BOEKEN DIE BILEVEN
Ivanhoe.
WANDELSPORï
litteraire
K aiitteekeningen.
Voor Zaterdag 30 Maart met cliché op 1 kolom
„In Juni van het jaar 1314 bezocht ik Edinburg
en bracht een geheelen dag door bij een mijner
vrienden die in George Street woonde op den hoek
van North Castle Street Er 'waren verscheidene
jonge>oi, opgewekte, gezellige kerels die het he
den genoten zonder over de toekomst te piekeren.
De vader van mijn vriend liet ons weldra alleen
en daar het een warme dag was, gingen we in de
bibliotheek zitten die op het Noorden lag. De
flesch ging vroolijk rond, we praatten en lachten
volkomen onbezorgd, maar opeens bemerkte ik
dat er een schaduw gleed over het gezicht van
mijn vriend die recht tegenover mij zat. Ik vroeg
hem of hij zich niet prettig gevoelde, maar hij
schudde het hoofld. „Neen", zeide hij, „het zal da
delijk wel weer over zijn, als jij zoo vriendelijk
Walter Scott.
wilt wezen op mijn plaats te gaan zitten en mij
jouw stoel geei't. Van deze plek zie ik aldoor die
vervloekte hand die me al zoo vaak heeft gehin
derd en die me nu ook weer belet, met jullie mee
te doen". Ik stond op om met hem van plaats te
verwisselen en hij wees me aan de overzijde van
de straat de hand die, zooals in het Bijbelverhaal,
dit uur van onbezonnen vreugde bedierf. „Sinds
we hier zitten", zei mijn vriend „heb ik er naar
zitten kijken. Die hand fascineert mehij
schrijft maar door, bladzijde na bladzijde. De stapel
beschreven papieren wordt grooter en grooter,
maar de hand is onvermoeibaar. Zoo gaat het door,
tot er straks kaarsen worden binnengebracht en
dan nog de Hemel weet hoe lang. Eiken dag, el-
ken avond is dat zoo, ik kan het niet verdragen,
behalve wanneer ik zelf in mijn werk verdiept
ben". „Och", het is natuurlijk de een of andere
kantoorklerk", riep ik uit „of een volkomen
dwaas!" „Neen", zei onze gastheer op ernstigen
toon „ik weet heel goed aan wie die hand toebe
hoort het is de hand van Walter Scott".
Zoo beschrijft Lockhart, de latere schoonzoon
en biograaf van den Schotschen schrijver, zijn eer
ste „ontmoeting" met den auteur die in twaalf jaar
tijds negentien groote historische romans aan de
drukpers afleverde. Dat feit is al merkwaardig;
merkwaardiger is dat Scott als dichter begon en
pas tot het proza overging toen de ster van Byron
de zijne dreigde te verduisteren. Eerlijk verklaarde
hij, toen men hem vroeg, waarom hij de lier aan
de wilgen hall gehangen: „omdat Byron me heeft
verslagen". Byron was in 1811 van een langdurigen
zwerftocht langs de kusten van de Middellar.dsche
Zee in Engeland teruggekeerd en publiceerde nu
zijn groote Oostersche gedichten. Tegen hun gloed
en hartstocht verbleekten Scott's verzen volkomen,
maar de Schotsche bard had nog meer pijlen in
zijn koker. Rommelend in een oud kabinet, waar
in hij zijn vischtuig hoopte te vinden, zag hij een
oud manuscript liggen, jaren geleden geschreven,
maar ter zijde gelegd, omdat het hem niet beviel.
Hij herlas het geschrevene en plotseling rees het
vervolg van het verhaal voor zijn geestesoog op.
Binnen zes weken had hij het handschrift voltooid
het was bij dezen arbeid dat Lockhart hem
gadesloeg en eenigc maanden later verscheen
anoniem Waverley. or a Tale of Sixty Years
since. Het succes overtrof al zijn verwachtingen en
iedereen vroeg zich af wie de auteur zou kunnen
zijn. Nog in hetzelfde jaar, om nauwkeurig te zijn:
zeven maanden later, kwam een tweede roman
„door den schrijver van Waverley" van de pers en
de nieuwsgierigheid steeg ten top. Enkele vrien
den van Scott kenden het geheim, enkele critici
waren scherpzinnig genoeg om het te ontraadselen,
maar het groote publiek bleef in het onzekere, tot
Scott zich in 1827 na de voltooiing van de geheele
reeks openlijk als de schrijver bekend maakte.
Waverley, Guy Man nering, Rob Roy. de Bruid
van Lammennoor, Kenilworth, Quentin Durward
maar vooral Ivanhoe, ze zijn in spanning verwacht
en met gloeiende wangen gelezen. Hun verschij
ning was een evenement in Londen, maar ook in
Parijs; in Edinburg, maar ook in Weenen.. Zij ga
ven den stoot tot hernieuwde studie van de oude
lindshistorie, zij deden het nationale verleden her
leven. Wat vroeger tot versiering diende, de histo
rische achtergrond, 3s hier .de kern geworden. De
intrigue in Scotts romans is hem eigenlijk bijzaak.
Wel wordt ze met zorg in elkaar gezet, maar ze is
soms den auteur toch voornamelijk middel en niet
doel: middel om zijn historische stof leven te
schenken. Het plan van de meeste zijner romans
is dan ook hetzelfde: er is een held, hij trekt de
wereld in, hij beleeft avonturen, maar er is een
beeldschoon meisje dat hem wacht, dat hem trouw
blijft onldanks alle moeilijkheden en dat den weer-
gekeerden held dan op de laatste bladzijde in de
blanke armen sluiten mag. Er wordt braaf gevoch
ten, veel getournooid en gepolitiekt en de deugd
zegeviert natuurlijk.
Zoo beschouwd zijn de „Waverley-novels" van
Scott de voortzetting van de achttiende-eeuwsche
avonturenromans, waarvan Fïeldings Tom Jones
altijd nog het schitterende voorbeeld is. Bovendien
heeft hij ruimschoots geprofiteerd van de zooge
naamde novels of terror, de voorloopers van onze
detectiveverhalen. Wie nog eens lekker rillen wil
en het plezierig vindt 's avond niet naar bed te
durven, leze van dit genre maar eens The Monk
van Lewis of The Mysteries of Udolpho van Ann
Radcliffe.
Maar in Scott leeft veel meer. Ivanhoe, om nu
maar zijn bekendste werk te nemen, is niet in
hoofdzaak een intrigue-roman, het is een breed
opgezet tafereel van Engeland ten tijde van den
beruchten Jan zonder Land en den beroemden
Richard Leeuwenhart, van den strijd tusschen het
Saksische volk en de Normandische ridderschap
die het land overheerscht. In dit forseh gepenseel
de schilderij staat ook de titelheld Ivan'hoe. Maar
de ware hoofdpersoon is hij niet. Scott gebruikt
herhaaldelijk een figuur van eigen vinding, die
hij gemakkelijk in allerlei situaties kan plaatsen
'als trait d'union tusschen de historische personen.
Daaruit is het te verklaren dat Ivanhoe een zoo
vaag omlijnd karakter heeft: het licht mag vooral
niet te veel op hem vallen. Af en toe verliezen wij
hem zelfs volkomen uit het oog en pas tientallen
bladzijden later duikt hij weer eens op. Voor de
spanning van het verhaal is dit natuurlijk nadee-
lig, maar Scott kon niet anders handelen, juist om
dat 't zijn doel was een tijdvak, niet een mensch
uit te beelden. Dat hij evenwel ook de historische
personen als Jan en Richard niet in het felle licht
van den voorgrond, maar op het halfdonkere mid
denplan neerzette, getuigt van diep kunstzinnig en
wetenschappelijk inzicht. Door deze wijze van
groepeeren vermeed hij het gevaar geschiedkundig
onjuist te worden en liet hij de gebeurtenissen
spreken. Zóó meende hij het best liefde en belang
stelling voor het verleden te wekken. En dat hij
dil wilde, blijkt duidelijk uit de lange inleidingen,
de geleerde noten onder den tekst, de ophelderin
gen en citaten aan het slot en de geschiedkundige
uitweidingen in den roman zelf, uitweidingen waar
voor Scott met het grootste genoegen zijn ver
haal een poosje op stal zette.
Tot de allergrootsten in de wereld der letter
kunde heeft Scott niet behoord en het verwondert
ons nu eenigszins als we lezen hoe Victor Hugo
hem in de hoogte stak: „Walter Scott wist een on
bekend genre te putten uit de bronnen van natuur
en waarheid. Zijn composities vereenigen in zich de
minutieuse nauwkeurigheid der oude kronieken, de
majestueuse grootschheid der historie en het
boeiende van den roman. Hij is een machtig en
zeldzaam genie, dat het verleden raadt een schilder
die een waarheidsgetrouw portret schept naar een
vagen indruk en ons dwingt de juistheid te erken
nen van wat wij zelf niet hebben gezien". Zóó hoog
als Hugo slaan wij Scott niet meer aan. Maar we
moeten niet vergeten dat de historische roman in
hem den eersten grooten auteur vond, dat heel
West-Europa zijn werk als een openbaring be
schouwde, juist omdat het genre volkomen nieuw
was. Zoo is het te begrijpen dat Scott's invloed ja
ren en jaren de letterkundige kunst heeft be-
heersoht, dat hij „de vader van den historischen
roman", ja zelfs „de vader der Romantiek" wordt
genoemd. En wie onze vaderlandsehe historische
romans van Van Lennep, mevrouw Bosboom-
Toussaint, Oltmans, Schimmel en anderen leest na
zich door de Waverley-novels te hebben heenge-
worsteld, zal door de gelijkenis herhaaldelijk wor
den getroffen en zijn eerbied voor dé fantasie on
zer romantici zal menige klap krijgen. Om nu
maar één voorbeeld te noemen: ik heb altijd nogal
bewondering gehad voor de figuur van Ganita, de
heks van de Hunnenschans, zooals Oltmans die tee-
kende in zijn Schaapherder. Maar nu ik die dame
onder den naam Ulrika heb weergevonden in
Ivanhoe en de gelijkenis heb opgemerkt van haar
optreden aan het sterfbed van - een Engelschen
en van een Nederlanidschen schurk, ben ik wel wat
gedésillusioneerd.
Juist in zijn bijfiguren toont Scott zich in zijn
volle kracht, toont hij zich ook een groot psycho
loog. Het treffendste gedeelte van Ivanhoe is dat,
waarin de Tempelridder Brian de Bois Guilbert
met zijn wilde hartstocht het mooie jodinnetje Re
becca, de dochter van Isaac van York, poogt te be
naderen. Brian is een volkomen menschelijk
mensch met lage, maai- ook met edele gevoelens.
Aanvankelijk laat hij zich volkomen leiden door
zijn oplaaiende passie, maar het nobele karakter
van het eenvoudige meisje uit het vertrapte ras
roept betere gedachten in hem wakker. Tot een
olkomen zegepraal kan het evenwel niet komen:
deze ridder zit toch weer te veel vast aan traditie
en ridderopvattingen, dan dat hij alle banden van
geloof en conventie zou kunnen verbreken en ge
lukkig worden met haar voor wie hij langzamer-
hand een werkelijke en innige liefde is gaan
koesteren. Zoo moet hij tenslotte in dien innerlij-
ken strijd ten val komen. Dat geheele proces in
Brian's ziel is werkelijk meesterlijk beschreven.
Op dezelfde wijze weet Scott vooral de eenvoudige
menschen in zijn boek leven in te blazen: Wamba
de lijfeigene, Isaac de jood, Robin Hood, broeder
Tuck en vele anderen. Bleek en vaal staat daar
tegenover de edele Athelstane van Coningsburgh,
de drager der Saksische koningstraditie en zonder
een traan te laten zien we hem ten grave dalen.
Maar niet alle menschen zijn gelijk: toen Scott's
riend en uitgever las dat Athelstane sneuvelde,
heeft hij den auteur dringend verzocht hem in het
leven terug te roepen. Scott is bezweken en de
doode Athelstane is herrezen; maar de auteur
excuseert zich voor deze „tour de force, te zeer in
strijd met de werkelijkheid, zelfs in een werk van
fantaslischen aard" door. de mededeelïng dat zijn
uitgever ontroostbaar was óver Athelstanes einde.
Waaruit men leeren kan, dat in de oogen van
den schrijver de uitgever machtiger is dan het
artistiek gevoel, ja, sterker dan de Dood.
P. H. SCHRÖDER.
Marktberichten en besommingen.
MARKTBERICHT
IJmuiden, 2 April 1940 (ANP)
Tarbot 130 ct. per kg.
Tong 11886 ct. per kg.
Heilbot 120104 et. per kg.
Griet f 3628 per 50 kg.
Groote schol f 23 idem
Middel schol f 2624 idem
Zetschol f 2423 idem
Kleinschol f 2213.50 idem
Bot f 9 idem
Schar f 188.50 idem
Tongschar f 3021 idem-
Poontjes f 10 idem
Groote schelvisch f 2422 idem
Middel schelvisch f 21.5021 idem
Kleinmiddel schelvisch f 21.5019 idem
Kleine schedlvisch f 1912.50 idem
Groote gul f 14 idem
Kleine gul f 15.5012.50
Wijting f 97 idem
Makreel f 8.50'idem
Kabeljauw f 7449 per 125 kg.
Vleet f 1.50 per stuk.
Leng f 2.209.90 per stuk
Koolvisch f 1.030.33 per stuk
Trawlers:
Manden
140 Elie Cheneviere IJM. 161 f 5800
560 Uiver IJM. 384 f 4970
Besomming loggers:
KW 73 f 1020
VERWACHTE VISCHAANVOER.
Thuisstoomende voor de Woensdagmarkt:
Utrecht IJM. 73. Vangst: 65 ni. schelvisch, 80
m. braadschelvisch, 340 m. radio, 60 m. gul en
Koolvisch, 45 m. wijting en witjes, 10 m. varia
Totaal 600 m., benevens 150 st. stijve kabel
jauw.
Ewald IJM. 48. Vangst: 50 m. platvisch, 60
m. wijting en schar, 14 m. gul en kabeljauw.
120 m. diversen. Totaal 244 m. benevens 250
st. ijskabeljauw en 440 st. stijve kabeljauw.
IN REPARATIE.
De trawler Poolzee IJM. 77 is Maandag voor
reparatie naar Amstardam gebracht maar zal
vermoedelijk Woensdag weer moeten varen.
WIJK AAN ZEE
EEN GOEDE UITVOERING VAN BEATRIX.
Voor een uitverkocht huis gaf het mandolinege
zelschap Beatrix Zondagavond een uitvoering in
café De Zon. De vice-voorzitster mej. S. Klein uitte
dan ook haar vreugde over de groote opkomst.
Beatrix opende met een drietal stukjes, waar
onder een van den directeur D. Schellevis:
Simple", dat buitengewoon fijn aandeed. Daarna
debuteerden de Zeesterren, waarin mej. Schoos,
accordeonniste, opviel. Met drie bekende liedjes
verwekten zij een stormachtig applaus. Na de
pauze vervolgde Beatrix met het bekende Largo
van Handel. Wegens ziekte van den pianist werd de
pianopartij verzorgd door mej. A. Dobber. Daarna
volgden Krontjong-liedjes, terwijl de pauze gevuld
werd door de „Klavierboys".
Er waren bloemen voor enkele dames, terwijl
een gezellig bal dezen suecesvollen avond besloot.
GOEDE VOORTEEKENEN.
Gistermorgen is men begonnen met den wederop
bouw van het badpaviljoen Het Noorderbad. De
kans bestaat echter, dat men het geheel eenige
honderden meters Noorderlij ker zal moeten
plaatsen.
Burgerlijke Stand.
Bevallen: J. C. Tervoortde Klerk z., Noorder
dorpstraat 22, Santpoort; H. v. MelleJanzen. d..
Tollenslaan 16, Velsen; B. Verloopde Koning d.,
James Wattstraat 12, IJmuiden; C. C. v. Well
Adriaanse z., Zeeweg 228, IJmuiden; L. Schipper
Butter d., Zandersstraat 25, IJmuiden. J. J. Kumpe-
van Tiggelen z., Hngelo; J. M. Tiunstrade Hond
d., Pres. Steijnstraat 52, IJmuiden; I. van Dorp
Marx d., Adrianastraat 35rd., IJmuiden; A. Haan
Elema d., Voorplaats 7, Santpoort; J. W. Zaaijer
Fraijman z., Gildenlaan 3, Velsen-N., B. J. van
Huffelde Tender z., Watervlietstraat 14, Velsen-
Noord; J. Hoogendijk-r-Menke d., Pr. Steijnstraat
17 b, IJmuiden; B. Schelt van Aalst Geelvinck-
straat Velsen-N.
Overleden: C. E. v. Woerlcom, 84 j., wede. van
C. v. Loon, Pelsstraat 52, Velsen; L. P. P. Wansink,
64 j., echtgen. van F. Hosch, v. aDlenlaan 11, Sant
poort; C. A. Oldenburg 91 j., wede. v. A. de Haas.
Kalverstraat 97, IJmuiden: A. C. Molenkamp, 73
echtgene. van J. Joon, Bloemendaalschestraatweg
112 Santpoort.
Ondertrouwden: H. W. M. van Beelen, Enschedé-
straat 14 IJmuiden en J. N. Effern, Snelliusstraat
19, IJmuiden. Toek.adres: Schoolstraat 13, IJmui
den; J. Morriën, Edisonstraat 24 IJmuiden en B.
van Beek. Vlierstraat 18, IJmuiden. Toek. adres:?
P. C. Druijver, Walravenstraat 4 (Velsen-N.) en
G. van den Hout, Willemsbeekweg 89 IJmuiden.
Toek. adres: Tuindersstraat 47 IJmuiden. A. van
Veen, Naarden en C. Lavoo, Kompasstraat 66,
IJmuiden; toek. adres: Naaredn. Ch. van der Meijden
W. de Zwijgerlaan 2 Santpoort en A. Determann,
Geldrop. Toek. adres: Kruidbergerweg 65 Sant
poort: J. Hofmann, Frögerstraat 2, IJmuiden en W.
van Bezooyen, Bik en Arnoldkade 12 IJmuiden:
Toek.adres: J. Helemigh, D. Harthogstraat 38.
IJmuiden en G. Visser, Mahustraat 13, IJmuiden:
Toek. adres: Kompasstraat 41, IJmuiden.
Gehuwden: M. W. van Schie en A. Koks, Haarlem
van Egm.straat 30; F. Hofman en H. Koster, Alb.
Cuypstraat 17 IJmuiden. F. J. Heeremans en G.
M. Commandeur, Walravenstraat 13, Velsen-N.
P. Pronk en C. M. Ramakers, Zuiderdorpstraat 7,
Velsen; C. Koster en P. Lensen. Gilden la an 63 Vel
sen-N.. J. L. de Visser en D. Zijlstra. Meerweiden-
laan 16 Velsen-N., C. de Gelder en G. N. Lintvelt,
Princestraat 20, Velsen-N., J. H. Oldenburg en J.
Knegj..es D. Iiartoghstraat 64, IJmuiden.
Plannen van de Ned.
Federatie.
Naar wij van den heer K, H
ter van de Ned. Wandelsport Fedpr!'?0^ Vov,,
zal zij nu do „Vierdaagsche" van den
Lichamelijke Opvoeding te Nijmegen d
haar plannen van een dergelijk °°rSü'
Utrecht te oi-ganiseeren, afzien jvNNN
overeen met het standpunt van 'den k N
deze door de N. W. F. ingenomen
hoff kon voorts nog mededeelen riLi ne('r K.
king met den A. H. W. E. W»,
tochten zullen worden ontworpen I1\7
lijkheid van een stertocht in ernst?* J - L
wordt genomen. °e wtrs2
VOETBAL
DE WEDSTRIJDEN VOOlt
ZONDAG.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdagsavonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdag moeten afrekenen
DE ADMINISTRATIE
AGENDA VOOR BEVERWIJK
WOENSDAG 3 APRIL
Luxor Theater,. Breestraat: „Straten zonder einde'
en „Honeymoon in Bali", 8 uur.
AGENDA TE HAARLEM
Heden:
DINSDAG 2 APRIL
Rembrandt Theater: „De regen kwam", 2.30, 7 en
9.15 uur.
Luxor Theater: ,,'t Gestolen manuscript", 2.30, 7
en 9.15 uur.
Frans Hals Theater: ,,'t Zit in de lucht", 2.30, 7
en 9.15 uur.
Moviac: „De zilveren kogel", 8.15 uur.
Palestina Diorama's, Schotersingel 117a. Geopend
behalve Vrijdags, eiken werkdag van 35 en van
79 uur.
WOENSDAG 3 APRIL
Gem. Concertzaal: Debatavond M. v. d. Brinkds.
J. J. Buskes: „Is het geloof in God een illusie?"
8.15 uur.
Bioscoopvoorstellingen des middags en des avonds
Palestina Diorama's, Schotersingel 117a. Geopend
behalve Vrijdags, eiken werkdag van 35 en van
79 uur.
Georg Brandos. Inleiding tot zijn le
ven en werken, door dr. K. F. Proost. -
Arnhem, Van Loghum Slaterus' U. M.
Van de hand van dezen schrijver, van wien wij
reeds het uitmuntend gedocumenteerde en gron
dig beschouwende boek over Mevr. Henriette Ro
land Holst bezitten, verscheen dezer dagen het
werk over den Deenschen litteratuur-criticus en
essayist Georg Brandes, dat een opmerkelijk
erschijnsel mag heeten als eerste uitvoerige
studie van een Nederlandsch auteur over een
invloedrijk Europeesch letterkundige uit de halve
eeuw 18751925.
De litteraire kritiek vindt, na Busken Huet en
Van Deyssel, in ons land weinig beoefenaren
van hun kracht en beteekenis. Ze is tot een min
of meer vlotte, min of meer gewetensvolle ver
slaggever^" ineengeschrompeld of wordt door de
kunstenaars zelf uitgeoefend op een wijze, die
meer van groepsvergoding en kongsi-veroordee
ling heeft dan dat ze aan een tak van artistieke
wetenschap doet denken. Het feit, dat, zooals bij
ons, artïsten over artisten oordeelen, beoordee-
len, veroordeelen, leek mij steeds gevaarlijk en
niet zonder gevaar voor tactloosheid. De schep
pende kunstenaar kan prachtig-juiste dingen
zeggen over den artist die hem verwant is naar
de ziel, doch zal, als regel, op wat buiten die ver
wantschap valt geen onbevooroordeelden kijk
hebben. Anders zou hij immers geen sterk-voe-
lend individueel artist zijn. In een klein land als
het onze kan het soms lachwekkend worden als
auteurs elkander een veer op den hoed steken of
tot gruis vermorzelen al naar de mate zij tot een
zelfde groepeering of tot een daarvan afwijkende
of tegenovergestelde meenen te behooren.
Een breede, boven alle haarkloverij en wisse
wasjes staande critische figuur missen wij
thans, een waarlijk gezag hebbend en door zijn
uitgebreide kennis algemeen aanvaard beoor-
deelaar ontbreekt. Goed gefundeerde studies van
eenigszins langeren adem over een litteraire fi
guur worden hier bijna niet geschreven en zou
den misschien ook weinig gelezen worden: van
de litteraire kritiek een levensbezigheid te maken
zal dan ook bij weinigen opkomen. Zelfs het
goede werk. op dit terrein verricht, blijkt bij-
bezigheid van collega-artisten of van publicisten
die er toevallig smaak en gelegenheid voor heb
ben.
Een klein land als Denemarken heeft in de
vorige veeuw een criticus opgeleverd wiens werk
een verstrekkenden invloed ook buiten zijn land
heeft gehad, wiens leven met dat werk geheel
gevuld is geweest en wiens meeningen over tijd-
genooten en voorgangers nog heden van be
lang zijn.
Georg Brandes is in 1842 in Kopenhagen ge
boren uit Joodsche voorouders, die na zich, uit
Hongarije stammend, in Denemarken gevestigd
te hebben, om hun geloof weinig meer hadden
bekommerd. Toch zal in zijn later leven die
Joodsche afkomst hem vaak genoeg verweten
worden en houdt misschien ook zijn groote be
langstelling voor het leven van Disraëli en Hei-
na daarmee verband. Georg zou rechten gaan stu-
deeren maar wordt in zijn studententijd aange
trokken door de studie van litteratuur en philo
sophic.
Door die keuze was de loop van Brandes' ver
der leven beslist. Een zeldzaam rijk leven, dat
door Dr. Proost in zijn boek even nauwkeurig
als waardeerend wordt nagegaan.
Brandes is voortdurend onderweg, Denemar
ken verschaft hem niet de „levensruimte" wij
weten nu wel zoo ongeveer wat daarmee bedoeld
wordt die hij noodig had, werkt hem in
den aanvang bijna voortdurend tegen, als hij
voor een professoraat wordt voorgedragen, zoodat
hij in het buitenland zijn eerste erkenning moest
vinden en er daarvoor soms jaren is gaan wo
nen (in Berlijn 18771883). Dpch daarvóór heeft
men ook Brandes' leermeesters in Frankrijk te
zoeken. De groote critici uit het midden dei-
negentiende eeuw zijn daar Sainte-Beuve (1804-
1869) en Hippolyte Taine (18281893). Met den
laatste raakt Brandes bevriend, hij bewondert
hem zonder hem in alles te volgen en in het
sterfjaar van Sainte Beuve ('69) promoveert
Brandes op een proefschrift over Taine."
Dr. Proost wijst er met een enkel kenschet
send woord op, dat, zoo Sainte Beuve als psy
choloog en criticus, het werk van den persoon
van den schrijver uit belicht (dus individualis
tisch te werk gaat) bij Taine de toestand van een
volk uit ras, milieu en moment verklaard wordt,
zoodat reeds in de kritiek een sociologische be
schouwingswijs opduikt.
Uit den tijd
Plezierxitjes zijn nü zeker uit den
tijd! Elk ongemotiveerd gebruik van
de auto dient men na te laten, want
het landsbelang eischt:
ZUINIG ZIJN MET BENZINEj
Brandes zal van beiden overnemen wat hij ge
bruiken kan'en daardoor lijkt het volmaakt juist
als gezegd wordt, dat voor Taine de critiek een
wetenschap, voor Brandes ze een kunst is. In dit
verband mag nog aangestipt worden, dat be
halve Sainte Beuve en Taine ook een Ernest Re-
nan een grooten invloed op Brandes heeft uit
geoefend. Brandes heeft al deze groote mannen
der vorige eeuw persoonlijk mogen ontmoe
ten en van hen leeren.
Hij had steeds de begeerte met groote man
nen in contact te komen en nam daarvoor iedere
mogelijkheid te baat. Zoo kon hem altijd een
meesterlijk debat in het geheugen blijven, dat
hij in het Engelsche Lagerhuis mocht bijwonen,
en waarbij Gladstone en Disraeli tegenover
elkaar stonden. Het intellectueele leven van het
midden der vorige eeuw speelde zich af in een
breeden en voornamen stijl, waarnaar men, on
danks de verdieping en verwijding van velerlei
parate kennis en kundigheid, thans soms kan
terug verlangen.
Het is voor mijn gevoel niet de geringste aan
trekkelijkheid van het uitstekende werk, door Dr.
Proost verricht, dat het de lezers eenigen tijd in
die sfeer terugvoert. Laat desnoods Brandes
niet meer die belangrijkheid vertoonen, die hij
voor zijn tijdgenooten ongetwijfeld bezat, hij
blijft van dien tijd een vertegenwoordiger, die
vertoond mag worden en een schrijver als Dr.
Proost die ook een figuur als Brandes op een on
afhankelijke wijs weet te belichten, mag daarvoor
dank gebracht worden. Nog meer zou zijn werk
beloond zijn, zoo het de lezers er toe brengen
kon Brandes' eigen werk waarvan veel ln
goede Duitsche bewerking verscheen ter hand
te nemen. Zijn verzamelde werken verschenen
in een Deensche editie, die in hoofdzaak door
Dr. Proost gebruikt werd. Mag ik ééne aanmer
king maken dan moet het deze zijn: dat Dr.
Proost bij zijn Hollandsche lezers te veel ken-'
nis der Deensche taal veronderstelt. Bij vele ci
taten zou een Hollandsche vertaling niet over
bodig wezen.
Men behoeft met de „Hoofdstroomingen der
Europeesche litteratuur in de 19e eeuw" een
werk waaraan Brandes twintig jaar arbeidde
nu niet direct te beginnen men zou voorloopig
met zijn levensschets van Disraëli (in het
Duitsch bij Langen in München verschenen)
kunnen volstaan om Brandes' geest en schrijf
trant te leeren kennen. Als hij in 1927 sterft
gaat een groot Europeaan heen, naar wien in
den oorlog van 1914—'18 geluisterd werd en die
reeds vroeger een profetischen blik toonde als
weinig anderen. Men zie daarvoor de pagina's
65 en 66 van Proost's boek, waar hij dingen zegt
over komende oorlogen, Jodenvervolging, com-
mercieele politiek, enz. waaruit blijkt, dat hij
niet. slechts als artist, doch ook als sociologisch
denker schrijven kon. En daarbij zich een volle
dige vrijheid van oordeel, ook tegenover vrien
den, stand- en rasgenooten voorbehield. Een ster
ke, geestelijke figuur met slechts weinig scha
duwzijden kan men uit het boek dat wij vandaag
in kort bestek aankondigden, leeren kennen.
J-H.DE BOIS.
Afdeeling I. i
Groep A:
DWSHaarlem
BI. WitStormvog.
ADOAjax
DOS—KFC
Groep B:
OSVHollandia
HRCWFC
Alem. V.Zaandijk
Purmerst.ZFC
SuccesAlkm. B.
W. FrisiaHelder
Groep C:
BeverwijkZW
KinheimAFC
QSCZeeburgia
RCHK.mers
EDOBl'daal
DWVHFC
Groen D:
Water gr.Velox
UWVolew.
Elinckwijk-Vriendensch.
Groep G:
UitgeestAlcm. V. 3
Alkm. B. 2Bergen
Alcm. V. 2—DTS
Groep H:
Zeem.Ripperda
Haarlem 2EDO 2
SchotenZandvoort
HiUinen—RCH 2
Groep I:
Zandvoort 2DIO
VI. VogelsSpaarnev.
VSV 2—THB
EHS-WB
K.mers 2Zeem. 2
Groep L:
BPCZSGO
Schinkelh.SDS
Halfweg—Oosterp.
SAVMSDW
Af deelino jj
™3£.k
RFC—VUC
CW-Henros
bparta—DHc
VDL-lSr*
Martinit—üVS
Quick—HVV
Excalsior^s®
DCL—Neptunus
UnitasFluks
Overmaas—Sliedr
Emma—Gouda
Afdeeling Ifl,
Groept;
Tubantia
Heracles-Enschedé
Go ahead—AG0VV
Ensch. B.—Quick
Hengelo—Wagen,
Afdeeling IV,
Groep A:
Noad—Eindhoven
Willem II—BW
Limburgia—MW
NACJuliana
Helmond—PSV
Roermond—Longa
Afdeeling V,
Groep A:
GVAVBe Quick
Veendam—Veloc
Achilles—WW
Heerenv.—Leeuw.
HSCSneek
(Spmj
HAARL. VOETBALBOND,
RANGLIJSTJES VAN GROEP A:
(bijgewerkt tot en met 25 Maart)
AFDEELING 1
gesp.gew.gel.verl.pnt. v.-t»
V. S. V. 3
12
11
1
0
23
57-15:
Waterloo
12
10
0
2
20
67-25!
Stormvogels 3
12
9
0
3
18
62—21;
Beverwijk 2
10
5.
1
4
11
29-151
Kinheim 3
11
6
0
5
12
38—3-5
Kennemers 3
12
5
2
5
12
38—44
V. S. V. 4
12
4
1
7
9
30—Ti
Kennemers 4
12
3
1
8
7
29-41
Kinheim 2*)
11
3
2
6
6
24—34
Stormvogels 4
9
2
0
7
4
15-33!
V. V. B. 2
11
0
0
11
0
19-611
Kinheim 2 heeft 2 winstpunten in mindr
wegens niet opkomen.
AFDEELING
2
R. C. H. 3
10
8
2
0
18
50-9
Haarlem 3a
11
8
0
3
16
53-26!
H. F. C. 3
11
7
1
3
15
45—341
Heemstede
11
5
1
5
11
33—291
Hillinen 2
11
5
1
5
11
21-19!
Spaarnestad
11
3
2
6
8
21-351
E. D. O. 3
11
2
3
6
7
24-32!
Bloemendaal
4
9
2
1
6
5
14—42 i
Nieuw Vennep
9
1
1
7
3
15-501
AFDEELING
3
R. C. H. 5
12
9
3
0
21
29-121
E. D. O. 4
11
8
2
1
ia
56-29
Haarlem 3
8
6
0
2
12
34-6
Schoten 3
11
4
4
3
12
20-19
Zandvoort 3
9
4
1
4
9
26-27'.
Bloemendaal 3
11
3
4
4
10
36—431
T. H. B. 2
12
2
3
7
7
29-381.
Damiaten
11
2
2
7
6
23—42
Zeemeeuwen
3
11
0
1
10
1
13-50 0
AFDEELING 4
D. C. O.
11
11
0
0
22
67-161
R. C. H. 4
10
7
1
2
15
38-18 IJ
Droste
10
6
2
2
14
55-23 li
D. S. K.
10
5
1
4
11
32-28
E. T. O.
11
6
0
5
12
35—23 U
V. O. G".
10
3
1
6
7
28—3t 07
Haarlem 5
9
2
1
6
5
9-43 05
H. F. C. 4
12
2
0
10
4
20—56 09
Kenau
7
0
0
7
-2
7-49 l-
Kenau heeft 2 winstpunten in mindering r*
gens niet opkomen.
i
AFDEELING 5
Kemphaan
10
10
0
0
20
57-3 !-
V. V. H.
12
9
0
3
18
36-28 li
Bloemendaal 2
11
7
1
3
15
32-171»
Brederode
9
4
2
3
10
26-23 1.11
Schoten 2
10
5
0
5
10
37-30 1.-
Spaarndam
9
2
2.
5
6
33-33 O?'
VI. Vogels 2
10
2
1
7
5
14-27
Haarlem 4
12
3
0
9
6
24-64 OS
E. H. S. 2
11
2
0
9
4
11—45 CÜ
HILLEGOM—R.C.H. 2 (3—1).
Eerst na 20 minuten weet de linkervleugel WD
R.C.H. door te breken en te scoren, maar onmia-
dellijk daarop neemt Nekeman den bal uit
hoekschop op zijn hoofd'en kopt fraai in.
De tweede helft is nog geen twee minuien
den gang, als Winkelaar tegen de lat schiet, Schs'
ma vangt den terugspringenden bal op en scon»
(21). Beide ploegen verknoeien talrijke kansen,
totdat na 25 minuten Winkelaar precies in s K
pers handen schiet; deze kan slechts onvoldoen
wegwerken en Nekeman loopt den bal in het a
(3—1).
ROODE DUIVELS—ZWALUWEN.
Naar wij vernemen zullen dit jaar in ieder geiaj
nog twee wedstrijden worden gespeeld tussc
de Roode Duivels en een Zwaluwen-elfta
men weet kon de ontmoeting in België op
Gras geen doorgang vinden in Mr.
bijzondere omstandigheden. België heeft than
gesteld, de ontmoeting op 8 Mei te riI.
dit is voor Nederland geen gunstige datum
band met den op 12 Mei te spelen wed:strv -
Luxemburg. Ook omtrent de ontmoeting i
land worden nog besprekingen gevoei
schijnlijk zal zij in Juni a.s. in de avonaui
hebben.