Ca£ifomië
IN ENGELAND.
Saamhoorigheid tusschen
Indië zal beter
en
Nederland en
worden
gedemonstreerd.
Het mooiste
deel der wereld?
België verliest één
van zijn grootste
schilders.
wee auto's op IJselmeer
in botsing.
yrsPXG 28 FEBRUARI 1940
TWEEDE KAMER
Wetsontwerp is in de maak.
DEN HAAG Dinsdag.
hpt financieele gedeelte van zijn rede ver
erf minister We Iter, na o.m. opgemerkt
^hben voor 't oogemblik geen reden tot pes-
fme ten aanzien van de financiering te
Üftt het debat van de vorige week in wezen
ie!1' tvrincipieel verschil had opgeleverd met be-
- - tot het financieel beleid in Indië. Ten-
hadden zoowel de heer Meyerink als de
r Wagenaar verzekerd geen principieels be-
?n té hebben tegen een niet sluitend
toet waarop in elk geval de noodige uitgaven
i^r defensie en welvaartszorgen moeten voor-
^Sf 'voegde hieraan toe, dat men bij het In-
8ph. bwiget aan drie bijzondere factoren aan-
S heeft te wijden, te weten, dat de begroo-
flac' wordt IV2 jaar vóór de behande-
het Binnenhof, dat men een apart stel-
bij de raming der middelen en tenslotte
ff indië nu eenmaal een zeer groote conjunc-
flrievoeligheld bezit. Zoodoende kan er veelal
1 <n-oote afstand tusschen ramingen en uiit-
fnisten aan den dag treden, gelijk de minister
f eeni°e sprekende voorbeelden aantoont. Er
S toch zeker niet veel landen op aarde, waar
zulke meevallers op den gewonen dienst kan
zijn
ne Indische regeering heeft thans het ge-
«<ine begrootingstekort op ruim 26 V2 (aanvan-
Siifc 28) millioen geraamd. Het tekort op
ms\n" schat men thans op 56 millioen.
als in ons Indië.
een zoo wisselvallig budget als dat van
mdië is het practiseh onmogelijk elk jaar even-
ïht tusschen uitgaven en inkomsten te berei-
nu kan men wel gaan inkrimpen, doch dan
hliikt eventueel achteraf dat het heelemaal ndet
nnfidiK was geweest en dan zou men dus onder-
2 overbodiglijk zeer harde maatregelen hefolben
gMrfTcuüngs had gevraagd of de „storm-
jhade", veroorzaakt in en door de crisis-jaren
I wheel en al hersteld was. Hierop kon de mi
nister niet zonder meer tenvolle bevredigend
antwoorden, maar wel kan hij zeggen, dat er
- ingehaald. Het sterkste wapen voor b>e-
van Indië is, volgens den heer Weiter, bo
venal gelegen in een goed bestuur, al voelt hij
oök terdege het nut van een krachtige weer
macht, waarvoor dan ook het noodige wordt ge-
The proof of the pudding is in the eating,
welnu, alles tezamen, meent de minister, dat de
financieele pudding, die hij heeft ppgedischt,
naar meer smaakt, wanit tenslotte ziet het ge
heel der gewone begrootingen over de laatste
laren er lang niet kwaad uit. Te bedenken valt
ook dat de buitengewone dienst van Indië zeer
gezónd is en ingericht is naar de strengste
budgettaire eischen. Vrijwel nergens kan men
Iets dergelijks waarnemen.
Op den doiur zullen de defensie-uitgaven geheel
uit buitengewoon worden gekweten.
Een schaduwzijde is. dat een arm land als
Indië een schuld van 1.3 milliard heeft; die
moet zoo spoedig mogelijk geringer worden.
Voor de financieele toekomst van Neder-
landsch-Indie behoeft men niet ongerust te
zijn aldus !s ministers slotsom, die hieraan
nog toevoegt, dat hoofdzaak is dat de uitgaven
niet gaan boven de innerlijke financieele
kracht van Indië. Welnu, hiervoor wordt ge
zorgd.
Komende tot het economisch beleid, stelde
minister Weiter voorop, dat het crisisbeleid ge
markeerd wordt door twee hoofdpunten: zorg
voor de export-producten, waarmee het mo
menteel nog vrij goed gaat en zorg voor de le
vensbehoeften der inheemsche bevolking. Voor-
loopig kan men, zich in elk geval verheugen over
de nauwere economische aaneensluiting tus
schen moederland en Indië, waarvan met na
me de inheemsche bevolking profiteert.
En nu het normale economisch beleid in de
inheemsche sfeer. Het gaat hier om liefst 70
millioen menschen, welnu en een heele wa
terval van cijfers diende ter nadere bevesti
ging 'van deze uitspraak op groote schaal
wordt zorg gedragen voor crediet verschaffing
aan de inheemsche kringen en voor versterking
van de inheemsche kapitaalspositie. In het al
gemeen is er voorts door de inlandsche nijver
heid grootere werkgelegenheid verschaft. Ze
ker, er valt nog heel wat te wenschen; lang
niet alles is zooals het moet wezen, maar voor
zwartgallige beschouwingen gelijk de heer v
Gelderen hield, bestaat er heusch geen reden.
De meest grootsche taak door het Neder-
landsche gezag in Indië in de laatste decennia
op zich genomen, bestaat in de transmigratie
van Java naar de buitengewesten.
Langzaam, heel langzaam, kan men nu bij
den van huis uit óer-conservatieven Javaan-
sehen boer eigen activiteit waarnemen, als ge
volg van de hieraan voorafgegane activiteit van
de overheid.
Wat de uitheemsche sfeer op economisch ge
bied betreft, het Nederlandsche kapitaal hoort
thans meer en meer van het agrarisch naar het
industrieel gebied over te gaan, hetgeen geluk
kig al geschiedt. Spr. vertrouwt dat Neder-
landsche werkkracht en kapitaal niet zullen
blijven beneden de taak, die hen in Indië
wacht
De Minister kwam hierna tot de staatkundige
vraagstukken. De zelfstandigheid van Indië bin
nen het Rijks-verband dient het einddoel te zijn:
maar dat kan slechts geleidelijk geschieden en
niet met groote sprongen.
Aldus de Minister, die met nadruk waar
schuwde tegen het, thans meer dan ooit be
denkelijke van 't verwekken van indrukken in
den vreemde alsof het Nederlandsclie gezag niet
genoeg doet voor Indië.
Bevordering van de zedelijke en stoffelijke
belangen der bevolking, is hetgeen ons gezag be
oogt.
Het Nederlandsclie gezag is beheerscht, gedul
dig en begrijpend en rechtvaardig. Dit zijn
eischen die de inheemsche bevolking aan de
bestuurders stelt. Welaan, vast staat, dat, wij aan
die eischen voldoen.
In belangrijke mate is de autonomie 'in
hidie groeiende en dat in een zeer snel tempo.
Aldus de Minister, die met stijgende ver
bazing geluisterd heeft naar 's heeren Stokvis'
schets o.m. van den Volksraad, dien hij niet an
ders dan als 'n klachtenboek meende te kunnen
Tialificeeren. Men moet zich echter niet oip de
formeele wetsbepalingen blind staren, doch oog
hebben voor de positie, welke de Volksraad in de
Practijk inneemt. Democratie is regeeren door
overtuiging; dit nu geschiedt wel degelijk in
inojè, waar men steeds doordrongen is van de
wenschelijkheid, dat het beleid tenslotte instem
bij den Volksraad ontmoet.
Hoe G. G. en Minister yan Koloniën het al
01 met met elkaar eens worden, gaat der open
baarheid niet aan, maar is het geheim van het
Plein en van Buitenzorg, verkondigde Minister
Weiter. Een legende is overigens, dat de G. G.
tenslotte telkenmale de lakens uitgedeeld zou
krijgen van het Opperbestuur van den kant van
Den Haag.
De agitatie voor ingrijpende politieke hervor
mingen gaat slechts van 'n klein groepje uit. De
tegenwoordige Minister van Koloniën markeert
niet den pas en voorts hebben zelfs de aan
hangers van de leuze „volwaardig parlement"
voor Indië geen concreet plan op dat punt. Al
dus 's Ministers kritiek op hetgeen omtrent deze
aangelegenheden door den heer Stokvis werd
betoogd.
Voor een ronde-tafel-conferentie over even-
tueele verdere hervormingen als de heer Stokvis
bepleit had, valt waarlijk niets te zeggen, meen
de de minister, die verder verklaarde open te
staan voor elke suggestie binnen het kader van'
de Grondwet, zonder overdracht van macht,
welke inbreuk zou maken op de verantwoorde
lijkheid van den Minister tegenover het Parle
ment en op de rechten van dit Parlement. Hij
deelde overigens mee te zinnen op middelen, die
nog meer dan tot dusverre de saamhoorigheid
tusschen Indië en moederland zullen demon-
streeren. In den loop van dit jaar hoopt minister
Welter in 'n wetsontwerp hieromtrent een
ander te laten blijken.
Verblijdend is, dat er onder de jongeren in
indië een frissche opgewekte geest gaat heer
Schen, een geest van menschen die alles voelen
voor goede zelfwerkzaamheid. Dit belooft iets van
veel waarde voor de toekomst van Indië. waar
zich een eigen stelsel ontwikkelt, dat snel
groeiend is.' Dezen groei moet men niet verstoren
door de oprichting van een „volwaardig parle
ment", dat zou van kortzichtigheid getuigen.
De opvoeding tot zelfstandigheid met voorzic'h
tig beleid en met erkenning van de waarde van
het eigene in Indië, dat is hetgeen wij in Indië
beoogen.
Bij de replieken, die Donderdag verder gaan
stelde de heer Stokvis (s.d.), dien de Minister
dus niet had kunnen overtuigen een motie voor,
welke constateert, dat er aanleiding bestaat bin
nen het kader der Grondwet toekenning van rui
mere staatkundige bevoegdheid aan Neder-
landsch-Indië in overweging te nemen en de Re
geering uitnoodigt een onderzoek te bevorderen
omtrent richting en omvang waarin dergelijke
toekenning ware tot stand te brengen.
E. v. R
Oppasser door aap aangevallen.
Man ernstig géwond.
Dinsdagmiddag is in de Rotterdamsche dier
gaarde de vijftigjarige oppasser H. Schilt door
een aap aangevallen en gebeten. De man liep
ernstige verwondingen aan het achterhoofd en
aan de rechterhand op en werd per auto van
den G.G.D. naar het ziekenhuis aan den Cool-
singel overgebracht, waar hij ter verpleging
moest worden opgenomen.
Ook herwaardeering van den goud
voorraad der Javasche Bank.
Op een desbetreffende vraag van den heer Joe-
kes heeft minister Weiter Dinsdagmiddag bij de be
handeling van de Indische begrooting in de Tweede
Kamer medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt
een gelijk wetsontwerp als is ingediend omtrent de
herwaardeering van den goudvoorraad der Neder
landsche Bank ook ten aanzien van den goudvoor
raad van de Javasche Bank in te dienen
AMERICAN BLEND
(Adv. Ingez. Med.)
ze erg melig. De radijsjes zijn een tikkeltje
voos als ik 't zoo zeggen mag en geeft u mij maai
de geurige aardbeien van Beverwijk en Breda, de
kersen van de Betuwe, de asperges van Bergen-
op-Zoom en Loosduinen
U moogt het niet verder vertellen maar in
dit vruchtenparadijs eten de meeste menschen
ingeblikte vruchten. En in dit groentenparadijs
eten we asperges en erwtjes en boonen uit blik,
want die zijn onder ons veel lekkerder dan
de versche.
Wanneer u mij belooft er niet over te zullen
spreken, dan wil ik u ook wel vertellen dat Cali-
fornië voor het grootste gedeelte eigenlijk geen
paradijs is, maar eerlijk gezegd een woestijn met
hier en daar groote vruchtbaar-gemaakte stuk
ken.
Ik heb hier het mooiste strand van de wereld
bezocht en een Scheveninger of een Katwijker
zou me uitlachen.
En in de steilste, rotsachtigste kust van de we
reld zou ik gelooven als ik niet op de kust van
Normandië had gestaan.
Waarmee ik heel bescheiden en zacht-fluiste-
•end zeggen wil dat 't niet allemaal heelemaal-
precies waar is, wat ze van Californië zeggen.
Maar dat er heel veel moois ook is, dat verze
ker ik u. Zoo heb ik de zoogenaamde Mission-
trail, een langen autotocht langs oude kloosters
uit den Spaanschen tijd, voor een groot deel af-
ereden. En dat is heel mooi en bijzonder inte-
essant.
Daarvan wil ik u graag in mijn volgende brie
ven wat vertellen.
Mr. E. ELIAS
(Nadruk verboden).
7£nCU
cocheStegen Kou en pijn)
n riU' "V y FABRIKANT M,
FABRIKANT MUNHARDT-Zt
(Adv. Ingezi Med.)
Veel van wat ge in Europa over Amerika hoort
s niet waar. Maar dat de Amerikanen nogal eens
opscheppers zijn is wel waar. De zucht naar het
record en naar de overtreffende trap krijgt de
Amerikaan bij zijn geboorte mee. Hij heeft groo-
ten eerbied voor de mooiste, de grootste, de duur
ste en voor alle ste's die achter alle bijvoegelijke
naamwoorden geplaatst kunnen worden. Die eer
bied ontaardt dan nog al eens in jokkebrokke-
rijen, waar je je in het begin blauw aan ergert.
Maar op den duur wordt dat blauw lief licht
blauw en later onschuldig-wit. Het .wit der aan
vaarding en der gewoonte. Zoo is er veel dat door
de gewoonte zijn kleur en zijn smaak verliest. En
wanneer nu een meneer in San Francisco zegt
dat zijn baai de grootste baai van de wereld is,
dan schenk ik hem de sereene verbazing, waarmee
hij gelukkig is. Wanneer hij zegt dat zijn, stad
de schoonste van de wereld is, zeg ik als een be
leefde gast: „Sure, San Francisco is de mooiste
stad van de wereld" en dan gaan mijn glim
lachende gedachten naar Amsterdam, naar Mid
delburg, naar Rome, naar Stockholm. Ik blijf
beleefd-verbaasd als hij voor het nietige molentje
in het Golden Gate Park, brallend van trots, ver-
.klaart: „de grootste molen ter wereld", of als hij:
wanneer we over de Marketstreet wandelen, heei
hard uitroept: „Nou loopen we door de drukste
straat op aarde". Ach ja, ik ben er aan gewend,
De taaie Amerikaansche biefstuk is de sappigste
biefstuk van beide halfronden en de kalkoen,
waar alle Amerikanen hun hoogste culinaix-e ge-
genoegen in vinden, en die meer naar bordpapier
smaakt dan de magerste Hollandsche kip.
zeker, 'tuurlijk, Okay Johndie kalkoen is de
heerlijkste, geurigste, lekkerste vogel in alle we-
relddeelen
En zoo is het ook met Californië. Nietwaar, alle
San Franciscanen zeggen het: „Nee, hier hebt u
nooit een winterjas noodig", Maar intusschen ben
ik heel blij dat ik m'n oude dikke Hollandsche jas
niet heb weggedaan. Ik kan hem op zoo'n kouden
Januari-avond best velen.
En u denkt allemaal: Californië, da's eeuwige
zon uit een eeuwig-blauwe lucht; dat is een para
dijs waar het altijd warm is, waar de heerlijkste
vruchten, de sappigste, geurigste sinaasappelen
en mandarijnen aan de boomen hangen, wiege
lend op de zoete zephyr.
Ja, kijkt u eens tot 20 December dacht ik dat
óók van die zon en die blauwe lucht. Maar toen
is het regenseizoen begonnen en ik schrijf dit
den 20sten Januari. Het heeft die heele maand
vrijwel voortdurend geregend uit een loodgrijzen
hemel en het is kil en vochtig, en de palmen, die
er op een plaatje zoo warm en zoo tropisch uit
zien, staan nu naargeestig te druipen.
En die heerlijkste, sappigste vruchtenNee,
ziet u eens.... dat is ook niet heelemaal waar.
De sinaasappelen zien er prachtig goudgeel uit,
de mandarijntjes, diep-oranje met fel groene
blaadjes, zijn een schilderijtje, de appels zijn
groot en dik en rood en glimmen en glanzen als
de wangen van mijn Hollandsche buurmeisje
vroeger; en de aardbeien zijn zóó groot; en de
peren zien er zoo prachtig uit en al die overda
dige vruchten kosten haast niets. Maar moeder
natuur heeft zich uitgeleefd aan het uiterlijk dei-
dingen en voor het binnenwerk heeft zij geen
kracht en geen inspiratie meer gehad. De man
darijnen en de sinaasappelen zijn droog. De ap
pelen zijn een beetje te zacht om niet te ver
langen naar een heerlijke Hollandsche goudreinet
jof naar zoo'n knap-knapperig bellefleurtje, de
•perenals u niet heel goed oppast dan koopt
in de vorige week is, ruim vijf en zeventig jaar
oud, de Belgische schilder Laermans gestorven
Eugène Laermans of, officieeier, Baron Eugène
Laermans. In België heeft men, evenals ih Enge
land, de voor een kunstenaar hoogst mogelijke
waardeering meenen te vinden in een verheffing-
tot den persoonlijken adelstand. Men is er wel
zuinig mee natuurlijk: van de schilders onzer
generatie waren het slechts Laermans en Ensor,
wien die eer te beurt viel en heel kort geleden
heeft men nu ook Isidore Opsomer baron ge
maakt. Het is een vriendelijkheid waar men in
ons land denkelijk niet veel voor voelen zou; wij
kunnen ons een Baron Breitner of graaf Sluyters
moeilijker voorstellen, maar dat is meer een
quaestie van gebrek aan fantasie dezerzijds.
Baron Laermans werd uit zeer eenvoudige
ouders in de Brusselsche voorstad Molebeke gebo
ren. Pol de Mont vertelt ergens dat de familie
eigenlijk Laeremans heette, maar die e tenslotte
overcompleet vond en Laermans welluidender.
Eugène's moeder was een boerendochter uit Berg-
!hem Ste Agathe en daar de vader vermoedelijk ook
uit den boerenstand stamde, wortelt onze schil
der wel hecht en sterk in den Vlaamschen bodem
Een trieste bijzonderheid in dit rijke kunste
naarsleven is wel het feit dat de schilder van zijn
elfde of twaalfde jaar af doofstom was en in zijn
ouderdom aan de oogen sukkelde; ik geloof niet
dat er de laatste vijftien iaar iets van belang uit
zijn handen gekomen is.
En ondanks dat alles is Laermans een figuur
van groote beteekenis in de kunst van België
kunnen worden. Leerling van iemand is hij eigen
lijk nooit geweest: hij teekende in het ouderlijk
huis alles wat los en vast was Eenzelvig door zijn
doofstomheid, en ernstig van aard vond hij in dat
werk vergoeding voor wat hem ontbrak. Dan gaat
hij op de Brusselsche Akademie een paar jaar -
van '87 tot '89 bij Portaels werken en in laatst
genoemd jaar vindt hij zijn technische opleiding
voldoende om zelfstandig verder te kunnen gaan.
Hij is dan vijf en twintig en zijn oeuvre kan men
rekenen van dan af te beginnen.
De geest van den tijd is dan die van een in vol
len bloei staand realisme. Manqt en Cour bet,
Zola en Steinlenmen behoeft enkele namen
maar neer te schrijven om een bepaalde periode
in de kunstproductie vóór zich te zien. Ze houdt
verband met nieuwe levensinzichten: intenser be
langstelling voor het lot der misdeelden, in arbei-
defsstrijd en arbeidsconflicten, rampen en tegen
spoeden in den landbouw; het socialisme ten
slotte.
Laermans schildert na een paar minder op
merkelijke, meer algemeene sujetten de men
schen en de gebeurtenissen van zijn dorp, de
zwoegers in de zware vette klei van Vlaanderen
de prachtige boerenvrouwen, de ongelukkigen die
langs de wegen trekken: bedelaars, mismaakten,
vechtersbazen en landverhuizers. Liefst ziet hij ze
in groepen, en als massa (zie b.v. ons plaatje)
Dan vult hij daarmee zijn vlak op decoratiev
wijze en bereikt een expressie van kracht
forschheid in de bewogenheid die ongewoon is.
En nu mag Paul Colin in het groote plaatwerk
over Laermans wel vertellen dat het den schilder
in al die werken uitsluitend om de picturale waar
den dier voorstellingen te doen is geweest, dat de
lineaire opbouw der compositie hem meer gold
dan de sociale kant van het voorgesteldewij
behoeven dat nu niet dadelijk voetstoots aan te
nemen. Bij een man uit het volk als Laermans
was, kunstenaar bovendien, is het ondenkbaar dat
een zijner groote doeken Avond in Stakingstijd'
zonder meegevoel voor den strijd die in de Bori-
nage gevoerd werd, ontstaan kon. Men behoeft,
op geleerden-trant, niet te verzekeren dat een an
der groot werk, de „Emigranten" het gevolg was
van een aardappelziekte in Vlaanderen, die dui
zenden boeren ruïneerde en van hun plaats ver
joeg, maar men mag bij een artist als Laermans
evenmin de emotie, het meegevoel uitschakelen,
die tusschen gebeurtenis en uitbeelding ageerden
Zonder die zou de artist foto-toestel of hoogstens
illustrator zijn. In Laermans' werk is wel degelijk
een humanitair-socialistische inslag, bulten het
picturale om, voorhanden en misschien is in het
feit dat Colin's boek juist een jaar nadat Laer-
Dinsdagmiddag omstreeks drie uur kwam
de vrachtauto van den heer Slump, die over
het ijs een geregelden vrachtdiienst tusschen
Lemmer en Urk onderhoudt, ongeveer 5 K.M.
buiten Lemmer in botsing met de postauto
van Urk naar Lemmer. De auto van den
heer Slump zakte door den schok terstond
door het ijs. Daar op deze plek het
water tamelijk diep is, stond de ca
bine spoedig oruder water, waardoor de
heer Slump in levensgevaar geraakte. De
heer Rippen uit Urk, die tot de inzittenden
van de postauto behoorde wist hem te redden.
De postauto schoof in de richting van den
dijk en zakte daar op een wij ondiepe plek
door het ijs. Een gedeelte van den wagen
steekt nog boven het ijs uit. De post heeft
men verder te voet naar Lemmer vervoerd.
Ook de heer Slump is naar Lemmer gegaan.
Men zal trachten de auto's te bergen.
BANDEROLLENPRIJS VAN SIGAREN.
Naar aanleiding van den verwarrenden en on-
zekeren toestand in den sigarenhandel, als ge
volg van de nog niet volledig doorgewerkte
prijsverhooging van sigaren waartoe onlangs
werd besloten, hebben verschillende belang
hebbende sigarenfabrikanten besloten den mi
nister van Financiën te verzoeken den mini-
mumbanderollenprij s van sigaren te brengen
van 3 op 4 cent en van senoritas van 13/4 op
cent.
Minister Van Boeyen ongesteld.
Naar wij vernemen is de minister van Binnen-
landsche Zaken, de heer H. van Boeyen, verplicht
in verband met zijn gezondheidstoestand drie of
vier weken rust te nemen.
SLACHTOFFER VAN DEN ONBEWAAKTEN
OVERWEG.
Op den onbe waak ten overweg „Rondom
(onder de gemeente Hoogland) van de spoorlijn
Amersfoort—Zwolle is een ongeveer zestigjarige
man, een kostganger van het gezin Van den Ak
ker te Hoogland, door een trein gegrepen en op
slag gedood.
De ongetemde.
Oxfordshire, Februari.
Ergens in Zuid-Frankrijk stroomt in den zo
mer, heel beneden in een hol rivierbed, een
kalm, vriendelijk water. Een karper vindt er nog
net genoeg gelegenheid voor wat vertier in de
schaduw van de brug. En stroomafwaarts, waar
het in de haast om de bocht om te komen een
dieper bed heeft uitgesleten en aan den rand
wit kiezel heeft opgestapeld, hurken vrouwen
en wrijven de wasch tot ze verblindend wit ziet,
De menschen die daar wonen, noemen de ri
vier „La Furieuse", in erkentenis van haar
vrouwelijk, onberekenbaar en onstuimig karak
ter en houden zóó van haar, dat zij den naam.
trots op de brug hebben geschreven. Als een
tröetelwoord iaat die zich daar lezen en tevens
als een soort weest-op-uw-hoede voor wie er in
den zomer voorbij komt en in dat rustige hel
dere water niets' dan lieflijkheid weerspiegelt
ziet en niet let op den ruigen uifcgeholden
oever. In andere jaargétijden moet ze daar
duchtig te keer gaan en er bandeloos omsprin
gen met het water dat uit de bergen toevloeit:
roekeloos, alsof het niet óp kan, als de zon en
droogte haar niet temmen. Uc hoop haar zoo
nog eens terug te vinden, in volle furie, ook al
weet ik niet meer waar het was en staat het op
geen Michelin-kaart vermeld.
Omdat het driftige woord zich zoo vleiend
laat uitspreken en in herinnering aan de men
schen daarginds, die in het bestel der dingen
aan alles een eigen karakter gunnen: aan den
wind, aan een onwillige koe en ook aan het
water; heb ik heimelijk het kleine stroompje
hier „La Furieuse" willen noemen. Wat natuur
lijk niet ging! Want niets is zoo bestendig en
goed gehumeurd als het water, dat halverwege
den breed uitgespreiden Oxfordshire-heuvel1
plotseling uit den grond te voorschijn komt.
Tusschen gras als elk ander gras, altijd op
dezelfde plaats en altijd gelijkmatig, winter en
zomer, jaar in jaar uit. Het zoekt zich ijlings de
laagste plekken uit, kronkelt en kronkelt, haas
tig aan de schuur voorbij, waar het over een
ouden eikenstam naar beneden valt en dan re
gelrecht en onopgemerkt naar het dorp toe,
waar het eens tevreden langs de hoofdstraat
vloeide, een levend klein ding, in kalme bewe
ging.
Nu nog hangt er aan het begin van het dorp
een bord met nog leesbare letters, dat een
ieder verbiedt dat water te verontreinigenl. Maar
het water is niet meer; is niet meer in de
hoofdstraat.
In de twintigste eeuw had het Engeische
dorp geen geduld meer voor het geduldigste
water. Het wilde vooral niet achter blijven. Er
moest asphalt komen in plaats van de ruwbe-
steende straat en daarbij was voor water, waar
kinderen papieren bootjes laten varen, geen
i meer. Een pijpleiding voert het nu on
gezien tot buiten het dorp, waar het weer aan
zichzelf wordt overgelaten. Men had natuurlijk
ook van den nood een deugd kunnen maken
niet ieder dorp is fortuinlijk genoeg om over
helder stroomend koel water te kunnen be
schikken en een paar vijvers voor forellen
kunnen maken. Zooals in een ander Fransch
dorp, waar alleen de dorpelingen mogen vis-
schen en één vijver bewaard wordt voor het.
plezier van de forellen alleen, die er vet en heel
wijs worden en zich van uit. het raam laten voe
ren. Dat was misschien nog wel gemakkelijker
geweest dan pijpleidingen. Maar er zijn maar
weinig dorpen waar wijsheid niet meer ge
spaard wordt dan moeite en in het dorp hier is
zeker geen moeite te veel.
Het stroompje draagt de onvriendelijke be
handeling zonder verzet. Het blijft bekoren
waar het mag: een trouw glinsterend water, be
stemd voor een ander en niet minder schoon be
staan dan La Furieuse.
Of maakt het toch nog aanspraak op dien
naam? Eens heeft het zich namelijk tegen de
saaie pijpleiding verzet. Miss Radford, die met
Mrs. lies het postkantoor heeft beheerd, heeft
er me over verteld. Niet zoozeer om den roem
van dat kleine water te bezingen als om te be
wijzen, hoeveel beter het rioleeringssysteem nu
is dan in die dagen. In 1910 moet het zoo on
geveer zijn geweest. Tijdens een zware onweers
bui, op zichzelf al genoeg om het water over
den drempel van het laaggelegen postkantoor
te drijven, brak het stroompje plotseling over
den duiker heen, daar waar het gedwee in de
leiding had moeten verdwijnen en stoof brui
send de dorpsstraat in. Zoo snel kwam het aan
zetten, dat Mrs. Hes nog maar net tijd h$d om
de geldkist onder één arm te nemen en haar
rokken onder de andere en een hooger punt op
te zoeken. Zoo hoog rees het water, dat een
buurvrouw uit de eerste verdieping moest wor
den ontzet, omdat het ook daar niet meer vei
lig was. Onbeschrijflijke tafreelen ontrolden
zich: Miss Radford moest in de armen van een
postbode het huis uit worden gedragen en mid
den in het water dreigde hij, haar te laten val
len als ze hem niet steviger vasthield. Oogen-
blikken van frivoliteit, die Miss Radford won
derbaarlijk goed te boven is gekomen. Stoe
len. leege flesschen, allerlei huisraad begon
rond te drijven en toen het water tenslotte kal
meerde zag de dorpsstraat er uit „als het
strand bij laag water". Miss Radford heeft
blijkbaar geen lieflijke herinneringen aan het
Engeische strand. Meer nog dan de overweldi
gende watermassa is haar de toestand in
het postkantoor, na afloop van het avontuur,
bijgebleven: hoe het water er bij emmers uit
moest worden gedragen en alles met een nare
modderige viezigheid was bedekt. Want alles
wat loodgieters in dat vooruitstrevende dorp tot
stand hadden gebracht, was blijkbaar in dien
korten tijd vernield. „You see", zegt Miss Rad
ford met afgrijzen", alles, ik bedoel alles werd
eenvoudig opgespoeld". Het is lang geleden na
tuurlijk, negentien-tien, zooiets ongepast komt
nu niet meer voor. Technici hebben dat alles
keurig in orde gemaakt, zoodat nu ook bij den
ergsten wolkbreuk het stroompje-netjes in de
pijpleiding verdwijnt.
Ik kan niet helpen me af te vragen of van
daag de postbode dat tanige, magere, opgewekte
menschje even schalks door het water zou heb
ben gedragen en Miss Radford moet ook aan
zulke 'dingen hebben gedacht, want zij begint
over den ouden tijd te spreken en die was, on
danks de overstroomingen, niet slecht te noe
men en over den tijd nog verder terug, toen
zij een ondeugend klein ding was, dat met losse
handen per fiets de steilste heuvels afreed...
Vr. S.
mans baron geworden was (1927) verscheen, een
verklaring te vinden voor de neiging die geestes
houding te verdoezelen.Doch per slot is ook voor ons
hier en nu het picturale van overwegend belang.
Wij bewonderen dan in Laermans de hoekige
kracht van zijn teekenwijs, het massale, het sa-
menklonten van een groep, waarin toch het leven
in volledige actie blijft. Iets later zal een Kathe
Kollwitz datzelfde op nog heftiger wijze willen ge
ven. Hoe goed is, met enkele lijnkronkels, op het
etsje van Laermans, dat hierbij gereproduceerd
wordt, het ingespannen kijken naar een schilderij
door een groepje boeren uitgedrukt. Het is een
absolute typeering van een menschensoort, zon
der ook maar in het minst in caricatuur te ver
vallen. Wie in de Belgische musea een enkel
schilderij van Laermans tegen komt, zal misschien
geneigd zijn hem manierisme te verwijten: an
deren zien in hem te veel den modernen volge
ling van Breughel. Het eerste is onjuist, daar men
manierisme met stijl verwart. Het andere is
slechts betrekkelijk juist daar alleen in den
grondtoon van het werk eenige samenklank te
hooren valt.
Na 1901 komen in Laermans' werk die prach
tige naakten voor die hem mijns inziens onder
de allereersten der moderne schilders rangschik- Naar Reuter uit Londen meldt, is de Nederland
ken. Kerngezonde, schoon gebouwde Vlaamsche sche handelsdelegatie, die in het Vereenigd Ko-
vrouwen, zonder erotische spitsvondigheid, maar I ninkrijk onderhandelingen heeft gevoerd en onlangs
toch teeder in de eerlijke kracht van hun licha- een- bezoek heeft gebracht aan de Nederlandsche
men, boerenmadonna's zonder weerga. Zeer heeft handelsdelegatie in Frankrijk, thans te Londen te-
deze in zichzelf opgesloten artist zijn volk liefge- ruggelceerd. Verwacht wordt, dat zij daar zal blij-
had. hun karakteristieke verwording door zwaren ven hangende het resultaat der besprekingen tus-
arbeid gezien en hun 'primitieve ongerepte schen Londen en Parijs over vraagstukken, welke
schoonheid bewonderd! Iverband houden met den Nederlandschen handel
J. H. DE BOIS lrnet de geallieerden.
Handelsbesprekingen met Engelanti
Nederlandsche delegatie naar Londen
teruggekeerd.