NAAR NED. INDIË. Strijd om Atlantis Willy Reese Van het strijdtooneel in Finland. Een op de Russen buitgemaakte tank wordt dooreen met oorlogsbuit beladen lorrie weggevoerd Op het Zandvoortsche strand hebben zich groote ijsbergen vastgezet, waar. door de bewoners van deze badplaats kennis maken met een ongekend natuur- tafreel Oud-minister jhr. ir. O C. A. van Lidth de Jeude is Dinsdag vertrokken voor een reis naar Ned Indië, waarvan hij in Mei a.s. hoopt terug te zijn. Het afscheid aan het station in den Haag Z. K. H. Prins Bernhard bezichtigt een nieuw militair vliegtuigtype tijdens zijn bezoek aan de Fokker vliegtuigfabrieken te Amsterdam Een groote demonstratie, waarbij eenige nieuwe modekapsels werden gecreëerd, werd Dinsdagavond in Amsterdam door de landelijke vereeniging van kappers gegeven. Muziek zorgde voor de noodige sfeer Tusschen Oudewater en Woerden liep Dinsdag een dieseltrein uit de rails, waardoor groote stagnatie in het spoorwegverkeer ontstond. De situatie ter plaatse Een stukje oud-Twente behouden Het oudste huis van Rijssen, dateerend uit 1664, dat aangekocht is door den heer J. ter Horst, wordt van binnen ge restaureerd. De mooie oude gevel blijft in zijn oorspronkelijken vorm Een Finsche ski-patrouille besluipt den Russischen vijand in den Salla-sector. De witte kleeding der manschappen biedt een uitstekende camouflage door 31 Volkers greep naar zijn horloge, maar hg kon het meteen weer in zijn vestzakje steken, want drie signalen op den auto-toetèr kondigden al aan, dat Li om toegang vroeg. „Van harte welkom, juffrouw Bernauer, en mag ik U mijn zuster voorstellen?" Een oogenblilc bleef men nog in de dwarreling der sneeuw staan, maakte kennis, met een paar luchtige woorden, tot Volkers zei, dat hg weinig zin had, in te sneeuwen of vast te vriezen. „Nu, zusje, zorg nu voor alles, dat we wat te eten krijgen, juffrouw Bernauer zal wel een ge weldigen hongerhebben". Li protesteerde, maar niet van harte, en dus ging men spoedig aan tafel. „En mag ik u nu een vraag stellen, juffrouw Bernauer, hoe is het U bij Mevrouw Frundsberg bevallen?" „Ik heb het er heerlijk gehad, Mevrouw Frunds berg is allercharmantst, iemand, van wie men wel moet houden, trouwens Annie Frundsberg is ook buitengewoon aardig. Ik begrijp alleen niet, dat mijnheer Frundsberg niet veel meer tijd aan zgn vrouw besteedt, dat ze zoo van elkaar vervreemd zijn, is alleen zijn schuld, geloof ik. Hij heeft haar veronachtzaamd en zij is veel te fijn besnaard, zooiets moet zich wel wreken. Deze vrouw wil niet alleen volgens recht en wet een man toebehooren, maar zij wil ook door hem be mind worden en op haar beurt van hem mogen houden". „Daar kunt U wel eens gelijk aan hebben Frundsberg staat teveel in het publieke leven Al len staan aan hem te trekken. Dan blijft er zoo weinig over, wat hg nog aan zijn vrouw kan geven; een paar vermoeide liefkoozingen, een paar verstrooide gedachten, een paar leege woorden Gelooft U, dat het huwelijk van Mevrouw Frunds berg en haar man weer gelukkig zou kunnen wor den „Het is moeilijk, een voorspelling te doen zijn vrouw wil dit wel, maar tenslotte zal het aan Frundsberg zelf liggen. Hij moet haar toonen, dat hg meer kan, dan zorgen dat haar bankrekening op peil blgft en op haar verjaardag, Kerstmis en nog een paar andere tijdstippen juweliers en bloemisten bestellingen geven. Met parels en bloemen alleen zal hij die vrouw niet terug kunnen winnen. Dan zal hij zichzelf moeten geven en al die menschen, die hem Ln beslag nemen, van zich af moeten schud den. Hij zou moeten beginnen met nog eens van voren af aan verliefd op zijn eigen vrouw te wor den.-" Volkers glimlachte. En in zijn glimlach was een lichte spot. Zijn zuster trok partij voor Li. „Zie je dien spot om zijn lippen? Geloof me, ik ken mijn broer, hij lacht altijd slechts om de vróu wen. Hij begrijpt ze niet, wil ze niet begrijpen". „Hoor nu toch eens, hoe mijn zuster me uit naam van haar geslacht aanklaagt". „Nu, en wat hebt U dan tot uw verdediging aan te voeren?" „Ik heb nog niet de moeite gedaan, me nader met het wezen der vrouw bezig te houden. De meesten, die ik ontmoet heb, schenen me die moeite niet waard. En de weinigen, die ik poogde te door gronden, hebben me teleurgesteld, of gaven me een raadsel op, waarin ik de oplossing niet kon vinden". „Onder welke vrouwen rangschikt U mij?" Volkers keek Li door zijn brilleglazen aan. „Eerlijk gezegd, U bent de vrouw, die ik tot nog roe het allerminst begrepen heb". Li glimlachte. „In ieder geval een teeken, dat U me waardig hebt bevonden om U met me bezig te houden. Naar ik hoop, heeft ook deze oplossing U niet teleurge steldDe haas is heerlijk kookt U zelf, juf frouw Volkers?" „Ja, het koken laat ik niet aan een ander over. Mijn broer zou het trouwensniet dulden". „Ik eet meestal in een restaui'ant. Daarom reeds zou ik niet graag zien, dat mijn zuster er een keu kenmeid op na hield, want dan moet men zich ge woonlijk weer richten naar den smaak van zoo'n meestal erg arrogant schepsel Een poosje bleef men nog doorpraten. Zij zaten in de ruime huiskamer, door het groote raam zag men het meer. Het werd nu levendig op de ge polijste vlakte. Schaatsenrijders en -rijdsters gleden met meer of minder gratie over de glinsterende op pervlakte. De dans der sneeuwvlokken was opge houden, de zon deed een poging, door te breken. Li sprong op. Wat eeci felle kleuren! Geel, groen en bruin beheersehten de kamer, nu de zon zijn stralen binnen liet vallen, ook de sneeuw buiten schitterde in vele kleuren. „Ilc zou graag Uw orchideeën zien", zei ze. Volkers was dadelijk bereid. „Gaarnemag ik u verzoekenzusje zal intusschen voor een lekkere kop koffie zorgen". Toen Li de groote glazen kas binnenstapte, was zij eerst volkomen verblind door het felle licht, dat door de vele ramen viel; het was de zon nu heelemaal gelukt door de grauwe lucht heen te breken. Nu zag Li een zee van kleuren en geuren, die haar totaal bedwelmde. Duizenden bloesems en bloemen, duizenden kleuren en vormen omringden haar. Zwart en rood waren de kleuren, die Volkers kweekte. Maar hoeveel tusschentinten wist de na tuur uit deze beide hoofdkleuren te scheppen. En hoe verschillend waren de vormen van deze teere producten van Meur en geur. Moest hier iemands fantasie niet in werking komen en het oog deze schepselen van uiterste teederheid bezien als waren het wezens van vleesch en bloed, maar dan van onvergelijkelijke schoonheid? Li meende door een too vertuin te schrijden. Ergens buiten sprak iemand verklarende woorden; van heel ver schenen ze tot haar te komen. Ld hoorde de woorden niet, zg kon slechts zienzien. Waren dat daar werkelijk bloemen, waren het geen vlinders, die honing zogen uit bloemkelken? En daar, lachten daar geen kinderoogen uit een lief, blond gezichtje? Wenkte het niet met rozige hand jes En daar, waren dat niet de hoofdjes van vrou wen, smal en trotsch, een beetje bleek, met don kere, ondoorgrondelijke oogen en lange wimpers aan half gesloten oogleden, met bloedroode lippen, waarom een zinnelijk verlangend lachje speelde? Droegen ze niet allen lange, zwarte kleeren, som mige van fluweel, andere van glanzende zijde? En die daar, waren dat werkelijk bloemen of waren het mooie vrouwen met een huid als van albast? Was haar lichte beweging niet een gracieuze dans op een groen tapijt? En die ginds, waren die niet met edelsteenen getooid? Zag men niet aan haar slanke halzen het felle geschitter van diamanten, het donkere lichten van een robijn? En deze, die daar lag als in een luien stoel, die droeg een diep- ropd fluweeleen moordenares". Li schrok, toen ze plotseling dit woord hoorde. Ze moest zich een oogenblik bezinnen, waar zij zich eigenlijk bevonden. Voor haar *stond Volkers, zag haar door zijn bril aan en glimlachte. „Vergeef me, juffrouw Bernauer, ik wou u niet aan het schrikken maken. Ze zal ons niets doen, ook al is ze een moordenares". Nu lachte Li ook weer. „Hoe zoo, een moordenares?" „Ik heb U al eens eerder verteld, dat er planten zijn, die vleesch eten. Wanneer in hun buurt in secten komen, dan houden ze die vast en zuigen hun het bloed uit. Deze plant echter is niet tevre den met insecten, ze doodt ook grootere dieren, ja zelfs een mensch kan gevaar loopen door haar ge dood te worden. Wanneer men namelijk deze plant aanraakt, zendt ze dadelijk een zeer sterke geur uit, die ook een mensch kan bedwelmen. Valt men dan flauw en komt men terecht in deze wirwar van luchtwortels, dan wordt men daardoor om klemd en vastgehouden. Er wordt ook beweerd, dat deze wortels een mensch het bloed kunnen uitzui gen. Ik geloof niet, dat een mensch daaraan zou kunnen sterven. Maar zelfs hij kan zich in verdoofden toestand niet uit de boeien van deze plant- bevrijden en iedere nieuwe beweging brengt een nieuwe uit straling van den bedwelmden geur. En op die manier zou een mensch inderdaad een ellendigen dood kunnen sterven door deze plant". Li voelde een koude rilling over haar rug gaan. „Ik begrijp niet, waarom U deze orchideeën kweekt. Ik zou het afschuwelijk vinden, ze altijd om me heen te hebben". „Dat gevoel prikkelt me". „Neen, zoo bloeddorstig ben ik niet". Volkers amuseerde zich, „Dan zal Ik U uiaaf uit deze gruwelkamer brengen. Ik hoop echter dat U bij een goed kop koffie deze moordenares spoe* dig zult vergeten zijn". Li ging naast Volkers het huis binnen. „U houdt er eigenaardige vriendinnen op na, zooals U trouwens zelf ook een eigenaardig mensch bent", zei Li lachend. „Dat lijkt zoo... in werkelijkheid ben maar heel gewoon En een hobby hebben w* allemaal. De een verzamelt postzegels, een ander kweekt goudvisschen, waar anderen verzamelen plaatjes of cacteeën". „Herbert Wallner verzamelde jaren lang statia» tische getallen. Hij wist, hoeveel misdaden dag®* lijks in Chicago begaan worden, hoeveel water de Mississippi per seconde in de zee stort, hoeveel varkens Berlijn per maand opeet... overigens... heb goede berichten van hem. Dat wil zeggen, niet hij heeft me geschreven, maar zij". Volkers keek op, en zag haar niet-begrijpend aan. „Hoe bedoelt U dat, Wallner is toch alleen?" LI lachte, scheen zelfs veel pret te hebben. (Wordt vervolgd)»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 8