Jxet JOient m Jan QCieM.
Bezoek aan geëvacueerde kinderen
Ontspanning voor de Fn^elsclu
soldaten in Frankrijk
IN FINLAND
KORT VERHAAL
In Finland alleen onderwijs per radio
Onze bijzondere medewerker schrijft:
Op reis
naar Hangö
ERGENS IN HET HOOGE NOORDEN, 12 Febr.
Nee, dit ergens is geen gewichtigdoenerij. Ik
ben gaan kijken naar geëvacueerde kinderen,
omdat ik weten wilde, hoe die het hebben, en het
was minder eenvoudig daarvoor de mogelijkheid
open te krijgen, en de adressen aan de weet te
komen, dan de lezer wellicht gelooven wil. Maar
goed: ik ben dan ergens in een dorpsschool. Laat
ik u eerst mijn gezelschap mogen voorstellen
voorop onze chauffeur, prof. dr. Georg von Wendt,
hoogleeraar in de physiologie aan de universiteit
van Helsinki, vervolgens prof. dr. Serge Kar-
cevski, in 1920 voor de tweede maal uit Rusland
gevlucht den eersten keer deed hij het in 1910,
toen hij van revolutionnaire plannen werd ver
dacht en thans hoogleeraar in het Russisch en
het Tsjechisch aan de universiteit van Genève,
en tenslotte de Zweedsche schrijver Albert Vikstén
van wien enkele boeken ook in het Nederlandsch
zijn vertaald. Ons gezelschap bestaat dus uit vier
man, die vijf nationaliteiten hebben (Karcevski
is Rus, maar ook Zwitser) en vijf moedertalen
erop na houden (Zweedsch, Finsch, Fransch, Rus-
sisch en Nederlandsch)Gij zult het vermaak van
onze conversatie te gretiger begrijpen, indien gij
verneemt dat Vikstén geen vreemde talen spreekt,
Karcevskf alleen Fransch, prof. von Wendt beter
Duitsch, en dat wij meerendeels in Finsch-spre-
kend gebied reizen. Maar geen nood: wij redden
ons best! En al zoeken wij af en toe naar een
woord stof voor gesprek is er meer dan ge
noeg. Karcevski heeft Russische gevangenen be
zocht. Ik verneem van hem, dat alleen de eerste
troepen slecht uitgerust en op de koude niet be
rekend waren, en voor dat zonderlinge verschijn
sel geeft hij de volgende verklaring. „De Russen",
zoo zegt hij, „hebben op hun Poolschen veldtocht
vijfhonderd man verloren, en rond zeshonderd
werden gewond. Oost-Polen bood immers geen of
nauwelijks tegenstand. De Oekraïners, die
woonden, voelden zich door Warschau onder
drukt en de Joden, die men er in grooten getale
vond, waren doodsbang, dat de Duitschers zouden
komen. Gevolg: een militaire wandeling. Nu
schijnt de Russische informatiedienst bijzonder
slecht te zijn. Men heeft in Moskou geloofd, dat
een soortgelijk verloop van zaken zich in Finland
zou voordoen. Er werd gerekend op een Finschen
volksopstand bij het binnenrukken van de Rus
sen in het land. Daarom was er geen sprake van
een goed uitgerust leger. Eerst toen bleek, hoe
hardnekkig de Finnen tegenstand boden is Mos
kou tot het zenden van beter geëquipeerde solda
ten overgegaan. De 44ste divisie, die bij Suonius-
salmi door de Finnen vernie.tigd werd, was vol
ledig uitgerust, odk wat de kleeding van de sol
daten betreft. Maar aan de organisatie en de lei
ding schijnt letterlijk alles te ontbreken".
Terwijl prof. Karcevski vertelt, glijdt de auto
over dik besneeuwde wegen en door prachtig
dennebosch. Prof. von Wendt, de stuurman,
draagt een uniformpet en een overjas van mili
taire kleur. Hij heeft, buiten zijn wetenschappe
lijk vak, waarin hij, naar ik verneem, een groote
reputatie geniet, maar één hobby: het verkeer in
al zijn vormen. Hij was het, die in Finland de
luchtvaart startte, hij ook, die, op grond van een
veeljarige ervaring op den weg, verschillende be
langrijke verbeteringen in de Finsche verkeers-
wetgeving voorstelde. Ik hoor bijvoorbeeld, dat
het onbeantwoord laten van een signaal straf
baar wordt gesteld. Maar wijzelf loopen geen
kwade kansen: prof. von Wendt houdt zich nauw
lettend aan wat gedeeltelijk zijn eigen voorschrif
ten zijn! Hij is van staatswege verkeersinspecteur
en daaraan dankt hij het ook dat hij, in tegen
stelling tot de meesten, Vrij rijden kan: de ben-
zine-hoeveelheden voor particulieren zijn krap
gemeten hier en een tocht, zooals wij er nu een
maken kan er bij zoowat niemand af. Wij volgen
een sterk golvenden weg, die telkens tot over
schakelen dwingt, en na een honderd kilometer
moeten de sneeuwkettingen om de achterwielen
gemonteerd worden: wij komen er anders niet
door. Volgden wij eerst een breeden betonweg, nu
slaan wij af, een smalleren op, die later door een
nog onaanzienlijker wegje gevolgd wordt. Wij zijn
nog in hoofdzakelijk Zweedsch sprekend gebied.
Niemand behoeft mij dat te vertellen, dat doen
de plaatsnaambordjes. Zij zeggen in twee talen
met Zweedsch als bovenste: gij bevindt u in twee
talig gebied met een Zweedsche meerderheid. An
ders staat Finsch bovenaan. Geeft het bordje den
plaatsnaam in het Finsch, dan wonen er hoog
stens 10 pCt. Zweden, en staat de naam er alleen
in het Zweedsch. dan zult gij er niet meer dan
één Fin op tien Zweden aantreffen. Het systeem
is practisch en voldoet uitstekend. Overigens is
door den oorlog alle scherpte van het talenvraag
stuk afgeslepen. Finnen, wier kinderen naar Zwe
den geëvacueerd worden, beschouwen het als een
voordeel dat ze zoodoende meteen Zweedsch lee-
ren, en Hufvudstadsbladet, de grootste Zweedsche
courant van Finland, geeft tegenwoordig een ru
briekje voor zelfonderricht in het Finsch.
De auto stopt. Wij staan voor een eenvoudig
steenen gebouw: een school. Hier wonen nu een
kleine veertig kinderen uit Helsinki en in de naas
te omgeving bij particulieren zijn er nog meer
ondergebracht, 's Middags komen ze allemaal bij
elkaar, want het eten geschiedt gezamenlijk in de
school. De stemming onder de jeugd ik hoor,
dat de leeftijden varieeren van één tot tien jaar
blijkt gelukkig voortreffelijk. Ons bezoek is
hartelijk welkom en wij moeten alles bekijken: de
boekjes, waaruit ze het alfabet leeren, een bloem,
die ze zelf kweeken of speelgoed, waarmee ze den
tijd dooden. Maar ook den schuilkelder, waarin
ze een heenkomen zoeken zoodra in het dal, waar
in de school ligt, de sirene begint te loeien. Tot
nu toe krijgen de kinderen geen onderwijs. Minis
ter Hannula ik liet het u al weten heeft er
overwegende bezwaren tegen, dat er veel kinde
ren in één gebouw ondergebracht zijn gedurende
een groot gedeelte van den dag: een bombarde
ment kan dan een verschrikking worden. Verre
weg de meeste kinderen zijn dan ook óf in Zwe
den en Noorwegen óf bij particulieren in Finland.
Maar de oorlog is van onbekenden duur, en men
heeft nu, teneinde de kinderen niet heel dien
oorlogstijd zonder onderwijs te laten, een beroep
gedaan op die uitkomstbrengende uitvinding: de
radio! Morgen houdt minister Hannula de ope
ningsrede voor het microfonisch onderwijs. Op
vaste uren zullen de pleegouders op het platte
land de radio aanzetten en onderwijzers zullen
dan door den aether vles geven. Het is natuurlijk
behelpen, maar beter wat dan niets. Op den duur
kan men de kinderen ook niet ongestraft laten
lanterfanten. Dat gaat een poosje goed, maar de
werklust raakt eruit en de achterstand groei'
met den dag.
In de school, waar wij ons nu bevinden, heeft
particuliere hulpvaardigheid raad geschaft. De
kinderen worden op plezierige manier bezig ge
houden. Ik maak kennis met een zevental broer
tjes en zusjes, die mij een kwatier later examinee-
ren om er achter te komen of ik al hun namen
goed heb kunnen onthouden. Groote hilariteit als
ik, na een goeden start, Erik en Torsten met el
kaar verwar! De oudste schrijft zijn naam en
evacuatie-adres op een papiertje: ik heb hem een
briefkaart uit Nederland beloofd.
Ge begrijpt overigens, dat de evacuatie ook in
dit ruime land een ernstig probleem is. Vergeet
het niet: veilig is men hier nergens! Onderweg
viel het mij op, dat alle voorbij gangers gestoken
waren in „sneeuwjassen", die men hier voor wei
nig geld kan koopen. Het zijn capes met een wijde
capuchon, die in no-time aangeschoten kunnen
worden en die dienen om den mensch het voor
deel van den cameleon te verschaffen. Finland
is tegenwoordig wit op wit. Ook wijzelf hebben in
de auto onze sneeuwjassen klaar liggen. Gaat het
alarm loeien, dan duiken wij er ijlings in, schie
ten in het bosch en zoeken dekking. Dat is aller
minst een aangename bezigheid! De Russische
vliegers gooien veel bommen op Aabo een dui
zend of drie tot nu toe, op Hangö een twaalfhon
derd (dat is op een paar honderd na evenveel
als er op het oogenblik inwoners zijn!) en krijgen
zij de kans, dan begint 't ergste. Dat is het ma
chinegeweervuur! Dat geeft de man, die het verst
achterin het toestel zit. De loop van zijn mitrail
leur steekt schuin naar achter. Voor den mensch
is er maar één ding te doen, zoo hij gelijk met
ons het geval is geen schuilkelder kan bereiken:
plat op den grond vallen en er het beste van
hopen.
Als wij na ons schoolbezoek even een kopje kof
fie drinken bij prof. Rein, die hier zijn buitenhuis
heeft, vertelt hij, hoe ook in deze contreien, waar
in geen verre v&ten eenig militair doel te be
kennen valt, de Russen heftig te keer gaan. Ver
leden week verspeelden zij een stel bommen aan
een rij ijsblokken, gehakt uit een bevroren meer
en liggende op den kant. Blijkbaar zagen ze die
voor iets hoogst gewichtigs aan. Geen wonder dus
dat men het hier als twijfelachtig beschouwt of
men de kinderen wel in het land moet houden.
Met groote dankbaarheid wordt- dan ook gecon
stateerd, dat Zweden en Noorwegen bereid zijn
veel kinderen onder te brengen. Ware de reis niet
zoo bezwaarlijk, ook Nederland zou zeker deel
willen hebben aan dezen vorm van voortreffelijke
humanitaire hulp. Overigens hebben wij Neder
landers ruimschoots gelegenheid om ons op an
dere wijze nuttig te maken. De evacuatie en wat
ermee samenhangt kost ook veel geld en men be
hoeft hier niet lang te zijn om te hebben verno
men, hoe erkentelijk Finland is voor de vrijge
vigheid die zich in ons land manifesteert.
Ik zal niet treden in een beschouwing over alle
narigheid, die er ook bij de best georganiseerde
evacuatie overschiet. Wie denkt aan de uit elkaar
gerukte gezinnen, aan zieke kinderen, wier moe
ders hen niet bereiken kunnen, aan de zorg en de
verantwoordelijkheid die op de pleegouders komt
te rusten, kan zich van die narigheid gemakkelijk
zelf een voorstelling maken. Gelukkig leggen de
Finnen jegens elkander een werkelijk treffende
hulpvaardigheid aan den dag. Alles kan! Overal
is nog wel plaats voor iemand of iets; iedereen is
Inschikkelijk en dat geldt voor alle geledingen
van de samenleving. In Helsinki besteedde ik een
middag aan het bezoeken van willekeurige ar
beidersgezinnen. Ik liep. zoomaar eens hier en
daar aan, en werd vrijwel overal vriendelijk ont
vangen. Een vrouw, die voor zichzelf, haar man
en een dochtertje over één kamer én een keuken
beschikt, bleek nog twee andere door bombarde
ment dakloos geworden buren hartelijk te hebben
opgenomen. De keuken was nu ook slaapkamer!
Elders had men weer andere noodoplossingen be
dacht. Maar ook de villa van prof. Rein was in
een soort hotel herschapen en prof. von Wendt
vertelde, hoe hij op den eersten bombardements
dag zichzelf met auto ter beschikking stelde om
menschen de stad uit te brengen. Hij vertelt ook,
hoe hij dien dag toevallig geen reserveband had.
De straten van Helsinki waren hier en daar met
glasscherven als bezaaid. Ergo reed prof. von
Wendt even langs zijn dealer om een reservewiel
te halen. Alles was gesloten en niemand bleek
aanwezig. Maar de ruiten lagen aan diggelen, en
Von Wendt kon dus door een étalageraam binnen
stappen, een wiel van een showroom-auto de-
monteeren en was toen gered. Maar dat behoort
bij de kléine problemen van de evacuatie.
Tegen het vallen van den avond hebben wij,
na een langen rit in een temperatuur, die later 34
graden onder nul bleek te liggen, een van de
meest getroffen stadjes van Finland bereikt. Het
was Ekenas, een kilometer of dertig van Hangö.
Ons doel was, den volgenden morgen naar Hangö
•te trekken, waar. de Russen verschrikkelijk huis
houden. Zooals gij weet: Hangö wilden ze hebben
als basis voor hun luchtmacht. Nu hebben ze
Baltischport, aan de overzijde van de Golf, op
Estlandsch gebied. Twintig minuten maar en ze
zijn boven Hangö. Tien tot twintig keer per dag
gaat daar het alarmsignaal! Maar ik vertel er
later meer van. Dezen nacht bleven wij in Eke
nas, waar een dorpsche sfeer in een klein, maar
als altijd in Finland uiterst zindelijk hotel
letje ons omringde. Om even vóór half tien liet
de portier het electrisch licht éénmaal knipperen,
enkele minuten later twéémaal, en op slag van
half tien driemaal. „Hoogste tijd", bleek dat te
beteekenen. Wij stapten dus op. Om half zeven
den volgenden morgen zouden wij naar Hangö
gaan. De Russen komen doorgaans tegen half
negen en vóór dien tijd wilden wij er óók graag
zijn. „Molotof laat ons niet eens uitslapen", zegt
Vikstén ironisch als wij met onze zware laarzen
de trap opklossen.
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden)
Dierenvertelling
door F. van Amstel.
Verkoop van Amerikaansclie
schepen aan België.
WASHINGTON. De maritieme commissie
heeft goedgekeurd, dat acht Amerikaansche sche
pen onder Belgische vlag worden gebracht.
De belangrijkste dezer schepen is de President
Harding. De andere zijn vrachtschepen en vracht
en passagiersschepen.
Roosevelt in de Panameesche
wa teren.
Inspectie van de verdedigingswerken aan de
Centraal Amerikaansche kust.
United Press meldt dat president Roosevelt zich
thans met de „Tuscaloosa" naar de Westelijke Pa
nameesche wateren begeeft.
De president heeft zich persoonlijk belast met de
inspectie van de Centrale Amerikaansche kust aan
de Pacificzijde.
In een onderhoud zeide hij dat de effectieve ver
dediging van de Kanaalzóne sinds 1934, toen hij het
presidentschap aanvaardde verdubbeld is. Roose
velt hoopt bij den arbeid tot versterking der ver
dedigingswerken op de hartelijke samenwerking
der overige Amerikaansche republieken, die hierbij
zeer veel belang hebben. (United Press).
DUITSCH VLIEGTUIG DOOR DEENSCHE
BATTERIJ BESCHOTEN.
KOPENHAGEN, 19 Febr.. Een vliegtuig
met Dultsche kenteekenen heeft Maandag
middag tegen een uur in Zuid-Jutland boven
Deensch gebied gevlogen. Deensche batterijen
hebben de machine beschoten. Het toestel
werd niet geraakt. (Rttzau).
IET PASTEI had het warm gekregen. Dien
avond moesten voor negenen nog achten
veertig haringslaatjes de deur uit, een
chipolata-, een rum- en een roompudding
en de mobilisatie-noodhulp had twee linkerhan
den. Piet Pastei zat niet spoedig met de handen
in het haar, maar deze avond telde voor twee. Het
was warm in de bakkerij en de baas snakte naar
wat frissehe lucht. Hij opende dus het kleine ven
ster, dat op de binnenplaats uitzag, wendde zich
af en zag zoodoende niet, dat Mie Net van de ge
legenheid gebruik maakte en naar buiten wipte.
Mie Net kwam in de sneeuw terecht en daar
hield ze niet van. Ze trok dus wat met haar
pootjes, snuffelde even aan een aantrekkelijk
ruikend spoor, dat regelrecht naar een muizen
gaatje leidde, doch daar de rechte jachtlust ont
brak deed ze, of de heele zaak haar niet aanging,
wipte op een afdakje, wandelde onder een goot,
waar maar weinig sneeuw lag, sloeg een hoek om,
kleumde een beetje tegen een antennepaal, sprong
in een andere goot en trippelde die door tot voor
een dakkapelletje, waar ze halt maakte. De
sneeuw, die haar pad bedekte, weerhield Mie Net,
zich een zitplaats te kiezen en dus wreef ze haar
neusje tegen de stijf bevroren ruiten en begon
zacht en klagelijk te huilen.
Een deur ging open en werd weer gesloten. Dat
was genoeg om Tom Poes gelegenheid te geven,
onder de rokken van zijn meesteres door te glip
pen en zich over enkele daken naar de plek te be
geven, waar Mie Net zich had geposteerd. Nauwe
lijks had die den bekenden tred gehoord, of ze
wendde zich met vrouwelijke behaagzucht af, wip
te op het kapelletje en huichelde een ij dele be
langstelling voor de Casseopeia. Tom Poes, die al
lang wist, hoe je met vrouwen moet omgaan,
keerde haar zijn rug toe en componeerde een
kleine ode aan de maan.
Zijn weeke bariton verteederde Mie Net. Een
oogenblik trachtte ze hem te overstemmen met
een korte fantasie op het Lied an den Abendstern,
doch ze voleindigde haar poging niet, wendde zich
om en bevond zich neus aan neus met Tom Poes,
die geluidloos het kapelletje beklommen had.
„Gut", zei ze, met een volkomen mislukte po
ging, verrast te schijnen, „jij hier?"
Tom Poes liet zich de jokkernij aanleunen en
zette het slotcouplet van zijn lied in.
„Waarom ben je gekomen, Tom?" zei Mie Net
smeltend, toen het uit was.
Tom snorde van louter welbehagen, keek haar
diep in de oogen en ging haar voor naar een luw
plekje
„Mie Net", zei Tom Poes, tien minuten later,
„wat is er?"
„Hoe bedoel je, Tom?"
„Ik bedoel wat ik zeg. Waarom ben je met twin
tig graden Celsius ónder nul hierheen gekomen,
terwijl je dadelijk last van koude voeten hebt?
Waarom heb je zooeven gehuild en waarom heb
je binnen de vijf minuten drie maal gezucht?
Wat is er?"
Mie Net verborg haar hoofd aan zijn borst.
„Ik ben zoo bang, Tom.
„Waarvoor?"
„Voormorgen
„Wat is er morgen?"
„Dan komt erstil, Tomdan komt er
een ijsbeer!"
„Zou je niet eens temperaturen?" vroeg Tom
bezorgd.
.,Nee, Tom, gerust, ik meen het. Ik heb het den
baas zelf hooren zeggen!"
„Wel?"
„Vanmiddag, tegen de vrouw. Zij vroeg hem
iets en toen schudde hij het hoofd en zei: „Ik
verwacht morgen een grooten ijsbeer!"
„Verschrikkelijk!
„Ik weet me geen raad, Tom! Wat moet ik doen
in dat huis met zoo'n groot beest? Zoodra hij me
ziet zal hij meZul je bij me blijven, Tom?
Zul je me beschermen? Jij, die zoo g^oot en zoo
sterk.
„Dat zweer ik", zei hij eenvoudig.
Den volgenden morgen stond Piet Pastei in zijn
werkplaats room te kloppen toen zijn vrouw met
de koffie binnenkwam.
„Is hij er al geweest?" vroeg ze zacht, om den
knecht met de twee linkerhanden.
Hij knikte,
„Had je hem niet terug kunnen sturen?"
„Dat durfde ik niet. 't Was zoo'n groote!"
„Waar heb je hem gelaten?"
„In de huiskamer, op het dressoir. Ik zal nem
straks opbergen".
Onder de deegmachine werd een dubbele zucht
van verlichting geslaakt.
„Hoor je het?" fluisterde Tom Poes, „straks
bergt hij hem op. Zou hij een kooi hebben?"
„Vast niet, Tom, dan had ik die wel gezien".
In 't schuurtje misschien?"
Mie Net haalde de schouders op.
„Vergeet het maar niet", zei de vrouw, die met
de leege kopjes de bakkerij verliet.
„Tom
„Ja?"
„Hoorde je het? Op het dressoir in de huiska
mer - zei de baas. Zou jij durven
De arbeid van de Britsche O. en O,
Onze Parijsche correspondent schrijft:
GEDURENDE den wereldoorlog zag men
in bijna alle Fransche steden en dor
pen, waar Britsche troepen gelegerd
waren, na enkele dagen ook twee aan
twee of vier aan vier pittige meiskes in khaki of
donkerblauw door de straten marcheereri. Streng
gedisciplineerd trekken die „girls" met de legers
mee, dappere jonge vrouwtjes, die zich vrijwil
lig hadden opgegeven om de vliegende cantine
te dienen, waar eerst gratis, later toen de omzet
al te groot werd, legen een zeer lagen prijs
en zonder eenige winst, de talrijke kleinigheden:
geurige Virginiatabak, de typisch Engelsche
marmelade, sportartikelen te distribueeren,
welke den Britschen soldaat te velde eenigszins
de vaderlandsche sfeer naderbij brachten.
Uit die gedurende den wereldoorlog ge-
improviserde hulporganisatie is de Navy, Army
and Air Force Institute ontstaan, een naam. d.e
natuurlijk veel te lang is en al zeer spoedig
afgekort werd tot N.A.A.F.I. Die N.A.A.F.I. heeft
een taak die eenigszins overeenkomt met ons
Nederlandsche O. en O., maar dan tallooze malen
uitgebreider. Het is een enorme organisatie, die
in vredestijd reeds bestaat en ook dan aan de
„Tommies", aan de „Jantjes" en de jongens van
de luchtmacht geestelijke en materieele af
leiding bezorgt, wat voor den oorlog op een
omzet van 10 millioen pond sterling per jaar
neerkwam. Overal ter wereld, waar Engelsche
troepen gelegerd zijn, kwam men ook de
employé van de N.A.A.F.I. tegen: in de Antillen
en in Egypte, in China, in Ceylon en in Indië,
overal, waar de Engelsche vlag waait in een der
deelen van dit wereldimperium.
Nu is de N.A.A.F.I. sinds enkele maanden uit
gegroeid tot een onmetelijke organisatie: de
9000 employés uit vredestijd zijn versterkt tot
28.000 en nog groeit eiken dag het aantal vrij
willigers, zoodat men binnen kort beschikken
zal over 40.000 menschen, voornamelijk vrouwen,
die zich belangeloos beschikbaar hebben ge
steld om in het harde leven van den soldaat
eenige vroolijkheid en afleiding te brengen.
Tegelijkertijd is het budget natuurlijk enorm
gestegen: volgens een voorloopige berekening
bedraagt dit op het oogenblik 600.000 pond per
week, ruim 30 millioen pond per jaar en de
rekenmeesters in de organisatie voorzien, dat 't
hierbij niet zal blijven.
Een der absoluut noodzakelijke voorwaarden
om in de N.A.A.F.I.-organisatie aangenomen te
worden is vriendelijkheid; zuur-kljkende meisjes
met pruilende lipjes of bitse karakters kan men
niet gebruiken. Zij moetenvroolijk zijn en op
gewekt, altijd en onder alle omstandigheden, om
den soldaten, wier leven toch nog altijd zwaar
der is dan het hare, behalve materieele gaven
ook steeds moreelen steun te bieden. En zin voor
decoratie moeten zij ook hebben, want de étala-
„Dank je wel. Hij heeft je zóó te pakken en
beren kunnen klimmen ook!"
„Ben je bang, Tom?"
„Bangbangdat niet, maar
„Je loopt héél zacht, Tomen ik ook
„Wil je danwil je ook
„Als jij durft, durf ik ook. We hebben elkaar
immers verleden week beloofd.
„Ja, ik weet wel
Geruischloos slopen ze de keldertrap op, door
den winkel, de gang doorde eerste deur
rechts, dat was de huiskamer, daar stond het
dressoir en op het dressoir
Mie Net glipte 't eerst naar binnen Blazend
van spanning, met hooge, onhoorbare stappen,
koerste ze naar een observatiepost, een theemeu
bel. Even later had Tom Poes dekking achter een
papiermand gevonden.
De winkelbel ging. De winkeldeur werd geopend
en een windvlaag woei door het huis en met een
slag -klapte de deur van de huiskamer dicht en
in de huiskamer krijschte een tweevoudige angst
kreet en vier rollende oogen zagen toe, hoe van
het dressoir een blaadje papier omlaag fladderde,
terwijl de stilte opnieuw in het vertrek daalde
Tom Poes, als man, hervond het eerst zijn zelf
vertrouwen.
Op zijn buik schuifelde hij, den rechterpoot tot
verdediging gereed, naar het papier, dat in zijn
buurt was neergekomen en las:
Voor aan UEd. geleverd:
25 K.G. roomijs 37.50
15 K.G. mocca-ijs 22 50
3 K.G. marasquinijs7 50
Totaal 67.50
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden)
VOOR DE KINDEREN
Belangrijke taak von,
ges van de N.A.A.F.I. moeten aanireh--
en zoo mogelijk moei er een genoegde
lijke Engelsche sfeer heerschen. Ree^f:.
tines zijn door die aardige meisje "5
seerd en met gullen lach schenken a
of warme dranken of passen zij Zwap -
laarzen aan de voeten van hen,
de loopgraven sneeuw en ijs moeten v
of rijgen zij boks handschoenen aan aS
van de adspirantkampioenen. Wan: C'
kan men krijgen in dit „shops" van de
Wij hebben voor ons een lijstje ligger -
moest-uiteenloopende artike.len, voetbVv
damborden, ping-pong-tafels en sm»
kaartspelen en domino's, voetbalbroeken1'
overs, maar ook sigaretten en jam JL
en schrijfgereedschap, veters en
bak, warme onderkleeren en ijsn
tastische aantallen heeft de NA.aTfj,'.-
voorwerpen onder de Engelsche soldata
spreid: het getal honderd schijntere-
te zijn, het gaat er steeeds met
liever nog met tienduizendtallen en
honderdduizentallen toe.
Nu al is in dat gedeelte van Fi_.^
de Engelsche militairen gelegerd
sche leger ondenkbaar zonder de rh
N.A.A.F.I.-verkoopsterjesoveral zi
vliegende winkels verrijzen, waar
dige hulpmiddelen een smakelijke
richt is en dan staat men soms verste
met behulp van doodgewone wit-geverfde^
en gele en groene en blauwe .sigaret^
en gekleurde conserven- en jamblikkeri y
mides schoenen en draperieën van pull-ov{-
aantrekkelijk geheel gevormd kan word,-
zijn voor de Engelsche soldaten heerlijke
waar ze zich voor enkele oogenblikken a
landsche atmosfeer verplaatst kunnen
het zijn stukjes „good old England
zoete gem- van de VirUniatabak zich
de zware lucht van leer en de piklucht
teerd touw, rumoerig dikwijls als in e.
mansherberg, maar ook met stille hoekje,
lange brieven geschreven kunnen wordy
de „sweetheart" aan de overzijde
Kanaal
TVTCET alleen echter voor het lichame',
zijn der soldaten wordt door de Njj
gezorgd, maar ook voor hun geestelijke
spanning. Toonel en cabaretvoorstelling
den voor hen georganiseerd, zoowel in
als dichter bij het oorlogsterrein, in Fré
Verscheidene artistengezelschappen
September reeds het Kanaal overgestoken;
gers en heele rijen dansmeisjes, conférentk
acrobaten zijn voor hen opgetreden en
lieveling van het Engelsche publiek,
mante Gracie Fields, is op de wankele
van een vcld-theater, ergens in een
schuur, voor de opgetogen „Tommies"
den.
Zoo zorgt het Engelsche O. en O.
Britschen soldaat, geestelijk en lick
maar den meesten indruk zullen misschi?
op hen maken de vriendelijke lach en he
wekkende woord van de dappere N.AAIl
koopstertjes.
(Nadruk verboden).
J. W. KOLKM1
De ongelukkige veldwachter kwam met een
smak op de straatsteenen terecht en kreeg
nog als extra'tje het melkemmertje, dat uit
Piet's handen vloog boven op zijn hoofd. Hij
zag niets dan sterretjes en tot overmaat be
klaagde Piet zich nog over zijn gedeukt
emmerje. Maar Teunissen hield wijselijk zijn
mond. want dit ongeluk was tenslotte zijn
eigen schuld.
Reeds den volgenden morgen moest Piet
Krent voor Burgemeester en Wethouders ver
schijnen. Het hart zonk hem in de schoenen
toen hij al die gezjehten aanschouwde. De
burgemeester, getooid met ambtsketen, troon
de in het midden „Overtreding op den publie-
ken weg", zoo begon deze de stukken voor te
lezen.
VEEMARKT, ROTTERDAM.
ROTTERDAM, 19 Februari
Aanvoer. Totaal 2035. Vette runderer.
Vette kalveren 164. Nuchtere kalveren 31,5
pen en lammeren 388. Varkens 763.
Vette koeien le kwaliteit 70 tot 84 st. 1
58 tot 68 ct., 3e kw. 46 tot 56 ct. per kilo,
ossen le kw. 70 tot 80 ct., 2e kw. 58 tot (i
3e kw. 46 tot 50 ct. per kilo. Vette kalve:
kw. f 1.35 tot f 1.45. 2e kw. f 1.10 tot f 1,25.k
f 0.95 tot f 1.05 per kilo. Varkens levend
le kw. 61 ct., 2e kw. 60 ct., 3e kw. 59 Cl
kilo. Schapen le kw. 58 ct„ 2e kw. 53 cUi
43 ct. per kilo. Lammeren le kw. 60 ct., S5
55 ct. 3e kw. 50 ct. per kilo
Schapen le kw. f 33 2e kw. f 26, 3e
per stuk. Lammeren le kw. f 23, 2e kw. f
kw. f 15 per stuk.
Vette koeien en ossen, aanvoer korter, te
kalm, prijzen onv
Vette kalveren aanvoer als vorige week, Ir
lui, prijzen stat.
Schapen en lammeren: aanvoer klein,te
vlot, prijzen iets hooger!
Varkens: aanvoer groot, handel traag,ju?
iets lager.
VEEMARKT ROTTERDAM.
Totaal aanvoer 4481. Paarden 99. 'Veulens 25.
gere runderen 760. Vette runderen 920. W
kalveren 40. Graskalveren 91. Nuchtere ka;?
2134. Schapen en lammeren 408. Varkens 2. E£
1. Bokken en geiten 54.
Prijzen per K.G. Vette koeien le kw. 70-*
kw. 58—68, 3e kw. 46—56. Vette ossen Ier
70—80, 2e kw. 58—68, 3e kw. 46—56. Stieren Ier1
74, 2e kw. 66, 3e kw. 54. Vette kalveren k>
130—145, 2e kw. 110—125, 3e kw. 95—105. Sa
le kw. 58. 2e kw. 53, 3e kw. 43. Lammeren h'
60, 2e kw. 55, 3e kw. 50. Graskalveren 2e fa
3e kw. 53. Nuchtere kalveren le kw. 40,2eKjï>
3e kw. 30. Slachtpaarden le kw. 64, 2e kw. M
kw. 44.
Prijzen per stuk. Schapen le kw. 33,2e fa'
3e kw. 21. Lammeren le kw. 26, 2e kw. 19.
15. Nuchtere slachtkalveren le kw. 10, 2e
kw. 6. Slachtpaarden le kw. 290, 2e kw. 200,
kw. 140. Werkpaarden le kw. 360, 2e kw.M„
kw. 140; Hitten le kw. 260. 2e kw. 210, Se k*-
Kalfkoeien le kw. 290, 2e kw. 200, 3e kw. It0.£
koeiqp le kw. 285, 2e kw. 200, 3e kw. --
koeien le kw. 200, 2e kw. 145, 3e kw. 110.
le kw. 145. 2e kw. 125, 3e kw. 95. Pinken les;
105. 2e kw. 85, 3e kw. 65. Graskalveren lep
2e kw. 38. 3e kw 28. Bokken en geiten le
2e kw. 9, 3e kw. 6
Vette koeien en ossen, aanvoer als vor. week.-*
del matig, prijzen als gisteren. Stieren, aa"v0^','X
korter, handel kalm, prijzen iets lager. Vette
ren, aanvoer als vor. week, handel matig,
als gisteren. Schapen en lammeren, aanvoer gru
handel willig, prijzen als gisteren.
en fokkalveren, aanvoer iets ruimer, handel
orijzen dalend. Paarden, aanvoer korter,
vlot, prijzen hooger. Kalf- en melkkoeien,
iets kleiner, handel lui, prijzen als vor
Varekoeien, aanvoer iets grooter, handel
prijzen onv. Vaarzen en pinken, aanvoer F
nandel sleepend. prijzen moeilijk te «ana
Graskalveren, aanvoer matig, handel stro»,
iets lager. Bokken en geiten, aanvoer korter, ft
ylug, prijzen iets hooger.
140. ïfa