Press). DUITSCH VLIEGTUIG DOOR DEENSCHE BATTERIJ BESCHOTEN. KOPENHAGEN, 19 Febr.. Een vliegtuig met Dultsche kenteekenen heeft Maandag middag tegen een uur in Zuid-Jutland boven Deensch gebied gevlogen. Deensche batterijen hebben de machine beschoten. Het toestel werd niet geraakt. (Rttzau). IET PASTEI had het warm gekregen. Dien avond moesten voor negenen nog achten veertig haringslaatjes de deur uit, een chipolata-, een rum- en een roompudding en de mobilisatie-noodhulp had twee linkerhan den. Piet Pastei zat niet spoedig met de handen in het haar, maar deze avond telde voor twee. Het was warm in de bakkerij en de baas snakte naar wat frissehe lucht. Hij opende dus het kleine ven ster, dat op de binnenplaats uitzag, wendde zich af en zag zoodoende niet, dat Mie Net van de ge legenheid gebruik maakte en naar buiten wipte. Mie Net kwam in de sneeuw terecht en daar hield ze niet van. Ze trok dus wat met haar pootjes, snuffelde even aan een aantrekkelijk ruikend spoor, dat regelrecht naar een muizen gaatje leidde, doch daar de rechte jachtlust ont brak deed ze, of de heele zaak haar niet aanging, wipte op een afdakje, wandelde onder een goot, waar maar weinig sneeuw lag, sloeg een hoek om, kleumde een beetje tegen een antennepaal, sprong in een andere goot en trippelde die door tot voor een dakkapelletje, waar ze halt maakte. De sneeuw, die haar pad bedekte, weerhield Mie Net, zich een zitplaats te kiezen en dus wreef ze haar neusje tegen de stijf bevroren ruiten en begon zacht en klagelijk te huilen. Een deur ging open en werd weer gesloten. Dat was genoeg om Tom Poes gelegenheid te geven, onder de rokken van zijn meesteres door te glip pen en zich over enkele daken naar de plek te be geven, waar Mie Net zich had geposteerd. Nauwe lijks had die den bekenden tred gehoord, of ze wendde zich met vrouwelijke behaagzucht af, wip te op het kapelletje en huichelde een ij dele be langstelling voor de Casseopeia. Tom Poes, die al lang wist, hoe je met vrouwen moet omgaan, keerde haar zijn rug toe en componeerde een kleine ode aan de maan. Zijn weeke bariton verteederde Mie Net. Een oogenblik trachtte ze hem te overstemmen met een korte fantasie op het Lied an den Abendstern, doch ze voleindigde haar poging niet, wendde zich om en bevond zich neus aan neus met Tom Poes, die geluidloos het kapelletje beklommen had. „Gut", zei ze, met een volkomen mislukte po ging, verrast te schijnen, „jij hier?" Tom Poes liet zich de jokkernij aanleunen en zette het slotcouplet van zijn lied in. „Waarom ben je gekomen, Tom?" zei Mie Net smeltend, toen het uit was. Tom snorde van louter welbehagen, keek haar diep in de oogen en ging haar voor naar een luw plekje „Mie Net", zei Tom Poes, tien minuten later, „wat is er?" „Hoe bedoel je, Tom?" „Ik bedoel wat ik zeg. Waarom ben je met twin tig graden Celsius ónder nul hierheen gekomen, terwijl je dadelijk last van koude voeten hebt? Waarom heb je zooeven gehuild en waarom heb je binnen de vijf minuten drie maal gezucht? Wat is er?" Mie Net verborg haar hoofd aan zijn borst. „Ik ben zoo bang, Tom. „Waarvoor?" „Voormorgen „Wat is er morgen?" „Dan komt erstil, Tomdan komt er een ijsbeer!" „Zou je niet eens temperaturen?" vroeg Tom bezorgd. .,Nee, Tom, gerust, ik meen het. Ik heb het den baas zelf hooren zeggen!" „Wel?" „Vanmiddag, tegen de vrouw. Zij vroeg hem iets en toen schudde hij het hoofd en zei: „Ik verwacht morgen een grooten ijsbeer!" „Verschrikkelijk! „Ik weet me geen raad, Tom! Wat moet ik doen in dat huis met zoo'n groot beest? Zoodra hij me ziet zal hij meZul je bij me blijven, Tom? Zul je me beschermen? Jij, die zoo g^oot en zoo sterk. „Dat zweer ik", zei hij eenvoudig. Den volgenden morgen stond Piet Pastei in zijn werkplaats room te kloppen toen zijn vrouw met de koffie binnenkwam. „Is hij er al geweest?" vroeg ze zacht, om den knecht met de twee linkerhanden. Hij knikte, „Had je hem niet terug kunnen sturen?" „Dat durfde ik niet. 't Was zoo'n groote!" „Waar heb je hem gelaten?" „In de huiskamer, op het dressoir. Ik zal nem straks opbergen". Onder de deegmachine werd een dubbele zucht van verlichting geslaakt. „Hoor je het?" fluisterde Tom Poes, „straks bergt hij hem op. Zou hij een kooi hebben?" „Vast niet, Tom, dan had ik die wel gezien". In 't schuurtje misschien?" Mie Net haalde de schouders op. „Vergeet het maar niet", zei de vrouw, die met de leege kopjes de bakkerij verliet. „Tom „Ja?" „Hoorde je het? Op het dressoir in de huiska mer - zei de baas. Zou jij durven De arbeid van de Britsche O. en O, Onze Parijsche correspondent schrijft: GEDURENDE den wereldoorlog zag men in bijna alle Fransche steden en dor pen, waar Britsche troepen gelegerd waren, na enkele dagen ook twee aan twee of vier aan vier pittige meiskes in khaki of donkerblauw door de straten marcheereri. Streng gedisciplineerd trekken die „girls" met de legers mee, dappere jonge vrouwtjes, die zich vrijwil lig hadden opgegeven om de vliegende cantine te dienen, waar eerst gratis, later toen de omzet al te groot werd, legen een zeer lagen prijs en zonder eenige winst, de talrijke kleinigheden: geurige Virginiatabak, de typisch Engelsche marmelade, sportartikelen te distribueeren, welke den Britschen soldaat te velde eenigszins de vaderlandsche sfeer naderbij brachten. Uit die gedurende den wereldoorlog ge- improviserde hulporganisatie is de Navy, Army and Air Force Institute ontstaan, een naam. d.e natuurlijk veel te lang is en al zeer spoedig afgekort werd tot N.A.A.F.I. Die N.A.A.F.I. heeft een taak die eenigszins overeenkomt met ons Nederlandsche O. en O., maar dan tallooze malen uitgebreider. Het is een enorme organisatie, die in vredestijd reeds bestaat en ook dan aan de „Tommies", aan de „Jantjes" en de jongens van de luchtmacht geestelijke en materieele af leiding bezorgt, wat voor den oorlog op een omzet van 10 millioen pond sterling per jaar neerkwam. Overal ter wereld, waar Engelsche troepen gelegerd zijn, kwam men ook de employé van de N.A.A.F.I. tegen: in de Antillen en in Egypte, in China, in Ceylon en in Indië, overal, waar de Engelsche vlag waait in een der deelen van dit wereldimperium. Nu is de N.A.A.F.I. sinds enkele maanden uit gegroeid tot een onmetelijke organisatie: de 9000 employés uit vredestijd zijn versterkt tot 28.000 en nog groeit eiken dag het aantal vrij willigers, zoodat men binnen kort beschikken zal over 40.000 menschen, voornamelijk vrouwen, die zich belangeloos beschikbaar hebben ge steld om in het harde leven van den soldaat eenige vroolijkheid en afleiding te brengen. Tegelijkertijd is het budget natuurlijk enorm gestegen: volgens een voorloopige berekening bedraagt dit op het oogenblik 600.000 pond per week, ruim 30 millioen pond per jaar en de rekenmeesters in de organisatie voorzien, dat 't hierbij niet zal blijven. Een der absoluut noodzakelijke voorwaarden om in de N.A.A.F.I.-organisatie aangenomen te worden is vriendelijkheid; zuur-kljkende meisjes met pruilende lipjes of bitse karakters kan men niet gebruiken. Zij moetenvroolijk zijn en op gewekt, altijd en onder alle omstandigheden, om den soldaten, wier leven toch nog altijd zwaar der is dan het hare, behalve materieele gaven ook steeds moreelen steun te bieden. En zin voor decoratie moeten zij ook hebben, want de étala- „Dank je wel. Hij heeft je zóó te pakken en beren kunnen klimmen ook!" „Ben je bang, Tom?" „Bangbangdat niet, maar „Je loopt héél zacht, Tomen ik ook „Wil je danwil je ook „Als jij durft, durf ik ook. We hebben elkaar immers verleden week beloofd. „Ja, ik weet wel Geruischloos slopen ze de keldertrap op, door den winkel, de gang doorde eerste deur rechts, dat was de huiskamer, daar stond het dressoir en op het dressoir Mie Net glipte 't eerst naar binnen Blazend van spanning, met hooge, onhoorbare stappen, koerste ze naar een observatiepost, een theemeu bel. Even later had Tom Poes dekking achter een papiermand gevonden. De winkelbel ging. De winkeldeur werd geopend en een windvlaag woei door het huis en met een slag -klapte de deur van de huiskamer dicht en in de huiskamer krijschte een tweevoudige angst kreet en vier rollende oogen zagen toe, hoe van het dressoir een blaadje papier omlaag fladderde, terwijl de stilte opnieuw in het vertrek daalde Tom Poes, als man, hervond het eerst zijn zelf vertrouwen. Op zijn buik schuifelde hij, den rechterpoot tot verdediging gereed, naar het papier, dat in zijn buurt was neergekomen en las: Voor aan UEd. geleverd: 25 K.G. roomijs 37.50 15 K.G. mocca-ijs 22 50 3 K.G. marasquinijs7 50 Totaal 67.50 (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden) VOOR DE KINDEREN Belangrijke taak von, ges van de N.A.A.F.I. moeten aanireh-- en zoo mogelijk moei er een genoegde lijke Engelsche sfeer heerschen. Ree^f:. tines zijn door die aardige meisje "5 seerd en met gullen lach schenken a of warme dranken of passen zij Zwap - laarzen aan de voeten van hen, de loopgraven sneeuw en ijs moeten v of rijgen zij boks handschoenen aan aS van de adspirantkampioenen. Wan: C' kan men krijgen in dit „shops" van de Wij hebben voor ons een lijstje ligger - moest-uiteenloopende artike.len, voetbVv damborden, ping-pong-tafels en sm» kaartspelen en domino's, voetbalbroeken1' overs, maar ook sigaretten en jam JL en schrijfgereedschap, veters en bak, warme onderkleeren en ijsn tastische aantallen heeft de NA.aTfj,'.- voorwerpen onder de Engelsche soldata spreid: het getal honderd schijntere- te zijn, het gaat er steeeds met liever nog met tienduizendtallen en honderdduizentallen toe. Nu al is in dat gedeelte van Fi_.^ de Engelsche militairen gelegerd sche leger ondenkbaar zonder de rh N.A.A.F.I.-verkoopsterjesoveral zi vliegende winkels verrijzen, waar dige hulpmiddelen een smakelijke richt is en dan staat men soms verste met behulp van doodgewone wit-geverfde^ en gele en groene en blauwe .sigaret^ en gekleurde conserven- en jamblikkeri y mides schoenen en draperieën van pull-ov{- aantrekkelijk geheel gevormd kan word,- zijn voor de Engelsche soldaten heerlijke waar ze zich voor enkele oogenblikken a landsche atmosfeer verplaatst kunnen het zijn stukjes „good old England zoete gem- van de VirUniatabak zich de zware lucht van leer en de piklucht teerd touw, rumoerig dikwijls als in e. mansherberg, maar ook met stille hoekje, lange brieven geschreven kunnen wordy de „sweetheart" aan de overzijde Kanaal TVTCET alleen echter voor het lichame', zijn der soldaten wordt door de Njj gezorgd, maar ook voor hun geestelijke spanning. Toonel en cabaretvoorstelling den voor hen georganiseerd, zoowel in als dichter bij het oorlogsterrein, in Fré Verscheidene artistengezelschappen September reeds het Kanaal overgestoken; gers en heele rijen dansmeisjes, conférentk acrobaten zijn voor hen opgetreden en lieveling van het Engelsche publiek, mante Gracie Fields, is op de wankele van een vcld-theater, ergens in een schuur, voor de opgetogen „Tommies" den. Zoo zorgt het Engelsche O. en O. Britschen soldaat, geestelijk en lick maar den meesten indruk zullen misschi? op hen maken de vriendelijke lach en he wekkende woord van de dappere N.AAIl koopstertjes. (Nadruk verboden). J. W. KOLKM1 De ongelukkige veldwachter kwam met een smak op de straatsteenen terecht en kreeg nog als extra'tje het melkemmertje, dat uit Piet's handen vloog boven op zijn hoofd. Hij zag niets dan sterretjes en tot overmaat be klaagde Piet zich nog over zijn gedeukt emmerje. Maar Teunissen hield wijselijk zijn mond. want dit ongeluk was tenslotte zijn eigen schuld. Reeds den volgenden morgen moest Piet Krent voor Burgemeester en Wethouders ver schijnen. Het hart zonk hem in de schoenen toen hij al die gezjehten aanschouwde. De burgemeester, getooid met ambtsketen, troon de in het midden „Overtreding op den publie- ken weg", zoo begon deze de stukken voor te lezen. VEEMARKT, ROTTERDAM. ROTTERDAM, 19 Februari Aanvoer. Totaal 2035. Vette runderer. Vette kalveren 164. Nuchtere kalveren 31,5 pen en lammeren 388. Varkens 763. Vette koeien le kwaliteit 70 tot 84 st. 1 58 tot 68 ct., 3e kw. 46 tot 56 ct. per kilo, ossen le kw. 70 tot 80 ct., 2e kw. 58 tot (i 3e kw. 46 tot 50 ct. per kilo. Vette kalve: kw. f 1.35 tot f 1.45. 2e kw. f 1.10 tot f 1,25.k f 0.95 tot f 1.05 per kilo. Varkens levend le kw. 61 ct., 2e kw. 60 ct., 3e kw. 59 Cl kilo. Schapen le kw. 58 ct„ 2e kw. 53 cUi 43 ct. per kilo. Lammeren le kw. 60 ct., S5 55 ct. 3e kw. 50 ct. per kilo Schapen le kw. f 33 2e kw. f 26, 3e per stuk. Lammeren le kw. f 23, 2e kw. f kw. f 15 per stuk. Vette koeien en ossen, aanvoer korter, te kalm, prijzen onv Vette kalveren aanvoer als vorige week, Ir lui, prijzen stat. Schapen en lammeren: aanvoer klein,te vlot, prijzen iets hooger! Varkens: aanvoer groot, handel traag,ju? iets lager. VEEMARKT ROTTERDAM. Totaal aanvoer 4481. Paarden 99. 'Veulens 25. gere runderen 760. Vette runderen 920. W kalveren 40. Graskalveren 91. Nuchtere ka;? 2134. Schapen en lammeren 408. Varkens 2. E£ 1. Bokken en geiten 54. Prijzen per K.G. Vette koeien le kw. 70-* kw. 58—68, 3e kw. 46—56. Vette ossen Ier 70—80, 2e kw. 58—68, 3e kw. 46—56. Stieren Ier1 74, 2e kw. 66, 3e kw. 54. Vette kalveren k> 130—145, 2e kw. 110—125, 3e kw. 95—105. Sa le kw. 58. 2e kw. 53, 3e kw. 43. Lammeren h' 60, 2e kw. 55, 3e kw. 50. Graskalveren 2e fa 3e kw. 53. Nuchtere kalveren le kw. 40,2eKjï> 3e kw. 30. Slachtpaarden le kw. 64, 2e kw. M kw. 44. Prijzen per stuk. Schapen le kw. 33,2e fa' 3e kw. 21. Lammeren le kw. 26, 2e kw. 19. 15. Nuchtere slachtkalveren le kw. 10, 2e kw. 6. Slachtpaarden le kw. 290, 2e kw. 200, kw. 140. Werkpaarden le kw. 360, 2e kw.M„ kw. 140; Hitten le kw. 260. 2e kw. 210, Se k*- Kalfkoeien le kw. 290, 2e kw. 200, 3e kw. It0.£ koeiqp le kw. 285, 2e kw. 200, 3e kw. -- koeien le kw. 200, 2e kw. 145, 3e kw. 110. le kw. 145. 2e kw. 125, 3e kw. 95. Pinken les; 105. 2e kw. 85, 3e kw. 65. Graskalveren lep 2e kw. 38. 3e kw 28. Bokken en geiten le 2e kw. 9, 3e kw. 6 Vette koeien en ossen, aanvoer als vor. week.-* del matig, prijzen als gisteren. Stieren, aa"v0^','X korter, handel kalm, prijzen iets lager. Vette ren, aanvoer als vor. week, handel matig, als gisteren. Schapen en lammeren, aanvoer gru handel willig, prijzen als gisteren. en fokkalveren, aanvoer iets ruimer, handel orijzen dalend. Paarden, aanvoer korter, vlot, prijzen hooger. Kalf- en melkkoeien, iets kleiner, handel lui, prijzen als vor Varekoeien, aanvoer iets grooter, handel prijzen onv. Vaarzen en pinken, aanvoer F nandel sleepend. prijzen moeilijk te «ana Graskalveren, aanvoer matig, handel stro», iets lager. Bokken en geiten, aanvoer korter, ft ylug, prijzen iets hooger. 140. ïfa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6