Jxet JOimt m Jxm Oiie&oi. De belegering van Damiate. Verhalen van ooggetuigen. ?4 1*^ Op authentieke gegevens wordt gewacht 1939 was geen goed jaar voor omj zuivel-export. v**} jT. f "I f4.. 5 ,$t \4* SS."» »-JSM'^flrïSbA»*»^* Vv^1 fflfafr'fcsiPétt /mM yf !\k, „BeUjïj vanDamiaJ? IN ons vorig artikel gaven wij tal van beden kingen van verschillende zijden welke tegen de Haarlemsche overleveringen geopperd zijn. Desondanks meenen wij toch voldoende rede nen te hebben, die voor de juistheid er van plei ten. In het algemeen is vast te stellen, dat oude overleveringen meestal een grond van waarheid hebben. Waarom dan ook niet deze? Verhaal van Aegidius van Zierikzee. In 'de Bijvoegselen van Delprat deel V bladzij 32 vinden wij de lezing over den strijd om Damiate welke Aegidius vier dagen na de inneming van Damiate heeft geschreven. Ingevolge opdracht van Paus Gregorius predikte Aegidius den kruistocht naar het Heilige Land. Hoewel hij Premonstratenser monnik was, heeft hij als voorman den geheelen tocht medegemaakt. Wij lezen in zijn aanteekeningen dat uit Holland 50.000 Friezen waaronder 8000 schildknapen en 1000 ge harnaste ridders, aan den kruistocht deelnamen. Onder de cijfers was niet medegeteld de vloot van onzen Hollandschen graaf Willem I, die den 29sten Mei 1217 ten getale van 12 welbemande koggen, van uit de Maas in zee gestoken was. In het Kanaal vereen ïgde de Hollanldsche vloot zich met die der Engelsche Kruisvaarders. Onder weg naar Portugal werd aan onzen graaf het bevel over de geheele scheepsmacht opgedragen. Na in Portugal de Mooren te hebben verslagen werd de scheepstocht naar Azië voortgezet. Midden in den zomer te Acra aangekomen zijnde werd besloten met het oog op de groote hitte en totale droogte, naar Egypte te zeilen, met de bedoeling Damiate te veroveren. Nadat de vloot de rivier was opge zeild en het beleg van Damiate was aangevangen hadden dagelijks verwoede gevechten plaats die aan tal van pelgrims het leven kostten. De stad geheel van levensmiddelen toevoer afsluiten was onmogelijk aangezien Sultan Malek al Kamel de rivier had afgesloten door drie torens, waarvan aan eiken oever één, en de derde midden.in de rivier. Door zware kettingen waren deze torens verbonden en een hooger opzeilen dus uitgesloten. Boven de kettingen was een schipbrug aangelegd tusschen de stad en den middel toren. Door middel van deze schipbrug kon de middeltoren steeds van krijgs voorraad en manschappen voorzien worden. Aegi dius schrijft, dat elke aanval op den middentoren met groote verliezen werd afgeslagen, totdat ein delijk in December 1218 het aan Aegidius gelukte als een der eersten den toren te beklimmen en in te nemen. Olivier schrijft over deze gevechten: De Friezen waren het, die den grooten aanvalstoren, welke op twee koggen was gebouwd, aanvoerden. Een van de aanvallers was zekere Hajo van Fivelingo. Deze deed wonderen met een dorschvlegel en overwel digde de Standaard van den Sultan. Gesta Fresorum beschrijft een episode uit het beleg van den middentoren: Twee van de Christe nen sprongen wel 8 voeten hoog om in den toren te komen. De een was een ridder en van Lubekker geboorte. De ander heette Hayo, een Fries, geboren in „Wolwagha" (Wolvega). Deze laatste had als wapen een ijzeren vlegel en de ander een „heerha mei-". Deze twee sloegen .fromelicke" de heiidenen, zoodat ze naar beneden vlogen. Hierna hielpen deze twee hun gezellen den toren beklimmen. Voor ons betoog is van meer belang het verhaal uit: Die Geschichte der Hohenstauffen door Friedricli von Raumer. Tot goed begrip diene het volgende: De Nijl was Twee beruchte figuren gegrepen. AMSTERDAM, 5 Maart Het forceeren van Winkelruiten bij juweliers schijnt in de oogen van hen, die er een gewoonte van hebben gemaakt, goederen van anderen te ontvreemden, een lucra tief bedrijf te zijn. Kort geleden slaagde een der gelijke poging bij een juwelierswinkel op het Ko ningsplein en in den afgeloopen nacht is hetzelfde geschied, hoewel de politie nu zeer snel kon over gaan tot aanhouding van de vermoedelijke daders. Vanmorgen vroeg merkte een rechercheur dat een auto met een GZ-nummer door de Kalver- straat in verboden richting reed. Hij noteerde het nummer van den wagen en ging daarna op onder zoek uit. Spoedig bleek dat inbrekers geprobeerd hadden door het forceeren van de étalage van den juwelierswinkel, toebehoorend aan de firma Goldrnarm, voorheen Schoorl, in de Kalverstraat, een grooten slag te slaan. Een smalle zijruit in het portiek was gedeeltelijk uitgesneden of uitge slagen. Het ontstane gat was net groot genoeg om een arm door te steken. In de étalage lag een groot aantal kostbare sieraden, welke een waarde had van ongeveer 20.000. Glassplinters en siera den lagen dooreen, zoodat op dat oogenblik niet kon worden vastgesteld of er iets was vermist. De politie van het bureau Singel informeerde naar den eigenaar van de auto met het nummer GZ-5811. Toen bleek, dat deze wagen toebehoorde aan een woonwagenbewoner W. in Haarlem. De Haarlemsche politie bracht een bezoek aan het woonwagenkamp, doch zoowel de auto als de woonwagen waren verdwenen. Inmiddels was ook de Amsterdamsche politie ver der op onderzoek uitgegaan. De naam W. heeft geen goeden klank, temeer niet omdat de gebroe ders F. W. en Th. W. beiden behoorden tot hen die door de recherche werden gevolgd. Daar F. W. een huis op de Heerengracht be woont, ging commissaris Jutte met eenige recher cheurs daar naar toe om te trachten W. te ar resteeren. De bewoner verschafte de politie geen toegang, zoodat de deur werd geforceerd. Een dei- beruchte broers werd daarop aangehouden. De politie vermoedde dat ook Th. W. zich in Amsterdam ophield. Inderdaad kon hij in de bin nenstad worden gearresteerd. ter plaatse ongeveer 60 Meter breed. Dichter bij den linkeroever dan bij den rechter was in de rivier een onneembaar kasteel gebouwd. Dat kasteel was zoo groot en sterk, dat er minstens 70 gewelfde kamers in werden geteld. Achter de rechter kettin gen was de zoo juist genoemde schipbrug aange bracht. De stad Damiate was eveneens buitenge woon sterk en omgeven door dubbele muren, waar telkens op kruisboogafstand versterkte torens wa ren aangebracht. Om de stad te kunnen innemen moesten de kruisvaarders meester zijn over de Nijl, dus moesten de kettingen verbroken worden en de kasteelen worden ingenomen. Om dit te bereiken werd eerst het linker kasteel ingenomen en de ketting tusschen dit. kasteel en den middentoren vernield. Hierna werden plannen gemaakt voor de inneming van de versterking in de rivier. Men bouwde daarvoor op twee koggen, die door balken aan elkaar verbonden waren, een aanvalstoren. In Von Raumer lezen wij nu verder: „Met hun sche pen omringden de Christenen zoo goed mogelijk deze sterkte. De schepen met den daarop gebouw den toren voeren naar den middeltoren waar ze door zware ankers tegen afdrijven werden beschut. De Saraceenen wierpen echter zulke groote hoeveel heden Grieksch vuur op den aanvalstoren, dat het allereerst de mast met de ladders van de Johan- nieters en daarna ook de ladders van den dapperen hertog van Oostem-ijk tot groote vreugde der Moo ren, het begaven. Spoedig werd onder leading van Olivier van Keulen de scheepstoren hersteld en nog geheel bo ven van een valbrug voorzien. Deze valbrug reikte tot aan den toren trans. Na een verwoed gevecht overmeesterden de Christenen de hoogste verdie ping, doch door het in brand steken van den toren door de Mooren wenden zij weer verjaagd. Zoodra de brand echter was uitgewoed, vielen de Friezen opnieuw aan en verjoegen zij tenslotte de verde digers 25 uren achtereen hadden deze gevechten ge duurd, tot eindelijk den 24en Augustus het on neembaar geachte kasteel toch was ingenomen. Tusschen den middentoren en het genomen kasteel op den linkeroever door, zeilde de vloot nu hooger- op. Slechts een tiental Friezen waaronder boven genoemde Aegidius bestormden nu de schipbrug die zij vernielden en vier dier schepen als buit mede namen. Nu moest de ketting nog worden ver nield en om hierin te slagen wenden een paar der Hollandsche schepen voor aan den steven van zware ijzeren staven voorzien om breken van den houten voorsteven te voorkomen. Met volle zeilen, voor den stroom af werd op de kettingen inge stormd met het groote succes dat ze het begaven en de geheele rivier dus vrij was. Van landzijde was de stad reeds geheel omsin geld zooidat nu door de schepen alle voedselaanvoer ook kon worden belemmerd. Desniettegenstaande ;elukte het meermalen aan vijandelijke schepen tusschen de Ohristenvloot door te slippen om op die manier levensmiddelen aan de stad te brengen. Hiertegen werd een list verzonnen. Door klokjes die aan kabels waren opgehangen werd elke boot die iff^den nacht daarmede in aanraking kwam verraden. Andere pogingen om de stad van levens middelen te voorzien werden eveneens verijdeld, totdat tenslotte wederom de Friezen er in slaagden in den nacht van 4 o'p 5 November 1219 een van de torens der stad te beklimmen. Bij het aanbreken an den dag volgde het geheele leger en werd de stad zonder verderen tegenstand ingenomen. Slechts een paar keeren hebben wij in de vele boeken iets over de kettingen en de scheepjes ge lezen Klokjes vonden wij in de aanteekeningen uit de oude boeken slechts één keer aangehaald. Wij zijn er dan ook niet in geslaagd een definitieve op lossing over de herkomst der klokjes te vinden. Gelukkig brengt Von Raumer met zijn verhaal dat hij van „Sanutus" heeft overgenomen, hierin eenige wijziging. De kettingen waren verbroken, de onneembare Moorsche toren midden in de rivier was 24 Aug. 1218 in handen der Christenen overgegaan, de Christenvloot was de rivier hooger opgezeild en Damiate werd zoowel van de landzijde als van de rivierzijde geheel omsingeld. Veertien en een halve maand van scherper beleg, hardnekkigen tegen stand, stormen en besmettelijke ziekten moesten nog verloopen alvorens de stad zich den 5en No vember 1219 zou overgeven. Graaf Willem, die reeds in 1217 in Portugal de Mooren bestreed, ge voelde in den zomer van 1219, na een ruim 2'A- jarige afwezigheid, de noodzakelijkheid, om naar zijn erflanden terug te keeren. Bezwaren hiertegen bestonden niet langer, omdat Damiate, door hon ger gedreven, het toch niet lang meer kon volhou den. Hoelang? Het was niet te bepalen. Waar schijnlijk had men juist vóór het vertrek van den Graaf een der belangrijkste bronnen van voedsel voorziening afgesneden door de verraderlijke, aan kabels opgehangen klokjes. Zou het nu zoo vei-wonderlijk zijn, wanneer in deze romantische riddertijden de vorst, als aanden ken aan den langdurigen strijd voor Damiate een paar dier klokjes mede naar huis nam? Behoeft men zich te verbazen, dat Graaf Willem in zijn re sidentie teruggekeerd, deze klokjes in zijn parochie kerk deed ophangen, als herinnering aan de roem volle wapenfeiten van zijn ridders en wapenknech ten, en deze klokjes eiken morgen en avond deed luiden, om te bidden voor het zielenheil van de gevallenen voor de verovering van de haast on neembare veste? Tenslotte nog een punt. Mevrouw Sterck-Proot heeft voor de vereeni- ging „Haerlem" twijfel uitgesproken over de vraag of de Haarlemmers wel deelgenomen hebben aan den tweeden kruistocht van Willem I, omdat er toen, zooals zij in het licht stelt, oneenigheid be stond tusschen Friezen en Haarlemmers. Het valt mij evenwel moeilijk aan te nemen dal Graaf Wil lem I, die toen in Haarlem resideerde en op 1217 met 12 welbemande koggen uit de Maas zijn kruis tocht aanving, geen ridders, schildknapen en man schappen uit zijn hofstad en omgeving zou hebber meegenomen. J. S. VISSER. Santpoort. Nieuwe ontdekking van Byrd's expeditie. WASHINGTON, 5 Maart. Op het departement van marine werd bericht ontvangen dat Byrd's expeditie zes kleine eilanden voor de kust van het Alexander-eiland, ongeveer achthonderd mijl ten Zuiden van Kaap Hoorn heeft ontdekt. De ontdek king werd gedaan toen de „Bear" door de sneeuw en den mist naar den ingang van de Marguerite- baai in Palmerland dreef. De eilanden waren kale toppen van met sneeuw- bedekte rotsen, omringd door zwaar pakijs. On- dertusschen is het bevoorradingsschip „North Star" uit Valparaiso bij de Marguerite-baai aangekomen. Beide schepen hebben het plan een voorraadbasis ten zuiden van Kaap Hoorn aan te leggen, terwijl ondertussChen een westelijke basis in Klein-Ame- rika gevestigd is. (United Press). Oude vrouw verbrand. MEPPEL, 5 Maart. De alleenwonende 87-jarige weduwe K. Wuffen te Eemster, gemeente Dwingelo, werd Zondagavond door een harer zoons, die haar eenige malen per dag komt bezoeken, brandend in haar woning aangetroffen. De kamer stond vol rook. De oude vrouw is vermoedelijk met haar kleeren te dicht bij de kachel gekomen en in brand geraakt. Hoewel de vlammen onmiddellijk werden gedoofd, kwam de hulp te laat en is de vrouw aan de ge volgen bezweken. Dan zullen stappen worden ondernomen Naar aanleiding van de aan vallen van vreemde vliegtuigen op Nederlandsche schepen in de Noordzee, hebben wij te bevoeg- der plaatse geïnformeerd naar hetgeen de regeering zich voor stelt ter zake te verrichten. Naar wij vernamen, beschikt de regee ring op dit oogenblik nog niet over andere gegevens dan de mede- deelingen, in de pers over het gebeurde verbreid. Zij zal echter niet nalaten om, zoodra haar authenieke gegevens ten dienste staan, de stappen te ondernemen, welke ter bescherming van onze scheepvaart tegen dergelijke aan vallen ,noodig kunnen blijken. Vooral Engeland leverde moeilijkheden op, Onze boter. Voor zoover op dit oogenblik de cijfers beschik baar zijn, mag worden vastgesteld, dat de boter- productie, wat de fabrieksboter betreft, van circa 97 millioen K.G. in1938 tot ongeveer 104 millioen K.G. in 1939 is gestegen. Deze vermeerdering moet in hoofdzaak worden toegeschreven aan het feit, dat in het afgeloopen jaar de weersgesteldheid in het algemeen gunstig is geweest voor het veehou- dersbedrijf, terwijl het mond- en klauwzeer niet dien grooten invloed heeft gehad als in het laatste kwartaal van 1938. Wat den export betreft, blijkt dat tot 1 Septem ber 1939 de uitvoer naar Duitschland, vergeleken bij de overeenkomstige periode van 1938, was ach teruitgegaan, evenals die naar België. Zwitserland verdween geheel als afnemer, terwijl Frankrijk een weinig meer betrok. De uitvoer naar onze overzee- sche gebieden bleef ongeveer gelijk. Engeland ifn- porteerde veel meer. Na het uitbreken van den oorlog is de toestand natuurlijk direct zeer sterk gewijzigd. Algemeen is bekend, dat de export naar Engeland een lij densgeschiedenis is geworden. Daarbij worde al leen maar herinnerd aam de verzendingsmoeilijk heden, de stijgende vrachtprijzen en verzekerings premies, de schommelingen van het Engelsche be taalmiddel en de groote onzekerheid op schier ieder gebied. Veel nadeeliger dan dat alles was het feit, dat de Engelsche regeering maximum prijzen vaststelde, die den export van boter verre van loonend maakten. In de eerste oorlogsweken was de uitvoer van boter naar Engeland nog vrij, doch op 23 September werden alle aanwezige voor raden door de Engelsche regeering in beslag ge nomen, evenals die, welke na dien datum werden aangevoerd. Op de in beslag genomen boter werd later een voorschot gegeven, terwijl de definitieve prijs eerst later, in overleg met de Nederlandsche regeering, zou worden vastgesteld. Dat gebeurde eerst op 19 December, toen overeenstemming werd bereikt. Bevredigend was de getroffen overeen komst zeker niet. In exporteurskringen is men echter uiterst bevreesd over de positie van onze boter op de Engelsche markt, als gevolg van de van die zijde getroffen maatregelen. Terwijl de geheele handel in margarine is vrijgelaten, heeft men bepaald, dat alle boter, van welk land dan ook, welke in Engeland wordt ingevoerd en van welke kwaliteit deze ook is, als regeeringsboter zal worden verkocht. Daardoor wordt dus het directe contact met de klanten verloren, maar wat zeker even onaangenaam is: het publiek krijgt niet meer de boter, waaraan het jaren gewend was. Den con sument \Vordt thans de boter toebedeeld. Indien hij deze niet weet te appreciéeren is, mede door de boterschaarschte, de geneigdheid om naar het surrogaat over te gaan zeer groot. De groote be zwaren zijn duidelijk en het zal veel moeite kosten later het verloren terrein weder te veroveren. De rechtstreeksche leveringen aan Duitsche klan ten zijn sedert den oorlog opgehouden. De verkoop in Duitschland heeft uitsluitend plaats via de Ne derlandsche Zuivelcen trale en de Reichsstelle für Milcherzeugnisse, Oele und Fette in Berlijn. De betaling -geschiedt door eerstgenoemde instantie aan de exporteurs. Zooveel mogelijk wordt vastge houden aan den regel, dat de afnemers de boter krijgen van dezelfde Nederlandsche leveranciers als vroeger. De boter-uitvoer naar de andere landen is se dert den oorlog bijna zonder uitzondering achter uitgegaan. Een uitzondering maken Italië en Zwit serland. De financieele uitkomsten van dezen uitvoer over 1939 zijn onbevredigend, vergeleken bij die van 1938. Kaas-export. De uitvoer van kaas was in 1938 reeds circa 3.5 Het Bewegingskoor Haarlem treedt- met de danseres Els Keezer op tijdens de nieuwe tournée, welke op 7 Maart in Haarlem aanvangt. VOOR DE KINDEREN Vooruit, kerel, zeur niet verder, we zullen samen eens gaan kijken wat er aan de hand is, besloot Jan, ik moet toch in ieder geval aan water zien te komen met een leege radiator kan ik ook niet verder. Piet stribbelde niet tegen, want in gezel schap van Jan voelde hij zich gerust en zoo trokken beiden op weg naar het onbekende. Ze kwamen aan het bijgebouwtje van het bewuste huis en inderdaad hoorde de Dikke een vervaarlijk gesnurk, toen hij met zijn oor aan de deur luisterde. Op zijn herhaald klop pen kreeg hij echter geen gehoor. Vooruit, Krent, probeer die deur open te maken en kijk eens wat daar binnen is .commandeerde de Dikke. millioen K.G. lager dan in 1937 en verm' 1939 weder in zeer beduidende mate alleen de oorlogsomstandigheden, wélke de oorzaak vormen. Reeds in het eer-i van 1939 was de export van kaas ft- K.G. lager dan in het eerste halfjaar va Juli en Augustus was het exportcijfer on J5"'"' lijk. In de laatste vier maanden is de uihf'^ 3 millioen K.G. kleiner geweest, In totaal export ongeveer 52 millioen K.G. a 58 millioen K.G. in 1938. De kleinere uitvoer is in hoofdzaak van den minderen afzet naar Duitschla„,< ook Engeland betrok veel minder ka - Frankrijk en Italië bleven de 1 veer gelijk. Helaas was de uitvoer naar A belangrijk minder, terwijl Spanje als export""* bijna geheel verloren ging. De kaas-uitvo België was zeer belangrijk en bedroeg iu ste zes maanden 9.275.000 K.G.. zoodat dit k' no. 1 voorkomt op de lijst onzer afzeWbk?' Een enkel land buiten Europa nam eèn exportkwantum af, zooals Venezuela ito 400.000 K.G. meer invoerde. b 6 Na den oorlog bleef Duitschland zijn hoeveelheid betrekken: Frankrijk betrok meer; Engeland stelde maximumprijzen vast in verhouding tot de Nederlandsche prijzen 5 laag waren. In October was het bijna ontnt». kaas naar Engeland te verzenden, doordat Pond was teruggevallen. België kocht in Sen!^ veel, in October was de afzet veel minder Ir? verhoogde marktprijzen in eigen land. La£ noemde prijzen hadden ten gevolge, dat de ö-' sterk verminderde en in November de prof- werd ingekrompen, zoodat de aanvoer in ber zeer klein was. Aan het einde van Decw trad een marktherstel in en waren de stijgende. Melkpot Het melkpoederbedrijf had geen gunstig 1939, behoudens een kleine opleving inde,,, oorlogsperiode. De grootere export wa§ niet hét": volg van een betere ontwikkeling in de géj> afzetgebieden, maar hield in hoofdzaak vert? met de grootere afleveringen aan de Vereeu Staten van Amerika, Zweden en Spanje. Da gen over was de uitvoer naar Engeland belaid lager. Gecondenseerde mek Engeland oefent een zeer belangrijken 'inv> uit op de Nederlandsche condensmarkt. Gedwé 1939 werden aan dezen Nederlandschen e? nieuwe beperkingen opgelegd, in hoofdzaak de toeneming der eigen Engelsche productie en de houding van dit land ten opzichte van eigen overzeesche gewesten. De oorlogsperi; heeft in zooverre eenige verandering in de pa gebracht, dat de condens in kleine verpakh meer in de belangstelling is komen te staan, wg door de vraag is toegenomen. Tot het uitbrak van den oorlog was de handel met Engeland daarna trad een verbetering in, welke hoogstas schijnlijk wel zal aanhouden. Intusschen hadden: condensfabrieken in de eerste periode van pogingen gedaan elders afzetgebieden te Gemakkelijk ging dit niet, in hoofdzaak doe felle concurrentie. Toch blijft het zaak deze poj gen niet te staken, omdat de mogelijkheid 1 groot is, dat, na terugkeer der meer norma!: ternationale verhoudingen, de export naar peesche landen meer en meer gelimiteerd worden. Caseïne. De export van caseïne was in 1939 weinig berr| j digend. Vooral Argentinië was met zeer lage zen voor dit product aan de markt, terwijl Frankrijk met lage offertes voor zuur-casé kwam, teneinde zijn uitvoer niet verloren gaan. De z.g. lebcaseïne werd door het la, niveau van de zuurcaseïne en de groote produi door Frankrijlc ook zeer laag aai door ons land niet in staat was te concurreeren. Nederlandsche export was in 1939 dan ook dan in 1938. In November en December was groote vraag naar zuurcaseïne, hoogs twaarschp lijk door het uitblijven van Argentijnsche casi' op de verschillende Europeesche markten. Als gevolg daarvan stegen de prijzen. Ook de naar lebcaseïne verbeterde in die periode. T rijk noteerde voor dit artikel nog lagere doordat dit land blijkbaar nog over voorraden te beschikken. Wel werd verwacht, dat spoedig verandering zou komen. MOLLERUS, ffestk ingan ten c ,asn ?c heel® engte jehee vallei nest® Frzi prijE Toepassing van de Vestigingswet Brandstoffen handel, rijwielbedrijf, schildersbedrijf. 's-GRAVENHAGE, 5 Maart. - Heden zijn uit gegeven de staatsbladen no. 647, 648 en 649, to; dende een algemeenen maatregel van bestuur t» toepassing van de vestigingswet kleinbedrijf lsli onderscheidenlijk ten aanzien van den brandstol- fenhandel. het rijwielbedrijf en het schilders!)* drijf Deze besluiten treden met ingang van 1 Maart 1940 in werking. De V. P. R. O. krijgt een nieuwe studio. HILVERSUM, 5 Maart. Door de ontwikke ling van zijn werk daartoe gedwongen heeft oe V. P. R. O. het besluit genomen over te gaan tot het bouwen van een nieuwe studio. Door en kele vrienden daartoe in staat gesteld heeiue V. P. R. O. in Hilversum een terrein g MARKT PURMEREND. Gemeentelijke Kaasbeurs. Verhandeld 18p^* tijen, wegende 20.000 K.G. Handel matig.Hov" prijs f 26.50. Gewicht 276. Handelg Hoogste prijs f 26 per 50 K.G. Boter f I.HMJ per K.G. Runderen totaal 482 stuks, ve koeien 275, 66—88 ct. per K.G., Gelde Mag 95, f 130—170 per stuk, goed: Melkkoeien w- f 160—240 per stuk, matig; Stieren 12, w-«j per K.G. matig; Paarden 15, f 110—250 pers matig; Vette kalveren 42, 78—95 ct. per ft matig; Graskalveren f 45—65 per stuk,®»1* Nuchtere kalveren voor de slacht 1475 f 5—r. stuk. matig; Nuchtere kalveren voor de iok* f 1318 per stuk, matig: Vette varkens voo - slacht 140, 58—62 ct. per K.G., vlug; Magere kens 54 f 2030 per stuk. matig; Bigg™ - f 12—18 per stuk matig; Schapen 944 n&r per stuk, goed: Bokken 22. f 3—14 per matig; Kipeieren f 55.30 per 100 stuks; eer» eieren f 4.75 per 100 st. Noord Hollandses wen (kuikens) 800, f 0.95—1 per K.G., ou«e r pen en hanen (wit en rood) 3600, f 0.45—jJ^ j* K.G. Oude kippen en hanen (blauw) f K.G.. Konijnen f 0.30—1.75 per stuk. 900, f 0.400.60 per stuk. Duiven f 0-40 per Coöperatieve Centrale Eierveiling, G.A. Aanvoer 11000 eendeneieren f Sw-r' 75.000 kippeneieren f 5.105.70.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6