Hiel JOient ett Jxm Qik&ol. De goudstad Johannesburg. [Jet Turfschip van Breda. De beteekenis van de goud industrie voor den Wit- ivatersrand en voor de Unie Op een afstand van nog geen 60 K,M. van Pretoria, hoofdstad en zetel der regeering, maar met het karakter van een tuinstad, sen klein winkelcentrum, omgeven door rustige wijken van fraai aangelegde vilalanen, bewoond door ambtenaren en rustige burgers op nog geen 60 K,M. van deze typisch Transvaalsche stad, met zijn in meerderheid Afrikaansch sprekende bevolking verrijzen de torenhoog© beton- bouwsels van een drukke, woelige metropool, een netwerk van straten, waar zelfs het be scheiden groen van een half-rveborgen plant soen of park niet te vinden is. Het is Johannesburg, na Kaïro de grootste stad van geheel Afrika, met meer dan 550.000 inwoners, waarvan ruim 280.000 blanken. In elk opzicht doet Johannesburg den'ken aan een Amerikaansche stad. De regelmatig loopendë straten, die elkaar op regelmatige afstanden snijden, verdeelen de geheele binnenstad in regelmatige vierkante blokken. Steeds meer ge bouwen verrijzen in de binnenstad en zelfs in de buitenwijken -in wolkenkrabber-stijl, welis waar niet zoo hoog als in New York en Chicago, maar toch hoog genoeg om de stad haar typisch Amerikaanseh uiterlijk te geven. Gebouwen van 10 tot 15 verdiepingen vindt men in alle straten; gebouwen met 20 en 22 verdiepingen zijn zeld zamer, -maar toch geen uitzondering meer. In le -binnenstad vindt men luxueuze winkels, ma gazijnen "en warenhuizen, hotels en restaurants, jankgebouwen en enorme bioscooptheaters Pleinen heeft Johannesburg bijna niet; klaar blijkelijk vond men dat zonde voor den grond die door pleinaanleg immers renteloos zou blij ven op een oogenblik, dat de grondprijzen blijk baar zoodanig gestegen waren, dat men de huizen steeds hooger ging bouwen. Want waar de uiteinden van dezelfde rechte straten-, waaraan in het centrum de fraaiste modemagazijnen en de beste hotels gelegen zijn, den buitenkant van de stad naderen, vindt men er oude, één verdieping hooge huizen, wrakke stallen en met plaatijzeren daken bedekte loodsen en opslagplaatsen. Zag zóó het Johan nesburg van 50 jaar geleden eruit? Deze reusachtige stad, omgeven door fraaie villaparken, met haar jachtig leven, haar in tensief verkeer, waardoor men de hoofdstraten niet kan oversteken indien de verkeerslichten op de straathoeken voor den voetganger niet op' veilig staan, dit moderne Johannesburg is precies ruim 50 jaar oud. Deze wereldstad is ontstaan in September 1886,"toen de eerste goud- delvérs hier een paar schamele hutten neerzet ten, omdat de kale, tot dan toe waardeloos ge achte-hoogvlakte, de kostbare goudschatten van het Rif blek te bédekken, het Rif dat de voor naamste goud-houdende laag is van den geheelen Witwatersrand en dat zich ten Oosten en ten Westen van Johannesburg over een lengte van bijna 200 K.M. uitstrekt. Evenals Johannesburg zijn opkomst, dankt de geheele Witwatersrand zijn bestaan aan het goud, dat de voornaamste bror. van welvaart meene verdeeling in het Surplus Fonds moet worden gestort, kwam aan de orde. Dit voorstel was echter overbodig geworden, daar de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur een schrijven gericht' heeft aan de Besturen der Ned Sierteelt Centrale en Surplus Fonds met het ver zoek bij verkoopïuït opslag den minimumprijs te verhoogen met 3 pCt. Het H. B. G. heeft daarop aan genoemde besturen voorgesteld een verhoo- ging van 5 pCt. in te voeren volgens het voorstel der genbemöe afdeelingen. Bij de rondvraag stelde de afdeeling Noordwijk de volgende motie voor: er bij den Minister van Economische Zaken met klem op aan te dringen, dat bij het vaststellen der minimumprijzen der bolgewassen, tevens een volledige garantie worde gegeven, dat deze minimumprijzen ook zullen worden uitbetaald door het Surplusfonds. Dat ver dere maatregelen als roeheffing of Inkrimping der culturen achterwege blijven, daar de bedrij ven der kweekers dit niet meer kunnen dragen en deze maatregelen funest 'zouden zijn voor het be drijfsleven in de bollenstreek, de werkloosheid verhoogen en de koopkracht der bevolking tot beneden het behoefte element reduceert. De voorzitter vond het wenschelijk, dat deze motie in handen werd gesteld van het hoofd bestuur. Daartoe werd besloten. Ook de heer Kramer van de afdeeling Hillegom meende, dat men in Den Haag met klem moet aandringen op een spoedige beslissing, dat er hu 71 pCt. van het Surplusfonds zal worden uitbetaald. Er is nu pas 56 pCt. uitbetaald. De voorzitter wees erop, dat het hoofdbestuur in dit opzicht alles gedaan heeft wat in zijn vermogen ligt. Besloten werd een telegram aan den Minister te zenden waarin op spoedige uit betaling zal worden aangedrongen. Sperballon kwam brandend neer. Vermoedelijk door Nederlandsch vliegtuig onder vuur genomen. zHOORNAAR, 4 Maart. Vanochtend omstreeks kwart over acht werd boven de gemeente Noor deloos een sperballon waargenomen, welke werd begeleid door een Nederlandsch vliegtuig. Boven den polder Grootewaard steeg plotseling een rookpluim uit den kabelballon, welke in de gemeente Hoornaar brandend daalde. Een ge deelte van den ballon was terecht gekomen in den tuin van het postkantoor. Vermoed wordt dat de ballon door het vlieg tuig, dat hem begeleidde is beschoten. RIOLEERINGEN IN DEN WAGENWEG. HAARLEM. Maandag. Hedenmorgen werd ten stadhuize te Haarlem aanbesteed het maken van rioleeringen in den Wa genweg en omgeving te Haarlem. Er, waren 17 inschrijvingen, waarvan die van de fa. J. Dienaar en Zn. te IJmuiden met een somma van f 52.683 de laagste was. De andere inschrijvingen waren afkomstig van A. Westerveld, Amsterdam f75.980; A. J. de Later. Oegstgeest f62.900; J. F. Goris, Zeist f58.800; A. v. Halem en J. Doornik, Leiden f76.500; W. Aafjes en Co., Assendelft f 78.000; Haarl. Grond Hei en Aannemingsbedrijf N.V., Haarlem f 62.100; L. B. v. d. Geer, Leiden f56.390; De Moei en Hermes, Alk maar f 59.100; J. Rombout en H. A. van Son Heemstede f 68.000; G. Goris, Zeist f63.900 H. C Heemskerk, Leiden f76.700; H. Bakx en Co., Haar lem f 67.380; Gebrs. v. Rijswijk, Heemstede f 62.450: R Bijker, Haarlem f 64.364; Fa. A. Schoorl, Haar lem f65.400 G. Hulsebosch, Bloemendaal 68.370 Tiirksch handelsverdrag met Duitschland. lSTANBOEL,-.-4 Maart.-A- In de Turksohe pers .wordt aangekondigd dat de Duïtsc'h-Turksche on derhandelingen hebben geleid tot het sluiten van een hieuw handelsverdrag. De waarde der ver bintenissen bedraagt elf millioen pond sterling. (United Press). HET VERVOER VAN DUITSCHE STEENKOLEN LONDEN, 4 Maart. (Reuter.) Een ambtenaar van het ministerie van economischen oorlog heeft Reuter van ochtend medegedeeld, dat het bericht, als zou de Britsche regeering het aanhouden van steenko- lentransporten naar Italië twee maanden hebben uit gesteld, geenszins juist is. Engelschen maken Dnitsch vrachtschip buit. Ander Duitsch schip door de bemanning tot zinken gebracht. ARUBA, 3 Maart, -r-. Het Duitsohe vracht schip „Heidelberg" is naar men gelooft door een Engelschen kruiser buitgemaakt, waarschijnlijk de „Dundee" en de „Troja" is gezonken nadat zij door haar bemanning in brand was gestoken. De bemanning van dit laatste schip, die trachtte te ontkomen in de reddingbooten, is gevangen genomen. De „Antilla" ligt nog steeds voor anker te Malmock op Aruba. (United Press). VOOR DE KINDEREN Zaterdagavond werd het 30-jarig bestaan gevierd van de Eerste Hulpvereen. „Snel verband" te Haarlem. Groep van bestuur, boot- en feestcommissie. Geheel rechts de heer G. A. Luitingh, mede-oprichter MET DE REIGERNAAR ZUID-AFRIKA Breda binnengetrokken. I Vluchtten hals over kop de stad in, zonder in hun panischen schrik de brug die vesting en stad ver bond, te vernielen. In plaats van de burgerij tot verzet aan te sporen, verspreidden zij overal schrik en verwarring. Zoo' bleef de situatie tot Prins Maurits, door één der schippersknechts gewaarschuwd, met den grootsten spoed oprukte en met een sterke af deeling de vesting bezette. Voor de bedreiging dat de stad zou worden overgeleverd aan de soldaten zwichtte Breda en de Prins deed op 4 Maart zijn intocht in „zijne vaderlijke erfenis". De.schipper en zijn knechts kregen een jaar geld, de soldaten een gouden penning en twee maanden soldij en Hérangière werd commandant over de stad. Wel eenigszins als een modern legerbericht klinkt het als wij tenslotte over den aanslag lezen „Van de vijanden sneuvelden meer dan veertig man, wij leden geen verliezen". Alleen is veertig \oor onzen tijd heel weinig. P. H. SCHRÖDER Bloembollenbedrijf schrompel! ineen als verdorde plant. Rede van den Voorzitter van het H. BG. Kweekers voor schier onoverkomelijke moeilijkheden. HAARLEM. Maandag Het Hollandsch Bloembollenkweekersgenoot- schap hield hedenmorgen zijn jaarvergadering in restaurant Brinkmann té Haarlem. De voor zitter, de heer S. Schonéveld te Oegstgéest hield een openingsrede waarin hij allereerst de overleden leden varrihet Genootschap herdacht De tijden en de omstandigheden zijn voor het bloemiboiierivak nooit zoo moeilijk en zwaar ge weest als thans.. Het bloeiende bloembollen- bedrijf schrompelt ineen ais- een verdorde plant. Meermalen zijn er schommelingen in het vak geweest doch hooit was de curve zoo laag als in dezen tijd. Door de achter ons liggende crisis jaren was. het materieels weerstandsvermogen der kweekers reeds zeer verzwakt. De bloembol lenkweekershebben tien jaar lang tegen den crisis gestreden. Zeker zouden zij erin zijn ge slaagd deze crisis te boven te komen als de oorlog niet alle kans op een gunstige wending te 'niet heeft gedaan. De waarde van den export was de laatste jaren juist gestegen; men kon de •hoop koesteren dat deze vooruitgang bestendigd zou worden. Door de organisaties is getracht den kweekers in dezen hopeloozen toesctand te steunen. Men wendde zich daartoe tot de re geering. Het resultaat: de beschikbaarstelling van f 3 millioen is bekend. De dankbaarheid der kweekers daarvoor is groot. Er is_ echter, meer noodig daar alleen al voor de betaling van 71 pet. van het surplus f 6 millioen noodig is Voor dezen aankoop is nu 4V2 millioen gulden beschikbaar. De ontbrekende anderhalf millioen kuiinen echter door het vak niet bijeengebracht worden. Indien deze kwestie niet afdoende ge regeld wordt zal dit den ondergang beteekenen van zeer vele vakgenooten. In de laatste twin tig jaar is door het bollenvak voor meer dan f 600 millioen geëxporteerd. Is het dan onjuist om de regeering nu dezen noodzakelijken steun te vragen? Croote teleurstelling heeft ook gewekt het besluit der regeering om voor de inkrimping van het plantgoed tot 50 pet. geen vergoeding te geven. Zulk een vergoeding was zeker billijk en rechtvaardig. Ook de resultaten van de besprekingen welke gevoerd zijn over het telen op de vrijgekomen gronden zijn allerminst bevredigend. Het mag worden toegejuicht, dat een commissie uit de vakvéreenigingen is gesticht, die deze kwestie zal trachten te bespoediegn. Hoe zal de toekomst zich ontwikkelen? Zal er gelegenheid komen om weer te exploiteeren. of zal die gelegenheid uitblijven? Optimistisch kan men in dit opzicht, ondanks de krachtige pogingen van de schrandere handelsmenschen waaraan ons vak zoo rijk is, niet zijn. Integen deel. Het is waarschijnlijk dat ook na de in- terimohTg het aanbod de vraag zal overtref fen. Voor den kweeker is het bovendien een lastig vraagstuk hoe hij zijn. kraam na de in krimping op peil kan houden. A'l deze moeilijkheden hebben echter een goede zijde: de samenwerking tusschen de ver schillende organisaties in het bloembollenbe drijf is nog nooit zoo nauw en hecht geweest als in dezen tijd. Wanneer men de toekomst onder de oogen ziet dan zou er aanleiding zijn te wan hopen. Daaraan mogea we echter niet toegeven. Stoffelijke goederen worden ons ontnomen maar de geestelijke goederen zijn voor ons bewaard gebleven. Geloof, hoop, moed en vertrouwen voor de toekomst kunnen we daar nog uit put ten. Daarom zullen wij met goeden moed onzen weg vervolgen. Uit het jaarverslag van- deh secretaris den heer D. van Eginond Jr. bleek dat het leden tal stijgende was en op 1 Januari 1186 bedroeg. Ook na 1 Januari melden zich nog vele leden aan. Ook de financieele toestand van het genoot schap is gezond. Er is een voordeelig saldo. De begrooting voor 1940 werd vastgesteld op 4822.44. Een voorstel van de afdeelingen Voorhout en Winkel, dat de handel na het doordraaien van de saneeringsproducten, bij aankoop uit den opslag een toeslag van 5 pCt. betaalt welke ter alge- Naderbij gekomen deed Piet een onsamen hangend Yerhadl; hoe hij bij', hét bewuste boschje gekomen een oud, vervallen huisje ontdekte, aan de deur. klopte, en als ant woord op zijn Kloppen een vervaarlijk gesnork hoorde. Hevig geschrokken had" hij weer de beenen genomen. is van Transvaal en van de geheele Unie van Zuid-Afrika Teneinde tijdens ons korte bezpek mét de „Reiger" een indruk te krijgen van de werkelijke beteekenis van de goudwinning in de Transvaal, hebben wij ons licht opgestoken bij den voor zitter van de Chamber of Mines, de in -1839 op gerichte organisatie, waarbij alle belangrijke goud- en kolenmijnen in Transvaal zijn aange sloten en die de belangen behartigt der mijn ondernemingen, alle onderhandelingen voert met regeering en vakvereenigingen, en alle maat regelen ontwerpt in alle gevallen, waarin col lectief moet worden opgetreden. Op den belang rijken post. van, voorzitter dezer organisatie von den wij een landgenoot, de heer J. F. Unger, die ons niet alleen persoonlijk vorolichtte, maar ons ook tal van belangwekkende gegevens en cijfers verstrekte. Van 1920 tot 1931 bedroeg de waarde van dé goudproductie in Transvaal alleen meer dan de helft van die der wereldproductie. Dat het percentage, dat in 1931 51.3 pet. bedroeg met een waarde van 90 millioen Pond in 1937 ge daald was tot 33.2 procent van de wereldpro ductie, hoewel de waarde der goudproductie in Transvaal, die toen 11.734.575 ons fijn bedroeg, gestegen was tot 150.870.000 Pond, vindt zijn oorzaak in het feit, dat in andere landen, voor al in de Sovjet Unie, waar in vroegere jaren geen intensieve exploitatie plaats vond, de pro ductie in snel tempo werd opgevoerd. In 1938 was de productie gestegen tot 12.156.629 ons fijn en met aftrek van de bedrijfskosten was in ge noemd jaar de zuivere opbrengst der gezamen lijke goudmijnen 84.203.530 Pond. Om deze hoe veelheid goud te winnen -heeft men 53.834.150 ton goudhoudende rotsgrond uit de goudmijnen gehouwen, vermalen, verpulverd, tot pap ge mengd en volgens de modernste chemische procédés uitgeloogd. In 1939, over welk jaar de totaal-opbrengst nog niet bekend is, heeft men zelfs meer dan 58.3 millioen ton grond verwerkt. In de gezamenlijke bij de Chambers of Mines aangesloten mijnen van den Witwatersrand waren in het afgeloopen. jaar werkzaam 43.182 blanke geëmployeerden en 295.822 kaffers. De beteekenis van deze cijfers worden pas duidelijk als men rekent, dat de geheele bevolking van den Witwatersrand, vróuwen en kinderen mee geteld, bestaat, uit ongeveer 430.000 blanken en 633.000 kaffers en- andere kleurlingen. Dan blijkt ook duidelijk, hoezeer de welvaart van den geheelen Rand gebaseerd is op de goudmijnen. Men is zich daarvan bewust als men in een be langrijke industrie-stad als Germiston een groote machinefabriek bezichtigt, waar niets dan mo toren, machines en ventilatoren voor de goud mijnen worden gemaakt, zoodat het geheele bedrijf tot werkloosheid zou zijn gedoemd, in dien ooit de vraag van de mijnindustrie zou op houden. Maar men beseft het ook, als men in Germiston de groote, tot in de perfectie ge rationaliseerde confentie-fabrieken bezoekt, als men de juwelierszaken en modemagazijnen van Johannesburg ziet, dat dit 'alles af hankelijk is van de goudmijnen en ge baseerd op het goud, dat dagelij ks in groote hoeveelheid uit den grond wordt gehaald. Men beseft het vooral-als men de handels balans van de geheele Unie van Zuid-Afrika ziet; de invoer beliep in 1939 een waarde' van 91.046.115 Pond Sterling, de uitvoer zonder goud slechts 33.745.456 Pond Sterling. Het verschil is overbrugd door den gouduitvoer; en nog heeft de Unie geen reden tot bezorgdheid, want de waarde van de totale goud-productie in 1939 wordt geraamd, met aftrek van de productie kosten, op ruim 92 millioen Pond. Kan deze goudvoorraad niet uitgeput raken? Is de goudhoudende laag, die als een groote kom, die in het midden diep uitgezakt is, onder het gehele Randgezied doorloopt, niet slechts enkele centimeters dik? De meenïngen hierover loopen zeer ver uiteen. Volgens sommige geolo gen zou er nog slechts 1160 millioen ton grond economisch verwerkt kunnen worden, bij het huidige productiecijfer dus nog slechts 40 jaar lang goudwinning op groote schaal mogelijk zijn. Deze geologen hadden echter al mijnen afgeschreven, die thans, weer in gebruik zijn, want door de stijging van den goudprijs kan men thans weer mijnen rendabel maken, die men bij lageren goudprijs gesloten heeft omdat de exploitatiekosten te hoog waren. Van de pei'iode van hooge goudprijzen maakt men gebruik, om de armere en moeilijk te bewerken lagen te ont ginnen, welker exploitatie bij lage prijzen niet rendabel is. Men heeft dan ook in den laatsten tijd in den uitersten Oosten West-Rand verschei dene nieuwen mijnen aangeboord. Een nieuwe goudmijn wordt pas na 5 jaar rendabel, en velen gelooven dan ook niet, dat men binnen afzien- baren tijden behoeft te vreezen dat de goud voorraden van Transvaal uitgeput raken, te minder nu de moderne ventilatoren het moge lijk hebben gemaakt, in mijnen te werken toi. op een diepte van 2500 meter. Louis Zimmermann verlaat het. Concertgebouworkest. Louis Zimmermann, de vermaarde eerste con certmeester van het Concertgebouworkest heeft ien wenseh te kennen gegeven het orkest met ngang van l September a.s. te verlaten. 1590 4 Maart 1940 4 maer 't oorloghsvolck beneden 4 En liep geen klein gevaer. De bodem slorpte 't nat, Door 't stoeten op een' paal, waer door as een y-eder zat In 't' water tot de knie, en vreesde te versticken. Vondel, Gijsbreght van Aemstel. Tijdens zijn verblijf te Voorn in de maand Fe bruari van liet jaar 1590 kreeg Prips Maurits be- m een Brabantschen turfschipper, 'n zeke- jen Adriaan van Bergen of Van der Berg. Deze wonde in het dorpje Leur, in de nabijheid van lft Bteda en had een vrijgeleide zoowel van de Span- 69 jaarden als van de Nederlanders, dat het hem nVelijk, maakte regelmatig naar en van Breda te varen. Sinds ettelijke jaren voorzag hij het hsteel dier stad van brandhout en turf en laiig- ramerhand was hij zoo'n bekende figuur gewor- den bij de bezetting der vesting, dat zijn vaartuig K]den meer door de wachtposten werd onder- ïocht. Van Bergen stelde nu den Stadhouder voor t| een aantal soldaten in het ruim van zijn schip rl', te verbergen en op die wijze Breda bij verrassing, te nemen. Wel was er een garnizoen van vijf j pendels Italiaansche infanterie en een com- pagnie cavalerie, maar de commandant Lanza- ïecchia, gouverneur van Breda en van Geertrui- denberg vertoefde nu eens in de eene, dan in de andere stad en bij ontstentenis van den bevel hebber voerde zijn neef Paolo, een onbekwame, mwe gast, het bewind over de vesting. Hem zou men zeker kunnen verschalken, al had hij min stens 350 man onder zich. Maurits ging op het voorstel van den turf- schipper in. Na overleg met Johan van Oldenbar- nevelt droeg hij het. commando op aan kapitein ö- Hérmigiè^Ue.ze keus,.bewijst de: menschenkennis tl v;.:Hcn Raadpensionaris. Er zou Hérangière alles k aanlélégen zijn, c(e gevaarlijke opdrachttot -een u. joeHiiidè te brengén. Deze overigens zéér' vër- jj c'iensfelijke officier die. zich meermalen, had on- derscheiden, was n.l. gemengd in den aanslag dien Leycester in 1587 op Leiden had gepleegd eh Oldenbamevelt meende terecht dat hij, wanneer hemde kans geboden werd, zijn uiterste best zou doen zich te rehabiliteeren. Hérangière koos 68 soldaten uit, van wier moed en doorzettingsvermogen hij overtuigd was en: bovendien werden hem nog drie officieren, van - trie luitenant Heldt de bekendste is_, toegevoegd. Op den 25en Februari begaven zij zich naar Ze venbergen, in de nabijheid van Willemstad, waal lij den ganschen nacht vergeefs op Van Bergen en zijn turfschuit wachtten. Tegen den morgen verscheen hij eindelijk. Waarom hij zoo laat was? vroeg Hérangière op onvriendelijken toon. Van Bergen excuseerde zich: hij had zich verslapen. Het vertrek werd toen tot den nacht van den 26en uitgesteld. De manschappen verborgen zich in het ruim en de gevaarlijke tocht begon. Het schip was met een zoldering van planken voorzien die met turf was bedekt en voer lang ham de Dintel op. Zware ijsschotsen dreven in het water' en een scherpe Oostenwind maakte het verblijf in de nauwe ruimte allesbehalve aan genaam. Na eenige uren varens kon het schip niét neer tégen stroom en wind op. Het moest blijven liggen tot Donderdagmorgen den 29sten. Zestig tur zaten de 72 wakkere kerels dicht opeengepakt en ontzettend hadden zij te lijden van de koude enden dorst. Toen konden zij niet meer. Met ze ventig uitgeputte, half bevroren mannen neemt Ben'geen vesting in, hoe zwak die ook wordt ver dedigd, Hérangière ontscheepte zijn soldaten en gaf hun gelegenheid op hun verhaal te komen tot 's avonds 11 uur. Toen draaide de wind en met nieuwen moed kropen de soldeniers in hun eng verblijf. Nog twee heele dage bleven zij daarin opgesloten, toen lag Breda voor hen. Tusschen de buiten- en de binnenhaven was een smalle «weg, waarin de schepen onderzocht werden, be officier van de wacht kwam met een roei- Wtje aan boord, maakte een praatje met den shipper en wierp een blik in de kajuit, die door een deur verbonden was met het ruim. Eén woord, een kuch zou op dat oogenblik aan alle opvaren den het leven hebben gekost. Maar de wachtcom- handant bespeurde niets bijzonders en stapte in zijn roeiboot, zeggend dat hij een paal mannen zou sturen om het schip de binnenhaven te sleepen. Er werd een lijn uitgegooid en de vijand trok zijn belagers de vesting binnen. Plot ting stootte het schip op één of ander voorwerp zich onder water bevond. Het koude vocht door de opening en binnen enkele minuten de verkleumde kerels tot de knieën in het jei'. De schipper en zijn knecht pompten' uit «macht en gelukkig werd de wal bereikt. Daar ee bezetting in die barre kou al verlangend naar turfschip had uitgezien, begonnen eenige sol den dadelijk de lading, te lossen en dat met zulk -f 'jver, dat de zoldering al bloot begon te ko- En het was den aanslagplegers bijna onmo- z'c^ rï°or hoesten en niezen te ver- pT Luitenant Heldt gaf den man naast hem P dolk en vroeg hem toe te steken als hij zijn «sten niet kon bedwingen. Maar de schipper raakte zooveel lawaai met zingen, schreeuwen en Wpen, dat de gesmoorde geluiden uit het ruim IfM werden. Eindelijk gaf hij den soldaten kleingeld en zich doodmoe houdende, vroeg •■'bun het werk den volgenden dag te voleinden. mi de oppasser van den commandant bleef Hij vond dat de turf van slechte kwaliteit Hk6!1 Waarschuwde Van Bergen dat de bevel- er zeker niet mee tevreden zou zijn. „Het rif deel van de lading zit onder in", antwoordde '®*lbloedige beurtschipper, „dat is speciaal Jden commandant bestemd en morgen krijgt vr Zooveel van als hij wil". vip11 middernacht slopen de spitsbroederen uit gevangenis. In twee groepen overvielen zij en.-.het wapenarsenaal van de vesting a°ouden alien die zich verzetten. De overigen 't Turfschip wordt Oliebol laente zich een stuip Mensch! schaterde hij, wat ben je een held om voor een slapend mensch op den loop te gaan. M-maar het was zoo erg, bibberde Krent nog na, ik d-durfde niet te blijven wach ten en ben hard weggeioopen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 3