boeken uit het buitenland. liet JOtent m Jxrn Oliekat. Vrouw slachtoffer van laffen aanslag. Het nieuwe Goethe-boek van Thomas Mann. AT Thomas Mann een der grootste heden- daag'sche schrijvers is, moet reeds lang vaststaan voor wie zijn prachtigen familie roman van de Buddenbrooks las, zjjp novellen „Tonio Kroger" en „Tod in Venè- g^'r*kent, zij» „Zauberberg" onderging en nam van de verschillende min of ^""^omvangrijke studies en essays, waarin deze "^meen knappe en wijze auteur zijn opinies over onf» en hedendaagsche figuren en stroomin- stleede, Van de verschillende artistiek op den gen-Sond tredende leden der familie Mann fHein- V°h TClaus en Erika) is hij zonder eenigen twijfel notste: een kunstenaar van' zeldzame eruditie, clG "rrKerpe, veelomvattende geest. In menig opzicht 601 hii zelfs gelden als de zuiverste vertegenwoor- kan ^er West-Europeesche cultuur, in zooverre ci'^eI0r de denkbeelden van het humanisme wordt deze ,j en het spreekt daarom wel vanzelf, dat in ^^huidige Duitschland geen plaats meer voor h<noclï i» tegenstelling met de meeste andere ge oreerde auteurs, wier werk door de gedwongen viidering uit hun vaderland en uit hun taalge- vd veelal ernstig te lijden had, bleef Thomas Mann 'hzelf vrijwel gelijk. Voor een zoo veel omvatten- zlC i;;v nnivprseeleó ffeest als den ziinen kor waarlijk universeelen geest als den zijnen kon 'den- de wereld is mijn vaderland, een hou- --fnrf die hij ongeveer deelt met b.v. Stefan Zweig) 700 kon'hij blijven wie en wat hij was: een groot tenaar, wiens woorden en wiens geest door de I idtee ontreddering nog niets aan waarde, helder- ïi'd en kracht hebben ingeboet, Ziin nieuwe roman „Lotte in Weimar" is van dit. i -tste wel een absoluut overtuigend bewijs. Uit het norgaande kan duidelijk geworden zijn, dat Mann eh vooral op grond van zekere persoonlijke ver wantschappen altijd zeer bijzonder tot de figuur Goethe aangetrokken heeft gevoeld. Goethe's universaliteit is ook zijn eigen ideaal en wat Mann 'is Goethe schreef, behoort daarom tot het aller- heste dat ooit over het genie van Weimar gepu- hiiceérd werd. Doch wat hij thans over Goethe in dezen nieuwen roman schreef stelt dit alles nog in de schaduw. Dit boek resultaat van zeer omvang- ri'ke nauwgezette bronnenstudie en van een waar lijk unieken geest behoort zonder eenigen twijfel tot het grootste en diepzinnigste, dat de laatste iaren van de persen kwam. In de eerste plaats getuigt de opzet reeds van een genialen greep. Mann wilde natuurlijk, om alles zins begrijpelijke redenen, het al te veel beoefende »enre van „vie romancée" vermijden en toch een boek schrijven, dat in Goethe's eigen tijd en omgeving spelende den gehéélen Goethe gaf. Hij koos daartoe zeer gelukkig een enkel, typisch historisch motief uit Goethe's leven tot uitgangs punt. In 1772 leerde Goethe de toen nog geen twintig jarige Charlotte Buff kennen, de verloofde van ziin vriend Kestner. Hij werd verliefd op haar en beider korte, tragische idylle gaf Goethe zijn be roemden roman „Die Leiden des jungen Werther" in de pen een boek, dat onmiddellijk zeldzamen opgang maakte en Goethe's naam als auteur voor goed vestigde. Charlotte werd haar geheele leven door de publicatie daarvan min of meer achter volgd: haar man en zij hebben het Goethe echter vergéven 'en zij hebben nog vele jaren hartelijke brieven met elkander gewisseld. Toen Charlotte echter Weduwe gewórden was zij was lange jaren met Kestner gelukkig gehuwd en schonk ■hem vele kinderen kwam het plan bij haar op Goethe in Weimar een bezoek'te brengen: dit be zoek het feitelijk onderwerp van Mann's boek i^vond in 1816" plaats. Wanneer de roman begint, ziet de lezer Char lotte KestnerBuff en haar dochter uit de post koets stappen op het marktplein van Weimar. Zij neemt haar .intrek in eèn hÖtel, doch de kellner daarvan is eèn vurig Göeth'e-bewonderaar en wan neer hij ziet, welken naam zij in het vreemdelin genregister schrijft, is Charlotte's lot beslist. Het feitelijke doel van haar komst naar Weimar wilde zij voor haar dochter geheim houden, doch het lukt haar ,niet. Enkele uren na haar aankomst reeds staat het plein voor het hötel vol met nieuwsgierige stedelingen, die willen zien wélke vrouw het nu was, die den grooten Goethe tot zijn befaamde boek inspireerde. En Charlotte zelf, aanvankelijk met tegenzin doch later met steeds toenemende inté resse, moet zich deze belangstelling laten welge vallen. Van -het spoedige familiebezoek, waartoe haar dochter reeds is uitgegaan, komt niets; de kellner vraagt telkens belet voor menschen, die haar willen zien en spreken. Zoo ontmoet zij na den kellner, die in zijn vurige bewoordingen een duidelijk beeld geeft van de vereering, welke het gewone publiek in Weimar het groote genie Goethe toedraagt achtereenvol gens een Engelsch teekenaresje, dat alle Europee- sche celebriteiten najaagt, Goethe's^ particulieren secretaris, dr. Riemer, de jonge Adèle Schopen hauer,. zuster van den filosoof en vriendin van Goethe's aanstaande schoondochter en tenslotte Goethe's zoon August. Al deze menschen komen met haar over den genialen kunstenaar praten, zij komen hun eigen ervaringen toetsen aan de hare. Het is ongetwijfeld ook een groote dosis gewone nieuwsgierigheid, welke hen drijft tot hun bezoeken aan Charlotte, maar zij bedoelen tenslotte toch méér te bereiken. Goethe was een fonkelende, ongemeen geladen persoon- lijkheid, die op allen in zijn omgeving een bijzon der sterken invloed uitoefende; niemand, die met hem in aanraking kwam, kon geheel zichzelf blij ven en aller leven boog om naar zijn fantastischen wil, Deze levens werden dus min of meer gefor ceerd (bijna misvormd) zonder dat de menschen toch van hun omvang met het genie afstand konden doen: nu zij weten, dat de beroemde Charlotte in de stad is, komen zij met haar spreken om het raadsel op te lossen, dat Goethe ook voor hen ge worden is. En wie zou dat beter kunnen oplossen dan de vrouw, die hem inspireerde tot zijn be roemdste werk en die hem in de jaren van zijn eersten, genialen opbloei zoozeer nabij stond? Zij komen en zij spreken over den grandiozen heros, die geheel hun leven in zijn macht heeft; Charlotte vergelijkt hun ervaringen met de hare en zij vindt gelegenheid te over om te constateeren, dat de stralende held van haar jeugd zich geniaal heeft ontplooid en toch ook vroeger reeds al zijn geniale eigenschappen bezat. Zoo laat Thomas Mann Goe the dus door figuren van zijn omgeving duidelijk tot in alle détails, belichten. Er is één bezwaar, dat bij deze werkwijze'hoe voortreffelijk zij overigens gekozen is nauwelijks te overwinnen zou zijn geweest: al deze bezoekers spreken te veel met de slem van Thomas.Mann, doch de auteur heeft dit bezwaar .door een delicate typeering zooveel moge lijk ondervangen. En eindelijk men heeft het boek dan voor ongeveer twee-derden al gelezen komt de groote held zelf ten tooneele. Men heeft reeds gehoord hoe zijn vrienden over hem denken, men heeft hem dus als het ware aanschouwd in een negatieven vorm, nü komt hij positief. Eerst aarzelt Mann nog: het eerste wat men van Goethe zelf te hooren krijgt is een monoloog in den vroegen morgen. Langzaam maakt de gestalte van dit fonkelende genie zich los uit den nacht, de gedachten zijn nog aarzelend, de positieve contouren vaag. Dit geheele hoofdstuk is feitelijk niet meer dan een aanloop tot het volgende: de ontmoeting van Goethe en Charlotte, na 44 jaar gescheiden zijn, een ontmoeting, die door Goethe angstvallig is weggehouden uit de sfeer der vroer gwe intimiteit en die plaats vindt in gezelschap van een groot aantal andere gasten. Hij is tegen baar als tegen alle anderen, het valt. haar tegen, maar zij heeft rustig gelegenheid haar jeugdbeeld gade te slaan nu hij op het toppunt van zijn roem is gekomen en hij zich voortdurend omringd weet door menschen, die hem aanbidden. En de conclu sie, waartoe 'Charlotte komt, is vol van dankbaar- beid. Soms heeft het haar, aan de zijde van haar rustigen echtgenoot, wel gespeten dat zij niet het leven is ingegaan met dezen beroemden dichter, maar achteraf voelt zij, dat zij de wijste partij ge kozen heeft: deze wonderlijke man, in zijn geheel eigen gedachtenwereld eigenzinnig levend naai eigen wetten, zou haar nimmer hebben omringd met de voortdurende teederheid en de zorg, waar mede Kestner haar zoovele jaren terzijde stond. Een genie is-geen mensch, die zijn leven lang kan leven met andere menschen, hij is een wereld op zich zelf. Trotsch en ongenaakbaar, gekweld door een nog steeds onopgeloste vraag, welke zij haar ge heele leven meedroeg, kwam zij naar Weimar. Genezen gaat zij naar haar woning terug. Zij zegt dit Goethe zelf nog in het laatste hoofdstuk van het boek, wanneer de dichter haar in haar rijtuig vergezelt. Het is een prachtig slot, waarin Thomas Mann nog eenmaal duidelijk de moeilijke en feite lijk onoplosbare verhouding van het genie tot zijn medemenschen de „hoofdstelling" van zijn geheelen roman doet. uitkomen. Zoo eindigt deze roman: alleen het slothoofd stuk het gesprek tusschen Goethe en Charlotte is volledig gefingeerd, de rest van het boek berust op een met uiterste zorg gekozen en gerang schikt feitenmateriaal uit Goethe's leven. Naast alle artistieke waardeering,' welke men voor dit werk hebben moet, verdient Mann ook ruime hulde voor de bijna verbijsterende wijze, waarop dit boek gedocumenteerd moet zijn. Het is als zoodanig ook een historische studie van buitengewone waarde. Intusschen: „Lotte in Weimar" is geen gemak kelijk boek. Het werd reeds gezegd: de gesprekken, die Lotte voert, zijn feitelijk wetenschappelijke en vaak filosofische dialogen van ongemeenen rijkdom, doch zij vergen van den lezer een ernstige concen tratie. Wie zich echter deze moeite geven wil, ziet zich vorstelijk beloond: „Lotte in Weimar" is een meesterwerk, de schepping van een waarlijk groot schrijver. GABRIEL SMIT. - „Lotte in Weimar", roman van Thomas Mann. Uitg. Bermann-Fischer Verlag, Stockholm 1939. Strijdbijl is in Narvik begraven. Engelsche en Duitsche zeelieden broederlijk in de café's bijeen. Vier dagen geboeid, zwaar gewond en zonder voedsel in een onbewoond huis. SOESTERBERG 29 Februari. De echtge- noote van den bekenden adjudant-onderoffi cier-instructeur-vlieger, mevrouw Van der Griendt alhier, is Zaterdagmiddag het slacht offer geworden van een laffen moordaanslag. Mevrouw Van der G., die honderd Meter achter haar woning aan den Amersfoortschestraatweg een zomerhuisje heeft, had dit huisje veertien dagen geleden verhuurd aan een man, L. genaamd. Zaterdagmiddag vervoegde zich aan haar woning een leverancier met een boodschap voor L. Mevrouw Van der G., die alleen thuis was, ging met deze boodschap naar L., doch toen zij aan het huisje kwam,.werd zij door.dezen gegrepen en met een mes ernstigmishandeld. Hij bracht haar won den toe aan hoofd en gelaat en sneed haar eer> vinger af.. Hierop werd de .vrouw gebonden en in een .bedstede geworpen. Eerst gistermiddag gelukte het mevrouw Van der G. zich los te wringen. Door een raam kon zij uit het huisje komen. Zij begaf zich vervol gens naar kennissen, die onmiddellijk de politie en een dokter waarschuwden. In ernstigen toe stand werd het slachtoffer, dat al dien tijd geen voedsel had gehad, naar het ziekenhuis „De Lichtenberg" vervoerd. De dader van dezen laffen overval is voortvluchtig. De politie van Soest, onder leiding van inspec teur Schreuder, heeft de zaak in handen. In verband met dezen overval verzoekt de burge meester van Soest de opsporing en voorgeleiding van Johannes Leeuwenkamp, oud 66 jaar, recidivist, zwerver. Signalement: flink postuur, lang 1.78 Meter, grof. ongeschoren gelaat, geen baard of knevel, rossig- blond haar, vermoedelijk gekleed is grijs costuum. grijze overjas en dito gleuf hoed. Een nauwkeurig onderzoek in volkslogementen is g'ewenscht. Vrouw door gas om 't leven gekomen. In een perceel aan den Zw&rteweg te Benne- broek heeft zich Woensdag een geval van gas vergiftiging met doodelijkeai afloop voorgedaan, Een inwonende zoon van de zestigjarige mevr v. d. P. ontdekte dat zijn moeder niet naar bed was gegaan en zich nog beneden moest bevinden, Op onderzoek daarna vond hij zijn moeder be wusteloos in de keuken, terwijl de gaskraan openstond. De ijlings ontboden geneesheer heeft nog langen' tijd getracht de levensgeesten weer op te wekken, hetgeen hem helaas niet mocht ge lukken. De politie stelt een onderzoek in KOPENHAGEN, 29 Februari. Een Noorsche correspondent van de „Berlingske Tidende" schrijft dat de Engelsche en Duit sche vloten ^misschien ten noorden van Noor wegen voor een verbitterden slag staan, maar dat de Engelsche en Duitsche zeelieden in de havenstad Narvik nog broederlijk aan dezelfde tafel in de café's zitten. Narvik is gedurende den winter de voornaam ste haven van Scandinavië omdat de bevroren Oostzee de schepen vasthoudt in de Zweedsehe haven Lulea, zoodat de. ijzererts-transporten uit Noord-Zweden per spoor naar Narvik plaats moeten vinden en daarna via de Noorsche terri toriale wateren naar Duitschland. Duitschland neemt ongeveer negen tiende van de Zweedsehe erts-productie af. In de haven ziet men de Brit- sche Union Jack naast de hakenkruisvlag waaien, aldus de oorrespondent, en de zeelieden plagen elkander, maar blijven neutraal in een neutrale haven. Zij schijnen de situatie te respecteeren Het aantal Engelsche schepen in de haven is bijna even groot al het Duitsche. Naar verluidt, worden vele Duitsche vrachtschepen door het ijs in het Kattegat en de Oostzee vastgehouden, Het Engelsche protest datneutrale wateren zouden gebruikt worden door de Duitschers is naar men hier meent, voor een groot deel toe te schrijven aan de erts-transporten, zoodat men hoopt dat het ijs spoedig zal smelten waarna de normale kanalen weer zullen worden gebruikt en Noorwegen geen blaam kan treffen, hetgeen de situatie zou vergemakkelijken. De ijzermijnen in het noorden van Zweden zijn zeer versterkt Men beschikt er over de modernste wapenen en de bergachtige streek vormt een natuurlijke ver dediging. (United Press i STRENGERE CONTROLE OP DE AFLEVERING VAN VERDOOVENDE MIDDELEN. 1 Maart a.s. treedt een nieuw ministerieel besluit in werking als uitvloeisel van de opium wet 1928, welke tot stand kwam tengevolge van de internationale opiumcon.ventie te Genève. Van morgen af zal de inspectie van de volks gezondheid nauwlettende controle uitoefenen op de recepten en afleveringen van al die ver- doovende middelen, welke onder deze wet val len. Sluiting Duitsche grens. Volgens een United Press bericht uit Eupen zou de Duitsche grens met Nederland en België met ingang van heden gesloten worden. Aan dit be richt werd toegevoegd dat arbeiders, die in de grensgebieden werkzaam zijn, door speciale forma liteiten in staat zouden worden gesteld hun arbeid te blijven verrichten. Onze Haagsche correspondent meldt ons in ver band met dit bericht: Hier in Den Haag acht men bovenstaand bericht van geen enkel belang. Er kan aan herinnerd worden, dat al sedert eenigen tijd van een strenge sluiting van de Duitsch-Belgische en Duitsch-Nederlandsche grens in allerlei plaatselijke berichten melding wordt ge maakt en dus mag men aannemen, dat dit bericht van soortgelijken aard is en geen enkele verder strekkende beteekenis heeft. Bovendien kan het wel zijn, dat, daar juist de datum van 1 Maart'wordt genoemd, hier sprake is van een of andere interne Duitsche regeling. Volgens een later United P-ness bericht zou de regeling op 15 Maart ingaan. Uitspraken van de Rechtbank. De verdwenen portemonnaic. Zes weken gevangenisstraf had de Officier veer tien dagen geleden geëischt tegen een dame, die er van werd verdacht op 14 October uit de wacht kamer van een Beverwijkschen kapper- een porte- monnaie te hebben ontvreemd. De rechtbank veroordeelde haar tot een week gevangenisstraf. Dr. Michael Hainisch overleden. Van 1920 tot 1928 bondspresident van Oostenrijk. WEENEN, 29 Februari. (D.N.B.) Te Gloggnitz nabij Wiener Neustadt is op 82-jarigen leeftijd overleden dr. Michael Hainisch, die gedurende vele jaren bondspresident van Oostenrijk was. Hij vervulde deze functie van 1920 tot 1928 en was la ter nog minister van handel in het kabinet van bondskanselier Schober. De ondergang van de „Spaarndam". AMSTERDAM, 29 Februari. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak gedaan inzake het verloren gaan van het stoomschip „Spaarndam", dat op 27 September van het vorig jaar in de monding van de Theems, nabij het Knock Deep door een ontploffing werd getroffen en in brand geraakte. De Raad is van oordeel dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid moet worden aan genomen, dat de „Spaarndam" op een mijn is ge- loopen. Bij deze ramp hebben zes personen, waaronder de eenige passagier, een dame van 74 jaar. het leven verloren, terwijl schip en lading ;eheel verloren zijn gegaan. De kapitein van de „Spaarndam", die op 18 No vember, negen dagen voordat zijn eigen schip ten onder ging, de ramp van de „Simon Bolivar" had zien gebeuren, had uit die ramp deze leering getrokken dat bij een explosie vele verwondingen door glasscherven worden veroorzaakt. Daarom had hij op de „Spaarndam" de ruiten met papie ren strooken laten beplakken. Hij verklaarde ter zitting van den Raad. dat naar zijn overtuiging deze maatregel op de „Spaarndam" van veel nut is geweest en vele verwondingen had voorkomen. Voorts is den Raad gebleken, dat op de „Spaarn dam" de noodige veiligheidsmaatregelen waren genomen. Niemand van de bemanning mocht op het voorschip komen en allen waren van zwem vesten voorzien. Aan de eenige, vrouwelijke, pas- ;agier was de rookkamer als verblijfplaats aan gewezen. De groote moeilijkheid bij een dergelijke ramp is steeds het strijken van de sloepen. In dit ge val waren de omstandigheden in zooverre gunstig dat slechts één passagier aan boord was. Er was sloepruimte te over. De gelegenheid om de sloepen te water te krijgen was echter zeer on gunstig. Ernstige verkeersongelukken te Haarlem. Drie gewonden. Op den Rijksstraatweg in Haarlem-Noord heb ben Woensdag twee ernstige verkeersongelukken plaats gehad, waarbij een 35-jarige sergeant en twee jongetjes van resp. acht en tien jaar ernstig gewond werden. De sergeant, in dienst bij het korps motordienst te-Haarlem, kwam omstreeks half vier met zijn motorfiets van den Vergierdeweg en wilde den Rijksstraatweg oprijden. Juist op den hoek groet te hij een kennis en zag daardoor te laat, dat een personenauto passeerde. Een botsing volgde waar bij de sergeant tusschen auto en vluchtheuvel be kneld raakte. Nadat men hem bevrijd had, werd hij naar het ziekenhuis St. Johannes de Deo ver voerd, waar geconstateerd werd dat het linker been verbrijzeld was. Waarschijnlijk zal dit lichaamsdeel geamputeerd moeten worden. Direct levensgevaar is niet aanwezig. Op dezelfde plaats, 's avonds kwart over zeven, gebeurde opnieuw een ongeluk. Een vrachtauto, bestuurd door den 54-jarigen P. B. uit Wervers- hoof, trachtte een personenauto te passeeren, juist op het moment, dat deze naar links de Eem- straat wilde inrijden. Om een botsing te voorko men draaide B. ook die straat in, doch reed daar twee broertjes van resp. acht en tien jaar aan, die op deze manoeuvre niet verdacht waren. Dé knaapjes werden tegen de straat geslingerd. Het jongste brak het rechterdijbeen; de oudste kreeg een zware hersenschudding. Beiden werden naar het ziekenhuis St. Johannes de Deo overgebracht. Tegen den autobestuurder werd proces-verbaal opgemaakt. VOOR DE KINDEREN Piet kwam nogal' onzacht In de auto terecht en was zóó verschrikt en van streek door die salto's dat hij geen woord kon uitbrengen. Jan Oliebol laente zich krom en op het laatst lachte Piet maar even hard mee, want per slot van rekening was alles toch nog goed afgeloopen. Joh ar, Braakensiek overleden. HAARLEM Donderdag. Onze medewerker J. H. de Bois schrijft ons over Johan Braakensiek, wiens overlijden wij reeds heb ben gemeld: Johan Braakensiek, de man, die eens de popu lairste politieke teekenaar van ons land was, wiens werk in de buitenlandsche bladen vaak gerepro duceerd werd, is op zeer hoogen leeftijd, 83 jaar, in zijn huis op den Amsterdamsehen Overtoom, stil ingeslapen. Onze gedachten gaan terug naar den bloeitijd van zijn roem. Ik zie me zelf, jong gymnasiastje, uit de eerste jaren negentig, des Zaterdagsavonds met mijn vader over den Dam stappen; daar stonden dan nog twee kiosken, ten Oosten en ten Westen van Naatje's monument, en ik pingelde mijn vader steevast een kwartje af om voor de helft daarvan het jongste nummer van De Groene te koopen. Deftiger heette het: De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland en het stond onder redactie van De Koo en Justus Commissie inzake terugkeer van gemobiliseerrlen in «ie burger maatschappij. 's-GRAVENHAGE. 29 Februari. De regee- ringspersdienst meldt: De minister van Defensie heeft hed^n een in terdepartementale commissie geïnstalleerd, wier taak zal zijn: Ten eerste aan de regeering advies uit te bren gen omtrent de voorzieningen, welke noodig zullen zijn' om voor de gemobiliseef den zooveel mogelijk gelegenheid te 'scheppen, bij hun terugkeer in de burgermaatschappij een middel van bestaan te vin. den. ten tweede voor deze voorzieningen, voor zooveel noodig, wettelijke regelingen te ontwerpen, Deze commissie is gemachtigd om, voor zoover zij dit voor het vervullen van haar taak nuttig acht, inlichtingen of raad in te winnen bij niet tot de commissie behoorende ambtenaren van depar tementen van algemeen bestuur en bij organisa ties van werkgevers of werknemers. In de commissie is benoemd tot voorzitter, te vens lid, mr. A. L. Scholtens, secretaris-generaal van het departement van Sociale Zaken. De spionnage-affaire te Groningen. GRONINGEN, 29 Februari. In verband met het bericht betreffende nieuwe arrestaties inzake de spionnagekwestie wordt ons van de zijde der Groningsche politie nog medegedeeld dat na de ar restatie van een zevental verdachten in Gronin gen en elders, die allen ter beschikking van de justitie zijn gesteld, het duidelijk is dat het onder zoek met kracht wordt voortgezet en dat vele per sonen door de politie zijn verhoord. Zoo zijn gisteren twee personen voor den corrimis- saris van politie te Groningen geleid. Zij waren aangehouden in een der groote steden van ons land. Een van hen is na verhoor op vrije voeten gesteld. De andere is in bewaring gehouden en zal aan de justitie worden overgeleverd. Johan Braakensiek. (Teekening van Albert Hahn (18,771918) die indertijd tal van spotprenten teekende voor Het Volk en De Hollandsche Revue.) van Maurik. Maar ieder sprak van de Groene en mijn vader kon plagerig vragen „moet je je groene boekje niet hebben, vanavond?" Intusschen haalde hijzelf er het eerst de plaat van Braakensiek uit en genoot van de eeuwige hansop waarin prof. Fabius gekleed was, van Treub's blauwe stippeltjesdas, van de direct herkenbare poppetjes die Braakensiek van I. A. Levy, van Gerritsen, van Van Tienhoven ge maakt had en die hem, liberaal lid van „Burger plicht" vaak „de visu" bekend waren. Maar vaak was het blad al op Zaterdagavond aan geen der beide kiosken meer verkrijgbaar en dan zagen we slechts voor het raam van een sigarenwinkel in-de Paleisstraat „de" plaat van Braakensiek. Op den Nieuwendijk was er een andere nicotineverkooper die de plaat waarlijk keurig aquarelleerde, en uit stalde; dat was nog veel mooier, maar lag niet altijd op onzen weg. Voor mijn jonge belangstelling was dat blad van meer belang om den geschreven inhoud. Litterair en artistiek hadden De Koo en Van Maurik mede werkers uit de dan jonge beweging om zich heen verzameld, en de laatste vóórzag in de juiste mate aan de behoefte' aan amusante en vaak geestige lectuur voor de anderen.'Maar de plaat van Braa kensiek was met de Groene vereenzelvigd en door haar. werd voor een goed deel dat weekblad „opge- stooten in de vaart der kranten". Het is jarenlang voor de uitgevers een goudmijntje geweest. Braakensiek, misschien of liever zeker minder artistiek dan Holswilder, die voor „De Lantaarn" in Den Haag lithografeerde, had op den laatste vóór dat-hij voor een groot publiek direct toegankelijk was. Er behoorde geen artistieke trai ning toe om zijn werk te waardeeren. Het was over duidelijk en hij had alle beroemdheden ter wereld als vaste marionetten aan zijn touwtjes hangen (zooals Raemaekers dat teekende bij B.'s zilveren jubileum) zoodat ieder op een' plaat van hem on middellijk thuis was; Braakensiek bleef nuchter- Hollandsch-zakelijk, zijn fantasie gaat nooit boven het bedachtzaam verworvene uit en hij blijft altijd netjes: zuur of scherp wordt hij nergens en zijn. geestigheid is gemoedelijk, niet doodend of tot woe de opzweepend. Zijn opkomst valt in een kalmen tijd, aan liberalisme en kerkmacht is nog niet ge tornd, het maatschappelijke leven is juist weer ontwaakt tot vernieuwd arbeids- en gedachte-leven. In dat kader gezien is Braakensiek hier in ons land Het was intusschen middag geworden en door de brandende zon kregen zij het aardig warm. Het leek wer of het wagentje er ook last van had, want het hijgde en piepte. Op eens steeg er een groote stoomwolk uit' het wagentje, zoodat het wel een ouderwetsche stoomtram leek. VOETBAL De elflallen voor a.s. Zondag. Nu de mogelijkheid bestaat, dat door den lang- durigen stilstand van de voetbalcompetitie eenige wijzigingen in de opstelling der elftallen hebben plaats gehad, hebben we eens geïnformeerd, hoe ze a.s. Zondag zullen aantreden. Onder voorbehoud, dat de gemobiliseerde leden beschikbaar zullen zijn, volgen hieronder de ons verstrekte namen: HAARLEM—STORMVOGELS. Haarlem: Kluit, Van den Berg, Visser, De la Mar, Effern, Van Gooi, De Winter, Van Polanen, Van der Hulst, Smit, Ninaber, Stormvogels: Van Opbergen, Prins. Pierard, Woudenberg, Van Pel, Gerrits, Tol, Verdam, J3chipper, K. Haak, Kraak. BLOEMENDAAL—H. F. C. Bloemendaal: De Haas, Van Kes.teren, Van der Mey, C. v. d. Schalie, J. v. d. Schalie, Huisman, Van Bragt, Noordhoff, De Jonge, Steffers, Potharst. H. F. C.: C. ten Have, Lagendaal, De Haan, Kammeijer, J. ten Have, Van Olphen, Drijver, Flack, Berendsen, Pienter, Van der Togt. ZEEBURGIA—BEVERWIJK. Het Beverwijk-elftal is vermoedelijk als volgt: Van Roon, N. N., Vessies, Grapendaal, Steenvoorden, Maenhout, Koning, Marx, J. Albers, C. Albers, Teeling. De elftallen van V. S. V., E. D. O., de Kennemers en Kinheim konden nog niet genoemd worden. „Vijf en twintig jaar heeft „Braak" ze aan een touwtje." (Teekening van dr. Louis Raemaekers bij Braakensiek's zilveren jubileum.) wegbereider en eenzaam vóórlooper geweest. Hij is als teekenaar niet te vergelijken met een Daumier, een schilderstemperament bezat hij niet: hij is een voudig een knap chroniqueur geweest die in een paar duizend prenten maar zelden uit zijn slof ge schoten is en iets van picturale waarde deed ont staan (zooals Bauer in zijn Kroniekprenten). Maar hij heeft op zijn manier het „klavier der volks consciëntie" wonderlijk goed bespeeld; misschien vandaar de sympathie die dr. Abraham Kuyper voor zijn werk bezat en aan den dag legde Artisan in de eerste plaats.... artist eerst daar na, is zijn verschijning in de kunst van belang als motorische kracht die een pad effende voor de jour nalistieke prentkunst van vandaag: Albert Hahn, Raemaekers, Van der Hem, Jordaan, Doeve. enz. werden aan het werk gezet door Braakensiek's pu bliek succes. Een journalist als Martin Kalff, ont dekte in hem den collega met de teekenstift. m

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 9