pensioenfondsen onder wettelijk toezicht IN ENGELAND. Ter Keuring. vRijDAG 22 MAART 1940 Üïg-en vermogen voor fondsen noodzakelijk. V/erkgever mag er niet over beschikken. Wetsontwerp ingediend. tfpdiend is een wetsontwerp, dat den titel Wettelijke regeling inzake personeel- en -spaarfondsen». p a de Memorie van Toelichting van de mims- n Sociale Zaken, van Justitie en van Eco- ters r>ntlr-r>riH Hat Hit nnt.mprn it: nomische Zaken is ontleend, dat dit ontwerp ïhereia naar aanleiding van de gebeurtenissen, V°urP zich in 1935 ten aanzien van de pensioenen den Kon. Hollandschen Lloyd hebben voorge daan. ne vraag, of het op den weg der overheid te trachten op het gebied der particu- ligt om licre spaar stellingen en pensioenvoorzieningen teleur- in de gewekte verwachtingen zoo- p1 mogelijk te voorkomen, beantwoorden de ministers bevestigend. Zij zijn er zich wel is tniimcf Hat. t waar van - - schillende werkgevers, door breede sociale op vattingen gedreven, de zorgen van hun perso neel voor den ouden dag hebben willen weg nemen of althans verminderen, niet dan met eroote omzichtigheid van overheidswege mag worden opgetreden; niettemin achten zij het mogelijk, en daarom noodig, ten deze voor schriften te geven, welke zonder de vrijheid van den werkgever hinderlijk te beperken, van gr°°t nu' hunnen zijn voor de betrokken arbeiders. f Allereerst moet daartoe als eisch gesteld wor- •j dat er zij een zelfstandig, van de bezittingen Her'onderneming geheel afgescheiden fonds. Daar naast zijn voorschriften noodig betreffende de be lening van de fondsgelden. Naar het oordeel der ministers is noodig een pu blieksrechtelijke regeling, waarbij de werkgevers, die een pensioen- of een spaarvoorziening voor hun personeel tot stand willen brengen, of willen handhaven, aan normen gebonden worden, welke zij niet straffeloos kunnen overtreden. Deze normen, zullen behalve de oprichting van een fonds met rechtspersoonlijkheid vooral betreffen de te volgen beleggingspolitiek. De mi nisters zijn van meening, dat als een bruikbare weg te dezen voor de pensioenfondsen in de eer ste plaats genoemd mag worden inschakeling van de Vrijwillige Ouderdomsverzekering of van een levensverzekeringmaatschappij. Met deze ge dachte gaan zij in een richting, waarin de practijk zich al beweegt. Reeds thans b.v. zijn vrij veel on dernemingspensioenfondsen opgezet in den vorm van vereenigingen, welke volgens haar statuten o.m. ten doel hebben, ten behoeve van de deelne mers (te weten, het personeel der betrokken on derneming) overeenkomsten -van pensioenverze kering aan te gaan met een in Nederland gevestig- bcwust, dat op dit terrein, waar ver- Indrukken eens donors. Niet zonder een zucht begeeft gij u op een Woens dagavond ter keuring. Gij hebt u als maatschappe lijk mensch aangemeld bij den Bloedtransfusiedienst en u bereid verklaard, als dit noodig mocht blijken in geval van oorlog, als donor op te treden. Dit latijnsche woord beteekent niet anders dan „gever' maar er wordt „bloedgever" mee bedoelt. Het woord donor klinkt "zoowel prettiger als plechtiger. Bereidwillig hebt ge u aangemeld en de mededee- ling, dat keuring vereischt zou zijn, gelaten aan vaard. Het leven is vol keuringen. In uw eigen be staan zijt gij gekeurd voor den militairen dienst, voor levensverzekeringen, voor het deelnemen aan roeiwedstrijden en eenige malen bij verwisseling van woonplaats: ter voorlichting van den nieuwen huisdokter. Nu weer dit. Ietwat knorrig om den verloren avond begeeft gij u ten St. Elisabethsgast- huize en bereidt u alvast voor op lang wachten. Ook op d£ ziekenhuis-sfeer, die men hoogst zelden met genoegen en in den regel met triestheid betreedt. Alleen als het een bezoek aan een volmaakt-herstel lenden patiënt betreft valt het wel eens mee. Maar ditmaal blijkt het een ware verrassing. Gij betreedt een wachtkamer vol kerngezonde lotge- nooten, waarin een bepaald vroolijke stemming blijkt te heerschen. Zorgeloos wordt gij door ken nissen verwelkomd. De heerschende* vreugde deelt zich meteen aan u mee en is ook eigenlijk heel ver klaarbaar. Geen narigheid te vrachten. Geen nood zaak voor gedempte stemmen. Het plezierige ge voel, dat men hier allen met een onbaatzuchtig, ja zelfs offervaardig doel is. Geen doktersrekening, geen militaire dressuur, geen premie-kwitanties van levensverzekeringen in het vooruitzicht als gevolgen van deze ondernemingEnfin: wie komt ooit onder zoo gunstige voorwaarden in een ziekenhuis? Gij wacht tevreden. Alle aanwezigen wachten te vreden en beschouwen elkaar met hoogachting. Mochten de gebeurtenissen dezer tijden hen allen wel eens aan den Mensch doen twijfelen, hier ver dwijnt ieder spoor van menschenverachting. Wan neer geschiedt het ooit dat men zich, zelf offer vaardig, temidden van een menigte van louter offer- vaardigen bevindt? Weer een voordeel. De gedachte is zeer opwekkend. Uw beurt komt. Gij bemerkt dat het Gasthuis van organiseeren weet. Het verwerkt zeventig keuringen in een paar uur tijds. Het heeft niet alleen de me dische wetenschap en de ziekenverpleging maar ook de methoden der moderne industrie bestudeerd. Althans voor deze keuringen. Want gij wordt van doodgewoon burger tot klassiek donor verwerkt aan den loopenden band. Gij snelt van dokter naar dok ter, van instrument naar apparaat. Gij groeit tot Donor in het tempo waarin een Ford een Ford wordt. Men beluistert en beklopt uw motor, richt de lamp op uw chassis, stelt uw oliedruk vast. Lachen de verpleegsters voeren u langs een rij van louter geneesheeren, elk in hun eigen vertrek, en gij hebt daarbij nog de voldoening hun uw medegevoel met een zoo ingespannen en eentonigen arbeid te kunnen bewijzen. Het is zeer genoegelijk om eens mede lijden met den dokter te toonen: zooiets als een lang-gehoopte revanche. Maar zij hebben dat wel door. Zij grinniken. „Hoe hoog is m'n bloeddruk nu?" vraagt gij den jongste, met het bewustzijn dat gij hem examineert, want uw doortrainde huisdokter zegt dat nooit tegen eën patiënt. Maai* de jongste antwoordt prompt: „Normaal voor uw leeftijd meer zeg ik niet" en is geslaagd. Tenslotte neemt men u wat bloed af, hetgeen zoo iets als de proefrit van de nieuwe Ford schijnt, no teert nog wat bijzonderheden en schenkt u een kop koffie. Hetgeen de eerste vulling van de tank zou kunnen heeten als de proefrit al niet gemaakt was. Gij verwacht onwillekeurig, nu naar een showroom te worden gevoerd, maar neenmen neemt vriendelij 1: afscheid. Gij kunt gaan. Het heeft in- plaats van anderhalf uur maar de helft van dien tijd gevorderd. Overigens moet het bewijs van goed keuring later nog komen. Buiten kijkt ge het misleidende antieke geveltjes- décor op het Groot Heiligland, waarachter zooveel moderne efficiency woont, er nog eens op aan en mompelt: „Wat een bedrijf!" zooals ge ook in Detroit zoudt zeggen. Gij zijt weer een ervaring en een nieuwe wording rijker. de verzekeringsinstelling. Zulk een fonds heeft feitelijk dus geen gelden te beheeren. De bijdra gen der deelnemers en de andere inkomsten wor den overgedragen aan de verzekeringsmaatschap pij als premie voor de polissen, welke den betrok ken arbeiders recht op pensioen geven. Practisch kan aldus elk risico voor het fonds uitgesloten ge acht worden. Deze weg schijnt in de practijk goed te voldoen. Het fonds behoeft zich niet in beleg gingsvraagstukken te verdiepen, terwijl de solidi teit van het fonds gelijk wordt aan die der levens verzekeringmaatschappij, welke het risico heeft overgenomen en welker soliditeit door het toezicht van de verzekeringskamer voldoende gewaarborgd geacht mag worden. Echter, de mogelijkheid dient open te staan om, onder de noodige waarborgen, de doeleinden van een fonds ook op andere wijze tot gelding te bren gen Immers de belangstelling van menig werkge ver, die door storting a fonds perdu van een som gelds een pensioenfonds heeft opgericht en door regelmatige storting van een deel der premie het fonds in het leven houdt, zou verflauwen, indien hij zelf niet door zijn invloed in het fondsbestuur over de wijze van beheer van de fondsgelden mede mocht beslissen. De ministers meenen daarom voor eenigszins groote pensioenfondsen bij kleine faalt de kansberekening te moeten toelaten, dat het fondsbestuur binnen zekere grenzen zelf be paalt, hoe het de fondsgelden beleggen en beste den zal. Door het overheidstoezicht op de pensioenfond sen kan een behoorlijke behartiging van de arbei dersbelangen zoo goed mogelijk verzekerd heeten. Voor de spaarfondsen achten de ministers toe zicht van overheidswege niet noodig, behalve voor zoover, betreft het toezicht op de naleving der wet. Een spaarfonds immers laat zich niet met verzeke ring in, en de onzekerheid, die nu eenmaal aan verzekering eigen is, en daarom speciale voorzie ningen vereischt, bestaat bij spaarfondsen niet. Ten aanzien van deze fondsen kan daarom volstaan worden met voorschriften, betreffende de beleg ging, een belegging overeenkomstig de voorschrif ten der beleggingswet mag te dezen in het alge meen voldoende behartiging van de betrokken' be langen genoemd worden. De onderhavige regeling is van publïekrechtelij- ken aard. Verbodsbepalingen, door straf gesanction neerd, kunnen niet gemist/worden. Aan den on dernemer wordt bij artikel 2, eerste lid, onder a en b, verboden aan zijn onderneming een personeel- fonds te verbinden of verbonden te houden, dat geen rechtspersoonlijkheid bezit en welks regle ment niet voldoet aan een aantal voorschriften, bij of krachtens deze wet gegeven. Het fonds moet eigen bestaan en eigen vermogen hebben, zoodat de werkgever, die de fondsgelden in zijn eigen zaak aanwendde, zich aan eens anders vermogen zou vergrijpen. Fondsbestuur. De eisch der rechtspersoonlijkheid brengt mede, dat het vermogen van het fonds beheerd wordt door een afzonderlijk fondsbestuur. De beteekenis hiervan moet ook wanneer de voor pensioen bendodigde gelden in polissen worden belegd niet onderschat worden. Tot de taak van het be stuur behoort in de eerste plaats de keuze van een verzekeringsmaatschappij; voorts behooren daartoe de regeling der premiebetaling en beslissingen over uitkeeringen o.a. bij het uittreden van arbei ders. Het fondsbestuur zal ook optreden als tus- schenpersoon bij verschillen van meening tusschen de verzekerden en de verzekeringsmaatschappij en het zal tot tusschentijdsche wijziging dei* verzeke- ringsvoorwaarden kunnen medewerken, wanneer zulks door de verzekerden gewenscht wordt. Ingevolge het bepaalde onder c. van het eerste lid van dit artikel mag een pensioenfonds of een spaarfonds niet tevens tot andere doeleinden die nen dan tot hetgeen met een. pensioensfonds, res pectievelijk spaarfonds, volgens de in artikel 1 ge geven definities beoogd wordt. Wil men de positie van een fonds behoorlijk kunnen overzien, dan moet het een zelfstandig, afgerond geheel vormen, dat zoowel afgescheiden is van het vermogen van den werkgever als van andere vermogens. Een pensioenfonds zal dus b.v. niet tevens spaarfonds of ziekenfonds mogen zijn. De ministers hebben gemeend, mede gelet op de bevredigende resultaten, die in de practijk in .me nig geval bij toepassing van het omslagstelsel voor de arbeiders zijn bereikt, toe te laten, dat bij de financiering van particuliere pensioenfondsen wordt afgeweken van het kapitaaldekkingstelsel. Uiteraard moeten, binnen het kader van het om slagstelsel, de belangen der arbeiders zoo goed mogelijk behartigd worden: gewaakt dient dus te worden voor een veilige belegging der fondsgelden, opdat de voor de uïtkeering van pensioenen bij eengebrachte gelden ook inderdaad te allen tijde volledig voor dit doel besteed zullen kunnen wor den. Ook zal het overheidstoezicht moeten bevor deren. dat gedane toezeggingen met name die betreffende de jaarlijks door den ondernemer in het fonds te storten bijdragen worden nage komen. De belegging van de gelden van een personeel- pensioenfonds is geregeld in de artikelen 4 en 5. Als eerste methode wordt genoemd belegging in polissen hetzij van verzekeringsovereenkomsten ingevolge de ouderdomswet- 1919, hetzij van over eenkomsten van .pensipenverzekering - en andere overeenkomsten van levensverzekering met een on derneming tot het uitoefenen van het levensver zekeringsbedrijf. EEN BOER Z'N BEDRIJF. OXFORDSHIRE, Maart. Farmer Stone is een soort boer dat in Engeland helaas niet zeldzaam is. Niet dat hij geen prettig mensch is. Hij heeft een allerjoviaalste wijze van over het hek leunen, z'n pet eens op zij schuiven en informeeren wat je vandaag van de wereld denkt, zonder er zelf iets over te vertellen te heb ben. Hij mag graag een ander hooren en heeft al tijd den tijd. Het is hem eigenlijk nog teveel moeite om een vraag te formuleeren. Daarom wacht hij altijd lange minuten of je uit jezelf misschien niet verder praat, voor hij z'n mond weer open doet. Van hem is het bovendien dat ik dat noodzakelijk bedrijf: het strikken van konijnen, heb geleerd. Hij heeft mij geleerd hoe „tealers" uit hazelhout te snijden, van de juiste dikte en.lengte en met de juiste inkeeping om het venijnig draad omhoog te houdenIk zal zal de laatste zijn om farmer Stone als mensch bij de zeldzaamheden te wen- schen. Maar als boer is het anders met hem gesteld. Hij woont wel op een boerderij, een oud steenen huis bij een boomgaard, waar de ganzen en kippen rondscharrelen zooals op een boerderij behoort. Hij weet met vee om te gaan en hij kan een akker met koren zaaien. Hij houdt van het land leven, maar het land dat hij ploegt, de velden waar z'n koeien grazen, gaat hem weinig aan het hart. Zijn grasland is voor hem slechts een oppervlakte met veervoer. Alle innige verstandhouding tus schen hem en zijn land ontbreekt. Die blijvende verstandhouding, die een waren boer in staat stelt- zijn velden elk jaar weer het beste gras te doen dragen, zoodat het het grootste aantal koeien ver draagt; vee in de beste conditie. Farmer Stone kent dien trots en dat verantwoor delijkheidsgevoel niet. Bij hem is het zoo, dat het op een koè min of meer niet aankomt en ook niet hoe het land er het volgend jaar en over tien jaar uit zal zien. Hij heeft meer land dan hij ge voeglijk kan bewerken en hij is altijd bereid er nog meer bij te huren. Hij is namelijk veel meer een handelaar dan een pi-oducent. Hij huurt een stuk land, koopt op de markt een hoeveelheid vee, koeien en schapen, en laat ze daar grazen. Na een bepaalden tijd hoopt hij ze vetter te verkoopen met een flink verschil tusschen in- en verkoopsprijs. Wat daarvan na aftrek van de huur overblijft, wel, dat is de winst. Het is een rekensommetje. Hij doet hetzelfde met boomgaarden, koopt hier en daar de vruchten aan de boomen, stuurt er de jongens heen om de opbrengst te plukken en rijdt het zaakje naar de markt. Waardoor hij aan de zorg voor een boomgaard, het snoeien en sproeien, ontkomt; en tevens aan de voldoening de beste vruchten te hebben gekweekt, die de boom in de gegeven weersomstandigheden kan voortbrengen. Zoolang we hier slechts ongeregeld konden zijn heeft hij op beide velden koeien en schapen gehad. Af en toe in zoo'n aantal dat het gras ontoereikend was. Zoodat we herhaaldelijk bij onze week-end- bezoeken een briefkaart in de bus vonden van een met de mededeeling, dat de koeien blijkbaar aan den wandel waren gegaan en nu bij hem op stal stonden. Wilden we ze komen afhalen? Om fanner Stone, die in een ander dorp woont, de moeite te besparen, heb ik ze een paar maar zelf terugge haald en dank daaraan de verrassende ontdekking dat zooiets zoo eenvoudig niet is. Koeien houden namelijk van andere koeien. En de zes die bij den boer op stal stonden waren van de rest niet weg te krijgen, zonder eerst een aantal van hun vroegere metgezetten uit het veld naar hen toe te brengen. Tezamen met die oude kameraden lieten ze zich overhalen weer naar hun oorspronkelijk domein te rug te keeren. Ook bracht op een kouden herfstavond een van de dieren in een beschutten hoek tusschen verdorde varens een kalf ter wereld. Een heerlijk bruin dier met een slaperig gezicht, dat, keurig schoon ge likt, aanstonds aarzelend op de pooten probeerde te staan en al met de tevreden moeder de hellin; af kwam loopen, toen we fanner Stone voor dit heugelijk gebeuren hadden opgehaald. Hij had ver geten dat dat bij z'n laatsten koop, enkele maanden geleden, inbegrepen was geweest. Anders had hij mama eerder dichter bij huis gehaald. Met de schapen hadden z'n lukrake methodes minder vlotte gevolgen. Die krijgen makkelijk lever- en voetziekten. De dieren die Mr. Stone op het land losliet waren niet uit eigen kudde gefokt en over hun afkomst wist hij niets. Hij vond het al heel slim, dat hij steeds twee verschillende soor ten kocht: als het met de ééne slecht ging,'liep het met de andere allicht beter. Zoodat hij een heel seizoen, een droevig seizoen lang, beneden aan het veld een groote kuil moest graven, waarin de langzaam door leverbot verteerde dieren eindelijk rust vonden. Dat ging ook farmer Stone aan het hart, niet alleen om de financieele verliezen, want hij hield wel van de dieren. „Bad luck" noemde hij dat, als een echte 'speculant en had met zich zelf ook medelijden en dacht er niet aan z'n werk methode de schuld te geven; een methode, die niets van het hardwerkende, overwogen, innige en slui tende van het kleinbedrijf heeft, noch de efficiency van het grootbedrijf kent. In Engeland liggen hectaren grasland waarop de konijnen vrij spel hebben, waar een omge waaide boom maar blijft liggen, waar draineer- buizen verstopt zijn geraakt: grasland met mols- hoopen, en brandnetels en distels. Grasland, waar met wat zorg en bemesting het meest malsche gras Extra-steun voor de garnalen- visscherij. Naar wij van officieele zijde vernemen, heeft de minister van economische zaken besloten voor eenmaal een extra steunbedrag uit te keeren aan garnalenvisschers, die het vorige jaar de gar- nalenvisscherij hebben uitgeoefend. Deze steun is bedoeld als een tegemoetkoming in de z.g. vaste kosten, welke op de bedrijven van de vis- schers rusten, eventueel voor aanschaffing van het noodige bedrijfsmateriaar, of voor het we der in bedrijf brengen van hun vaartuigen. Deze bijzondere steun zal onder bepaalde voorwaarden aan de garnalenvisschers worden verleend voor elk vaartuig, waarmede in 1939 aan de consumptiegarnalenvisscherij is deelgeno men, en zal bedragen f 50 of f 25 per vaartuig, al naar mate van de intensiteit, waarmede in het vorig jaar aan de garnalenvisscherij is deelge nomen. Dijk bij Meppel bezweken. Polder overstroomd. Donderdagmiddag is ongeveer een kilometer ten noorden van Meppel een dijk van de Oude Vaart onder den drang van het water bezweken, waar door eenige tientallen hectaren land en een weg onder zijn komen te staan. Door den hoogen water stand stond het terrein ter plaatse reec(Ê eenïgen tijd gedeeltelijk onder water. Het gat bevindt zich in het noordwestelijke ge deelte van den dijk en is ongeveer achttien meter groot, waardoor het water met kracht in den lager gelegen polder kon stroomen. De Haarlemsche kunstschilder H. Bijvoet voltooide de eerste statie van een nieuwen Kruisweg, bestemd voor de R.-K. kerk van O. L. Vrouw van Goeden Raad te Beverwijk. Deze kruisweg is het geschenk van de parochianen bij gelegenheid van het zilveren jubileum der parochie in Mei a.s. Het gereed gekomen schilderstuk is de twaalfde van de veertien z.gn. staties, welke de Kruisweg telt: Christus sterft aan het Kruis. zou kunnen staan. Het is de erfenis van farmers Stone, die met het land meenen te kunnen om gaan als onderdeel van een optel- en aftrek-som metje en die op die manier de wereld niet mooier maken. Dat is farmer Stone moeilijk te vergeven, ook al leunt hij nog zoo genoeglijk over het hek, ook al heeft hij eens een ex-tra rit naar het dorp ge maakt om mij een krant te bezorgen, ook al heeft hij mij eens een bijenzwerm gebracht. Wat ik hem zeker nooit zal vergeven is, dat hij twee mei doorns heeft omgehakt toen hij een paal noodig had om een hek te repareeren. Twee meidoorns, die vroeg, elk jaar, die bij elkaar op den heuvel stonden te bloeien; die een kwart eeuw noodig had den gehad om de wat gewrongen stam zoo hoog op te steken. Die nu botweg werden geveld om een paal te leveren, waarvoor ze minder geschikt warén dan een wilgenstam die voor een kwartje is te koopen Nog erger was dat de farmer, toen hij zijn spijt betoonde, niet begreep dat ik die mei doorns niet omgehakt wou hebben. Hij had mei doorns nooit als boomen beschouwd, ze altijd min of meer tot de onkruid-familie gerekend. Ik heb toen onwillekeurig aan een kleinen' Franschman in het verre Zuiden van dat land moeten denken, die van enkele vierkante meters slatuin moest leven, waar de sla in rijen stond en slechts met een irri gatie-systeem in het leven kon worden gehouden. Die Franschman had de opbrengst van een mi mosa-struik, die tegen het huis stond, broodnoodig. Toen de dag kwam dat hij clie voor de markt moest snijden, liet hij toch tenslotte de halve struik staan, omdat de takken zoo lieflijk boven de verschoten blauwe deur hingen. Farmer Stone wordt door zulke gevoelens niet geplaagd. Bij hem komt het gemak op de eerste plaats. Als je hem vraagt of het leven hem naar den zin is deelt hij je vertrouwelijk mee, dat als hij het nog eens over zou kunnen doen hij dorps dominee zou willen zijn met een pastorietuin van louter cement, zoodat er zelfs geen onkruid te wieden valt Vr. S. <Adv. Ingez. Med.) KINDERVOEDING GEëINDIGD. De kindervoeding, die van 1 November 300 kin deren een paar maal per week een warme maaltijd verschafte en waarvoor pl.m. f 1500 door de bur gerij is bijgedragen is van heden af geëindigd. SNIP EN SNAP. De wyk aan Zeeër winkeliersvereeniging heeft gisteravond een tocht naar Velsen gemaakt, om een voorstelling van Snip en Snap bij te wonen. Dc diefstallen bij Van Gend Loos te Rotterdam. Nog tien personen aangehouden. In verband met het onderzoek naar de spoorweg diefstallen bij Van Gend en Loos te Rotterdam heeft de politie thans opnieuw tien verdachten aangehouden. In arrest gesteld zijn de 34-jarige werklooze grondwerker H. J., de 52-jarige werklooze fietsen maker J. de W., de 43-jarige rijwielhersteller G. T., de 49-jarige monteur J. T., de 46-jarige mon teur J. M., de 27-jarige chauffeur B. G. W., een broer van den reeds eerder gearresteerden hoofd heler A. H. W. Voorts werden na opgemaakt proces verbaal heengezonden de 22-jarige ijzerwerker A. M. W. eveneens een broer van den hoofdheler, de 45- jarige loodgieter J. van de L., de 42-jarige radio handelaar T. N. en de 43-jarige radio-handelaar H. P. Het bleek, dat deze mannen zich bezig hadden gehouden met het doorverkoopen van de gestolen goederen, behalve een partij overhemden, japon nen, mantels, theedoeken, waschhandjes en andere voorwerpen werden niet minder dan twaalf radio toestellen van de nieuwste en duurste types in be slag genomen. WIJK AAN ZEE TEIJLINGEN—V. V. E. UITGESTELD. Door den I. V. C. B. is de voor de 2den Paasch- dag vastgestelde wedstrijd Te ijlingenV. V. E. uitgesteld. Een mitrailleur-compagnie .en route tijdens de oefeningen van hel depót wielrijders van het Nederlandsche veldleger Het tweede concert van Zanglust. Medewerking van Mandoline Orkest. Op dezen tweeden concertavond van het man nenkoor Zanglust ontbrak het niet aan belangstel ling en deze zal wellicht ditmaal niet alleen toe te schrijven zijn geweest aan den goeden zang, welke op de uitvoeringen van Zanglust meestal te hooren is, maar ook aan den medewerker van dezen avond. Het was n.l. de welbekende mandoline- en ha- waiïanclub O. K. K., welke het instrumentale ge deelte verzorgde. De voorzitter van Zanglust, de heer L. Blaauw, opende met de gebruikelijke welkomstspeech. Van directeur Van Dijk zijn we zoo langzamer hand gewend geraakt, dat hij voor een stijlvol pro gramma zorg draagt. En dat het uitgevoerde werk verzorgd is tot in de onderdeelen. Al blijven we in de uitvoering nog wel eens voelen het gemis aan meer temperament, we willen den dirigent den lof, welke hem ten volle toekomt zeker niet onthouden. O. K. K. beschikt over een uitmuntenden geluids versterker en Zanglust benutte de gelegenheid, dat deze geïnstalleerd was in de zaal. Dat was niet kwaad bekeken, want de mobilisatie is aan het koor niet onopgemerkt voorbijgegaan. Israël van Willem Hespe had momenten van fraaie pianissimo's, maar de forto-zang aan het slot was nog niet geacheveerd genoeg. Abendsegen zette welluidend in met fraaien zang dei tenoren; de tegenzangen waren rhythmisch juist,'de bassen vormden een mooi donker fond. Zanglust weet in de decrescendi en p.p. een goeden homogenen klank te geven. In de forto-gedeelten kan er echter aan deze eenheid nog meer geschaafd worden. De voor Zanglust onsterfelijke Bede van Heinze was voor de zangers vertrouwde kost, welke zich gemakkelijk liet zingen. Geen wonder, dat het over het geheel genomen slaagde, levendig, met vele nuanceeringen, juist afgewogen registers. Het toon- peil had vaster gekund; er was neiging tot zakken aan het slot van 2, 3 en 4. De tenoren hebben zich kranig .geweerd; een prachtig klinkend onderdeel van het koor. Na de pauze hoorden we nog den welbekenden lofzang van Brands Buys „De Ruïne", een prachtig en zeer dankbaar werk voor mannenkoor, dat Zang lust alle recht wedervaren deed. Flonkerend was de inzet, teer en v/eek van de ingehouden zingende tenoren het begin van den lofzang op Kennemer- land. Uitstekend was dit. Ook in de laatste strofen, die vertellen van Bre- derode's ondergang, werd dit voorname karakter vrijwel geheel behouden. Zoo kon de climax aan het slot terecht een climax worden. Een pluim daar bij voor de muzikaal-zingende bassen. O. K. K. verheugt zich in het bezit van een diri gent, die zeer muzikaal aanvoelt. Dit is merkbaar aan de wijze, waarop de heer George Blok zijn orkest leidt en de ingestudeerde werkjes laat uit voeren. Reeds meermalen hebben we in een verslag hierover gunstig kunnen schrijven: Iets, dat ons altijd plezier doet, want het is voor den recensent prettiger iets goeds over een concert te schrijven, dan iets minder gunstigs. Al zullen enkelen dit mis schien moeilijk kunnen accepteeren.... In elk ge val hoorden we van O. K. K. wederom goede dir.gèn. En al waren er vele herhalingen bij van nummers uit het vaste O. K. K.-repertoire, ze wer den appetijtelijk ten gehoore gebracht en dan bleven ze steeds weer interessant. Joh. B. Kok's Suite van volksdansen muntte uit door stevig samenspel; we hebben hierin vooral den klank van het orkest en meer in het bijzonder dien van het lage register bewonderd. Daar excelleerde de geluidsinstallatie, die dit onderdeel zoo bijzonder fraai versterkte. De groep eerste mandolines produceert gezien de hoe veelheid speelsters toch nog te weinig klank. En v*as er aan het slot leelijk naast. Van Verschmahte Liebe werd het tempo wel wat heel erg gerekt; dat leek zelfs niet meer op het tempo concertwals. Na de pauze bracht het Hawaiïan-orkest eenige zoetvloeiende liederen over het voetlicht, die de schoonheid der gelukzalige eilanden in den Stillen Oceaan bezongen. De heer Blok had deze 5 werkjes vaardig gearrangeerd voor O. K. K. en zoodoende oogstten de musiciennes een welverdiend succes in de tropisch-heete zaal van het Kennemer Theater, W.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 7