pdische begrooting aangenomen „Stadrecht-ramp herleeft H De mobilisatieclubs. lof voor wat door Defensie is bereikt. voor den Raad voo de Scheepvaart. [DAG 7 MAART 1940 TWEEDE KAMER Op spoedige afwerking van slagkruiserplan aangedrongen. DEN HAAG, Woensdag. -ruimte heden tot bijzondere beper- 0 Fa. m0ge het overzicht omtrent wat er 'BSede Kamer voorviel, bepaald blijven '1 vermelding, dat na afhandeling der o* jjegrooting, die van Suriname aan de .m" waarbij de heeren IJzerman ïes' (R-K-). v. Kempen (lib.) het ,r'i veerden en dat verreweg het belangwek- van de beraadslagingen over eerstge- 1 be°rooting, de gedachtenwisseling over ^kruisers-plan was. Daartoe boden de af- n Oorlog en Marine" gelegenheid, die er SzVst. doorging, met aanteekening van en"'der heeren Posthumus (chr. goestam en de Visser (beiden 'benoemde deelde mee, dat zijn fractie i nt tegen de slagkruisers is, omdat de miè Uitgaven de overige uitgaven al te Hrei»en te overwoekeren. De slagkruisers Leiver omlijsting zouden zeker een half C'M kosten. Het vlootplan, zoo vernemen we ■een uiting van het Nederlandsche im- ne dat zich aan de zijde van de agres- 'imiie'rialistische mogendheden Engeland en ■^4 l tt»v_ f /lof rlorfroli iltr nlon i. Erg is 't, dat 'n dergelijk plan een kabinet, waarin socialisten zitting o' (nat. soc.) als steeds den achter- iütrP 53! van |d. Kadat jApLaritiem gebied aan de politieke par- en aan Dr. Colijn had verweten, consta nt hij dat het nog drie jaar heeft geduurd Lat de tegenwoordige Minister van Koloniën L beslissing inzake de slagkruisers kwam. mldige nalatigheid tegen het eigen volk acht- snr het, dat, nu we midden in den oorlog lende Regeering eerst nog den Volksraad ir de slagkruisers wil hooren. jegens de Regeering wegens de ge ding, drong de heer Duymaer v. htTa.r.) op spoed aan, zoowel wat de be deling van het wetsontwerp in Indië als hier jande betreft. Per vliegtuig kan men het ad- jivan den Volksraad hierheen laten komen, jrtó is gelijktijdige indiening van het ontwerp de Sta ten-Generaal en bij den Volksraad senscht. Het hooren van dat college, achtte de heer poll (R.K.) wiens partijgenoot Bajetto «r eenzijdige propaganda voor den bouw van igkruisers geklaagd had noodzakelijk. Zulks literwege te laten, ware een groote fout ge- «t, Sp;. hoopte dat de Regeering voor de ifst volledige toelichting zal zorgen, ook met dclng tot de vraag of deze, dan wel een •e vlootversterking het maximum .rende- voor de weermacht zal opleveren en of we lateriaal op tijd zullen kunnen krijgen, erigens. kan men de discussie opschorten tot S aangekondigde wetsontwerp er zou zijn. ;imeeging de heer v.Kempen (lib.) accoord. jlang het voorstel niet ter tafel ligt, vond hij debat over de slagkruisers voorbarig, al wilde wel erkennen, dat h.ij het van groot belang iitte dat de beslissing bij de Regeering na beraad is gevallen. Insgelijks voelde de heer Stokvis (s.d.) er 't eest voor op dit oogenblik nog niet op de slag- ;-kwestie zelf in te gaan, zijn fractie be dt zich haar beslissing nog ten volle voor. Mat het voorstel in den vorm van een wets- itwerp het licht zal hebben gezien. Ook de M i n i s t e r van Koloniën ging idltalles, begrijpelijkerwijze, niet te diep op het agkruiserplan in. Het voornaamste van zijn ntwoord was eigenlijk, dat hij toezegde het in th! nemen van spoed te zullen bevorderen. In juring van het wetsontwerp bij de Staten-Ge- eraafkan pas geschieden na de behandeling tor den Volksraad (de correspondentie tus- 'len G. G. en minister geschiedt niet per schip, ar door de lucht) doch wel zal het Parlement ier tegelijk met den Volksraad, door middel een nota, kennis krijgen van den tekst van voorstel zooals het te Batavia aanhangig lordt EERSTE KAMER Voor de koffie voerden prof. de Savornin tohman (C.H.) en Mr. v. Rappard (lib.), Zwoorden dit, in groote trekken, in gelijken a Beiden keerden zich b.v. tegen het gevaar jan politiek in het leger tengevolge van de mobi- tachibs, beiden drongen op spoed t.a.v. het foor hen toegejuichte slagkruiserplan aan de Toorzitter had te voren in overweging gegeven te niet diep op deze zaak in te gaan en «n onderstreepten, dat, praktisch gesproken, jansch het volk wat de landsverdediging betreft, "Morde Regeering staat. te Lohman bracht hulde aan den afge won opperbevelhebber alsmede aan minister Wn Dijk, die zelf al veel gedaan heeft voor het teil brengen onzer weermacht. Met voldoe- -hi? had spr,, waargenomen, dat en hoe ook de wnlandsche pers over onze defensie had kun- pschrijven. teschen zitten we nog met betreurenswaar de gevolgen van verzuimen uit het verleden, JJJfc veel te sterke inkrimping van het be- wpskader. waarvan uitbreiding dringend noo- p Dank zij de te kleine oudere lichtingen, J!»heel wat vaders opgeroepen, terwijl tal ^jongelieden niet onder de wapenen zijn. gewaagde spr. van grooten achterstand materieel, al erkende hij, dat minister r-.|U°rn doet wat hij kan. f^oreel bij leger en vloot noemde prof. ~"°d, doch in sommige opzichten kan van de tucht nog meer tct uiting tlat^e geestelijke paraatheid der burgerij be- 5.öaai'aan viel z.i. nog wel te verbeteren. J.'en drachtig optreden tegen verraad, spion- t',fen geknoei met materiaal en leveranties senscht. Tenslotte sprak de C.H. tolv li t er zite vreugde over uit, dat bij ons o® belanffstfiHina voor leger en vloot toe- in het Na de pauze een korte beschouwing van den heer Blomjous (R.K.) en vervolgens een lang, belangwekkende rede van mr. Wiardi Beekman (S.D.) die, sprekende over de groote waarde van 't contact van 't leger met het bur gerlijk leven breedvoerig het bestaan van de mobilisatieclubs verdedigde. Men moet wel bedenken zoo gaf hij te ver- staan dat bij ons de eenheid alleen te verkrij gen is door vrijelijk de bestaande verscheiden heid te erkennen. Principieel ligt de zaak zoo, dat we nu eenmaal een viertal groote, verschillende geestelijke volksstroomingen hebben.' Bij twee daarvan (de Katholieke en de Christelijk-protestant-sche) is een godsdienstige ondergrond mede aan wezig. Onbillijk nu was het, wanneer men wel eerstbedoelde groepen, in het leger toestond, eigen geestelijke kringen te vormen, den anderen niet: dan zou het volksdeel dat behoort tot de moderne arbeidersbeweging stiefmoederlijk be handeld worden. Het standpunt van den minister, dat er in de mobilisatie-clubs geen politiek aan de orde mag komen, kan spr. tenslotte accepteeren omdat hem gebleken is, dat deze regel over alle stroomin gen geldt en zal gelden, zoodat er in dit opzicht dus geen speciale tenachterstelling van spreker's richting te duchten valt. Vraag is echter, wat verstaat men onder politiek? Soms ook een za kelijke bespreking van sociale en economische onderwerpen? Aldus mr. Wiardi Beekman, die aan de hand van een der door prof. Lohman besproken circulaires, trachtte aan te toonen, dat de c.h. spreker daarover ten onrechte was evallen, terwijl hij er aan toevoegde, dat mr. Van Rappard over de circulaire der A.J.C. had kunnen zwijgen, aangezien die immers al is in getrokken. Indien de naam der mobilisatie-clubs kwade herinneringen wekt, late men dan het kind een anderen naam geven en zou er uit een militair oogpunt een bezwaar bestaan tegen het regle ment, dan zal dit natuurlijk wijziging moeten ondergaan, meent spr. en diens geestverwanten willen met de „mobilisatie-clubs" niets, dat in strijd met de belangen eener goede en eendrach tige weermacht zou kunnen zijn. Spr. brengt vervolgens in het algemeen hulde aan wat er geschiedt op het gebied van O. en O.; wel meent hij, dat men ten aanzien van die organisatie nog wat al te zuinig is. Na nog, in navolging der andere sprekers gepleit te hebben voor de aanstelling van een Joodsche veldrabbijn, komt de s.d. woordvoerder tot het sober te bespreken militair-technische, ten einde vast te stellen, dat onze linies stevig zijn en dat een eventueele aanvaller op een verre van vriende lijke ontvangst zal kunnen rekenen. Het houden van meer schietoefeningen verdient z.i. aanbe veling. Moet er niet nog wat meer gebeuren in de richting van motorisatie van een belangrijk deel der .weermacht, juist ook met het oog op snel kunnen optreden over een lange verdedi gingslinie? Een van de ergste vormen van knoeierij die men zich kan denken is 't geknoei bij het uit voeren van defensiewerken. Zij die eenmaal ge knoeid hebben, moeten verder bij het maken van andere werken worden uitgesloten. Gaarne zou mr. Wiardi Beekman vernemen, of leden van een voor militairen verboden partij, uitgesloten zijn van het verrichten van dergelijk, zeer veel ver trouwen eischend werk. Gewenscht ware voorts de aanstelling van des kundigen om goed te waken tegen onzakelijke, dus niet voldoende zuinige aanwending van de be schikbare gelden. Mr. Wiaridi Beekman eindigde zijn rede met de verklaring: wij staan ter zake van "de landsver dediging en de verdedigingsmaatregelen achter de Regeering, achter dezen Minister, die met kracht en beleid voor, namens en met de mede werking van ons volk werkt voor de materieel! en geestelijke versterking van ons vxïje Nederland. De heer Bruineman (R.K.) had het vooral over de z.i. met verlof naar huis te zenden vaders van groote gezinnen en over een te maken prakti sche regeling voor financieele schadevergoeding als gevolg van de inundatie. Mr. v. Vessem (nat. soc.), die eerst bij rede voeringen en artikelen van 18 jaar geleden stil stond, drong opnieuw aan op opheffing der z.i onrechtvaardige verboden t.a.v. de N. S. B. Incident. Als vervolgens Mr. v. Vessem zich in onze vader- landsehe geschiedenis van eenige eeuwen her gaat verdiepen, beginnende met den opstand tegen Spanje, verzoekt de President hem tot het agen da-punt te willen komen, tot de begrooting van Defensie. De nat, soc. senator antwoordde, dat een zin in het Voorloopig Verslag deze geschiedde schrijving noodzakelijk maakte, waarop Baron de Vos van Steenwijk er op aandrong zich aan zijn leiding te onderwerpen. Zou de spreker voortgaan dit niet te doen, dan zou hem het woord ontnomen moeten wondien. Ondanks de herhaalde voorzitter lij ke waarschuwingen de President toonde zich buitengewoon geduldig bleek Mr. v. Vessem bij zijn houding te willen volharden. Aldus lokte hij uit, dat het tot den aangekondigden maatregel, ontneming van het woord, kwam. Men zal nu moe ten afwachten, of Donderdag deze afgevaardigde weer 't woord zal vragen (dit kan, want hij mocht alleen niet meer spreken in de vergadering' van Woensdag) en of hij zich dan wel aan de leiding zal willen onderwerpen E. v. R. 'i'nf 6 ucuuig vuui icgci CU viuui/ - 1." we staan met het geweer in den aanslag; ti'za* Nederland hardnekkig vechten, en ^men iii het buitenland, voegde hij er Mr' v- Rappard vrijwel dezelf- tfcT *=en a^s V01'ige spreker maakte, zij (i'l et te vermelden dat hij het toejuichte •dere motorisatie der cavalerie voor- iftmLinlv dooi'gaat en dat, sprekende over ex- ton gevaren in en buiten 't leger, hij het W en dan met de nat.-soc. aan den stok Wasscherij onttroggelt andere wasscherij personeel. Twee wasscherij en te Leiden hebben een geschil in kort geding voor den president van de Haagsche rechtbank uitgevochten. Dit geschil had zijn oor sprong in de schaarschte, welke er momenteel in goed wasscherij personeel blijkt te heerschen. De eene fabriek had n.l. getracht personeel van de andere fabriek tegen hooger loon over te halen bij haar te gaan werken, hetgeen op zichzelf natuur lijk geoorloofd is. Zij was daarbij echter zoo ver ge gaan, dat zij twee meisjes bewogen had onmiddel lijk haar diensten te verlaten, dus zonder inachtne ming van den wettelijk verplichten termijn, De gedupeerde fabriek sprak nu de andere in kort geding voor den Haagschen president aan en vor derde een dwangsom voor iederen keer, dat ge daaagde een lid van het personeel van eischeresse zou overhalen om onrechtmatig de dienstbetrekking bij haar te verbreken. De president heeft deze vordering toegewezen en bepaalde de dwangsom op f 10 per keer. DOOR ZWARE VRACHTAUTO GEGREPEN EN OVERLEDEN Dinsdagmiddag om half zes is de ongeveer vijf tigjarige mevrouw Bloedjes, wonende te Uitgeest, op den provincialen weg aldaar, bij het oversteken door een zeswielige vrachtauto gegrepen. De vrouw werd tegen den grond gesmakt en was op slag dood. 7enuwpy^? (Adv ingez. Med.) Van Frisco" naar Curaqao. HET „PONTENEUR". in. (Van onzen reizenden redacteur.) SAN FRANCISCO heeft zijn „ponteneurs". Spreek nooit in deze stad van de aardbe ving, die de stad verwoest heeft. Dat wil len de menschen niet hooren. Het was een brand. En zeg nooit één goed woord over Los iVnëeles- Zeg in geen geval dat het een stad is. Voor San Francisco is Los Angeles een nederzetting. En een gehucht waar men niet over spreekt. Een ge hucht met anderhalf millioen inwoners. Men schen die het weten kunnen en die den bevol kingsaanwas van Los Angeles wetenschappelijk hebben bestudeerd, voorspellen dat het over een kwart-eeuw de grootste stad van de heele wereld zal zijn. Maar voor San Francisco zal Los Ange les een nederzetting en een gehucht blijven. Spreek me niet van een aardbeving en spreek me niet van Los Angeles dat zeggen de men schen van San Francisco in alle toonaarden. En in San Francisco is het nooit koud en over San Francisco schijnt altijd de zon behalve, heel eventjesin het regenseizoen. Wanneer ik het wèl koud heb en zit te bibberen bij de centrale verwarming, wanneer ik met een wollen plaid over mijn knieën zit te schrijven, zegt mijn vriend Jack, die in het appartement naast mij woont: „It's very unusual weather today" héél ongewoon weer voor San Fran cisco; een uitzondering; zoo is het nog nooit ge weest. Maar kennissen die hier al een menschen- leeftijd wonen vertellen mij dat de menschen van San Francisco dat altijd zeggen als het weer hun niet bevalt. „Very unusual". Dat is het pon- teneur. Gisteren stortregende het. 't Was de 20ste Januari en de twintigste stortregendag in 1940. Ik kwam druipend thuis. De dame die met mij in de lift stond en die het mij een beetje kwalijk neemt dat ik, als Hollander geen pofbroek en geen klompen draag zei: „Wat régent het vandaag, vindt u niet? Dat's heel ongewoon in San Francisco. Zóó'n stortregen zóóveel dagen achter elkaar. Very unusual". En wanneer ik mijn kamer binnenkom zit Jack bij de verwarming. Hij heeft zich zelf van mijn cognac bediend. Hij drinkt en smakt met zijn lippen en zegt. Voor lui uit Holland is dit gewóón weer maar voor San Francisco ik heb het nog nooit zoo meegemaakt It's very unusual" en hij schenkt zich nog eens in. „Het regent hier ieder jaar zoo hard en zoo lang" zegt een Hollander die hier al. dertig jaar woont. Er zit in dit ponteneur in allen afkeer van de aardbeving en van Los Angeles en in dat „very unusual" iets kinderlijks en iets aardigs. Zijn wij in Nederland, eigenlijk niet precies zoo? Vertel een Fries maar eens dat ge zoo van Groningen houdt en zeg een Groninger maar eens dat ge, wel torens kent die nóg mooier zijn dan de Martini. Vindt een Amsterdammer den Haag een stad? En kan een Bosschenaar een goed wóórd over Tilburg verdragen? Een kniesoor, die over het ponteneur valt. En een onbeleefde vreemdeling in San Francisco, die Los Angeles een woord waardig keurt. Nee, 't was geen aardbeving, maar een brand. En, natuurlijk Jack, die stortregen van twin tig dagen is heel ongewoon, very unusual. „How do you like America?" vraagt dame van de lift. „I think it's a marvellous country", zeg ik een prachtig land, maar het mooiste van heel Amerika is San Francisco. En het mooiste van San Francisco is dat de zon er altijd uit 'een egaal-blauwen hemel schijnt". De dame is heel tevreden. Voor iemand die zegt dat hij Hollander is maar die geen klompen draagt, ben ik zeer waarheidlievend. „How do you like America?" vragen ze in New- York. „I think it's a marvellous country, zeg ik maar mij dunkt dat New-York het mooiste van heel Amerika is. Wat zeg ik? de mooiste stad van de heele wereld. Die wolkenkrabbers, die sky-line! En Rockefel ler Center!" „How do you like America? vroeg de hotelhou der in Denver. „I should say a marvellous country, maar het allermooiste is toch wel Den ver. Met die bergen rondom. En met die roode rotsen. En de prairiën". „Say" zegt Jack en hij neemt een slok cognac waar ik buikpijn van krijg „say, je hebt na-r tuurlijk veel gezien van de wereld. Ben je wel eens in Parijs geweest?" Ja, zeg ik. En in Wee- nen óók. En in Stockholm en in Londen, en in Rome en in Venetië, en in Madrid maar geen van die steden kan halen bij San Francisco. Ik heb nog nooit een stad gezien die zóó mooi is als San Francisco. Met die baai. Met die bruggen De langste van de wereld, zegt Jack. En met jullie Golden Gate Park. Twintig millioen dollar, zegt Jack. En dan jullie stadhuis met die prachtige kachel. 't Grootste van de wereld, zegt Jack. Nee, geef mij maar San Francisco, maar die regen die almaar doorplast is wel vervelend. Ja, zegt Jack, die regen i s heel vervelend maar dat tref je nu ook al bijzonder slecht. Zóó heeft het hier nog nooit geregend. It's very, very unusual". En hij schenkt de laatste rest van mijn cognac in zijn glas en ledigt het in één teug. Very unusual. Mr. E. ELI AS. (Nadi-uk verboden. Auteursrecht voorbehou den.) Stuurman Brons vertelt van het vreese- lijke gebeuren. Stuurinrichting raakte defect. Auto in volle vaart tegen boom gebotst. Gistermiddag reed de dienstplichtige onderoffi cier v. M. uit Tilburg met zijn personenauto over den rijksstraatweg van 's-HertogenboschGrave in de richting Nijmegen. Onder Heesch raakte plotse ling de stuurinrichting defect en aangezieh de automobilist met een snelheid van meer dan 100 KM. reed, kon hij niet tijdig stoppen. De auto slip te en botste met zulk een kracht tegen een boom, dat de auto geheel werd vernield. Ondanks zware wonden kon de bestuurder zich uit het wrak be vrijden. Een voorbijrijdende automobilist heeft den man naar het St. Annaziekenhuis te Oss vervoerd. Het bleek dat hij zeer ernstig aan de beenen was gekwetst en bovendien verwondingen aan het hoofd en zware inwendige kneuzingen had opgeloopen. Nadat hem eerste hulp was verleend is hij per zie kenauto naar het militaire hospitaal te Utrecht ver voerd. ET eerste Nederlandsche schip, dat naar den bodem der zee werd gezonden door een Duitsche torpedo, was de tankboot „Sliedrecht", groot 5133 ton, onder commando van kapitein Boer. Het schip was eigendom van de firma van Ommeren uit Rotterdam. Op 24 November kwamen vijf op varenden van het schip op de Hebriden ten Westen van Schotland aan. De namen dezer ge redden luidden: de eerste stuurman Piet Brons, de matroos H. Driesen, de matroos L. v. d. Knoop, de matroos H. de Jongh en de matroos P. Storm. Zij moesten in volkomen uitgeputten toestand in een ziekenhuis worden opgenomen, waaruit zij eenige weken geleden konden wor den ontslagen. De Raad voor de Scheepvaart heelt Woensdag de ondergang van de .Sliedrecht" behandeld. De hoofd getuige, stuurman P Brons, legt den eed af De Raad voor de Scheepvaart heeft Woensdag middag den eersten stuurman, den heer P. Brons: gehoord. Uit het verhoor bleek, dat het schip geladen was met gasolie, benzine en petroleum voor Noorwe gen. Het kwam van Abadan in Perzië. President:" Is in Port Said iemand aan boord gekomen? Getuige; Ja, de Engelsche contrabande-contro leurs. In Gibraltar moest het schip opnieuw on derzocht worden. Daar werd weer een verklariing gevraagidi, n.l. om Kirkwall aan te loopen. Deze ver klaring werd gelegaliseerd voor den Nederland- schen consul. Duikboot seint. President: Welke route werd gekozen? Getuige: Bewesten Engeland. Er gebeurde aan vankelijk niets bijzonders. Op 16 November des avonds om 8 uur nam de derde stuurman mijn wacht over. Om half negen moest ik op de brug komen. Daar waren ook de kapitein en de marco nist, er werden aan bakboord seinen gegeven send a boat with papers". Van een duikboot was nog niets te zien. President: Wat voor weer was het? GetuigeTamelijk ongunstig. Ik moest een boot bemannen, de kapitein zou de papieren in orde maken. Het schip slingerde sterk. Aan bakboord ging de boot over boord. Hierin konden veertig personen. President: Hoeveel van deze booten wai'en aan boord? Getuige: Twee voor veertig personen. Voorts nog twee werkbooten. Ook deze laatste hingen in davits. De reddingboot werd gestreken. Ik vroeg „wie gaan er mee?" Vier man spi-ongen toen aan boord. President: Dit zijn ook de geredden, is het niet? Getuige: Ja, zeker. President; Welke was de inventaris aan boord van deze boot? Getuige: We hebben alles achtergelaten, vuur pijlen, levensmiddelen. President: Waarom toch? Getuige: Omdat de ouderwetsche davits moei lijkheden gaven met uitdraaien. Daarenboven dacht ik natuurlijk terug te komen. President: Wat had u over? Getuige: De riemen, dollen, water, een zeekaart en scheepsbeschuit. President; Kon u de mast niet opzetten? Getuige: Dat zou het rooien hebben bemoeilijkt. Na twintig minuten kwamen we bij de duikboot. Van dichtbij vroeg men ons of we Nederlanders waren. We gooiden een vanglijn uit en reikten de papieren over. De sloep moesten we afhouden, want de deining was te sterk. Ik kon niet aan boord van de duikboot komen. Na vijf minuten kwam de commandant terug aan dek. Hij zeide: „Ik zie u gaat naar Kiikwall, ik moet u torpedeeren." Ik merkte op, dat we een neutraal schip wa ren, met neutrale lading. Ik protesteerde tever geefs. Ik kreeg een half uur tijd, mits we niet zouden seinen. Daarop gooide ik de boot los. Van eenigen af stand riep ik. dat ieder in de booten moest gaan omdat het schip werd getorpedeerd. Ik wist pre cies de tijd niet, ik meende 25 minuten geroeid te hebben. Daarom kwam ik niet terug aan boord Daarop gingen we van het schip weg. Een twee de boot werd uitgezet met de rest van de beman ning. Ik koos ligplaats achter het schip. De andere boot verwijderde zich te snel met 26 man in zuid oostelijke richting. Die kon ik niet inhalen, met mijn vier man. President: Waar was de duikboot toen? Getuige: Ook schuin achter het schip. Na tien minuten klonk er een doffe knaleen ontzet tende vuurstraal schoot naar bovenIk wilde bij het schip blijven, omdat het de beste kans was opgemerkt te worden. We meenden zoowel schip als duikboot te zien, doch later bleken dit de twee helften van de Sliedrecht te zijn. die onmiddellijk in tweeën was gebroken Den volgenden dag waren we dacht bij het voorschip. We roeiden er om heen. Later voeren we ook naar het achterschip. De mogelijkheid be stond, dat er nog menschen aan boord waren. Daarenboven wilden we onzen inventaris hebben. Een poging om aan boord te komen, slaagde niet. We zagen het schip steeds meer zinken. Des avonds om zeven uur, 17 November, ging het ach terschip naar de diepte. Pi'esident: Wat gebeurde er verder? Noodweer. Get.: Wat moesten we doen. Ik had geen seinen. Het weer werd steeds slechter. Den derden nacht hadden wij het zeer slecht: hooge zee, veel wind en water. Mijn vermoeden is, dat de sloep met 26 man in dit noodweer is gebleven. Wij hadden het al vreeselijk moeilijk. Het was ontzettend. In den middag van den viex-den dag wex-d het beter weer. De vijfde nacht hadden we weer storm. President: „Wat deed u met de scheepsbe schuit?" Getuige: „iDit rantsoen was voor veertig men schen. Voor ons dus voldoende". We zijn zes dagen van de zeven doornat ge weest. 22 November gingen we zeilen met twee jassen. We oriënteerden ons op de sterren. Om 7 uur zagen we helder licht rechtuit. Het licht naderde. Toen de maan doox-brak, zag ik flauw land. Den volgendexx dag opnieuw storm, wind en regenvlagen. Ik ging niet verder om niet op de klippen te blijven. Later zijxx we de kop van het land omgevaren. Een trawler zag ons texxslotte. Het laatste uur hebben we geroeid tot het einde van onze krachten. Het was ten hoogste tijd dat de trawler kwam. We hadden 280 mijl gezwalkt. We konden niet meer staan, slechts kruipen Op dat oogenblik is de heer Brons diep ont roerd. De getuige kan nauwelijks verder spre- pen President: „Hoe lang bent u in het hospitaal geweest?" Getuige: „Negen weken langonze beenen weigerden iederen dienst. Ze waren totaal door weekt en gevoelloos". Lof voor den stuurman. De inspecteur-generaal van de scheepvaart, de heer P. S. van 't Haaff, memoreerde in de eerste plaats de 26 slachtoffers, die hun leven hebben gelaten en aan hun nagelaten betrek kingen, De oorzaak van deze ramp is bekend. Torpedeering. Spr. zal zich over de aanleiding van een meening onthouden, omdat bevoegde instanties haar opinie daaromtx-ent wel weten kenbaar te maken. Het groote aantal menschen in de tweede sloep is oorzaak van het ongeluk geweest. Er moesten zoo wel slachtoffers val len. Den stuurman komt lof toe voor zijn door- zettingsvermogen en zijn standvastigheid. Spr. brengt hulde aan allen, die reddingspogingexi hebben ondexmomen, zoowel Engelschen als Ne derlanders.' Prof. Taverne sprak eveneens woorden van dank tot de redders en zwaaide den stuurman lof toe. De raad zal later uitspraak doen. Ganzen jacht op 20 Maart gesloten. Met ingang van 20 Maai-t 1940 wordt de jacht op ganzen met schietgeweer, met n'etten als anderszins gesloten. Nieuwe loodsboot-mijnenlegger door de marine overgenomen. Bij de N.V. Boeles scheepswerven en machinefa briek te Bolnes is Woensdagmiddag een in opdracht van de regeering gebouwde loodsboot-mijnenleg ger door de marine officieel ovei'genomen. Deze nieuwe loodsboot, die zoo noodig dienst kan doen als mijnenlegger of als kustbewakingsvaartuig, is van een geheel nieuw type. De lengte over alles bedraagt 49,55 Metex", de breedte is 8,70 Meter, de hoogte 4,60 Meter en de diepgang 3,175 M. Het schip is voox'zien van een achtcylinder Stork- Hesselman dieselmotor, aan boord bevinden zich motorsloepen. Op het voorschip staat een kanon van 7'/-> c.M., terwijl, wanneer het vaartuig als mijnen legger dienst doet, aan eiken kant van het schip 20 mijnen meegevoerd kunnen worden. Het vaartuig is tevens uitgerust met een installa tie voor het leggen van een nevelscherm. De nieuwe loodsboot zal in Vlissingen worden gestationneex-d. Cijfers over inkomens en vermogens In Noord-Holland het hoogste gemiddelde Inkomen. Dat niet iedex-een een even groot inkomen heeft, is wel algemeen bekend. Minder bekend is, dat er eveneens belangrijke verschillen bestaan tusschen de gemiddelde inkomens in de verschillende ge meenten des lands, zooals duidelijk te zien is in de zooeven uitgekomen statistiek der inkomens en ver mogens in Nederland voor 1938/39, die bewerkt is door het centraal bureau voor de statistiek. Dit moge blijken uit het volgende. Een aangeslagene in Was senaar verdient gemiddeld f 10.754, terwijl de aan- geslagenen in Beegden (Limburg) het gemiddeld met f 1229 moeten stellen. Ook per inwoner geno men is Wassenaar er het beste aan toe met f 2828, waartegenover in het Brabantsche plaatsje Veen een gemiddeld inkomen per inwoner van slechts f 57 staat. De hoogste vermogens worden in 's Graven land aangetroffen, nl. gemiddeld f 322.000 per aan geslagene, waartegenover enkele gemeenten staan met een gemiddeld cijfer van f 17.000. Het boekje vermeldt niet alleen het aantal aange- slagenen in de inkomsten- en vex-mogensbelasting, het bedrag der inkomens en vermogens en de ge middelden per aangeslagene en per inwoner van de meer dan 1000 gemeenten in Nederland, maar geeft ook een verdeeling naar economisch-geografische gebieden, naar een zevental groepen van gemeenten volgens liet aantal inwoners en naar de provinciën. Tot de rijkste dezer gebieden behooren 's Graven- hage en omstreken, de Hollandsche duinstreken, het Gooi en oostelijk Utrecht. De provincie met het grootste inkomen per inwoner is Noord-Holland. Utrecht spant de kroon wat de vermogens betreft. DIENSTBODE STEELT f800 VOOR HAAR UITZET. Een dame wonende in de De Ruyterstaat te '3 Gravenhage deed bij de Haagsche politie aangifte, dat .zij was bestolen voor een bedrag van f 500. Een door de recherche ingesteld onderzoek deed vermoeden, dat de dienstbode er wel eens meer van kon weten. Deze veronderstelling bleek juist te zijn, want tijdens het vei-hoor, dat men het 22-jarige meisje afnam, gaf zij toe het geld gestolen te heb ben. Zij bekende, niet vijf, maar acht bankbiljetten van honderd gulden te hebben weggenomen, en dit geld te hebben willen gebruiken voor het aanschaf fen van een uitzet. Het meisje had de bankbiljetten elders in bewaring gegeven en gezegd, dat zij dit geld had gespaard. De politie heeft de oneerlijk# dienstbode voorloopig ingesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 5