boeken uit het buitenland.
liet JOtent m Jxrn Oliekat.
Vrouw slachtoffer van
laffen aanslag.
Het nieuwe Goethe-boek
van Thomas Mann.
AT Thomas Mann een der grootste heden-
daag'sche schrijvers is, moet reeds lang
vaststaan voor wie zijn prachtigen familie
roman van de Buddenbrooks las, zjjp
novellen „Tonio Kroger" en „Tod in Venè-
g^'r*kent, zij» „Zauberberg" onderging en
nam van de verschillende min of
^""^omvangrijke studies en essays, waarin deze
"^meen knappe en wijze auteur zijn opinies over
onf» en hedendaagsche figuren en stroomin-
stleede, Van de verschillende artistiek op den
gen-Sond tredende leden der familie Mann fHein-
V°h TClaus en Erika) is hij zonder eenigen twijfel
notste: een kunstenaar van' zeldzame eruditie,
clG "rrKerpe, veelomvattende geest. In menig opzicht
601 hii zelfs gelden als de zuiverste vertegenwoor-
kan ^er West-Europeesche cultuur, in zooverre
ci'^eI0r de denkbeelden van het humanisme wordt
deze ,j en het spreekt daarom wel vanzelf, dat in
^^huidige Duitschland geen plaats meer voor
h<noclï i» tegenstelling met de meeste andere ge
oreerde auteurs, wier werk door de gedwongen
viidering uit hun vaderland en uit hun taalge-
vd veelal ernstig te lijden had, bleef Thomas Mann
'hzelf vrijwel gelijk. Voor een zoo veel omvatten-
zlC i;;v nnivprseeleó ffeest als den ziinen kor
waarlijk universeelen geest als den zijnen kon
'den- de wereld is mijn vaderland, een hou-
--fnrf die hij ongeveer deelt met b.v. Stefan Zweig)
700 kon'hij blijven wie en wat hij was: een groot
tenaar, wiens woorden en wiens geest door de
I idtee ontreddering nog niets aan waarde, helder-
ïi'd en kracht hebben ingeboet,
Ziin nieuwe roman „Lotte in Weimar" is van dit.
i -tste wel een absoluut overtuigend bewijs. Uit het
norgaande kan duidelijk geworden zijn, dat Mann
eh vooral op grond van zekere persoonlijke ver
wantschappen altijd zeer bijzonder tot de figuur
Goethe aangetrokken heeft gevoeld. Goethe's
universaliteit is ook zijn eigen ideaal en wat Mann
'is Goethe schreef, behoort daarom tot het aller-
heste dat ooit over het genie van Weimar gepu-
hiiceérd werd. Doch wat hij thans over Goethe in
dezen nieuwen roman schreef stelt dit alles nog in
de schaduw. Dit boek resultaat van zeer omvang-
ri'ke nauwgezette bronnenstudie en van een waar
lijk unieken geest behoort zonder eenigen twijfel
tot het grootste en diepzinnigste, dat de laatste
iaren van de persen kwam.
In de eerste plaats getuigt de opzet reeds van een
genialen greep. Mann wilde natuurlijk, om alles
zins begrijpelijke redenen, het al te veel beoefende
»enre van „vie romancée" vermijden en toch een
boek schrijven, dat in Goethe's eigen tijd en
omgeving spelende den gehéélen Goethe gaf. Hij
koos daartoe zeer gelukkig een enkel, typisch
historisch motief uit Goethe's leven tot uitgangs
punt.
In 1772 leerde Goethe de toen nog geen twintig
jarige Charlotte Buff kennen, de verloofde van
ziin vriend Kestner. Hij werd verliefd op haar en
beider korte, tragische idylle gaf Goethe zijn be
roemden roman „Die Leiden des jungen Werther"
in de pen een boek, dat onmiddellijk zeldzamen
opgang maakte en Goethe's naam als auteur voor
goed vestigde. Charlotte werd haar geheele leven
door de publicatie daarvan min of meer achter
volgd: haar man en zij hebben het Goethe echter
vergéven 'en zij hebben nog vele jaren hartelijke
brieven met elkander gewisseld. Toen Charlotte
echter Weduwe gewórden was zij was lange
jaren met Kestner gelukkig gehuwd en schonk
■hem vele kinderen kwam het plan bij haar op
Goethe in Weimar een bezoek'te brengen: dit be
zoek het feitelijk onderwerp van Mann's boek
i^vond in 1816" plaats.
Wanneer de roman begint, ziet de lezer Char
lotte KestnerBuff en haar dochter uit de post
koets stappen op het marktplein van Weimar. Zij
neemt haar .intrek in eèn hÖtel, doch de kellner
daarvan is eèn vurig Göeth'e-bewonderaar en wan
neer hij ziet, welken naam zij in het vreemdelin
genregister schrijft, is Charlotte's lot beslist. Het
feitelijke doel van haar komst naar Weimar wilde
zij voor haar dochter geheim houden, doch het lukt
haar ,niet. Enkele uren na haar aankomst reeds
staat het plein voor het hötel vol met nieuwsgierige
stedelingen, die willen zien wélke vrouw het nu was,
die den grooten Goethe tot zijn befaamde boek
inspireerde. En Charlotte zelf, aanvankelijk met
tegenzin doch later met steeds toenemende inté
resse, moet zich deze belangstelling laten welge
vallen. Van -het spoedige familiebezoek, waartoe
haar dochter reeds is uitgegaan, komt niets; de
kellner vraagt telkens belet voor menschen, die
haar willen zien en spreken.
Zoo ontmoet zij na den kellner, die in zijn
vurige bewoordingen een duidelijk beeld geeft van
de vereering, welke het gewone publiek in Weimar
het groote genie Goethe toedraagt achtereenvol
gens een Engelsch teekenaresje, dat alle Europee-
sche celebriteiten najaagt, Goethe's^ particulieren
secretaris, dr. Riemer, de jonge Adèle Schopen
hauer,. zuster van den filosoof en vriendin van
Goethe's aanstaande schoondochter en tenslotte
Goethe's zoon August.
Al deze menschen komen met haar over den
genialen kunstenaar praten, zij komen hun eigen
ervaringen toetsen aan de hare. Het is ongetwijfeld
ook een groote dosis gewone nieuwsgierigheid, welke
hen drijft tot hun bezoeken aan Charlotte, maar zij
bedoelen tenslotte toch méér te bereiken. Goethe
was een fonkelende, ongemeen geladen persoon-
lijkheid, die op allen in zijn omgeving een bijzon
der sterken invloed uitoefende; niemand, die met
hem in aanraking kwam, kon geheel zichzelf blij
ven en aller leven boog om naar zijn fantastischen
wil, Deze levens werden dus min of meer gefor
ceerd (bijna misvormd) zonder dat de menschen
toch van hun omvang met het genie afstand konden
doen: nu zij weten, dat de beroemde Charlotte in
de stad is, komen zij met haar spreken om het
raadsel op te lossen, dat Goethe ook voor hen ge
worden is. En wie zou dat beter kunnen oplossen
dan de vrouw, die hem inspireerde tot zijn be
roemdste werk en die hem in de jaren van zijn
eersten, genialen opbloei zoozeer nabij stond?
Zij komen en zij spreken over den grandiozen
heros, die geheel hun leven in zijn macht heeft;
Charlotte vergelijkt hun ervaringen met de hare en
zij vindt gelegenheid te over om te constateeren, dat
de stralende held van haar jeugd zich geniaal heeft
ontplooid en toch ook vroeger reeds al zijn geniale
eigenschappen bezat. Zoo laat Thomas Mann Goe
the dus door figuren van zijn omgeving duidelijk
tot in alle détails, belichten. Er is één bezwaar, dat
bij deze werkwijze'hoe voortreffelijk zij overigens
gekozen is nauwelijks te overwinnen zou zijn
geweest: al deze bezoekers spreken te veel met de
slem van Thomas.Mann, doch de auteur heeft dit
bezwaar .door een delicate typeering zooveel moge
lijk ondervangen.
En eindelijk men heeft het boek dan voor
ongeveer twee-derden al gelezen komt de groote
held zelf ten tooneele. Men heeft reeds gehoord hoe
zijn vrienden over hem denken, men heeft hem dus
als het ware aanschouwd in een negatieven vorm,
nü komt hij positief. Eerst aarzelt Mann nog: het
eerste wat men van Goethe zelf te hooren krijgt
is een monoloog in den vroegen morgen. Langzaam
maakt de gestalte van dit fonkelende genie zich los
uit den nacht, de gedachten zijn nog aarzelend, de
positieve contouren vaag. Dit geheele hoofdstuk is
feitelijk niet meer dan een aanloop tot het volgende:
de ontmoeting van Goethe en Charlotte, na 44 jaar
gescheiden zijn, een ontmoeting, die door Goethe
angstvallig is weggehouden uit de sfeer der vroer
gwe intimiteit en die plaats vindt in gezelschap
van een groot aantal andere gasten. Hij is tegen
baar als tegen alle anderen, het valt. haar tegen,
maar zij heeft rustig gelegenheid haar jeugdbeeld
gade te slaan nu hij op het toppunt van zijn roem
is gekomen en hij zich voortdurend omringd weet
door menschen, die hem aanbidden. En de conclu
sie, waartoe 'Charlotte komt, is vol van dankbaar-
beid. Soms heeft het haar, aan de zijde van haar
rustigen echtgenoot, wel gespeten dat zij niet het
leven is ingegaan met dezen beroemden dichter,
maar achteraf voelt zij, dat zij de wijste partij ge
kozen heeft: deze wonderlijke man, in zijn geheel
eigen gedachtenwereld eigenzinnig levend naai
eigen wetten, zou haar nimmer hebben omringd
met de voortdurende teederheid en de zorg, waar
mede Kestner haar zoovele jaren terzijde stond. Een
genie is-geen mensch, die zijn leven lang kan leven
met andere menschen, hij is een wereld op zich
zelf. Trotsch en ongenaakbaar, gekweld door een
nog steeds onopgeloste vraag, welke zij haar ge
heele leven meedroeg, kwam zij naar Weimar.
Genezen gaat zij naar haar woning terug. Zij zegt
dit Goethe zelf nog in het laatste hoofdstuk van
het boek, wanneer de dichter haar in haar rijtuig
vergezelt. Het is een prachtig slot, waarin Thomas
Mann nog eenmaal duidelijk de moeilijke en feite
lijk onoplosbare verhouding van het genie tot zijn
medemenschen de „hoofdstelling" van zijn
geheelen roman doet. uitkomen.
Zoo eindigt deze roman: alleen het slothoofd
stuk het gesprek tusschen Goethe en Charlotte
is volledig gefingeerd, de rest van het boek
berust op een met uiterste zorg gekozen en gerang
schikt feitenmateriaal uit Goethe's leven. Naast
alle artistieke waardeering,' welke men voor dit
werk hebben moet, verdient Mann ook ruime hulde
voor de bijna verbijsterende wijze, waarop dit boek
gedocumenteerd moet zijn. Het is als zoodanig ook
een historische studie van buitengewone waarde.
Intusschen: „Lotte in Weimar" is geen gemak
kelijk boek. Het werd reeds gezegd: de gesprekken,
die Lotte voert, zijn feitelijk wetenschappelijke en
vaak filosofische dialogen van ongemeenen rijkdom,
doch zij vergen van den lezer een ernstige concen
tratie. Wie zich echter deze moeite geven wil, ziet
zich vorstelijk beloond: „Lotte in Weimar" is een
meesterwerk, de schepping van een waarlijk groot
schrijver.
GABRIEL SMIT.
- „Lotte in Weimar", roman van Thomas Mann.
Uitg. Bermann-Fischer Verlag, Stockholm 1939.
Strijdbijl is in Narvik begraven.
Engelsche en Duitsche zeelieden broederlijk in
de café's bijeen.
Vier dagen geboeid, zwaar
gewond en zonder voedsel
in een onbewoond huis.
SOESTERBERG 29 Februari. De echtge-
noote van den bekenden adjudant-onderoffi
cier-instructeur-vlieger, mevrouw Van der
Griendt alhier, is Zaterdagmiddag het slacht
offer geworden van een laffen moordaanslag.
Mevrouw Van der G., die honderd Meter achter
haar woning aan den Amersfoortschestraatweg een
zomerhuisje heeft, had dit huisje veertien dagen
geleden verhuurd aan een man, L. genaamd.
Zaterdagmiddag vervoegde zich aan haar woning
een leverancier met een boodschap voor L.
Mevrouw Van der G., die alleen thuis was, ging
met deze boodschap naar L., doch toen zij aan het
huisje kwam,.werd zij door.dezen gegrepen en met
een mes ernstigmishandeld. Hij bracht haar won
den toe aan hoofd en gelaat en sneed haar eer>
vinger af.. Hierop werd de .vrouw gebonden en in
een .bedstede geworpen.
Eerst gistermiddag gelukte het mevrouw Van
der G. zich los te wringen. Door een raam kon
zij uit het huisje komen. Zij begaf zich vervol
gens naar kennissen, die onmiddellijk de politie
en een dokter waarschuwden. In ernstigen toe
stand werd het slachtoffer, dat al dien tijd geen
voedsel had gehad, naar het ziekenhuis „De
Lichtenberg" vervoerd. De dader van dezen
laffen overval is voortvluchtig.
De politie van Soest, onder leiding van inspec
teur Schreuder, heeft de zaak in handen.
In verband met dezen overval verzoekt de burge
meester van Soest de opsporing en voorgeleiding
van Johannes Leeuwenkamp, oud 66 jaar, recidivist,
zwerver.
Signalement: flink postuur, lang 1.78 Meter, grof.
ongeschoren gelaat, geen baard of knevel, rossig-
blond haar, vermoedelijk gekleed is grijs costuum.
grijze overjas en dito gleuf hoed.
Een nauwkeurig onderzoek in volkslogementen is
g'ewenscht.
Vrouw door gas om 't leven
gekomen.
In een perceel aan den Zw&rteweg te Benne-
broek heeft zich Woensdag een geval van gas
vergiftiging met doodelijkeai afloop voorgedaan,
Een inwonende zoon van de zestigjarige mevr
v. d. P. ontdekte dat zijn moeder niet naar bed
was gegaan en zich nog beneden moest bevinden,
Op onderzoek daarna vond hij zijn moeder be
wusteloos in de keuken, terwijl de gaskraan
openstond.
De ijlings ontboden geneesheer heeft nog
langen' tijd getracht de levensgeesten weer op
te wekken, hetgeen hem helaas niet mocht ge
lukken.
De politie stelt een onderzoek in
KOPENHAGEN, 29 Februari. Een
Noorsche correspondent van de „Berlingske
Tidende" schrijft dat de Engelsche en Duit
sche vloten ^misschien ten noorden van Noor
wegen voor een verbitterden slag staan, maar
dat de Engelsche en Duitsche zeelieden in
de havenstad Narvik nog broederlijk aan
dezelfde tafel in de café's zitten.
Narvik is gedurende den winter de voornaam
ste haven van Scandinavië omdat de bevroren
Oostzee de schepen vasthoudt in de Zweedsehe
haven Lulea, zoodat de. ijzererts-transporten uit
Noord-Zweden per spoor naar Narvik plaats
moeten vinden en daarna via de Noorsche terri
toriale wateren naar Duitschland. Duitschland
neemt ongeveer negen tiende van de Zweedsehe
erts-productie af. In de haven ziet men de Brit-
sche Union Jack naast de hakenkruisvlag waaien,
aldus de oorrespondent, en de zeelieden plagen
elkander, maar blijven neutraal in een neutrale
haven. Zij schijnen de situatie te respecteeren
Het aantal Engelsche schepen in de haven is
bijna even groot al het Duitsche. Naar verluidt,
worden vele Duitsche vrachtschepen door het ijs
in het Kattegat en de Oostzee vastgehouden,
Het Engelsche protest datneutrale wateren
zouden gebruikt worden door de Duitschers is
naar men hier meent, voor een groot deel toe te
schrijven aan de erts-transporten, zoodat men
hoopt dat het ijs spoedig zal smelten waarna de
normale kanalen weer zullen worden gebruikt
en Noorwegen geen blaam kan treffen, hetgeen
de situatie zou vergemakkelijken. De ijzermijnen
in het noorden van Zweden zijn zeer versterkt
Men beschikt er over de modernste wapenen en
de bergachtige streek vormt een natuurlijke ver
dediging. (United Press i
STRENGERE CONTROLE OP DE AFLEVERING
VAN VERDOOVENDE MIDDELEN.
1 Maart a.s. treedt een nieuw ministerieel
besluit in werking als uitvloeisel van de opium
wet 1928, welke tot stand kwam tengevolge van
de internationale opiumcon.ventie te Genève.
Van morgen af zal de inspectie van de volks
gezondheid nauwlettende controle uitoefenen
op de recepten en afleveringen van al die ver-
doovende middelen, welke onder deze wet val
len.
Sluiting Duitsche grens.
Volgens een United Press bericht uit Eupen zou
de Duitsche grens met Nederland en België met
ingang van heden gesloten worden. Aan dit be
richt werd toegevoegd dat arbeiders, die in de
grensgebieden werkzaam zijn, door speciale forma
liteiten in staat zouden worden gesteld hun arbeid
te blijven verrichten.
Onze Haagsche correspondent meldt ons in ver
band met dit bericht:
Hier in Den Haag acht men bovenstaand bericht
van geen enkel belang.
Er kan aan herinnerd worden, dat al sedert
eenigen tijd van een strenge sluiting van de
Duitsch-Belgische en Duitsch-Nederlandsche grens
in allerlei plaatselijke berichten melding wordt ge
maakt en dus mag men aannemen, dat dit bericht
van soortgelijken aard is en geen enkele verder
strekkende beteekenis heeft.
Bovendien kan het wel zijn, dat, daar juist de
datum van 1 Maart'wordt genoemd, hier sprake is
van een of andere interne Duitsche regeling.
Volgens een later United P-ness bericht zou de
regeling op 15 Maart ingaan.
Uitspraken van de Rechtbank.
De verdwenen portemonnaic.
Zes weken gevangenisstraf had de Officier veer
tien dagen geleden geëischt tegen een dame, die er
van werd verdacht op 14 October uit de wacht
kamer van een Beverwijkschen kapper- een porte-
monnaie te hebben ontvreemd.
De rechtbank veroordeelde haar tot een week
gevangenisstraf.
Dr. Michael Hainisch overleden.
Van 1920 tot 1928 bondspresident van
Oostenrijk.
WEENEN, 29 Februari. (D.N.B.) Te Gloggnitz
nabij Wiener Neustadt is op 82-jarigen leeftijd
overleden dr. Michael Hainisch, die gedurende
vele jaren bondspresident van Oostenrijk was. Hij
vervulde deze functie van 1920 tot 1928 en was la
ter nog minister van handel in het kabinet van
bondskanselier Schober.
De ondergang van de „Spaarndam".
AMSTERDAM, 29 Februari. De Raad voor de
Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake het
verloren gaan van het stoomschip „Spaarndam",
dat op 27 September van het vorig jaar in de
monding van de Theems, nabij het Knock Deep
door een ontploffing werd getroffen en in brand
geraakte.
De Raad is van oordeel dat met aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid moet worden aan
genomen, dat de „Spaarndam" op een mijn is ge-
loopen. Bij deze ramp hebben zes personen,
waaronder de eenige passagier, een dame van 74
jaar. het leven verloren, terwijl schip en lading
;eheel verloren zijn gegaan.
De kapitein van de „Spaarndam", die op 18 No
vember, negen dagen voordat zijn eigen schip
ten onder ging, de ramp van de „Simon Bolivar"
had zien gebeuren, had uit die ramp deze leering
getrokken dat bij een explosie vele verwondingen
door glasscherven worden veroorzaakt. Daarom
had hij op de „Spaarndam" de ruiten met papie
ren strooken laten beplakken. Hij verklaarde ter
zitting van den Raad. dat naar zijn overtuiging
deze maatregel op de „Spaarndam" van veel nut
is geweest en vele verwondingen had voorkomen.
Voorts is den Raad gebleken, dat op de „Spaarn
dam" de noodige veiligheidsmaatregelen waren
genomen. Niemand van de bemanning mocht op
het voorschip komen en allen waren van zwem
vesten voorzien. Aan de eenige, vrouwelijke, pas-
;agier was de rookkamer als verblijfplaats aan
gewezen.
De groote moeilijkheid bij een dergelijke ramp
is steeds het strijken van de sloepen. In dit ge
val waren de omstandigheden in zooverre gunstig
dat slechts één passagier aan boord was. Er was
sloepruimte te over. De gelegenheid om de
sloepen te water te krijgen was echter zeer on
gunstig.
Ernstige verkeersongelukken te
Haarlem.
Drie gewonden.
Op den Rijksstraatweg in Haarlem-Noord heb
ben Woensdag twee ernstige verkeersongelukken
plaats gehad, waarbij een 35-jarige sergeant en
twee jongetjes van resp. acht en tien jaar ernstig
gewond werden.
De sergeant, in dienst bij het korps motordienst
te-Haarlem, kwam omstreeks half vier met zijn
motorfiets van den Vergierdeweg en wilde den
Rijksstraatweg oprijden. Juist op den hoek groet
te hij een kennis en zag daardoor te laat, dat een
personenauto passeerde. Een botsing volgde waar
bij de sergeant tusschen auto en vluchtheuvel be
kneld raakte. Nadat men hem bevrijd had, werd
hij naar het ziekenhuis St. Johannes de Deo ver
voerd, waar geconstateerd werd dat het linker
been verbrijzeld was. Waarschijnlijk zal dit
lichaamsdeel geamputeerd moeten worden. Direct
levensgevaar is niet aanwezig.
Op dezelfde plaats, 's avonds kwart over zeven,
gebeurde opnieuw een ongeluk. Een vrachtauto,
bestuurd door den 54-jarigen P. B. uit Wervers-
hoof, trachtte een personenauto te passeeren,
juist op het moment, dat deze naar links de Eem-
straat wilde inrijden. Om een botsing te voorko
men draaide B. ook die straat in, doch reed daar
twee broertjes van resp. acht en tien jaar aan,
die op deze manoeuvre niet verdacht waren. Dé
knaapjes werden tegen de straat geslingerd. Het
jongste brak het rechterdijbeen; de oudste kreeg
een zware hersenschudding. Beiden werden naar
het ziekenhuis St. Johannes de Deo overgebracht.
Tegen den autobestuurder werd proces-verbaal
opgemaakt.
VOOR DE KINDEREN
Piet kwam nogal' onzacht In de auto terecht
en was zóó verschrikt en van streek door die
salto's dat hij geen woord kon uitbrengen. Jan
Oliebol laente zich krom en op het laatst
lachte Piet maar even hard mee, want per
slot van rekening was alles toch nog goed
afgeloopen.
Joh ar, Braakensiek overleden.
HAARLEM Donderdag.
Onze medewerker J. H. de Bois schrijft ons over
Johan Braakensiek, wiens overlijden wij reeds heb
ben gemeld:
Johan Braakensiek, de man, die eens de popu
lairste politieke teekenaar van ons land was, wiens
werk in de buitenlandsche bladen vaak gerepro
duceerd werd, is op zeer hoogen leeftijd, 83 jaar,
in zijn huis op den Amsterdamsehen Overtoom, stil
ingeslapen.
Onze gedachten gaan terug naar den bloeitijd van
zijn roem. Ik zie me zelf, jong gymnasiastje, uit de
eerste jaren negentig, des Zaterdagsavonds met mijn
vader over den Dam stappen; daar stonden dan nog
twee kiosken, ten Oosten en ten Westen van Naatje's
monument, en ik pingelde mijn vader steevast een
kwartje af om voor de helft daarvan het jongste
nummer van De Groene te koopen. Deftiger heette
het: De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland
en het stond onder redactie van De Koo en Justus
Commissie inzake terugkeer van
gemobiliseerrlen in «ie burger
maatschappij.
's-GRAVENHAGE. 29 Februari. De regee-
ringspersdienst meldt:
De minister van Defensie heeft hed^n een in
terdepartementale commissie geïnstalleerd, wier
taak zal zijn:
Ten eerste aan de regeering advies uit te bren
gen omtrent de voorzieningen, welke noodig zullen
zijn' om voor de gemobiliseef den zooveel mogelijk
gelegenheid te 'scheppen, bij hun terugkeer in de
burgermaatschappij een middel van bestaan te vin.
den. ten tweede voor deze voorzieningen, voor
zooveel noodig, wettelijke regelingen te ontwerpen,
Deze commissie is gemachtigd om, voor zoover
zij dit voor het vervullen van haar taak nuttig
acht, inlichtingen of raad in te winnen bij niet tot
de commissie behoorende ambtenaren van depar
tementen van algemeen bestuur en bij organisa
ties van werkgevers of werknemers.
In de commissie is benoemd tot voorzitter, te
vens lid, mr. A. L. Scholtens, secretaris-generaal
van het departement van Sociale Zaken.
De spionnage-affaire te Groningen.
GRONINGEN, 29 Februari. In verband met
het bericht betreffende nieuwe arrestaties inzake
de spionnagekwestie wordt ons van de zijde der
Groningsche politie nog medegedeeld dat na de ar
restatie van een zevental verdachten in Gronin
gen en elders, die allen ter beschikking van de
justitie zijn gesteld, het duidelijk is dat het onder
zoek met kracht wordt voortgezet en dat vele per
sonen door de politie zijn verhoord.
Zoo zijn gisteren twee personen voor den corrimis-
saris van politie te Groningen geleid. Zij waren
aangehouden in een der groote steden van ons
land. Een van hen is na verhoor op vrije voeten
gesteld. De andere is in bewaring gehouden en zal
aan de justitie worden overgeleverd.
Johan Braakensiek. (Teekening van Albert Hahn
(18,771918) die indertijd tal van spotprenten
teekende voor Het Volk en De Hollandsche
Revue.)
van Maurik. Maar ieder sprak van de Groene en
mijn vader kon plagerig vragen „moet je je groene
boekje niet hebben, vanavond?" Intusschen haalde
hijzelf er het eerst de plaat van Braakensiek uit en
genoot van de eeuwige hansop waarin prof. Fabius
gekleed was, van Treub's blauwe stippeltjesdas, van
de direct herkenbare poppetjes die Braakensiek van
I. A. Levy, van Gerritsen, van Van Tienhoven ge
maakt had en die hem, liberaal lid van „Burger
plicht" vaak „de visu" bekend waren. Maar vaak
was het blad al op Zaterdagavond aan geen der
beide kiosken meer verkrijgbaar en dan zagen we
slechts voor het raam van een sigarenwinkel in-de
Paleisstraat „de" plaat van Braakensiek. Op den
Nieuwendijk was er een andere nicotineverkooper
die de plaat waarlijk keurig aquarelleerde, en uit
stalde; dat was nog veel mooier, maar lag niet altijd
op onzen weg.
Voor mijn jonge belangstelling was dat blad van
meer belang om den geschreven inhoud. Litterair
en artistiek hadden De Koo en Van Maurik mede
werkers uit de dan jonge beweging om zich heen
verzameld, en de laatste vóórzag in de juiste mate
aan de behoefte' aan amusante en vaak geestige
lectuur voor de anderen.'Maar de plaat van Braa
kensiek was met de Groene vereenzelvigd en door
haar. werd voor een goed deel dat weekblad „opge-
stooten in de vaart der kranten". Het is jarenlang
voor de uitgevers een goudmijntje geweest.
Braakensiek, misschien of liever zeker
minder artistiek dan Holswilder, die voor „De
Lantaarn" in Den Haag lithografeerde, had op den
laatste vóór dat-hij voor een groot publiek direct
toegankelijk was. Er behoorde geen artistieke trai
ning toe om zijn werk te waardeeren. Het was over
duidelijk en hij had alle beroemdheden ter wereld
als vaste marionetten aan zijn touwtjes hangen
(zooals Raemaekers dat teekende bij B.'s zilveren
jubileum) zoodat ieder op een' plaat van hem on
middellijk thuis was; Braakensiek bleef nuchter-
Hollandsch-zakelijk, zijn fantasie gaat nooit boven
het bedachtzaam verworvene uit en hij blijft altijd
netjes: zuur of scherp wordt hij nergens en zijn.
geestigheid is gemoedelijk, niet doodend of tot woe
de opzweepend. Zijn opkomst valt in een kalmen
tijd, aan liberalisme en kerkmacht is nog niet ge
tornd, het maatschappelijke leven is juist weer
ontwaakt tot vernieuwd arbeids- en gedachte-leven.
In dat kader gezien is Braakensiek hier in ons land
Het was intusschen middag geworden en
door de brandende zon kregen zij het aardig
warm. Het leek wer of het wagentje er ook
last van had, want het hijgde en piepte. Op
eens steeg er een groote stoomwolk uit' het
wagentje, zoodat het wel een ouderwetsche
stoomtram leek.
VOETBAL
De elflallen voor a.s. Zondag.
Nu de mogelijkheid bestaat, dat door den lang-
durigen stilstand van de voetbalcompetitie eenige
wijzigingen in de opstelling der elftallen hebben
plaats gehad, hebben we eens geïnformeerd, hoe ze
a.s. Zondag zullen aantreden. Onder voorbehoud,
dat de gemobiliseerde leden beschikbaar zullen zijn,
volgen hieronder de ons verstrekte namen:
HAARLEM—STORMVOGELS.
Haarlem:
Kluit,
Van den Berg, Visser,
De la Mar, Effern, Van Gooi,
De Winter, Van Polanen, Van der Hulst, Smit,
Ninaber,
Stormvogels:
Van Opbergen, Prins. Pierard, Woudenberg,
Van Pel,
Gerrits, Tol, Verdam,
J3chipper, K. Haak,
Kraak.
BLOEMENDAAL—H. F. C.
Bloemendaal:
De Haas,
Van Kes.teren, Van der Mey,
C. v. d. Schalie, J. v. d. Schalie, Huisman,
Van Bragt, Noordhoff, De Jonge, Steffers, Potharst.
H. F. C.:
C. ten Have, Lagendaal, De Haan, Kammeijer,
J. ten Have,
Van Olphen, Drijver, Flack,
Berendsen, Pienter,
Van der Togt.
ZEEBURGIA—BEVERWIJK.
Het Beverwijk-elftal is vermoedelijk als volgt:
Van Roon,
N. N., Vessies,
Grapendaal, Steenvoorden, Maenhout,
Koning, Marx, J. Albers, C. Albers, Teeling.
De elftallen van V. S. V., E. D. O., de Kennemers
en Kinheim konden nog niet genoemd worden.
„Vijf en twintig jaar heeft „Braak" ze aan een
touwtje." (Teekening van dr. Louis Raemaekers
bij Braakensiek's zilveren jubileum.)
wegbereider en eenzaam vóórlooper geweest. Hij is
als teekenaar niet te vergelijken met een Daumier,
een schilderstemperament bezat hij niet: hij is een
voudig een knap chroniqueur geweest die in een
paar duizend prenten maar zelden uit zijn slof ge
schoten is en iets van picturale waarde deed ont
staan (zooals Bauer in zijn Kroniekprenten). Maar
hij heeft op zijn manier het „klavier der volks
consciëntie" wonderlijk goed bespeeld; misschien
vandaar de sympathie die dr. Abraham Kuyper
voor zijn werk bezat en aan den dag legde
Artisan in de eerste plaats.... artist eerst daar
na, is zijn verschijning in de kunst van belang als
motorische kracht die een pad effende voor de jour
nalistieke prentkunst van vandaag: Albert Hahn,
Raemaekers, Van der Hem, Jordaan, Doeve. enz.
werden aan het werk gezet door Braakensiek's pu
bliek succes. Een journalist als Martin Kalff, ont
dekte in hem den collega met de teekenstift. m