Hiel JOient ett Jxm Qik&ol.
De goudstad Johannesburg.
[Jet Turfschip van Breda.
De beteekenis van de goud
industrie voor den Wit-
ivatersrand en voor de Unie
Op een afstand van nog geen 60 K,M. van
Pretoria, hoofdstad en zetel der regeering, maar
met het karakter van een tuinstad, sen klein
winkelcentrum, omgeven door rustige wijken
van fraai aangelegde vilalanen, bewoond door
ambtenaren en rustige burgers op nog geen
60 K,M. van deze typisch Transvaalsche stad,
met zijn in meerderheid Afrikaansch sprekende
bevolking verrijzen de torenhoog© beton-
bouwsels van een drukke, woelige metropool,
een netwerk van straten, waar zelfs het be
scheiden groen van een half-rveborgen plant
soen of park niet te vinden is.
Het is Johannesburg, na Kaïro de grootste
stad van geheel Afrika, met meer dan 550.000
inwoners, waarvan ruim 280.000 blanken. In elk
opzicht doet Johannesburg den'ken aan een
Amerikaansche stad. De regelmatig loopendë
straten, die elkaar op regelmatige afstanden
snijden, verdeelen de geheele binnenstad in
regelmatige vierkante blokken. Steeds meer ge
bouwen verrijzen in de binnenstad en zelfs in
de buitenwijken -in wolkenkrabber-stijl, welis
waar niet zoo hoog als in New York en Chicago,
maar toch hoog genoeg om de stad haar typisch
Amerikaanseh uiterlijk te geven. Gebouwen van
10 tot 15 verdiepingen vindt men in alle straten;
gebouwen met 20 en 22 verdiepingen zijn zeld
zamer, -maar toch geen uitzondering meer. In
le -binnenstad vindt men luxueuze winkels, ma
gazijnen "en warenhuizen, hotels en restaurants,
jankgebouwen en enorme bioscooptheaters
Pleinen heeft Johannesburg bijna niet; klaar
blijkelijk vond men dat zonde voor den grond
die door pleinaanleg immers renteloos zou blij
ven op een oogenblik, dat de grondprijzen blijk
baar zoodanig gestegen waren, dat men de huizen
steeds hooger ging bouwen.
Want waar de uiteinden van dezelfde rechte
straten-, waaraan in het centrum de fraaiste
modemagazijnen en de beste hotels gelegen zijn,
den buitenkant van de stad naderen, vindt men
er oude, één verdieping hooge huizen, wrakke
stallen en met plaatijzeren daken bedekte
loodsen en opslagplaatsen. Zag zóó het Johan
nesburg van 50 jaar geleden eruit?
Deze reusachtige stad, omgeven door fraaie
villaparken, met haar jachtig leven, haar in
tensief verkeer, waardoor men de hoofdstraten
niet kan oversteken indien de verkeerslichten
op de straathoeken voor den voetganger niet
op' veilig staan, dit moderne Johannesburg is
precies ruim 50 jaar oud. Deze wereldstad is
ontstaan in September 1886,"toen de eerste goud-
delvérs hier een paar schamele hutten neerzet
ten, omdat de kale, tot dan toe waardeloos ge
achte-hoogvlakte, de kostbare goudschatten van
het Rif blek te bédekken, het Rif dat de voor
naamste goud-houdende laag is van den geheelen
Witwatersrand en dat zich ten Oosten en ten
Westen van Johannesburg over een lengte van
bijna 200 K.M. uitstrekt.
Evenals Johannesburg zijn opkomst, dankt de
geheele Witwatersrand zijn bestaan aan het
goud, dat de voornaamste bror. van welvaart
meene verdeeling in het Surplus Fonds moet
worden gestort, kwam aan de orde.
Dit voorstel was echter overbodig geworden,
daar de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur een
schrijven gericht' heeft aan de Besturen der Ned
Sierteelt Centrale en Surplus Fonds met het ver
zoek bij verkoopïuït opslag den minimumprijs te
verhoogen met 3 pCt. Het H. B. G. heeft daarop
aan genoemde besturen voorgesteld een verhoo-
ging van 5 pCt. in te voeren volgens het voorstel
der genbemöe afdeelingen.
Bij de rondvraag stelde de afdeeling Noordwijk
de volgende motie voor: er bij den Minister van
Economische Zaken met klem op aan te dringen,
dat bij het vaststellen der minimumprijzen der
bolgewassen, tevens een volledige garantie worde
gegeven, dat deze minimumprijzen ook zullen
worden uitbetaald door het Surplusfonds. Dat ver
dere maatregelen als roeheffing of Inkrimping
der culturen achterwege blijven, daar de bedrij
ven der kweekers dit niet meer kunnen dragen en
deze maatregelen funest 'zouden zijn voor het be
drijfsleven in de bollenstreek, de werkloosheid
verhoogen en de koopkracht der bevolking tot
beneden het behoefte element reduceert.
De voorzitter vond het wenschelijk, dat deze
motie in handen werd gesteld van het hoofd
bestuur. Daartoe werd besloten. Ook de heer
Kramer van de afdeeling Hillegom meende, dat
men in Den Haag met klem moet aandringen op
een spoedige beslissing, dat er hu 71 pCt. van het
Surplusfonds zal worden uitbetaald. Er is nu pas
56 pCt. uitbetaald.
De voorzitter wees erop, dat het hoofdbestuur
in dit opzicht alles gedaan heeft wat in zijn
vermogen ligt. Besloten werd een telegram aan
den Minister te zenden waarin op spoedige uit
betaling zal worden aangedrongen.
Sperballon kwam brandend neer.
Vermoedelijk door Nederlandsch vliegtuig onder
vuur genomen.
zHOORNAAR, 4 Maart. Vanochtend omstreeks
kwart over acht werd boven de gemeente Noor
deloos een sperballon waargenomen, welke werd
begeleid door een Nederlandsch vliegtuig.
Boven den polder Grootewaard steeg plotseling
een rookpluim uit den kabelballon, welke in de
gemeente Hoornaar brandend daalde. Een ge
deelte van den ballon was terecht gekomen in
den tuin van het postkantoor.
Vermoed wordt dat de ballon door het vlieg
tuig, dat hem begeleidde is beschoten.
RIOLEERINGEN IN DEN WAGENWEG.
HAARLEM. Maandag.
Hedenmorgen werd ten stadhuize te Haarlem
aanbesteed het maken van rioleeringen in den Wa
genweg en omgeving te Haarlem.
Er, waren 17 inschrijvingen, waarvan die van de
fa. J. Dienaar en Zn. te IJmuiden met een somma
van f 52.683 de laagste was.
De andere inschrijvingen waren afkomstig van
A. Westerveld, Amsterdam f75.980; A. J. de Later.
Oegstgeest f62.900; J. F. Goris, Zeist f58.800; A. v.
Halem en J. Doornik, Leiden f76.500; W. Aafjes
en Co., Assendelft f 78.000; Haarl. Grond Hei en
Aannemingsbedrijf N.V., Haarlem f 62.100; L. B. v.
d. Geer, Leiden f56.390; De Moei en Hermes, Alk
maar f 59.100; J. Rombout en H. A. van Son
Heemstede f 68.000; G. Goris, Zeist f63.900 H. C
Heemskerk, Leiden f76.700; H. Bakx en Co., Haar
lem f 67.380; Gebrs. v. Rijswijk, Heemstede f 62.450:
R Bijker, Haarlem f 64.364; Fa. A. Schoorl, Haar
lem f65.400 G. Hulsebosch, Bloemendaal 68.370
Tiirksch handelsverdrag met
Duitschland.
lSTANBOEL,-.-4 Maart.-A- In de Turksohe pers
.wordt aangekondigd dat de Duïtsc'h-Turksche on
derhandelingen hebben geleid tot het sluiten van
een hieuw handelsverdrag. De waarde der ver
bintenissen bedraagt elf millioen pond sterling.
(United Press).
HET VERVOER VAN DUITSCHE STEENKOLEN
LONDEN, 4 Maart. (Reuter.) Een ambtenaar van
het ministerie van economischen oorlog heeft Reuter
van ochtend medegedeeld, dat het bericht, als zou
de Britsche regeering het aanhouden van steenko-
lentransporten naar Italië twee maanden hebben uit
gesteld, geenszins juist is.
Engelschen maken Dnitsch
vrachtschip buit.
Ander Duitsch schip door de bemanning tot
zinken gebracht.
ARUBA, 3 Maart, -r-. Het Duitsohe vracht
schip „Heidelberg" is naar men gelooft door een
Engelschen kruiser buitgemaakt, waarschijnlijk
de „Dundee" en de „Troja" is gezonken nadat
zij door haar bemanning in brand was gestoken.
De bemanning van dit laatste schip, die trachtte
te ontkomen in de reddingbooten, is gevangen
genomen.
De „Antilla" ligt nog steeds voor anker te
Malmock op Aruba. (United Press).
VOOR DE KINDEREN
Zaterdagavond werd het 30-jarig bestaan gevierd van de Eerste Hulpvereen.
„Snel verband" te Haarlem. Groep van bestuur, boot- en feestcommissie. Geheel
rechts de heer G. A. Luitingh, mede-oprichter
MET DE REIGERNAAR ZUID-AFRIKA
Breda binnengetrokken.
I
Vluchtten hals over kop de stad in, zonder in hun
panischen schrik de brug die vesting en stad ver
bond, te vernielen. In plaats van de burgerij tot
verzet aan te sporen, verspreidden zij overal
schrik en verwarring.
Zoo' bleef de situatie tot Prins Maurits, door
één der schippersknechts gewaarschuwd, met den
grootsten spoed oprukte en met een sterke af
deeling de vesting bezette. Voor de bedreiging dat
de stad zou worden overgeleverd aan de soldaten
zwichtte Breda en de Prins deed op 4 Maart zijn
intocht in „zijne vaderlijke erfenis".
De.schipper en zijn knechts kregen een jaar
geld, de soldaten een gouden penning en twee
maanden soldij en Hérangière werd commandant
over de stad.
Wel eenigszins als een modern legerbericht
klinkt het als wij tenslotte over den aanslag lezen
„Van de vijanden sneuvelden meer dan veertig
man, wij leden geen verliezen". Alleen is veertig
\oor onzen tijd heel weinig.
P. H. SCHRÖDER
Bloembollenbedrijf schrompel!
ineen als verdorde plant.
Rede van den Voorzitter
van het H. BG.
Kweekers voor schier
onoverkomelijke moeilijkheden.
HAARLEM. Maandag
Het Hollandsch Bloembollenkweekersgenoot-
schap hield hedenmorgen zijn jaarvergadering in
restaurant Brinkmann té Haarlem. De voor
zitter, de heer S. Schonéveld te Oegstgéest
hield een openingsrede waarin hij allereerst de
overleden leden varrihet Genootschap herdacht
De tijden en de omstandigheden zijn voor het
bloemiboiierivak nooit zoo moeilijk en zwaar ge
weest als thans.. Het bloeiende bloembollen-
bedrijf schrompelt ineen ais- een verdorde plant.
Meermalen zijn er schommelingen in het vak
geweest doch hooit was de curve zoo laag als in
dezen tijd. Door de achter ons liggende crisis
jaren was. het materieels weerstandsvermogen
der kweekers reeds zeer verzwakt. De bloembol
lenkweekershebben tien jaar lang tegen den
crisis gestreden. Zeker zouden zij erin zijn ge
slaagd deze crisis te boven te komen als de
oorlog niet alle kans op een gunstige wending
te 'niet heeft gedaan. De waarde van den export
was de laatste jaren juist gestegen; men kon de
•hoop koesteren dat deze vooruitgang bestendigd
zou worden. Door de organisaties is getracht den
kweekers in dezen hopeloozen toesctand te
steunen. Men wendde zich daartoe tot de re
geering. Het resultaat: de beschikbaarstelling
van f 3 millioen is bekend. De dankbaarheid
der kweekers daarvoor is groot. Er is_ echter,
meer noodig daar alleen al voor de betaling van
71 pet. van het surplus f 6 millioen noodig is
Voor dezen aankoop is nu 4V2 millioen gulden
beschikbaar. De ontbrekende anderhalf millioen
kuiinen echter door het vak niet bijeengebracht
worden. Indien deze kwestie niet afdoende ge
regeld wordt zal dit den ondergang beteekenen
van zeer vele vakgenooten. In de laatste twin
tig jaar is door het bollenvak voor meer dan
f 600 millioen geëxporteerd. Is het dan onjuist
om de regeering nu dezen noodzakelijken steun
te vragen?
Croote teleurstelling heeft ook gewekt het
besluit der regeering om voor de inkrimping van
het plantgoed tot 50 pet. geen vergoeding te
geven. Zulk een vergoeding was zeker billijk en
rechtvaardig.
Ook de resultaten van de besprekingen welke
gevoerd zijn over het telen op de vrijgekomen
gronden zijn allerminst bevredigend. Het mag
worden toegejuicht, dat een commissie uit de
vakvéreenigingen is gesticht, die deze kwestie
zal trachten te bespoediegn.
Hoe zal de toekomst zich ontwikkelen? Zal
er gelegenheid komen om weer te exploiteeren.
of zal die gelegenheid uitblijven? Optimistisch
kan men in dit opzicht, ondanks de krachtige
pogingen van de schrandere handelsmenschen
waaraan ons vak zoo rijk is, niet zijn. Integen
deel. Het is waarschijnlijk dat ook na de in-
terimohTg het aanbod de vraag zal overtref
fen. Voor den kweeker is het bovendien een
lastig vraagstuk hoe hij zijn. kraam na de in
krimping op peil kan houden.
A'l deze moeilijkheden hebben echter een
goede zijde: de samenwerking tusschen de ver
schillende organisaties in het bloembollenbe
drijf is nog nooit zoo nauw en hecht geweest
als in dezen tijd. Wanneer men de toekomst onder
de oogen ziet dan zou er aanleiding zijn te wan
hopen. Daaraan mogea we echter niet toegeven.
Stoffelijke goederen worden ons ontnomen maar
de geestelijke goederen zijn voor ons bewaard
gebleven. Geloof, hoop, moed en vertrouwen
voor de toekomst kunnen we daar nog uit put
ten. Daarom zullen wij met goeden moed onzen
weg vervolgen.
Uit het jaarverslag van- deh secretaris den
heer D. van Eginond Jr. bleek dat het leden
tal stijgende was en op 1 Januari 1186 bedroeg.
Ook na 1 Januari melden zich nog vele leden
aan.
Ook de financieele toestand van het genoot
schap is gezond. Er is een voordeelig saldo.
De begrooting voor 1940 werd vastgesteld op
4822.44.
Een voorstel van de afdeelingen Voorhout en
Winkel, dat de handel na het doordraaien van de
saneeringsproducten, bij aankoop uit den opslag
een toeslag van 5 pCt. betaalt welke ter alge-
Naderbij gekomen deed Piet een onsamen
hangend Yerhadl; hoe hij bij', hét bewuste
boschje gekomen een oud, vervallen huisje
ontdekte, aan de deur. klopte, en als ant
woord op zijn Kloppen een vervaarlijk gesnork
hoorde. Hevig geschrokken had" hij weer de
beenen genomen.
is van Transvaal en van de geheele Unie van
Zuid-Afrika
Teneinde tijdens ons korte bezpek mét de
„Reiger" een indruk te krijgen van de werkelijke
beteekenis van de goudwinning in de Transvaal,
hebben wij ons licht opgestoken bij den voor
zitter van de Chamber of Mines, de in -1839 op
gerichte organisatie, waarbij alle belangrijke
goud- en kolenmijnen in Transvaal zijn aange
sloten en die de belangen behartigt der mijn
ondernemingen, alle onderhandelingen voert met
regeering en vakvereenigingen, en alle maat
regelen ontwerpt in alle gevallen, waarin col
lectief moet worden opgetreden. Op den belang
rijken post. van, voorzitter dezer organisatie von
den wij een landgenoot, de heer J. F. Unger, die
ons niet alleen persoonlijk vorolichtte, maar ons
ook tal van belangwekkende gegevens en cijfers
verstrekte.
Van 1920 tot 1931 bedroeg de waarde van dé
goudproductie in Transvaal alleen meer dan
de helft van die der wereldproductie. Dat het
percentage, dat in 1931 51.3 pet. bedroeg met
een waarde van 90 millioen Pond in 1937 ge
daald was tot 33.2 procent van de wereldpro
ductie, hoewel de waarde der goudproductie in
Transvaal, die toen 11.734.575 ons fijn bedroeg,
gestegen was tot 150.870.000 Pond, vindt zijn
oorzaak in het feit, dat in andere landen, voor
al in de Sovjet Unie, waar in vroegere jaren
geen intensieve exploitatie plaats vond, de pro
ductie in snel tempo werd opgevoerd. In 1938
was de productie gestegen tot 12.156.629 ons fijn
en met aftrek van de bedrijfskosten was in ge
noemd jaar de zuivere opbrengst der gezamen
lijke goudmijnen 84.203.530 Pond. Om deze hoe
veelheid goud te winnen -heeft men 53.834.150
ton goudhoudende rotsgrond uit de goudmijnen
gehouwen, vermalen, verpulverd, tot pap ge
mengd en volgens de modernste chemische
procédés uitgeloogd. In 1939, over welk jaar de
totaal-opbrengst nog niet bekend is, heeft men
zelfs meer dan 58.3 millioen ton grond verwerkt.
In de gezamenlijke bij de Chambers of Mines
aangesloten mijnen van den Witwatersrand
waren in het afgeloopen. jaar werkzaam 43.182
blanke geëmployeerden en 295.822 kaffers. De
beteekenis van deze cijfers worden pas duidelijk
als men rekent, dat de geheele bevolking van
den Witwatersrand, vróuwen en kinderen mee
geteld, bestaat, uit ongeveer 430.000 blanken en
633.000 kaffers en- andere kleurlingen. Dan
blijkt ook duidelijk, hoezeer de welvaart van den
geheelen Rand gebaseerd is op de goudmijnen.
Men is zich daarvan bewust als men in een be
langrijke industrie-stad als Germiston een groote
machinefabriek bezichtigt, waar niets dan mo
toren, machines en ventilatoren voor de goud
mijnen worden gemaakt, zoodat het geheele
bedrijf tot werkloosheid zou zijn gedoemd, in
dien ooit de vraag van de mijnindustrie zou op
houden. Maar men beseft het ook, als men in
Germiston de groote, tot in de perfectie ge
rationaliseerde confentie-fabrieken bezoekt, als
men de juwelierszaken en modemagazijnen
van Johannesburg ziet, dat dit 'alles af
hankelijk is van de goudmijnen en ge
baseerd op het goud, dat dagelij ks in groote
hoeveelheid uit den grond wordt gehaald.
Men beseft het vooral-als men de handels
balans van de geheele Unie van Zuid-Afrika ziet;
de invoer beliep in 1939 een waarde' van 91.046.115
Pond Sterling, de uitvoer zonder goud
slechts 33.745.456 Pond Sterling. Het verschil
is overbrugd door den gouduitvoer; en nog heeft
de Unie geen reden tot bezorgdheid, want de
waarde van de totale goud-productie in 1939
wordt geraamd, met aftrek van de productie
kosten, op ruim 92 millioen Pond.
Kan deze goudvoorraad niet uitgeput raken?
Is de goudhoudende laag, die als een groote
kom, die in het midden diep uitgezakt is, onder
het gehele Randgezied doorloopt, niet slechts
enkele centimeters dik? De meenïngen hierover
loopen zeer ver uiteen. Volgens sommige geolo
gen zou er nog slechts 1160 millioen ton grond
economisch verwerkt kunnen worden, bij het
huidige productiecijfer dus nog slechts 40 jaar
lang goudwinning op groote schaal mogelijk
zijn. Deze geologen hadden echter al mijnen
afgeschreven, die thans, weer in gebruik zijn, want
door de stijging van den goudprijs kan men
thans weer mijnen rendabel maken, die men bij
lageren goudprijs gesloten heeft omdat de
exploitatiekosten te hoog waren. Van de pei'iode
van hooge goudprijzen maakt men gebruik, om
de armere en moeilijk te bewerken lagen te ont
ginnen, welker exploitatie bij lage prijzen niet
rendabel is. Men heeft dan ook in den laatsten
tijd in den uitersten Oosten West-Rand verschei
dene nieuwen mijnen aangeboord. Een nieuwe
goudmijn wordt pas na 5 jaar rendabel, en velen
gelooven dan ook niet, dat men binnen afzien-
baren tijden behoeft te vreezen dat de goud
voorraden van Transvaal uitgeput raken, te
minder nu de moderne ventilatoren het moge
lijk hebben gemaakt, in mijnen te werken toi.
op een diepte van 2500 meter.
Louis Zimmermann verlaat het.
Concertgebouworkest.
Louis Zimmermann, de vermaarde eerste con
certmeester van het Concertgebouworkest heeft
ien wenseh te kennen gegeven het orkest met
ngang van l September a.s. te verlaten.
1590 4 Maart 1940
4 maer 't oorloghsvolck beneden
4 En liep geen klein gevaer. De bodem
slorpte 't nat,
Door 't stoeten op een' paal, waer door
as een y-eder zat
In 't' water tot de knie, en vreesde te
versticken.
Vondel, Gijsbreght van Aemstel.
Tijdens zijn verblijf te Voorn in de maand Fe
bruari van liet jaar 1590 kreeg Prips Maurits be-
m een Brabantschen turfschipper, 'n zeke-
jen Adriaan van Bergen of Van der Berg. Deze
wonde in het dorpje Leur, in de nabijheid van
lft Bteda en had een vrijgeleide zoowel van de Span-
69 jaarden als van de Nederlanders, dat het hem
nVelijk, maakte regelmatig naar en van Breda
te varen. Sinds ettelijke jaren voorzag hij het
hsteel dier stad van brandhout en turf en laiig-
ramerhand was hij zoo'n bekende figuur gewor-
den bij de bezetting der vesting, dat zijn vaartuig
K]den meer door de wachtposten werd onder-
ïocht. Van Bergen stelde nu den Stadhouder voor
t| een aantal soldaten in het ruim van zijn schip
rl', te verbergen en op die wijze Breda bij verrassing,
te nemen. Wel was er een garnizoen van vijf
j pendels Italiaansche infanterie en een com-
pagnie cavalerie, maar de commandant Lanza-
ïecchia, gouverneur van Breda en van Geertrui-
denberg vertoefde nu eens in de eene, dan in de
andere stad en bij ontstentenis van den bevel
hebber voerde zijn neef Paolo, een onbekwame,
mwe gast, het bewind over de vesting. Hem zou
men zeker kunnen verschalken, al had hij min
stens 350 man onder zich.
Maurits ging op het voorstel van den turf-
schipper in. Na overleg met Johan van Oldenbar-
nevelt droeg hij het. commando op aan kapitein
ö- Hérmigiè^Ue.ze keus,.bewijst de: menschenkennis
tl v;.:Hcn Raadpensionaris. Er zou Hérangière alles
k aanlélégen zijn, c(e gevaarlijke opdrachttot -een
u. joeHiiidè te brengén. Deze overigens zéér' vër-
jj c'iensfelijke officier die. zich meermalen, had on-
derscheiden, was n.l. gemengd in den aanslag
dien Leycester in 1587 op Leiden had gepleegd eh
Oldenbamevelt meende terecht dat hij, wanneer
hemde kans geboden werd, zijn uiterste best zou
doen zich te rehabiliteeren.
Hérangière koos 68 soldaten uit, van wier moed
en doorzettingsvermogen hij overtuigd was en:
bovendien werden hem nog drie officieren, van -
trie luitenant Heldt de bekendste is_, toegevoegd.
Op den 25en Februari begaven zij zich naar Ze
venbergen, in de nabijheid van Willemstad, waal
lij den ganschen nacht vergeefs op Van Bergen
en zijn turfschuit wachtten. Tegen den morgen
verscheen hij eindelijk. Waarom hij zoo laat was?
vroeg Hérangière op onvriendelijken toon. Van
Bergen excuseerde zich: hij had zich verslapen.
Het vertrek werd toen tot den nacht van den 26en
uitgesteld. De manschappen verborgen zich in het
ruim en de gevaarlijke tocht begon.
Het schip was met een zoldering van planken
voorzien die met turf was bedekt en voer lang
ham de Dintel op. Zware ijsschotsen dreven in
het water' en een scherpe Oostenwind maakte
het verblijf in de nauwe ruimte allesbehalve aan
genaam. Na eenige uren varens kon het schip niét
neer tégen stroom en wind op. Het moest blijven
liggen tot Donderdagmorgen den 29sten. Zestig
tur zaten de 72 wakkere kerels dicht opeengepakt
en ontzettend hadden zij te lijden van de koude
enden dorst. Toen konden zij niet meer. Met ze
ventig uitgeputte, half bevroren mannen neemt
Ben'geen vesting in, hoe zwak die ook wordt ver
dedigd, Hérangière ontscheepte zijn soldaten en
gaf hun gelegenheid op hun verhaal te komen tot
's avonds 11 uur. Toen draaide de wind en met
nieuwen moed kropen de soldeniers in hun eng
verblijf. Nog twee heele dage bleven zij daarin
opgesloten, toen lag Breda voor hen. Tusschen
de buiten- en de binnenhaven was een smalle
«weg, waarin de schepen onderzocht werden,
be officier van de wacht kwam met een roei-
Wtje aan boord, maakte een praatje met den
shipper en wierp een blik in de kajuit, die door
een deur verbonden was met het ruim. Eén woord,
een kuch zou op dat oogenblik aan alle opvaren
den het leven hebben gekost. Maar de wachtcom-
handant bespeurde niets bijzonders en stapte
in zijn roeiboot, zeggend dat hij een paal
mannen zou sturen om het schip de binnenhaven
te sleepen. Er werd een lijn uitgegooid en de
vijand trok zijn belagers de vesting binnen. Plot
ting stootte het schip op één of ander voorwerp
zich onder water bevond. Het koude vocht
door de opening en binnen enkele minuten
de verkleumde kerels tot de knieën in het
jei'. De schipper en zijn knecht pompten' uit
«macht en gelukkig werd de wal bereikt. Daar
ee bezetting in die barre kou al verlangend naar
turfschip had uitgezien, begonnen eenige sol
den dadelijk de lading, te lossen en dat met zulk
-f 'jver, dat de zoldering al bloot begon te ko-
En het was den aanslagplegers bijna onmo-
z'c^ rï°or hoesten en niezen te ver-
pT Luitenant Heldt gaf den man naast hem
P dolk en vroeg hem toe te steken als hij zijn
«sten niet kon bedwingen. Maar de schipper
raakte zooveel lawaai met zingen, schreeuwen en
Wpen, dat de gesmoorde geluiden uit het ruim
IfM werden. Eindelijk gaf hij den soldaten
kleingeld en zich doodmoe houdende, vroeg
•■'bun het werk den volgenden dag te voleinden.
mi de oppasser van den commandant bleef
Hij vond dat de turf van slechte kwaliteit
Hk6!1 Waarschuwde Van Bergen dat de bevel-
er zeker niet mee tevreden zou zijn. „Het
rif deel van de lading zit onder in", antwoordde
'®*lbloedige beurtschipper, „dat is speciaal
Jden commandant bestemd en morgen krijgt
vr Zooveel van als hij wil".
vip11 middernacht slopen de spitsbroederen uit
gevangenis. In twee groepen overvielen zij
en.-.het wapenarsenaal van de vesting
a°ouden alien die zich verzetten. De overigen
't Turfschip wordt
Oliebol laente zich een stuip
Mensch! schaterde hij, wat ben je
een held om voor een slapend mensch op den
loop te gaan.
M-maar het was zoo erg, bibberde Krent
nog na, ik d-durfde niet te blijven wach
ten en ben hard weggeioopen.