Oxet
JOimt en Jan OCieM.
^5de steenen spreken konden....
Goethe's Tuinhuis te Weimar.
Spoct en Spet
Goethe's Tuinhuis te Weimar.
- kwam hij in Weimar aan, de jonge Goethe,
i Z herfst van 1774: blauwe jas met koperen
geellederen vest en broek, kaplaarzen en
1 staartcoiffure: in Werther-kleedij dus,
fèegejuicht door een groepje jongelieden en meis-
kes, onder
.jr
w'ie vooral de laatsten nieuwsgierig wa-
dichterlijken Don Juan van aangezicht tot
"■"-ezicht te zien. Want de roep van zijn charme
Jas voor hem uit gegaan, meer nog dan zijn dich-
ierhiWeimar, hoofdstad van het kleine hertog-
plaatsje van nauwelijks 500 huizen waartus
sen de keilooze straatjes modderig kronkelden,
ïesloten vrijwel van de wereld, hier zou hij ver
wijf houden voorloopig, zooals hij meende; voor
in eansche leven, naar bleek. Het was Karl-
Aueust de jonge Hertog, geweest die den dichter
an het Hof had genood, veel verwachtingen koeste
nd van den Keilzamen invloed die een begaafd
jongmensch als Goethe op de staatszaken zou kun
nen hebben.
Men kon zeggen wat men wilde van den negen-
lieniarigen Karl-August, begiftigd met zekere talen
en was hij zeker, daarenboven een brok oernatuur
Lt onder goede leiding tot een gaaf mensch ge
cultiveerd zou kunnen worden. „Ein geborener,
uoszer Mensch" zoo noemde Goethe hem.
Zesentwintig jaar was Goethe toen hij den Wei-
marschen grond voor 'teerst betrad, niet meer als de
Rococo-jonkman, wiens amoureuze hart gulzig drie
liefdes had verzwolgen en zich zoojuist, Frankfurt
ontvluchtend, van een vierde had weten te bevrij
den' niet meer als één die in zielenood had uitge
roepen: „red mij van mijn eigen Ik; 'k ben een ver
doolde, verlorenemaar veeleer als ,een man
die zichzelf gevonden heeft, lang genoeg .tusschen
hémel en aarde heeft gezweefd en nu grond onder
de voeten wil voelen. En met eenig recht kon. hij,
trotsch zijn op zijn-prestaties: zijn „Werther" had
hem tot ver over de landsgrenzen beroemd ge
maakt, zijn „Götz von Berlichingeh" werd' geprezen
-genoeg om hem,een plaats te verzekeren''in .het'
Pantheon der Duitsche literatuur.
HOFGENEUGTEN
Aan het hertogelijk hof, te groot eigenlijk voor
een zoo klein land, waar men niet afkeerig was van
den modieuzen maanbleeken gevoelszwijmel, aan
gewakkerd door galante lectuur, gewaagde liaisons
en vrij obscene zwelgpartij tjes, volgde aanvankelijk
de jeugdige Goethe eer den hertog dan omgekeerd:
de studentikoze genoegens van Karl-August smaak
te Goethe met een bedenkelijk animo: „Zondag
ochtendbijeenkomsten waar men elkaar bij punch
en wijn met dwaze verzen hekelde; wilde zwijnen
jachten; overnachten in het winterlijk, woud; eten
op de straat voor het hertogelijk huis onder het uit
halen van de ruwste streken ten aanschouwe van de
gapende burgerij; wedstrijden in het klappen met
den jachtzweep, 's nachts midden op de markt
zoo vermaakte zich het Hof, zoo vermaakte zich
Goethe, in stilte het geweten sussend met de.over
weging, dat hij, burgerjongen, zijn invloed op den
jongen edelman zou verspelen als hij niet toonde
ook in het losbandige zijn man te staan.
Maar toch gedurende intieme avondlijke ge
sprekken, een enkel maal in versvorm, zooals in zijn
later gedicht „Ilmenau", wees de andere Goethe, de
geniale-plichtsgetrouwe, zich bewust van een hoo-
gere roeping, den hertog op de landsplichten, die hij
al spoedig zelf zou gaan nakomen.
Al spoedig! Nóg aarzelde Goethe, of hij zijn Wei-
marsch verblijf al dan niet zou beëindigen. Zeker,
Karl-August had zijn medewerking dringend van
noode. Maar dat was toch niet de eenige, mogelijk
niet eens de voornaamste drijfveer die hem tot blij
ven deed besluiten. Amor beval, en Goethe gehoor
zaamde....
De herinnering aan de Frankfurtsche geliefde,
Lillï Schönemann, begon nog niet te verbleeken of
een ander had heel zijn hart in beslag genomen:
Charlotte von Stein, echtgenoote van den Opper
stalmeester, zeven jaren ouder dan hij, moeder van
zeven kinderen van wie ze er te dien tijde al vier
ten grave had gedragen.
Vqór zijn aankomst te Weimar had hij al vaak en
Veel van haar gehoord, haar beeltenis in silhouet
zelfs in handen gehad. Lang had hij erop gestaard:
en met zijn kennis van de physiognomie die hij ijve
rig met den beroemden Lavater had bestudeerd,
teekende hij bij Charlotte's schaduwbeeld aan:
nStein - vastheid - zelfbehagen - liefdevolle vrien
delijkheid - naïveteit en goedheid - blijft trouw -
verovert met listenToen kort daarop doctor
Zimmermann, dezelfde die hem het bewuste scha
duwbeeld in handen had gespeeld, in Frankfurt bij
den dichter logeerde, vertelde de brave physicus
kern zooveel hartroerends over Charlotte, dat
Goethe drie nachten niet, kon slapen.
En zij, Charlotte? Ook haar.had de doctor inge
licht over den schrijver van „Werther" en haar be
langstelling zoozeer voor hem gewekt, dat zij den
V'ensch te kennen had gegeven, hem te ontmoeten.
Wist Zirrtmermann wel wat hij zeide, toen hij waar
schuwend antwoordde: „U wilt hem zien? Arme
vriendin, ge weet niet hoe gevaarlijk deze innemen
de man voor u kan worden.
»Ach, der heiligste von unsren Trieben,
Warum quillt aus ihm die grimme Pein?"
Nu, zij ontmoetten elkaar; Goethe: niet zoo Apol-
"nisch als men hem vaak voorstelde, wat bleek en
®ager, maar vol temperament, geniaal. Charlotte:
klem, elegant, ernstig, maar geen schoonheid, al
®st zoo jong meer, wat geresigneerd, koelO.
Katchen Schönkopf, Friederike Brion, Lotte Buff,
Urn Schönemann ze waren allen onvergelijkelijk
gapper, jeugdiger; en zelfs de tooneelspeelster Co-
Ma Schröter, die Goethe alras naar Weimar nood-
gj| )Von het in pikante aantrekkelijkheid van de
Goto 611 Cliarlotte- En toch en tóch stond
jt.v, es hart in vuur en vlam, verrees zij voor zijn
dichters.
als een Madonna, was elk uur van sa-
®Mzjjn met haar een geschenk des hemels. Haar
voorbij te zien rijden, dat al was balsem voor
dat kwellend dwalen-.- een druk van haar hand te
voelen.
Goethe is gelukkig: „Wat het'lot me allemaal ge
schonken heeft" - „ik ben de gelukkigste van al
len" - „bewogenheid des harten" - „wonderlijk blij"
in alle toonaarden bejubelt hij den zegen, hem
■ergund.
Goethe is gelukkig: met eigen handen wroet hij
in de geurende,, zwarte aarde, plant er zijn boom
pjes, verzorgt perk en bosschage; in de Ilm staalt
hij zijn lichaam, in de eenzaamheid van het lande
lijk schoon verkwikt hij zijn geest.
Goethe is gelukkig: hij is zich bewust geworden
van een taak, die volbracht moet worden; hij kent
een plicht, waaraan gehoorzaamd moet worden; hij
heeft geleerd zich te verloochenen. „Geheimer Le-
gationsrat" is hij geworden; hij maakt deel uit van
het Kabinet, arbeidt aan 's lands welzijn bestiert fi
nanciën en defensie, koloniseert en ontgint, gaat den
hertog voor in wat een goed regeerder betaamt. De
dagen der lichtzinnigheid zijn voorbij. Goethe is mi
nister geworden, maar Charlotte's minnaar g e-
b 1 e-v e nl
AFSCHEID VAN HET TUINHUIS
Zeven jaren bewoont hij het tuinhuis; dan neemt
hij zijn intrek in een woning aan de „Frauenplan"
hij heeft zijn levensanker uitgeworpen. Al zijn wer
ken en handelen is niet langer een vrijblijvend ex
periment; Goethe heeft gekozen.
Maar het vertrek uit het idyllische landhuis is
geen afscheid voor goed: een toevluchtsoord is het
nu geworden, intiemer nog, kostelijker, waardevol
ler. Goethe weet het maar al te zeer: „men stapt
zijn huis nog niet uit of men loopt in de modder".
Daarginds, in en rond het tuinhuis, is harmonie
door eenvoud, onkwetsbaarheid door afzondering
zuiverheid door inkeer tot zichzelf. Bij zijn verhui
zing naar „de stad" beseft hij terdege, om het een
leven lang niet te vergeten, wat het liefelijk oord
aan de Ilm voor hem is geweest: „Elke roos zei me:
En jij, je wilt ons weggeven? Op dat oogenblik voel
de ik, dat ik deze woning des vredes niet zou kun
nen ontberen. Ik sloop om mijn verlaten huisje heen
als Melusine om het hare, waarin ze niet meer zou
terugkeer en.
Nu, Goethe keerde in het zijne nog menigmaal te
rug. Eckermann, zijn vertrouwde dagboekschrijver,
heeft ons verteld van zoo'n verblijf in de lente; de
bejaarde Goethe onderging zoo innig den toover
van het voorjaar dat hij wekenlang in zijn tuinhuis
bleef en er bijna niet meer van scheiden kon. Wat
een herinneringen ook: Zij, Charlotte, leidsvrouwe
van zijn geest gedurende zoo vele en kostbare le
vensjaren, behoorde al lang, niet meer tot het rijk
der levenden; Karl-August, Christiane Vulpius -
Goethe's latere vrouw - Herder, Wieland, Schiller
ze waren heengegaan
Goethe, over weiden en akkers, naar boomen en
sterren starend met den gelouterden, begrijpenden
blik van een bijna tachtigjarig genie, Goethe hoort
een innerlijke, o zoo welbekende stem die alleen
kinderen en dichters verstaan, de dichtregels her
halen, hem door de harmonische stilte van het Wei-
marsche tuinhuis 45 jaren geleden ingefluisterd:
„Ueber allen Gipfeln
1st Ruh\
In allen Wipfeln
Spiirest du
Kaum einen Hauch;
Die Vöglein schweigen im Walde.
War te nur, balde
Ruhest du auch."
C. J. E. DINAUX.
Silhouet van Charlotte von
Stein.
Silhouet van Goethe in 1779.
zijn ziel. zijn hunkerende ziel, extatisch gestemd in
deze ontberende liefde voor ,de alom-tegenwoordige
onbereikbare.
Onbereikbare want Charlotte weet afstand te
houden, jarenlang, en de zoete kwelling der onze
kerheid is voor Goethe als een zweepslag van den
speelschen Cupido. „Mijn liefde", schrijft hij, „mijn
liefde voor je is geen passie meer, ze is een ziekte
die mij liever is dan de volmaaktste gezondheid, een
ziekte waarvan ik niet meer wil genezen".
Zie, daarom vooral blijft Goethe in Weimar. En er
is nog iets. Karl-August heeft- het zijne gedaan om
Goethe aan Weimar te binden: 4hij schenkt hem het
idyllische tuinhuis aan de Ilm.
In Mei is Goethe zelf bij het herstelwerk aan
wezig; witgekalkt, liefelijk in zijn eenvoud, ligt het
daar, omrankt door rozenstruiken, omgeven door
boompartijen, weggedoken tusschen het .groen,
een stilte die alleen verbroken wordt door het slaan
yan den kwartel, in een vrede, welkom verstoord
enkel door een koppel duiven die van het slot uit
daarginds komt aangezwermd Charlotte's duiven.
En daarbinnen? Bescheidener kan het niet; be
neden: een ruimte met veranda, ongeschikt om er
te huizen: boven: drie kamertjes: een ontvangka
mer met harde, steile stoelen; een werkkamer met
een kleine schrijftafel waaraan Goethe zijn „Iphe-r
genie" zou voltooien; voorts een boekenkamer waar
hij zijn papieren vrienden bijeengebracht heeft, be
grensd door een kabinetje dat, sober gemeubileerd,
tot slaapvertrek dient. Maar waar men uit de
vensters ziet prijkt de zomer met weidegroen
frisch gebladerte en bloemen in verscheidenheid
keizerskronen, malva en lelies. En ginds, toppunt
van zaligheid, ginds achter de boomen van het park,
huist de heerlijkste van allen, zij, Charlotte. Soms is
ze in het tuinhuis te gast: Goethe schenkt haar de
koffie en overlaadt haar met pronkjuweelen van zijn
bloemënschat. Dat zijn de liefste uren. De paden
zijn gewijd door haar voetstappen, de struiken dooi
de blikken van haar dogen. Wat .al herinneringen..
Gewikkeld in een mantel zit Goethe den avond lang
in de veranda, droomt van het lieftalligste dat zijn
levensweg kruiste en valt in een diepen, verkwik-
kenden slaap waaruit regen noch donder hem kun
nen wekken.
„EEN LANG GESPREK MET DE
BOOMEN"
In verbeelding is hij altijd bij haar die hem niet
ganschelijk toebehoort en hem toch, misschien juist
daarom, zoo onzegbaar lief is. „Ik heb een lang ge
sprek met mijn boomen gehad en hun verteld, hoe
zeer ik je liefheb. Vanavond ben ik in de nabijheid
van je huis". En hij houdt woord: door het duistere
park heeft hij den weg geyonden naar het slot: de
vensters zijn verlicht in Charlotte's apartementen
ze heeft bezoek, hij kan. en mag er dus niet bin
nengaan. Uren doolt hij rond als een verliefde
schooljongen of neen: als een dichter die, bevoor
recht als hij is, de wereld in één dimensie meer kan
zien dan de nuchtere burger in de hoop nog een
enkelen klank van haar stem te hooren, een tip van
haar kleed te zien en o, zoetste belooning voor al
Reserve-majoor volgde bevel van
schildwacht niet op.
Tot 1000.boete veroordeeld.
's-GRAVENHAGE, 9 April. Op 22 November
van het vorige jaar reed een reserve-majoor te
paard over het Noordzee-strand en stuitte daarbij
op een gegeven oogenblik op een schildwacht, die
hem staande hield en het wachtwoord vroeg. De
majoor, die tot een ander regiment behoorde, kon
dit niet geven, waarop de schildwacht hem mede
deelde, dat hij niet verder mocht rijden.
Na eenig gepraat evenwel had de reserve
majoor den schildwacht overreed hem toch door
te laten, waarop de schildwacht het geval, direct
aan zijn wachtmeester rapporteerde.
Dit had tot gevolg dat deze zaak voor het Hoog
Militair Gerechtshof gebracht werd, welks col
lege heden in eersten en eenigen aanleg sententie
wees.
Het hof veroordeelde den reserve-majoor, die
inmiddels eervol uit den dienst is ontslagen, tot
een geldboete van f 1000 subs, een maand hech
tenis wegens opzettelijke ongehoorzaamheid, ge
pleegd in tijd van oorlog.
De advocaat-fiscaal had dezelfde straf ge-
ëischt.
Centraal Bureau voor Arbeidsrecht.
Aantal adviezen 441 meer dan in 1938.
Aan het jaarverslag over 1939 van het Centraal
Bureau voor Arbeidsrecht (N. Holland), gevestigd
te Haarlem (leider mr. H. O. Drilsma), is het vol
gende ontleend:
Over 1939 werd een bedrag geïnd van 8516
(over 1938: 7455 en over 1937 7100"). Het aan
tal adviezen was 2642 (v.j. 2201) en het aantal
processen 661 (v.j. 475).
Met den Haarlemschen Kantonrechter is de ver
houding heel prettig en dat komt natuurlijk de
justiciabelen ten goede.
Inzake kostwinnersvergoedingen werd regelma
tig geadviseerd, indien gewenscht en zoo noodig
requesten te richten aan den Minister van Defensie.
Het verhaal krachtens de Armenwet is steeds
straffer geworden. De Hooge Raad besliste, dat ook
crisissteun verhaalbaar is, steeds meer worden de
wettelijke bepalingen uitgebreid tot een doel, waar
voor zij aldus het verslag niet geschapen zijn.
Hier is het onbillijke dat de werkende lijden onder
de werkloosheid der bloed- en aanverwanten.
Ten onrechte vervoegt men zich nog wel eens
aan het bureau met gevallen omtrent steun. Deze
kunnen alleen via den vakbond behandeld worden;
aan te weinig genoten steun kan het bureau niets
doen.
Het aantal aangesloten bestuurdersbonden en
organisaties bedroeg op 31 December 1939: 45,
Het totaal-aantal leden bedroeg op 31 December
1939 23063, (31 December 1938: 21272).
Het ledental is dus gestegen met 1791.
In dit "verslagjaar hebben zich bij het Bureau
aangesloten: de Bestuurdersbonden: 's-Graveland,
Wieringermeer en Andijk. Organisaties: Land-
Tuinbouw Lisse; Land- en Tuinbouw Graft; Land
en Tuinbouw Dirkshoorn; Handels- en Kantoor
bedienden Castricum; Bouwarbeiders Uithoorn;
Transportarbeiders Heilpo.
Afgevoerd zijn: Bestuurdersbond Halfweg (1-10-
1939, wegens opheffing) en Werkloozen Organisatie
Heiloo (1-1-1939, wegens opheffing).
te Malmö, hl. de „Roek" met Geyssendorfer en de
,Uil" met Sillevis.
Voorloopig zullen deze machines daar blijven en
zullen de gezagvoerders naar hun beste inzicht
handelen, zoolang, geen direct contact tusschen hen
en de directie der K.L.M. mogelijk is.
In andere richtingen zijn de K.L.M.-vlicgtuigen
anmorgen normaal op tijd vertrokken. ïDt geldt
zoowel voor den dienst op Shoreham als voor den
nieuwen dienst op Lissabon, waarheen vanmorgen
te 8 uur precies de „Xema" met gezagvoerder Te
Roller "vertrokken is.
Arbeid in broorlbakkerijen nader
geregeld.
Ingediend is een ontwerp van wet tot wijziging
van de bepalingen der arbeidswet 1919 betreffen-
den den arbeid in broodbakkerijen.
Voorgesteld wordt het eerste lid van artikel 35
der arbeidswet 1919 in dien zin te wijzigen, dat de
bakkersarbeid- op de in dat artikel genoemde
feestdagen wordt verboden. Alleen wanneer de
Tweede Kerstdag op Dinsdag of op Zaterdag
valt, zal het verbod van arbeid op den tweeden
feestdag niet te handhaven zijn en zal dus een
uitzondering gemaakt moeten worden.
Evenals thans reeds op het verbod van bakkers-
arbeid op Zondag, worden ook op het verbod van
bakkersarbeid op de genoemde feestdagen voor
het hoofd of den bestuurder enkele uitzonderingen
gemaakt, terwijl tevens in bepaalde gevallen het
verrichten van banketbakkerswerkzaamheden op
deze feestdagen mogelijk wordt gemaakt.
Verder wordt voorgesteld het aanvangsuur op
Zaterdag en op de daarmede overeenkomende da
gen op 3 uur des voormiddags vast te stellen.
Voorts is een bepaling gemaakt, waardoor het
Israëlietische bakkers onmogelijk wordt gemaakt
niet-Israëlietische bakkers op Zondag concurrentie
aan te doen door versch brood aan niet Joden te
leevfen.
LANDELIJK COMITc VOOR DE OPENBARE
SCHOOL.
In een dezer dagen gehouden vergadering van
het L.C.O.S. zijn benoemd tot leden van een com
missie, die tot taak zal krijgen de wettelijke positie
van de openbare school en die van de bijzondere
school in haar onderlinge verhouding te bestudeeren
en" het resultaat van die studie neer te leggen in een
rapport, de heeren: A. Bartels, leeraar, lid van
het hoofdbestuur van den Vrijzinnig Democrat!-
schen Bond, Den Haag; K. de Boer, burgemeester
van Hardinxveld; mr. M. H. de Boer, ondei'-voor
zitter van de Lib. Staatspartij en oud-wethpuder
van onderwijs, Utrecht; J. van Dijke, alg. secretaris
van Volksonderwijs, Amsterdam; J. J. Feringa, in
specteur van het Lager Onderwijs, Alkmaar; R.
van Gaasbeek, inspecteur van het Lager Onder
wijs, Utrecht; E. de Klerk, lid van het hoofdbe
stuur van het Ned. Onderwijzers Genootschap, Den
Haag; Th. J. Lancée, lid van Onderwijsraad, Heem
stede; J. H. Peper, lid van het hoofdbestuur van
het Ned. Onderwijzersgenootschap, Amsterdam; mr.
A. de Roos, referendaris af. Onderwijs, lid van de
Prov. Staten van Noord-Holland, Amsterdam; J,
W. v. d. Sluys, voorzitter van den Bond van Ned.
Onderwijzers, lid van den gemeenteraad, Haarlem:
Th. J. Thijssen, lid van de Tweede Kamer, Am
sterdam; D. van Unnik, oud-lid van het hoofdbe
stuur van de vereen, van Hoofden van Scholen,
redacteu van „Het Onderwijs", Den Haag; Koos
Vorrink, lid van de Eerste Kamer, voorzitter van
de S.DA.P., Amsterdam.
Het luchtverkeer en de
internationale toestand.
AMSTERDAM, 9 April, Ondanks de nieuwe
complicaties in den internationalen toestand, heeft
de K.L.M. hedenmorgen zooveel mogelijk haar
diensten doorgang doen vinden, waarbij evenwel
niet kon worden voorkomen, dat tengevolge van
de ernstige ontwikkeling der gebeurtenissen
Scandinavië de diensten naar het noorden ge
staakt moesten worden, iri afwachting van wat
ér verder gaat gebeuren.
Er zijn dus geen vliegtuigen naar Kopenhagen,
Malmö, Stockholm en Oslo gestart. De Zweedsche
machine uit Londen naar Stockholm, is op Schiphol
gebleven, terwijl de Zweedsche machine uit Stock
holm naar Amsterdam niet verder ging dan Malmö.
Er bevinden zich op het oogenblik in Scandin;
vië drie Nederlandsche verkeersvliegtuigen der
K.L.M., nl. te Oslo de Douglas DC 13 „Kemphaan1
die gisteren onder commando van gezagvoerder
Van Dijk daarheen vloog, en twee machines staan_
VOOR DE KINDEREN
BUITGEMAAKT DUITSCH SCHIP ENGELAND
BINNENGEBRACHT.
Het Duitsche schip „Orea" metende 2000 ton
is gisteren de Theems binnengebracht. Het is
voornamelijk geladen met bauxiet. Het schip is
in Februari door een Britsch oorlogsschip aan
gehouden en naar een geallieerde haven ge
bracht.
Nlniwn
VOETBAL
DE WEDSTRIJDEN VOOR
ZONDAG.
Afdeeling I.
Groep A;
HaarlemDOS
BI. Wit—VSV
't GooiKFC
Storm v.ADO
AjaxDWS
Groep B:
Zaandij kWFC
ZFC—Hollandia
Alkm. B.—HRC
HelderAlcm. V.
W. FrisiaPurmerst.
SuccesOSV
Groep Cï
K.mersZeebui'gia
Bl.daalKinheim
HFCRCH
DWV—EDO
BeverwijkAFC
QSC—ZW
Groep D:
Vriendensch.Hilv.
VeloxElinckw.
HerculesV olew.
HVC-UW
Groep Gï
Alcm. V. 3—DTS
UitgeestCSV
Alkm. B. 2—Alcm. V. 3
N. NiedorpBergen
Groep H:
EDO 2Ripperda
Zandv.Hillegom
RCH 2Zeemeeuwen
HillinenHaarlem 2
Groep I:
K.mers 2—WB (11 u.)
EHSTHB
HFC 2—VI. Vog. (12 u.)
VSV 2—DIO
Spaarnev.Zandv. 2
Groep L:
HalfwegSchinkelh.
SAVMOosterpark
SDW—Swift
Mad joeZSGO
BPCSDS
De professor volgde het tweetal, dat naar
zijn werkkamer was gegaan. Hij kwam daar
en zag, dat de Dikke zijn jasje had uit
getrokken en juist zijn hand naar het toestel
uitstak.
Wat ga je beginnen? riep de verschrikte
pro'fessor.
De Dikke draaide zich bedaard om: Ik
maak korte metten, mannetje; die speeldoos
hier zal ik eens even tot stukjes slaan, dan
loopen wij geen kans meer om tot proefkonijn
te dienen.
Afdeeling II.
Groep A:
XerxesHBS
FeïjenoovdRFC
VUC-CW
HermesSparta
DHCDFC
Groep B;
BMTBEC
Vios—SW
Holl.diaanMartinit
UVS—HW
VDLQuick
Groep Cï
ODSDCL
Nept.Unitas
FluksOvermaas
Sliedr.Emma
Gouda-Excelsior
Afdeeling HL
Groep A:
T ub anti aHeracles
EnschedéGo ahead
AGOWEnschj B.
QuickHengelo
WageningenNEC
Afdeeling IV.
Groep A:
EindhovenPSV
Willem IIHelmond
BW—NAG
JulianaNoad
MWRoerm.
LongaLimburgia
Afdeeling V.
Groep A:
WW—HSC
Sneek—GVAV
VeendamHeerenv.
AchillesBe Quick
(Sportkr.)'
M41KT
tEIHIllN
VEEMARKT. I
Rotterdam, 9 April 1940.
Totaal aanvoer 111 paarden, 4 veulens, 1671 ma.
gere runderen. 835 vette runderen, 35 vette kalve
ren, 53 graskalveren, 2176 nuchtere kalveren, 210
schapen en lammeren, 4 varkens, 120 bokken en
geiten.
Prijzen per IC.G. vette koeien le kw. 7587; 2e
kw. 60—73, 3e kw. 45—56, vette ossen resp. 74—
82, 60—72, 48—58, stieren resp. 72—76, 64—70, 56—
62, vette kalveren resp. 130145, 105120, 90100,
schapen resp. 62, 55, 40, lammeren resp. 65, 58, 50,
graskalveren resp. 62, 52. nuchtere kalveren resp.
40,.35, 30, slachtpaarden resp. 69, 59. 51.
Prijzen per stuk, schapen le kw. 39, 2e lew. 39,
3e kw. 20, lammeren resp. 29, 21, 14. nuchtere
slachtkalveren resp. 9.50, 7.50, 5.50. slachtpaarden
resp. 305, 220, 155, werkpaarden 390, 265, 165,
hitten 2.80. 2.35, 150, kalfkoeien 290, 200, 140, melk
koeien 285, 200, 140, varekoeien 210, .155, 130, vaar
zen 160, 125, 95, pinken 105, 85, 65, graskalveren
65, 55, 35, bokken en geiten 15, 11, 6.
Vette koeien en ossen, aanvoer korter, handel
tamelijk, prijzen onv.
Stieren, aanvoer als vor. week, handel kalm,
prijzen iets hooger,
Amsterdam, 8 April 1940.
Ter veemarkt waren heden aangevoerd:
380 vette koeien, waarvan de prijzen waren:
le kw. 82—90, 2e kw. 66—78, 3e kw. 52—64 per
K.G. slachtgewicht.
75 melk- en kalfkoeien 180260 per stuk, 43
vette kalveren: 2e kw. 6272, 3e Itw. 5460, per
K.G. levend gewicht. 232 nuchtere kalveren 710
per stuk, 25 schapen 18—22 per stuk, 372 varkens,
zware varkens 7073, zeugen 6668 per K.G.
slachtgewicht.
OVERZICHT:
Runderen matige aanvoer, handel stug, le en 2e
soort stijf prijshoudend, 3e minder vast.
Vette kalveren korte aanvoer, handel sleepend,
prijzenlager.
Nuchtere kalveren ruime aanvoer, handel willig,
prijzen hooger.
Schapen weinig aanvoer en handel.
Varkens matige aanvoer, handel kalm, met iets
hoogere prijzen.
Purmerend. 9 April 1940.
Gemeentel. Kaasbeurs. Verhandeld 22 partijen,
wegende 72000 K.G, Handel matig. Kaasmarkt.
Gewicht 169. Handel vlug. Kleine Boeren, hoogste
prijs f 20.50 per 50 kilo. Boter 1461 kg f 1.551.59
per kilo.
Runderen, totaal 705 stuks. 290 Vette koeien
f 0.660.85 per kilo. 117 Gelde koeien f 110—175
per stuk. 280 Melkkoeien f 180—260 per stuk.
18 Stieren f 0.580.64 per kilo. 13 Paarden f 90
290 per stuk, stug. Vette kalveren f 0.780.95 per
kilo. Graskalveren f 4090 per stuk.
1393 Nuchtere kalveren voor de slacht f 512
per stuk. 1933 Nuchtere kalveren voor de fokkerij
13—19 per stuk. 191 Vette varkens voor de slacht
f 0.580.63 per kilo. 57 Magere varkens 2037
per stuk. 301 Biggen f 1523 per stuk. 1366 Scha
pen f 16f 35 per stuk. 63 Bokken f 312 per stuk.
158 Lammeren.
Kipeieren f 3.40—3.90 per 100 st. Eendeneieren
f 2.75 per 100 st. Noord Hollandsche Blauwen
(Kuikens) 1.221/21.30 per kilo. Oude kippen en
Hanen (wit en rood) f 0.47 1/20.55 per kilo. Oude
kippen en hanen (blauw) 0.550.57 1/2 per kilo.
Konijnen f 0.301.75 per stuk 400 Eenden f 0.40
0.60 per stuk Duiven f 0.40 per paar 300 Kievits
eieren f 0.120.13 per stuk.
Coöperatieve Centrale Eierveiling Purmerend G.A.
Aanvoer 120.000 eendeneieren f 2.90—3.05.
100.000 Kippeneieren f 3.40—4.