Ca£ifomië IN ENGELAND. Saamhoorigheid tusschen Indië zal beter en Nederland en worden gedemonstreerd. Het mooiste deel der wereld? België verliest één van zijn grootste schilders. wee auto's op IJselmeer in botsing. yrsPXG 28 FEBRUARI 1940 TWEEDE KAMER Wetsontwerp is in de maak. DEN HAAG Dinsdag. hpt financieele gedeelte van zijn rede ver erf minister We Iter, na o.m. opgemerkt ^hben voor 't oogemblik geen reden tot pes- fme ten aanzien van de financiering te Üftt het debat van de vorige week in wezen ie!1' tvrincipieel verschil had opgeleverd met be- - - tot het financieel beleid in Indië. Ten- hadden zoowel de heer Meyerink als de r Wagenaar verzekerd geen principieels be- ?n té hebben tegen een niet sluitend toet waarop in elk geval de noodige uitgaven i^r defensie en welvaartszorgen moeten voor- ^Sf 'voegde hieraan toe, dat men bij het In- 8ph. bwiget aan drie bijzondere factoren aan- S heeft te wijden, te weten, dat de begroo- flac' wordt IV2 jaar vóór de behande- het Binnenhof, dat men een apart stel- bij de raming der middelen en tenslotte ff indië nu eenmaal een zeer groote conjunc- flrievoeligheld bezit. Zoodoende kan er veelal 1 <n-oote afstand tusschen ramingen en uiit- fnisten aan den dag treden, gelijk de minister f eeni°e sprekende voorbeelden aantoont. Er S toch zeker niet veel landen op aarde, waar zulke meevallers op den gewonen dienst kan zijn ne Indische regeering heeft thans het ge- «<ine begrootingstekort op ruim 26 V2 (aanvan- Siifc 28) millioen geraamd. Het tekort op ms\n" schat men thans op 56 millioen. als in ons Indië. een zoo wisselvallig budget als dat van mdië is het practiseh onmogelijk elk jaar even- ïht tusschen uitgaven en inkomsten te berei- nu kan men wel gaan inkrimpen, doch dan hliikt eventueel achteraf dat het heelemaal ndet nnfidiK was geweest en dan zou men dus onder- 2 overbodiglijk zeer harde maatregelen hefolben gMrfTcuüngs had gevraagd of de „storm- jhade", veroorzaakt in en door de crisis-jaren I wheel en al hersteld was. Hierop kon de mi nister niet zonder meer tenvolle bevredigend antwoorden, maar wel kan hij zeggen, dat er - ingehaald. Het sterkste wapen voor b>e- van Indië is, volgens den heer Weiter, bo venal gelegen in een goed bestuur, al voelt hij oök terdege het nut van een krachtige weer macht, waarvoor dan ook het noodige wordt ge- The proof of the pudding is in the eating, welnu, alles tezamen, meent de minister, dat de financieele pudding, die hij heeft ppgedischt, naar meer smaakt, wanit tenslotte ziet het ge heel der gewone begrootingen over de laatste laren er lang niet kwaad uit. Te bedenken valt ook dat de buitengewone dienst van Indië zeer gezónd is en ingericht is naar de strengste budgettaire eischen. Vrijwel nergens kan men Iets dergelijks waarnemen. Op den doiur zullen de defensie-uitgaven geheel uit buitengewoon worden gekweten. Een schaduwzijde is. dat een arm land als Indië een schuld van 1.3 milliard heeft; die moet zoo spoedig mogelijk geringer worden. Voor de financieele toekomst van Neder- landsch-Indie behoeft men niet ongerust te zijn aldus !s ministers slotsom, die hieraan nog toevoegt, dat hoofdzaak is dat de uitgaven niet gaan boven de innerlijke financieele kracht van Indië. Welnu, hiervoor wordt ge zorgd. Komende tot het economisch beleid, stelde minister Weiter voorop, dat het crisisbeleid ge markeerd wordt door twee hoofdpunten: zorg voor de export-producten, waarmee het mo menteel nog vrij goed gaat en zorg voor de le vensbehoeften der inheemsche bevolking. Voor- loopig kan men, zich in elk geval verheugen over de nauwere economische aaneensluiting tus schen moederland en Indië, waarvan met na me de inheemsche bevolking profiteert. En nu het normale economisch beleid in de inheemsche sfeer. Het gaat hier om liefst 70 millioen menschen, welnu en een heele wa terval van cijfers diende ter nadere bevesti ging 'van deze uitspraak op groote schaal wordt zorg gedragen voor crediet verschaffing aan de inheemsche kringen en voor versterking van de inheemsche kapitaalspositie. In het al gemeen is er voorts door de inlandsche nijver heid grootere werkgelegenheid verschaft. Ze ker, er valt nog heel wat te wenschen; lang niet alles is zooals het moet wezen, maar voor zwartgallige beschouwingen gelijk de heer v Gelderen hield, bestaat er heusch geen reden. De meest grootsche taak door het Neder- landsche gezag in Indië in de laatste decennia op zich genomen, bestaat in de transmigratie van Java naar de buitengewesten. Langzaam, heel langzaam, kan men nu bij den van huis uit óer-conservatieven Javaan- sehen boer eigen activiteit waarnemen, als ge volg van de hieraan voorafgegane activiteit van de overheid. Wat de uitheemsche sfeer op economisch ge bied betreft, het Nederlandsche kapitaal hoort thans meer en meer van het agrarisch naar het industrieel gebied over te gaan, hetgeen geluk kig al geschiedt. Spr. vertrouwt dat Neder- landsche werkkracht en kapitaal niet zullen blijven beneden de taak, die hen in Indië wacht De Minister kwam hierna tot de staatkundige vraagstukken. De zelfstandigheid van Indië bin nen het Rijks-verband dient het einddoel te zijn: maar dat kan slechts geleidelijk geschieden en niet met groote sprongen. Aldus de Minister, die met nadruk waar schuwde tegen het, thans meer dan ooit be denkelijke van 't verwekken van indrukken in den vreemde alsof het Nederlandsclie gezag niet genoeg doet voor Indië. Bevordering van de zedelijke en stoffelijke belangen der bevolking, is hetgeen ons gezag be oogt. Het Nederlandsclie gezag is beheerscht, gedul dig en begrijpend en rechtvaardig. Dit zijn eischen die de inheemsche bevolking aan de bestuurders stelt. Welaan, vast staat, dat, wij aan die eischen voldoen. In belangrijke mate is de autonomie 'in hidie groeiende en dat in een zeer snel tempo. Aldus de Minister, die met stijgende ver bazing geluisterd heeft naar 's heeren Stokvis' schets o.m. van den Volksraad, dien hij niet an ders dan als 'n klachtenboek meende te kunnen Tialificeeren. Men moet zich echter niet oip de formeele wetsbepalingen blind staren, doch oog hebben voor de positie, welke de Volksraad in de Practijk inneemt. Democratie is regeeren door overtuiging; dit nu geschiedt wel degelijk in inojè, waar men steeds doordrongen is van de wenschelijkheid, dat het beleid tenslotte instem bij den Volksraad ontmoet. Hoe G. G. en Minister yan Koloniën het al 01 met met elkaar eens worden, gaat der open baarheid niet aan, maar is het geheim van het Plein en van Buitenzorg, verkondigde Minister Weiter. Een legende is overigens, dat de G. G. tenslotte telkenmale de lakens uitgedeeld zou krijgen van het Opperbestuur van den kant van Den Haag. De agitatie voor ingrijpende politieke hervor mingen gaat slechts van 'n klein groepje uit. De tegenwoordige Minister van Koloniën markeert niet den pas en voorts hebben zelfs de aan hangers van de leuze „volwaardig parlement" voor Indië geen concreet plan op dat punt. Al dus 's Ministers kritiek op hetgeen omtrent deze aangelegenheden door den heer Stokvis werd betoogd. Voor een ronde-tafel-conferentie over even- tueele verdere hervormingen als de heer Stokvis bepleit had, valt waarlijk niets te zeggen, meen de de minister, die verder verklaarde open te staan voor elke suggestie binnen het kader van' de Grondwet, zonder overdracht van macht, welke inbreuk zou maken op de verantwoorde lijkheid van den Minister tegenover het Parle ment en op de rechten van dit Parlement. Hij deelde overigens mee te zinnen op middelen, die nog meer dan tot dusverre de saamhoorigheid tusschen Indië en moederland zullen demon- streeren. In den loop van dit jaar hoopt minister Welter in 'n wetsontwerp hieromtrent een ander te laten blijken. Verblijdend is, dat er onder de jongeren in indië een frissche opgewekte geest gaat heer Schen, een geest van menschen die alles voelen voor goede zelfwerkzaamheid. Dit belooft iets van veel waarde voor de toekomst van Indië. waar zich een eigen stelsel ontwikkelt, dat snel groeiend is.' Dezen groei moet men niet verstoren door de oprichting van een „volwaardig parle ment", dat zou van kortzichtigheid getuigen. De opvoeding tot zelfstandigheid met voorzic'h tig beleid en met erkenning van de waarde van het eigene in Indië, dat is hetgeen wij in Indië beoogen. Bij de replieken, die Donderdag verder gaan stelde de heer Stokvis (s.d.), dien de Minister dus niet had kunnen overtuigen een motie voor, welke constateert, dat er aanleiding bestaat bin nen het kader der Grondwet toekenning van rui mere staatkundige bevoegdheid aan Neder- landsch-Indië in overweging te nemen en de Re geering uitnoodigt een onderzoek te bevorderen omtrent richting en omvang waarin dergelijke toekenning ware tot stand te brengen. E. v. R Oppasser door aap aangevallen. Man ernstig géwond. Dinsdagmiddag is in de Rotterdamsche dier gaarde de vijftigjarige oppasser H. Schilt door een aap aangevallen en gebeten. De man liep ernstige verwondingen aan het achterhoofd en aan de rechterhand op en werd per auto van den G.G.D. naar het ziekenhuis aan den Cool- singel overgebracht, waar hij ter verpleging moest worden opgenomen. Ook herwaardeering van den goud voorraad der Javasche Bank. Op een desbetreffende vraag van den heer Joe- kes heeft minister Weiter Dinsdagmiddag bij de be handeling van de Indische begrooting in de Tweede Kamer medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt een gelijk wetsontwerp als is ingediend omtrent de herwaardeering van den goudvoorraad der Neder landsche Bank ook ten aanzien van den goudvoor raad van de Javasche Bank in te dienen AMERICAN BLEND (Adv. Ingez. Med.) ze erg melig. De radijsjes zijn een tikkeltje voos als ik 't zoo zeggen mag en geeft u mij maai de geurige aardbeien van Beverwijk en Breda, de kersen van de Betuwe, de asperges van Bergen- op-Zoom en Loosduinen U moogt het niet verder vertellen maar in dit vruchtenparadijs eten de meeste menschen ingeblikte vruchten. En in dit groentenparadijs eten we asperges en erwtjes en boonen uit blik, want die zijn onder ons veel lekkerder dan de versche. Wanneer u mij belooft er niet over te zullen spreken, dan wil ik u ook wel vertellen dat Cali- fornië voor het grootste gedeelte eigenlijk geen paradijs is, maar eerlijk gezegd een woestijn met hier en daar groote vruchtbaar-gemaakte stuk ken. Ik heb hier het mooiste strand van de wereld bezocht en een Scheveninger of een Katwijker zou me uitlachen. En in de steilste, rotsachtigste kust van de we reld zou ik gelooven als ik niet op de kust van Normandië had gestaan. Waarmee ik heel bescheiden en zacht-fluiste- •end zeggen wil dat 't niet allemaal heelemaal- precies waar is, wat ze van Californië zeggen. Maar dat er heel veel moois ook is, dat verze ker ik u. Zoo heb ik de zoogenaamde Mission- trail, een langen autotocht langs oude kloosters uit den Spaanschen tijd, voor een groot deel af- ereden. En dat is heel mooi en bijzonder inte- essant. Daarvan wil ik u graag in mijn volgende brie ven wat vertellen. Mr. E. ELIAS (Nadruk verboden). 7£nCU cocheStegen Kou en pijn) n riU' "V y FABRIKANT M, FABRIKANT MUNHARDT-Zt (Adv. Ingezi Med.) Veel van wat ge in Europa over Amerika hoort s niet waar. Maar dat de Amerikanen nogal eens opscheppers zijn is wel waar. De zucht naar het record en naar de overtreffende trap krijgt de Amerikaan bij zijn geboorte mee. Hij heeft groo- ten eerbied voor de mooiste, de grootste, de duur ste en voor alle ste's die achter alle bijvoegelijke naamwoorden geplaatst kunnen worden. Die eer bied ontaardt dan nog al eens in jokkebrokke- rijen, waar je je in het begin blauw aan ergert. Maar op den duur wordt dat blauw lief licht blauw en later onschuldig-wit. Het .wit der aan vaarding en der gewoonte. Zoo is er veel dat door de gewoonte zijn kleur en zijn smaak verliest. En wanneer nu een meneer in San Francisco zegt dat zijn baai de grootste baai van de wereld is, dan schenk ik hem de sereene verbazing, waarmee hij gelukkig is. Wanneer hij zegt dat zijn, stad de schoonste van de wereld is, zeg ik als een be leefde gast: „Sure, San Francisco is de mooiste stad van de wereld" en dan gaan mijn glim lachende gedachten naar Amsterdam, naar Mid delburg, naar Rome, naar Stockholm. Ik blijf beleefd-verbaasd als hij voor het nietige molentje in het Golden Gate Park, brallend van trots, ver- .klaart: „de grootste molen ter wereld", of als hij: wanneer we over de Marketstreet wandelen, heei hard uitroept: „Nou loopen we door de drukste straat op aarde". Ach ja, ik ben er aan gewend, De taaie Amerikaansche biefstuk is de sappigste biefstuk van beide halfronden en de kalkoen, waar alle Amerikanen hun hoogste culinaix-e ge- genoegen in vinden, en die meer naar bordpapier smaakt dan de magerste Hollandsche kip. zeker, 'tuurlijk, Okay Johndie kalkoen is de heerlijkste, geurigste, lekkerste vogel in alle we- relddeelen En zoo is het ook met Californië. Nietwaar, alle San Franciscanen zeggen het: „Nee, hier hebt u nooit een winterjas noodig", Maar intusschen ben ik heel blij dat ik m'n oude dikke Hollandsche jas niet heb weggedaan. Ik kan hem op zoo'n kouden Januari-avond best velen. En u denkt allemaal: Californië, da's eeuwige zon uit een eeuwig-blauwe lucht; dat is een para dijs waar het altijd warm is, waar de heerlijkste vruchten, de sappigste, geurigste sinaasappelen en mandarijnen aan de boomen hangen, wiege lend op de zoete zephyr. Ja, kijkt u eens tot 20 December dacht ik dat óók van die zon en die blauwe lucht. Maar toen is het regenseizoen begonnen en ik schrijf dit den 20sten Januari. Het heeft die heele maand vrijwel voortdurend geregend uit een loodgrijzen hemel en het is kil en vochtig, en de palmen, die er op een plaatje zoo warm en zoo tropisch uit zien, staan nu naargeestig te druipen. En die heerlijkste, sappigste vruchtenNee, ziet u eens.... dat is ook niet heelemaal waar. De sinaasappelen zien er prachtig goudgeel uit, de mandarijntjes, diep-oranje met fel groene blaadjes, zijn een schilderijtje, de appels zijn groot en dik en rood en glimmen en glanzen als de wangen van mijn Hollandsche buurmeisje vroeger; en de aardbeien zijn zóó groot; en de peren zien er zoo prachtig uit en al die overda dige vruchten kosten haast niets. Maar moeder natuur heeft zich uitgeleefd aan het uiterlijk dei- dingen en voor het binnenwerk heeft zij geen kracht en geen inspiratie meer gehad. De man darijnen en de sinaasappelen zijn droog. De ap pelen zijn een beetje te zacht om niet te ver langen naar een heerlijke Hollandsche goudreinet jof naar zoo'n knap-knapperig bellefleurtje, de •perenals u niet heel goed oppast dan koopt in de vorige week is, ruim vijf en zeventig jaar oud, de Belgische schilder Laermans gestorven Eugène Laermans of, officieeier, Baron Eugène Laermans. In België heeft men, evenals ih Enge land, de voor een kunstenaar hoogst mogelijke waardeering meenen te vinden in een verheffing- tot den persoonlijken adelstand. Men is er wel zuinig mee natuurlijk: van de schilders onzer generatie waren het slechts Laermans en Ensor, wien die eer te beurt viel en heel kort geleden heeft men nu ook Isidore Opsomer baron ge maakt. Het is een vriendelijkheid waar men in ons land denkelijk niet veel voor voelen zou; wij kunnen ons een Baron Breitner of graaf Sluyters moeilijker voorstellen, maar dat is meer een quaestie van gebrek aan fantasie dezerzijds. Baron Laermans werd uit zeer eenvoudige ouders in de Brusselsche voorstad Molebeke gebo ren. Pol de Mont vertelt ergens dat de familie eigenlijk Laeremans heette, maar die e tenslotte overcompleet vond en Laermans welluidender. Eugène's moeder was een boerendochter uit Berg- !hem Ste Agathe en daar de vader vermoedelijk ook uit den boerenstand stamde, wortelt onze schil der wel hecht en sterk in den Vlaamschen bodem Een trieste bijzonderheid in dit rijke kunste naarsleven is wel het feit dat de schilder van zijn elfde of twaalfde jaar af doofstom was en in zijn ouderdom aan de oogen sukkelde; ik geloof niet dat er de laatste vijftien iaar iets van belang uit zijn handen gekomen is. En ondanks dat alles is Laermans een figuur van groote beteekenis in de kunst van België kunnen worden. Leerling van iemand is hij eigen lijk nooit geweest: hij teekende in het ouderlijk huis alles wat los en vast was Eenzelvig door zijn doofstomheid, en ernstig van aard vond hij in dat werk vergoeding voor wat hem ontbrak. Dan gaat hij op de Brusselsche Akademie een paar jaar - van '87 tot '89 bij Portaels werken en in laatst genoemd jaar vindt hij zijn technische opleiding voldoende om zelfstandig verder te kunnen gaan. Hij is dan vijf en twintig en zijn oeuvre kan men rekenen van dan af te beginnen. De geest van den tijd is dan die van een in vol len bloei staand realisme. Manqt en Cour bet, Zola en Steinlenmen behoeft enkele namen maar neer te schrijven om een bepaalde periode in de kunstproductie vóór zich te zien. Ze houdt verband met nieuwe levensinzichten: intenser be langstelling voor het lot der misdeelden, in arbei- defsstrijd en arbeidsconflicten, rampen en tegen spoeden in den landbouw; het socialisme ten slotte. Laermans schildert na een paar minder op merkelijke, meer algemeene sujetten de men schen en de gebeurtenissen van zijn dorp, de zwoegers in de zware vette klei van Vlaanderen de prachtige boerenvrouwen, de ongelukkigen die langs de wegen trekken: bedelaars, mismaakten, vechtersbazen en landverhuizers. Liefst ziet hij ze in groepen, en als massa (zie b.v. ons plaatje) Dan vult hij daarmee zijn vlak op decoratiev wijze en bereikt een expressie van kracht forschheid in de bewogenheid die ongewoon is. En nu mag Paul Colin in het groote plaatwerk over Laermans wel vertellen dat het den schilder in al die werken uitsluitend om de picturale waar den dier voorstellingen te doen is geweest, dat de lineaire opbouw der compositie hem meer gold dan de sociale kant van het voorgesteldewij behoeven dat nu niet dadelijk voetstoots aan te nemen. Bij een man uit het volk als Laermans was, kunstenaar bovendien, is het ondenkbaar dat een zijner groote doeken Avond in Stakingstijd' zonder meegevoel voor den strijd die in de Bori- nage gevoerd werd, ontstaan kon. Men behoeft, op geleerden-trant, niet te verzekeren dat een an der groot werk, de „Emigranten" het gevolg was van een aardappelziekte in Vlaanderen, die dui zenden boeren ruïneerde en van hun plaats ver joeg, maar men mag bij een artist als Laermans evenmin de emotie, het meegevoel uitschakelen, die tusschen gebeurtenis en uitbeelding ageerden Zonder die zou de artist foto-toestel of hoogstens illustrator zijn. In Laermans' werk is wel degelijk een humanitair-socialistische inslag, bulten het picturale om, voorhanden en misschien is in het feit dat Colin's boek juist een jaar nadat Laer- Dinsdagmiddag omstreeks drie uur kwam de vrachtauto van den heer Slump, die over het ijs een geregelden vrachtdiienst tusschen Lemmer en Urk onderhoudt, ongeveer 5 K.M. buiten Lemmer in botsing met de postauto van Urk naar Lemmer. De auto van den heer Slump zakte door den schok terstond door het ijs. Daar op deze plek het water tamelijk diep is, stond de ca bine spoedig oruder water, waardoor de heer Slump in levensgevaar geraakte. De heer Rippen uit Urk, die tot de inzittenden van de postauto behoorde wist hem te redden. De postauto schoof in de richting van den dijk en zakte daar op een wij ondiepe plek door het ijs. Een gedeelte van den wagen steekt nog boven het ijs uit. De post heeft men verder te voet naar Lemmer vervoerd. Ook de heer Slump is naar Lemmer gegaan. Men zal trachten de auto's te bergen. BANDEROLLENPRIJS VAN SIGAREN. Naar aanleiding van den verwarrenden en on- zekeren toestand in den sigarenhandel, als ge volg van de nog niet volledig doorgewerkte prijsverhooging van sigaren waartoe onlangs werd besloten, hebben verschillende belang hebbende sigarenfabrikanten besloten den mi nister van Financiën te verzoeken den mini- mumbanderollenprij s van sigaren te brengen van 3 op 4 cent en van senoritas van 13/4 op cent. Minister Van Boeyen ongesteld. Naar wij vernemen is de minister van Binnen- landsche Zaken, de heer H. van Boeyen, verplicht in verband met zijn gezondheidstoestand drie of vier weken rust te nemen. SLACHTOFFER VAN DEN ONBEWAAKTEN OVERWEG. Op den onbe waak ten overweg „Rondom (onder de gemeente Hoogland) van de spoorlijn Amersfoort—Zwolle is een ongeveer zestigjarige man, een kostganger van het gezin Van den Ak ker te Hoogland, door een trein gegrepen en op slag gedood. De ongetemde. Oxfordshire, Februari. Ergens in Zuid-Frankrijk stroomt in den zo mer, heel beneden in een hol rivierbed, een kalm, vriendelijk water. Een karper vindt er nog net genoeg gelegenheid voor wat vertier in de schaduw van de brug. En stroomafwaarts, waar het in de haast om de bocht om te komen een dieper bed heeft uitgesleten en aan den rand wit kiezel heeft opgestapeld, hurken vrouwen en wrijven de wasch tot ze verblindend wit ziet, De menschen die daar wonen, noemen de ri vier „La Furieuse", in erkentenis van haar vrouwelijk, onberekenbaar en onstuimig karak ter en houden zóó van haar, dat zij den naam. trots op de brug hebben geschreven. Als een tröetelwoord iaat die zich daar lezen en tevens als een soort weest-op-uw-hoede voor wie er in den zomer voorbij komt en in dat rustige hel dere water niets' dan lieflijkheid weerspiegelt ziet en niet let op den ruigen uifcgeholden oever. In andere jaargétijden moet ze daar duchtig te keer gaan en er bandeloos omsprin gen met het water dat uit de bergen toevloeit: roekeloos, alsof het niet óp kan, als de zon en droogte haar niet temmen. Uc hoop haar zoo nog eens terug te vinden, in volle furie, ook al weet ik niet meer waar het was en staat het op geen Michelin-kaart vermeld. Omdat het driftige woord zich zoo vleiend laat uitspreken en in herinnering aan de men schen daarginds, die in het bestel der dingen aan alles een eigen karakter gunnen: aan den wind, aan een onwillige koe en ook aan het water; heb ik heimelijk het kleine stroompje hier „La Furieuse" willen noemen. Wat natuur lijk niet ging! Want niets is zoo bestendig en goed gehumeurd als het water, dat halverwege den breed uitgespreiden Oxfordshire-heuvel1 plotseling uit den grond te voorschijn komt. Tusschen gras als elk ander gras, altijd op dezelfde plaats en altijd gelijkmatig, winter en zomer, jaar in jaar uit. Het zoekt zich ijlings de laagste plekken uit, kronkelt en kronkelt, haas tig aan de schuur voorbij, waar het over een ouden eikenstam naar beneden valt en dan re gelrecht en onopgemerkt naar het dorp toe, waar het eens tevreden langs de hoofdstraat vloeide, een levend klein ding, in kalme bewe ging. Nu nog hangt er aan het begin van het dorp een bord met nog leesbare letters, dat een ieder verbiedt dat water te verontreinigenl. Maar het water is niet meer; is niet meer in de hoofdstraat. In de twintigste eeuw had het Engeische dorp geen geduld meer voor het geduldigste water. Het wilde vooral niet achter blijven. Er moest asphalt komen in plaats van de ruwbe- steende straat en daarbij was voor water, waar kinderen papieren bootjes laten varen, geen i meer. Een pijpleiding voert het nu on gezien tot buiten het dorp, waar het weer aan zichzelf wordt overgelaten. Men had natuurlijk ook van den nood een deugd kunnen maken niet ieder dorp is fortuinlijk genoeg om over helder stroomend koel water te kunnen be schikken en een paar vijvers voor forellen kunnen maken. Zooals in een ander Fransch dorp, waar alleen de dorpelingen mogen vis- schen en één vijver bewaard wordt voor het. plezier van de forellen alleen, die er vet en heel wijs worden en zich van uit. het raam laten voe ren. Dat was misschien nog wel gemakkelijker geweest dan pijpleidingen. Maar er zijn maar weinig dorpen waar wijsheid niet meer ge spaard wordt dan moeite en in het dorp hier is zeker geen moeite te veel. Het stroompje draagt de onvriendelijke be handeling zonder verzet. Het blijft bekoren waar het mag: een trouw glinsterend water, be stemd voor een ander en niet minder schoon be staan dan La Furieuse. Of maakt het toch nog aanspraak op dien naam? Eens heeft het zich namelijk tegen de saaie pijpleiding verzet. Miss Radford, die met Mrs. lies het postkantoor heeft beheerd, heeft er me over verteld. Niet zoozeer om den roem van dat kleine water te bezingen als om te be wijzen, hoeveel beter het rioleeringssysteem nu is dan in die dagen. In 1910 moet het zoo on geveer zijn geweest. Tijdens een zware onweers bui, op zichzelf al genoeg om het water over den drempel van het laaggelegen postkantoor te drijven, brak het stroompje plotseling over den duiker heen, daar waar het gedwee in de leiding had moeten verdwijnen en stoof brui send de dorpsstraat in. Zoo snel kwam het aan zetten, dat Mrs. Hes nog maar net tijd h$d om de geldkist onder één arm te nemen en haar rokken onder de andere en een hooger punt op te zoeken. Zoo hoog rees het water, dat een buurvrouw uit de eerste verdieping moest wor den ontzet, omdat het ook daar niet meer vei lig was. Onbeschrijflijke tafreelen ontrolden zich: Miss Radford moest in de armen van een postbode het huis uit worden gedragen en mid den in het water dreigde hij, haar te laten val len als ze hem niet steviger vasthield. Oogen- blikken van frivoliteit, die Miss Radford won derbaarlijk goed te boven is gekomen. Stoe len. leege flesschen, allerlei huisraad begon rond te drijven en toen het water tenslotte kal meerde zag de dorpsstraat er uit „als het strand bij laag water". Miss Radford heeft blijkbaar geen lieflijke herinneringen aan het Engeische strand. Meer nog dan de overweldi gende watermassa is haar de toestand in het postkantoor, na afloop van het avontuur, bijgebleven: hoe het water er bij emmers uit moest worden gedragen en alles met een nare modderige viezigheid was bedekt. Want alles wat loodgieters in dat vooruitstrevende dorp tot stand hadden gebracht, was blijkbaar in dien korten tijd vernield. „You see", zegt Miss Rad ford met afgrijzen", alles, ik bedoel alles werd eenvoudig opgespoeld". Het is lang geleden na tuurlijk, negentien-tien, zooiets ongepast komt nu niet meer voor. Technici hebben dat alles keurig in orde gemaakt, zoodat nu ook bij den ergsten wolkbreuk het stroompje-netjes in de pijpleiding verdwijnt. Ik kan niet helpen me af te vragen of van daag de postbode dat tanige, magere, opgewekte menschje even schalks door het water zou heb ben gedragen en Miss Radford moet ook aan zulke 'dingen hebben gedacht, want zij begint over den ouden tijd te spreken en die was, on danks de overstroomingen, niet slecht te noe men en over den tijd nog verder terug, toen zij een ondeugend klein ding was, dat met losse handen per fiets de steilste heuvels afreed... Vr. S. mans baron geworden was (1927) verscheen, een verklaring te vinden voor de neiging die geestes houding te verdoezelen.Doch per slot is ook voor ons hier en nu het picturale van overwegend belang. Wij bewonderen dan in Laermans de hoekige kracht van zijn teekenwijs, het massale, het sa- menklonten van een groep, waarin toch het leven in volledige actie blijft. Iets later zal een Kathe Kollwitz datzelfde op nog heftiger wijze willen ge ven. Hoe goed is, met enkele lijnkronkels, op het etsje van Laermans, dat hierbij gereproduceerd wordt, het ingespannen kijken naar een schilderij door een groepje boeren uitgedrukt. Het is een absolute typeering van een menschensoort, zon der ook maar in het minst in caricatuur te ver vallen. Wie in de Belgische musea een enkel schilderij van Laermans tegen komt, zal misschien geneigd zijn hem manierisme te verwijten: an deren zien in hem te veel den modernen volge ling van Breughel. Het eerste is onjuist, daar men manierisme met stijl verwart. Het andere is slechts betrekkelijk juist daar alleen in den grondtoon van het werk eenige samenklank te hooren valt. Na 1901 komen in Laermans' werk die prach tige naakten voor die hem mijns inziens onder de allereersten der moderne schilders rangschik- Naar Reuter uit Londen meldt, is de Nederland ken. Kerngezonde, schoon gebouwde Vlaamsche sche handelsdelegatie, die in het Vereenigd Ko- vrouwen, zonder erotische spitsvondigheid, maar I ninkrijk onderhandelingen heeft gevoerd en onlangs toch teeder in de eerlijke kracht van hun licha- een- bezoek heeft gebracht aan de Nederlandsche men, boerenmadonna's zonder weerga. Zeer heeft handelsdelegatie in Frankrijk, thans te Londen te- deze in zichzelf opgesloten artist zijn volk liefge- ruggelceerd. Verwacht wordt, dat zij daar zal blij- had. hun karakteristieke verwording door zwaren ven hangende het resultaat der besprekingen tus- arbeid gezien en hun 'primitieve ongerepte schen Londen en Parijs over vraagstukken, welke schoonheid bewonderd! Iverband houden met den Nederlandschen handel J. H. DE BOIS lrnet de geallieerden. Handelsbesprekingen met Engelanti Nederlandsche delegatie naar Londen teruggekeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 7