Jxet JOimt m Jxm Oiie&oi.
De belegering van Damiate.
Verhalen van ooggetuigen.
?4 1*^
Op authentieke
gegevens wordt
gewacht
1939 was geen goed jaar voor omj
zuivel-export.
v**} jT. f "I f4.. 5
,$t \4*
SS."» »-JSM'^flrïSbA»*»^* Vv^1
fflfafr'fcsiPétt /mM yf !\k,
„BeUjïj vanDamiaJ?
IN ons vorig artikel gaven wij tal van beden
kingen van verschillende zijden welke tegen
de Haarlemsche overleveringen geopperd zijn.
Desondanks meenen wij toch voldoende rede
nen te hebben, die voor de juistheid er van plei
ten. In het algemeen is vast te stellen, dat oude
overleveringen meestal een grond van waarheid
hebben. Waarom dan ook niet deze?
Verhaal van Aegidius
van Zierikzee.
In 'de Bijvoegselen van Delprat deel V bladzij 32
vinden wij de lezing over den strijd om Damiate
welke Aegidius vier dagen na de inneming van
Damiate heeft geschreven.
Ingevolge opdracht van Paus Gregorius predikte
Aegidius den kruistocht naar het Heilige Land.
Hoewel hij Premonstratenser monnik was, heeft hij
als voorman den geheelen tocht medegemaakt. Wij
lezen in zijn aanteekeningen dat uit Holland 50.000
Friezen waaronder 8000 schildknapen en 1000 ge
harnaste ridders, aan den kruistocht deelnamen.
Onder de cijfers was niet medegeteld de vloot van
onzen Hollandschen graaf Willem I, die den 29sten
Mei 1217 ten getale van 12 welbemande koggen,
van uit de Maas in zee gestoken was.
In het Kanaal vereen ïgde de Hollanldsche vloot
zich met die der Engelsche Kruisvaarders. Onder
weg naar Portugal werd aan onzen graaf het bevel
over de geheele scheepsmacht opgedragen. Na in
Portugal de Mooren te hebben verslagen werd de
scheepstocht naar Azië voortgezet. Midden in den
zomer te Acra aangekomen zijnde werd besloten
met het oog op de groote hitte en totale droogte,
naar Egypte te zeilen, met de bedoeling Damiate
te veroveren. Nadat de vloot de rivier was opge
zeild en het beleg van Damiate was aangevangen
hadden dagelijks verwoede gevechten plaats die
aan tal van pelgrims het leven kostten. De stad
geheel van levensmiddelen toevoer afsluiten was
onmogelijk aangezien Sultan Malek al Kamel de
rivier had afgesloten door drie torens, waarvan aan
eiken oever één, en de derde midden.in de rivier.
Door zware kettingen waren deze torens verbonden
en een hooger opzeilen dus uitgesloten. Boven de
kettingen was een schipbrug aangelegd tusschen de
stad en den middel toren. Door middel van deze
schipbrug kon de middeltoren steeds van krijgs
voorraad en manschappen voorzien worden. Aegi
dius schrijft, dat elke aanval op den middentoren
met groote verliezen werd afgeslagen, totdat ein
delijk in December 1218 het aan Aegidius gelukte
als een der eersten den toren te beklimmen en in
te nemen.
Olivier schrijft over deze gevechten: De Friezen
waren het, die den grooten aanvalstoren, welke op
twee koggen was gebouwd, aanvoerden. Een van
de aanvallers was zekere Hajo van Fivelingo. Deze
deed wonderen met een dorschvlegel en overwel
digde de Standaard van den Sultan.
Gesta Fresorum beschrijft een episode uit het
beleg van den middentoren: Twee van de Christe
nen sprongen wel 8 voeten hoog om in den toren
te komen. De een was een ridder en van Lubekker
geboorte. De ander heette Hayo, een Fries, geboren
in „Wolwagha" (Wolvega). Deze laatste had als
wapen een ijzeren vlegel en de ander een „heerha
mei-". Deze twee sloegen .fromelicke" de heiidenen,
zoodat ze naar beneden vlogen. Hierna hielpen
deze twee hun gezellen den toren beklimmen.
Voor ons betoog is van meer belang het verhaal
uit:
Die Geschichte der Hohenstauffen
door Friedricli von Raumer.
Tot goed begrip diene het volgende: De Nijl was
Twee beruchte figuren gegrepen.
AMSTERDAM, 5 Maart Het forceeren van
Winkelruiten bij juweliers schijnt in de oogen van
hen, die er een gewoonte van hebben gemaakt,
goederen van anderen te ontvreemden, een lucra
tief bedrijf te zijn. Kort geleden slaagde een der
gelijke poging bij een juwelierswinkel op het Ko
ningsplein en in den afgeloopen nacht is hetzelfde
geschied, hoewel de politie nu zeer snel kon over
gaan tot aanhouding van de vermoedelijke daders.
Vanmorgen vroeg merkte een rechercheur dat
een auto met een GZ-nummer door de Kalver-
straat in verboden richting reed. Hij noteerde het
nummer van den wagen en ging daarna op onder
zoek uit. Spoedig bleek dat inbrekers geprobeerd
hadden door het forceeren van de étalage van
den juwelierswinkel, toebehoorend aan de firma
Goldrnarm, voorheen Schoorl, in de Kalverstraat,
een grooten slag te slaan. Een smalle zijruit in
het portiek was gedeeltelijk uitgesneden of uitge
slagen. Het ontstane gat was net groot genoeg
om een arm door te steken. In de étalage lag een
groot aantal kostbare sieraden, welke een waarde
had van ongeveer 20.000. Glassplinters en siera
den lagen dooreen, zoodat op dat oogenblik niet
kon worden vastgesteld of er iets was vermist.
De politie van het bureau Singel informeerde
naar den eigenaar van de auto met het nummer
GZ-5811.
Toen bleek, dat deze wagen toebehoorde
aan een woonwagenbewoner W. in Haarlem.
De Haarlemsche politie bracht een bezoek
aan het woonwagenkamp, doch zoowel de
auto als de woonwagen waren verdwenen.
Inmiddels was ook de Amsterdamsche politie ver
der op onderzoek uitgegaan. De naam W. heeft
geen goeden klank, temeer niet omdat de gebroe
ders F. W. en Th. W. beiden behoorden tot hen
die door de recherche werden gevolgd.
Daar F. W. een huis op de Heerengracht be
woont, ging commissaris Jutte met eenige recher
cheurs daar naar toe om te trachten W. te ar
resteeren. De bewoner verschafte de politie geen
toegang, zoodat de deur werd geforceerd. Een dei-
beruchte broers werd daarop aangehouden.
De politie vermoedde dat ook Th. W. zich in
Amsterdam ophield. Inderdaad kon hij in de bin
nenstad worden gearresteerd.
ter plaatse ongeveer 60 Meter breed. Dichter bij
den linkeroever dan bij den rechter was in de rivier
een onneembaar kasteel gebouwd. Dat kasteel was
zoo groot en sterk, dat er minstens 70 gewelfde
kamers in werden geteld. Achter de rechter kettin
gen was de zoo juist genoemde schipbrug aange
bracht. De stad Damiate was eveneens buitenge
woon sterk en omgeven door dubbele muren, waar
telkens op kruisboogafstand versterkte torens wa
ren aangebracht. Om de stad te kunnen innemen
moesten de kruisvaarders meester zijn over de Nijl,
dus moesten de kettingen verbroken worden en de
kasteelen worden ingenomen. Om dit te bereiken
werd eerst het linker kasteel ingenomen en de
ketting tusschen dit. kasteel en den middentoren
vernield. Hierna werden plannen gemaakt voor de
inneming van de versterking in de rivier. Men
bouwde daarvoor op twee koggen, die door balken
aan elkaar verbonden waren, een aanvalstoren. In
Von Raumer lezen wij nu verder: „Met hun sche
pen omringden de Christenen zoo goed mogelijk
deze sterkte. De schepen met den daarop gebouw
den toren voeren naar den middeltoren waar ze
door zware ankers tegen afdrijven werden beschut.
De Saraceenen wierpen echter zulke groote hoeveel
heden Grieksch vuur op den aanvalstoren, dat het
allereerst de mast met de ladders van de Johan-
nieters en daarna ook de ladders van den dapperen
hertog van Oostem-ijk tot groote vreugde der Moo
ren, het begaven.
Spoedig werd onder leading van Olivier van
Keulen de scheepstoren hersteld en nog geheel bo
ven van een valbrug voorzien. Deze valbrug reikte
tot aan den toren trans. Na een verwoed gevecht
overmeesterden de Christenen de hoogste verdie
ping, doch door het in brand steken van den toren
door de Mooren wenden zij weer verjaagd. Zoodra
de brand echter was uitgewoed, vielen de Friezen
opnieuw aan en verjoegen zij tenslotte de verde
digers
25 uren achtereen hadden deze gevechten ge
duurd, tot eindelijk den 24en Augustus het on
neembaar geachte kasteel toch was ingenomen.
Tusschen den middentoren en het genomen kasteel
op den linkeroever door, zeilde de vloot nu hooger-
op. Slechts een tiental Friezen waaronder boven
genoemde Aegidius bestormden nu de schipbrug
die zij vernielden en vier dier schepen als buit
mede namen. Nu moest de ketting nog worden ver
nield en om hierin te slagen wenden een paar der
Hollandsche schepen voor aan den steven van
zware ijzeren staven voorzien om breken van den
houten voorsteven te voorkomen. Met volle zeilen,
voor den stroom af werd op de kettingen inge
stormd met het groote succes dat ze het begaven
en de geheele rivier dus vrij was.
Van landzijde was de stad reeds geheel omsin
geld zooidat nu door de schepen alle voedselaanvoer
ook kon worden belemmerd. Desniettegenstaande
;elukte het meermalen aan vijandelijke schepen
tusschen de Ohristenvloot door te slippen om op
die manier levensmiddelen aan de stad te brengen.
Hiertegen werd een list verzonnen. Door klokjes
die aan kabels waren opgehangen werd elke boot
die iff^den nacht daarmede in aanraking kwam
verraden. Andere pogingen om de stad van levens
middelen te voorzien werden eveneens verijdeld,
totdat tenslotte wederom de Friezen er in slaagden
in den nacht van 4 o'p 5 November 1219 een van
de torens der stad te beklimmen. Bij het aanbreken
an den dag volgde het geheele leger en werd de
stad zonder verderen tegenstand ingenomen.
Slechts een paar keeren hebben wij in de vele
boeken iets over de kettingen en de scheepjes ge
lezen Klokjes vonden wij in de aanteekeningen uit
de oude boeken slechts één keer aangehaald. Wij
zijn er dan ook niet in geslaagd een definitieve op
lossing over de herkomst der klokjes te vinden.
Gelukkig brengt Von Raumer met zijn verhaal dat
hij van „Sanutus" heeft overgenomen, hierin eenige
wijziging.
De kettingen waren verbroken, de onneembare
Moorsche toren midden in de rivier was 24 Aug.
1218 in handen der Christenen overgegaan, de
Christenvloot was de rivier hooger opgezeild en
Damiate werd zoowel van de landzijde als van de
rivierzijde geheel omsingeld. Veertien en een halve
maand van scherper beleg, hardnekkigen tegen
stand, stormen en besmettelijke ziekten moesten
nog verloopen alvorens de stad zich den 5en No
vember 1219 zou overgeven. Graaf Willem, die
reeds in 1217 in Portugal de Mooren bestreed, ge
voelde in den zomer van 1219, na een ruim 2'A-
jarige afwezigheid, de noodzakelijkheid, om naar
zijn erflanden terug te keeren. Bezwaren hiertegen
bestonden niet langer, omdat Damiate, door hon
ger gedreven, het toch niet lang meer kon volhou
den. Hoelang? Het was niet te bepalen. Waar
schijnlijk had men juist vóór het vertrek van den
Graaf een der belangrijkste bronnen van voedsel
voorziening afgesneden door de verraderlijke, aan
kabels opgehangen klokjes.
Zou het nu zoo vei-wonderlijk zijn, wanneer in
deze romantische riddertijden de vorst, als aanden
ken aan den langdurigen strijd voor Damiate een
paar dier klokjes mede naar huis nam? Behoeft
men zich te verbazen, dat Graaf Willem in zijn re
sidentie teruggekeerd, deze klokjes in zijn parochie
kerk deed ophangen, als herinnering aan de roem
volle wapenfeiten van zijn ridders en wapenknech
ten, en deze klokjes eiken morgen en avond deed
luiden, om te bidden voor het zielenheil van de
gevallenen voor de verovering van de haast on
neembare veste?
Tenslotte nog een punt.
Mevrouw Sterck-Proot heeft voor de vereeni-
ging „Haerlem" twijfel uitgesproken over de vraag
of de Haarlemmers wel deelgenomen hebben aan
den tweeden kruistocht van Willem I, omdat er
toen, zooals zij in het licht stelt, oneenigheid be
stond tusschen Friezen en Haarlemmers. Het valt
mij evenwel moeilijk aan te nemen dal Graaf Wil
lem I, die toen in Haarlem resideerde en op 1217
met 12 welbemande koggen uit de Maas zijn kruis
tocht aanving, geen ridders, schildknapen en man
schappen uit zijn hofstad en omgeving zou hebber
meegenomen.
J. S. VISSER.
Santpoort.
Nieuwe ontdekking van Byrd's
expeditie.
WASHINGTON, 5 Maart. Op het departement
van marine werd bericht ontvangen dat Byrd's
expeditie zes kleine eilanden voor de kust van het
Alexander-eiland, ongeveer achthonderd mijl ten
Zuiden van Kaap Hoorn heeft ontdekt. De ontdek
king werd gedaan toen de „Bear" door de sneeuw
en den mist naar den ingang van de Marguerite-
baai in Palmerland dreef.
De eilanden waren kale toppen van met sneeuw-
bedekte rotsen, omringd door zwaar pakijs. On-
dertusschen is het bevoorradingsschip „North Star"
uit Valparaiso bij de Marguerite-baai aangekomen.
Beide schepen hebben het plan een voorraadbasis
ten zuiden van Kaap Hoorn aan te leggen, terwijl
ondertussChen een westelijke basis in Klein-Ame-
rika gevestigd is.
(United Press).
Oude vrouw verbrand.
MEPPEL, 5 Maart. De alleenwonende 87-jarige
weduwe K. Wuffen te Eemster, gemeente Dwingelo,
werd Zondagavond door een harer zoons, die haar
eenige malen per dag komt bezoeken, brandend in
haar woning aangetroffen. De kamer stond vol rook.
De oude vrouw is vermoedelijk met haar kleeren te
dicht bij de kachel gekomen en in brand geraakt.
Hoewel de vlammen onmiddellijk werden gedoofd,
kwam de hulp te laat en is de vrouw aan de ge
volgen bezweken.
Dan zullen stappen
worden ondernomen
Naar aanleiding van de aan
vallen van vreemde vliegtuigen op
Nederlandsche schepen in de
Noordzee, hebben wij te bevoeg-
der plaatse geïnformeerd naar
hetgeen de regeering zich voor
stelt ter zake te verrichten. Naar
wij vernamen, beschikt de regee
ring op dit oogenblik nog niet over
andere gegevens dan de mede-
deelingen, in de pers over het
gebeurde verbreid. Zij zal echter
niet nalaten om, zoodra haar
authenieke gegevens ten dienste
staan, de stappen te ondernemen,
welke ter bescherming van onze
scheepvaart tegen dergelijke aan
vallen ,noodig kunnen blijken.
Vooral Engeland leverde moeilijkheden op,
Onze boter.
Voor zoover op dit oogenblik de cijfers beschik
baar zijn, mag worden vastgesteld, dat de boter-
productie, wat de fabrieksboter betreft, van circa
97 millioen K.G. in1938 tot ongeveer 104 millioen
K.G. in 1939 is gestegen. Deze vermeerdering moet
in hoofdzaak worden toegeschreven aan het feit,
dat in het afgeloopen jaar de weersgesteldheid in
het algemeen gunstig is geweest voor het veehou-
dersbedrijf, terwijl het mond- en klauwzeer niet
dien grooten invloed heeft gehad als in het laatste
kwartaal van 1938.
Wat den export betreft, blijkt dat tot 1 Septem
ber 1939 de uitvoer naar Duitschland, vergeleken
bij de overeenkomstige periode van 1938, was ach
teruitgegaan, evenals die naar België. Zwitserland
verdween geheel als afnemer, terwijl Frankrijk een
weinig meer betrok. De uitvoer naar onze overzee-
sche gebieden bleef ongeveer gelijk. Engeland ifn-
porteerde veel meer.
Na het uitbreken van den oorlog is de toestand
natuurlijk direct zeer sterk gewijzigd. Algemeen
is bekend, dat de export naar Engeland een lij
densgeschiedenis is geworden. Daarbij worde al
leen maar herinnerd aam de verzendingsmoeilijk
heden, de stijgende vrachtprijzen en verzekerings
premies, de schommelingen van het Engelsche be
taalmiddel en de groote onzekerheid op schier
ieder gebied. Veel nadeeliger dan dat alles was
het feit, dat de Engelsche regeering maximum
prijzen vaststelde, die den export van boter verre
van loonend maakten. In de eerste oorlogsweken
was de uitvoer van boter naar Engeland nog vrij,
doch op 23 September werden alle aanwezige voor
raden door de Engelsche regeering in beslag ge
nomen, evenals die, welke na dien datum werden
aangevoerd. Op de in beslag genomen boter werd
later een voorschot gegeven, terwijl de definitieve
prijs eerst later, in overleg met de Nederlandsche
regeering, zou worden vastgesteld. Dat gebeurde
eerst op 19 December, toen overeenstemming werd
bereikt. Bevredigend was de getroffen overeen
komst zeker niet. In exporteurskringen is men
echter uiterst bevreesd over de positie van onze
boter op de Engelsche markt, als gevolg van de
van die zijde getroffen maatregelen. Terwijl de
geheele handel in margarine is vrijgelaten, heeft
men bepaald, dat alle boter, van welk land dan
ook, welke in Engeland wordt ingevoerd en van
welke kwaliteit deze ook is, als regeeringsboter zal
worden verkocht. Daardoor wordt dus het directe
contact met de klanten verloren, maar wat zeker
even onaangenaam is: het publiek krijgt niet meer
de boter, waaraan het jaren gewend was. Den con
sument \Vordt thans de boter toebedeeld. Indien hij
deze niet weet te appreciéeren is, mede door de
boterschaarschte, de geneigdheid om naar het
surrogaat over te gaan zeer groot. De groote be
zwaren zijn duidelijk en het zal veel moeite kosten
later het verloren terrein weder te veroveren.
De rechtstreeksche leveringen aan Duitsche klan
ten zijn sedert den oorlog opgehouden. De verkoop
in Duitschland heeft uitsluitend plaats via de Ne
derlandsche Zuivelcen trale en de Reichsstelle für
Milcherzeugnisse, Oele und Fette in Berlijn. De
betaling -geschiedt door eerstgenoemde instantie
aan de exporteurs. Zooveel mogelijk wordt vastge
houden aan den regel, dat de afnemers de boter
krijgen van dezelfde Nederlandsche leveranciers
als vroeger.
De boter-uitvoer naar de andere landen is se
dert den oorlog bijna zonder uitzondering achter
uitgegaan. Een uitzondering maken Italië en Zwit
serland.
De financieele uitkomsten van dezen uitvoer over
1939 zijn onbevredigend, vergeleken bij die van
1938.
Kaas-export.
De uitvoer van kaas was in 1938 reeds circa 3.5
Het Bewegingskoor Haarlem treedt- met de danseres Els Keezer op
tijdens de nieuwe tournée, welke op 7 Maart in Haarlem aanvangt.
VOOR DE KINDEREN
Vooruit, kerel, zeur niet verder, we
zullen samen eens gaan kijken wat er aan de
hand is, besloot Jan, ik moet toch in ieder
geval aan water zien te komen met een leege
radiator kan ik ook niet verder.
Piet stribbelde niet tegen, want in gezel
schap van Jan voelde hij zich gerust en zoo
trokken beiden op weg naar het onbekende.
Ze kwamen aan het bijgebouwtje van het
bewuste huis en inderdaad hoorde de Dikke
een vervaarlijk gesnurk, toen hij met zijn oor
aan de deur luisterde. Op zijn herhaald klop
pen kreeg hij echter geen gehoor.
Vooruit, Krent, probeer die deur open te
maken en kijk eens wat daar binnen
is .commandeerde de Dikke.
millioen K.G. lager dan in 1937 en verm'
1939 weder in zeer beduidende mate
alleen de oorlogsomstandigheden, wélke
de oorzaak vormen. Reeds in het eer-i
van 1939 was de export van kaas ft-
K.G. lager dan in het eerste halfjaar va
Juli en Augustus was het exportcijfer on J5"'"'
lijk. In de laatste vier maanden is de uihf'^
3 millioen K.G. kleiner geweest, In totaal
export ongeveer 52 millioen K.G. a
58 millioen K.G. in 1938.
De kleinere uitvoer is in hoofdzaak
van den minderen afzet naar Duitschla„,<
ook Engeland betrok veel minder ka -
Frankrijk en Italië bleven de 1
veer gelijk. Helaas was de uitvoer naar A
belangrijk minder, terwijl Spanje als export""*
bijna geheel verloren ging. De kaas-uitvo
België was zeer belangrijk en bedroeg iu
ste zes maanden 9.275.000 K.G.. zoodat dit k'
no. 1 voorkomt op de lijst onzer afzeWbk?'
Een enkel land buiten Europa nam eèn
exportkwantum af, zooals Venezuela ito
400.000 K.G. meer invoerde. b 6
Na den oorlog bleef Duitschland zijn
hoeveelheid betrekken: Frankrijk betrok
meer; Engeland stelde maximumprijzen vast
in verhouding tot de Nederlandsche prijzen 5
laag waren. In October was het bijna ontnt».
kaas naar Engeland te verzenden, doordat
Pond was teruggevallen. België kocht in Sen!^
veel, in October was de afzet veel minder Ir?
verhoogde marktprijzen in eigen land. La£
noemde prijzen hadden ten gevolge, dat de ö-'
sterk verminderde en in November de prof-
werd ingekrompen, zoodat de aanvoer in
ber zeer klein was. Aan het einde van Decw
trad een marktherstel in en waren de
stijgende.
Melkpot
Het melkpoederbedrijf had geen gunstig
1939, behoudens een kleine opleving inde,,,
oorlogsperiode. De grootere export wa§ niet hét":
volg van een betere ontwikkeling in de géj>
afzetgebieden, maar hield in hoofdzaak vert?
met de grootere afleveringen aan de Vereeu
Staten van Amerika, Zweden en Spanje. Da
gen over was de uitvoer naar Engeland belaid
lager.
Gecondenseerde mek
Engeland oefent een zeer belangrijken 'inv>
uit op de Nederlandsche condensmarkt. Gedwé
1939 werden aan dezen Nederlandschen e?
nieuwe beperkingen opgelegd, in hoofdzaak
de toeneming der eigen Engelsche productie en
de houding van dit land ten opzichte van
eigen overzeesche gewesten. De oorlogsperi;
heeft in zooverre eenige verandering in de pa
gebracht, dat de condens in kleine verpakh
meer in de belangstelling is komen te staan, wg
door de vraag is toegenomen. Tot het uitbrak
van den oorlog was de handel met Engeland
daarna trad een verbetering in, welke hoogstas
schijnlijk wel zal aanhouden. Intusschen hadden:
condensfabrieken in de eerste periode van
pogingen gedaan elders afzetgebieden te
Gemakkelijk ging dit niet, in hoofdzaak doe
felle concurrentie. Toch blijft het zaak deze poj
gen niet te staken, omdat de mogelijkheid 1
groot is, dat, na terugkeer der meer norma!:
ternationale verhoudingen, de export naar
peesche landen meer en meer gelimiteerd
worden.
Caseïne.
De export van caseïne was in 1939 weinig berr| j
digend. Vooral Argentinië was met zeer lage
zen voor dit product aan de markt, terwijl
Frankrijk met lage offertes voor zuur-casé
kwam, teneinde zijn uitvoer niet verloren
gaan. De z.g. lebcaseïne werd door het la,
niveau van de zuurcaseïne en de groote produi
door Frankrijlc ook zeer laag aai
door ons land niet in staat was te concurreeren.
Nederlandsche export was in 1939 dan ook
dan in 1938. In November en December was
groote vraag naar zuurcaseïne, hoogs twaarschp
lijk door het uitblijven van Argentijnsche casi'
op de verschillende Europeesche markten. Als
gevolg daarvan stegen de prijzen. Ook de
naar lebcaseïne verbeterde in die periode. T
rijk noteerde voor dit artikel nog lagere
doordat dit land blijkbaar nog over voorraden
te beschikken. Wel werd verwacht, dat
spoedig verandering zou komen.
MOLLERUS,
ffestk
ingan
ten c
,asn
?c
heel®
engte
jehee
vallei
nest®
Frzi
prijE
Toepassing van de Vestigingswet
Brandstoffen handel, rijwielbedrijf,
schildersbedrijf.
's-GRAVENHAGE, 5 Maart. - Heden zijn uit
gegeven de staatsbladen no. 647, 648 en 649, to;
dende een algemeenen maatregel van bestuur t»
toepassing van de vestigingswet kleinbedrijf lsli
onderscheidenlijk ten aanzien van den brandstol-
fenhandel. het rijwielbedrijf en het schilders!)*
drijf Deze besluiten treden met ingang van 1
Maart 1940 in werking.
De V. P. R. O. krijgt een nieuwe
studio.
HILVERSUM, 5 Maart. Door de ontwikke
ling van zijn werk daartoe gedwongen heeft oe
V. P. R. O. het besluit genomen over te gaan tot
het bouwen van een nieuwe studio. Door en
kele vrienden daartoe in staat gesteld heeiue
V. P. R. O. in Hilversum een terrein g
MARKT PURMEREND.
Gemeentelijke Kaasbeurs. Verhandeld 18p^*
tijen, wegende 20.000 K.G. Handel matig.Hov"
prijs f 26.50. Gewicht 276. Handelg
Hoogste prijs f 26 per 50 K.G. Boter f I.HMJ
per K.G. Runderen totaal 482 stuks, ve
koeien 275, 66—88 ct. per K.G., Gelde Mag
95, f 130—170 per stuk, goed: Melkkoeien w-
f 160—240 per stuk, matig; Stieren 12, w-«j
per K.G. matig; Paarden 15, f 110—250 pers
matig; Vette kalveren 42, 78—95 ct. per ft
matig; Graskalveren f 45—65 per stuk,®»1*
Nuchtere kalveren voor de slacht 1475 f 5—r.
stuk. matig; Nuchtere kalveren voor de iok*
f 1318 per stuk, matig: Vette varkens voo -
slacht 140, 58—62 ct. per K.G., vlug; Magere
kens 54 f 2030 per stuk. matig; Bigg™ -
f 12—18 per stuk matig; Schapen 944 n&r
per stuk, goed: Bokken 22. f 3—14 per
matig; Kipeieren f 55.30 per 100 stuks; eer»
eieren f 4.75 per 100 st. Noord Hollandses
wen (kuikens) 800, f 0.95—1 per K.G., ou«e r
pen en hanen (wit en rood) 3600, f 0.45—jJ^ j*
K.G. Oude kippen en hanen (blauw) f
K.G.. Konijnen f 0.30—1.75 per stuk.
900, f 0.400.60 per stuk. Duiven f 0-40 per
Coöperatieve Centrale Eierveiling,
G.A. Aanvoer 11000 eendeneieren f Sw-r'
75.000 kippeneieren f 5.105.70.