pensioenfondsen onder wettelijk toezicht IN ENGELAND.
Ter Keuring.
vRijDAG 22 MAART 1940
Üïg-en vermogen voor fondsen noodzakelijk.
V/erkgever mag er niet over
beschikken.
Wetsontwerp ingediend.
tfpdiend is een wetsontwerp, dat den titel
Wettelijke regeling inzake personeel-
en -spaarfondsen».
p a de Memorie van Toelichting van de mims-
n Sociale Zaken, van Justitie en van Eco-
ters r>ntlr-r>riH Hat Hit nnt.mprn it:
nomische
Zaken is ontleend, dat dit ontwerp
ïhereia naar aanleiding van de gebeurtenissen,
V°urP zich in 1935 ten aanzien van de pensioenen
den Kon. Hollandschen Lloyd hebben voorge
daan.
ne vraag, of het op den weg der overheid
te trachten op het gebied der particu-
ligt om
licre spaar
stellingen
en pensioenvoorzieningen teleur-
in de gewekte verwachtingen zoo-
p1 mogelijk te voorkomen, beantwoorden de
ministers bevestigend. Zij zijn er zich wel is
tniimcf Hat. t
waar van - -
schillende werkgevers, door breede sociale op
vattingen gedreven, de zorgen van hun perso
neel voor den ouden dag hebben willen weg
nemen of althans verminderen, niet dan met
eroote omzichtigheid van overheidswege mag
worden opgetreden; niettemin achten zij het
mogelijk, en daarom noodig, ten deze voor
schriften te geven, welke zonder de vrijheid
van den werkgever hinderlijk te beperken,
van gr°°t nu' hunnen zijn voor de betrokken
arbeiders. f
Allereerst moet daartoe als eisch gesteld wor-
•j dat er zij een zelfstandig, van de bezittingen
Her'onderneming geheel afgescheiden fonds. Daar
naast zijn voorschriften noodig betreffende de be
lening van de fondsgelden.
Naar het oordeel der ministers is noodig een pu
blieksrechtelijke regeling, waarbij de werkgevers,
die een pensioen- of een spaarvoorziening voor
hun personeel tot stand willen brengen, of willen
handhaven, aan normen gebonden worden, welke
zij niet straffeloos kunnen overtreden.
Deze normen, zullen behalve de oprichting
van een fonds met rechtspersoonlijkheid vooral
betreffen de te volgen beleggingspolitiek. De mi
nisters zijn van meening, dat als een bruikbare
weg te dezen voor de pensioenfondsen in de eer
ste plaats genoemd mag worden inschakeling van
de Vrijwillige Ouderdomsverzekering of van een
levensverzekeringmaatschappij. Met deze ge
dachte gaan zij in een richting, waarin de practijk
zich al beweegt. Reeds thans b.v. zijn vrij veel on
dernemingspensioenfondsen opgezet in den vorm
van vereenigingen, welke volgens haar statuten
o.m. ten doel hebben, ten behoeve van de deelne
mers (te weten, het personeel der betrokken on
derneming) overeenkomsten -van pensioenverze
kering aan te gaan met een in Nederland gevestig-
bcwust, dat op dit terrein, waar ver-
Indrukken eens donors.
Niet zonder een zucht begeeft gij u op een Woens
dagavond ter keuring. Gij hebt u als maatschappe
lijk mensch aangemeld bij den Bloedtransfusiedienst
en u bereid verklaard, als dit noodig mocht blijken
in geval van oorlog, als donor op te treden. Dit
latijnsche woord beteekent niet anders dan „gever'
maar er wordt „bloedgever" mee bedoelt. Het
woord donor klinkt "zoowel prettiger als plechtiger.
Bereidwillig hebt ge u aangemeld en de mededee-
ling, dat keuring vereischt zou zijn, gelaten aan
vaard. Het leven is vol keuringen. In uw eigen be
staan zijt gij gekeurd voor den militairen dienst,
voor levensverzekeringen, voor het deelnemen aan
roeiwedstrijden en eenige malen bij verwisseling
van woonplaats: ter voorlichting van den nieuwen
huisdokter. Nu weer dit. Ietwat knorrig om den
verloren avond begeeft gij u ten St. Elisabethsgast-
huize en bereidt u alvast voor op lang wachten. Ook
op d£ ziekenhuis-sfeer, die men hoogst zelden met
genoegen en in den regel met triestheid betreedt.
Alleen als het een bezoek aan een volmaakt-herstel
lenden patiënt betreft valt het wel eens mee.
Maar ditmaal blijkt het een ware verrassing. Gij
betreedt een wachtkamer vol kerngezonde lotge-
nooten, waarin een bepaald vroolijke stemming
blijkt te heerschen. Zorgeloos wordt gij door ken
nissen verwelkomd. De heerschende* vreugde deelt
zich meteen aan u mee en is ook eigenlijk heel ver
klaarbaar. Geen narigheid te vrachten. Geen nood
zaak voor gedempte stemmen. Het plezierige ge
voel, dat men hier allen met een onbaatzuchtig, ja
zelfs offervaardig doel is. Geen doktersrekening,
geen militaire dressuur, geen premie-kwitanties van
levensverzekeringen in het vooruitzicht als gevolgen
van deze ondernemingEnfin: wie komt ooit
onder zoo gunstige voorwaarden in een ziekenhuis?
Gij wacht tevreden. Alle aanwezigen wachten te
vreden en beschouwen elkaar met hoogachting.
Mochten de gebeurtenissen dezer tijden hen allen
wel eens aan den Mensch doen twijfelen, hier ver
dwijnt ieder spoor van menschenverachting. Wan
neer geschiedt het ooit dat men zich, zelf offer
vaardig, temidden van een menigte van louter offer-
vaardigen bevindt? Weer een voordeel. De gedachte
is zeer opwekkend.
Uw beurt komt. Gij bemerkt dat het Gasthuis van
organiseeren weet. Het verwerkt zeventig keuringen
in een paar uur tijds. Het heeft niet alleen de me
dische wetenschap en de ziekenverpleging maar ook
de methoden der moderne industrie bestudeerd.
Althans voor deze keuringen. Want gij wordt van
doodgewoon burger tot klassiek donor verwerkt aan
den loopenden band. Gij snelt van dokter naar dok
ter, van instrument naar apparaat. Gij groeit tot
Donor in het tempo waarin een Ford een Ford
wordt. Men beluistert en beklopt uw motor, richt de
lamp op uw chassis, stelt uw oliedruk vast. Lachen
de verpleegsters voeren u langs een rij van louter
geneesheeren, elk in hun eigen vertrek, en gij hebt
daarbij nog de voldoening hun uw medegevoel met
een zoo ingespannen en eentonigen arbeid te kunnen
bewijzen. Het is zeer genoegelijk om eens mede
lijden met den dokter te toonen: zooiets als een
lang-gehoopte revanche. Maar zij hebben dat wel
door. Zij grinniken. „Hoe hoog is m'n bloeddruk
nu?" vraagt gij den jongste, met het bewustzijn dat
gij hem examineert, want uw doortrainde huisdokter
zegt dat nooit tegen eën patiënt. Maai* de jongste
antwoordt prompt: „Normaal voor uw leeftijd
meer zeg ik niet" en is geslaagd.
Tenslotte neemt men u wat bloed af, hetgeen zoo
iets als de proefrit van de nieuwe Ford schijnt, no
teert nog wat bijzonderheden en schenkt u een kop
koffie. Hetgeen de eerste vulling van de tank zou
kunnen heeten als de proefrit al niet gemaakt was.
Gij verwacht onwillekeurig, nu naar een showroom
te worden gevoerd, maar neenmen neemt
vriendelij 1: afscheid. Gij kunt gaan. Het heeft in-
plaats van anderhalf uur maar de helft van dien
tijd gevorderd. Overigens moet het bewijs van goed
keuring later nog komen.
Buiten kijkt ge het misleidende antieke geveltjes-
décor op het Groot Heiligland, waarachter zooveel
moderne efficiency woont, er nog eens op aan en
mompelt: „Wat een bedrijf!" zooals ge ook in Detroit
zoudt zeggen.
Gij zijt weer een ervaring en een nieuwe wording
rijker.
de verzekeringsinstelling. Zulk een fonds heeft
feitelijk dus geen gelden te beheeren. De bijdra
gen der deelnemers en de andere inkomsten wor
den overgedragen aan de verzekeringsmaatschap
pij als premie voor de polissen, welke den betrok
ken arbeiders recht op pensioen geven. Practisch
kan aldus elk risico voor het fonds uitgesloten ge
acht worden. Deze weg schijnt in de practijk goed
te voldoen. Het fonds behoeft zich niet in beleg
gingsvraagstukken te verdiepen, terwijl de solidi
teit van het fonds gelijk wordt aan die der levens
verzekeringmaatschappij, welke het risico heeft
overgenomen en welker soliditeit door het toezicht
van de verzekeringskamer voldoende gewaarborgd
geacht mag worden.
Echter, de mogelijkheid dient open te staan om,
onder de noodige waarborgen, de doeleinden van
een fonds ook op andere wijze tot gelding te bren
gen Immers de belangstelling van menig werkge
ver, die door storting a fonds perdu van een som
gelds een pensioenfonds heeft opgericht en door
regelmatige storting van een deel der premie het
fonds in het leven houdt, zou verflauwen, indien
hij zelf niet door zijn invloed in het fondsbestuur
over de wijze van beheer van de fondsgelden mede
mocht beslissen. De ministers meenen daarom voor
eenigszins groote pensioenfondsen bij kleine
faalt de kansberekening te moeten toelaten, dat
het fondsbestuur binnen zekere grenzen zelf be
paalt, hoe het de fondsgelden beleggen en beste
den zal.
Door het overheidstoezicht op de pensioenfond
sen kan een behoorlijke behartiging van de arbei
dersbelangen zoo goed mogelijk verzekerd heeten.
Voor de spaarfondsen achten de ministers toe
zicht van overheidswege niet noodig, behalve voor
zoover, betreft het toezicht op de naleving der wet.
Een spaarfonds immers laat zich niet met verzeke
ring in, en de onzekerheid, die nu eenmaal aan
verzekering eigen is, en daarom speciale voorzie
ningen vereischt, bestaat bij spaarfondsen niet. Ten
aanzien van deze fondsen kan daarom volstaan
worden met voorschriften, betreffende de beleg
ging, een belegging overeenkomstig de voorschrif
ten der beleggingswet mag te dezen in het alge
meen voldoende behartiging van de betrokken' be
langen genoemd worden.
De onderhavige regeling is van publïekrechtelij-
ken aard. Verbodsbepalingen, door straf gesanction
neerd, kunnen niet gemist/worden. Aan den on
dernemer wordt bij artikel 2, eerste lid, onder a en
b, verboden aan zijn onderneming een personeel-
fonds te verbinden of verbonden te houden, dat
geen rechtspersoonlijkheid bezit en welks regle
ment niet voldoet aan een aantal voorschriften, bij
of krachtens deze wet gegeven.
Het fonds moet eigen bestaan en eigen vermogen
hebben, zoodat de werkgever, die de fondsgelden
in zijn eigen zaak aanwendde, zich aan eens anders
vermogen zou vergrijpen.
Fondsbestuur.
De eisch der rechtspersoonlijkheid brengt mede,
dat het vermogen van het fonds beheerd wordt
door een afzonderlijk fondsbestuur. De beteekenis
hiervan moet ook wanneer de voor pensioen
bendodigde gelden in polissen worden belegd
niet onderschat worden. Tot de taak van het be
stuur behoort in de eerste plaats de keuze van een
verzekeringsmaatschappij; voorts behooren daartoe
de regeling der premiebetaling en beslissingen
over uitkeeringen o.a. bij het uittreden van arbei
ders. Het fondsbestuur zal ook optreden als tus-
schenpersoon bij verschillen van meening tusschen
de verzekerden en de verzekeringsmaatschappij en
het zal tot tusschentijdsche wijziging dei* verzeke-
ringsvoorwaarden kunnen medewerken, wanneer
zulks door de verzekerden gewenscht wordt.
Ingevolge het bepaalde onder c. van het eerste
lid van dit artikel mag een pensioenfonds of een
spaarfonds niet tevens tot andere doeleinden die
nen dan tot hetgeen met een. pensioensfonds, res
pectievelijk spaarfonds, volgens de in artikel 1 ge
geven definities beoogd wordt. Wil men de positie
van een fonds behoorlijk kunnen overzien, dan
moet het een zelfstandig, afgerond geheel vormen,
dat zoowel afgescheiden is van het vermogen van
den werkgever als van andere vermogens. Een
pensioenfonds zal dus b.v. niet tevens spaarfonds
of ziekenfonds mogen zijn.
De ministers hebben gemeend, mede gelet op de
bevredigende resultaten, die in de practijk in .me
nig geval bij toepassing van het omslagstelsel voor
de arbeiders zijn bereikt, toe te laten, dat bij de
financiering van particuliere pensioenfondsen
wordt afgeweken van het kapitaaldekkingstelsel.
Uiteraard moeten, binnen het kader van het om
slagstelsel, de belangen der arbeiders zoo goed
mogelijk behartigd worden: gewaakt dient dus te
worden voor een veilige belegging der fondsgelden,
opdat de voor de uïtkeering van pensioenen bij
eengebrachte gelden ook inderdaad te allen tijde
volledig voor dit doel besteed zullen kunnen wor
den. Ook zal het overheidstoezicht moeten bevor
deren. dat gedane toezeggingen met name die
betreffende de jaarlijks door den ondernemer in
het fonds te storten bijdragen worden nage
komen.
De belegging van de gelden van een personeel-
pensioenfonds is geregeld in de artikelen 4 en 5.
Als eerste methode wordt genoemd belegging in
polissen hetzij van verzekeringsovereenkomsten
ingevolge de ouderdomswet- 1919, hetzij van over
eenkomsten van .pensipenverzekering - en andere
overeenkomsten van levensverzekering met een on
derneming tot het uitoefenen van het levensver
zekeringsbedrijf.
EEN BOER Z'N BEDRIJF.
OXFORDSHIRE, Maart.
Farmer Stone is een soort boer dat in Engeland
helaas niet zeldzaam is. Niet dat hij geen prettig
mensch is. Hij heeft een allerjoviaalste wijze van
over het hek leunen, z'n pet eens op zij schuiven
en informeeren wat je vandaag van de wereld
denkt, zonder er zelf iets over te vertellen te heb
ben. Hij mag graag een ander hooren en heeft al
tijd den tijd. Het is hem eigenlijk nog teveel moeite
om een vraag te formuleeren. Daarom wacht hij
altijd lange minuten of je uit jezelf misschien niet
verder praat, voor hij z'n mond weer open doet.
Van hem is het bovendien dat ik dat noodzakelijk
bedrijf: het strikken van konijnen, heb geleerd.
Hij heeft mij geleerd hoe „tealers" uit hazelhout te
snijden, van de juiste dikte en.lengte en met de
juiste inkeeping om het venijnig draad omhoog
te houdenIk zal zal de laatste zijn om farmer
Stone als mensch bij de zeldzaamheden te wen-
schen.
Maar als boer is het anders met hem gesteld.
Hij woont wel op een boerderij, een oud steenen
huis bij een boomgaard, waar de ganzen en kippen
rondscharrelen zooals op een boerderij behoort.
Hij weet met vee om te gaan en hij kan een
akker met koren zaaien. Hij houdt van het land
leven, maar het land dat hij ploegt, de velden waar
z'n koeien grazen, gaat hem weinig aan het hart.
Zijn grasland is voor hem slechts een oppervlakte
met veervoer. Alle innige verstandhouding tus
schen hem en zijn land ontbreekt. Die blijvende
verstandhouding, die een waren boer in staat stelt-
zijn velden elk jaar weer het beste gras te doen
dragen, zoodat het het grootste aantal koeien ver
draagt; vee in de beste conditie.
Farmer Stone kent dien trots en dat verantwoor
delijkheidsgevoel niet. Bij hem is het zoo, dat het
op een koè min of meer niet aankomt en ook niet
hoe het land er het volgend jaar en over tien
jaar uit zal zien. Hij heeft meer land dan hij ge
voeglijk kan bewerken en hij is altijd bereid er
nog meer bij te huren. Hij is namelijk veel meer
een handelaar dan een pi-oducent. Hij huurt een
stuk land, koopt op de markt een hoeveelheid vee,
koeien en schapen, en laat ze daar grazen. Na een
bepaalden tijd hoopt hij ze vetter te verkoopen met
een flink verschil tusschen in- en verkoopsprijs.
Wat daarvan na aftrek van de huur overblijft,
wel, dat is de winst. Het is een rekensommetje. Hij
doet hetzelfde met boomgaarden, koopt hier en
daar de vruchten aan de boomen, stuurt er de
jongens heen om de opbrengst te plukken en rijdt
het zaakje naar de markt. Waardoor hij aan de
zorg voor een boomgaard, het snoeien en sproeien,
ontkomt; en tevens aan de voldoening de beste
vruchten te hebben gekweekt, die de boom in de
gegeven weersomstandigheden kan voortbrengen.
Zoolang we hier slechts ongeregeld konden zijn
heeft hij op beide velden koeien en schapen gehad.
Af en toe in zoo'n aantal dat het gras ontoereikend
was. Zoodat we herhaaldelijk bij onze week-end-
bezoeken een briefkaart in de bus vonden van een
met de mededeeling, dat de koeien blijkbaar aan
den wandel waren gegaan en nu bij hem op stal
stonden. Wilden we ze komen afhalen? Om fanner
Stone, die in een ander dorp woont, de moeite te
besparen, heb ik ze een paar maar zelf terugge
haald en dank daaraan de verrassende ontdekking
dat zooiets zoo eenvoudig niet is. Koeien houden
namelijk van andere koeien. En de zes die bij den
boer op stal stonden waren van de rest niet weg te
krijgen, zonder eerst een aantal van hun vroegere
metgezetten uit het veld naar hen toe te brengen.
Tezamen met die oude kameraden lieten ze zich
overhalen weer naar hun oorspronkelijk domein te
rug te keeren.
Ook bracht op een kouden herfstavond een van
de dieren in een beschutten hoek tusschen verdorde
varens een kalf ter wereld. Een heerlijk bruin dier
met een slaperig gezicht, dat, keurig schoon ge
likt, aanstonds aarzelend op de pooten probeerde
te staan en al met de tevreden moeder de hellin;
af kwam loopen, toen we fanner Stone voor dit
heugelijk gebeuren hadden opgehaald. Hij had ver
geten dat dat bij z'n laatsten koop, enkele maanden
geleden, inbegrepen was geweest. Anders had hij
mama eerder dichter bij huis gehaald.
Met de schapen hadden z'n lukrake methodes
minder vlotte gevolgen. Die krijgen makkelijk
lever- en voetziekten. De dieren die Mr. Stone op
het land losliet waren niet uit eigen kudde gefokt
en over hun afkomst wist hij niets. Hij vond het
al heel slim, dat hij steeds twee verschillende soor
ten kocht: als het met de ééne slecht ging,'liep het
met de andere allicht beter. Zoodat hij een heel
seizoen, een droevig seizoen lang, beneden aan
het veld een groote kuil moest graven, waarin de
langzaam door leverbot verteerde dieren eindelijk
rust vonden. Dat ging ook farmer Stone aan het
hart, niet alleen om de financieele verliezen, want
hij hield wel van de dieren. „Bad luck" noemde
hij dat, als een echte 'speculant en had met zich
zelf ook medelijden en dacht er niet aan z'n werk
methode de schuld te geven; een methode, die niets
van het hardwerkende, overwogen, innige en slui
tende van het kleinbedrijf heeft, noch de efficiency
van het grootbedrijf kent.
In Engeland liggen hectaren grasland waarop
de konijnen vrij spel hebben, waar een omge
waaide boom maar blijft liggen, waar draineer-
buizen verstopt zijn geraakt: grasland met mols-
hoopen, en brandnetels en distels. Grasland, waar
met wat zorg en bemesting het meest malsche gras
Extra-steun voor de garnalen-
visscherij.
Naar wij van officieele zijde vernemen, heeft
de minister van economische zaken besloten voor
eenmaal een extra steunbedrag uit te keeren
aan garnalenvisschers, die het vorige jaar de gar-
nalenvisscherij hebben uitgeoefend. Deze steun
is bedoeld als een tegemoetkoming in de z.g.
vaste kosten, welke op de bedrijven van de vis-
schers rusten, eventueel voor aanschaffing van
het noodige bedrijfsmateriaar, of voor het we
der in bedrijf brengen van hun vaartuigen.
Deze bijzondere steun zal onder bepaalde
voorwaarden aan de garnalenvisschers worden
verleend voor elk vaartuig, waarmede in 1939
aan de consumptiegarnalenvisscherij is deelgeno
men, en zal bedragen f 50 of f 25 per vaartuig,
al naar mate van de intensiteit, waarmede in het
vorig jaar aan de garnalenvisscherij is deelge
nomen.
Dijk bij Meppel bezweken.
Polder overstroomd.
Donderdagmiddag is ongeveer een kilometer ten
noorden van Meppel een dijk van de Oude Vaart
onder den drang van het water bezweken, waar
door eenige tientallen hectaren land en een weg
onder zijn komen te staan. Door den hoogen water
stand stond het terrein ter plaatse reec(Ê eenïgen
tijd gedeeltelijk onder water.
Het gat bevindt zich in het noordwestelijke ge
deelte van den dijk en is ongeveer achttien meter
groot, waardoor het water met kracht in den lager
gelegen polder kon stroomen.
De Haarlemsche kunstschilder H. Bijvoet voltooide de eerste statie van een
nieuwen Kruisweg, bestemd voor de R.-K. kerk van O. L. Vrouw van Goeden
Raad te Beverwijk. Deze kruisweg is het geschenk van de parochianen bij
gelegenheid van het zilveren jubileum der parochie in Mei a.s. Het gereed
gekomen schilderstuk is de twaalfde van de veertien z.gn. staties, welke de
Kruisweg telt: Christus sterft aan het Kruis.
zou kunnen staan. Het is de erfenis van farmers
Stone, die met het land meenen te kunnen om
gaan als onderdeel van een optel- en aftrek-som
metje en die op die manier de wereld niet mooier
maken.
Dat is farmer Stone moeilijk te vergeven, ook
al leunt hij nog zoo genoeglijk over het hek, ook
al heeft hij eens een ex-tra rit naar het dorp ge
maakt om mij een krant te bezorgen, ook al heeft
hij mij eens een bijenzwerm gebracht. Wat ik
hem zeker nooit zal vergeven is, dat hij twee mei
doorns heeft omgehakt toen hij een paal noodig
had om een hek te repareeren. Twee meidoorns,
die vroeg, elk jaar, die bij elkaar op den heuvel
stonden te bloeien; die een kwart eeuw noodig had
den gehad om de wat gewrongen stam zoo hoog
op te steken. Die nu botweg werden geveld om
een paal te leveren, waarvoor ze minder geschikt
warén dan een wilgenstam die voor een kwartje is
te koopen Nog erger was dat de farmer, toen
hij zijn spijt betoonde, niet begreep dat ik die mei
doorns niet omgehakt wou hebben. Hij had mei
doorns nooit als boomen beschouwd, ze altijd min
of meer tot de onkruid-familie gerekend. Ik heb
toen onwillekeurig aan een kleinen' Franschman in
het verre Zuiden van dat land moeten denken, die
van enkele vierkante meters slatuin moest leven,
waar de sla in rijen stond en slechts met een irri
gatie-systeem in het leven kon worden gehouden.
Die Franschman had de opbrengst van een mi
mosa-struik, die tegen het huis stond, broodnoodig.
Toen de dag kwam dat hij clie voor de markt moest
snijden, liet hij toch tenslotte de halve struik staan,
omdat de takken zoo lieflijk boven de verschoten
blauwe deur hingen.
Farmer Stone wordt door zulke gevoelens niet
geplaagd. Bij hem komt het gemak op de eerste
plaats. Als je hem vraagt of het leven hem naar
den zin is deelt hij je vertrouwelijk mee, dat als
hij het nog eens over zou kunnen doen hij dorps
dominee zou willen zijn met een pastorietuin van
louter cement, zoodat er zelfs geen onkruid te
wieden valt
Vr. S.
<Adv. Ingez. Med.)
KINDERVOEDING GEëINDIGD.
De kindervoeding, die van 1 November 300 kin
deren een paar maal per week een warme maaltijd
verschafte en waarvoor pl.m. f 1500 door de bur
gerij is bijgedragen is van heden af geëindigd.
SNIP EN SNAP.
De wyk aan Zeeër winkeliersvereeniging heeft
gisteravond een tocht naar Velsen gemaakt, om een
voorstelling van Snip en Snap bij te wonen.
Dc diefstallen bij Van Gend Loos
te Rotterdam.
Nog tien personen aangehouden.
In verband met het onderzoek naar de spoorweg
diefstallen bij Van Gend en Loos te Rotterdam
heeft de politie thans opnieuw tien verdachten
aangehouden.
In arrest gesteld zijn de 34-jarige werklooze
grondwerker H. J., de 52-jarige werklooze fietsen
maker J. de W., de 43-jarige rijwielhersteller G.
T., de 49-jarige monteur J. T., de 46-jarige mon
teur J. M., de 27-jarige chauffeur B. G. W., een
broer van den reeds eerder gearresteerden hoofd
heler A. H. W.
Voorts werden na opgemaakt proces verbaal
heengezonden de 22-jarige ijzerwerker A. M. W.
eveneens een broer van den hoofdheler, de 45-
jarige loodgieter J. van de L., de 42-jarige radio
handelaar T. N. en de 43-jarige radio-handelaar
H. P.
Het bleek, dat deze mannen zich bezig hadden
gehouden met het doorverkoopen van de gestolen
goederen, behalve een partij overhemden, japon
nen, mantels, theedoeken, waschhandjes en andere
voorwerpen werden niet minder dan twaalf radio
toestellen van de nieuwste en duurste types in be
slag genomen.
WIJK AAN ZEE
TEIJLINGEN—V. V. E. UITGESTELD.
Door den I. V. C. B. is de voor de 2den Paasch-
dag vastgestelde wedstrijd Te ijlingenV. V. E.
uitgesteld.
Een mitrailleur-compagnie .en route tijdens de oefeningen van
hel depót wielrijders van het Nederlandsche veldleger
Het tweede concert van Zanglust.
Medewerking van Mandoline Orkest.
Op dezen tweeden concertavond van het man
nenkoor Zanglust ontbrak het niet aan belangstel
ling en deze zal wellicht ditmaal niet alleen toe te
schrijven zijn geweest aan den goeden zang, welke
op de uitvoeringen van Zanglust meestal te hooren
is, maar ook aan den medewerker van dezen avond.
Het was n.l. de welbekende mandoline- en ha-
waiïanclub O. K. K., welke het instrumentale ge
deelte verzorgde.
De voorzitter van Zanglust, de heer L. Blaauw,
opende met de gebruikelijke welkomstspeech.
Van directeur Van Dijk zijn we zoo langzamer
hand gewend geraakt, dat hij voor een stijlvol pro
gramma zorg draagt. En dat het uitgevoerde werk
verzorgd is tot in de onderdeelen. Al blijven we in
de uitvoering nog wel eens voelen het gemis aan
meer temperament, we willen den dirigent den lof,
welke hem ten volle toekomt zeker niet onthouden.
O. K. K. beschikt over een uitmuntenden geluids
versterker en Zanglust benutte de gelegenheid, dat
deze geïnstalleerd was in de zaal. Dat was niet
kwaad bekeken, want de mobilisatie is aan het koor
niet onopgemerkt voorbijgegaan.
Israël van Willem Hespe had momenten van
fraaie pianissimo's, maar de forto-zang aan het slot
was nog niet geacheveerd genoeg.
Abendsegen zette welluidend in met fraaien zang
dei tenoren; de tegenzangen waren rhythmisch
juist,'de bassen vormden een mooi donker fond.
Zanglust weet in de decrescendi en p.p. een goeden
homogenen klank te geven. In de forto-gedeelten
kan er echter aan deze eenheid nog meer geschaafd
worden.
De voor Zanglust onsterfelijke Bede van Heinze
was voor de zangers vertrouwde kost, welke zich
gemakkelijk liet zingen. Geen wonder, dat het over
het geheel genomen slaagde, levendig, met vele
nuanceeringen, juist afgewogen registers. Het toon-
peil had vaster gekund; er was neiging tot zakken
aan het slot van 2, 3 en 4. De tenoren hebben zich
kranig .geweerd; een prachtig klinkend onderdeel
van het koor.
Na de pauze hoorden we nog den welbekenden
lofzang van Brands Buys „De Ruïne", een prachtig
en zeer dankbaar werk voor mannenkoor, dat Zang
lust alle recht wedervaren deed. Flonkerend was de
inzet, teer en v/eek van de ingehouden zingende
tenoren het begin van den lofzang op Kennemer-
land. Uitstekend was dit.
Ook in de laatste strofen, die vertellen van Bre-
derode's ondergang, werd dit voorname karakter
vrijwel geheel behouden. Zoo kon de climax aan
het slot terecht een climax worden. Een pluim daar
bij voor de muzikaal-zingende bassen.
O. K. K. verheugt zich in het bezit van een diri
gent, die zeer muzikaal aanvoelt. Dit is merkbaar
aan de wijze, waarop de heer George Blok zijn
orkest leidt en de ingestudeerde werkjes laat uit
voeren. Reeds meermalen hebben we in een verslag
hierover gunstig kunnen schrijven: Iets, dat ons
altijd plezier doet, want het is voor den recensent
prettiger iets goeds over een concert te schrijven,
dan iets minder gunstigs. Al zullen enkelen dit mis
schien moeilijk kunnen accepteeren.... In elk ge
val hoorden we van O. K. K. wederom goede
dir.gèn. En al waren er vele herhalingen bij van
nummers uit het vaste O. K. K.-repertoire, ze wer
den appetijtelijk ten gehoore gebracht en dan bleven
ze steeds weer interessant. Joh. B. Kok's Suite van
volksdansen muntte uit door stevig samenspel; we
hebben hierin vooral den klank van het orkest en
meer in het bijzonder dien van het lage register
bewonderd. Daar excelleerde de geluidsinstallatie,
die dit onderdeel zoo bijzonder fraai versterkte. De
groep eerste mandolines produceert gezien de hoe
veelheid speelsters toch nog te weinig klank. En
v*as er aan het slot leelijk naast.
Van Verschmahte Liebe werd het tempo wel wat
heel erg gerekt; dat leek zelfs niet meer op het
tempo concertwals.
Na de pauze bracht het Hawaiïan-orkest eenige
zoetvloeiende liederen over het voetlicht, die de
schoonheid der gelukzalige eilanden in den Stillen
Oceaan bezongen. De heer Blok had deze 5 werkjes
vaardig gearrangeerd voor O. K. K. en zoodoende
oogstten de musiciennes een welverdiend succes in
de tropisch-heete zaal van het Kennemer Theater,
W.