BOEKEN DIE BILEVEN Ivanhoe. WANDELSPORï litteraire K aiitteekeningen. Voor Zaterdag 30 Maart met cliché op 1 kolom „In Juni van het jaar 1314 bezocht ik Edinburg en bracht een geheelen dag door bij een mijner vrienden die in George Street woonde op den hoek van North Castle Street Er 'waren verscheidene jonge>oi, opgewekte, gezellige kerels die het he den genoten zonder over de toekomst te piekeren. De vader van mijn vriend liet ons weldra alleen en daar het een warme dag was, gingen we in de bibliotheek zitten die op het Noorden lag. De flesch ging vroolijk rond, we praatten en lachten volkomen onbezorgd, maar opeens bemerkte ik dat er een schaduw gleed over het gezicht van mijn vriend die recht tegenover mij zat. Ik vroeg hem of hij zich niet prettig gevoelde, maar hij schudde het hoofld. „Neen", zeide hij, „het zal da delijk wel weer over zijn, als jij zoo vriendelijk Walter Scott. wilt wezen op mijn plaats te gaan zitten en mij jouw stoel geei't. Van deze plek zie ik aldoor die vervloekte hand die me al zoo vaak heeft gehin derd en die me nu ook weer belet, met jullie mee te doen". Ik stond op om met hem van plaats te verwisselen en hij wees me aan de overzijde van de straat de hand die, zooals in het Bijbelverhaal, dit uur van onbezonnen vreugde bedierf. „Sinds we hier zitten", zei mijn vriend „heb ik er naar zitten kijken. Die hand fascineert mehij schrijft maar door, bladzijde na bladzijde. De stapel beschreven papieren wordt grooter en grooter, maar de hand is onvermoeibaar. Zoo gaat het door, tot er straks kaarsen worden binnengebracht en dan nog de Hemel weet hoe lang. Eiken dag, el- ken avond is dat zoo, ik kan het niet verdragen, behalve wanneer ik zelf in mijn werk verdiept ben". „Och", het is natuurlijk de een of andere kantoorklerk", riep ik uit „of een volkomen dwaas!" „Neen", zei onze gastheer op ernstigen toon „ik weet heel goed aan wie die hand toebe hoort het is de hand van Walter Scott". Zoo beschrijft Lockhart, de latere schoonzoon en biograaf van den Schotschen schrijver, zijn eer ste „ontmoeting" met den auteur die in twaalf jaar tijds negentien groote historische romans aan de drukpers afleverde. Dat feit is al merkwaardig; merkwaardiger is dat Scott als dichter begon en pas tot het proza overging toen de ster van Byron de zijne dreigde te verduisteren. Eerlijk verklaarde hij, toen men hem vroeg, waarom hij de lier aan de wilgen hall gehangen: „omdat Byron me heeft verslagen". Byron was in 1811 van een langdurigen zwerftocht langs de kusten van de Middellar.dsche Zee in Engeland teruggekeerd en publiceerde nu zijn groote Oostersche gedichten. Tegen hun gloed en hartstocht verbleekten Scott's verzen volkomen, maar de Schotsche bard had nog meer pijlen in zijn koker. Rommelend in een oud kabinet, waar in hij zijn vischtuig hoopte te vinden, zag hij een oud manuscript liggen, jaren geleden geschreven, maar ter zijde gelegd, omdat het hem niet beviel. Hij herlas het geschrevene en plotseling rees het vervolg van het verhaal voor zijn geestesoog op. Binnen zes weken had hij het handschrift voltooid het was bij dezen arbeid dat Lockhart hem gadesloeg en eenigc maanden later verscheen anoniem Waverley. or a Tale of Sixty Years since. Het succes overtrof al zijn verwachtingen en iedereen vroeg zich af wie de auteur zou kunnen zijn. Nog in hetzelfde jaar, om nauwkeurig te zijn: zeven maanden later, kwam een tweede roman „door den schrijver van Waverley" van de pers en de nieuwsgierigheid steeg ten top. Enkele vrien den van Scott kenden het geheim, enkele critici waren scherpzinnig genoeg om het te ontraadselen, maar het groote publiek bleef in het onzekere, tot Scott zich in 1827 na de voltooiing van de geheele reeks openlijk als de schrijver bekend maakte. Waverley, Guy Man nering, Rob Roy. de Bruid van Lammennoor, Kenilworth, Quentin Durward maar vooral Ivanhoe, ze zijn in spanning verwacht en met gloeiende wangen gelezen. Hun verschij ning was een evenement in Londen, maar ook in Parijs; in Edinburg, maar ook in Weenen.. Zij ga ven den stoot tot hernieuwde studie van de oude lindshistorie, zij deden het nationale verleden her leven. Wat vroeger tot versiering diende, de histo rische achtergrond, 3s hier .de kern geworden. De intrigue in Scotts romans is hem eigenlijk bijzaak. Wel wordt ze met zorg in elkaar gezet, maar ze is soms den auteur toch voornamelijk middel en niet doel: middel om zijn historische stof leven te schenken. Het plan van de meeste zijner romans is dan ook hetzelfde: er is een held, hij trekt de wereld in, hij beleeft avonturen, maar er is een beeldschoon meisje dat hem wacht, dat hem trouw blijft onldanks alle moeilijkheden en dat den weer- gekeerden held dan op de laatste bladzijde in de blanke armen sluiten mag. Er wordt braaf gevoch ten, veel getournooid en gepolitiekt en de deugd zegeviert natuurlijk. Zoo beschouwd zijn de „Waverley-novels" van Scott de voortzetting van de achttiende-eeuwsche avonturenromans, waarvan Fïeldings Tom Jones altijd nog het schitterende voorbeeld is. Bovendien heeft hij ruimschoots geprofiteerd van de zooge naamde novels of terror, de voorloopers van onze detectiveverhalen. Wie nog eens lekker rillen wil en het plezierig vindt 's avond niet naar bed te durven, leze van dit genre maar eens The Monk van Lewis of The Mysteries of Udolpho van Ann Radcliffe. Maar in Scott leeft veel meer. Ivanhoe, om nu maar zijn bekendste werk te nemen, is niet in hoofdzaak een intrigue-roman, het is een breed opgezet tafereel van Engeland ten tijde van den beruchten Jan zonder Land en den beroemden Richard Leeuwenhart, van den strijd tusschen het Saksische volk en de Normandische ridderschap die het land overheerscht. In dit forseh gepenseel de schilderij staat ook de titelheld Ivan'hoe. Maar de ware hoofdpersoon is hij niet. Scott gebruikt herhaaldelijk een figuur van eigen vinding, die hij gemakkelijk in allerlei situaties kan plaatsen 'als trait d'union tusschen de historische personen. Daaruit is het te verklaren dat Ivanhoe een zoo vaag omlijnd karakter heeft: het licht mag vooral niet te veel op hem vallen. Af en toe verliezen wij hem zelfs volkomen uit het oog en pas tientallen bladzijden later duikt hij weer eens op. Voor de spanning van het verhaal is dit natuurlijk nadee- lig, maar Scott kon niet anders handelen, juist om dat 't zijn doel was een tijdvak, niet een mensch uit te beelden. Dat hij evenwel ook de historische personen als Jan en Richard niet in het felle licht van den voorgrond, maar op het halfdonkere mid denplan neerzette, getuigt van diep kunstzinnig en wetenschappelijk inzicht. Door deze wijze van groepeeren vermeed hij het gevaar geschiedkundig onjuist te worden en liet hij de gebeurtenissen spreken. Zóó meende hij het best liefde en belang stelling voor het verleden te wekken. En dat hij dil wilde, blijkt duidelijk uit de lange inleidingen, de geleerde noten onder den tekst, de ophelderin gen en citaten aan het slot en de geschiedkundige uitweidingen in den roman zelf, uitweidingen waar voor Scott met het grootste genoegen zijn ver haal een poosje op stal zette. Tot de allergrootsten in de wereld der letter kunde heeft Scott niet behoord en het verwondert ons nu eenigszins als we lezen hoe Victor Hugo hem in de hoogte stak: „Walter Scott wist een on bekend genre te putten uit de bronnen van natuur en waarheid. Zijn composities vereenigen in zich de minutieuse nauwkeurigheid der oude kronieken, de majestueuse grootschheid der historie en het boeiende van den roman. Hij is een machtig en zeldzaam genie, dat het verleden raadt een schilder die een waarheidsgetrouw portret schept naar een vagen indruk en ons dwingt de juistheid te erken nen van wat wij zelf niet hebben gezien". Zóó hoog als Hugo slaan wij Scott niet meer aan. Maar we moeten niet vergeten dat de historische roman in hem den eersten grooten auteur vond, dat heel West-Europa zijn werk als een openbaring be schouwde, juist omdat het genre volkomen nieuw was. Zoo is het te begrijpen dat Scott's invloed ja ren en jaren de letterkundige kunst heeft be- heersoht, dat hij „de vader van den historischen roman", ja zelfs „de vader der Romantiek" wordt genoemd. En wie onze vaderlandsehe historische romans van Van Lennep, mevrouw Bosboom- Toussaint, Oltmans, Schimmel en anderen leest na zich door de Waverley-novels te hebben heenge- worsteld, zal door de gelijkenis herhaaldelijk wor den getroffen en zijn eerbied voor dé fantasie on zer romantici zal menige klap krijgen. Om nu maar één voorbeeld te noemen: ik heb altijd nogal bewondering gehad voor de figuur van Ganita, de heks van de Hunnenschans, zooals Oltmans die tee- kende in zijn Schaapherder. Maar nu ik die dame onder den naam Ulrika heb weergevonden in Ivanhoe en de gelijkenis heb opgemerkt van haar optreden aan het sterfbed van - een Engelschen en van een Nederlanidschen schurk, ben ik wel wat gedésillusioneerd. Juist in zijn bijfiguren toont Scott zich in zijn volle kracht, toont hij zich ook een groot psycho loog. Het treffendste gedeelte van Ivanhoe is dat, waarin de Tempelridder Brian de Bois Guilbert met zijn wilde hartstocht het mooie jodinnetje Re becca, de dochter van Isaac van York, poogt te be naderen. Brian is een volkomen menschelijk mensch met lage, maai- ook met edele gevoelens. Aanvankelijk laat hij zich volkomen leiden door zijn oplaaiende passie, maar het nobele karakter van het eenvoudige meisje uit het vertrapte ras roept betere gedachten in hem wakker. Tot een olkomen zegepraal kan het evenwel niet komen: deze ridder zit toch weer te veel vast aan traditie en ridderopvattingen, dan dat hij alle banden van geloof en conventie zou kunnen verbreken en ge lukkig worden met haar voor wie hij langzamer- hand een werkelijke en innige liefde is gaan koesteren. Zoo moet hij tenslotte in dien innerlij- ken strijd ten val komen. Dat geheele proces in Brian's ziel is werkelijk meesterlijk beschreven. Op dezelfde wijze weet Scott vooral de eenvoudige menschen in zijn boek leven in te blazen: Wamba de lijfeigene, Isaac de jood, Robin Hood, broeder Tuck en vele anderen. Bleek en vaal staat daar tegenover de edele Athelstane van Coningsburgh, de drager der Saksische koningstraditie en zonder een traan te laten zien we hem ten grave dalen. Maar niet alle menschen zijn gelijk: toen Scott's riend en uitgever las dat Athelstane sneuvelde, heeft hij den auteur dringend verzocht hem in het leven terug te roepen. Scott is bezweken en de doode Athelstane is herrezen; maar de auteur excuseert zich voor deze „tour de force, te zeer in strijd met de werkelijkheid, zelfs in een werk van fantaslischen aard" door. de mededeelïng dat zijn uitgever ontroostbaar was óver Athelstanes einde. Waaruit men leeren kan, dat in de oogen van den schrijver de uitgever machtiger is dan het artistiek gevoel, ja, sterker dan de Dood. P. H. SCHRÖDER. Marktberichten en besommingen. MARKTBERICHT IJmuiden, 2 April 1940 (ANP) Tarbot 130 ct. per kg. Tong 11886 ct. per kg. Heilbot 120104 et. per kg. Griet f 3628 per 50 kg. Groote schol f 23 idem Middel schol f 2624 idem Zetschol f 2423 idem Kleinschol f 2213.50 idem Bot f 9 idem Schar f 188.50 idem Tongschar f 3021 idem- Poontjes f 10 idem Groote schelvisch f 2422 idem Middel schelvisch f 21.5021 idem Kleinmiddel schelvisch f 21.5019 idem Kleine schedlvisch f 1912.50 idem Groote gul f 14 idem Kleine gul f 15.5012.50 Wijting f 97 idem Makreel f 8.50'idem Kabeljauw f 7449 per 125 kg. Vleet f 1.50 per stuk. Leng f 2.209.90 per stuk Koolvisch f 1.030.33 per stuk Trawlers: Manden 140 Elie Cheneviere IJM. 161 f 5800 560 Uiver IJM. 384 f 4970 Besomming loggers: KW 73 f 1020 VERWACHTE VISCHAANVOER. Thuisstoomende voor de Woensdagmarkt: Utrecht IJM. 73. Vangst: 65 ni. schelvisch, 80 m. braadschelvisch, 340 m. radio, 60 m. gul en Koolvisch, 45 m. wijting en witjes, 10 m. varia Totaal 600 m., benevens 150 st. stijve kabel jauw. Ewald IJM. 48. Vangst: 50 m. platvisch, 60 m. wijting en schar, 14 m. gul en kabeljauw. 120 m. diversen. Totaal 244 m. benevens 250 st. ijskabeljauw en 440 st. stijve kabeljauw. IN REPARATIE. De trawler Poolzee IJM. 77 is Maandag voor reparatie naar Amstardam gebracht maar zal vermoedelijk Woensdag weer moeten varen. WIJK AAN ZEE EEN GOEDE UITVOERING VAN BEATRIX. Voor een uitverkocht huis gaf het mandolinege zelschap Beatrix Zondagavond een uitvoering in café De Zon. De vice-voorzitster mej. S. Klein uitte dan ook haar vreugde over de groote opkomst. Beatrix opende met een drietal stukjes, waar onder een van den directeur D. Schellevis: Simple", dat buitengewoon fijn aandeed. Daarna debuteerden de Zeesterren, waarin mej. Schoos, accordeonniste, opviel. Met drie bekende liedjes verwekten zij een stormachtig applaus. Na de pauze vervolgde Beatrix met het bekende Largo van Handel. Wegens ziekte van den pianist werd de pianopartij verzorgd door mej. A. Dobber. Daarna volgden Krontjong-liedjes, terwijl de pauze gevuld werd door de „Klavierboys". Er waren bloemen voor enkele dames, terwijl een gezellig bal dezen suecesvollen avond besloot. GOEDE VOORTEEKENEN. Gistermorgen is men begonnen met den wederop bouw van het badpaviljoen Het Noorderbad. De kans bestaat echter, dat men het geheel eenige honderden meters Noorderlij ker zal moeten plaatsen. Burgerlijke Stand. Bevallen: J. C. Tervoortde Klerk z., Noorder dorpstraat 22, Santpoort; H. v. MelleJanzen. d.. Tollenslaan 16, Velsen; B. Verloopde Koning d., James Wattstraat 12, IJmuiden; C. C. v. Well Adriaanse z., Zeeweg 228, IJmuiden; L. Schipper Butter d., Zandersstraat 25, IJmuiden. J. J. Kumpe- van Tiggelen z., Hngelo; J. M. Tiunstrade Hond d., Pres. Steijnstraat 52, IJmuiden; I. van Dorp Marx d., Adrianastraat 35rd., IJmuiden; A. Haan Elema d., Voorplaats 7, Santpoort; J. W. Zaaijer Fraijman z., Gildenlaan 3, Velsen-N., B. J. van Huffelde Tender z., Watervlietstraat 14, Velsen- Noord; J. Hoogendijk-r-Menke d., Pr. Steijnstraat 17 b, IJmuiden; B. Schelt van Aalst Geelvinck- straat Velsen-N. Overleden: C. E. v. Woerlcom, 84 j., wede. van C. v. Loon, Pelsstraat 52, Velsen; L. P. P. Wansink, 64 j., echtgen. van F. Hosch, v. aDlenlaan 11, Sant poort; C. A. Oldenburg 91 j., wede. v. A. de Haas. Kalverstraat 97, IJmuiden: A. C. Molenkamp, 73 echtgene. van J. Joon, Bloemendaalschestraatweg 112 Santpoort. Ondertrouwden: H. W. M. van Beelen, Enschedé- straat 14 IJmuiden en J. N. Effern, Snelliusstraat 19, IJmuiden. Toek.adres: Schoolstraat 13, IJmui den; J. Morriën, Edisonstraat 24 IJmuiden en B. van Beek. Vlierstraat 18, IJmuiden. Toek. adres:? P. C. Druijver, Walravenstraat 4 (Velsen-N.) en G. van den Hout, Willemsbeekweg 89 IJmuiden. Toek. adres: Tuindersstraat 47 IJmuiden. A. van Veen, Naarden en C. Lavoo, Kompasstraat 66, IJmuiden; toek. adres: Naaredn. Ch. van der Meijden W. de Zwijgerlaan 2 Santpoort en A. Determann, Geldrop. Toek. adres: Kruidbergerweg 65 Sant poort: J. Hofmann, Frögerstraat 2, IJmuiden en W. van Bezooyen, Bik en Arnoldkade 12 IJmuiden: Toek.adres: J. Helemigh, D. Harthogstraat 38. IJmuiden en G. Visser, Mahustraat 13, IJmuiden: Toek. adres: Kompasstraat 41, IJmuiden. Gehuwden: M. W. van Schie en A. Koks, Haarlem van Egm.straat 30; F. Hofman en H. Koster, Alb. Cuypstraat 17 IJmuiden. F. J. Heeremans en G. M. Commandeur, Walravenstraat 13, Velsen-N. P. Pronk en C. M. Ramakers, Zuiderdorpstraat 7, Velsen; C. Koster en P. Lensen. Gilden la an 63 Vel sen-N.. J. L. de Visser en D. Zijlstra. Meerweiden- laan 16 Velsen-N., C. de Gelder en G. N. Lintvelt, Princestraat 20, Velsen-N., J. H. Oldenburg en J. Knegj..es D. Iiartoghstraat 64, IJmuiden. Plannen van de Ned. Federatie. Naar wij van den heer K, H ter van de Ned. Wandelsport Fedpr!'?0^ Vov,, zal zij nu do „Vierdaagsche" van den Lichamelijke Opvoeding te Nijmegen d haar plannen van een dergelijk °°rSü' Utrecht te oi-ganiseeren, afzien jvNNN overeen met het standpunt van 'den k N deze door de N. W. F. ingenomen hoff kon voorts nog mededeelen riLi ne('r K. king met den A. H. W. E. W», tochten zullen worden ontworpen I1\7 lijkheid van een stertocht in ernst?* J - L wordt genomen. °e wtrs2 VOETBAL DE WEDSTRIJDEN VOOlt ZONDAG. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdagsavonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdag moeten afrekenen DE ADMINISTRATIE AGENDA VOOR BEVERWIJK WOENSDAG 3 APRIL Luxor Theater,. Breestraat: „Straten zonder einde' en „Honeymoon in Bali", 8 uur. AGENDA TE HAARLEM Heden: DINSDAG 2 APRIL Rembrandt Theater: „De regen kwam", 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Theater: ,,'t Gestolen manuscript", 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals Theater: ,,'t Zit in de lucht", 2.30, 7 en 9.15 uur. Moviac: „De zilveren kogel", 8.15 uur. Palestina Diorama's, Schotersingel 117a. Geopend behalve Vrijdags, eiken werkdag van 35 en van 79 uur. WOENSDAG 3 APRIL Gem. Concertzaal: Debatavond M. v. d. Brinkds. J. J. Buskes: „Is het geloof in God een illusie?" 8.15 uur. Bioscoopvoorstellingen des middags en des avonds Palestina Diorama's, Schotersingel 117a. Geopend behalve Vrijdags, eiken werkdag van 35 en van 79 uur. Georg Brandos. Inleiding tot zijn le ven en werken, door dr. K. F. Proost. - Arnhem, Van Loghum Slaterus' U. M. Van de hand van dezen schrijver, van wien wij reeds het uitmuntend gedocumenteerde en gron dig beschouwende boek over Mevr. Henriette Ro land Holst bezitten, verscheen dezer dagen het werk over den Deenschen litteratuur-criticus en essayist Georg Brandes, dat een opmerkelijk erschijnsel mag heeten als eerste uitvoerige studie van een Nederlandsch auteur over een invloedrijk Europeesch letterkundige uit de halve eeuw 18751925. De litteraire kritiek vindt, na Busken Huet en Van Deyssel, in ons land weinig beoefenaren van hun kracht en beteekenis. Ze is tot een min of meer vlotte, min of meer gewetensvolle ver slaggever^" ineengeschrompeld of wordt door de kunstenaars zelf uitgeoefend op een wijze, die meer van groepsvergoding en kongsi-veroordee ling heeft dan dat ze aan een tak van artistieke wetenschap doet denken. Het feit, dat, zooals bij ons, artïsten over artisten oordeelen, beoordee- len, veroordeelen, leek mij steeds gevaarlijk en niet zonder gevaar voor tactloosheid. De schep pende kunstenaar kan prachtig-juiste dingen zeggen over den artist die hem verwant is naar de ziel, doch zal, als regel, op wat buiten die ver wantschap valt geen onbevooroordeelden kijk hebben. Anders zou hij immers geen sterk-voe- lend individueel artist zijn. In een klein land als het onze kan het soms lachwekkend worden als auteurs elkander een veer op den hoed steken of tot gruis vermorzelen al naar de mate zij tot een zelfde groepeering of tot een daarvan afwijkende of tegenovergestelde meenen te behooren. Een breede, boven alle haarkloverij en wisse wasjes staande critische figuur missen wij thans, een waarlijk gezag hebbend en door zijn uitgebreide kennis algemeen aanvaard beoor- deelaar ontbreekt. Goed gefundeerde studies van eenigszins langeren adem over een litteraire fi guur worden hier bijna niet geschreven en zou den misschien ook weinig gelezen worden: van de litteraire kritiek een levensbezigheid te maken zal dan ook bij weinigen opkomen. Zelfs het goede werk. op dit terrein verricht, blijkt bij- bezigheid van collega-artisten of van publicisten die er toevallig smaak en gelegenheid voor heb ben. Een klein land als Denemarken heeft in de vorige veeuw een criticus opgeleverd wiens werk een verstrekkenden invloed ook buiten zijn land heeft gehad, wiens leven met dat werk geheel gevuld is geweest en wiens meeningen over tijd- genooten en voorgangers nog heden van be lang zijn. Georg Brandes is in 1842 in Kopenhagen ge boren uit Joodsche voorouders, die na zich, uit Hongarije stammend, in Denemarken gevestigd te hebben, om hun geloof weinig meer hadden bekommerd. Toch zal in zijn later leven die Joodsche afkomst hem vaak genoeg verweten worden en houdt misschien ook zijn groote be langstelling voor het leven van Disraëli en Hei- na daarmee verband. Georg zou rechten gaan stu- deeren maar wordt in zijn studententijd aange trokken door de studie van litteratuur en philo sophic. Door die keuze was de loop van Brandes' ver der leven beslist. Een zeldzaam rijk leven, dat door Dr. Proost in zijn boek even nauwkeurig als waardeerend wordt nagegaan. Brandes is voortdurend onderweg, Denemar ken verschaft hem niet de „levensruimte" wij weten nu wel zoo ongeveer wat daarmee bedoeld wordt die hij noodig had, werkt hem in den aanvang bijna voortdurend tegen, als hij voor een professoraat wordt voorgedragen, zoodat hij in het buitenland zijn eerste erkenning moest vinden en er daarvoor soms jaren is gaan wo nen (in Berlijn 18771883). Dpch daarvóór heeft men ook Brandes' leermeesters in Frankrijk te zoeken. De groote critici uit het midden dei- negentiende eeuw zijn daar Sainte-Beuve (1804- 1869) en Hippolyte Taine (18281893). Met den laatste raakt Brandes bevriend, hij bewondert hem zonder hem in alles te volgen en in het sterfjaar van Sainte Beuve ('69) promoveert Brandes op een proefschrift over Taine." Dr. Proost wijst er met een enkel kenschet send woord op, dat, zoo Sainte Beuve als psy choloog en criticus, het werk van den persoon van den schrijver uit belicht (dus individualis tisch te werk gaat) bij Taine de toestand van een volk uit ras, milieu en moment verklaard wordt, zoodat reeds in de kritiek een sociologische be schouwingswijs opduikt. Uit den tijd Plezierxitjes zijn nü zeker uit den tijd! Elk ongemotiveerd gebruik van de auto dient men na te laten, want het landsbelang eischt: ZUINIG ZIJN MET BENZINEj Brandes zal van beiden overnemen wat hij ge bruiken kan'en daardoor lijkt het volmaakt juist als gezegd wordt, dat voor Taine de critiek een wetenschap, voor Brandes ze een kunst is. In dit verband mag nog aangestipt worden, dat be halve Sainte Beuve en Taine ook een Ernest Re- nan een grooten invloed op Brandes heeft uit geoefend. Brandes heeft al deze groote mannen der vorige eeuw persoonlijk mogen ontmoe ten en van hen leeren. Hij had steeds de begeerte met groote man nen in contact te komen en nam daarvoor iedere mogelijkheid te baat. Zoo kon hem altijd een meesterlijk debat in het geheugen blijven, dat hij in het Engelsche Lagerhuis mocht bijwonen, en waarbij Gladstone en Disraeli tegenover elkaar stonden. Het intellectueele leven van het midden der vorige eeuw speelde zich af in een breeden en voornamen stijl, waarnaar men, on danks de verdieping en verwijding van velerlei parate kennis en kundigheid, thans soms kan terug verlangen. Het is voor mijn gevoel niet de geringste aan trekkelijkheid van het uitstekende werk, door Dr. Proost verricht, dat het de lezers eenigen tijd in die sfeer terugvoert. Laat desnoods Brandes niet meer die belangrijkheid vertoonen, die hij voor zijn tijdgenooten ongetwijfeld bezat, hij blijft van dien tijd een vertegenwoordiger, die vertoond mag worden en een schrijver als Dr. Proost die ook een figuur als Brandes op een on afhankelijke wijs weet te belichten, mag daarvoor dank gebracht worden. Nog meer zou zijn werk beloond zijn, zoo het de lezers er toe brengen kon Brandes' eigen werk waarvan veel ln goede Duitsche bewerking verscheen ter hand te nemen. Zijn verzamelde werken verschenen in een Deensche editie, die in hoofdzaak door Dr. Proost gebruikt werd. Mag ik ééne aanmer king maken dan moet het deze zijn: dat Dr. Proost bij zijn Hollandsche lezers te veel ken-' nis der Deensche taal veronderstelt. Bij vele ci taten zou een Hollandsche vertaling niet over bodig wezen. Men behoeft met de „Hoofdstroomingen der Europeesche litteratuur in de 19e eeuw" een werk waaraan Brandes twintig jaar arbeidde nu niet direct te beginnen men zou voorloopig met zijn levensschets van Disraëli (in het Duitsch bij Langen in München verschenen) kunnen volstaan om Brandes' geest en schrijf trant te leeren kennen. Als hij in 1927 sterft gaat een groot Europeaan heen, naar wien in den oorlog van 1914—'18 geluisterd werd en die reeds vroeger een profetischen blik toonde als weinig anderen. Men zie daarvoor de pagina's 65 en 66 van Proost's boek, waar hij dingen zegt over komende oorlogen, Jodenvervolging, com- mercieele politiek, enz. waaruit blijkt, dat hij niet. slechts als artist, doch ook als sociologisch denker schrijven kon. En daarbij zich een volle dige vrijheid van oordeel, ook tegenover vrien den, stand- en rasgenooten voorbehield. Een ster ke, geestelijke figuur met slechts weinig scha duwzijden kan men uit het boek dat wij vandaag in kort bestek aankondigden, leeren kennen. J-H.DE BOIS. Afdeeling I. i Groep A: DWSHaarlem BI. WitStormvog. ADOAjax DOS—KFC Groep B: OSVHollandia HRCWFC Alem. V.Zaandijk Purmerst.ZFC SuccesAlkm. B. W. FrisiaHelder Groep C: BeverwijkZW KinheimAFC QSCZeeburgia RCHK.mers EDOBl'daal DWVHFC Groen D: Water gr.Velox UWVolew. Elinckwijk-Vriendensch. Groep G: UitgeestAlcm. V. 3 Alkm. B. 2Bergen Alcm. V. 2—DTS Groep H: Zeem.Ripperda Haarlem 2EDO 2 SchotenZandvoort HiUinen—RCH 2 Groep I: Zandvoort 2DIO VI. VogelsSpaarnev. VSV 2—THB EHS-WB K.mers 2Zeem. 2 Groep L: BPCZSGO Schinkelh.SDS Halfweg—Oosterp. SAVMSDW Af deelino jj ™3£.k RFC—VUC CW-Henros bparta—DHc VDL-lSr* Martinit—üVS Quick—HVV Excalsior^s® DCL—Neptunus UnitasFluks Overmaas—Sliedr Emma—Gouda Afdeeling Ifl, Groept; Tubantia Heracles-Enschedé Go ahead—AG0VV Ensch. B.—Quick Hengelo—Wagen, Afdeeling IV, Groep A: Noad—Eindhoven Willem II—BW Limburgia—MW NACJuliana Helmond—PSV Roermond—Longa Afdeeling V, Groep A: GVAVBe Quick Veendam—Veloc Achilles—WW Heerenv.—Leeuw. HSCSneek (Spmj HAARL. VOETBALBOND, RANGLIJSTJES VAN GROEP A: (bijgewerkt tot en met 25 Maart) AFDEELING 1 gesp.gew.gel.verl.pnt. v.-t» V. S. V. 3 12 11 1 0 23 57-15: Waterloo 12 10 0 2 20 67-25! Stormvogels 3 12 9 0 3 18 62—21; Beverwijk 2 10 5. 1 4 11 29-151 Kinheim 3 11 6 0 5 12 38—3-5 Kennemers 3 12 5 2 5 12 38—44 V. S. V. 4 12 4 1 7 9 30—Ti Kennemers 4 12 3 1 8 7 29-41 Kinheim 2*) 11 3 2 6 6 24—34 Stormvogels 4 9 2 0 7 4 15-33! V. V. B. 2 11 0 0 11 0 19-611 Kinheim 2 heeft 2 winstpunten in mindr wegens niet opkomen. AFDEELING 2 R. C. H. 3 10 8 2 0 18 50-9 Haarlem 3a 11 8 0 3 16 53-26! H. F. C. 3 11 7 1 3 15 45—341 Heemstede 11 5 1 5 11 33—291 Hillinen 2 11 5 1 5 11 21-19! Spaarnestad 11 3 2 6 8 21-351 E. D. O. 3 11 2 3 6 7 24-32! Bloemendaal 4 9 2 1 6 5 14—42 i Nieuw Vennep 9 1 1 7 3 15-501 AFDEELING 3 R. C. H. 5 12 9 3 0 21 29-121 E. D. O. 4 11 8 2 1 ia 56-29 Haarlem 3 8 6 0 2 12 34-6 Schoten 3 11 4 4 3 12 20-19 Zandvoort 3 9 4 1 4 9 26-27'. Bloemendaal 3 11 3 4 4 10 36—431 T. H. B. 2 12 2 3 7 7 29-381. Damiaten 11 2 2 7 6 23—42 Zeemeeuwen 3 11 0 1 10 1 13-50 0 AFDEELING 4 D. C. O. 11 11 0 0 22 67-161 R. C. H. 4 10 7 1 2 15 38-18 IJ Droste 10 6 2 2 14 55-23 li D. S. K. 10 5 1 4 11 32-28 E. T. O. 11 6 0 5 12 35—23 U V. O. G". 10 3 1 6 7 28—3t 07 Haarlem 5 9 2 1 6 5 9-43 05 H. F. C. 4 12 2 0 10 4 20—56 09 Kenau 7 0 0 7 -2 7-49 l- Kenau heeft 2 winstpunten in mindering r* gens niet opkomen. i AFDEELING 5 Kemphaan 10 10 0 0 20 57-3 !- V. V. H. 12 9 0 3 18 36-28 li Bloemendaal 2 11 7 1 3 15 32-171» Brederode 9 4 2 3 10 26-23 1.11 Schoten 2 10 5 0 5 10 37-30 1.- Spaarndam 9 2 2. 5 6 33-33 O?' VI. Vogels 2 10 2 1 7 5 14-27 Haarlem 4 12 3 0 9 6 24-64 OS E. H. S. 2 11 2 0 9 4 11—45 CÜ HILLEGOM—R.C.H. 2 (3—1). Eerst na 20 minuten weet de linkervleugel WD R.C.H. door te breken en te scoren, maar onmia- dellijk daarop neemt Nekeman den bal uit hoekschop op zijn hoofd'en kopt fraai in. De tweede helft is nog geen twee minuien den gang, als Winkelaar tegen de lat schiet, Schs' ma vangt den terugspringenden bal op en scon» (21). Beide ploegen verknoeien talrijke kansen, totdat na 25 minuten Winkelaar precies in s K pers handen schiet; deze kan slechts onvoldoen wegwerken en Nekeman loopt den bal in het a (3—1). ROODE DUIVELS—ZWALUWEN. Naar wij vernemen zullen dit jaar in ieder geiaj nog twee wedstrijden worden gespeeld tussc de Roode Duivels en een Zwaluwen-elfta men weet kon de ontmoeting in België op Gras geen doorgang vinden in Mr. bijzondere omstandigheden. België heeft than gesteld, de ontmoeting op 8 Mei te riI. dit is voor Nederland geen gunstige datum band met den op 12 Mei te spelen wed:strv - Luxemburg. Ook omtrent de ontmoeting i land worden nog besprekingen gevoei schijnlijk zal zij in Juni a.s. in de avonaui hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 6