,BLOED VAN EIEREN GAREN TE HELVOIRT. BOEDDHA" door HAROLD WARD •- Mer even gezien ais een valsch dubbeltje Eau snoepwinkel!" grinnikte Tommy. wik lachte en viel neer achter de schrijftafel in Kantoortje. Door de open ramen konden ze tt hoe het gezelschap uit elkaar ging en zich 15 pats zocht in de diverse auto's. i$ schpen van plan te zijn naar de zitting te R merkte York op. niemand vraagt u, of u mee wilt rijden Muer. <itWon(ler!" 'achte Yox-k. „Het resultaat is, »i f wel j°Uw wag'en zal moeten nemen!" Jjf een haaltjk gezicht. „Aangezien U mijn m bent, zal ik dat wel goed moeten vin- 1 ze' bjj, „maar ehwat kan ik doen, ter- weg is?» zicli naar z^jn assistent over en flui- hem iets in het oor. Muer knikte. „Begre- ïorlf komt in orde!" r«: stsprö m Muer's auto en verdween, ter- tek eeu si§aret op stak en op zijn dooie •'4 ",e ^euken slenterde. De kok vertelde ij Jennie in de eetkamer was en Wn-uf bij de huishoudster ook, terwijl ze ach- •"og stond te snuiven. 4'ü"»8 het?" vroeg Muer, „Ruik je menschen- •taUen1 meneer!" antwoordde Jennie. Waar zouden die moeten zitten?" v®d ik juist zoo vreemd, meneer! Ik weet zeker, dat niemand rattenkruid uitgestrooid heeft, ofschoon we" hier veel last van ratten en muizen hebben. Toch is er hier ergens een doode rat! Ik ruik het duidelijk!" „Ik heb als kleine jongen eens een tik op m'n neus gehad, sinds dien tijd is m'n reuk orgaan wat beschadigd," zei Tommy doodernstig." „Maar ik hoop, dat je je rat te pakken krijgt!. Weet je ook waar Tim is?" Jennie vertelde het hem, en Tommy vond den neger achter het huis in de schaduw liggen. Hij sprong verschrikt op, toen hij den luitenant zag. Muer vertelde hem, wat hij wenschte, waarop Tim hem met open mond aanstaarde. „Maar meneer, d'r is heelemaal geen vlsch in de kreek!" Muer keek verheugend. „Prachtig!" riep hij uit, „juist wat ik noodig heb! Ik ga altijd visschen in water, waar geen visch zit, dat maakt het juist zoo opwindend." Tim krabde zijn kroeshaar, maar ging Muer voor naar een bergplaats in de bijgebouwen, waar hij een hengel te voorschijn haalde achter een sta pel oude pakkisten. „Meneer Anson Lee vischte wel eens," zei hij, „maar hij vürg nooit veel!" Muer nam den hengel aan. „Ik zal wat wormen voor U vangen, meneer," bood Tim aan. Muer vertelde hem, dat dat niet noodig was, hij vischte veel liever zonder aas, dat was nu juist de kunst, beweerde hij en verdween in de richting van de beek, die in het moeras achter het huis uitliep. Muer was binnen een paar uur terug. Hij vond Jennie nog steeds op zoek naar den dooden rat. Hij bracht den hengel wèer op zijn plaats in het rommelhok, trok op zijn kamer zijn kletsnatte schoenen en sokken uit en deponeerde zijn vangst in de badkuip. Daarna nam hij een douche en ging op zijn bed liggen. Lang na het middaguur hoorde hy de menschen uit Arra^aSS» «iiwg komen. Een oogenblik later kwam York de kamer in en vertelde dat de jury op zijn verzoek de zitting drie dagen verdaagd had. Hij trok zijn jas uit, stak een pijp op en viel languit in een stoel neer. „Heb jij ooit van Wimpy Knott gehoord?" vroeg hij aan zijn assistent. „Nooit ontmoet," antwoordde dezel „nooit van gehoord ook." „Hm," gromde York, „dat dacht ik wel." „Waarom vraagt U het me dan?Heeft ie iets met de zaak te maken?" „Wimpy Knott is de vent met de strik om den hals!Toen ze vanmorgen met het ondervra gen bezig waren, beb ik m'n tijd met telefoneeren zoek gebracht. Ik wist toch wel dat die. zitting niets belangrijks op zou leveren. Kippinger, de chef van het archief in Washington vond zijn kaart tusschen oude paperassen. Lang geleden schijnt hij wat op zijn kerfstok gehad te hebben. Toeval lig schijnen zijn afdrukken niet geregistreerd te zijn." Hij haalde een notitieboekje uit zijn zak en las: „Leeftijd ongeveer veertig. Geboren in Au stralië, bracht zijn jeugd door in de onderwereld van New-York. Na den dood van zijn vader woon de hij brj familie in Chicago en werd kort daarna naar een tuchtschool gestuurd wegens diefstal. Ging daarna weer naar Chicago terug en begon gestolen goed op te koopen, later voornamelijk au to's. Werd weer naar een verbeterhuis gestuurd, waar hij een zekere Klassen leerde kennen. Klas sen was een geroutineerd inbreker. Van hem leer de Knott de fijne knepen van het vak. Toen ze beiden vrij waren, werkten ze een tijd lang samen, later schijnen ze ruzie gekregen te hebben. Klas sen werd gepakt en voor eenige jaren opgeborgen, maar Knott hebben ze nooit weer te grazen kun nen nemen, ofschoon de politie wel op hem loer de, en ze er overtuigd van waren, dat hij de hand in verschillende groote inbraken had. Hij schijnt specialist te zijn in het openen van brandkasten." „Heeft u dat al aan de anderen verteld?" vroeg Muer. York schudde zijn hoofd. „Nee en dat ben ik niet van plan ook. Hoe minder kans da ïq©oïda- naar krijgt te weten, wat wij ontdekt hebben, des- temeer kans hebben wij, dat hij zich bloot geeft. Fenton en Fay zijn veel te loslippig. Ze hebben te weinig ervaring in groote zaken." „Denkt U „Ja," viel York hem in de rede. „Ik ben er van overtuigd dat Knott met iemand hier in huis sa menwerkte." „En dat hij later herrie met z'n partner kreeg en die hem uit den weg ruimde?" York rookte een oogenblik zwijgend, toen zei hij; „Dat is mogelijk. Maar het is niet waarschijn lijk dat ze herrie kregen, vóórdat ze iets hadden om herrie over te krijgende robijnen, bed<?el ik. Ik geloof eerder, dat er twee verschillende groe pen achter het snoer aanzitten. Knott werd door de eene groep gebruikt, natuurlijk om de safe te openen. De anderen hebben daar lucht van gekre gen en hem vermoord." „En Lewis?" vroeg Muer, diep in gedachten. „Gelooft U, dat hij bij een van die groepen hoordeDat hij dien moord pleegde?" „Lewis was werkelijk in dienst van Blumen- thal," antwoordde York, „Blumenthal zelf zoowel als Carol Spencer hebben dat verzekerd. Maar de mogelijkheid bestaat, dat hjj dubbel spel speelde, misschien heeft men hem een groot bedrag aange boden voor zijn hulp. In dat geval is het niet on mogelijk, dat hy Wimpy Knott doodde en op zijn beurt weer door de handlangers van Knott ver moord werd, Maar in dat geval moet zy'n lijk er gens hier in huis verstopt zijn. Heb jij eenig idee waar?" „Ik niet!" antwoordde de luitenant, en vervolgde: „Wie denkt U dat er nog meer bij de zaak betrok ken zijn?" „Lancaster en Pendrill vertrouw ik geen van beiden." De mannen rookten zwijgend. Toen zei Muer: „Weet U, wat ik niet begrypen kan?Hoe het mogelijk is geweest Lewis, levend of dood, uit het huis te brengen, terwijl Fenton's mannen op de loer lagen!" York begon zenuwachtig heen en weer te loo- pen. „Waar ze dien vent in hemelsnaam vermoord hebben gaat mijn begrip te boven," bromde by. „Bekijk het nog eens goed, Tommy! De moorde naar geeft Wimpy een tik op het hoofd, waar hy genoeg aan heeft, daarna moet hij het lichaam ergens verborgen gehouden hebben, om het daarna met een strik om zijn nek uit het raam te slinge ren. We hebben het huis doorzocht, niet eens, maar verschillende malen, en geen enkel spoor is er gevonden! Het is ongelooflijk!" „Evenals de verdwijning van Lewis!" Muer vischte een sigaret uit het pakje op de tafel, en zei langzaam, terwijl hij groot* rookwol ken uitblies: „Ik heb zoo'n voorgevoel, dat we on ze" vriend Lewis binnenkort ontdekken zullen." „Heb je daar een reden voor?" „Jennie, de huishoudster, rook vanmiddag een dooie rat in de eetkamer!" „Praat geen onzin!" zei York geïrriteerd, met een boozen blik op zyn assistent. Muer grinnikte. „Ik meen wat ik zeg!" ging hy voort, „alleen was het naar min meening geen dooie rat! De moordenaar heeft kans gezien, het lichaam van Lewis weg te werken, dus moet het nog in huis zijn, het is de laatste dagen snikheet geweest, dus York maakte een gebaar van afgryzen. „Weet je nog meer van die opgewekte nieuwtjes?" vroeg hy. „Ondertusscben zou je toch wel eens ge lijk kunnen hebben." Muer stond op en verdween in de badkamer, om eenige oogenblikken later terug te komen met een druipend pakje in zijn handen. Hy spreidde een handdoek op tafel uit en legde daar zijn vangst op. Het waren drie notitie boeken, zoo doorweekt van het water uit de beek, dat ze een hopeloos papje vormden. „Ik vond ze, waar U veronderstelde dat ze Vjn zouden," zeide hij, „degeen, die ze er in gegooid heeft, had haast. Ze lagen in de beek op een. punt dicht bij het huis. .(Wordt vervolgd). hun vertrek naar Finland werd aan de leden der Roode Kruis- U nee door de Nederiandsch-Finsche Vereeniging in den Haag een koffietafel aangeboden. De zusters aan den maaltijd .Een ei is geen ei, twee ei is een half ei en drie ei is een Paasch-ei". Het folkloristisch eieren garen blijft in Noord Brabant in eere Bij een uitval op een Britsche patrouille werden zestien Engelsche soldaten door Duitsche troepen aan het Westelijk front gevangen genomen. De gevangenen worden onder gewapend geleide weggebracht Door de Posterijen zal binnenkort een nieuwe postzegel worden uitgegeven. Eén afbeelding van dezen zegel, welke de beeltenis draagt van H. M de Koningin De Duitsche luchtaanval op Scapa Flow. Een der huizen van de in de nabijheid gelegen dorpen, die door bommen vernield werden Ter herdenking van den sterfdag van H. M. Koningin Emma werd Woensdag in het Rosarium te den Haag door de ..Princevlag een krans gelegd bij het monument der overleden vorstin Op het ministerie van Economische Zaken te den Haag had Woensdag de oprichtings vergadering plaats van het Instituut van Nederlandsche Economische Belangen in Ned Indië Onder de aanwezigen onderscheidt men de ministers Ch J. I M. Welter en mr. M. P. L. Steenberghe Op de Paaschveetentoonstelling te Horst in Limburg werd een der prijswinnende exemplaren door den burgemeester, den heer v. Grunsven zelf, met het eereteeken omhangen De veelzijdigheid van onze wielrijders bleek duidelijk tijdens de jongste oefeningen van dit gedeelte der Nederlandsche weermacht. Een stuk pantser-afweer-geschut komt in stelling

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 9